et raadsel
tBituteHland
ZeuiCCetm
Riverside Drive.
Hr. Ms. Tromp te Lissabon
in aanvaring.
Het geschonden asylrecht.
Ruimer toelating gewenscht.
De tewaterlating van de „Koningin Emma
Branden.
van
TWEEDE BLAD.
Ernstig beschadigd.
Uit Lissabon wordt gemeld:
Het Duitsche s.s. Orinoco is gister bij bet
verlaten van de haven in aanvaring ge
komen met den Nederlandschen flottielje-
leider Hr. Ms. Tromp. Dit vaartuig is ern
stig beschadigd.
De Tromp, welke op zijn eerste voor-
jaarsreis Lissabon heeft aangedaan, zou
volgens het routeschema op Woensdag a.s.
vandaar vertrekken. De Orinoco is een
schip van de HamburgAmerikalijn met
een inhoud van 9660 bruto ton.
De toedracht van het ongeval.
De Orinoco verliet tijdens stormweer de
haven, geassisteerd door twee sleepbooten.
Bij het passeeren van de Tromp liep het
schip als gevolg van een hevigen windstoot
uit den koers en kwam het met den oor
logsbodem in aanvaring, welke aan stuur
boordzijde werd getroffen. Een aantal sta
len platen van de Tromp werd ingedrukt.
Het verluidt, dat de flottieljeleider ook een
gat beneden den waterlijn heeft gekregen.
De sleepbooten hebben tevergeefs getracht
de aanvaring te voorkomen, waarbij het
Het werkcomité.uit het. „.Comité. ...voor.
asylrecht"' heeft een uitvoerig schrijven
gezonden aan .den minister van justitie,
waarin het aandacht vraagt voor het
streven van het comité om het asylrecht in
Nederland te helpen hoog houden onder
aanpassing aan de zoo ganscheljjk veran
derde omstandigheden van onzen tijd.
Wat betreft de toelating van vluch
telingen hier te lande vraagt het
comité tijdelijke toelating van hen, te
wier aanzien gèen redelijken twijfel
bestaat omtrent het tijdelijke karakter
van hun verblijf.
Definitieve toelating van hen, die van
geboorte Nederlander waren, met hun ge
zin en naaste familie, mits zij op beschei
den wijze in eigen onderhoud door kapitaal
of arbeid 1.. 1.1. blijken te kunnen voorzien.
Evenzeer definitieve toelating vanniet-
Nederlanders van geboorte, voor wier blij
vende verzoiging door familie of naaste
vrienden soliede garanties worden ge
geven.
Evenzeer van hen, die zonder concurren
tie op de arbeidsmarkt te veroorzaken zelf
geheel in eigen onderhoud kannen voor
zien of daartoe onder soliede garanties in
staat gesteld zullen worden en van hen
voor wier onderhoud de middelen verschaft
worden door op dit terrein werkzame
comité's en vooral kinderen en ouden van
dagen.
Vervanging van geëmigreerden en over
ledenen door andere personen bij die cate
gorieën, v/aar de regeering meent een
maximum aantal voor toelatinb in Neder
land te moeten stellen.
Bij ontbreken van een geldig paspoort
toelating bij overlegging van andere deug
delijke identiteitsstukken.
Verleening van ruimere bevoegdheid
aan de grensautoriteiten tot het in bewa
king; opnemen van vluchtelingen, die in
bijzonderen nood verkeeren en van welke
die autoriteiten verwachten, dat zij binnen
redelijken termijn hun aanstonds onvol
ledige bewijsstukken tot toelating, resp.
doorreis naar een derde land alsnog kun
nen (doen) completeeren.
Hét comité doet voorts bijzonder beroep
op den minister voor toelating van perso
nen van opmerkelijke algemeene ver
diensté.
Tenslotte brengt het comité een aantal
desiderata ten aanzien van de rechtspósitie
van vreemdelingen, die hier te lande reeds
verblijven, naar voren.
weinig scheelde of een van beide vaar
tuigen was gekapseisd. Na de botsing
heeft de Orinoco, die niet beschadigd is, de
reis voortgezet.
1 De havenautoriteiten hebben een onder
zoek naar de Tromp ingesteld. Zij waren
van .meening, dat het .schip ter reparatie
in een droogdok zal moeten worden opge
nomen,. In verband hiermede is het vertrek
van de Tromp voor onbepaalden tijd uit
gesteld.
De commandant van.de Tromp, kapitein
ter zee Doorman, bleef den geheelen dag
aan boord om persoonlijk alle veiligheids
maatregelen te nemen.
AUTO DOOR TREIN VERNIELD.
Door gesloten spoorboomen ge
reden.
Zaterdagavond om kwart over tien is
een vrachtauto, bestuurd door en eigendom
van den bloemenkoopman van Wijk uit
Arnhem, op 300 meter afstand van het
station Ruurlo door gesloten spoorboomen
gereden. Een tweede inzittende, zag kans
vóór de auto c!e boomen gepasseerd was
uit den rijdenden wagen te springen, ter
wijl de bestuurder op het laatste moment,
nadat de auto al door de boomen was heen
gereden, en juist voordat een goederen
trein op weg van Winterswijk naar Zut-
phen naderde, uit de nog steeds rijdende
auto kon springen. De auto werd door den
trein gegrepen en totaal vernield.
De overwegwachter, die het ongeval zag
aankomen, heeft nog getracht den trein
tegemoet te loopen en te laten stoppen,
hetgeen echter niet door den machinist
werd opgemerkt.
AUTO DOOR TREIN GEGREPEN.
Goed afgeloopen.
Op den onbewaakten overweg te Eexta
(Gron.) is gisteravond een personenauto
door den trein, die te 18.15 uur uit Win
schoten naar Groningen vertrekt, gegre
pen. De auto sloeg enkele malen over den
kop en kwam zwaar beschadigd in eén
sloot terecht.
De bestuurder, de heer Edens uit Blij-
ham, liep slechts eén lichte wonde aan het
hoofd op. De beide kinderen van den heer
E., die achter in den wagen zaten, bleven
ongedeerd.
De trein had slechts een oogenblik op
onthoud.
DOODELIJKE AANRIJDING.
Onvoorzichtig oversteken.
Gistermiddag om kwart over vier reed
de 22-jarige mej. Ch. J. Lammers uit Gorssel
met haar verloofde per rijwiel uit de rich
ting Zutfen ter hoogte van Quatre Bras, toen
een autobus achterop kwam, Zij ljet de auto
bus passeeren en stak daarop, zonder rich
ting aan te geven, den rijweg over. Op het
zelfde- oogenblik naderde uit de richting
Deventer een bestelauto van een film-mij.
Méj. "L. "wérd gegrepen én op slag gedood.
ACTIE TEGEN WINDBUKSEN.
Gevolg-van de „gaatjes".
In verband met de betreurenswaardige
feiten, waarbij geconstateerd werd dat de
kogelgaatjes in" dé rffmén van particuliere
woningen afkomstig waren van windbuksen,
heeft de vereeniging ter bestrijding der
bandeloosheid te Amsterdam zich tot den
hoofdcommissaris van politie gewend, als
mede tot den minister van justitie, met het
dringende verzoek de allerwege in speel
goedwinkels aangeboden windbuksen in be
slag te doen nemen of den verkoop ervan te
doen stoppen. Waar de wapenwet zelfs het
dragen van gummistokken verbiedt en deze
bij voorkomen onmiddellijk in beslag ge
nomen worden, mag het verwondering
wekken zoo wordt in de betreffende
adressen opgemerkt dat de windbuksen
allerwege vrijelijk kunnen gebruikt worden
en behalve persoonlijke ongevallen zelfs
aanleiding kunnen geven tot internationale
moeilijkheden.
<Van onzen specialen verslaggever).
Vlissingen, 14 Januari.
Kent U dat aardige grapje, ontstaan bij
de tewaterlating van de „Oranje" in Am
sterdam? Het werd Zaterdag te Vlissingen
verteld, toen het motormailschip „Koningin
Emma" hardnekkig weigerde het brakke
sop van 't kanaal door Walcheren te kie
zen: Toen dezen zomer, in Amsterdam, de
„Oranje" ook bleef zitten, moet een der
heeren schertsend tegen de koningin gezegd
hebben: „Dat is voor het eerst, dat een on
derdaan het waagt, niet aan Uwe bevelen
te gehoorzamen, Majesteit!", waarop zoo
gaat de anecdote verder, de koningin ge
antwoord zoude hebben: „Een Oranje heeft
van Mij ook geen bevelen te nemen!".
Se non en vero, e ben trovato, in elk ge
val
Maar de „Oranje is tenslotte toch nog,
voor de oogen van onze vorstin, te water
gegaanhet nieuwe schip van de „Zee
land", hetwelk den naam van onzer konin
gin in Zeeland zoo geliefde Moeder droeg,
heeft het in de twee uren, dat Hare Majes
teit met onverstoorbaar goed geduld wach-
te, niet verder dan tot een meter of drie,
vier van het dooppaviljoen gebracht
Het was een pijnlijke, uiterst pijnlijke
geschiedenis!
Het leek aanvankelijk zoo goed te gaan.
En de „Bantam", het nieuwe vrachtschip
voor den Rotterdamschen Lloyd, hetwelk
in de periode van de felste koude nu enke
le weken geleden als een lier te water was
geloopen, deed het allerbeste hopen. Vooral
toen, na het wegnemen van de laatste be
letselen en het kappen van het touw, er
duidelijk beweging in de kolossus kwam,
zoo zelfs, dat de champagneflesschen, waar
mee naar goede traditie een schip gedoopt
behoort te worden, van zijn tafeltje werd
gesleurd en tegen den voorste^ m regle
mentair brak...
Maar toen vertraagde de beweging, tot
stilstand toe. En in twee uren zwoegen met
hydraulische persen, die de slee waarop 't
schip tewater moet glijden, duim voor
duim verder drukten, werd geen ander re
sultaat bereikt, dan dat de twee tribunes
aan weerszijden van het schip in eikaars
zicht kwamen, telkens een mannetje meer.
Het eerste half uur heeft Hare Majesteit
stram, als een soldaat „in de houding",
voor den voorsteven gestaan, rustig af
wachtende, of het koppige sfchip zou willen
gaan glijden. En onder hare oogen zwoeg
den en sjouwden de werklieden, voorman
nen en ingenieurs, blokken versleepende,
persen aanzettendeMaar het schip wil
de niet te water. Inmiddels vertelde een in
den dienst vergrijsde ingenieur de grieze
ligste verhalen... van de;„Irene", die heé-
lemaal niet te water wildé, en die men ten
slotte zoo min of meer -weer had moeten
afbrekenen van de „Ambon", die met
een snelheid van één doodgewone meter
per uur was begonnen en was blijven af
zakken, zoodat het schip des nachts om
half twee pas goed en wél in het zilte nat
aangeland was
De glazen schuifpaneelen werden tenslot
te maar gesloten, en de koningin liet de
marinecommandant van Vlissingen, den gar-
FEESTGEBOUW UITGEBRAND.
In den vroegen Zondagmorgen, om
streeks kwart over vijf, brak door onbe
kende oorzaak brand uit in het Parochie
huis, een feestgebouw voor kleinere par
tijen aan de Kerkstraat te Deventer. Het
vuur, aangewakkerd door den vrij sterken
Westenwind, greep snel om zich heen en
aan blusschen viel dan ook niet meer te
denken. Het groote gebouw brandde tot
den grond toe af. Tijdens den brand ont
ploften enkele cylinders met koolzuur
nizoenscommandant der kustartillerie, de in
genieurs die het schip gebouwd hadden, en
andere autoriteiten, in de tewaterlatings-
loge in plaats van in de directiekamer van
de Kon. Mij. De Schelde aan zich voor
stellen, waarna Zij zich geruimen tijd met
de heeren onderhield. Ook even met de
meiskes, die Haar thee-met-een-koekje
hadden aangeboden: de groote dochters
van den heer Bensink, oud-directeur van
de „Zeeland" en van ir. Blokland Visser, den
bouwer van den romp
Maar toen vaststond, dat het nog wel
uren kon duren, dat het noodlot anders be
schikt had dan de scheepsbouwers en in
genieurs hadden gewikt, toen restte H. M.
niet anders, dan den terugtocht te aanvaar
den. En de ongeveer vierhonderd genoo-
digden begaven zich toen naar dat schoon
ste restaurant van heel de provincie Zee
land: Britannia te Vlissingen, thans nog in
exploitatie bij dezelfde maatschappij die
ook de „Koningin Emma" en de „Prinses
Beatrix" laat bouwen. Daar wachtte den
hongerigen een maaltijd, die hen heugen
zal, even aangenaam als de herinnering
aan deze ietwat mislukte tewaterlating
droevig is.
Halverwege dien maaltijd kwam het be
richt, dat het schip eindelijk van de hel
ling in het water was gegleden, geduwd en
getrokken Toen was het al donker
H. M. naar Middelburg.
Om vijf minuten voor drie, terwijl de
talrijke met oranje getooide belangstellen
den haar hartelijke toejuichten, en de mu
ziek het Wilhelmus speelde, verliet de ko
ningin de werf om via de Aagje Deken
straat, Koningsweg, en Nieuwe Vlissing-
sche straat de gemeente Vlissingen te ver
laten.
Thans slechts vergezeld van den com
missaris der koningin in de provincie Zee
land, jkvr. van Tets en jhr. van Holthe,
reed de koningin naar Middelburg, waar
zij eenige besprekingen zou houden over
provinciale aangelegenheden.
Geestdriftige ontvangst van de
bevolking.
Te kwart over drie arriveerde H. M. aan
de grens van de gemeente Middelburg,
waar zij werd verwelkomd door den bur
gemeester van Middelburg, den heer M.
Fernhout. Op den weg naar de ambtswo
ning van den commissaris der koningin in
de A-bdij reed de koningin langs hagen
van belangstellenden. Men juichte de
vorstin hartelijk toe, terwijl op bepaalde
punten langs den weg muziekgezelschap
pen stonden opgesteld, die het Wilhelmus
ten gehoore brachten. Dit gebeurde in de
Abdij door het Middelburgsch muziekcorps.
Hier waren ook aanwezig het bestuur van
de vereeniging. Uit het volk, voor het Volk,
welke vereeniging steeds de leiding heeft
wanneer het oranjefeesten betreft, en ver-
scheidene sport- en andere vereenigingen,
alsmede de Middelburgsche burgerwacht.
Van het bordes af heeft de vorstin voor de
spontane huide dank gebracht.
Tegen half vijf verliet de koningin de
Abdij, na met het hoofd der provincie en
kele zaken van Zeeuwsch belang te hebben
besproken. Wederom mocht de vorstin bü
haar tocht door de stad vele bewijzen van
aanhankelijkheid der Middelburgsche be
volking in ontvangst nemen.
De burgemeester en de commissaris der
koningin deden haar tot de grens uitge
leidde. In sneller tempo is H. M. vervol
gens naar Den Haag gereden.
Jongentje wil H. M. een brief geven.
Op het station D. P. te Rotterdam heeft
een jongetje, even voor het vertrek van
H. M. de koningin naar Vlissingen, getracht
R M. een brief te overhandigen. De Tel.
deelt hierover mede:
H. M., die de reis van Soestdijk naar
Rotterdam per auto gemaakt had, reed
omstreeks tien minuten over halfelf het
eerste perron op, waar burgemeester mr.
P. J. Oud en de hoofdcommissaris van po
litie, mr. Einthoven, ter begroeting aanwe
zig waren. De koningin, die vergezeld was
van een hofdame, was juist uitgestapt en
de begroeting zou plaats vinden, toen over
het perron een jongetje snelde met een
gele enveloppe in de hand, waaromheen
een oranjelint, achter hem holde een man,
die op zijn beurt een leger politiemannen
op de hielen had. Recht ging het op de
koningin af, totdat op korten afstand van
Haar zoowel jongen als man gegrepen
werd.
„Wat beteekent dat?" werd er gevraagd.
„Het is mijn zoontje", antwoordde de
man, „hij wil de koningin dezen brief ge
ven".
Op hetzelfde moment voegde zich ook
nog een vrouw bij het gezelschap, die ver
telde, dat zij de echtgenoote en moeder van
de reeds achterhaalden was.
Alle drie werden naar het hoofdbureau
van politie gebracht, waar ook de brief
werd opengemaakt. Het bleek een verzoek
schrift te zijn aan H. M. de koningin over
een reeds zes jaar oude kwestie, handelen
de over de sectie op het lijk van een over
leden kind.
TfHUtë doet je q oed!
gevuld, met groot geraas en de ontploffing
deed denken aan een explosie van munitie.
Een kistje met geld, dat zich nog in het
brandende perceel bevond, heeft men later
teruggevonden.
VEE OMGEKOMEN.
Zaterdagnamiddag is door onbekende
oorzaak brand uitgebroken in de boerderij
van den heer Maas te Asten (N.-B.)
De geheele boerderij brandde tot den
grond toe af. Vier koeien en zeven varkens,
welke op stal stonden, kwamen in de
vlammen om. Men kon slechts één paard
uit den stal redden. De inboedel en land
bouwwerktuigen werden eveneens een
prooi van het vuur. Alles was slechts laag
verzekerd. De brandweer kon niets tegen
het vuur uitrichten en hield zich bezig met
het nathouden van de belendende boerde
rijen, welke belangrijke waterschade
kregen.
LANDBOUWBEDRIJF DOOR BRAND
VERNIELD.
Door tot nog toe onbekende oorzaak is
gisteravond brand ontstaan in het land
bouwbedrijf van den heer M. Schoonenberg
in Deursen in de gemeente Ravestein. Het
vuur, dat in een der stallen was ontstaan,
vond gretig voedsel in de groote voorraden
hooi, koren en haver, zoodat in een oog
wenk het geheele bedrijf in lichterlaaie
stond. Slechts met de grootste moeite slaag
de men er in het vee in veiligheid te bren
gen. De geheele inboedel, alle voorraden,
landbouwmachines en gereedschappen gin
gen verloren. De schade wordt slechts ge
deeltelijk door verzekering gedekt.
TWEEDE HANDSCH-GOEDEREN?
WOENSDAGS er. ZATERDAGS.
Vraag en Aanbod.
35 cent per 5 regels contant.
Naar het Engelsch van Stanley Hart Page
1)
HOOFDSTUK I.
De parelmoeren pistoolkolf.
Met schrik werd ik wakker. Verward
staarde ik in den lichtschijn van de lees-
lamp naast me op tafel. Mijn boek was
uit mijn vingers op den vloer gegleden.
Mijn pijp lag op mijn schoot, gelukkiger
wijze met den goeden kant naar boven. De
kamer was donker, behalve de lichtcirkel
der lamp, waarin ik zat.
R-r-r-r-r-ring!
Dat was het. De telefoon moest me wak
ker gemaakt hebben. Ik greep naar den
hoorn. Natuurlijk stond het toestel weer
niet op tafel. Mopperend over de slordig-
heid van mijn kamergenoot stond ik op.
Ik vischte het toestel op uit de prullemand
naast zijn stoel.
„Hallo! Hallo!" riep ik hard in den hoorn.
„Met mijnheer Christopher Hand?"
Die vraag was heel gewoon. Maar de
toon van den vrager klonk zoo angstig, dat
ik op slag klaar wakker werd.
„Mijnheer Hand is uit", antwoordde ik.
„Maar als er soms
„Uit?" riep mijn onzichtbare vrager uit.
„Waar is hij? Ik moet hem op slag heb
ben".
„Hij is in de Delvers Club. Maar dat
is een privé nummer, dat ik niet mag op
geven. Als u een boodschap voor hem hebt,
dan zal ik die graag meteen doorgeven".
„Ik moet hem onmiddellijk hebben. Er
is in mijnhuis een moord gepleegd".
„Met wien spreek ik eigenlijk?"
„Met Robert Garrison. Laat mijnheer
Hand regelrecht naar mijn huis komen".
„Bent u mijnheer Garrison van Riverside
Drive? Hallo!"
De man had den hoorn opgehangen. En
door zijn opgewondenheid zat ik nu zoo
goed als zonder gegeven. Ondanks mijn
neiging, om hem nog eens op te bellen,
schelde ik meteen de Delvers Club op. Ik
hoorde, dat Hand op het chemisch labo
ratorium zat. Ze verbonden me met hem.
„Ik heb een zaak voor je", vertelde ik
opgewonden. „Er is een moord gepleegd in
het huis Van Robert Garrison. Ik denk, die
bankier. Hij
„Denk je het maar?"
„Ik heb juist een telefoongesprek hier
met hem gehad. Hij: was zoo gejaagd, dat
hij niet meer zei, dan dat hij Robert Gar
rison was en dat er in zijn huis een moord
was gebeurd. Hij hing al op, voordat ik
nog iets meer van hem te weten kon ko
men. Hij wil, dat je dadelijk komt. Hij
woont
„Riverside Drive, als het die Garrison
is. Nou, ik denk, dat het wel het beste is,
dat ik er dadelijk heenga. En jij?"
„Ik zou graag meegaan. Maar ik wil me
niet
„Dan tref ik je dus aan de woning van
Garrison. Dag Clark!"
Ik trok gauw mijn jas aan, pakte mijn
hoed en verliet onze kamer. Een taxi
stopte op mijn wenken.
„Weet je het huis van Robert Garrison
op Riverside Drive?" vroeg ik.
„Ja, ben daar wel meer geweest, me
neer".
„Breng me er vlug heen", beval ik, in
stappend. „Het is me vijf dollar waard, als
je opschiet.
„In orde, meneer", zei de chauffeur, „ga
dan maar stevig zitten".
Onder het voorbijrijden van een klok
zag ik tot mijn verwondering, dat het vijf
voor half twee was. Ik keek snel op mijn
polshorloge, dat denzelfden tijd aangaf.
Dus moest ik wel lang gedut hebben.
Voor de woning van Garrison stapte ik
uit. Ik gaf den chauffeur de beloofde vijf
dollar. Ik had verwacht, dat er in huis
overal licht zou branden. Maar alleen uit
de vestibule scheen een flauw licht
den stoep. Waren we voor den gek ge
houden? Of was het een andere Garrison,
die de hulp van mijn vriend noodig had?
Tegen het trottoir stond geen enkele auto.
Besloten er gauw achter te komen, liep
ik naar het huis toe. Halverwege den
stoep bleef ik stilstaan. Uit het duister was
een gestalte opgedoemd. Tegen "het ver
lichte deurraampje zag ik de gedaante van
een politieagent afsteken. Al mijn twijfel
was op slag verdwenen. Ik was goed te
recht.
„Blijven staan!" zei een barsche stem.
„Wie bent u?"
„Mijn naam is Clark", antwoordde ik.
„Er zijn zooveel Clark's", bromde de
agent. „Ik ken er wel een stel, maar die
hebben hier niets te makeri'.
Hij kwam naar me toe en keek me ach
terdochtig aan. Ik zag 'n pistool in z'n hand.
„Ken je bijgeval een zekeren Christopher
Hand?" vroeg ik.
„Bedoelt u dien privé-detective?"
„Nu ja, dien criminoloog dan".
„Ik heb hem net doorgelaten. Hij had
zijn penning bij zich".
„Ik ook antwoordde ik, den stoep ver
der opgaande. „Hier!" Ik haalde mijn eere-
lidmaatschapspenning der New-Yorksche
politie te voorschijn. De agent liet er zijn
zaklantaarn even op schijnen.
„In orde", mompelde'hij. „Gaat u door;
u wilt er zeker ook in?"
H« liet me vóór gaan in de vestibule.
Daar kwam hij naast me en klopte aan
een deur. Aan de binnenzijde van het raam
in die deur hing een kanten gordijn, zoo
dat ik met goed naar binnen kon kijken.
Een donkere gestalte kwam naar de deur
toe en deed open. „Wel, wat is er, Sharf'"
vroeg hu.
De agent begon verklaring van mijn aan
wezigheid te geven. Ik schoof langs hem
heen naar binnen. „Hallo Tim!" zei ik te
gen den agent in de gang.
„O, bent u het, mijnheer Clark!" riep hii
met een breeden glimlach uit. Ik heb u
niet meer gezien, nadat die Farley zich
zelf van kant gemaakt heeft"
devestibule.brigadier?" vroeg de agent in
„Zeker", antwoordde Tim. „Heb ik je
verdraaid, ik heb vergeten, je te zeeeen
dat mijnheer Clark komen zou. Mijnheer
Hand vertelde me al, dat u zoudt komen,
meneer Clark. Kom binnen. Doe de deur
dicht, Sharf; ga weer naar den stoep te
rug!"
„Zoo, is Hand er al?" vroeg ik binnen
komend. „Nu net?"
„Ja, die kwam vlak achter ons aan", zei
een der politiemannen in de hal.
„Waar staan jullie auto's dan toch?"
„Op West Avenue; we zijn achterom ge
komen. Hoe gaat het, mijnheer Clark? U
gaat er met den dag jonger en knapper
uitzien. En mijnheer Hand ziet er oók sl
zoo best uit. Kijk eens, ziet u die chevrons
hier? Die heeft mijnheer Hand me bezorgd..
Een goed woordje bij den commissaris.
Twee weken later kreeg ik promotie".
„Schitterend, Tim, je hebt het verdiend.
Maar zeg eens, wat is hier gebeurd? Een
moord?"
„Vast en zeker. Dat arme kleine dingt
Schande, meneer Clark! Nog zoo jong en
zoo mooi!"
„Een vrouw dus?"
„Ja, meneer. Een eerste klas actrice, zegt
men".
„Toch niet mevrouw Garrison?" vroeg
ik meteen, denkend aan de jonge operette
zangeres, met wie Garrison enkele jaren
geleden getrouwd was.
„Een vriendin van haar", antwoordde
Tim. „Vlak voor haar trouwen traden z®
samen nog in dezelfde revue op, naar ih
mijnheer Garrison tegen den inspecteur
hoorde vertellen".
„Wie heeft het geval in handen, Tim?"
Inspecteur Gerrity zelf, meneer".
IIIo n», in u o
„Waar is hy?"
(Wordt vervolgd).