DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 5 Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK.
Vrijdag 6 Januari 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
141e Jaargang
Daladier verlaat Tunis.
Verbolgenheid derltaliaansche pers.
De politieke gebeurtenissen
En de Duitsche pers.
Enorme Japansche
moeilijkheden.
Verklaring van Hiranuma.
De reis van Chamberlain
naar Rome.
Geen bemiddeling in de Italiaansche
eischen.
Regeeringstroepen in den
aanval.
Doch ook.Franco boekte successen.
De algemeene toestand.
Ontdekten de Sovjets
Nazi-geheimen?
Vergeefsch onderzoek van
Himmler's politie.
Nieuws in 't kort.
ALKMAARSCHE COURANT.
Na zijn verblijf te Gabes bezocht mi-
nister-president Daladier gister Sfax,
een bloeiende stad met een jonge ha
ven en modernen stadsaanleg, een
blanke vlek tusschen de blauwe zee en
het donkere groen van een enorm olijf
woud van 1800 hectaren en 7 millioen
olijfboomen.
De reis van den minister-president
vorderde nu met groote snelheid. Met
een vaart van meer dan honderd kilo
meter per uur bracht de Micheline het
hoofd der Fransche regeering naar
Sousse.
Terwijl de zon stralend aan het hoogste
punt van den hemel stond, werd een be
zoek gebracht aan de ruïne van het Colos-
seum van El Djem, het grootste Romein-
sche amphitheater, dat nog beter bewaard
bleef dan dat van Rome.
Evenals overal elders reeds het geval
was, had de bevolking ook hier de stad met
palmen en vlaggen versierd, terwijl zij den
heer Daladier een bijzonder geestdriftige
ontvangst bereidde.
Toegesproken door den Caid van de stad
wist Daladier ook hier weer woorden te
vinden om van zijn ontroering voor de
uitermate hartelijke ontvangst blijk te ge-
venen.
Te Sfax trokken troepen aanhangers van
de Arabische nationale beweging in langen
stoet voorbij den minister-president, terwijl
zij groote spandoeken met zich voerden,
waarop te lezen stond: „Leve Daladier".
In den namiddag reikte de heer Daladier
een nieuw vaandel uit aan een pas ge
vormd regiment tirailleurs.
In den avond bereikte hij Bizerta, waar
hij zich aan boord begaf van de „Foch",
om een bezoek te brengen aan Algiers.
De totale indruk van het bezoek van Da
ladier aan Tunis is, dat de geheele bevol
king in voorbeeldige eensgezindheid en in
volkomen aanhankelijkheid haar trouw
aan de Fransche vlag heeft vernieuwd en
dat de welstand en cultuur brengende, be
schermende mogendheid er in geslaagd is,
in korten tijd door enorme verdedigings
werken het land tegen alle invallen te be
schermen.
Omtrent het bezoek van Daladier aan
El-Djem, op weg van Sfax naar Sousse,
meldt Havas nog, dat den Franschen mi
nister-president daar een bijzonder uitbun
dige ontvangst ten deel viel.
Een afgevaardigde van den grooten raad
verklaarde bij de ontvangst, dat zijn land-
genooten het Fransche protectoraat als een
natuurlijk regime beschouwen en dat zij
God ervoor dankten, dat Hij het hun ge
schonken had.
Te Sousse heeft Daladier eenige koloniale
regimenten geïnspecteerd.
Aan de geweldige toejuichingen, die de
minister-president hier in ontvangst had te
nemen, werd niet alleen door de Franschen
en Arabieren deelgenomen, doch ook door
de leden van de buitenlandsche kolonies,
de Britsche, Maltezer en zelfs de Italiaan-
sche.
Het enthousiasme duurde nog voort, lang
nadat Daladier, na een oponthoud te Sousse
van een twintig minuten, naar Bizerta was
vertrokken.
Daladier telegrafeert.
Van boord van den kruiser „Foch" heeft
Daladier een telegram gezonden aan presi
dent Lebrun, waarin hij zich gelukkig prijst
te kunnen getuigen van de gevoelens van
aanhankelijkheid jegens het moederland
van het geheele protectoraat.
In een tweede telegram aan den Fran
schen resident-generaal van Tunis zegt Da
ladier: „Voor de geheele wereld heeft het
volk van Tunis zich kunnen toonen zooals
het is: onwankelbaar gehecht aan zijn be
stemming als lid van de groote Fransche ge
meenschap. Namens mijzelf en namens de
regeering zult gij uitdrukking geven aan
mijn zeer groote voldoening jegens al de
genen, wier organisatie-talent de bevolking
in de gelegenheid stelde, haar wenschen te
vertolken in zulk een grootsche manifesta
tie van zulk een geweldige symbolische
draagwijdte. Daar, waar het moet, zal ons
glorierijke leger van Afrika te land, ter
zee en in de lucht een nieuwe bladzijde toe
voegen aan zijn boek van verdiensten".
Italiaansche pers roert zich.
De Italiaansche pers laakt de „antl-
Italiaansche provocaties" in Tunis. In
hun commentaren wijzen de bladen op
de fiere protestmotie, welke is aange
nomen door de vertegenwoordigers der
instellingen en organisaties, welke alle
Italianen in Tunis omvatten en op de
plechtige bevestiging in die motie van
de onaantastbaarheid van hun rechten,
geheiligd door de verdragen en door
het gewoonterecht.
Anderzijds wijzen zij er op, dat, indien
de gestie van Daladier te Ajaccio, waar hij
met zijn dolk zwaaide, belachelijk was, dat
gene, wat in Tunis gebeurde, met name de
smaad, de Italiaansche vlag aangedaan,
(bedoeld wordt het incident in Tunis op 3
Jan., waarbij Tunesische en Fransche be-
toogers de Italiaansche vlag afrukten van
een Italiaansche kleermakerswinkel in de
Rue d'Italie) misdadig is.
„De rekening van Italië met Frankrijk",
aldus schrijft de „Stampa" wordt langer,
maar Frankrijk zal haar naar billijkheid
tot de laatste centime betalen".
De „Popoio d'Italia" schrijft, naar 't D.
N. B. meldt, o.a.: „De reis van den Fran
schen minister-president heeft het karakter
van een openlijke vijandige manifestatie
jegens Italië aangenomen, welke in scherpe
tegenstelling staat tot de officieele terug
houdendheid van Italië".
De „Stampa" schrijft voorts nog: „De
nieuwe anti-Italiaansche tumulten, welke
tegen het Italiaansche volk en den duce ge
richt waren, hebben de spanning na de ge
beurtenissen van December, welke het ge
duld der Italianen reeds tot het uiterste op
de proef hebben gesteld, nog meer doen
toenemen".
„La Sera" constateert, dat „de demon
straties in Tunis ter eere van Daladier in
een atmosfeer van ijzige koelte zijn verloo-
pen, welke slechts door het enthousiasme
van eenige duizenden Fransche beambten
en van de Joden-massa gered kon worden".
„Geen Italiaan en geen Arabier, aldus het
blad, heeft zich tijdens den tocht van den
minister-president en bij de militaire para
des opgesteld onder de rijen juichende toe
schouwers. De afwezigheid der Arabieren
is symptomatisch geweest".
De nieuwe houding der Duitsche pers,
welke, naar -het schijnt, wordt ingegeven
door de zorg Italië te steunen aan den
vooravond van de reis van Chamberlain
naar Rome, komt tot uitdrukking in een
artikel in Lokal Anzeiger, dat getiteld is
„Parijs miskent Rome". Het blad doet een
feilen aanval op den openbare meening in
Frankrijk en Engeland voor de wijze,
waarop zij de reis van Daladier uitleggen.
Het blad schrijft met name: „De betoo
gingen in Tunis werden georganiseerd
door de Joodsche en Marxistische bevol
king, ten einde op te hitsen tegen Italië en
tegen Duitschland.
Onder leiding van den duce heeft het
Italiaansche vonk den door Frankrijk en
Engeland geleide Santeoorlog gewonnen.
Dat wettigt, zijn eischen".
De Völkische Beobacher schrijft: Italië
zal zich niet laten intimideeren.
Na de eerste vergadering van het
nieuwe kabinet heeft minister-president
Hiranuma een verklaring afgelegd. Hij
zeide:
„Het is nauwelijks noodig te vermel
den, dat Japan staat tegenover een kri
tieken toestand, die zijn weerga .niet
heeft in de Japansche annalen, en het
is geen gemakkelijke taak dien te bo
ven te komen. Ik geloof echter stellig,
dat het niet onmogelijk is deze moei
lijkheid te overwinnen, wanneer regee
ring en, volk zich slechts hecht aaneen
sluiten oiider den keizerlijken invloed
en volledig ruimte .geven aan den tra-
ditioneelen geest.
De geschiedenis toont, dat de Japansche
natie tot dusverre iedere nationale crisis
beantwoord heeft met hechte eenheid en
duidelijke solidariteit en dat zij de nationa
le structuur met haar bewustzijn verder
versterkt heeft. De tegenwoordige aange
legenheid is uiterst dringend en eischt een
verdere eenheid en solidariteit der natie.
De algemeene politiek van het nieuwe
kabinet zal te gelegenertijd worden gepu
bliceerd. Intusschen echter is het onnoodig
te zeggen, dat de algeheele nationale hulp
bronnen geconcentreerd behooren te wor
den ter bereiking van het doel der Japan
sche expeditie in China.
Wat de beëindiging betreft van het Chi-
neesche incident, zal het nieuwe kabinet
de onveranderlijke politiek voortzetten, die
door zijn voorganger is geformuleerd en
door den keizer goedgekeurd. Het nieuwe
kabinet heeft ook gesloten alle geformu
leerde programma's ten uitvoer -te.- leggen
en heeft zijn taak aangevangen in overeen
stemming met deze onveranderlijke poli
tiek.
Ik ben diep onder den indruk van den
angstvalligen zorg, die door de natie be
steed wordt aan het verrichten van haar
plicht als volk achter de kanonnen, waar
bij zij zich de ontberingen en. nooden, die
geleden worden door de expeditietroepen
in China, voor den geest haalt en een be
reidwillig oor leent aan de ongemakken,
die de crisisorganisatie van haar land be
geleiden, Onder de huidige omstandighe
den ben ik vastbesloten mijn best te doen
om de moeilijkheden te boven te komen,
waartegenover Japan geplaatst is, met
grooten moed en hoop, in samenwerking
met de geheele natie en ter uitvoering van
de keizerlijke wenschen".
Chamberlain heeft gistermiddag in
Downingstreet een onderhoud gehad met
Halifax ten vervolge op de Woensdag
avond door de beide ministers gevoerde
besprekingen, die zelf weer voorafge
gaan waren door een bezoek aan den
Franschen ambassadeur Corbin.
Wat Italië betreft, blijft men in diploma
tieke Engelsche kringen verklaren, dat, in
overeenstemming met de door de Fransche
regeering uitgesproken wenschen, de Brit
sche regeering niet alleen geen bemidde
lingsactie tusschen Parijs en Rome in de
kwestie der Italiaansche eischen zal onder
nemen, maar vooral zich niet zal leenen tot
een Italiaansche manoeuvre, die er uit zou
bestaan Chamberlain tot tolk of pleitbezor
ger te maken van een Romeinsche These,
hoe gematigd die ook moge zijn.
Men geeft te kennen, dat Chaimberlain's
streven vooral de Spaansche kwestie zal be
treffen en de noodzakelijkheid van een
terugtrekking van vrijwilligers en materiaal
Hij zou klem zetten op het feit, dat een
opheffing der buitenlandsche inmenging
het zekerste middel zou zijn om in staat te
stellen tot een nuttige hervatting van de
Fransch-Italiaansche onderhandelingen.
Chamberlain en Halifax hebben, naar men
meent, ook van gedachten gewisseld over
den. to.estand in het Verre Oosten en de be
dreiging der Britsche belangen. De moge
lijkheid van egn economisch optreden in een
reeds eerder aangeduiden vorm zou be
sproken zijn, maar een onmiddellijk optreden
kan niet verwacht worden. Andere leden
van het kabinet, die betrokken zijn bij dit
probleem, zullen hierover later geraad
pleegd, worden.
Aan het front van Estremadura heb
ben de regeeringstroepen na drie uren
harden strijd den Patuda pas in den
sector van Valsequillo bezet. De aan
val was gisterochtend, om half negen
ingezet. De opstandelingen leden ern
stige verliezen en lieten een aanzien
lijke hoeveelheid materiaal en tal van
gevangenen achter. De strijd duurt nog
voort en het initiatief is aan de regee
ringstroepen/ Alle wapens nemen deel
aan het gevecht dat buitengewoon he
vig is.
ALKMAAR, 6 Januari 1939.
De Poolsche minister van buitenland
sche zaken, Beek, is gisteren te Berchtes-
gaden aangekomen voor een bezoek aan
den Duitschen rijkskanselier Hitier Dit
bezoek is zoo wordt uitdrukkelijk uit
Berlijn gemeld, van zuiver particulieren
aard, maar intusschen heeft het in werke
lijkheid een zeer officieel karakter gehad.
Immers, Beek en Hitier hebben gistermid
dag een langdurig onderhoud gehad, waar
bij ook tegenwoordig waren de Duitsche
minister van buitenlandsche zaken von
Ribbentrop, de Duitsche ambassadeur te
Warschau en de Poolsche ambassadeur te
Berlijn.
Wat is er gedurende dit onderhoud ter
tafel gekomen? Helaas, van officieele zijde
is daarover niet bekend geworden. Het
spreekt aldus verklaart men van semi-
officieele zijde vanzelf, dat een dergelijk
particulier bezoek van den minister van
buitenlandsche zaken van een met Duitsch
land bevriend land geenszins een verras
sing of iets sensationeels beteekent en het
zou daarom volkomen misplaatst zijn er
groote politieke combinaties aan vast te
knoopen. Men kan, zoo zegt men, natuur
lijk aannemen, dat het onderhoud de ge
legenheid bood verschillende kwesties,
waarbij de beide landen betrokken zijn, ter
sprake te brengen.
Volgens doorgaans welingelichte politie
ke kringen in Berlijn heeft het onderhoud
tusschen Hitier en Beek betrekking gehad
op het vraagstuk der Middellandsche zee.
Duitschland en Polen zouden beide even
zeer wenschen te weten, welk standpunt de
ander ten aanzien van de Fransch-Itali
aansche spanning inneemt. Niettemin is
het niet bekend, tot welk resultaat deze
gedachtenwisseling geleid heeft. Hitier
zou Beek verder een uiteenzetting hebben
gegeven van de klachten der Duitsche
minderheid in Polen, in het bijzonder in
Oswa, dat door Tsjecho-Slowakije aan
Polen is afgestaan.
Men meent te weten, dat Beek heeft be
toogd, dat de Duitsche pers een overdre
ven beteekenis toekent aan de eischen der
Oekraiensche minderheid in Polen, welke
de regeering te Warschau op grond van de
Duitsch-Poolsche persovereenkomst, be
handeld wenscht te zien als een zuiver bin-
nenlandsche aangelegenheid
Ook is gesproken over de Poolsche
Joden, die uit Duitschland gezet zijn.
In politieke kringen verzekert men
voorts, dat het Memelvraagstuk behandeld
is en dat men op grond van het onderhoud,
dat drie uur duurde, heeft kunnen consta-
teeren, dat het tienjarige accoord, door
Hitier en Pilsoedski gesloten, zijn volledige
beteekenis en kracht heeft behouden.
Van semi-officieele zijde wordt voorts nog
medegedeeld: Na hunne besprekingen heb
ben Hitier en Beek met de overige heeren
de thee gebruikt. Tegen kwart over zes
vertrok Beek. Hitier en Von Ribbentrop
begeleidden hem naar zijn r.uto en namen
daar zeer hartelijk afscheid van hem. Beek
reed naar het station Berchtesgaden, van
waar hij met een specialen trein naar
München ging, vergezeld door den Pool-
schen ambassadeur te Berlijn, den Duit
schen ambassadeur te Warschau, den
kabinetschef van Beek, den chef de proto
col en de overige leden van het gevolg van
den Poolschen minister van buitenland -
schen zaken.
Beek is in München in het hotel „Die
Vier Jahreszeiten" afgestapt en zal heden
avond weer naar Warschau vertrekken.
De N. R. C.-correspondent te Berlijn
wijst er nog op, dat een onderhoud met
Beek te meer noodig was, omdat een Oost-
Pruisisch dagblad dezer dagen had ge
schreven, dat Duitschland belang had bij
een autonomiseering van alle Oekrainers,
ongeacht in welk staatsverband zij op het
oogenblik leefden. Daarbij waren bij de
ongeveer 33 millioen op Russisch gebied,
stilzwijgend ook de 5K millioen op Poolsch
gebied en de enkele honderdduizenden op
Tsjechisch en Roemeensch gebied inbe
grepen.
Zoo kon men dit artikel althans opvat
ten en de publicatie kwam dus practisch
zeer weinig van pas.
Wat men nu, iets vroeger dan aan
vankelijk in het voornemen fag, aan Beek
heeft te kennen gegeven, is, dat Duitsch
land weliswaar aanneemt, dat het vraag
stuk der autonomie van de Oekraine eer
lang acuut zal worden, dat Duitschland
een autonoom worden van de Oekraine
ook met sympathie tegemoetziet, al was
het alleen maar, omdat dit land daardoor
in staat zou worden gesteld, zijn overschot
aan landbouwproducten tegen industrie
producten te verkoopen waarheen het
wilde, in het bijzonder aan Duitschland,
maar dat Duitschland daarbij nooit aan
een ander deel van de Oekraine had ge
dacht en zou denken als aan het Russische
gedeelte.
Naast dit hoofd-onderwerp kunnen ook
andere actueele kwesties terloops zijn be
sproken, gelijk de kwestie van uit Duitsch
land verbannen Poolsche Joden.
Laatstgenoemde kwestie wordt hier
thans, gelijk men weet, behandeld dóór een
Poolsche commissie onder Zamorski van
het Poolsche ministerie van buitenland
sche zaken. Het gaat daarbij nog steeds in
hoofdzaak om het door Polen verlangde
transfer van ongeveer 25 pet. van het ver
mogen dezer Poolsche Joden. In afwijking
van de houding, welke de Duitsche regee
ring bij de eerste onderhandelingen over
dit onderwerp aannam, is zü thans in be
ginsel bereid toe te stemmen in een
traisfer van ongeveer 25 pet. van hét ver
mogen van deze Joden. Ook al zouden deze
25 pet. niet in handen van de verbannen
Joden zelf, maar voorloopig in die van de
Poolsche regeering komen en al zou deze
ze gebruiken tot een verdere emigratie
van deze Joden, dit is van Duitsche zijde
in alle geval een aanzienlijke concessie,
welke kan worden opgevat als een bevesti
ging van het streven der Duitsche regee
ring om het met Polen niet te verkerven.
De opmarsch der rechtschen.
Borjas Blancas, dat de troepen van Fran
co gister bezet hebben, is een sleutelstel
ling in de linksche verdedigingslinies aan
den zuidkant van het Catalaansche front.
De noordelijke arm van den tang, die
zich om Barcelona dreigt te sluiten, reikt
thans tot Ana, dat voorbij het belangrijke
knooppunt vanwegen Artesa de Segre ligt.
en de zuidelijke arm tot Borjas Blancas en
de heuvels van Llazgas, ten zuiden van
dezestad.
Aan den noordkant van het front dron
gen de rechtsche troepen de vruchtbare
valkte van Urgell binnen en bezetten zij
Artesa de Lerida en Puigvert de Lerida.
Gemeld wordt, dat een groot aantal krijgs
gevangenen is gemaakt.
Regeeringstroepen trekken zich terug
langs Segre.
De correspondent van Reuter te Barcelo
na meldt, dat de val der steden Artesa de
Segre en Borjas Blancas het voor de regee
ringstroepen raadzaam heeft gemaakt, zich
uit het platteland terug te trekken langs de
rivier Segre, teneinde hun linies te verster
ken. De troepen zouden op gunstiger stel
lingen, welke reeds gereed zijn, daar de mo
gelijkheid van een dergelijken terugtocht
reeds sedert April onder oogen was gezien,
terugvallen. Er was dan ook al overge
gaan tot den aanleg van geweldige verdedi
gingslinies.
Kringen te Barcelona, die den loop der
gebeurtenissen met aandacht volgen, waren
er verrast over, dat de regeeringstroepen
zich veertien dagen lang op een zeer ongun
stig terrein hadden kunnen staande hou
den.
Een stroom van vluchtelingen trekt uit de
door de rechtsche troepen bedreigde dor
pen. Ouden van dagen en heel kleine kin
deren zitten bovenop door muilezels ge
trokken karretjes, welke tjokvol huisraad
en voorwerpen voor persoonlijk gebruik
zijn.
Het onverwachte offensief -der regee
ringstroepen in den sector van Val Sequillo
aan het front van Estremadura, gelegen
tusschen Cordoba en Casteera, zou de be
langrijke mijnen van Pena Roya en den
spoorweg kunnen vrijmaken.
De „Daily Herald" meldt, dat vele
geheime gegevens der nationaal-socia-
listische partij in de laatste weken zijn
vernietigd. Sommige hadden betrekking
op geheimzinnige ontwikkelingen- van
de buiten- en binnenlandsche politiek
der nationaal-socialisten.
Er werd tot die vernietiging besloten, toen
eenige „lekken" waren ontdekt; De geheime
politie van Himmler had er een onderzoek
naar ingesteld, doch zonder succes.
De feiten werden toen ter kennis gebracht
van Hitier, die besliste, dat het beter was,
het gevaarlijke materiaal op te ruimen.
Een speciale correspondent van de „Daily
Herald", welke deze mededeelingen doet,
zegt vernomen te hebben, dat de autoriteiten
der geheime politie de sovjet-unie verant
woordelijk stellen voor de steeds toenemende
spionnage in Duitschland. Inlichtingen, welke
de buitenlandsche pers hebben bereikt, zou
den, naar beweerd wordt, verschaft zijn
door sovjet-diplomaten.
Deze inlichtingen hebben in hoofdzaak be
trekking op beslissingen, welke in hooge
nationaal-socialistische kringen waren geno
men en werden soms gepubliceerd, nadat de
besluiten waren ingetrokken.
Nadat het bestaan der lekken gebleken
was, werden wel eenige arrestaties verricht,
doch de gestapo is niet voldaan.
Gezegd wordt, dat Himmler zoo woedend
is geweest over dit falen en zóó overtuigd,
dat de sovjets de hand in de zaak hadden,
dat hij Hitier vroeg, hem toe te staan een in
val te doen in de sovjet-ambassade te Ber
lijn, doch Hitier weigerde.
Men heeft intusschen gemerkt, dat vele
Duitsche militaire geheimen in sovjet-Rus
land bekend waren. Bijzonderheden over
duikbootbouw zijn ook uitgelekt. Gezegd
wordt, dat de stap van Berlijn om wijziging
te krijgen in de Duitsch-Engelsche vloot-
overeenkomst het gevolg is van een dreige
ment der sovjets onthullingen te doen.
Aardschok waargenomen te Quetta, - Te
Quetta, een plaats van 50.000 inwoners, het
eindpunt van den spoorweg van Voor-Indië
naar Beloetsjistan, dat een paar jaar geleden
door een aardschok ernstig geleden heeft,
werd vanochtend een trilling van groote
hevigheid gevoeld. De aardschok was slechts
van korten duur. Voor zoover tot nu toe be
kend, werd niemand gedeerd, terwijl er ook
geen schade schijnt te zijn aangericht.