GRIEP-KOU? „3)ol<ter JCartje "adviseert
Sxuiiktm
Onze JColouieii
Kinderbijslagverzekering wordt wettelijk
geregeld.
M ALINE ESTER'S
Binnenland
Bijslagen omgeslagen over alle werkgevers,
evenredig aan het uitbetaalde loon.
Geen loongrens.
Gemiddeld 3 pCt. van het loon.
Kinderen moesten naar
Duitschland terug....
Onmenschelijke behandeling.
Vragen aan ministers.
De Kerstgave.
1 1
GEMENGD NIEUWS.
TWEEDE BLAD.
Ingediend is een wetsontwerp tot
wettelijke regelen inzake kinderbijslag
verzekering.
Aan de memorie van toelichting
wordt o.m. het volgende ontleend:
Particulier initiatief faalt.
Het stelsel van kinderbijslagen vindt reeds
voor een niet onbelangrijk aantal werkne
mers toepassing. Aan de ontwikkeling van
dit instituut staan echter, met name voor
wat het particuliere bedrijfsleven aangaat,
ernstige belemmeringen o.m. de concur
rentie in den weg.
Deze bezwaren zouden vervallen bij tot
standkoming van een wettelijke, voor allen
geldende regeling.
T.a.v. het in 1934 bij den Hoogen Kaad van
Arbeid aanhangig gemaakt voorontwerp van
wet inzake verplichten bedryfskindertoeslag
was deze raad van oordeel, dat boven den
in het voorontwerp gekozen vorm van ver
plichtver klaring van vrijwillige getroffen
bedrijfsregelingen, de formeele verbindend
verklaring de voorkeur verdiende.
Zooals bekend, is sindsdien door de tot
standkoming van de wet op het algemeen
verbindend en het onverbindend verklaren
van bepalingen van collectieve arbeidsover
eenkomsten de verbindendverklaring van
kinderbijslagregelingen mogelijk geworden.
Met dezen maatregel is niet bedoeld het
treffen van een algemeene voorziening. Ver
bindendverklaring kan immers alleen dan
toepassing vinden, indien de betreffende be
palingen reeds voor een naar het oordeel
van den minister belangrijke meerder
heid der bedrijfsgenooten gelden.
In verband hiermede zou slechts in
een beperkt aantal bedrijven langs den
weg der verbindendverklaring een kin
derbijslagregeling kunnen worden door
gevoerd.
De minister van sociale zaken meent
evenwel, dat het algemeen belang de door
voering van het beginsel van den kinderbij
slag over de geheele linie van het bedrijfs
leven vordert, weshalve hij de voorberei
ding van een algemeene wettelijke regeling
opnieuw ter hand heeft genomen.
Uitsluitend loontrekkenden.
De thans tot stand te brengen voorzie
ning heeft uitsluitend betrekking op de
loontrekkenden. Redenen van practi-
schen aard verbieden, naar het oordeel
van den minister, bij deze gelegenheid
tevens een voorziening voor zelfstandi
gen in overweging te nemen.
Bij de vaststelling van den inhoud der re
geling is uitgegaan van de omstandigheid,
dat de feitelijke loonbepaling ten onzent
voor het grootste deel der loontrekkenden
geen rekening houdt met verschillen in den
omvang van het gezin.
Het wetsontwerp beoogt nu een grondslag
te leggen voor een meer rechtvaardige ver
deeling van het totale bedrag, dat wordt
verloond, door met name verplichtend te
stellen, dat bij de loonbepaling van hen.
wier gezin den feitelijk-gemiddelden omvang
overtreft, met de daarmee samenhangende
grootere lasten wordt rekening gehouden.
Particuliere regeling faalt.
Het zou intusschen, zooals voor de hand
ligt, tot ongewenschte gevolgen leiden, in
dien de individueele werkgever werd belast
met het geven van bijslagen aan de in zijn
dienst zijnde arbeiders.
Te verwachten valt dan immers, dat in
een aantal gevallen arbeiders met groote
gezinnen moeilijker werk zouden vinden of,
by inkrimping van personeel, eerder voor
ontslag in aanmerking zouden komen. Dege
nen, in wier belang de maatregel bedoeld
was, zouden juist daardoor gedupeerd wor
den.
Zulks kan worden ontgaan door een
regeling, waarbij de kosten van alle in
een bepaalden tijdsduur verschuldigde
kinderbijslagen worden omgeslagen over
alle werkgevers naar evenredigheid
van het door hen aan hun arbeiders uit
betaalde loon, zoodat het voor den in-
dividueelen werkgever van geen belang
is of en hoeveel arbeiders, die aan
spraak op kinderbijslag kunnen maken,
in zijn dienst werkzaam zyn.
Aanvullende regeling.
Het ontwerp voorziet niet in de uitkeeriog
van kinderbijslag tijdens verhindering om
te werken b.v. wegens ziekte of ongeval of
tijdens werkloosheid van den arbeider. Hêt
ligt in de bedoeling, daarvoor een aanvul
lende regeling te treffen in de betreffende
sociale verzekeringswetten.
De kring van verzekerde personen komt
in het algemeen overeen met die van de
ziektewet. Voor de kinderbijslagverzekering
zal geen loonsgrens worden gesteld. De be
staande kinderbij slagverzakcringen verschil
len veel onderling.
In het ontwerp wordt recht op kinder
bijslag toegekend aan den arbeider, die
hier te lande zyn woonplaats heeft en
wiens gezin meer dan twee kinderen
beneden den leeftijd van vijftien jaar
telt.
Bijslag wordt gegeven voor elk kind, te
rekenen van het derde kind, dat den leeftijd
van vijftien jaar nog niet bereikt heeft. On
der kinderen worden verstaan wettige, ge
wettigde en aangehuwde kinderen, op den
eersten dag van het ingetreden kalenderjaar
deel uitmakend van het gezin van den ar
beider.
Premiestelsel.
De middelen tot dekking der toe te
kennen kinderbijslagen en der admini
stratiekosten moeten worden opgebracht
door de werkgevers naar een premie
stelsel.
De premie zal worden berekend over het
totale loonbedrag, dat de onderneming aan
haar arbeiders uitkeert, ongeacht of dat
loon wordt ontvangen door een ongehuw-
den dan wel door een gehuwden arbeider,
hetzij met of zonder kinderen.
Volgens een zeer voorloopige kostenra
ming zal de verschuldigde premie vermoe
delijk bepaald kunnen worden op ongeveer
één percent van het loon.
Het ontwerp kent geen premieverhaal op
de arbeiders, uitvoering door het bedrijfs
leven zelf wordt vooropgesteld.
Bedrijfsraden en -vereenigingen.
Voor zoover het bedrijfsleven beschikt
over het orgaan van den bedryfsraad, is de
mogelijkheid geopend, dat dit orgaan, met
machtiging der kroon, een kinderby slag
fonds opricht en in stand houdt. In dit geval
zijn alle werkgevers in het betrokken bedrijf
van rechtswege bij dit fonds aangesloten.
Bestaat geen bedrijfsradenfonds, dan is de
mogelijkheid geopend van uitvoering dezer
verzekering door krachtens de ziektewet er
kende bedrijfsvereenigingen. Als richtsnoer
is hierbij genomen, dat, tenzij in bepaalde
gevallen organisatorische verhoudingen
daarvoor een beletsel vormen, per bedrijf
niet meer dan één bedryfsvereeniging tot
stand komt, en wel een zoodanige, welke
voor dat bedrijf representatief te achten is.
Rijkskinderbljslagfonds.
Tenslotte is nog een aanvullende regeling
noodig voor die gevallen, waarin noch een
kinderbijslagfonds van een bedryfsraad be
staat, noch aansluiting by het fonds van een
erkende bedryfsvereeniging plaats kan heb
ben of heeft. Voor zulke gevallen wordt een
rijkskinderbyslagfonds in het leven geroe
pen, dat zal worden beheerd door het be
stuur der rijksverzekeringsbank, terwijl de
Raden van Arbeid als administratieve uit
voeringsorganen zullen optreden.
In aansluiting aan het uittreksel uit de
memorie van toelichting tot het wetsont
werp houdende regelen inzake kinderby-
slagverzekering dient nog te worden ge
meld, dat krachtens art. 25 van het ontwerp
de kinderbijslag per arbeidsdag zal bedra
gen 0.10, 0.15, 0.20 of 0.25, zulks naar
gelang van de hoogte van het loon van den
arbeider. Gemiddeld komt een kinderbijslag
neer op ongeveer 3 pCt. van het verdiende
loon.
Voor arbeiders met een loon van 100
per maand (of 24 per week of 4 per dag)
bedraagt de bijslag per arbeidsdag 0.10.
Tot 150 per maand bedraagt hij 0.20 er.
tot 200 0.25 per arbeidsdag.
De kinderbijslag wordt uitgekeerd over
iederen dag, waarop de arbeider heeft ge
werkt. Dagen, waarop niet gearbeid is, maar
waarover de arbeider van zyn werkgever
loon heeft ontvangen, worden mede als ar
beidsdagen beschouwd. Over zeven achter
eenvolgende dagen wordt een arbeider ech
ter nooit meer uitgekeerd dan zes maal het
hem per arbeidsdag aan kinderbijslag toe
komende bedrag.
De uitbetaling van den kinderbijslag ge
schiedt ten minste eenmaal in de drie
maanden.
Maandagavond arriveerden te Nijmegen
drie jongetjes, resp. van 12, 13 en 14 jaar oud.
statenlooze kinderen, wier ouders eenigen
tijd geleden werden gearresteerd en uitge
wezen om daarna spoorloos te verdwijnen,
aldus het Vbld.
Zy werden echter door de onvermurw
bare autoriteiten teruggewezen. Den r.acht
mochten zy op HollandsChen bodem door
brengen. Dinsdagmorgen kwamen weer drie
vluchtelingetjes van plm. 10 jaar te Nijme
gen aan. Ook zij werden niet toegelaten. Des
middags werden ze alle'" zes met den trein
van half drie naar Duitschland terugge
stuurd. De Duitsóhe douane m Kranenburg
wilde ze echter niet-J'ontvangen en zond
ze op haar beurt weer naar ops land
Opnieuw aanvaardden de zoo hevig
geplaagde kinderen de reis naar Hol
land, met een heel klein beetje hoop in
hun hart, dat ze nu misschien zouden
worden toegelaten. Voorschrift is ech
ter voorschrift, en zoo kon het gebeu
ren, dat de Hollandsche douanen de
kinderen in de trein, die om 5.02 uur
naar Duitschland vertrekt, op haar
beurt terugzonden. De trein, die om 6.43
uur uit Duitschland hier aankomt,
bracht de zes kinderen niet meer mee.
Wat er met hen is geschied, is onbekend.
Misschien dat de Duitschers de kinderen he
denmorgen wel weer terugzenden.
Wel voerde de trein van 6.43 uur twee
Joodsche vluchtelingetjes aan uit Berlijn,
meisjes, een van tien en een van vijftien
jaar. Half dood van vermoeidheid sleepten
de kinderen, die van 's morgens vijf uur in
de trein hadden gezeten, zich naar de wacht
kamer der douane. Ook deze beide me.'sjes
wacht het lot van terugzending, indien op
het laatste moment geen wijziging komt in
de houding der autoriteiten. Tot hedenmor
gen mochten de kinderen voorloopig hier
blijven. Daarna zullen zij op de trein wor
den gezet, tenzy
Het Tweede Kamerlid de Visser
(c.p.n.) heeft aan den minister v. sociale
zaken en economische zaken de volgen
de vragen gesteld:
1. Draagt de regeering kennis van de
groote ellende, die in vele gezinnen van
werkloozen door jarenlange werkloosheid is
ontstaan?
2. Indien de regeering de sub 1 gestelde
vraag bevestigend beantwoordt, is zy dan
niet bereid de kerstgave, als in de circulaire
no. 300 - 133 afd. W. en S. bedoeld, van
25 tot 50 te verhoogén?
3. Is de regeering eveneens bereid ter tege
moetkoming aan de werkloozen, die in de
week van 11 tot 17 December in werkver
schaffing werkzaam zyn, een bijdrage te
doen toekomen, evenredig aan de kerstuit-
keering van andere werkloozen?
4. Is de regeering mede bereid tot leniging
van den nood der kleine boeren, die aanvul
lenden steun ontvangen, aan hen een extra
uitkeering als kerstgave te doen verstrek
ken?
De vrijwilligers.
Het Tweede Kamerlid de Visser
(c.p.n.) heeft aan den minister van bui-
tenlandsche zaken de volgende vragen
gesteld:
Is het de regeering bekend dat nog een
aantal Nederlanders, die tot de internatio
nale brigade in Spanje hebben behoord, in
Valencia vertoeft en heeft de regeering reeds
maatregelen getroffen voor de terugkomst
van dezè menschen naar Nederland?
Is het de regeering eveneens bekend,
dat een aantal Nederlanders als vrijwil
liger van de internationale brigade ge
vangen is genomen door de troepen van
generaal Franco en is zij bereid stappen
te ondernemen waardoor deze menschen
uit hun gevangenschap worden bevrijd
en naar Nederland kunnen terugkeeren?
Is de regeering bereid mede te deelen of
er behalve Nederland nog andere zyn, die
aan de non-interventie deelnamen, waar de
vrijwilligers der internationale brigade dien
tengevolge hun nationaliteit hebben ver
loren; zoo ja welke zyn dan deze landen?
De „school" te Jisp.
Het Tweede Kamerlid mevrouw Bak
kerNort (v.d.) heeft aan den minister
van onderwijs, kunsten en wetenschap
pen de volgende vragen gesteld:
Is het den minister bekend, dat de open
bare school de eenige school te Jisp
(N.H.) verkeert in een toestand van ver
gaand verval en dat ook de rijksinspectie
van oordeel is, dat het openbaar onderwijs
hoog noodig een nieuwe huisvesting behoeft?
Zoo ja, is dan de minister niet van oordeel
dat in het belang van het openbaar onderwijs
zoo spoedig mogelijk een einde behoort ge
maakt te worden aan dezen onhoudbaren
toestqnd?
IR. M. H. DAMME UIT INDIE TERUG IN
ONS LAND.
Met het K. L. M.-vliegtuig Wielewaal,
dat gistermiddag op Schiphol aankwam, is
de directeur-generaal van P. f. T., dr. ir.
M. H. Damme, teruggekeerd van een ver
blijf van enkele weken in Ned.-Indië,
waarheen hij ruim vier weken geleden met
zyn echtgenoote eveneens per K. L. M. was
vertrokken.
Ir. Damme was over zijn reis zeer geest
driftig.
De reis van Ir. Damme droeg grooten-
deels een particulier karakter. De heer
Damme heeft zich namelijk speciaal bezig
gehouden met zaken betreffende de alge
meene Indische mijnbouwmaatschappy,
in welker leiding hij zitting heeft.
Tal van autoriteiten heeft de heer Dam
me bezocht en tweemaal is hij tijdens zijn
korte verblijf door den gouverneur-gene
raal ontvangen. Natuurlijk heeft hij van de
gelegenheid gebruik gemaakt om ook P. T.
T.- en K. L. M.-belangen te bespreken.
Wat het eerste betreft kon nij met stel
ligheid verklaren, dat na de jongste verla
gingen voorloopig van verdere verlaging
van het telefoontarief tusschen Nederland
jült tot Engekch ROMAN
'door Wt A. C.
50)
Voordat zij Pary's hadden verlaten, had
ze met alle haar beschikbare middelen ge
tracht te ontdekken, waar hij was geble
ven. Maar Rome scheen hem te hebben
verzwolgen. Ze kende daar niemand om
aan te schrijven en kon niet de geringste
inlichting verkrijgen.
Toen ze aan het van traliewerk voor
ziene venster zat, kwam een gewaarwor
ding van verbluftheid over haar. 't Was
alles te ongelooflijk maar zij behoorde
niet tot de karakters, die een man naloo-
pen. Als David zoo laag handelde om haar
voor een andere vrouw te verlaten, zou
hij ook laag genoeg zyn te ontkennen,
dat er ooit een huwelijksplechtigheid had
plaats gehad.
Ze was nu een heel andere Laline ge
worden, vergeleken bij de mooie, ver
wende erfdochter uit de dagen, toen ze
in Washington woonde. Ze was erg bleek
en veel magerder en het scheen of die
blauwe kringen onder haar oogen maar
niet wilden verdwijnen.
Mevrouw Greening schreef alles toe aan
de vijf dagen onder den grond en besloot
eens een specialist over haar te consul
teeren. De dagen van ontbering deden nog
een druk gevoelen op haar geest dat
was duidelijk te zien. Ze verloor haar
knappe uiterlijk: Laline Lester minder
mooi, juist terwijl ze een bezoek bracht
aan Europa en een goed huwelijk kon
sluiten!
Het clubje ging door de openstaande
deur van een der salons naar den rozen
tuin. Jack en Laline slenterden naar de
lage balustrade, die in dit deel van het
park de diepe sloot begrensde.
„Alles is hier zoo ongewoon*, zei Laline,
„bijvoorbeeld die grappige droge sloot, die
den tuin van het park scheidt".
„Je bedoelt de haw-haw. Ja, zie je,
op de een of andere manier moeten toch
de herten worden tegengehouden", zei
Jack. „Vroeger was er een gracht, maar
die werd dichtgeworpen, toen de buiten
plaats ten tijde van Hendrik VIII ophield
een klooster te zijn".
„Vierhonderd jaar geleden je praat
er over alsof het gisteren was!"
„Wij leven op een eiland en daanom
blijft alles, geloof ik, zoo lang bestaan".
Maar Laline's gedachten waren steeds
bezig met het onderwerp, dat haar hart
vervulde.
„Jack, is het leven eigenlijk niet een
wonderlijk iets", zei ze plotseling. „Ik be
gin tot de conclusie te komen, dat men in
het leven niemand kan vertrouwen zelfs
zich zelf niet".
„Dat mag je niet zeggen. Laline mij
kun je altijd vertrouwen".
„Ja, dat weet ik", zuchtte ze. „Jack, wil
je iets voor me doen? Zou je willen pro-
beeren te ontdekken, waar majoor Lamont
is? Sedert den 22sten Mei hebben we niets
meer van hem gehoord. Hij heeft mijn
saffieren ring nog, dien ik in het bomvrije
onderkomen van mijn vinger verloor. Ik
zou dien ring graag terug willen hebben",
voegde ze er zenuwachtig aan toe.
Jack keek haar in het schemerdonker
aan; het was bijna tien uur, zomertijd. Hij
zag, dat haar gezicht bezorgd was dat
deed hem smart.
„Dat heb ik al gedaan, lieveling. Ieder
een, waarvan ik wist, dat hij hem kende,
heb ik naar hem gevraagd - zelfs iemand
van het gezantschap te Rome. Ner
gens was eenige inlichting over hem te
krijgen!"
„Hij had daar een vriendin mevrouw
Hamilton misschien zouden we door
haar iets te weten kunnen komen", fluis
terde Laline angstig.
Jack had dezelfde Inlichting verkregen
als Celestine en wist dat David met de
jonge weduwe van hotel IJitz was ver
trokken. Hij had omtrent haar in den brief
aan zijn vriend in Rome inlichtingen ge
vraagd en het antwoord zou, vreesde hij,
Laline nog maar meer schokken.
„Weet je soms iets, Jack?"
„Jawel eh mijn vriend zei, dat me
vrouw Hamilton en haar zuster op hun
jacht een reis zijn gaan maken en dat er
twee jonge Amerikanen aan boord waren.
Nu ik denk, dat een ervan David is. Zij
waren op reis naar de Grieksche eilanden"
Laline kookte van woede. Zij stond hier
angst uit, terwijl hij haar man zich
in „den Griekschen archipel" amuseerde!
Ze herinnerde zich eiken blik, dien ze
in mevrouw Hamilton's oogen had waar
genomen. Natuurlijk was deze ontzaglijk
verliefd op David en hij had ontweken
een bevredigend antoord te geven, toen
zij in het bomvrije onderkomen over haar
hadden gespreken! Laline's trots was diep
gekwetst en ze gevoelde de bitterste
jaloezie en verontwaardiging.
Daarna scheen ze zich weer te verman
nen en ze was heerlijk vroolyx, toen ze la
ter met de Amerikaansche vrienden weer
in huis ging maar Jack beviel den smar-
telijken blik in haar oogen niet.
Na een week op Channings Priory te
zijn geweest, moest Laline met mevrouw
Greening naar Londen, waar ze door haar
vriendin Molly verdreven hartelijk werd
begroet.
„De lieve schat schijnt er zoo verwelkt
uit te zien door dien vreeselijken tijd van
honger en gebrek, dien ze heeft doorge
maakt", zei mevrouw Greening tot Molly,'
van wie ze merkte, dat deze teleurgesteld
was door het uiterlijk van haar oude
schoolvriendin.
„Haar geest is er door aangedaan. Ze
ziet er mat uit, alsof ze een spook heeft
gezien", beweerde lady Fordbrooke. „U
moest sir James Hunter eftis consultee
ren".
Laline voelde, dat iedereen bezorgd over
haar was, maar toen mevrouw Greening
opperde dezen specialist te raadplegen,
spotte ze met het idee en spande zich in
om weer vroolyk te zyn. Ze drong er op
aan, weer naar Parijs terug te keeren.
Celestine had, toen haar meesteres naar
Engeland ging, vacantie gekregen, om
haar familie in Frankrijk te bezoeken. De
trouwe kamenier had er niet veel lust in
gehad, haar troetelkind te verlaten, maa:
Laline had er op aangedrongen. Ze \vilde
en Indië geen sprake zal zyn we]
overwogen de mogelijkheid, nol W°rtl*
goedkoope dagen in te voeren eeni8«
Wat de K. L M. betreft kn„
mededeelen, dat hij vernomen had^ï
de toestemming voor de K L iw
evenals de K. N. I. L. M. een di °m
Australië te openen, elk oogenbhifl^
afkomen. kan
Ook schijnt het de K. L. M. ernst to
met het aanschaffen van een nieuw n1"
glas-D. C. 4 vliegtuig, om daarmee
spoedig mogelijk proefnemingen on t 0
dië-lijn te doen. p ae In"
VOERMAN VAN MESTWAGEN
GESLINGERD.
Ernstig gewond.
Gistermiddag is de 28-jarige arbeider T
Oostra, die op den Oudhoomscheweg onde
Alphen aan den Rijn met een driewielieen
mestwagen reed, doordat het daarvoor ge
spannen paard op hol sloeg, van het voer"
tuig geslingerd. De man kwam eerst met het
hoofd tegen een lantaarnpaal terecht en
bleef vervolgens ernstig gewond op den weg
liggen. Per ambulance-auto werd de onge
lukkige naar het Academisch ziekenhuis te
Leiden overgebracht.
De toestand van O. is zorgwekkend.
Het paard kon door voorbijgangers spoe
dig tot staan worden gebracht.
JOODSCHE VLUCHTELINGETJES IN
ONS LAND.
Papieren bezwaren..'..
Gistermiddag is in ons land weer ee'a
aantal Joodsche kinderen aangekomen
Te Oldenzaal kwamen er 17, te Zeve
naar 54 over de grens.
Met autobussen zyn ze vervoerd naar het
„Rivierhuis" te De Steeg by Arnhem, één
der koloniehuizen van het Centraal Genoot
schap voor kinderherstellings- en vacantie-
kolonies. Van vier van de kinderen te Zeve
naar schenen aanvankelijk de papieren niet
geheel in orde, zoodat bezwaren werden ge
maakt hen toe te laten. Na eenig getelefo
neer met den Haag werd echter ook aan
deze vluchtelingen toegang verleend.
De leeftijd der kinderen varieert van 4
tot 18 jaar. De vluchtelingen zullen vooreen
deel naar andere landen doorreizen. De
ouders van deze kinderen verblijven voor
een deel in concentratiekampen.
PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND.
Motie inzake het Centrale vliegveld.
Prov. Staten van Zuid-Holland hebben
gistermiddag zonder hoofdelijke stemming
een motie aangenomen waarin gezegd wordt,
dat een centrale luchthaven moet gelegen
zyn in het centrum van de grootste bevol-
kings-agglomerafies, dat Schiphol aan dien
eisch niet voldoet en waarin Ged. Staten
wordt verzocht op de totstandkoming van
een werkelijk centraal gelegen vliegveld bjj
de regeering aan te dringen.
Prins Bern hard naar Engeland. - Men
meldt ons van officieele zijde, dat prins
Bernhard gisteren met de nachtboot naar
Harwich is overgestoken voor een particu
lier verblijft van enkele dagen in Londen.
Hij hoopt Zaterdag weder thuis te zyn.
De voorgestelde forensenbelasting. - De
besturen van een 25-tal forensengemeenten
hebben in een uitvoerig adres aan de Tweede
Kamer hun groote, onoverkomelijke bezwa
ren geformuleerd tegen de wetsontwerpen
inzake een nieuwe forensenbelasting.
Het adres spreekt het vertrouwen uit, dat
de Kamer de wetsontwerpen niet zal aan
vaarden.
COÖPERATIE VOOR f 50.000,—
OPGELICHT.
De Sumatra-post van 5 December
meldt:
Eenigen tijd geleden is een groote
fraude aan het licht gekomen, waarby in
de eerste plaats betrokken was een
Chineesche kleermaker te Medan en in de
tweede plaats twee kranis van de coöpe
ratieve verbruiksvereeniging Deli.
Het totaal van het op ongeregelde wijze
verdwenen bedrag beloopt naar ruwe
schatting 40.000.— a 50.000,—, welke
in den loop van acht - jaren werden
verduisterd.
alleen zyn en niemand by zich hebben, die
bekend was met haar smart. Nu echter zou
Celestine haar in hotel Ritz opwachten en
deze gedachte bracht haar vertroosting.
Den avond, waarop zij, door Jack verge
zeld, aankwamen, was zeer warm en ieder
een dineerde in den tuin. Hun tafel stond
onmiddellijk buiten het restaurant en aan
gezien zy van plan waren naar de come-
die te gaan, dineerden zij vroeg. Iedereen
was in deze omgeving vroolyk; de Grand
Prix was voorbij, maar vele vreemdelin
gen waren nog gebleven.
Plotseling vertoonde zich bij den ingang,
verder in den tuin, een groote, slank ge
bouwde man, met den rug naar hen toege
keerd.
Laline had haar rol naar haar bes.e
krachten gespeeld en was zóó opgewek
geweest, dat zelfs Celestine er bijna doo
misleidwerd.
Juist had ze lachend iets gezegd, maa
die lach werd een snik, toen ze de lang
slanke gestalte in het oog kreeg.
„David", fluisterde ze, terwijl haar P
pen bleek werden.
Jack keek om zich heen.
„Ja, waarachtig! Ik geloof heusch,
hy het is", en hij stond op om naar
toe te gaan.
Toen wendde de man zich om en zy
gen. dat het een vreemde was.
De schok was Laline te erg gewees
kon zich niet langer beheerschen en
haar hand tegen haar hart gedrukt, s
ze weg en liep in wilde vaart de trap
den ingang van het restaurant op.
(Wordt ve:
rvolgd)*