fawltetm De Zuiderzeesteunwet in de practijk. mijnhardst» tablettenV^A. A j AlINE ESTER-S HONIG's KEUKENSTROOP^ tyzon^ïj' Binnenland Vóór 1943 wordt met de zuidelijke polders begonnen. laxeer- V W y® Joodsche kinderen naar ons land. Regeering weet van niets. Gestelde steunnormen redelijk geacht. Wijziging der Tariefmachtigingswet, TWEEDE BLAD, cipieel veranderd, doch wel op enkele punten ingeperkt. Naar de meening van de regeering was er voor de Tweede Kamer geen noodzakelijke reden om het wets voorstel na de indiening van de memorie van antwoord opnieuw naar de afdeeling te ver wijzen en nog veel minder om het amende ment—de Geer, hetwelk slechts een ver duidelijking en eenige beperking bevat van het wetsontwerp, als een initiatief voorstel te bestempelèn, dat niet in den vorm van een amendement had mogen worden ingediend en aanvaard. Maatregelen tegen voor-invoer noodzakelijk. De vraag, welke in verband met een te groote bevoegdheid der regeering naar voren is gebracht, meent de regeering aldus te kunnen formuleeren: is het voor de re geering om technische reden noodzakelijk over een bevoegdheid te beschikken tot het onmiddellijk in werking stellen van bij de Staten-Generaal aanhangig gemaakte voor stellen tot herziening van het tarief van invoerrechten, welke voorstellen niet minder dan een principieele wijziging in onze han delspolitiek beteekenen? In de eerste plaats zal moeten worden aannemelijk gemaakt, dat vóór-invoer moet worden voorkomen en vervolgens zal moe ten worden aangetoond, dat andere mid delen ter bereiking van dit doel in hooge mate ondoeltreffend zijn. Wat het eerste onderdeel van het onder zoek betreft, wil de regeering als haar oor deel te kennen geven, dat, waar het hier gaat om beschermende invoerrechten, de voorinvoer, zoo hiertegen geen maatregelen worden genomen, mede in verband met de zeer ruime invoermogelijkheid van tal van gecontingenteerde artikelen, een omvang zal aannemen, welke zij niet aarzelt catastro- phaal te noemen. Bij ongebreidelden voor- invoer gedurende een aanzienlijk aantal maanden zal niet slechts het effect der maatregelen voor zeer geruimen tijd' illu soir worden gemaakt, doch zou zulks naar de vaste overtuiging der regeering tevens leiden tot een ontwrichting van bepaalde takken van bedrijf. Aangezien blijkens het voorloopig verslag een aantal leden van oordeel is, dat het middel van navordering slechts in zooverre verschilt van het stelsel, in het wetsonwerp voorgesteld, dat het eerste iets stroever zou werken, geeft de regeering een uiteenzet ting van den gang van zaken zooals deze zal zijn, indien het voorstel der regeering wordt aanvaard, en komt dan tot de con clusie, dat daaruit naar haar oordeel volgt, dat bij aanwending van het in het wets ontwerp voorgestelde middel de bezwaren voor handel en administratie zeer gering zullen zijn. Wijziging handelspolitiek. Aangaande de strekking van de ontworpen regeling zegt de regeering nog, dat aan de indiening van het ontwerp van wet inder daad de overweging ten grondslag ligt, dat een ombuiging van de in ons land tot dus verre gevolgde handelspolitiek onder de huidige omstandigheden geen uitstel mag vinden en met enkele incidenteele bescher mende maatregelen niet meer kan worden volstaan. Er is dus wel sprake van een principieele wijziging in de handelspolitiek, doch niet van een wijziging over de geheele lijn. Dat aanvaarding van de aangekondigde voorstellen het algemeen economische gene zingsproces, bij hetwelk ons land in hooge mate is betrokken, zal tegenwerken, kan de regeering niet inzien, om de eenvoudige reden, dat naar haar oordeel weinig er op wijst, dat zich een dergelijk proces thans voltrekt. Het spreekt uit den aard der zaak vanzelf, dat de regeering bij de voorbereiding der tariefvoorstellen de handelspolitieke belan gen ter dege in het oog heeft gehouden. De beperking van de voorstellen, zoowel wat den omvang als het niveau der rechten be treft, vindt mede in overwegingen van han- delspolitieken aard haar grondslag, evenzeer als het voornemen, de voorstellen binnen afzienbaren tijd niet door andere dergelijke te laten volgen. Dat de totstandkoming der in voorbereiding zijnde tariefvoorstellen tot moeilijkheden bij onderhandelingen over handelsverdragen zal kunnen leiden, ont veinst de regeering zich niet, doch zij is van oordeel, dat een matige en gemotiveer de verhooging van invoerrechten op dit ge bied geen ernstige gevolgen zal hebben. werken zacht en zeker^B DOOJ0OCT De opvatting der leden, die zijn, dat de totstandkoming van de t voorstellen zal leiden tot verhooginc productiekosten, en wel in tweeërlei" de zicht, te weten rechtstreeks en indirect loonsverhoogingen, acht de regeerine verschillende redenen niet gemotiveerd °m Vervolgens merkt de regeering 0p dat ft niet de meening deelt, dat het thans 'niet ht geschikte oogenblik zou zijn om principieel besprekingen over de handelspolitiek t houden, als gevolg van de abnormale vtr houdingen, welke zelfs voorstanders van vrijhandel nopen in bepaalde gevallen hu beginselen ter zijde te stellen en aan b schermende maatregelen mede te werken" Het is helaas een onmiskenbaar feit, dat d verhoudingen op het terrein van het inter nationale goederenverkeer zich sinds jaren in een hoogst ongewen chte richting ont wikkelen, welke ontwikkeling naar de vaste overtuiging der regecring zich zeker niet spoedig in gunstigen zin zal wijzigen. Een principieele discussie over de houding wel ke de overheid te dezen aanzien moet'inne men, acht zU dan ook niet slechts mogelijk* doch volstrekt noodzakelijk. Ten slotte deelt de regeering mede, dat het niet in haar voornemen ligt ten aanzien van landbouwproducten voorstellen tot ver- hooging van invoerrechten te doen, omdat als gevolg van diverse maatregelen de land- bouwproducten reeds beschermd worden door heffingen, die een invoerrecht van 20 pCt. verre overschrijden. Naar aanleiding van het uit het buiten land afkomstige bericht, als zouden morgen 2.000 Joodsche kinderen uit Weenen naar Nederland vertrekken, werd ons bij informatie ter bevoegder plaatse medegedeeld, dat de Nederland- sche regeering van dit transport niet op de hoogte is en dat het uitgesloten moet worden geacht dat een zoo groot aantal kinderen uit Weenen dezer dagen in ons land zal worden opgenomen. DE CENTRALE VLIEGVELD-KWESTIE. Rotterdam kan niet in de beslissing berusten. In de gistermiddag gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam heeft de voorzitter, mr. K. P. van de Mandele, een verklaring afgelegd ten aanzien van de vliegveldkwestie. In de Septembervergadering van de Kamer heeft hij uitvoerig de argumenten uiteengezet waarom de nieuwste plannen van den mi nister van waterstaat om het centrale vlieg veld naar Schiphol te verleggen voor Rotter dam niet aanvaardbaar waren. Sedertdien heeft hij met den voorzitter van het vlieg veldcomité het gemeentebestuur vergezeld op een audiëntie bij den minister, waarin de hoogst ernstige bezwaren tegen deze oplos sing van het vliegveldvraagstuk uitvoeriger werden uiteengezet. Het schijnt, dat deze bezwaren niet dén minsten indruk op den minister hebben ge maakt. Zij worden in de Memorie van Ant woord op de waterstaatbegrooting althans zonder meer terzijde gesteld. Men mag hopen en verwachten, dat de volksvertegenwoordi ging den minister op dezen weg niet zal volgen. Nog altijd zijn er met goeden wil en be reidheid tot samenwerking oplossingen te vinden, die aan allen recht doen laten weder varen. Maar onaanvaardbaar is, dat het ge heele havengebied van de Maas-Delta met één millioen menschen feitelijk van het Inter" nationale luchtverkeer wordt afgesneden. Rotterdam zal het geldt een levensbe lang nimmer hierin kunnen berusten. MODERNE MACHINES VOOR UW DRUKWERK! BIJ COSTER. ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320 Aan de memorie van antwoord no pens het wetsontwerp tot vaststelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Zuiderzeefonds voor het dienstjaar 1939 is het volgende ont leend: Stormschade Afsluitdijk. De opmerkingen over stormschade aan de binnenzijde van den Afsluitdijk werden reeds behandeld bij de beantwoording van de door het lid der Kamer, den heer ir. van der Waerden, gestelde vragen, waarnaar mag worden verwezen en waaruit moge zijn gebleken, dat de wenschelijkheid van het treffen van maatregelen om voortaan het ontstaan van schade en het veroorzaken van hinder aan het verkeer bij storm te be perken, in studie is genolnen. Daarbij wordt ook de wenschelijkheid van profielswijzi ging in het onderzoek betrokken. Noordoostelijke en zuidelijke polders. Inderdaad is onder deze afdeeling een hooger bedrag uitgetrokken teneinde de werken tot afsluiting en droogleg ging van den Noordoostelijken polder zoo krachtig mogelijk te kunnen voort zetten. In overeenstemming met hetgeen de mi nister van algemeene zaken op 3 Juni 1938 in de Kamer mededeelde, is het opmaken van een plan voor de zuidelijke polders met kracht ter hand genomen en wordt ook Op deze wijze voortgezet. Het geldt hier het maken van nieuw land ter grootte van een kleine provincie, waar mede wellicht een bedrag van 400 millioen of meer gemoeid zal zijn. Het droogleggen van het zuidelijk ge deelte van het IJselmeer zal diep ingrijpen in het stelsel van onze militaire defensie en belangrijke voorzieningen ten behoeve van de landsverdediging noodzakelijk maken. Overleg hieromtrent zal niet alleen tot een technisch, maar ook tot een economisch be vredigende oplossing moeten leiden. Hiermede en met 't overleg over talrijke andere vraagstukken is onvermijdelijk veel tijd gemoeid, zoodat nog niet in uitzicht kan worden gesteld, wanneer de plannen gereed zijn, al wordt ver trouwd, dat dit op zoodanig tijdstip zal zijn, dat de beslissing tot de uitvoering en het begin van de uitvoering zelve vóór 1943 kunnen vallen. Voor de beantwoording van de vraag, wat de reden is, dat een geleidelijke liquidatie van de steunverleening ingevolge artikel 13 der wet aan hen, die ouder zijn dan 45 jaar, niet mogelijk is gebleken en welke begin selen in de toekomst bij de geleidol jke liquidatie zullen gelden, moge worden ver wezen naar de bij deze memorie van ant woord gevoegde nota. Welke uitgaven nog noodig zullen zijn, kan de minister van waterstaat niet mede- deelen, omdat nog niet kan worden beoor deeld, in hoeverre de zuiderzeesteunwet nog in een meer verwijderde toekomst toepas sing zal moeten vinden. Naar het zich laat aanzien en zeer globaal geraamd, zal nog wel ongeveer een gelijk bedrag, als tot nog toe werd uitgegeven, noodig zijn. Nota van den minister. Ingevolge zijn toezegging heeft de mi nister aan de Tweede Kamer een nota inzake de zuiderzeesteunwet doen toe komen, waarin o.m. het volgende wordt gezegd. Daar de zuiderzeesteunwet primair beoogt het bieden van hulp aan de zuiderzeevis- schersbevolking bij het zich verwerven van (Uit het Engelsch ROMAN idoor W. A, C. i hmmi 44) HOOFDSTUK XXIV. In 't leven van ons allen zijn er oogen- blikken, waarop het lot dingen laat ge beuren, die onze plannen met een duivel- sche boosaardigheid in de war brengen. Weldra zou zoo'n beschikking van het noodlot Laline en David treffen, juist op het oogenblik, waarop alles zoo mooi scheen, waarop zij pas aan een vreeselijken dood waren ontsnapt en waarop 't scheen, dat zij een recht op geluk hadden verwor ven. Het was een hartelijke brief dien hij op dien Mei-ochtend zijn geliefde Laline schreef. Hij sprak haar in zoo weinig mo gelijk woorden van zijn liefde en vereering voor haar en zei, dat ze hem volkomen moest vertrouwen en tot hij weer terug was niemand anders dan Jack iets van hun huwelijk moest vertellen. „Ik moet iets belangrijks voor ons land ten uitvoer brengen, lieveling", zei hij, „en daarom moet er niet over me worden gesproken en geen belangstelling in me worden ge toond". Hij legde haar uit, dat hij twee een werkkring en eerst secundair het ver- leenen van geldelijke tegemoetkoming, in dien voldoende middelen tot levensonder houd aan belanghebbenden gaan ontbreken, zal eerst een overzicht gegeven worden om trent de maatregelen op primair terrein (a) om dan daarna op de materie van de gelde lijke tegemoetkoming (b) eenigszins uitvoe rig in te gaan. Tot de maatregelen betreffende hulp bij het zich verwerven van een werkkring be- hooren: 1. Hulp bij opleiding. Artikel 5 der wet spreekt in de eerste plaats van nijverheids onderwijs, terwijl voorts de mogelijkheid is geopend voor hulp aan belanghebbenden en hunne kinderen, indien zij zich wenschen te bekwamen voor eenig handwerk, ambacht, bedrijf of eenigen anderen werkkring, waarin het nijverheidsonderwijs niet kan voorzien. In den loop der jaren is hiervan een ruim gebruik gemaakt. De minister is van oordeel, dat in de tot nog toe gevolgde toepassing van dit steun- middel geen wijziging behoeft te worden gebracht. 2. Hulp ter verkrijging van werk in den meest ruimen zin. Betreft een aanvrage hulp ter verkrijging van werk in eigen be drijf, dan wordt in de eerste plaats de mo gelijkheid van de verplaatsing of de vervor ming van bedrijf, dan wel oprichting van een nieuw bedrijf onderzocht. Heeft dit onderzoek een gunstig resultaat, dan kan aan den belanghebbende een toe slag worden verleend, die een afloopend karakter heeft. In vele gevallen werd dit steunmiddel toe gepast. Tot de belangrijkste groepen van perso nen, waaraan een toeslag op het bedrijfsin- komen wordt verleend, behooren: a. Zij, die uitsluitend de IJselmeervissche- rij uitoefenen; b. Zij, die de IJselmeervisscherij tegelijk met een ander bedrijf uitoefenen; c. Vischventers; d. Vischhandelaren en vischbewerkers. Groep a is het talrijkst. Tot het doel een zoo groot mogelijk aan tal belanghebbenden een volledig bestaan te verschaffen in de nieuwe IJselmeer-zoet- water-visscherij werden de volgende midde len toegepast: le. De opvoering van de productiviteit van het IJselmeer door het binnenlaten van glasaal, maatverhooging van visch en be scherming van zoetwatervisch; 2e. De bevordering van afzetmogelijkhe den (organisatie van afzet, wegruimen van handelsbelemmeringen) 3e. De bevordering van een doelmatige uitoefening van het visscherijbedrijf (cre- dieten voor schepen, voor vischtuig, voor lichting, juiste bemanning, tegengaan van ondoelmatige kapitaalsinvesteeringen). Opgemerkt werd reeds, dat de steun een tijdelijk karakter draagt; zij dient overbo dig te worden door verbetering van de re sultaten der visscherij. Betreft de gevraagde hulp niet werk in eigen bedrijf, doch werk in loondienst, dan wordt deze hulp verleend door werk op te sporen en de plaatsing zooveel mogelijk te bevorderen. Art. 6 voorziet ook in de mogelijkheid, dat aan belanghebbende een toelage wordt ver leend in den vorm van een bedrag ineens. Dit steunmiddel, dat reeds meermalen toe passing vond, kan in bepaalde gevallen aan gewezen zijn, indien n.1. daardoor de moge lijkheid ontstaat, dat een belanghebbende elders een bedrijf kan vormen of zijn bedrijf kan vervormen. 3. Credieten voor de verplaatsing of ver vorming van bedrijf, dan wel oprichting van een nieuw bedrijf. Na onderzoek is in vele gevallen geble ken, dat voor velen een vervorming dan wel de oprichting van een bedrijf een gunstig resultaat kan opleveren. maanden zou wegblijven en dat ze een brief moest zenden naar het Grand Hotel te Rome, die hij dan op zijn terugreis zou vinden. Fergusson was beneden nog bezig alles in gereedheid te brengen; daarom belde zijn meester het kamermeisje. Hij had al tijd een gevoel gehad, dat mevrouw Gree- ning iets tegen de vriendschap tusschen haar nicht en hem had en hij verbeeldde zich, dat de kamenier hem ook niet wel gezind was. Maar indien hij het kamer meisje een fooi gaf, zou er geen reden be staan, waarom deze den brief niet onmid dellijk aan Laline zou ter hand stellen. Het levendige Fransche kamermeisje kwam binnen en kreeg haar instructies; ze moest dien brief, zoodra juffrouw Lester wakker was, aan haar zelf geven. Het heele hotel interesseerde zich natuurlijk in hooge mate voor den held en de heldin van zoo'n avontuur, zoodat het onnoodig was uit te leggen, wie juffrouw Lester was. Marie was een en al glimlachende sym pathie, niet uitsluitend omdat ze onder den indruk was van David's geweldige fooi. Ze hield van het romantische, dat ze hier be vroedde. Monsieur kon op haar rekenen. De brief werd veilig opgeborgen in den ruimen zak van haar schort. Ze moest om elf uur nieuwe warme krui ken brengen, zei ze, en zou hem dan aan mademoiselle persoonlijk ter hand stellen. Toen verscheen Fergusson om te zeggen dat de auto voor stond, dat alles betaald was en dat ze onmiddellijk konden ver trekken. In den zonneschijn van den mooien len tedag vertrokken zij en snorden naar Pa 4. Voorkeur tot het kosteloos verkrijgen van een vergunning tot uitoefening van de visscherij op de afgesloten Zuiderzee. De vergunning is door het Domeinbe- stuur vrijwel uitsluitend voor de belang hebbenden in den zin van de Zuiderzee steunwet voorbehouden. Zij worden aan hen kosteloos verstrekt. Steunverleening. Om voor een geldelijke tegemoetko ming in aanmerking te kunnen komen moet de belanghebbende voldoe» aan de volgende voorwaarden: a. Hem moeten voldoende middelen tot levensonderhoud gaan ontbreken als gevolg van de afsluiting der Zuiderzee; b. Hij moet door aanwending van eigen arbeidskracht niet in het onderhoud kun nen voorzien van zich en de zijnen. De tegemoetkoming op grond van dit ar tikel draagt een aanvullend karakter. Het bedrag der geldelijke tegemoetkoming mag niet te boven gaan het bedrag, dat aan den belanghebbende als gevolg van de af sluiting wordt onttrokken. Het komt den minister voor, dat de ge stelde normen in de gegeven omstandighe den en verhoudingen als redelijk dienen te worden aanvaard; verhooging ervan zou zijns inziens de tegemoetkomingen doen uit gaan boven hetgeen de wet als steun be doelt uit te keeren. De meening, als zouden de gestelde normen te laag zijn, kan de minister dus niet deelen, ook in vergelijking met wat elders op dit gebied geldt. Het bepaalde in het tweede lid van artikel 13 beperkt den tijd gedurende welken een geldelijke tegemoetkoming kan worden ge noten voor de belanghebbenden, die op 16 December 1927 jonger dan 25 jaar waren tot 3, en voor hen, die toen 25 jaar of ouder, doch jonger dan 35 jaar waren, tot 5 jaar. Lid 3 van art. 13 bepaalt, dat de tegemoet koming aan belanghebbenden, die bij de in werkingtreding van deze wet 60 jaar of ouder zijn, in den regel zal worden verleend voor den duur van hun leven. De toepas sing van deze bepaling heeft nimmer tot bezwaren aanleiding gegeven. Een belangrijk punt betreft voorts de ge lijkstelling van weduwen van belangheb benden met deze. Aangeteekend worde nog, dat reeds vroe ger is bepaald, dat weduwen van belang hebbenden, die in 1927 60 jaar of ouder wa ren en dus op een doorloopende uitkeering aanspraak konden maken, met belangheb benden zouden worden gelijkgesteld. Voor tot deze groep behoorende personen blijft gelijkstelling mogelijk. In de Kamervergadering en bij de be sprekingen met belanghebbenden is ook ter sprake gekomen de tegemoetkoming wegens waardevermindering. De opmerking werd gemaakt, dat het onbillijk was dat de tege moetkoming wegens waardevermindering minder is dan het volle vastgestelde bedrag der waardevermindering. De minister meent echter, dat hierbij uit het oog verloren wordt, dat de wetgever niet bedoelt een in tegrale vergoeding der waardevermindering, maar een jaarlijksche tegemoetkoming we gens die waardevermindering. De door den rijksdienst verkregen erva ring, voorts de omstandigheid dat een col lege van breede samenstelling als de gene rale commissie over alle zaken van belang een gezaghebbend advies geeft en tenslotte de volle bereidheid van den minister om aan een rechtvaardige toepassing van de wette lijk bepalingen al zijn aandacht te geven, kunnen naar het den minister voorkomt met elkaar geacht worden voldoenden waar borg op te leveren voor een redelijke behar tiging van de belangen der betrokken Zui- derzeebevolking. Voor-invoer moet worden voor komen. De wijziging in de han delspolitiek. Verschenen is de Memorie van Ant woord aan de Eerste Kamer inzake het wetsontwerp tot wijziging van de tarief machtigingswet 1934. Wij ontleenen er het volgende aan: Door de verschillende wijzigingen, die het wetsontwerp achtereenvolgens heeft onder gaan, is de strekking ervan geenszins prin rijs, Fergusson chauffeerde en David trachtte zijn zenuwen te kalmeeren, en om twaalf uur werd een bleeke, magere Jonge man in de woonkamer van den Amerikaan- sche gezant binnengelaten. „Wel, dat is kranig van u, om tenslotte toch nog te verschijnen", zeide mijnheer Randolp en drukte met waardeering Da vid's hand, „precies op tijd! Nu ik weet wat u hebt doorgemaakt, had ik nooit ge dacht u te zien. U ziet er nog al slap uit, Bent u er zeker van, in staat te zijn uw taak vandaag te vervolgen, mijn waarde heer?" en er klonk zoowel belangstelling als bezorgdheid in zijn toon. „Ik ben volkomen gereed, excellentie". De gezant slaakte een zucht van opluch ting. „Ik heb al het mogelijke gedaan om de pers er buiten te houden en uw naam is heelemaal niet genoemd; alleen zeer voor zichtig opgestelde berichten hebben hun weg gevonden naar de redactiebureaux. Hoe gaat het met juffrouw Lester?" David zei, dat hij haar voor zijn vertrek niet had gezien, maar meende, dat ze voor uitging. „Onmiddellijk nadat ik wakker was, ben ik hierheen gegaan, excellentie". De gezant was een man van zaken en bleef altijd bij het essentieele. Majoor Lamont was niet dood. Bij slot van rekening kon dus de zeer belangrijke zaak, die uitsluitend aan hem, als de ge schikte man, kon worden toevertrouwd, voortgang hebben. Er kon geen tijd wor den zoek gebracht met te veel betuigingen van sympathie. Als gevolg van de werk staking b(j de Italiaansche spoorwegen was het verkeer in de war en de sneltrein naar Rome zou om 1.15 vertrekken, in plaats van later op den dag. „Ik ben zoo vrij geweest over u te be schikken, maji ir Lamont", vervolgde de heer Randolph, nadat alle dienstzaken nauwkeurig besproken waren en toen David op 't punt stond te vertrekken: „Ik heb juist iemand naar Hotel Ritz gezonden om al uw bagage naar 't station te brengen met die van mijn nicht, mevrouw Hamilton, die u zich nog wel zult herinneren. Voor 't geval u nog zoudt komen opdagen, was ik bang, dat de tijd u niet zou toelaten om, in verband met de wijziging in 't uur van vertrek van den sneltrein naar Rome, uw bagage bij tijds aan 't station te krijgen. Dus nu zal alles aan 't Gare de Lyon gereed staan. U zoudt me bijzonder verplichten in dien u op reis voor Daisy zoudt willen zor gen en haar veilig bij haar zuster zoudt willen brengen. Mijn auto wacht beneden en zal u naar Hotel Ritz brengen om mevrouw Hamilton af te halen Met al zijn verstand was David bezrg met 't moeilijke werkje om de ingewikkelde, mondelinge instructies in zijn geheugen vast te leggen, zoodat hij nauwelijks de laatste woorden van den gezant hoorde, die zulke ongelukkige gevolgen voor hem zouden hebben. „Natuurlijk, excellentie", fluisterde hij afwezig. t Zal me een groot genoegen zijn alles te doen, zooals u wenscht." Toen reikten ze elkaar tot afscheid de hand, maar toen David bij de deur was, riep de heer Randolph hem terug en zei veelbeteekenend: „Majoor Lamont, ik houd me overtuigd, dat 't niet noodig is te her halen, dat men er op vertrouwt, dat u aan geen levend wezen eenige mededeeling ver strekt, totdat ik u weer terug zie. Voordat u Washington verliet, werd u, wat dit be treft, gewaarschuwd, niet waar?" „Ik geef er u mijn woord op, excellentie.' Hartelijk scheidden ze van elkaar. Sinds hij Parijs had bereikt, had hU nog geen moment tijd gehad aan Laline te denken, maar gedurende den tocht naar het hotel waren zijn gedachten steeds bij haar. Wat zou ze wel denken, wanneer ze zijn brief las? Hij was voornemons geweest haar, zoodra ze beiden in veiligheid waren, te vertellen, dat hij gedurende drie maan den weg moest, maar zijn bewusteloosheid door bloedverlies was tusschenbeide ge* komen en 't was onmogelijk geweest haar vanmorgen te ontmoeten. Iemand met een minder gedisciplineerd karakter dan 't zijne zou er op aangedrongen hebben Latine e spreken, met de kans verwikkelingen in leven te roepen, waardoor zijn vertrek ui - gesteld had kunnen worden. Maar voo alles was David een evenwichtig mensc Zijn eer was gemoeid met het vertrouwwh dat de hoogste macht in zijn land in ne had gesteld en aangezien hïi Laline in z'' brief op de teederste wijze had gezegd, v trouwen in hem te stellen, kon hi) voorstellen, dat er verwikkelingen zolV ontstaan. Zijn vrouwtje zou hem vo.lk° begrijpen en, zeker wetende dat hij t®™ kwam, vol vertrouwen op hem wac Jack zou wel voor haar zorgen en ha®, «schermen, want op Jack kon hu rekenen. win. Hij bereikte 't hotel Ritz en de deur o nengaande, trof hij mevrouw Hamuto een cigaret rookte, reeds in de ha ze was bang, dat ze te laat zouden ko (Wordt vervolgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6