dagblad voor alkmaar en omstreken. Chamberlains beroep op alle volken. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummer? 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTF.NTÏEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven irancc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZüON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 294 Dit nummer bestaat uit «ïrie bladen. Directeur: C. KRAK Woensdag 14 December 1938 Hooidredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang het doet van zijn streven is: de vrede. Tegen de dictatuur. De Britsche pers over de rede. Verschillende commentaren. Hoe het buitenland reageerde. De algemeene toestand. De schoolstrijd in Duitschland. Rondschrijven van kardinaal Bertram. De Fransch-ltaliaansche wrijving. De Giornale d'ltalia vol Ipf over Chamberlain's lagerhuis- verklaring. Nieuws in 't kort. ALKMAARSCHE COURANT. In de aangekondigde redevoering, die minister-president Chamberlain gister avond heeft uitgesproken aan het diner, dat was aangeboden door de buitenland- sche persvereeniging, heeft hij o.m. ge sproken over de Britsche betrekkingen met Frankrijk, Duitschland en de Ver- eenigde Staten, terwijl hij tevens een verklaring aflegde omtrent de militaire paraatheid van Groot-Britannië. Na verklaard te hebben, dat hy „alle dictatoren ter wereld met minder be zorgdheid tegemoet zou treden, dan die naamlooze macht, die wij de pers noe men", zeide Chamberlain het toe te juichen, dat hy thans de gelegenheid had om voor een breeder gehoor de dingen te herhalen, die hij tevoren reeds ge zegd had, aangezien het geheugen kort is in dagen, wanneer de groote gebeur tenissen elkander met zoo'n snelheid op volgen, dat het moeilijk is ze in het juiste perspectief te zien". „Mijn doel is consequent het zelfde geweest, van het begin tot het einde. Staande tegen over een toe stand, waarin de betrekkingen tusschen dit land aan den eenen Duitschland en Italië aan den anderen kant, Neville Chamberlah snel slechter werden en aldus gestadig het vertrouwen vernielden van Europa in de handhaving van den vrede, scheen het mij toe, dat slechts twee alternatieven voor ons open stonden. Het eene was ons er van te doordringen, dat een oorlog onvermijdelijk was en de ge heele energie van ons land te werpen op ae voorbereiding van dien oorlog, het tweede was een langdurige, vastberaden krachtsin spanning te ondernemen om de mogelijke oorzaken van oorlog uit den weg te ruimen en de methode te beproeven van persoonlijk contact en bespreking en terzelfdertijd ge stadig voort te gaan met een zoodanige her wapening als noodzakelijk was om de defen sieve macht, die wij vrijwillig opgegeven hadden tijdens een tijdperk van vele jaren, te herstellen. Er zijn menschen, die oprecht gelooven, dat wij den eersten koers hadden behooren in te slaan. Ik geloof, dat zij in dit land een kleine minderheid vormen. Zelf was ik die meening niet toegedaan en ik ben haar ook thans niet toegedaan". Voortgaande verklaarde Chamberlain, dat in de eerste plaats de talrijkste slachtoffers van den modernen oorlog niet zouden vallen onder de beroepskrijgslieden, maar onder de burgerbevolking. Wie ook de overwinnaar is, de oorlog laat een spoor achter zich, dat in geen twee geslachten uitgewischt kan worden. Dergelijke gevolgen, aldus vervolgde Chamberlain, moet men niet riskeeren, ten zij men elke andere eerlijke oplossing heeft geprobeerd. Het doel is: vrede. Op grond van deze overwegingen heb ik den tweeden weg gekozen. Het doel van dien wég is niet alleen de vrede, maar ook het vertrouwen, dat de vrede gehandhaafd kan worden. i Ik heb nooit de illusie gehad, dat dit doel bereikt zou kunnen worden in een handorn- draai of zonder teleurstellingen. Ik heb mis schien meer teleurstellingen ondervonden, dan ik verwacht had, doch ik laat mij door die voorbijgaande gebeurtenissen niet on moedigen of afschrikken. Als ik terugzie op het afgeloopen jaai en de lyst van onze daden beschouw, dan sta ik verbaasd over het pessimisme, dat sommige onzer critici schijnt te bezielen. Zij zeggen, dat zy ook boven alles den vrede wenschen. Maar indien men vrede wil, moet men na gaan, wat den vrede bedreigt en stappen doen om die bedreiging te verwijderen. Chamberlain herinnerde zijn toehoorders aan de overeenkomsten, die dit jaar tot stan zijn gekomen. Hij noemde de overeenkomst met Eire, die met Italië, die van München, de Britsch-Duitsche verklaring, gevolgd door de Fransch-Duitsche, de handelsovereen komst met de Vereenigde Staten. Deze groote internationale overeenkomsten waarvan drie gesloten zijn tusschen demo cratische en autoritaire staten, geven eerder aanleiding tot voldoening dan tot pessimisme. Chamberlain zeide zich ervan bewust te zijn, dat de overeenkomst van München in sommige kringen niet wordt beschouwd als een voorbeeld van samenwerking, maar als een nederlaag voor de democratieën, doch hij is van meening, dat door dergelijke uitspra ken de democratie en de zaak der interna tionale samenwerking geen dienst wordt be wezen. Men moet de resultaten van dergelijke bijeenkomsten niet bestempelen als over winningen of nederlagen, maar zich herinne ren, wat het alternatief was, dat door Mün chen is voorkomen. In September zagen de volken van vier groote landen, Engeland, Frankrijk, Duitschland en Italië, zich ge plaatst tegenover de dreigende verschrikkin gen van een oorlog. Toen de overeenkomst van München bekend werd, ging een zucht van verlichting en dankbaarheid op uit de geheele wereld. Gelooft ge, dat deze dagen vergeten zijn? Ik geloof het niet. Ik moet, aldus Chamberlain, mijn leed wezen uitspreken over den toon der Duit- sche pers, die in één geval zelfs er niet voor terugdeinsde, haar scheldwoorden uit te storten over onzen meest- geachten staats man, die niet lang geleden minister-president, was. Niettemin ben ik ervan overtuigd, dat onze beide volken nog wenschen, wat in de ver' klaring van München op schrift gesteld is, n.L, dat wij nooit meer oorlog met elkander zullen voeren, maar door overleg de tusschen ons wellicht bestaande geschillen zullen regelen. Tegen de dictatuur. Chamberlain zeide verder, dat hij zich niet gemakkelijk kan opwinden over het verschil in regeeringsstelsels, afgezien van bepaalde daden, die niet noodzakelijk aan een stelsel inhaerent behoeven te zijn. Naar ik gehoord heb, aldus de premier, gelooft men in sommige kringen, dat ik voor stander zou zijn van een dictatuur in mijn eigen land. Ik kan u zeggen, dat het tegenovergestelde het geval is. Voor mij en ik geloof voor de groote meerderheid van mijn landgenooten zou het ondraaglijk zijn, als de indivi- dueele onafhankelijkheid volkomen onder geschikt zou worden gemaakt aan iets, dat staat wordt genoemd, maar dat in werkelijk heid niets anders is dan degenen, die op dat oogenblik den staat regeeren. Maar ik zie volkomen in, dat dit niet over al de opvatting is en het lijkt my wensche- lijk noch nuttig critiek te oefenen op ande ren, omdat zy de voorkeur geven aan een systeem, dat ons niet past. Wij moeten ons er dan ook voor hoeden, het contact met een land af te snijden op grond van een systeem, dat misschien in den loop van den tijd veranderingen ondergaat, die het tot een geheel ander stelsel maken. Chamberlain hield zich vervolgens bezig met de Britsche militaire voorbereidingen. Men zal, aldus zeide hij, opgemerkt hebben, dat er eenstemmigheid bestaat omtrent de noodzakelijkheid van uitbreiding der bewa pening. Volgens het oorspronkelijke plan zou het programma in vyf jaar moeten zijn ten uitvoer gelegd. Drie jaren daarvan zijn thans voorby. Het programma is echter in twee richtin gen gewijzigd. Het is versneld en uitgebreid en deze veranderingen hebben zeer aanzien lijke offers van de industrie, de arbeiders, de belastingbetalers en van het individu ge vraagd. Het volk heeft echter getoond tot nog grootere offers bereid te zijn. Beteekent dat, dat ons volk krijgszuchtig is? Niet in het minst. Het hoopt zijn wape ning nooit noodig te hebben. En die wape ning is zeker niet noodig voor aanvalsdoel einden. Maar daar wij zooveel hooren spre ken over de voordeelen van kracht en zien, hoe anderen wapenen opstapelen en geen antwoord geven op eenig ontwapeningsvoor stel, zijn wij verplicht alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de leemten op te vullen, die er in onze verdediging mochten zijn. Een beroep op alle volken. Ik zou willen besluiten, aldus Chamber lain, met door bemiddeling van u een beroep te doen op alle volken, die u vertegenwoor digt, dat zij beseffen, dat wij moeten streven naar het geluk van al onze volken en dat dit geluk slechts kan worden verworven, in dien wij bereid zijn verdenking en vooroor deel af te leggen, niet meer naar punten van geschil te zien doch te zoeken naar factoren van overeenstemming. Nog niet vele generaties geleden waren wij in oprlog met de Vereenigde Staten. Thans staat een dergelijk conflict buiten de grenzen van het mogelijke. In mijn eigen leven hebben wij aan den rand van een oor log met Frankrijk gestaan. Nu lijkt een der gelijke catastrofe even verwijderd als een oorlog met Amerika. Want onze betrekkin gen met Frankrijk zijn zoo nauw, dat zij buiten het kader van zuiver legale verplich tingen gaan. Zij berusten op de gelijkheid van belangen. Als wij er in geslaagd zijn het terrein van mogelijke oorlogen zoozeer te verkleinen, waarom zouden wij dan niet verder gaan tot er een zóó algemeen gevoel van veiligheid verkregen is, dat wij allen onze wapenen kunnen neerleggen en ons kunnen wijden aan de welvaart der menschheid? Hoe groot de hinderpalen ook mogen zijn en hoe ontmoedigend de perspectieven in zeker opzicht mogen schijnen, ik voor mij geloof, dat wij ons doel kunnen bereiken, mits wij recht op dat doel kunnen afgaan, den moed niet verliezen en ons vertrouwen behouden. Bij de bespreking van Chamberlains rede meent de „Times", dat deze niet bijster in den smaak zal vallen van die polemici in binnen- en buitenland, wel ke van iederen spreker over de buiten- landsche politiek alleen maar verlan gen, dat hij, evenals zijzelf, steeds iets nieuws zullen bijdragen tot de inter nationale tweedracht. Chamberlain, aldus het blad, daagde niemand uit. Zyn politiek blijft dezelf' de; het is de politiek van de verklaring van München. Volgens de „Daily Telegraph" is er één voorwaarde voor succes, die Chamberlain verzuimd heeft te noemen; het bestaan van het wederkeerige verlangen naar vrede, en volgens het blad is het twijfelachtig of dit gevonden kan worden waar dit het meest noodzakelijk is. De „Daily Telegraph" meent, dat een zeer sterk optimisme noodig is om moed te put ten uit het accoord van München en dat het geen verwondering behoeft te wekken, als het publiek begint te voelen, dat het hoog tijd is, dat de andere partijen tot het accoord een positieve bijdrage leveren in het stm ven om de oorzaken van den oorlog weg te nemen, in plaats van te volharden in nieu we eischen en provocaties. De „Manchester Guardian" acht de rede teleurstellend. Het blad schrijft: Wellicht verwachten wij teveel van Chamberlain. Hij ziet de dingen niet in het licht van den we deropbouw van den wereldorde, gebaseerd op de elementaire denkbeelden van recht vaardigheid en moraal, doch als een reeks afzonderlijke afspraken. De „News Chronicle" schrijft; Het zonder linge van de rede is, dat zij juist daar het beste slaagde, waar zij het minst de eigen politiek van den premier weergaf. Drie punten lokten in het bijzonder applaus uit en alle drie waren dit punten, die de demo cratische solidariteit begunstigden en in zooverre een afwijzing vormden van de aan matiging der totalitaire staten. Het eerste was het Britsch-Amerikaansche handelsver drag. In scherpe tegenstelling hiermede werden de zinspelingen op het accoord van München en het Fransch-Duitsche accoord in stilte ontvangen. Het tweede was de ver oordeeling van de Duitsche pers wegens haar aanvallen op Baldwin. Doch het meeste applaus kreeg de passage, waarin Chamber lain sprak over de banden, die Engeland met Frankrijk verbinden. De groote paradox van Chamberlains rede was volgens het blad dat het applaus, dat zij kreeg, een verplet terende motie van afkeuring voor hemzelf was. De „Daily Herald" verklaart, dat over het algemeen de gevoelens van Chamberlain niet verworpen zullen worden, doch, zoo vraagt het blad, hoe komt het dan, dat zyn buitenlandsche politiek door millioenen zij ner landslieden nadrukkelijk verworpen wordt? Het komt, omdat zyn daden niet alleen in tegenspraak zijn met zijn woorden, doch deze tot een paskwil maken. De redevoering van Chamberlain werd ook in het buitenland met groote belangstelling gevolgd, daar vele luiste raars hun toestellen op Engelsche sta tions hadden afgestemd, terwijl de re devoering ook door verscheiden buiten landsche radiozenders werd gerelay- eerd. De Britsche premier werd vele keeren door luid applaus zijner dischgenooten on derbroken. Zeer enthousiast onderstreepten de journalisten het door Chamberlain uitge sproken leedwezen, dat de toon der Duitsche pers er in een geval zelfs niet voor terug- ALKMAAR, 14 December. Zooals men hierboven kan lezen, heeft Chamberlain gisteravond een lange rede gehouden over de Britsche buitenlandsche politiek. Deze rede, gehouden aan het diner van de buitenlandsche persvereeniging, werd door meer dan 500 personen bijge woond, maar het was zeer opvallend, dat de Duitsche pers niet vertegenwoordigd was. Waarom waren de Duitsche correspon denten niet gekomen? Heel eenvoudig: toen de Duitsche journalisten hadden gehoord, dat Chamberlain zijn teleurstelling zou uit spreken over de houding der Duitsche pers, toen besloten zij het diner te „boy cotten!" Doch niet alleen de correspondenten, ook de ambassadeur, von Dircksen, de attache's der ambassade en alle andere Duitsche gas ten, waaronder ook Gottfried Aschman, het hoofd van het Duitsche departement voor pers en propaganda in Berlijn, die speciaal voor dit diner gekomen was, hebben zich bij dit protest aangesloten en zoo heeft het een aanzienlijk ernstiger karakter gekregen. De beslissing is pas genomen, nadat men de van te voren verstrekte copie van Cham- berlain's rede gelezen had. Dat laatste is niet onbelangrijk. Teneinde het den correspondenten mogelijk te maken, het banket rustig bij te wonen, was de tekst van de rede van den minister president van te voren aan hen verstrekt onder het zegel van geheim houding. Die geheimhouding hebben de Duitsche journalisten geschonden en zij hebben de journalistiek in het algemeen daarmee een slechten dienst bewezen. De voorzitter der buitenlandsche pers vereeniging, dr. Litauer, heeft naderhand aan de pers verklaard, dat hij gisteravond om zeven uur de mededeeling kreeg van dr. Bottiger. den diplomatieken correspon dent van een belangrijk Duitsch blad, dat de Duitsche journalisten en de functiona rissen van de ambassade niet aan het diner zouden verschijnen. Dit was drie kwartier vóór het begin van het diner. De Duitsche ambassadeur von Dircksen, die was uitge- noodigd, had echter niets laten weten. Verder wordt vernomen, dat reeds te voren een zekere aarzeling van de Duitsche regeering merkbaar was; Maandag waren de maatregelen inzake de aanwezigheid van Aschmann reeds twee keer gewijzigd. Minister-president Chamberlain werd tijdens het diner in kennis gesteld met het besluit van de Duitsche journalisten en van den ambassadeur. De meeste aanwezigen achtten de houding der Duitschers niet alleen een beleediging voor de buitenland sche persvereeniging, doch ook aan den minister-president aangedaan. Frankryk is gerust gesteld! Ieder misverstand, dat gerezen zou kun nen zijn na de verklaring, welke de minister president gisteren in het Lagerhuis heeft afgelegd, dat geen enkele clausule Enge land verplichtte Frankryk bij te staan, wan neer Italië zijn grondgebied of zyn bezit tingen zou aanvallen, werd uit den weg geruimd, niet alleen door diplomatieke besprekingen, doch ook door de verklaring, welke Chamberlain gisteravond heeft afge legd cydens zyn rede voor de buitenlandsche persvereeniging. Te Parijs zijn besprekingen gevoerd tus schen den minister van Buitenlandsche Zaken, Bonnet, en den Britschen ambassa deur, sir Eric Phipps, terwijl te Londen de Fransche ambassadeur, Corbin, een bezoek heeft gebracht aan den Britschen minister van Buitenlandsche Zaken, lord Halifax. Men heeft alle reden om aan te nemen, dat Chamberlain in zyn rede iedere ver keerde opvatting van zijn woorden in het Lagerhuis heeft willen rechtzetten met de verklaring dat de Fransch-Britsche betrek kingen gegrondvest zijn op gelijke belangen. De rede van Chamberlain is in Rome vrij gunstig ontvangen. Men heeft vooral met aandacht kennis genomen van de verkla ringen over de Britsch-Italiaansche betrek kingen en men deelt de hoop van den Britschen premier ten aanzien van de re sultaten der komende besprekingen te Rome. Opmerkelijk is echter dat in het verslag voor de Italiaansche radio en in dat hetwelk aan de pers verstrekt is, de passages welke kenmerkend zijn voor de Britsche houding ten aanzien van de Europeesche vraagstuk ken, stilzwijgend voorbijgegaan zijn. Deze weglating heeft bij het Italiaansche publiek den door de fascistische pers geschapen in druk laten bestaan, dat Engeland gunstig staat tegenover de Italiaansche eischen ten aanzien van Tunis en de Roode Zee. deinsde haar scheldwoorden uit te storten over „onzen meest geachten staatsman, die niet lang geleden minister-president was". Deze passage betrof zeer duidelyk de critiek op graaf Baldwin over zyn jongste radio toespraak, waarin hy het Britsche en het Amerikaansche volk voor de radio heeft op gewekt giften te schenken ten behoeve van de om ras en geloof uit Duitschland uitge wekenen. Toen de Britsche premier tenslotte sprak over de betrekkingen met de Ver. Staten en Frankrijk nam het applaus den omvang van een ovatie aan. Kalm en rustig vervolgde de Britsche staatsman steeds weer zijn op waardigen toon duidelyk verstaanbaar en langzaam uitgesproken redevoering. De spanning in de betrekkingen tusschen het Duitsche rijk en de Katholieke Kerk komt opnieuw tot uiting in een rond schrijven van kardinaal Bertram, aarts bisschop van Breslau, waarin de kerkvorst de Duitsche geestelijkheid ervan in kennis stelt, dat hij by het ministerie van open baar onderwijs geprotesteerd heeft tegen het besluit van den bond van nationaal- socialistische onderwijzers, het godsdienst onderricht op de scholen te staken ten teeken van protest tegen den moord aanslag, die door een Poolschen Jood op von Rath werd gepleegd. In dit rondschrijven, dat de Observatore Romano publiceert, wijst de kardinaal met nadruk erop, dat het Katholiek bijzonder onderwijs niet tot onderwerp heeft de geschiedenis van het Joodsche volk doch die van de Goddelijke Openbaring, en dat een definitief staken van het godsdienst onderricht een stand van zaken zou scheppen, die in strijd is met artikel 21 van het concordaat tusschen het Duitsche rijk en den H. Stoel. De kardinaal verzoekt het rondschrijven ter kennis van de parochiegeestelijken te brengen en verdere richtlijnen af te wachten. De Giornale d'ltalia bespreekt de Fransche echo van de gisteren door Chamberlain in het lagerhuis afge legde verklaring, volgens welke voor Groot-Brittannië geen bijzondere verplichting bestaat, in geval van een niet-geprovoceerden aanval door Italië, aan de zijde van Frankrijk op te trekken. Het blad schrijft: De verklaring moet op z'n minst leiden tot een herziening van het al te oppervlakkige en ontoegeeflijke Fransche standpunt, zoomede tot een kalmeering van de geesten, welke, niet zonder gevaar, tot een onnoodigen graad van oververhitting zijn gebracht. Het ontbreekt Chamberlain niet aan begrip voor verantwoordelijkheid en werkelijkheidszin. Zijn verklaring is kort en begrijpelijk. Zij bewijst vooral, dat de Britsche regeering nauwkeurig weet, dat de richtlijnen van de Italiaansche regee ring niet den Europeeschen vrede bedrei gen en slechts in overeenstemming zyn met den wil van de wettige en begrijpe lijke bescherming van de politieke en nationale belangen van Italië. De verklaring van Chamberlain betee kent ook een stilzwijgende opwekking aan Frankrijk, zijn bedoelingen en reacties scherper te controleeren en aan de openstaande problemen tegemoet te treden met een geest van vrijmoedige verzoen- lijkheid en helder begrip. Levenslange dwangarbeid. - De advo caat-generaal te Parijs heeft levenslangen dwangarbeid geëischt in het proces Skoblin. Vervolgens was het woord aan den verdedi ger van La Plevitskaja, die de onschuld van zijn cliënte probeerde aan te toonen. De pleidooien zullen heden worden voortgezet. In den middag wordt de uitspraak verwacht. Verbod tot uitvoer van een erfenis. - De rechtbank van Philadelphia heeft beslo ten, dat de nalatenschap van den overleden Duitscher Franz Hertmann, welke 91.000 dol lar bedraagt, niet uitgevoerd mag worden naar de erfgenamen in Duitschland. Dit besluit is genomen als antwoord, op het verbod van uitvoer van kapitaal, dat door de Duitsche regeering is genomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1