GRIEP-KOU? „3)ol<ter JCartje "adviseert Sxuiiktm Onze JColouieii Kinderbijslagverzekering wordt wettelijk geregeld. M ALINE ESTER'S Binnenland Bijslagen omgeslagen over alle werkgevers, evenredig aan het uitbetaalde loon. Geen loongrens. Gemiddeld 3 pCt. van het loon. Kinderen moesten naar Duitschland terug.... Onmenschelijke behandeling. Vragen aan ministers. De Kerstgave. 1 1 GEMENGD NIEUWS. TWEEDE BLAD. Ingediend is een wetsontwerp tot wettelijke regelen inzake kinderbijslag verzekering. Aan de memorie van toelichting wordt o.m. het volgende ontleend: Particulier initiatief faalt. Het stelsel van kinderbijslagen vindt reeds voor een niet onbelangrijk aantal werkne mers toepassing. Aan de ontwikkeling van dit instituut staan echter, met name voor wat het particuliere bedrijfsleven aangaat, ernstige belemmeringen o.m. de concur rentie in den weg. Deze bezwaren zouden vervallen bij tot standkoming van een wettelijke, voor allen geldende regeling. T.a.v. het in 1934 bij den Hoogen Kaad van Arbeid aanhangig gemaakt voorontwerp van wet inzake verplichten bedryfskindertoeslag was deze raad van oordeel, dat boven den in het voorontwerp gekozen vorm van ver plichtver klaring van vrijwillige getroffen bedrijfsregelingen, de formeele verbindend verklaring de voorkeur verdiende. Zooals bekend, is sindsdien door de tot standkoming van de wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsover eenkomsten de verbindendverklaring van kinderbijslagregelingen mogelijk geworden. Met dezen maatregel is niet bedoeld het treffen van een algemeene voorziening. Ver bindendverklaring kan immers alleen dan toepassing vinden, indien de betreffende be palingen reeds voor een naar het oordeel van den minister belangrijke meerder heid der bedrijfsgenooten gelden. In verband hiermede zou slechts in een beperkt aantal bedrijven langs den weg der verbindendverklaring een kin derbijslagregeling kunnen worden door gevoerd. De minister van sociale zaken meent evenwel, dat het algemeen belang de door voering van het beginsel van den kinderbij slag over de geheele linie van het bedrijfs leven vordert, weshalve hij de voorberei ding van een algemeene wettelijke regeling opnieuw ter hand heeft genomen. Uitsluitend loontrekkenden. De thans tot stand te brengen voorzie ning heeft uitsluitend betrekking op de loontrekkenden. Redenen van practi- schen aard verbieden, naar het oordeel van den minister, bij deze gelegenheid tevens een voorziening voor zelfstandi gen in overweging te nemen. Bij de vaststelling van den inhoud der re geling is uitgegaan van de omstandigheid, dat de feitelijke loonbepaling ten onzent voor het grootste deel der loontrekkenden geen rekening houdt met verschillen in den omvang van het gezin. Het wetsontwerp beoogt nu een grondslag te leggen voor een meer rechtvaardige ver deeling van het totale bedrag, dat wordt verloond, door met name verplichtend te stellen, dat bij de loonbepaling van hen. wier gezin den feitelijk-gemiddelden omvang overtreft, met de daarmee samenhangende grootere lasten wordt rekening gehouden. Particuliere regeling faalt. Het zou intusschen, zooals voor de hand ligt, tot ongewenschte gevolgen leiden, in dien de individueele werkgever werd belast met het geven van bijslagen aan de in zijn dienst zijnde arbeiders. Te verwachten valt dan immers, dat in een aantal gevallen arbeiders met groote gezinnen moeilijker werk zouden vinden of, by inkrimping van personeel, eerder voor ontslag in aanmerking zouden komen. Dege nen, in wier belang de maatregel bedoeld was, zouden juist daardoor gedupeerd wor den. Zulks kan worden ontgaan door een regeling, waarbij de kosten van alle in een bepaalden tijdsduur verschuldigde kinderbijslagen worden omgeslagen over alle werkgevers naar evenredigheid van het door hen aan hun arbeiders uit betaalde loon, zoodat het voor den in- dividueelen werkgever van geen belang is of en hoeveel arbeiders, die aan spraak op kinderbijslag kunnen maken, in zijn dienst werkzaam zyn. Aanvullende regeling. Het ontwerp voorziet niet in de uitkeeriog van kinderbijslag tijdens verhindering om te werken b.v. wegens ziekte of ongeval of tijdens werkloosheid van den arbeider. Hêt ligt in de bedoeling, daarvoor een aanvul lende regeling te treffen in de betreffende sociale verzekeringswetten. De kring van verzekerde personen komt in het algemeen overeen met die van de ziektewet. Voor de kinderbijslagverzekering zal geen loonsgrens worden gesteld. De be staande kinderbij slagverzakcringen verschil len veel onderling. In het ontwerp wordt recht op kinder bijslag toegekend aan den arbeider, die hier te lande zyn woonplaats heeft en wiens gezin meer dan twee kinderen beneden den leeftijd van vijftien jaar telt. Bijslag wordt gegeven voor elk kind, te rekenen van het derde kind, dat den leeftijd van vijftien jaar nog niet bereikt heeft. On der kinderen worden verstaan wettige, ge wettigde en aangehuwde kinderen, op den eersten dag van het ingetreden kalenderjaar deel uitmakend van het gezin van den ar beider. Premiestelsel. De middelen tot dekking der toe te kennen kinderbijslagen en der admini stratiekosten moeten worden opgebracht door de werkgevers naar een premie stelsel. De premie zal worden berekend over het totale loonbedrag, dat de onderneming aan haar arbeiders uitkeert, ongeacht of dat loon wordt ontvangen door een ongehuw- den dan wel door een gehuwden arbeider, hetzij met of zonder kinderen. Volgens een zeer voorloopige kostenra ming zal de verschuldigde premie vermoe delijk bepaald kunnen worden op ongeveer één percent van het loon. Het ontwerp kent geen premieverhaal op de arbeiders, uitvoering door het bedrijfs leven zelf wordt vooropgesteld. Bedrijfsraden en -vereenigingen. Voor zoover het bedrijfsleven beschikt over het orgaan van den bedryfsraad, is de mogelijkheid geopend, dat dit orgaan, met machtiging der kroon, een kinderby slag fonds opricht en in stand houdt. In dit geval zijn alle werkgevers in het betrokken bedrijf van rechtswege bij dit fonds aangesloten. Bestaat geen bedrijfsradenfonds, dan is de mogelijkheid geopend van uitvoering dezer verzekering door krachtens de ziektewet er kende bedrijfsvereenigingen. Als richtsnoer is hierbij genomen, dat, tenzij in bepaalde gevallen organisatorische verhoudingen daarvoor een beletsel vormen, per bedrijf niet meer dan één bedryfsvereeniging tot stand komt, en wel een zoodanige, welke voor dat bedrijf representatief te achten is. Rijkskinderbljslagfonds. Tenslotte is nog een aanvullende regeling noodig voor die gevallen, waarin noch een kinderbijslagfonds van een bedryfsraad be staat, noch aansluiting by het fonds van een erkende bedryfsvereeniging plaats kan heb ben of heeft. Voor zulke gevallen wordt een rijkskinderbyslagfonds in het leven geroe pen, dat zal worden beheerd door het be stuur der rijksverzekeringsbank, terwijl de Raden van Arbeid als administratieve uit voeringsorganen zullen optreden. In aansluiting aan het uittreksel uit de memorie van toelichting tot het wetsont werp houdende regelen inzake kinderby- slagverzekering dient nog te worden ge meld, dat krachtens art. 25 van het ontwerp de kinderbijslag per arbeidsdag zal bedra gen 0.10, 0.15, 0.20 of 0.25, zulks naar gelang van de hoogte van het loon van den arbeider. Gemiddeld komt een kinderbijslag neer op ongeveer 3 pCt. van het verdiende loon. Voor arbeiders met een loon van 100 per maand (of 24 per week of 4 per dag) bedraagt de bijslag per arbeidsdag 0.10. Tot 150 per maand bedraagt hij 0.20 er. tot 200 0.25 per arbeidsdag. De kinderbijslag wordt uitgekeerd over iederen dag, waarop de arbeider heeft ge werkt. Dagen, waarop niet gearbeid is, maar waarover de arbeider van zyn werkgever loon heeft ontvangen, worden mede als ar beidsdagen beschouwd. Over zeven achter eenvolgende dagen wordt een arbeider ech ter nooit meer uitgekeerd dan zes maal het hem per arbeidsdag aan kinderbijslag toe komende bedrag. De uitbetaling van den kinderbijslag ge schiedt ten minste eenmaal in de drie maanden. Maandagavond arriveerden te Nijmegen drie jongetjes, resp. van 12, 13 en 14 jaar oud. statenlooze kinderen, wier ouders eenigen tijd geleden werden gearresteerd en uitge wezen om daarna spoorloos te verdwijnen, aldus het Vbld. Zy werden echter door de onvermurw bare autoriteiten teruggewezen. Den r.acht mochten zy op HollandsChen bodem door brengen. Dinsdagmorgen kwamen weer drie vluchtelingetjes van plm. 10 jaar te Nijme gen aan. Ook zij werden niet toegelaten. Des middags werden ze alle'" zes met den trein van half drie naar Duitschland terugge stuurd. De Duitsóhe douane m Kranenburg wilde ze echter niet-J'ontvangen en zond ze op haar beurt weer naar ops land Opnieuw aanvaardden de zoo hevig geplaagde kinderen de reis naar Hol land, met een heel klein beetje hoop in hun hart, dat ze nu misschien zouden worden toegelaten. Voorschrift is ech ter voorschrift, en zoo kon het gebeu ren, dat de Hollandsche douanen de kinderen in de trein, die om 5.02 uur naar Duitschland vertrekt, op haar beurt terugzonden. De trein, die om 6.43 uur uit Duitschland hier aankomt, bracht de zes kinderen niet meer mee. Wat er met hen is geschied, is onbekend. Misschien dat de Duitschers de kinderen he denmorgen wel weer terugzenden. Wel voerde de trein van 6.43 uur twee Joodsche vluchtelingetjes aan uit Berlijn, meisjes, een van tien en een van vijftien jaar. Half dood van vermoeidheid sleepten de kinderen, die van 's morgens vijf uur in de trein hadden gezeten, zich naar de wacht kamer der douane. Ook deze beide me.'sjes wacht het lot van terugzending, indien op het laatste moment geen wijziging komt in de houding der autoriteiten. Tot hedenmor gen mochten de kinderen voorloopig hier blijven. Daarna zullen zij op de trein wor den gezet, tenzy Het Tweede Kamerlid de Visser (c.p.n.) heeft aan den minister v. sociale zaken en economische zaken de volgen de vragen gesteld: 1. Draagt de regeering kennis van de groote ellende, die in vele gezinnen van werkloozen door jarenlange werkloosheid is ontstaan? 2. Indien de regeering de sub 1 gestelde vraag bevestigend beantwoordt, is zy dan niet bereid de kerstgave, als in de circulaire no. 300 - 133 afd. W. en S. bedoeld, van 25 tot 50 te verhoogén? 3. Is de regeering eveneens bereid ter tege moetkoming aan de werkloozen, die in de week van 11 tot 17 December in werkver schaffing werkzaam zyn, een bijdrage te doen toekomen, evenredig aan de kerstuit- keering van andere werkloozen? 4. Is de regeering mede bereid tot leniging van den nood der kleine boeren, die aanvul lenden steun ontvangen, aan hen een extra uitkeering als kerstgave te doen verstrek ken? De vrijwilligers. Het Tweede Kamerlid de Visser (c.p.n.) heeft aan den minister van bui- tenlandsche zaken de volgende vragen gesteld: Is het de regeering bekend dat nog een aantal Nederlanders, die tot de internatio nale brigade in Spanje hebben behoord, in Valencia vertoeft en heeft de regeering reeds maatregelen getroffen voor de terugkomst van dezè menschen naar Nederland? Is het de regeering eveneens bekend, dat een aantal Nederlanders als vrijwil liger van de internationale brigade ge vangen is genomen door de troepen van generaal Franco en is zij bereid stappen te ondernemen waardoor deze menschen uit hun gevangenschap worden bevrijd en naar Nederland kunnen terugkeeren? Is de regeering bereid mede te deelen of er behalve Nederland nog andere zyn, die aan de non-interventie deelnamen, waar de vrijwilligers der internationale brigade dien tengevolge hun nationaliteit hebben ver loren; zoo ja welke zyn dan deze landen? De „school" te Jisp. Het Tweede Kamerlid mevrouw Bak kerNort (v.d.) heeft aan den minister van onderwijs, kunsten en wetenschap pen de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat de open bare school de eenige school te Jisp (N.H.) verkeert in een toestand van ver gaand verval en dat ook de rijksinspectie van oordeel is, dat het openbaar onderwijs hoog noodig een nieuwe huisvesting behoeft? Zoo ja, is dan de minister niet van oordeel dat in het belang van het openbaar onderwijs zoo spoedig mogelijk een einde behoort ge maakt te worden aan dezen onhoudbaren toestqnd? IR. M. H. DAMME UIT INDIE TERUG IN ONS LAND. Met het K. L. M.-vliegtuig Wielewaal, dat gistermiddag op Schiphol aankwam, is de directeur-generaal van P. f. T., dr. ir. M. H. Damme, teruggekeerd van een ver blijf van enkele weken in Ned.-Indië, waarheen hij ruim vier weken geleden met zyn echtgenoote eveneens per K. L. M. was vertrokken. Ir. Damme was over zijn reis zeer geest driftig. De reis van Ir. Damme droeg grooten- deels een particulier karakter. De heer Damme heeft zich namelijk speciaal bezig gehouden met zaken betreffende de alge meene Indische mijnbouwmaatschappy, in welker leiding hij zitting heeft. Tal van autoriteiten heeft de heer Dam me bezocht en tweemaal is hij tijdens zijn korte verblijf door den gouverneur-gene raal ontvangen. Natuurlijk heeft hij van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook P. T. T.- en K. L. M.-belangen te bespreken. Wat het eerste betreft kon nij met stel ligheid verklaren, dat na de jongste verla gingen voorloopig van verdere verlaging van het telefoontarief tusschen Nederland jült tot Engekch ROMAN 'door Wt A. C. 50) Voordat zij Pary's hadden verlaten, had ze met alle haar beschikbare middelen ge tracht te ontdekken, waar hij was geble ven. Maar Rome scheen hem te hebben verzwolgen. Ze kende daar niemand om aan te schrijven en kon niet de geringste inlichting verkrijgen. Toen ze aan het van traliewerk voor ziene venster zat, kwam een gewaarwor ding van verbluftheid over haar. 't Was alles te ongelooflijk maar zij behoorde niet tot de karakters, die een man naloo- pen. Als David zoo laag handelde om haar voor een andere vrouw te verlaten, zou hij ook laag genoeg zyn te ontkennen, dat er ooit een huwelijksplechtigheid had plaats gehad. Ze was nu een heel andere Laline ge worden, vergeleken bij de mooie, ver wende erfdochter uit de dagen, toen ze in Washington woonde. Ze was erg bleek en veel magerder en het scheen of die blauwe kringen onder haar oogen maar niet wilden verdwijnen. Mevrouw Greening schreef alles toe aan de vijf dagen onder den grond en besloot eens een specialist over haar te consul teeren. De dagen van ontbering deden nog een druk gevoelen op haar geest dat was duidelijk te zien. Ze verloor haar knappe uiterlijk: Laline Lester minder mooi, juist terwijl ze een bezoek bracht aan Europa en een goed huwelijk kon sluiten! Het clubje ging door de openstaande deur van een der salons naar den rozen tuin. Jack en Laline slenterden naar de lage balustrade, die in dit deel van het park de diepe sloot begrensde. „Alles is hier zoo ongewoon*, zei Laline, „bijvoorbeeld die grappige droge sloot, die den tuin van het park scheidt". „Je bedoelt de haw-haw. Ja, zie je, op de een of andere manier moeten toch de herten worden tegengehouden", zei Jack. „Vroeger was er een gracht, maar die werd dichtgeworpen, toen de buiten plaats ten tijde van Hendrik VIII ophield een klooster te zijn". „Vierhonderd jaar geleden je praat er over alsof het gisteren was!" „Wij leven op een eiland en daanom blijft alles, geloof ik, zoo lang bestaan". Maar Laline's gedachten waren steeds bezig met het onderwerp, dat haar hart vervulde. „Jack, is het leven eigenlijk niet een wonderlijk iets", zei ze plotseling. „Ik be gin tot de conclusie te komen, dat men in het leven niemand kan vertrouwen zelfs zich zelf niet". „Dat mag je niet zeggen. Laline mij kun je altijd vertrouwen". „Ja, dat weet ik", zuchtte ze. „Jack, wil je iets voor me doen? Zou je willen pro- beeren te ontdekken, waar majoor Lamont is? Sedert den 22sten Mei hebben we niets meer van hem gehoord. Hij heeft mijn saffieren ring nog, dien ik in het bomvrije onderkomen van mijn vinger verloor. Ik zou dien ring graag terug willen hebben", voegde ze er zenuwachtig aan toe. Jack keek haar in het schemerdonker aan; het was bijna tien uur, zomertijd. Hij zag, dat haar gezicht bezorgd was dat deed hem smart. „Dat heb ik al gedaan, lieveling. Ieder een, waarvan ik wist, dat hij hem kende, heb ik naar hem gevraagd - zelfs iemand van het gezantschap te Rome. Ner gens was eenige inlichting over hem te krijgen!" „Hij had daar een vriendin mevrouw Hamilton misschien zouden we door haar iets te weten kunnen komen", fluis terde Laline angstig. Jack had dezelfde Inlichting verkregen als Celestine en wist dat David met de jonge weduwe van hotel IJitz was ver trokken. Hij had omtrent haar in den brief aan zijn vriend in Rome inlichtingen ge vraagd en het antwoord zou, vreesde hij, Laline nog maar meer schokken. „Weet je soms iets, Jack?" „Jawel eh mijn vriend zei, dat me vrouw Hamilton en haar zuster op hun jacht een reis zijn gaan maken en dat er twee jonge Amerikanen aan boord waren. Nu ik denk, dat een ervan David is. Zij waren op reis naar de Grieksche eilanden" Laline kookte van woede. Zij stond hier angst uit, terwijl hij haar man zich in „den Griekschen archipel" amuseerde! Ze herinnerde zich eiken blik, dien ze in mevrouw Hamilton's oogen had waar genomen. Natuurlijk was deze ontzaglijk verliefd op David en hij had ontweken een bevredigend antoord te geven, toen zij in het bomvrije onderkomen over haar hadden gespreken! Laline's trots was diep gekwetst en ze gevoelde de bitterste jaloezie en verontwaardiging. Daarna scheen ze zich weer te verman nen en ze was heerlijk vroolyx, toen ze la ter met de Amerikaansche vrienden weer in huis ging maar Jack beviel den smar- telijken blik in haar oogen niet. Na een week op Channings Priory te zijn geweest, moest Laline met mevrouw Greening naar Londen, waar ze door haar vriendin Molly verdreven hartelijk werd begroet. „De lieve schat schijnt er zoo verwelkt uit te zien door dien vreeselijken tijd van honger en gebrek, dien ze heeft doorge maakt", zei mevrouw Greening tot Molly,' van wie ze merkte, dat deze teleurgesteld was door het uiterlijk van haar oude schoolvriendin. „Haar geest is er door aangedaan. Ze ziet er mat uit, alsof ze een spook heeft gezien", beweerde lady Fordbrooke. „U moest sir James Hunter eftis consultee ren". Laline voelde, dat iedereen bezorgd over haar was, maar toen mevrouw Greening opperde dezen specialist te raadplegen, spotte ze met het idee en spande zich in om weer vroolyk te zyn. Ze drong er op aan, weer naar Parijs terug te keeren. Celestine had, toen haar meesteres naar Engeland ging, vacantie gekregen, om haar familie in Frankrijk te bezoeken. De trouwe kamenier had er niet veel lust in gehad, haar troetelkind te verlaten, maa: Laline had er op aangedrongen. Ze \vilde en Indië geen sprake zal zyn we] overwogen de mogelijkheid, nol W°rtl* goedkoope dagen in te voeren eeni8« Wat de K. L M. betreft kn„ mededeelen, dat hij vernomen had^ï de toestemming voor de K L iw evenals de K. N. I. L. M. een di °m Australië te openen, elk oogenbhifl^ afkomen. kan Ook schijnt het de K. L. M. ernst to met het aanschaffen van een nieuw n1" glas-D. C. 4 vliegtuig, om daarmee spoedig mogelijk proefnemingen on t 0 dië-lijn te doen. p ae In" VOERMAN VAN MESTWAGEN GESLINGERD. Ernstig gewond. Gistermiddag is de 28-jarige arbeider T Oostra, die op den Oudhoomscheweg onde Alphen aan den Rijn met een driewielieen mestwagen reed, doordat het daarvoor ge spannen paard op hol sloeg, van het voer" tuig geslingerd. De man kwam eerst met het hoofd tegen een lantaarnpaal terecht en bleef vervolgens ernstig gewond op den weg liggen. Per ambulance-auto werd de onge lukkige naar het Academisch ziekenhuis te Leiden overgebracht. De toestand van O. is zorgwekkend. Het paard kon door voorbijgangers spoe dig tot staan worden gebracht. JOODSCHE VLUCHTELINGETJES IN ONS LAND. Papieren bezwaren..'.. Gistermiddag is in ons land weer ee'a aantal Joodsche kinderen aangekomen Te Oldenzaal kwamen er 17, te Zeve naar 54 over de grens. Met autobussen zyn ze vervoerd naar het „Rivierhuis" te De Steeg by Arnhem, één der koloniehuizen van het Centraal Genoot schap voor kinderherstellings- en vacantie- kolonies. Van vier van de kinderen te Zeve naar schenen aanvankelijk de papieren niet geheel in orde, zoodat bezwaren werden ge maakt hen toe te laten. Na eenig getelefo neer met den Haag werd echter ook aan deze vluchtelingen toegang verleend. De leeftijd der kinderen varieert van 4 tot 18 jaar. De vluchtelingen zullen vooreen deel naar andere landen doorreizen. De ouders van deze kinderen verblijven voor een deel in concentratiekampen. PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. Motie inzake het Centrale vliegveld. Prov. Staten van Zuid-Holland hebben gistermiddag zonder hoofdelijke stemming een motie aangenomen waarin gezegd wordt, dat een centrale luchthaven moet gelegen zyn in het centrum van de grootste bevol- kings-agglomerafies, dat Schiphol aan dien eisch niet voldoet en waarin Ged. Staten wordt verzocht op de totstandkoming van een werkelijk centraal gelegen vliegveld bjj de regeering aan te dringen. Prins Bern hard naar Engeland. - Men meldt ons van officieele zijde, dat prins Bernhard gisteren met de nachtboot naar Harwich is overgestoken voor een particu lier verblijft van enkele dagen in Londen. Hij hoopt Zaterdag weder thuis te zyn. De voorgestelde forensenbelasting. - De besturen van een 25-tal forensengemeenten hebben in een uitvoerig adres aan de Tweede Kamer hun groote, onoverkomelijke bezwa ren geformuleerd tegen de wetsontwerpen inzake een nieuwe forensenbelasting. Het adres spreekt het vertrouwen uit, dat de Kamer de wetsontwerpen niet zal aan vaarden. COÖPERATIE VOOR f 50.000,— OPGELICHT. De Sumatra-post van 5 December meldt: Eenigen tijd geleden is een groote fraude aan het licht gekomen, waarby in de eerste plaats betrokken was een Chineesche kleermaker te Medan en in de tweede plaats twee kranis van de coöpe ratieve verbruiksvereeniging Deli. Het totaal van het op ongeregelde wijze verdwenen bedrag beloopt naar ruwe schatting 40.000.— a 50.000,—, welke in den loop van acht - jaren werden verduisterd. alleen zyn en niemand by zich hebben, die bekend was met haar smart. Nu echter zou Celestine haar in hotel Ritz opwachten en deze gedachte bracht haar vertroosting. Den avond, waarop zij, door Jack verge zeld, aankwamen, was zeer warm en ieder een dineerde in den tuin. Hun tafel stond onmiddellijk buiten het restaurant en aan gezien zy van plan waren naar de come- die te gaan, dineerden zij vroeg. Iedereen was in deze omgeving vroolyk; de Grand Prix was voorbij, maar vele vreemdelin gen waren nog gebleven. Plotseling vertoonde zich bij den ingang, verder in den tuin, een groote, slank ge bouwde man, met den rug naar hen toege keerd. Laline had haar rol naar haar bes.e krachten gespeeld en was zóó opgewek geweest, dat zelfs Celestine er bijna doo misleidwerd. Juist had ze lachend iets gezegd, maa die lach werd een snik, toen ze de lang slanke gestalte in het oog kreeg. „David", fluisterde ze, terwijl haar P pen bleek werden. Jack keek om zich heen. „Ja, waarachtig! Ik geloof heusch, hy het is", en hij stond op om naar toe te gaan. Toen wendde de man zich om en zy gen. dat het een vreemde was. De schok was Laline te erg gewees kon zich niet langer beheerschen en haar hand tegen haar hart gedrukt, s ze weg en liep in wilde vaart de trap den ingang van het restaurant op. (Wordt ve: rvolgd)*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 8