Stad mOmoemut Pluimveeteelt. Communisme en Fascisme, een vroolijke noot naast de practische donkerblauwe en donkerbruine ski- kleeding. tt DERDE BLAD. 3 Ev. Luth. Kerk (Oudegracht), 10.30 uur, ds. v. d. Woude (na den dienst verkiezing leden kerkeraad). Doopsgezinde Kerk, 10.30 u., ds. Kuiper. Gerei. Kerk, 10 en 5 uur en Vrijdag, 20 Jan., n.m. 2.30 uur (huwelijksbevestiging), telkens ds. von Meyenfeldt. Herst. Apost. Gem., Toussaintstraat, 10 en 4.30 uur en Woensdagavond, 8 uur, dienst. Ned. Chr. Gemeenschapsband in Waakt en Bidt, 3 uur, jongeliedensamenkomst. Consistoriekamer Groote Kerk, Woens dagavond, 8.15 uur, bijbellezing, ds. v. Dop. Vrij Ev. Gem., Geesterweg la, 10.15 en 7 uur, ds. Ruys, onderwerp: „Veilig reizen in 1939"; Woensdag, 2.30 uur, kindersa menkomst; Zaterdag, 2.30 uur, idem te Koedijk bü den heer Groot. Vrijz. Christ. Jeugddienst (voor jongeren van 12—19 jaar), Zondag 15 Januari, Luth. Kerk, 's av, 7 uur, voorg. ds. F. W. Rappold, Alkmaar. Leger des Heils (stichter William Booth), Limmerhoek no. 40; Zaterdagavond, 8 uur, openluchtsamenkomst op de Steenenbrug; Zondag, 10 uur, heiligingsdienst, 8 uur, openbare verlossingssamenkomst; Dinsdag avond, 8 uur, soldatensamenkomst; Don derdagavond, 8 uur, heiligingsdienst. Alle diensten staan o. 1. v. kapitein M. Souve- rein. Ned. Leger des Heit* (Hekelstraat no. 19), Vrijdagavond, 8 uur, wijdingsdienst; Za terdagavond, 8 uur, straatzang; Zondag, 10 uur, heiligingsdienst, 5 uur, kindersamen komst, 7.30 uur, verlossingssamenkomst, Maandagav. 8 uur, vrouwenbond; Dinsdag avond, 8 uur, verblijdingssamenkomst; Donderdagavond, 8 uur, mannenbond, Alle diensten staan onder leiding van k,-luite nant F. Elzinga. UIT DE OMGEVING. AKERSLOOT, 10 uur, ds. van Mullem. BERGEN, 10 uur, ds. v. d. Kieboom. Ger. kerk, 10 en 5 uur, ds. van Minnen. Evangelisatie Maranatha, 10.30 uur, de heer J. W. Schouten, cand. te Den Haag. BARSINGERHORN, Doopsgez. gemeente, geen dienst. BURGERBRUG, geen dienst. DIRKSHORN, 10 uur, ds. de Leeuw. DRIEHUIZEN, geen dienst. EENIGENBURG, geen dienst. EGMOND AAN ZEE, 10 uur, ds. Roobol. EGMOND AAN DEN HOEF, nam. 2 uur, ds. Rasch. GROOTSCHERMER, 10 uur, ds. Brinke rink. HEILOO, 10 uur, ds. Diephuis, van Oostwoud. Nederl. Herv. Evang. Vereeniging, a. d. Kerklaan, 10 uur, dr. Hoek van Hilversum. HEERHUGOWAARD, geen dienst. KOEDIJK, geen dienst. LIMMEN, 2 uur, ds. van Dop. NOORDSCHARWOUDE, 10 u., ds. Rasch. NIEUWE NIEDORP, geen dienst. NIEUWE NIEDORP, Doopsgez. Gemeente 10 uur, ds. Smidts, van Den Helder. OUDE-NIEDORP, av. 7 uur, ds, v. d. Heide. OUDESLUIS, Doopsgezinde Gem., 10 u., ds. van der Veen. OUDESLUIS, 10 uur, ds. Witkop. 005TGRAFTDIJK, geen dienst. OTERLEEK, geen dienst. OUDKARSPEL, geen dienst. OUDORP, geen dienst, PETTEN, geen dienst. SCHAGEN, gerej. kerk, 9.30 uur (voorb. H. Avondm.) en 5 uur, de heer Grosheide, cand. te Amsterdam. SCHERMERHORN, 10 uur. ds. Boeren- donk. STOMPETOREN, 10 uur, ds. Heep. Evangelisatie, 10 uur, ds. Lofvers, van Amsterdam. SCHAGEN, 10 uur, ds. Kapteijn. ST. MAARTENSBRUG, geen dienst. SCHAEGRBRUG, geen dienst. UITGEEST, av. 7 uur, ds. van Mullem. Evangelisatiegebouw Sedeur, 10 uur, de heer A. Besselaar; 11.40 uur Zondagsschool. URSEM, av. 7 uur, ds. Kastein, VEENHUIZEN, 10 uur, ds. Boeke. WESTGRAFTDIJK, 10 uur, de heer D. Meijer, em.-pred. Belgische zending. WINKEL, geen dienst. ZUIDSCHARWOUDE, av. 7.30 uur, ds. Roobol. ZUIDSCHERMER, geen dienst. Rede van den voorzitter der C. P. H. over: De nationale en internationale toestand. In de geheel gevulde zaal van het café Populair aan de Laat, waar de van de zoldering afhangende papieren versiering al spoedig in een dichte wolk van tabaksrook fladderde, trad gister avond als spreker op de heer Co Beu- zemaker, voorzitter van de communis tische partij voor Nederland, met het onderwerp: De nationale en interna tionale toestand. Hoewel de vergadering was uitgeschreven tegen 8 uur, werd zij pas tegen half 9 ge opend door den heer P. v. Bronkhorst, die namens de afd. Alkmaar een welkom sprak en mededeelde, dat de spreker van den avond niet eerder aanwezig had kunnen zijn. Joop Schaap herdacht. De heer B e u z e m a k e r, die hierop het woord kreeg, sprak allereerst een woord ter herdenking van Joop Schaap uit Den lip, een jongeman, die had begrepen, dat de vrijheid van het Spaansche volk en van eigen land een offer waard was, zelfs van het leven, en uit die overweging voor het republikeinsche Spanje tien maanden lang had gevochten. Onlangs is hy teruggekeerd, als zynde met andere buitenlandsche vrij willigers door de Spaansche regeering naar huis gestuurd. Spr. legde er den nadruk op, dat de Nederlandsche regeering de terug gekeerden vol trotsch had ontvangen, men- schen, die hadden bewezen tot groote dingen in staat te zyn. Helaas is de jonge man, die op het slagveld was gespaard, nauwelijks in het vaderland teruggekeerd, door een trein vermorzeld. Morgen aldus spr. zullen we hem ten grave dragen; hij zal in onze herinnering voortleven als stryder voor de vryheid, de democratie en de zaak der arbeiders, aan wie de toekomst behoort. Na deze woorden verhieven zich de aan wezigen een oogenblik van hun zitplaatsen, met gebalde vuist den overledene eerende. De nationale en toestand. internationale Hierna komende tot zijn onderwerp, schetste spr. de overwinningen van het fas cisme: Oostenrijk bij Duitschland ingelijfd, Tsjecho-Slowakije verscheurd en nu al weer nieuwe eischen. In München is niet de vrede gered, maar het Duitsche en het Italiaan- sche fascisme. Duitschland had in de dagen van München geen geld, geen grondstoffen en geen steun in eigen land, dat niet oor logzuchtig was en Italië stond er financieel nog slechter voor. Had in die dagen een aaneengesloten kracht tegenover Duitsch land gestaan, zooals in het begin van 1938, toen de eerste aanval op Tsjecho-Slowakije werd afgewezen door Frankrijk en Rusland, dan had Duitschland moeten terugtrek ken en had thans nog de democratische ïe- publiek Tsjecho-Slowakije ongerept bestaan. De politiek van München was mogelijk doordat Chamberlain optrad als vertegen woordiger van de kapitalistische klasse, volgens welke Duitschland niet op den terugtocht moest worden gedreven. Zijn po litiek is doelbewust ten uitvoer gebracht, niet in het belang van het Engelsche volk, noch in dat van de democratie in het alge meen; een politiek die gericht is op de overheersching van het fascisme. Onjuist is, dat de communisten niet natio naal zijn, het is het kapitalisme, dat dit verwyt verdient, het kapitalisme, dat Hitier aan de macht bracht en houdt. Aan dat kapitalisme zijn Oostenrijk en Tsjecho- Slowakije opgeofferd onder het voorwend sel, dat de vrede zou bewaard blijven. Maar is er thans minder spanning xn de wereld? Is de fascistische politiek van ge weld en schrikaanjaging iets minder ge worden? Geen sprake van! Er worden nieuwe samenzweringen gesmeed en Tsjecho- Slowakije zal niet voor den komenden oorlog gespaard worden, maar meedoen als vazal van het fascistische Duitschland. Frankrijk is na München verzwakt door het verraad van Daladier aan het volks front en wordt nu in zijn eigen gebied.be dreigd door Italië in Tunis, enz. En Duitsch land heeft ook al weer eischen gesteld: het wil een zelfstandigen staat maken van Oekraïne, waarvoor al een koning is aan gewezen, En als dat is gebeurd, zullen Hon garije, Polen en Roemenië bedreigd worden. Het is mogelijk, dat al deze landen zullen capituleeren voor het Duitsche fascisme, maar niet zal dat geschieden met het groote deel van Qekraine, dat aan Rusland be hoort; dit zal zich weten te verdedigen. Het heeft bewezen gereed te zijn om weerstand te bieden aan Duitschland (het stond klaar om te stryden voor Tsjecho-Slowakije en in Azië heeft het Japan naar het eigen gebied teruggedrongen). Vrede? Die is er niet in de wereld. De tweede imperialistische oorlog is reeds lang begonnen en iederen dag kan weder een volk, dat zich niet kan of wil verzetten, naar fascistische banen afglyden. Noodig is een fel verzet, geen behoefte hebben we aan de politiek van Chamberlain. Het republikeinsche Spanje en het Chinee- sche volk stryden voor ons allen. Zij too- nen, dat het beter is te vallen dan te knielen voor het fascisme. Op heftigen toon sprak de heer B. over den allerwege aan Franco verleenden steun, waartegenover voor de Spaansche regeering slechts de hulp van Rusland stond, alsmede de met weinig centen bijeengebrachte steun van arbeiders in andere landen. Tegenover de geweldige aanvallen van Franco heeft het Spaansche volk stand ge houden en bovendien heeft het nog kans gezien om tot den aanval over te gaan. Het vecht ook voor ons Volkomen onjuist is het, te denken, dat Nederland buiten den eerstvolgenden oor log zal blijven Duitschland bereidt den aanslag op Nederland voor, oefent nu al een zekeren druk uit op ons land. Ten be wijze hiervan wees spr. op het gaatje in de ruit van het Duitsche gezantschap te Den Haag, veroorzaakt door een kogeltje (misschien van een stuk kinderspeelgoed), waarvan de schuld wordt gezocht bij vijanden van Duitschland. Spr. liet in het midden of het heele geval niet is op touw gezet door fascisten. De in verband met dit voorval door de Duitsche pers gegeven lezingen werden door spr. een welbewuste campagne van de nazi-pers genoemd. Spr, las een en ander voor van wat Duitsche kranten schreven, waarbij hij met nadruk zei, dat er, ondanks de insinuaties, geen enkele aanwijzing is dat joden bij de kwestie zijn betrokken. Verder zag spr. er een zeer sterken druk en bedreigingen in van Duitsche zyde op Nederland om „joodsche ophitsing onmo gelijk te maken." Alles bewijst, dat de Nederlandsche arbeidersklasse waakzaam moet zijn tegenover het Duitsche fascisme en zijn agent de N.S.B. hier te lande. Nog ernstiger is de les van München, n.1. dat een volk, hetwelk wil blyven be staan, geen hulp moet zoeken bij Engeland. Voor de positie van Europa was het beter geweest, dat het Tsjecho-Slowaaksche volk zich had verzet tegen Duitschland in plaats van zonder verzet te worden over geleverd. Gezien wat daar gebeurd is, vroeg spr.: zijn wij er zeker van, dat onze bourgeoisie ons niet zal uitleveren aan het fascisme? Neen, dat zijn wij niet! Integendeel, het kapitalisme in ons land is daartoe ten volle bereid. De buitenlandsche politiek der Neder landsche regeering b geheel gewijzigd: van Volkenbondspolitiek is zij neutraliteits politiek gaan voeren en dit staat gelijk met het openstellen van ons land voor den fascistischen inval. Immers, als wij geen verplichting willen nemen, zal ook geen hulp van buiten mogen worden verwacht. Ook de binnenlandsche politiek gaat in de richting van vriendelijkheid tegenover het fascisme: er wordt niets gedaan tegen de N.S.B., die het volk ophitst tegen ds arbeiders en de joden. Onze regeering ont ziet de N.S.B. omdat deze een macht is van de reactie, welke zij nog wel eens gebrui ken kan. De regeeringspolitiek is in haar geheel financieel gericht op het leggen van alle lasten op de arbeiders, getuige o.a. de nieuwe belasting van 2 pet. op de loonen, waarbij de „aanpassingspolitiek" wordt voortgezet, wat wil zeggen, dat de koop kracht nog geringer wordt. Het plan- Westhoff zal hierbij worden ingeschakeld en de gevolgen daarvan werden door spr. in het kort als funest voor de arbeiders geschetst, waarna hij de sociale politiek der regeering ondermijnend noemde voor het geloof en voor de vakbeweging, reac- tionnair in elk opzicht. De eenige kracht, die tegen dit alles kan optornen, kan strijden tegen de begunsti ging van het fascisme, is een eensgezinde arbeidersklasse, die zelfbewust den strijd kan aanvaarden. Daartoe wekte spr. met klem op. De wil tot verzet moet reeds blyken by de aanstaande verkiezingen. Ontwikkelt zich de arbeidersklasse niet tot een sterke macht, dan gaan wij zware jaren tegemoet. De teruggekeerde landgenooten moeten weer Nederlanders worden. De voorzitter stelde bij de sluiting een motie voor, waarin geprotesteerd wordt tegen het ontnemen van het Nederlander schap aan de uit Spanje teruggekeerde vrywilligers. Zij werd onder applaus goed gekeurd. Met een enkel woord van dank voor de opkomst en van opwekking tot steun aan het verkiezingsfonds sloot spr, hierna de vergadering. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan dr. te Hennepe, Heemraadsingel III te Rotter dam. Postzegel voor antwoord insluiten en blad vermelden. Vragen uit de praktijk. Alvorens verder te gaan met het regee- ringsrapport over de pluimveehouderij in 1937 wil ik nog eenige interessante brieven van lezers bespreken omdat daaruit nuttige wenken voor anderen geput kunnen worden. Ie. „Bij mij gaan verschillende kippen dood en verschillende moet ik er afmaken, omdat er anders niets van terecht komt. Ik heb een vermeerderingsbedrijf en mijn kip pen laten onderzoeken voor „prororium". Zou dat de oorzaak van deze ziekte zijn? Wat moet ik er tegen doen?" Bij onderzoek van een paar gestorven exemplaren bleken deze blind en gestorven te zijn aan de gevolgen van de blindheid en verlamming. Het spreekt van zelf, dat het „pullorum" onderzoek hiermede niets te maken had. De eigenaar verbastert het woord tot onherkenbaar toe en heeft mijns inziens niet den noodigen kijk op de dieren. Blinde kippen hooren absoluut niet in een kippenhok thuis, zelfs dieren met ooggebre ken hooren daar niet thuis, omdat gebleken is, dat zulke dieren minder goed producee- ren en meer aanleg tot ziekte hebben. Voor een fokbedrijf kan men dus op dat gebied niet streng genoeg zijn, vooral ook omdat een dergelijke blindheid vaak met verlam ming samenhangt. Hier hadden we met echte verlamming te doen, een noodlottige ziekte waar geen middel tegen bekend is. Het eeni ge middel is in geen geval te fokken van die dieren die ook maar het minste of geringste verdachte teeken vertoonen en op terreinen waar de ziekte voorkomt alleen van over jarige dieren te fokken. 2e. „Onder mijn kippen van broed 1938 heerscht sterfte. De opfok van alle kuikens verliep eerst goed. Toen wij de jonge hennen een tijdje overgeplaatst hadden van de op- fokplaats naar hun vaste hok begonnen lang zamerhand de moeüijkheden. Reeds in Augustus vielen er enkele uit, ze kregen bleeke poten en koppen en soms. bloederige ontlasting. Later stonden ze te gapen en te suffen. Sommige kregen lamme poten en vleugels en vaak ook hadden ze een vuil en stinkend achterwerk en zaten ruw in de veeren. Wij vermoedden toen en doen dat ook nu nog, dat er coccidiosis onder zit. Soms leken ze weer mooi en eenigen tijd later was het weer mis. We hadden eerst ongeveer 700 jonge hennen en daarvan zyn er wel 200 uitgevallen. Van de oude dieren, die wij van den vorigen eigenaar overgenomen heb- hen (we hebben ons hier gevestigd op 1 Maart 1938) zijn er ook wel 25 uitgeval len. Men heeft het ons ziektevrij verhuurd, maar ik vermoed dat alles door coccidiosis nieuw terrein gehuurd worden of moet ik binnenshuis opfokken. Zou er thans met een speciale voersamenstelling nog wat te berei ken zijn?" Dit is wel een eigenaardige brief. Reken eens na 25 sterfte onder de oude hen nen in het voorjaar dan van de jonge hennen 200 van de 700 dood en nu pas komt de eigenaar om raad vragen en zendt een doode kip op, die geleden blijkt te hebben aan diphtherie. Hoe kan zoo'n bedrijf nu goed gaan. De eigenaar kan nu wel denken, dat het coccidiosis is, maar daar weten we met zijn allen niets van zoo lang het niet vastgesteld is. We kunnen dus heelemaal niet oordeelen over den toestand, weten niet hoe er opgefokt moet worden en ik weet niet eens of de kippen tegen diphtherie geënt zyn of niet. Zijn ze niet geënt, dan is dat een onvergeeflijke fout en nalatigheid, want bii een dergelijk bedrijft mag men zich niet op onwetendheid beroepen. Wie zoo'n bedrijf rendabel denkt te maken, moet met de allereerste regelen der ziekte bestrijding op de hoogte zyn. Als ze wel ge- ent zijn en toch diphtherie krügen, wyst dat op een ernstige afwijking in de dieren, ten minste als ze deskundig door een dierenarts geënt zyn. De dieren zyn dan door de een of andere oorzaak zoodanig verzwakt, dat ze hun weerstandsvermogen tegen diphtherie verloren hebben. Alles by elkaar genomen hebben we hier te doen met een verwaarloosd geval. Dg eige- WINTERSPORT Mijn vacantie in den winter nemen? Gaan skiën? En 's zomers dan, heelemaal geen zomervacantie hebben? Nee hoor, stel je even voor, skiën, daar ben ik toch zeker veel te oud voor, dat leer ik immers nooit meer! En dan al die kou en die sneeuw, en dat ijs, net of we hier niet al genoeg sneeuw en ijs gehad hebben. En vergeet niet de kosten, waar haal ik 't geld vandaan? Ja, zoo redeneert men, voor men zich heeft laten overhalen, om 't althans eens één keertje te probee- ren. En dan zyn op slag alle bezwa ren verdwenen, men stelt zich 's zomers graag tevreden met den vrijen Zaterdagmiddag en Zondag. Nauwelijks in de bergen, voelt men zich jaren jonger, wie onder de 40 is trekt zeker de ski's aan, wie boven de 40 is zal 't ook graag nog eens probeeren of zich houden aan de bobslee, de wandeling, 't ijsbaan tje of de lange lage stoel, de plaid en 't beschutte plekje in de zon. De kosten zijn minder hoog dan men denkt, wie zich 's zomers een reisje met de reisvereeniging kan permitteeren, kan 't er 's winters ook gerust op wagen. Ik ken zelfs Hollanders, die den eersten keer zoo enthousiast werden, dat ze graag twee jaar de zomervacantie thuis bleven en spaarden om het derde jaar te kunnen gaan winter sporten. Alleen de uitrusting! Die moet warm en waterdicht, stevig en degelijk zijn en stevige, degelijke kleeren zijn nog altijd duur. Zoo zal men zich den eersten keer moeten beperken tot het strikt noodzakelijke. Een blauwe of donkerbruine wa terdichte skibroek, die niet elegant en nauwsluitend is, maar waarmee men goed op de hurken kan zitten. Een jasje van 't zelfde materiaal, niet te kort, van voren goed slui tend, met mouwen, waarin de sneeuw niet naar binnen kan krui pen óf Een windjacke of „ballon-seide" blouse met ritssluiting; wie kouwe lijk is, neme echter liever een jasje van de stof van de broek. Een mutsje, dat goed over de ooren sluit, zoodat men gerust met zijn hoofd in de sneeuw kan dui ken zonder het te verliezen, het mutsje dan natuurlijk!. Een paar skischoenen, waarvoor men géén gewone waterdichte berg schoenen kan gebruiken. Twee flanellen of vyella blouses, heel lang, zoodat ze niet naar boven schieten, wanneer men met de armen zwaait en zich voorover buigt. Een dikke wollen trui, eveneens lang. Een dun hei-kleurig truitje, of slip-over. Dikke wollen, zgn. Noorsche vette sokken. Kleurige, vroolijke shawl en hand schoenen. Een paar canvas overhandschoe nen voor tochten. Een lange heeren-onderbroek voor wie kouwelijk is, de kousen kunnen dan achterwege blijven. En ten slotte een boterhammen- tasch aan een riem of een rugzak, een bril en een potje vet. Dit is nu een uitrusting, die altijd goed is; zoowel op den oefenheuvel als bij verre tochten met overnach ten in de hut. Maar hoe gaat 't met onze sport.- kleeren, wanneer er een volgend jaar weer wintersport-plannen ge maakt worden? Men had zijn spul letjes netjes opgeborgen in koffer of kist en wanneer men ze weer te voorschijn haalt, krijgt men altijd zin er nog eens een leuke nieuwig heid bij te koopen. Zoo is 't immers ook met de strand- of badkleeren. En dat is voor de wintersport- kleeding wel heel verleidelijk, want er is zooveel te koop, wat voor verre skitochten niet deugdelijk is, maar voor 'n wandeling, voor een lui uurtje op een stoel in de zon, of voor een klein skitocht je in de buurt van het dorp heel wat flat- teuser en vrouwelijker is, dan de blauwe of bruine uitrusting. De vroolijke noot. Op onze afbeelding ziet u dan ook de vroolijke noot in de wintersport- kleeding. Het eerste figuurtje heeft een grijs en zwart geruite broek, een fel roode trui en handschoenen, een zwart jasje en mutsje van zeehon denvel aan. De middelste draagt broek, blouse en muts van een donkergroene en beige ruit, met een beige peau de pêche vest. De derde heeft een korenblauwe tweed plusfour broek met witte slobkousen, heel elegant voor lange, slanke vrouwen, anders is de lange broek flatteuser. Verder een wit „ballon-seide" jasje met koren- blauw shawltje, handschoenen en mutsje. De figuur geheel rechts draagt een pak om te schaatsenrijden of te wandelen, van fel-groene diagonaal stof met zwart bont afgezet en wijd klokkende rok. Zoo kunnen we voor de vroolijke noot kleur en snit uitkiezen die ons het beste staat.' Maar laten we niet uit 't oog verliezen, ons allereerst het noodzakelykste en practische aan te schaffen, want het genot van een wintersportreis staat en valt met al of niet warme en water dichte kleeren! MADELEINE. naar had, direct toen sterfte optrad, zich tot de Rijksseruminrichting moeten wenden voor gratis onderzoek van een paar doode kippen. Dan was hem zonder twyfel groote schade bespaard. 3e. „Hoe kan men van de kippen de meeste eieren rapen in verband met de voedering. Ik voer ochtendvoer tot den middag zooveel ze lusten, d.w.z. dat het om een uur of twaalf op is en dan verder gemengd graan. Geen verlichting, het hok is van steen 6 by 4.40 en er zitten 90 kippen in, hoofdzakelyk reds. Hoe kan ik nu de meeste eieren rapen want dat kan my schelen ik moet eieren hebben. Of is de voedering niet in orde, het verpest is. Zou het opfokken volgend jaar op dit terrein, mits goed diep omgespit en gekalkt, mogelijk zijn of moet er nu persé zijn allemaal jonge hennen. Hierbij een kaar tje van de samenstelling van het ochtend- voer." Voor zoover ik dezen brief begrijp, krijgt de eigenaar op het oogenblik geen eieren, wat op een ernstige fout wyst, maar waar die zit is uit zijn brief niet op te maken. Dieren van goede afkomst, goed verpleegd en goed gevoerd moeten tegen den leeftijd van zes maanden gaan leggen. Dr. B. J. C. TE HENNEPE. Nadruk verboden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 11