E TRAGEDIE
MAYERLING
jföuutenCatul
Op elke
PUROL
ZeuiMeton
Nynke van Hichtum over
leden.
Brand in een school te
Oen Bosch.
Vermiste visschersschuit
terecht.
Afgedreven naar Oost-Friesland.
Moeilijke tochten door
het ijs.
Vragen over den boterprijs.
200 „legale" vluchtelingen
te Amsterdam.
Totale opbrengst nationale
collecte f473.033,68.
5£ cent per inwoner.
12.000 Balen garnalen ver
duisterd.
Voor een waarde van f 30.000.
VAN
2
TWEEDE BLAD.
Te Hilversum is, 78 jaar oud, over
leden de bekende schrijfster van vele
kinderboeken, Nynke van Hichtum.
Nynke van Hichtum behoort, aldus het
Hbld tot de weinige Nederlandsche schrijf
sters'voor de jeugd, wier werk, om zoo te
zeggen, nooit is verouderd. Geen kinder
bibliotheek van eenige beteekenis of haar
boeken zijn er niet alleen in opgenomen,
maar zij behooren ook veelal tot de meest
gevraagde. In het bijzonder geldt dat wel
voor „Afke's Tiental", „De geschiedenis van
den kleinen Eskimo Koedlago en de
„Oehoehoe"-serie.
Al deze en een aantal niet genoemde ver
halen zijn ontstaan door lees- en verteluur-
tjes met de eigen kinderen, en waarschijn
lijk hebben ze juist daardoor het onopge
smukte gekregen, dat het kind met zijn
veelal zuivere intuïtie aanvoelt als waar,
als „echt gebeurd" en dat het daarom
steeds opnieuw boeit.
Sjouke Bokma de Boer, zooals deze
schrijfster oorspronkelijk heette, werd den
13den Februari 186P te Nes bij Dokkum
geboren waar hnar vader, van wien zij
het talent om te vertellen heeft geërfd, als
predikant stond. Kort na haar huwelijk met
mr. P. J. Troelstra, den lateren leider van
de S.D.A.P., verschenen haar eerste penne-
vruchten, geschreven in de Friesche taal.
Het gezin woonde toen in Leeuwarden,
waar mr. Troelstra de redactie voerde van
het toentertijd zee" bekende tijdschrift „For
hüs en hiem", hetwelk hij persoonlijk ook
financierde. Op zijn verzoek verzorgde de
jonge echtgenoote in dit blad het kinder
hoekje.
Intusschen had mr. Troelstra een politieke
richting gekozen, we'ke in die dagen voor
een intellectueel sis hij zeer ongewoon was.
Hij was socialist geworden en in „For hüs
en hiem" verscheen een gedicht, getiteld:
„De nije Tüd", waarvan Friesland schrok.
Het regende bedankjes en Troelstra, die in
zag dat zijn mooie tijdschrift op den duur
ten onder zou moeten gaan aan zijn poli
tieke beginselen, vond it zoo jammer, dat
hij het overdeed aan de Halbertsma's, waar
door, althans aanvankelijk ook mevrouw
Troelstra de gelegenheid werd ontnomen
om haar pennevruchten te publiceeren.
Later werden als regel de verhalen in
eigen kring verteld, stof voor graag gelezen
jeugdboeken, waarvan de inhoud als het
ware groeide met haar beide kinderen, ge
tuige het feit, dat haar eerste boeken be
stemd waren voor tien- en elf-jarigen, ter
wijl haar latere verhalen berekend zijn op
het bevattingsvermogen der oudere jeugd.
„Afke's Tienta"", het populairste boek
van Nynke van Hichtum (die dit pseudo
niem heeft gekozen n?ar den naam van een
oud vrouwtje, met wie de schrijfster zeer
bevriend was), ontstond in den tijd dat mr.
Troelstra als advocaat gewikkeld was in de
Hogerhuiszaak, die, zooals men weet, de
oorzaak werd van zijn veroordeeling tot
een maand gevangenisstraf. In behoefte aan
steun praatte mevrouw Troelstra in die
veelbewogen dagen graag met een eenvou
dige vrouw, de moeder van haar dienst
meisje, die het ook heel moeilijk had, doch
met groote kordaatheid haar vele zorgen
het hoofd bood. Allengs kreeg ze zoo'n res
pect voor deze vrouw met haar zachte en
toch zoo flinke karakter, dat zij behoefte
gevoelde haar wezen in een boek vast te
leggen.
Na haar scheiding heeft mevrouw Troel
stra haar zoon Jelle, den schilder, jaren
lang op zijn zwerftochten door Nederland
en Frankrijk vergezeld. Later, toen hij Hil
versum tot woonplaats koos, heeft zij zich
daar eveneens gevestigd en tot voor enkele
jaren werkte zij nog altijd mede aan in
hoofdzaak Friesche bladen.
De talrijke bewijzen van sympathie, die
zij ter gelegenheid van haar vijf-en-zeven
tigsten verjaardag uit alle deelen van het
land mocht ontvangen, zullen deze begaafde
hoogstaande vrouw ongetwijfeld de over
tuiging hebben geschonken, dat haar werk
in breeden kring werd en wordt gewaar
deerd.
En dat is wel de grootste voldoening, die
een schrijfster deelachtig kan worden.
De crematie op Westerveld zal Donder
dagmiddag geschieden na aankomst van
trein 14 uur 15.
Gistermiddag is het gebouw van de
R.K. Bijzondere school voor buitenge
woon lager onderwijs „St. Franciscus"
gelegen aan de Keizerstraat te 's-Her-
togenbosch, door brand' voor een ge
deelte vernield.
Om kwart voor vier hoorde het hoofd van
de school geknetter van vuur en toen hij op
onderzoek uit ging, vond hij de gangen reeds
met rook gevuld. Onmiddellijk waarschuwde
hü de overige onderwijzers, waarna in weinig
tijd de leerlingen naar buiten waren ge
bracht.
Intusschen had'de brand, welke op de zol
derverdieping was ontstaan, zich snel uitge
breid. Een verstikkende rook ontwikkelde
zich.
De brandweer bestreed het vuur met zes
stralen op de waterleiding en drie op de
Binnen Dieze. Binnen een uur had zij den
brand onder de knie.
De zolders en het dak zijn een prooi der
vlammen geworden. Vermoedelijk is kort
sluiting oorzaak van den brand. Het school
gebouw, dat eigendom van de gemeente is,
was verzekerd.
Het Duitsche recherchevaartuig „Von
Hindenburg" heeft gistermiddag om
twaalf uur het vermiste visschersvaar-
tuig uit Termunten nabij de Knock, de
Zuidwestpunt van Oost-Friesland, opge
spoord. De twee zoons van schipper
Bakker bevonden zich nog aan boord.
Het recherchevaartuig heeft het schip op
sleeptouw genomen" naar Termuntenzijl,
waar het is overgenomen door het visschers-
vaartuig van schipper Arie Kuiper. Deze was
gisterochtend reeds om vijf uur uitgevaren
om assistentie te verleenen.
De „Von Hindenburg" had het vermiste
schip reeds om acht uur gisterochtend ont
dekt, doch kon het door den lagen water
stand niet naderen. Intusschen was ook het
Nederlandsche recherchevaartuig „Alexan-
der Gogel" in de nabijheid van het schip ge
komen, die echter geen hulp meer heeft ver
leend.
Gisterochtend om acht uur was een der
jongens van boord gegaan en is over het ijs
naar Riesen geloopen om naar Nederland te
telefoneeren. De verbinding kon echter moei
lijk tot stand worden gebracht, zoodat de
jongen onverrichterzake naar het schip is
teruggekeerd.
Bij de opsporing hebben ook nog Duitsche
vliegtuigen hun medewerking verleend,
doch deze hadden tot dusver nog niets ge
rapporteerd.
Gistermiddag is een drietal motorschepen
uit Nijkerk en Amersfoort, de klippermotor
„Dankbaarheid" uit Amersfoort, de „Ver
trouwen" van den beurtschipper Kos uit
Huizen en de „Johanna" van den beurt
schipper Heimensen uit Nijkerk," de Oranje
sluizen te Amsterdam gepasseerd.
Nadat de schepen ongeveer vier uur in het
ijs hadden vastgezeten, slaagden zij erin Am
sterdam te bereiken.
De Harderwijker boot van de Holland-
Veluwe lijn was gistermorgen om ongeveer
acht uur uit Harderwijk vertrokken, doch
kon niet door het ijs heenkomen en is daar
om naar Harderwijk teruggekeerd.
Het water op het binnen-IJ is op het oogen-
blik weer abnormaal hoog, circa 13 min
A.P., zoodat het stoomgemaal in werking is
gesteld.
Dit hooge peil is ontstaan, doordat IJmui-
den als gevolg van den Westenwind niet vol
doende kan spuien.
De „Zeemeeuw" weer in de haven
van Urk.
De sleepboot „Zeemeeuw" is gisterochtend
om half twaalf van Kampen naar Urk ver
trokken en gistermiddag om half vier in de
haven van het eiland gearriveerd. Het vaar
tuig bracht de post van Kampen mee.
De postboot „Von Geusau" is gistermiddag
te Kampen aangekomen en zal hedenochtend
om zeven uur terugkeeren met post, passa
giers en levensmiddelen.
Gevaarlijke tocht naar Urk.
Gistermiddag om vijf uur zijn de zeven
familieleden van een bejaarde inwoonster
van Urk, die ernstig ziek is, met een ijsvlet
op Urk aangekomen, na een zeer gevaar
lijken en vermoeienden tocht over het ijs.
Onder hen bevond zich een vrouw, die
tijdens den tocht door het ijs was gezakt.
Men had haar echter tijdig weten te vatten,
zij moest op het ijs van droge kleeren wor
den voorzien.
Het Tweede Kamerlid van der Sluis
(s.d.a.p.) heeft aan den minister van econo
mische zaken de volgende vragen gesteld:
Heeft de minister kennis genomen van de
mededeeling van den voorzitter van de Frie
sche Kamer van Koophandel, dat in 1938 de
gemiddelde Leeuwarder commissie-notee
ring voor de boter 80,3 cent per K.G. be
droeg, terwijl de Deensche noteering, in Hol-
landsch geld omgerekend 91,3 cent bedroeg?
Is de minister bereid zijn meening te
geven omtrent het oordeel van vorenge
noemden boter-expert, dat de Nedei"-
landsche boter haar goeden naam in En
geland alleen terug kan krijgen, wan
neer voldaan wordt aan de volgende drie
eischen: datumstempeling, wederom in
voering van restitutie van de heffing van
den dag van productie en uitvoerverbod
voor boter ouder dan drie weken?
Als de minister de meening van den voor
zitter van de Friesche Kamer van Koophan
del niet deelt, kan hij dan mededeelen, hoe
het betreurenswaardige feit, dat de Neder
landsche boter op de Engelsche markt zoo
veel minder opbrengt dan de Deensche, moet
worden verklaard?
De Quarantaine-inrichting op Zeeburg te
Amsterdam krijgt, aldus het Hbld., nieuwe
bewoners. In de afgeloopen dagen zijn na
melijk de ongeveer 250 Joodsche kinderen
uit Duitschland, welke hier gehuisvest wa
ren, naar verschillende kinder-tehuizen in
ons land vertrokken.
En thans zullen tweehonder z.g. „legale"
volwassen Joodsche vluchtelingen eerst
daags op Zeeburg aankomen. In af
wachting van hun transmigratie zullen
zij hier zes weken blijven.
Deze tweehonderd emigranten vormen
een onderdeel van een groep van 1200 a
1500 personen, die nog verwacht wordt.
Vele van deze vluchtelingen zullen uit
eindelijk in Hellevoetsluis, waar nog een
kamp wordt ingericht, op hun vertrek
naar elders moeten wachten.
De totale opbrengst van de op
Zaterdag 3 December van het vorige
jaar gehouden nationale straatcollecte
ten bate van de vervolgden om geloof
of ras bedraagt naar thans bekend
wordt 473.033,68, hetgeen neer
komt op een bedrag van 5,5 cent per
inwoner of 25 cent per gezin.
In één der zalen van het A.M.V.J.-ge-
bouw te Amsterdam heeft de voorzitter
van het Nederlandsch jeugdleidersinsti
tuut, dr. C. P. Gunning, dit bedrag mede
gedeeld. Men zal zich herinneren, dat het
Nederlandsch jeugdleidersinstituut deze
nationale inzameling heeft georganiseerd.
De leden van het dagelijksch bestuur
van het instituut, benevens de besturen
van de vier vluchtelingencomité's, waren
gistermiddag in de hoofdstad bijeen ge
komen om het resultaat van de collecte te
vernemen.
Het Joodsch comité voor bijzondere Jood
sche nooden ontvangt van het totaal be
drag 2/5 deel, dus rond 180.000.ter
wijl het resteerende 3/5 deel gelijkelijk
zal worden verdeeld onder het Joodsch
kindercomité, het r.-k. vluchtelingen
comité en het protestantsch-christelyk-
comité. Deze drie comité's ontvangen dus
elk rond 90.000.—.
Van het totaalbedrag is afgehouden het
geld, dat reeds aan plaatselijke comité s in
de grensstreken is verstrekt.
In totaal is in 1000 van de 1080 Neder
landsche gemeenten gecollecteerd.
De provincie Utrecht bracht op 31.851.28,
dat is 6,9 cent per inwoner, waarmede deze
provincie de kroon spant. De tweede plaats
wordt ingenomen door Zeeland, Zuid-
Holland en Friesland, onderscheidenlijk
met 17.306,78, 142.364,3i'A en
28.535.94K, alle drie provincies per in
woner 6.8 cent. Daarop volgen Noord
holland met 102.343.19 (per inwoner
6.6 cent), Gelderland met 53.070.14 (per
inwoner 5.9 ct.), Overijsel m. 31.127.98
(per inwoner 5.6 cent), Groningen met
21.637.95 (per inwoner 5.2 cent), Drente
met 5.371.16 K cent (per inwoner 2.7
cent), Noord-Brabant met 17.421.11 K'
(per inwoner 1.8 cent), Limburg met
9.256.58)4 (per inwoner 1.6).
Van de gemeenten heeft Zutfen het
grootste gemiddelde, n.1. per inwoner
32.5 cent.
De Rotterdamsche politie heeft giste
ren aangehouden en in bewaring gesteld
den 40-jarigen directeur van een expedi
tie- en opslagbedrijf A.R., gevestigd aan
de Noordblaak te Rotterdam, die in den
loop van 1938 ten nadeele van de Alge-
meene Veevoeder Maatschappij N.V.
12.000 balen gedroogde garnalen ter
waarde van ongeveer dertig duizend
gulden heeft verduisterd.
De opslagplaats van het bedrijf bevindt
zich in de Piekstraat en daar waren eenige
belangrijke partijen gedroogde garnalen op
geslagen. De maatschappij verkocht van deze
partijen telkens een gedeelte aan haar cliën
ten, die op een bewysje van de maatschap
pij de hoeveelheid garnalen welke zij had
den gekocht, in ontvangst konden neimen.
Vorige week vervoegde zich wederom een
klant van de Algemeene Veevoedermaat
schappij bij de opslagplaats aan de Piek
straat met een dergelijk bewijs. Er waren
toen evenwel geen balen meer aanwezig. De
klant deelde dit de maatschappij mede, doch
deze kon aan de hand van haar boeken on
middellijk nagaan, dat er nog ongeveer 12000
balen opgeslagen moesten zijn. Toen deze bij
onderzoek niet aanwezig bleken te zijn, is
de politie in de zaak gemengd, die de boeken
van het bedrijf van den heer R. in beslag
nam. Daaruit bleek, dat de balen garnalen
waren verkocht aan tal van personen, die
niet door de maatschappij waren gezonden.
De opbrengst, ongeveer 30.000, zou te eigen
bate zijn aangewend. Na verhoor heeft R. de
onregelmatigheden toegegeven en is hij
daarop overgebracht naar het Huis van be
waring. Thans wordt het onderzoek voort
gezet naar eventueele heling en of er bij deze
zaak ook medeplichtigen betrokken zijn.
HET KARTINIFONDS 25 JAAR.
Gisteren herdacht de vereeniging Kar
tinifonds haar 25-jarig bestaan met een
openbare vergadering in hotel De Witte-
brug te Den Haag. Zooals bekend heeft het
Kartinifonds de zorg voor de in Indië ge
vestigde Kartini- en van Devent er-scholen,
waar nijverheid en huishoudelijk onderwijs
wordt gegeven aan inheemsche meisjes.
De voorzitter der vereeniging, de heer
Joekes, bracht dank aan al de medewer
kers, hier en in Indië. Spr. wees op het
streven der vereeniging, nl. de geschikt-
making door onderwijs van het inheem
sche meisje tot huisvrouw en moeder, zoo
als deze is gedacht door de raden Adjeng
Kartini, wier denkbeelden bekend werden
gemaakt door mr. Abendanon en welk
werk door mr. van Deventer door de op
richting van het Kartinifonds werd be
lichaamd.
IJSELSTROOM" IN BEHOUDEN
HAVEN.
Gisteravond om zes uur bereikten de
Daniël Goedkoop" en de „Wilhelmina
Goedkoop" met de „IJselstroom" op
sleeptouw, de Oranjesluizen te Amster-
dam.
Drie kwartier later hadden de schepen lig.
plaats genomen aan den steiger der firma
Goedkoop aan de De Ruyterka t.
De schipper van de Wilhelmina
Goedkoop vertelt.
De schipper van de „Wilhelmina Goed-
koop" was gaarne bereid een en ander over
ziin reis te vertellen en toen er van rust
weinig kwam, omdat hy - zij het dan op een
^der schip - weer op een karwei uit moest,
noodde hij ons uit, de reis dan maar me<|e
te maken, dan zou hij onder weg wel wat
vertellen.
Het werd een sober relaas van een zwaren
strijd tegen het ijs. Maandagmiddag onge-
veer twee uur kwam het bericht binnen, da.
de Daniël Goedkoop" gebrek aan kolen had
en derhalve zijn pogingen om los te komen
en met de „IJselstroom" de terugreis te aan
vaarden opgaf.
De Wilhelmina" vertrok hierop met 40
ton kolen aan boord uit de Oranjesluizen De
voormalige Zuiderzee was een ijsvlakte.
Spoedig na het vertrek begon het donker te
worden. Het was niet altijd mogelijk de
broze plekken in het ijs te zien en het werd
een ware worsteling. Nu eens voer men
Oost, dan weer Zuid, dan weer was de koers
naar het Noorden. Steeds maar weer achter
uit om een aanloop te kunnen nemen. Soms
vocht de ijsbreker uren om enkele meters te
winnen.
Tegen elf uur gistermorgen werd het doel
bereikt en konden de ingevroren schepen uit
hun benarde positie worden bevrijd. Toen
de „Daniël Goedkoop" eenmaal uit haar bar
rière van ijsschotsen was losgekomen, en het
ijs dus twee geduchte tegenstanders tegen
over zich kreeg, was het pleit spoedig beslis^.
Niettegenstaande de schepen op hun weg
naar Amsterdam ijsbergen van ongeveer
vier en een halve meter hoogte ontmoetten,
kon de terugreis, die gistermiddag om twee
uur aanving, in enkele uren worden vol
bracht.
De beide sleepbooten hadden, voor zoover
gisteravond geconstateerd kon worden, vrij
wel geen averij opgeloopen. De „IJsel
stroom" een 27 ton metend vrachtschip, was
door het kruiende ijs echter leelijk gedeukt.
ONTSLAG BIJ DE NEDERLANDSCHE
SIEMENS MIJ.
Aan zeven Joodsche employee's.
Volgens een bericht in de Arbeiderspers
zijn dezer dagen bij de Ned. Siemens Mij. in
Den Haag zeven employée's ontslagen in
verband met het feit, dat zij Jood waren.
Voor het meerendeel waren deze menschen
reeds lang in dienst van de maatschappij.
Bij informatie werd dit bericht bevestigd.
De betrokken employée's zijn in zoover be
hoorlijk behandeld, dat zij zekere finan-
cieele tegemoetkomingen hebben gekregen.
De reden voor het ontslag dat volgens het
getuigschrift van een der ontslagenen bij
onderling goedvinden is geschied is, zoo
als gezegd, gelegen in het feit, dat het Joden
waren.
De directie heeft dat ook niet ontkend en
zich op het standpunt gesteld: laten wy de
positie van deze menschen nu afwikkelen,
vóórdat wij er toe gedwongen worden; is dat
eenmaal gebeurd dan kunnen wij het mis
schien niet op dezelfde manier.
De N. R. Crt. teekent hierbij aan:
Gevallen van Duitsch antisemitisme hier
te lande waren, naar men zich herinnert,
onder meer ook het ontnemen van de ver
tegenwoordiging van Duitsche motorrij
wielen aan de firma Stokvis (die toen 2500
Engelsche motorrijwielen heeft besteld) en
het ontslag van Joodsche ingenieurs aan
sommige Nederlandsche octrooibureaux, om
de Duitsche patentaanvragen bij den Neder-
landschen Octrooiraad niet te verliezen. Er
is ons echter ook een geval bekend van een
octrooibureau, dat dit verlies heeft getrot
seerd, terwijl een ander oetrooibureau, dat
geen Joodsche Nederlanders telde, toen ge
weigerd heeft den Duitschen klant van het
vorige bureau aan te nemen.
D
Uit de memoires van de moeder van
[Maria Vetséra, over den liefdesroman
van Kroonprins Rudolf.
14)
De onafgebroken verzoeken van haar
vriendin en haar kamermeisje, om toch
met den prins te breken, al was het dan
maar omdat ze rekening met zijn stand
en zijn positie moest houden, hebben haar
blijkbaar een oogenblik aan het twijfelen
gebracht; ze wilde er met hem over spre
ken. Nadat ze dit gedaan had, verklaarde
ze echter zeer beslist, dat ze hem haar
liefde niet mocht onthouden, daar hij an
ders zeer ongelukkig zou worden; wat er
ook zou gebeuren, zij kon niet anders.
Zij bezwoer haar vriendin opnieuw,
niets aan haar moeder te vertellen, daar
zij zich anders beiden van het leven zou
den berooven. Al zou men hen ook nog
zoo sterk bewaken, ze zouden vroeger of
later toch bij elkaar komen.
„De dertiende Januari is in haar zak-
kalender, waarin zij al hun samenkomsten
noteerde, extra aangeteekend. Zij had dien
dag gevraagd thuis te mogen blijven, daar
gravin Larisch haar zou komen bezoeken.
Maar inplaats hiervan had zij toch den
kroonprins opgezocht, was zeer opgewon
den thuisgekomen en had tegen haar ka
mermeisje gezegd, „was ik vandaag toch
maar niet naar hem toegegaan, dat was
toch beter geweest". Later had zij nog ge
zegd, dat zij nu alles moest doen, wat hij
verlangde, want dat ze nu zich zelf niet
meer toebehoorde maar hem alleen".
Na dertien Januari hebben slechts wei
nige samenkomsten meer plaats gehad. Op
vijftien Januari werd het gouden sigaret-
tenétui bij Rodeck gekocht. Dien middag
moesten er de woorden: „13 Januari. Dank
zij het noodlot" in gegraveerd worden en
dienzelfden avond moest het kamermeisje
het nog afhalen. Zooals zij haar kamer
meisje vertelde had zij den prins den ko
ker gegeven tijdens een samenkomst in het
Prater, waarbij ook gravin Larisch tegen
woordig was. Daarop volgde op 19 Januari
een bezoek in de Hofburcht en verder op
24 Januari de genoemde ontmoeting in het
Prater, die zij mogelijk had gemaakt, door
een uitvlucht, dat zij nog moest repetee-
ren voor het proefzingen in het koor van
de Augustynerkerk.
Bij die gelegenheid had de kroonprins
haar teruggebracht tot in Marokkanergas-
se, waar Bratfisch haar gewoonlijk afhaal
de en terugbracht. Mogelijk hebben voor
bijgangers hen bij die gelegenheid gezien
en het praatje rondgestrooid, dat de kroon
prins een bezoek bij de barones gebracht
had. Niets is echter minder waar. Van den
beteekenisvollen dertienden Januari tot den
tragischen dag van de catastrofe hebben de
gelieven elkaar slechts tweemaal gezien.
Des te vaker heeft het verliefde meisje in
deze dagen aan den dood gedacht. Met
Rudolf heeft zij gedurende dien tijd beslist
niet over dood en sterven gesproken.
De gedachte, gemeenzaam het leven
vaarwel te zeggen, kan slechts bij hen op
gekomen zijn, toen zij op dien duisteren
Januarimorgen ontwaakten en tot de slot
som kwamen, dat er voor hen geen andere
oplossing dan de dood was. Het kwam pre
cies zoo uit, als Maria Vetsera haar vrien
din geschreven had: „Als ons geheim op
een goeden dag niet langer een geheim is,
dan willen wij op een stil plekje, dat nie
mand kent, nog een paar gelukkige uren
beleven. De laatste gelukkige uren van
ons leven, voor wij tezamen vrijwillig den
dood ingaan
De ontstellende woorden, waarmee He-
lena Vetsera van den lijdensweg verhaalt,
dien zij na het bekend worden van de tra
gedie van Mayerling tot het einde toe
moest gaan, zijn een doorloopende beschul
diging. Zij, Helena Vetsera, klaagt aan. De
aangeklaagden zijn het Hof en, hoewel zijn
naam geen enkele keer genoemd wordt, de
keizer zelf.
Het verhaal van barones Vetsera over de
gebeurtenissen, die na de tragedie van
Mayerling volgden, zijn een voortdurende
aanklacht:
„Het naspel, dat na d,e schokkende ge
beurtenissen te Mayerling werd opgevoerd,
deels door bevoegden, deels ook door on
bevoegden, was vol van de bitterste smart
voor de barones, zohder dat een lichtstraal
in den bangen nacht van haar vertwijfe
ling drong".
Het eerste optreden tegen de barones
was een daad van ongehoorde wreedheid
tegen haar toch reeds zoo gepijnigd moe
derhart. Toen de barones bij mevrouw von
Ferenczi was, meldde men haar, dat haar
zwager, graaf Stockau, haar zocht. De
barones ging nr :.r hem toe en vertelde
hem, dat zij alles wist, waarop hij haar
meedeelde, dat hij van den keizer de op
dracht had gekregen haar alles te ver
tellen en haar dan mee naar Mayerling
te nemen en voegde eraan toe, dat graaf
Bombelles juist met die mededeeling dat hem
geweest was. Hij besloot met de woorden:
U moet mij opdracht geven de arme te ha
len en naar Weenen te brengen.
Nauwelijks waren beiden echter in het
huis van de barones aangekomen, of er
verscheen een andere hoogwaardigheids-
bekleeder van het Hof, die verklaarde ge
zonden te zijn om mee te deelen, dat baro
nes Vetsera den kroonprins had vergiftigd
en daarna zichzelve: het was oewezen, dat
de koetsier 's morgens om acht uur besteld
was om haar weer naar huis te brengen,
en daar zij gezamenlijk ontbeten hadden!
moest men wel aannemen, dat zij eerst hem
en daarna zichzelve vergiftigd had. Waar
schijnlijk wilde zij zich niet weer naar huis
laten sturen, merkte hij verder op; daar
alle bedienden van den kroonprins ervan
op de hoogte zijn, had hij opdracht gekre
gen den weiwillenden raad deze woor
den sprak hij met bijzonderen nadruk uit-
over te brengen, dat de barones er goed
aan zou doen heden nog af te reizen Ove
rigens had men de barones ook op een le
zing over vergiften gezien.
Dat dit praatje ook absoluut onwaar was
behoeft nauwelijks betoog: een dergelijke
voordracht zal wel nimmer in het ODen-
baar gehouden zijn".
Om dit gedeelte van de memoires van
Helena Vetsera goed te begrijpen, moet
men weten, wat zich te Mayerling na de
ontdekking van het drama heeft afgespeeld
en hoe dit bericht in Weenen kon worden
verspreid, een bericht, voor de juistheid
waarvan thans nog menschen in willen
staan.
In de laatste dagen van Januari was in
Mayerling werkelijk een jacht gehouden,
waaraan Rudolf deelnam. Gedurende dien
ti)d verliet Maria Vetsera de kamer niet.
Den 29sten Januari gaf Rudolf bevel het
geheele gezelschap den volgenden morgen
vroegtijdig te wekken, daar de drijfjachten
reeds vroeg zouden beginnen.
Loschek, de lyfjager van den kroonprins
die ook de correspondentie tusschen Ru
dolf en Maria gedeeltelijk tot stand deed
komen en ook van de andere galante avon
turen van zijn heer precies op de hoogte
was klopte volgens opdracht in den
vroegen morgen bij den kroonprins aan.
Hij kreeg geen antwoord. Nadat hy voor
de tweede en derde maal ook tevergeefs
geklopt had, ging hij naar Rudolf's vriend,
graaf Hoyos, die zich eveneens in Mayer
ling bevond, hoewel dit te Weenen ont
kend werd, en maakte melding van het
voorgevallene. Graaf Hoyos vermoedde da
delijk iets ergs, rende naar de deur, klop
te, hamerde, bewerkte haar op het laatst
met vuisten en laarzen, maar kreeg geen
antwoord.
(Wordt vervolgd).