DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. A De anti-Fransche perscampagne in Italië. No. 297 Dit nummer bestaat uit «trïe Riaden. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 17 December 1938 140e Jaargang Fransche cijfers over Tunis. De Giomale van de beschaving. De algemeene toestand. Chineezen melden successen. De Amerikaansche leening. De Britsche regeering over de defensie. Een tegenspraak? Tegen een leening van Tsjechoslowakije. Het Engelsche Kerstmannetje. Het einde van 'n avonturier. Nieuws in 't kort. VR A-ANTI VRIES ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. iranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummerr 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VER TENTIEN s Van 15 regels f 1.25, elke regel meer f 0 25. groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven trance aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HF.RMS. COSTER ZüON. Voordam C 9, postgiro 37060. Te'ef 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Le Temps behandelde gisteren in het hoofdartikel de anti-Fransche cam pagne der Italiaansche pers en schrijft, dat „deze meestal gewaagde gevolg trekkingen maakt, ontleend aan niet bestaande of verkeerd uitgelegde fei ten". Ten aanzien van Dzjiboeti verklaart het blad „aan de andere zijde der Alpen zou men willen doen gelooven, dat Italië her haalde malen geprobeerd zou hebben me' Frankrijk te onderhandelen ten einde een economische samenwerking tot nut der bei de landen tot stand te brengen, doch dat men daarbij steeds gestuit zou zijn op een slechten wil van de zijde van Frankrijk en nooit iets zou hebben verkregen. Toch moet men te Rome weten, dat er besprekingen zijn gehouden, waarbij de gewezen ambas sadeur van Italië te Parijs, Cerruti, eer belangrijk aandeel heeft gehad en die heb ben geleid tot de uitwerking van een plan, waaraan geen gevolg is gegeven, omdat Italië van meening was veranderd en dacht de haven van Dzjiboeti en den spoorweg, welke den voornaamsten toe gangsweg tot Abessinië vormt, te kunnen voorbijgaan". Betreffende Tunis doet het blad op merken, dat in 1881 het aantal Fran- schen er 700 bedroeg en dat der Ita lianen 1L200. Bij de vijfjaarlijksche volkstelling van 1936 bedroeg het aan tal Franschen 108.000 en dat der Ita lianen 94.000. De Italiaansche bevolking is verdeeld over het geheele gebied. Het Italiaansche onroerende bezit be slaat 77.000 H.A. en het Fransche bezit 63.000 H.A. De Fransche en Italiaan sche scholen hebben ongeveer evenveel leerlingen van Italiaansche afkomst. In totaal zijn er op de lagere scholen 38.000 leerlingen en op de middelbare minder dan 15.000. De anti-Fransche perscampagne. De „Giornale d'Italia" wijdde ook giste ren een hoofdartikel tan Tunis en zegt, dat Italië „het recht en den plicht (heeft) zijn speciale rechten in Tunis op te eischen, niet alleen wegens de zeer talrijke Italiaan sche bevolking en wegens de verkregen rechten, maar ook ten behoeve van de be schaving in Noord-Afrika". Er zijn in Tunis nog zeer uitgestrekte oppervlakten, die vruchtbaar gemaakt zouden kunnen worden; indien zij niet braak bleven liggen wegens het tekort aan Fransche arbeids krachten en het Fransche verzet tegen een grootere Italiaansche immigratie. De be hoeften eener productieve beschaving in Noord-Afrika vallen dus, aldus het blad, „samen met de natuurlijke behoeften van uitbreiding der Italiaansche werkkracht". Bonnet in de senaatscommissie. Gistermiddag heeft minister Bonnet in de senaatscommissie van buitenlandsche zaken een uiteenzetting van de buiteniand- jche politiek gegeven. Bonnet verklaarde opnieuw, dat Frankrijk geen duim gronds van zijn overzeesch gebied zal afstaan en dat iedere poging hiertoe zou leiden tot eën gewapend conflict. Deze verklaring werd eenstemmig goedgekeurd. Toen Laval de mogelijkheid van toekenning van oorlogsrechten aan Franco ter sprake bracht, zeide Bonnet, dat de regeering zich te dien aanzien houdt aan de overeenkomst van Londen: De voorwaarden, door die overeenkomst gesteld voor toekenning der oorlogs rechten, zijn nog niet vervuld. De voorzitter van de commissie, Beren- ger, wenschte de houding van de regeering te weten ten aanzien van de „vraagstukken, welke worden gesteld door het optreden van mogendheden in midden-, oost- en zuid-Europa, aan de Roode Zee en zelfs in het Verre Oosten". Berenger herinnerde hierbij aan de verschillende verdragen en overeenkomsten van Frankrijk en hij vroeg naar de waarde hiervan. Minister Bonnet wees op de nauwe samenwerking tusschen Frankrijk en Engeland en de over- Alkmaar, 17 December 1938. De moeilijkheden die Japan zichzelf bezorgdheeft worden voortdurend groo- ter. Steeds langer worden de verbindings lijnen, al moeilijker valt het zich te verdedigen tegen ongeregelde Chineesche guerillatroepen. De economische en finan- ciëele lasten zijn voor het land nauwelijks meer te dragen Het stilzwijgen van de Japansche regeering over de objectieven van den oorlog in China na den val van Hankau geeft waarnemers te Tokio den indruk, dat de omstandigheden Japan dwingen tot een „pauze", die eenige maanden zou kunnen duren. De redenen voor deze pauze zijn zoowel van binnenlandschen als van buitenland- schen aard. In binnenlandsch opzicht moeten deze redenen gezocht worden i'.i de overweging, dat uit een financieel oogpunt voorzichtigheid gewenscht is. Naar de meening van bij uitstek bevoegde buitenlandsche waarnemers zal het econo mische en financieele bestel het nog gedu rende 1939 uit kunnen houden zonder ineen te storten. Daarvoor is het echter noodig, dat het totaal der gewone en buitengewone uitgaven, dat waarschijnlijk in de buurt van 10 milliard yen zal liggen, niet vermeerderd wordt door onvoorziene buitengewone begrootingen. Men neemt aan, dat de regeering nagenoeg in geen andere militaire operaties zal kunnen voorzien dan de „zuivering" van de ver overde gebieden en wellicht een gedeelte lijke actie in N. W. China. Op internationaal gebied ziet Japan den druk der Sovjet-Unie als het eenige ge vaar van belang, dat het welslagen der militaire operaties zou kunnen bedreigen. De aanvallen in de pers op de sovjets ter gelegenheid van het geschil over het visscherijverdrag zijn een teeken, dat men getuige is van een langzaam afbreken van de betrekkingen tusschen Japan en de Sovjet-Unie. De toestand is niet minder netelig wat de betrekkingen met Engeland en Amerika betreft. De Japansche leiders, getroffen door het parallelisme tusschen de jongste étappen en nota's van Londen en Washington, zien een BritschAmeri- kaansch eenheidsfront ontstaan, waarvan zich ook op andere gebieden teekenen voordoen, zooals, sedert de totstandkoming van het handelsverdrag tusschen de beide landen, op economisch gebied. Tenslotte komen van het bevriende Duitschland aansporingen tot voorzichtigheid. Terwijl gestreefd wordt naar versterking van het anti-Kominternverdrag hebben Duitsch land en Japan geduld betracht door een cultureel accoord te sluiten. Tenslotte wordt er nog op gewezen, dat verklarin gen omtrent de door Japan te volgen politiek verwacht worden van Konoje en Arita. Gisteren heeft Hitier den nieuwen Chineeschen ambassadeur, Tsjen-Tsjin, ontvangen, die hem zijn geloofsbrieven overhandigde. De redevoeringen, die bij deze gelegen heid zijn afgestoken, zijn niet oninteres sant gezien de verhoudingen tusschen beide landen: eenerzijds een „anti-Komin ternpact" van Duitschland met Japan anderzijds vrij groote Duitsche handels belangen in China. Een erg prettig en ongedwongen onderhoud zal het tusschen beide heeren wel niet geweest zijn! De Chineesche ambassadeur zeide o. m., dat China met zijn rijkdom aan delfstoffen en zijn streven naar vreedzamen opbouw en Duitschland met zijn wetenschappelijke en technische ervaring elkander goed kunnen aanvullen. De Chineesche nationale partij, de regeering en het volk word bezield door den krachtigen wil tot vreédïamen arbeid in het eigen land en medewerking aan het welzijn der wereld. Op het gebied der buitenlandsche poli tiek streeft de regeering naar bevordering van de betrekkingen met alle bevriende mogendheden. Deze geest komt overeen met het streven van de Duitsche regeering en het Duitsche volk. Hitier antwoordde onder meer, dat de wederzijdsche arbeid voor een „verdere versterking der cultureele betrekkingen met succes kan worden voortgezet." Ook hij zag in de verschillende economische structuur van beide landen gunstige om standigheden voor uitbreiding der econo mische betrekkingen. Inderdaad: diplomatie is de kunst veel te zeggen en zijn werkelijke gedachten te verbergen. eenstemming van de inzichten van beide landen. Tenslotte zeide de minister dat een nieu we vergadering noodig zal zijn om een ge detailleerde studie van de betrekkingen van Frankrijk met staten in midden- en oost-Europa mogelijk te maken. Betoogingen te Tunis. Nog steeds worden in Tunis betoogingen gehouden tegen de incidenten in de Ita liaansche kamer. Te Sfax en Sousse wor den Italiaansche gebouwen dag en nacht door de mobiele garde bewaakt. Niettemin is 't overal rustig. Vooral te Sousse leeft de Italiaansche kolonie nog steeds in goede harmonie met de andere elementen der be volking. Van Chineesche officieele zijde wordt medegedeeld;-dat de Chineezen vorde ringen blijven maken in den noorde lijken sector van Kanton, zulks na het succes der Chineesche stoottroepen. Volgens berichten van het front in zuid- China voeren de Japanneezen een beweging uit langs de west-rivier in de provincie Kwantoeng. De Chineezen hebben daar versterkingen ontvangen. De Japanneezen hebben voorts verklaard, dat ten gevolge van hun succesrijke actie in de provincie Sjansi ongeveer 120.000 Japanneezen heb ben moeten terugtrekken. Dezen Japan- schen troepen wordt het nog steeds door de Chineezen lastig gemaakt. Na de Amerikaansche leening. Chineesche staatsfondsen hebben een krachtige koersstijging ondergaan naar aanleiding van de door de regeering te Washington verleende goedkeuring van een leening aan China ten bedrage van 25 mil- lioen dollar. »De berichten dat ook een Brit- sche leening verwacht kan worden, hadden eveneens een gunstige uitwerking. Buitenlandsche zakenlieden achten het twijfelachtig of de leeningen een aanzien lijke verbetering kunnen brengen in de militaire positie va China. Niettemin over- heerscht in deze kringen de meening, dat het verstrekken van Britsche- en Ameri kaansche leeningen beschouwd moeten worden als een wenk aan Japan, dat, als de politiek van de open deur niet weer wordt toegepast, nog meer economische maatre gelen tegen dit land zouden kunnen wor den genomen. In verband hiermede uit men dan ook algemeen zijn voldoening over de nieuwe leeningen. Entstof tegen pokken naar China. De Chineesche regeering heeft den Vol kenbond medegedeeld, dat zij dringend be hoefte had een entstof tegen pokken, die zij niet in voldoende hoeveelheid kon produ- ceeren. De Volkenbond heeft daarop in Indo-China 4.000.000 doses entstof op zijn rekening besteld. Churchill heeft gisteren een verklaring afgelegd, waarin hij o. m. zeide, dat de lord kanselier, lord Maugham, in een redevoering Woensdagavond in de Con- stitutional Club verklaard heeft: „de Duitschers hebben het in hun macht om 3.000 ton bommen in een enkelen dag te laten vallen" en verder, dat „in de eerste paar weken van een oorlog de Duitscher een schade zou (kunnen) aanrichten in Londen en andere groote steden, welke in geldswaarde 500.000.000 pond zou bedra gen. Geen verklaring van dien aard betref fende de macht van de Duitsche lucht strijdkrachten is ooit tevoren met offi- ciëele autoriteit afgelegd. Er moet echter aan herinnerd worden, dat de lord kanse lier toegang heeft tot de geheime inlich tingen, die ter beschikking staan van de regeering. Wanneer zijn feiten waar zijn, hoe kan men ze dan inovereenstemming brengen met de verklaring, die slechts een dag tevoren door Chamberlain is afgelegd voor de buitenlandsche persvereeniging, waarin hij zeide: „wij kunnen evenmin vergeten, dat wij verplichtingen hebben, niet alleen jegens ons eigen volk in het binnenland, maar ook jegens hen, voor wie wij verantwoordelijk zijn in het Britsche rijk en jegens de bondgenooten, die bij verdrag met ons verbonden zijn. Wij moeten gereed zijn die verplichtingen ten uitvoer te leggen, en onze voorberei dingen zijn thans ver genoeg gevorderd om met vertrouwen te zeggen, dat wij in staat zijn dat te doen". Deze tegenspraak, aldus Churchill, in verklaringen omtrent onze defensie, afge legd op achtereenvolgende dagen door de twee hoogste ministers van de kroon, springt in het oog. Welke verklaring moeten wij gelooven? De Engelsche „Daily Express" verheugt er zich over, dat de Tsjechische financiëele commissie „met leege handen" is vertrok ken en herinnert er aan, dat Engeland niet de rol van kerstmannetje voor de nieuwe dominions van Hitier behoeft te spelen. Er zijn, schrijft het blad, bij ons ook klompjes te vullen. Een deel van het geld, dat twee maanden geleden zoo klakkeloos aan de Tsjechen is beloofd, kan thans wellicht dienen om de noodlijdende industrieën ;n ons land te steunen. Donald Coster, de president van de che mische fabrieken MeKesson and Robbins te New-York, naar wiens zaken door de po litie een onderzoek werd ingesteld, heeft door een revolverschot een einde aan zijn leven gemaakt, op het oogenblik, dat de politie hem wilde arresteeren op zijn bui tenverblijf bij Fairfield (Connecticut). Wat vingerafdrukken uitwezen. Het onderzoek van de politie naar zijn vingerafdrukken hebben voor de verbaasde kring van Wallstreet en de Amerikaansche Society aan het licht gebracht, dat Coster in werkelijkheid Philip Musica heette, die 25 jaren geleden werd veroordeeld. Coster en zijn familie waren betrokken in een uitgebreiden financieelen zwendel, toen gedurende de oorlogsjaren de United States Hair Company teniet ging. Vingerafdrukken hebben voorts uitgewe zen, dat de beschuldigde Vernard een van de broers van Musica was. Coster had met zijn broer zijn verleden zoo goed verborgen weten te houden, dat hij kon leven alsof hij behoorde tot de up per ten. In de „Whos Who in America" stond hij te boek als doctor in de philoso- phie en doctor in de medicijnen, die -in Amerika was geboren en in Heidelberg had gestudeerd. In werkelijkheid was Coster de zoon van een Italiaanschen barbier, die naar de East Side van New-York was geëmigreerd. Cos ter was lid van verscheidene Amerikaan sche eliteclubs, zooals de New-York Yacht Club. Wapenuitveer? Een hooge autoriteit der Ver. Staten heeft medegedeeld, dat nog een derde broer van den avonturier, die zich Donald Coster noemde, doch in werkelijkheid Phi lip Musica heette, is betrokken bij de zwen- delaffaire. Deze noemde zich Dietrich en vervulde de functie van manager voor Ca nada van Mc.Kesson and Robbins. De autoriteiten onderzoeken thans de mogelijkheid of de firma wapens en muni tie heeft verscheept naar oorlogvoerende mogendheden, verpakt in kisten, welke wa ren aangegeven als bevattende „Malk van Magnesia". Anti-semietisme op Brusselsch persbal. - Op het bal der buitenlandsche pers, dat gis teravond is gehouden, heeft men met eenige moeilijkheden te kampen gehad. Tot de ar- tisten, die hun medewerking verleenden, behoorde de Joodsche tenor Josef Schmidt. De Duitsche en Italiaansche diplomaten en journalisten, die het bal zouden bijwonen, lieten op het laatste oogenblik weten, dat zij niet zouden verschijnen, indien Schmidt ANTIROEST Vraagt Uw garagehouder f3.50 per 5 liter bus in het Duitsch zou zingen. Om een incident te vermijden heeft het perscomité Schmidt daarop verzocht geen Duitsche liederen te zingen Schmidt trad op met veel succes, doch de Duitschers onthielden zich van applaus, welk voorbeeld door verscheidene Italianen werd gevolgd. De Italiaansche ambassadeur had er ook op aangedrongen, dat Schmidt niet in het Italiaansch zou zin gen, doch hierop was men niet ingegaan. Aardschokken te Ankara. - Omstreeks 13 uur gistermiddag zijn te Ankara (Tur kije) vier zeer hevige aardschokken ge voeld, waardoor onder de bevolking een paniek ontstond. Omtrent slachtoffers of schade is nog niets bekend. Een Britsche stap over anti-Joodsche wetten. - Groot-Britannië zal waarschijnlijk het voorbeeld der Ver. Staten volgen en stappen doen bij de Duitsche regeering ten aanzien van de anti-Joodsche wetten. De Amerikaansche nota wordt nog steeds be studeerd. De strijd tegen de Cedillisten. - Het Mexicaansche ministerie van oorlog heeft medegedeeld, dat de federale troepen op 14 December in den staat San Luis twee kleine groepen aanhangers van den vroegeren generaal Cedillo hebben verslagen. De beide leiders van deze groenen werden ge dood en de groepen zelf verspreid. Bombardementen in Spanje. - Gister middag heeft de luchtmacht der Spaansche opstandelingen het dorp El Perello in de provincie Tortosa gebombardeerd en met mitrailleurs bestookt. De schade is zeer aanzienlijk, het aantal dooden is hoog. De terugroeping van Duitsche dienst meisjes. - Een ambtenaar van de Duitsche ambassade te Londen heeft in verband met de terugroeping van Duitsche dienstmeisjes naar Duitschland tegenover een vertegen woordiger van de Daily Telegraph and Morningpost" een verklaring afgelegd van den volgenden inhoud: „Wij dwingen nie mand te gaan. Verwacht wordt, dat de meis jes haar betrekkingen op behoorlijke wijze opzeggen. Wij hebben aan niemand indivi- duëel geschreven en stellen ons op het oogenblik niet voor dat te doen. Het bevel is van toepassing op Duitsche en Oostenrijk- sche meisjes die werkzaam zijn als dienst boden in Engeland en ,naar ik verneem, in ieder land van Eupr'opa, met inbegrip van Nederland en Hongarije". Russen op Sachalin gearresteerd. - Naar uit Toyohara de hoofdstad van Zuid- Sachalin van Japansche zijde wordt gemeld, worden twee Russen, die op 11 September na de grens te zijn overschreden, Handaza- wa, in de Japansche provincie Zuid-Sacha- lin, zijn binnengedrongen, beschuldigd van overtreding van de wet op de militaire ge heimen. Dit bericht is pas gisteren voor publicatie vrijgegeven. Een der beschuldig den zou verklaard hebben, dat de onderr drukking door de Sovjet-autoriteiten hem er toe gebracht had, naar Japansch gebied te vluchten, doch uit het onderzoek is geble ken, dat hij een gepensioneerd officier is. Duitschland krijgt geen Helium. - Duitschland heeft gisteren verzqcht de 200 stalen cylinders, die het had gezonden om met heliumgas te worden gevuld, leeg terug te sturen. In welingelichte kringen maakt men hieruit op, dat de Ver. Staten defini tief geweigerd hebben helium aan Duitsch land te leveren. Alkmaar, Zaterdag. ONGELUK DOOR STRAATSCHROBBEN Vanmorger om ongeveer kwart voor elf wandelde de ongeveer 25-jarige mej. L. uit Enkhuizen in de Emmastraat, toen zij plotseling viel en met een gebreken been naar het centraal ziekenhuis vervoerd moest worden Het bleek dat de bewoners van een huis ook op dezen vriezenden dag de Ilollandsche zindelijkheid niet ver loochend hadden en de straat hadden ge schrobd. Dat dit een flinke laag ijs was geworden, behoeft geen betoog, zoodat het wel aanbeveling verdient er nog eens op te wijzen dat het verstandig is met vrie zend weer geen straten te schrobben, opdat ongevallen als aan mej. L. overkomen, vermeden kunnen worden. STREMMING OPGEHEVEN. De directeur der Gemeentewerken van Alkmaar maakt bekend, dat de stremming van het rij verkeer over de Heilooërdijk tusschen de van Houtenkade en de brug over verbindingsgracht, met ingang van 18 December 1938 is opgeheven. JUBILEUM-SCHIETWEDSTRIJDEN DER B.V.L. Onder groote belangstelling zijn gisteren de jubileum-schietwedstrijd na een vierdaag- sche kamp geëindigd. Vier dagen lang heb ben de schutters, gekomen van dichtbij en verre, zich met elkander in feilen doch vreed. zamen strijd gemeten. Zoowel aan de organisatie als aan de wed strijdleiding heeft niets ontbroken en het is voor een groot deel hieraan te danken, dat de traditioneele schutters-kameraadschap en prettige geest hoogtij vierden. De schietvereeniging ,,'t Kegeltje", die da oranisatie had aanvaard, kan op een uit stekend geslaagden wedstrijd terugzien. De officiëele prijsuitreiking zal plaats hebben op Woensdag 28 December a.s. des avonds 8 uur, eveneens in de dancing ,,'t Brandpunt" en vanzelfsprekend worden alle schutters en belangstellenden verwacht. De einduitslagen, die bekroond zijn, lui den: Korpsbaan: 1. BW. Haarlem I 286; 2. B.V. L., Hoorn, 278 (55); 3. B.W., Haarlem, 278 (54); 4. Egmond I 278 (53); 5. Otto v. Lennep II, Haarlem, 275 (53); 6. Otto v. Lennep I,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1