De tragedie
mayerling
Regeering dient nieuwe machtigings
wetten in.
Binnenland
Bizondere bevoegdheden bij oorlog of
oorlogsgevaar.
Ontwerpen vrijwel gelijk aan
spoedwetten van
September.
Schriftelijke vragen aan
ministers.
Woonwagenbewoners
Abnormale prijzen
Lithausche vprkens
Twee ongelukken bij Nijkerk
Een ernstig gewonde.
Twee gewonden bij auto
botsing.
Gladheid van den weg oorzaak.
Dievenbende aangehouden.
3euMetm
VAN
Uit da memoires van de moeder van
[Maria Vetséra, over den liefdesroman
van Kroonprins Rudolf.
TWEEDE BLAD.
2
Eind September, in de dagen van
hoogspanning op internationaal gebied,
heeft de regeering in verband met de
toen heerschende „buitengewone om
standigheden" een aantal Machtigings
wetten ingediend.
Hierbij werden aan de regeering uitgebreide
bevoegdheden op economisch gebied ver
leend. In een record-tijd werden door de
Staten-Generaal aangenomen: De Vorde-
ringswet, Prijsopdrijvingswet, Schepenuit
voerwet, Schepenvorderingswet, Oorlogs
zee- en Luehtverzekeringswet, Bodempro-
ductiewet, Distributiewet, een Wet tot mede
werking, voorbereiding, voorziening in be
hoeften van Volkshuishouding en Landsver
dediging (economische verdedigingsvoorbe
reiding) en de financiering daarvan.
Als expiratiedatum was bepaald: 1 Maart
1939, met uitzondering van de laatstgenoem
de wet.
Intusschen is de regeering tot de over
tuiging gekomen, dat het noodig is een
aantal wetten tot stand te brengen, die
haar in tijden van oorlog, oorlogsgevaar
of andere buitengewone omstandig
heden uitgebreide bevoegdheden ver-
leenen.
Zij heeft daarom thans acht wetsont
werpen ingediend, die in groote trekken
overeenkomen met de bizondere mach
tigingswetten van September. Het zijn:
de wet tot Medewerking aan Verdedi-
gingsvooibereiding, Algemeene Vorde-
ringswet, Bodemproductie-, Distributie-
wet, Zeeschepenvorderingswet, Wet tot
Behoud van scheepsruimte, zee- en
luchtvaartverzekeringswet en een Prijs-
opdrijvings- en Hamsterwet.
Verdedigingsvoorbereiding.
Het wetsontwerp „Medewerking verdedi
gingsvoorbereiding" heeft tot doel de wer
king der regelen van de bestaande Mach
tigingswet 1938 ook na 1 Maart 1939 te be
stendigen. In haar toelichting zegt de re
geering, by monde van de ministers van
Economische Zaken, Defensie en Financiën,
dat „de economische verdedigingsvoorbe
reiding een noodzakelijke voorwaarde is om
onze traditioneele zelfstandigheidspolitiek
meer kracht bij te zetten."
In tijd van oorlog zal regeeringsingrijpen
noodig zyn in de productie en de distribu
tie, zoowel van gebruiksartikelen en half
fabrikaten als van grondstoffen, en de
prijsvorming daarvan, terwijl ook een re
geling van den in- en uitvoer noodzakelijk
is. Het wetsontwerp beoogt de regeering
een bevoegdheid te verleener., die zij reeds
in vredestijd noodig heeft om die maat
regelen te kunnen voorbereiden, n.1. de be
voegdheid om bij de voorbereiding nood
zakelijke medewerking van het bedrijfsleven
te verlangen en zoo noodig af te dwingen.
Reeds thans zullen organen in het
leven moeten worden geroepen, die de
regeering in vredestijd zullen advisee-
ren over de in tijd van nood te treffen
maatregelen, en die in oorlogstijd met
de uitvoering daarvan zullen worden
belast. Kernen van zulke organen ver-
keeren reeds in een vergevorderd
stadium van voorbereiding of zijn reeds
gevormd.
Algemeene vorderingswet.
In haar toelichting op de Algemeene
Vorderingswet (welke machtiging
verleent om goederen ten behoeve van de
volkshuishouding, landsverdediging en
veiligheid der bevolking op te vorderen)
zegt de regeering, dat deze wetten en vol
gende, behalve in geval van oorlog, oorlogs
gevaar en daarmee verband houdende bij
zondere omstandigheden, b.v. hongers
nood en dergelijke goede diensten zullen
kunnen bewijzen. Deze wetten zullen by
Koninklijk Besluit in werking gesteld wor
den. De Staten-Generaal zullen dat besluit
moeten bekrachtigen.
Overige wetten.
Van de Bodemproductiewet
zullen dadelijk die artikelen in werking
treden, die de aanwijzing van een regee-
ringscommissaris en de instelling van een
adviescommissie betreffen.
De Distributiewet verdeelt het
land in distributie-kringen, die in beginsel
samenvallen met de gemeenten. De leiding
van de uitvoering van een distributierege
ling berust in eiken kring by den burge
meester. De bestaande organisaties van den
handel zullen bij de regeling worden inge
schakeld.
De Prijsopdrijvings- en Hamsterwet bevat
de mogelijkheid tot het stellen van regelen
inzake in- en verkoop van bepaalde goede
ren, teneinde een plotseling uitputten van
de bij den handel beschikbare voorraden te
voorkomen, alsmede een algemeen verbod
van prijsopdrijving en het stellen van maxi
mumprijzen voor bepaalde artikelen.
Vorderen van zeeschepen.
De Zeeschepenvorderings
wet noemt thans uitdrukkelijk den reeder
of den eigenaar van het schip, van wien
het schip kan worden gevorderd.
De vordering van de koopvaardijschepen
en vissersschepen om als oorlogsschip te
worden gebruikt, acht de regeering van
zeer ingrijpenden aard. Daarvoor is een af
zonderlijke wettelijke regeling in voor
bereiding. Zoolang die regeling nog niet tot
wet is verheven, zal de vordering van
schepen voor dienst als oorlogsschip moge
lijk zijr. door de Zeeschepenvorderingswet.
De Wet tot behoud van
Scheepsruimte vult enkele tech
nische en redactioneele tekortkomingen in
de wet van 1938 aan, doch is overigens daar
aan gelijk. Zij heeft de bedoeling te waar
borgen, dat Nederland in buitengewone om
standigheden in voldoende mate de beschik
king blijft behouden over scheepsruimte.
Hetzelfde is het geval met de Zee- en
luchtvaartverzekeringswet,
die beoogt de regeering te machtigen tot
het aangaan van verzekeringsovereenkom
sten op het terrein van de scheep- en de
luchtvaart, tegen gevaar van molest en ge
wone transportgevaren.
De heer van der Zaal (a.r.) heeft
aan de ministers van justitie en van
binnenlandsche zaken de volgende
vragen gesteld:
1. Is het den ministers bekend, dat
door een aantal woonwagenbewoners in
ons land bittere armoede wordt geleden?
2. Is het den ministers ook bekend, dat
die armoede o.m. leidt tot zeer slechte
woningtoestanden?
3. Hebben de ministers met name ken
nis genomen van hetgeen eenige dagen
geleden in dit opzicht is gebleken in het
woonwagenkamp tusschen Osdorp en
Halfweg, waar een vader, een moeder en
tien kinderen in één woonwagen huizen
en daar ook, als het ware weggestuwd, den
nacht doorbrengen?
4. Zijn de ministers bereid te bevorde
ren, dat de wet op de woonwagens en
woonschepen zoodanig wordt uitgevoerd,
dat het onmogelijk wordt, dat zich op dit
gebied toestanden voordoen, die zoowel uit
hygiënisch als uit moreel oogpunt zeer
ongewenscht moeten worden geacht?
5. Zijn de ministers bereid op korten
termijn een onderzoek te doen instellen
naar het aantal der woonwagenbewoners
in ons land en naar hun leefwijze, en van
het resultaat van dat onderzoek aan de
Kamer mededeeling te doen?
6. Zijn de ministers bereid, in afwach
ting van dat resultaat en van de maat
regelen, welke wellicht van een zoodanig
onderzoek het gevolg zouden kunnen zijn,
het initiatief te nemen tot de totstand
koming van een regeling, welke het
mogelijk maakt, dat in de meest nijpende
gevallen van honger en kou onder deze
mer.sehen, geliik zich o.a. aan 1 et eind van
de vorige week in het genoemde kamp
hebben voorgedaan, van overheidswege
helpend wordt opgetreden?
De heer Weitkamp (c.h.) heeft de vol
gende vragen gericht aan den minister
van economische zaken:
1. Is het den minister bekend, dat het
dusgenaamde reconvalescentserum, zoowel
hier te lande als in België gebruikt en
aanbevolen, als voorbehoedmiddel tegen
mond- en klauwzeer onder de koeien, in
ons land 8, in Bejgië echter slechts 0.60
per liter kost?
2. Zoo ja, is dan dt minister bereid, te
zorgen, dat dit groote prijsverschil tot de
juiste proporties worde teruggebracht?
Voorts heeft de heer Weitkamp (c.h.)
den minister van economische zaken de
volgende vragen gesteld:
1. Is het waar, dat de te Steenwijk in
de Unileverfabrieken verwerkte Lithau
sche varkens, geconserveerd zyn in met
een Nederlandsch merk voorziene bussen?
2. Zoo ja, is dan de minister bereid
om, ter voorkoming van minder juiste
concurrentie met het Nederlandsche pro
duct, te gelasten, dat in het vervolg geen
buitenlandsch, alhier verwerkt, vleesch
onder Nederlandschen naam mag worden
uitgevoerd?
JUBILEUM B. A. WILLEMSE.
Op 2 Jan. 1939 hoopt de heer B. A. Wil
lemse den dag te herdenken, dat hij vóór
40 jaren als boekhouder in dienst trad van
de Victoria Bron N.V., gevestigd te Amster
dam. De heer Willemse -is in 1925 benoemd
tot procuratiehouder. 1
ISAaC GANS FONDS.
Het Uitvoerend Comité ten behoeve van
de Buitengewone Steunactie voor de „Jood-
sche Invalide" had zich aanvankelijk tot doel
gesteld, het. voor de voltooiing van het ge
sticht ontbrekende bedrag byeen te brengen.
Tot dusver ontving hét Uitvoerend Comité
125.000, doch een groote som dient nog te
worden verkregen.
Het plotselinge verscheiden van den direc
teur der Joodsche Invalide heeft het plan
doen rijpen, over te gaan tot het stichten van
een Isaac Gans Fonds.
Het voorloopig bestuur herinnert de be
wonderaars van wylen den heer Gans aan
zijn streven en beseft, hoe levendig de
wensch bij talloozen zal zijn, om, tegen het
tijdstip, waarop men zich de officieele ope
ning van het voltooide gebouw gedacht had,
den lievelingswensch van den overledene,
zooveel als eenigszins mogelijk is, in vervul
ling te doen gaan: den bouw schuld vrij te
maken. Hetgeen thans, en later, méér
wordt ontvangen, zal door het fondsbestuur
worden besteed op een wijze, als het meest
met de wenschen van den heer Gans zou
strooken.
Bij overmaking per postgiro aan de Firma
Mendeissohn Co., Amsterdam (No. 34750).
gelieve men bij te voegen: „Isaac Gans
Fonds".
Tengevolge van de gladheid zijn
gisteravond op den Rijksstraatweg
AmersfoortZwolle, onder de gemeen
te Nijkerk kort na elkaar twee ver
keersongelukken gebeurd.
Nabij „Huize Salentijn" reed een auto
tegen een boom, waardoor de inzittenden
licht werden gewond. Na verbonden te zijn,
konden zy op eigen gelegenheid naar huis
gaan.
Tusschen Nijkerk en Putten botste eeni-
gen tijd later een auto, bestuurd door den
heer Koekoek uit Amersfoort, eveneens
tegen een boom. De botsing geschiedde met
zooveel kracht, dat de auto geheel in el
kaar werd gedrukt.
De heer Koekoek werd ernstig gewond
naar het wijkgebouw te Nijkerk overge
bracht.
Op den Rijksweg nabij den heuvel
Langenberg bij Ede is gistermiddag een
autobotsing geschied.
Een bus van de Geldersche tram draaide
plotseling naar links den ouden verbin
dingsweg naar Ede in, terwijl een perso
nenauto, bestuurd door den heer G. J.
Elferink uit Amsterdam achter de autobus
reed. De personenauto kwam bij het rem
men door de gladheid van den weg te
slippen en geraakte daarbij op de linker
weghelft.
Op dat oogenblik naderde een
Amerikaansche auto van de tegen
overgestelde zijde. Een botsing was
niet meer te Vermijden. Van de vier
inzittenden van den Amerikaanschen
wagen werd de bestuurder, de heer
J. J. Sonne uit St. Louis, ernstig aan
het hoofd gewond. Van de andere
auto liep de naast den heer Elferink
gezeten persoon eveneens verwon
dingen aan het hoofd op.
Beide gewonden werden naar het
Diaconessenhuis te Arnhem overgebracht.
De auto's werden van voren in elkaar
gedrukt.
DOOR TRAMWAGEN AANGEREDEN.
In de Frederik Hendrikstraat te Amster
dam is gisteravond een 63-jarige man aan
gereden door een passeerenden tramwagen.
Met een schedelbasisfractuur is het
slachtoffer in ernstigen toestand naar het
Wilhelmina gasthuis vervoerd.
De politie van Ede heeft vijf personen,
allen wonende te Ede, aangehouden, die
verdacht worden van diefstal of mede
plichtigheid daaraan, van kippen, konijnen
en steenkolen in Ede en verren omtrek.
Eenigen hunner zijn reeds verscheidene
malen, soms zelfs zeven keer, wegens
diverse misdrijven met de justitie in aan
raking geweest .Door deze arrestatie is,
zoo meent men, voorshands aan de on
veiligheid op het Neder-Veluwsche plat
teland een einde gemaakt.
HULP AAN SPANJE.
De vice-president van het Amerikaan
sche Roode Kruis, de heer Swift, schrijft
het volgende over zijn indrukken uit
Spanje:
„Ik bevond me te Badalona, toen de
luchtmacht gedurende,'60 minuten aan één
stuk, dit charmante visschersdorpje ge
bombardeerd en beschoten heeft. Thans
is het nog slechts een hoop puinen. Er zijn
geen schuilplaatsen, want het materiaal
hiervoor ontbreekt. Ik zie nog altijd die
kleine kinderen, verscholen in de hoeken
van de nog heelgebleven portalen beven
de en huilende van angstDiezelfde
kinderen toonden me enkele oogenblikken
vroeger hun naieve teekeningen, waarin
altijd twee thema's teruggevonden worden,
die in hun jonge hersentjes rondspooken:
vliegtuigen en honger.
„Ik heb heel den oorlog in Frankrüu
doorgemaakt ;ik heb heel wat versS
kelyke dingen en heel wat ellende mcïl
maakt, maar dat zal ik nooit kunnen lil'
geten of vergeven. er-
„Daarenboven wil ik, als ik terue in
Amerika ben. mijn pogingen verdubbeld
om onzen steun aan de burgerbevolking
te voeren. Ik heb ter plaatse kunnen con
stateeren, dat de levensmiddelen die w"
zenden, rechtvaardig worden verdeeld en
tot het maxinwjm gebruikt worden om de
burgers en vooral de kinderen by te staan
„Het is goed aan te stippen, dat het ge
baar van de Vereenigde Staten, op initia~
tief van de regeering Roosevelt, om Spanië
te hulp te snellen, reeds nagevolgd werd
door de regeeringen van Brazilië, Cuba en
de Dominicaansche Republiek. Maar dat
is niet voldoende. Het is absoluut nood
zakelijk, dat de landen, die een overschot
aan levensmiddelen hebben, zooals bij
voorbeeld graan, dit naar Spanje sturen
Het gironummer van de commissie
„Hulp aan Spanje", dat overal goed werk
voor kinderen doet is 204040, Keizers
gracht 495a, Amsterdam.
DE FINANCIEELE MOELIJKHEDEN
VAN „ARTIS".
Aan houders van 3 procent leening
1927 uitstel gevraagd en gekregen.
Houders van obligaties van de 3 procent
p.iet-hypothecaire leening 1927 100.000)
ten laste van het Koninklijk Zoölogisch Ge
nootschap „Artis" Natura Magistra zijn
gistermidag in een der zalen van „Artis"
bijeengekomen in verband met een voorstel
van het bestuur van het genootschap tot
het verleenen van uitstel tot 1 Juli 1939 van
uitlotingen, aflossing en betaling var de
achterstallige en van de op 1 Januari 1939
te verschijnen rente.
Deze vergadering was noodzakelijk door
het niet aanvaarden van het bestuursvoor
stel op de laatst gehouden vergadering van
obligatiehouders van de hypothecaire obli
gatielening 1895.
Men zal zich herinneren dat de houders
van obligaties der 3 procent niet-hypothe-
caire leening op 11 October j.1. algeheele
aflossing tegen f 174.75, hadden aangeno
men, mits ook met de houders van hypo
thecaire obligaties tot overeenstemming
kon worden gekomen.
Deze laatsten verwierpen echter het be
stuursvoorstel, verleenden daarentegen als
nog een uitstel tot 1 Juli 1939, zoodat ook
de regeling met de houders der niet-hypo-
thecaire obligaties geen beteekenis meer
had.
De vergadering van dezen middag stond
onder leiding van den heer Robert May,
die zeide, dat er nog steeds onderhandelin
gen gaande zyn om te trachten een voor
obilgatiehouders betere regeling te treffen,
doch eenige inlichtingen daaromtrent kon
hy thans nog niet geven.
Zonder bespreking en zonder stemming
werd het reeds genoemd bestuursvoorstel
drama aangenomen.
De vergadering had slechts 5 minuten
geduurd. v 3».£
VLIEGTUIG VANDAAG NIET NAAR URK.
Er zal vandaag geen vliegtuig naar Urk
kunnen komen, aangezien de gelegenheid
voor een landing ongeschikt is.
Daarom gaat er heden een ijsvlet met
tien personen naar Kampen, teneinde de
postdienst en het goederenverkeer te on
derhouden. Zy zullen te Kampen overnach
ten en Vrijdagmorgen vroeg naar Urk
terugkeeren.
Om half twee gistermiddag zyn op Urk
vier mannen aangekomen met 600 pond
vleesch uit Enkhuizen. Zij waren gister
ochtend half zeven vandaar vertrokken.
Voorts is gisteren op Urk een sportvlieg-
tuig met twee passagiers gedaald.
ONGEVAL IN DE ROTTERDAMSCHE
HAVEN.
Arbeider gedood.
Aan boord van het in de Maashaven te
Rotte'rdam liggende Engelsche stoomschip
„Harmony" heeft de 49-jarige J. J. van
Nieuwkerk uit de Westerbeekstraat een
vallende laadboom op het hoofd gekregen.
Met een schedelbreuk werd hij per zie
kenauto naar het ziekenhuis aan dé"
Coolsingel overgebracht, waar hij aan de
bekomen verwondingen is overleden.
p-~*~
3)
Zooals bekend, was barones Vetsera een
geboren Baltazzi. En in de familie Baltazzi
wist men over het gedenkschrift reeds meer
te vertellen. Men wist ook de moeder
maakt er in haar memoires trouwens tel
kens zinspelingen op dat Maria Vetsera's
moeder na de tragedie zelf verschillende
naspeuringen gedaan heeft. Zy geraakte
in het bezit van de brieven, welke 'haar
ongelukkige dochter aan een vriendin ge
schreven had. Het gedenkschrift citeert de
ze brieven bijna woordelijk. En men kan
hieruit de laatste levensdagen van Maria
Vetsera bijna reconstrueeren. De moeder
had verder een onderhoud met de gezel
schapsdame en bovendien vond ze in een
ijzeren casette Maria Vetsera's kalender
waarin zij de belangrijkste dagen had aan-
geteekend: Helena Vetsera bracht eenigen
tijd op Mayerling door, las de overlijdens-
acte, sprak met den priester en een jaar
na de tragedie, toen zij alles zag beter
gezegd: toen zij alles voelde zette zy
zich aan haar schrijftafel en schreef haar
memoires.
Waarom heeft Helena Vetsera, die elke
publiciteit verafschuwde, de waarheid over
Mayerling laten drukken en waarom heeft
zij het aan de kranten willen sturen? De
eerste bladzijden van het gedenkschrift ge
ven antwoord op deze vragen.
Hoe kwam ik aan de memoires van ba
rones Vetsera en hoe heb ik dit document,
dat veertig jaar lang tevergeefs gezocht
werd, gevonden?
Daarop zal ik u zelf in een volgend
hoofdstuk het antwoord geven.
Wereldgeschiedenis in een oud sigarenkistje.
Een verslaggever heeft slechts één ver
trouwden vriend: Het Toeval. Dat laat hem
nooit in den steek. Daar ik van het be
staan van het gedenkschrift van Helena
Vetsera afwist, heb ik er vele jaren tever
geefs naar gezocht. Dikwijls reisde ik er
voor naar Weenen. Maar noch mijn vrien
den, noch de toen nog in leven zijnde per
sonen uit hofkringen konden mij helpen.
Dat ik het document desondanks vieren
twintig uur in mijn bezit heb gehad, dank
ik slechts het Toeval
Toen ik trachtte den roman van keizer
Frans Jozef en de actrice Katharina
Schratt uit te zoeken en vele maanden in
paleizen, kleine dorpjes en badplaatsen
doorbracht, ontdekte ik eindelijk de eeni
ge foto van Katharina Schratt aan de zijde
van den keizer. Er bestaan natuurlijk tal-
looze opnamen van hen beiden, van dsn
keizer nog veel meer dan van Katharina
Deze liet zich niet gaarne fotografeeren en
heelemaal niet, nadat zij, nu drie-en-twin-
tig jaar geleden, den vorst in Kremsir
leerde kennen. Noch in Schönbrunn, noch
in Ischl, noch in den Hofburcht vindt men
een portret, waar zij samen op voorkomen,
maar Ketterl, de kamerdienaar van den
keizer, zinspeelt er in zijn memoires op,
dat het den bekenden schilder Tom Dreger
gelukt is, het paar bij de Gloriette te
Schönbrunn samen te fotografeeren. Dre
ger, die den keizer in dien tyd ook in ge
neraalsuniform had geschilderd, behield
deze foto. Alleen zijn de figuren zoo klein
en van zoover af genomen, dat men zij»
fantasie te hulp moet roepen om er Ka
tharina Schratt en keizer Frans Jozef in te
herkennen.
Te Ischl, waar ik dikwijls naar materiaal
zocht, wist de beste kenner van de glans
periode van Ischl, Kurdirector Berkovitch,
mü te vertellen, dat het in \ugustus 1913
een Zwitserschen fotograaf gelukte 'n foto
van het paar te maken op de brug, die elk
jaar voor den keizer over de beek werd
geslagen en die niemand anders gebruiken
mocht zy heette ook de „Keizersbrug".
De waakzame detectives ontdekten den
„aanslag" echter en namen het toestel van
den Zwitser in beslag. Den volgenden dag
kreeg hij zijn eigendom terug, toen hij
dreigde de regeering van zijn land erin te
zullen betrekken, echter zonder de platen.
Als attentie kreeg hij toen van de politie
te Ischl duizend nieuwe platen.
Aangezien de toenmalige politiechef van
Berlijn, baron Gorup, van dit voorval mel
ding aan het kabinet had gemaakt, zocht
ik langen tjjd naar sporen hiervan in ver
schillende akten.
Na drie maanden van ijverig zoeken ge
lukte het een mijner vrienden de hand te
leggen op de betreffende akte, die als
„vertrouwelijk" was gemerkt. Hierin werd
nauwkeurig vermeld, dat een Zwitsersche
fotograaf op 14 Augustus 1913 zyn toestel
„in bewaring r:oet geven" en het eerst den
volgenden dag terugkreeg. In het bijzijn
van detectives werden de zich in het toe
stel bevindende platen door een fotograaf
te Ischl ontwikkeld. Er werden slechts twee
afdrukken gemaakt voor men de plaat
vernietigde. Maar de fotograaf Hofer mocht
er geen van behouden: één exemplaar kreeg
de keizer; het andere werd by de betref
fende acte ingesloten.
Tot mijn groote verbazing was deze foto
er nu echter niet meer bij. En ik brak mij
het hoofd over de vraag, waar deze geble
ven kon zyn.
Uit ervaring wist ik, dat slechts heel
weinig menschen inzage van vertrouwe
lijke raporten krijgen en dat deze het rap
port na inzage moesten parafeeren. De
laatste paraaf was afkomstig van graaf
Arthur Polzer—Hoditz, uit het jaar 1917.
Hij was de laatste chef van het kabinet der
monarchie en moest de foto gezien heb
ben, toen de keizer reeds dood was. Mis
schien kon hij mij inlichten?
De graaf woont thans in een prachtige
villa te Baden, waar hij zijn memoires
schrijft. Zijn boek over keizer Karei heeft
een succes gehad, als weinig andere pro
ducten der na-oorlogsche literatuur. Het
werd in het Engelsch, Fransen en Itali-
aansch vertaald en nog steeds verschijnen
er herdrukken van.
Ik zocht den graaf op en zette hem di
rect in het begin van ons gesprek uiteen,
wat ik van hem hebben wilde.
„Ik zou Uwe Excelentie zeer verplicht
zynzei ik, „als U mij de foto waar me
vrouw Schratt en keizer Frans Jozef te
zamen opstaan, voor korten tijd in bruik
leen wilde geven".
Hij keek my verbaasd aan en vroeg
lachend:
„Ik heb die foto nog nooit aan iemand
laten zien. Hoe weet U, dat die in mijn
bezit is?"
Ik vertelde hem openlijk, hoe ik daar
achter gekomen was, aangezien mijn erva
ring mij reeds geleerd had, dat een ver
slaggever nooit om de dingen heen moet
draaien. Met waarheid bereikt hij veel
eerder zijn doel. En de juistheid van deze
opvatting werd ook ditmaal bewaarheid.
De graaf luisterde zwijgend naar het
geen ik te vertellen had en verdween toen
in de aangrenzende kamer. Aangezien de
deur openstond, hoorde ik het klikken van
een slot. Blijkbaar werd er een kast of een
schuiflade geopend. Toen kwam de pala
dijn van keizer Karei terug en in zijn be
vende handen hield hij een stoffig ou
sigarenkistje. Het was een tamelijk gr°°
kistje, dat hij nu van het stof ontdeed,
zoo'n kistje van dikke importsigaren, da
men in burgerlijke kringen nauwelijks aan
zal treffen. De deksel werd vastgehoude
door een geel-met-zwarten band, waar.jje
verscheidene zegels hingen, die hetzel
wapen vertoonden, als de graaf in zijn ze
gelring had...
Deze zegelring draagt hij thans n
aan den wijsvinger van zijn rechterhand.-
Graaf PolzerHoditz nam een za^mes],
van de schrijftafel, sneed voorzichtig -
zegels door en knoopte het bandje
Daarna begon hy tusschen de vergee
papieren en foto's te zoeken.
(Wordt vervolgd)-