et raadsel tBituteHland ZeuiCCetm Riverside Drive. Hr. Ms. Tromp te Lissabon in aanvaring. Het geschonden asylrecht. Ruimer toelating gewenscht. De tewaterlating van de „Koningin Emma Branden. van TWEEDE BLAD. Ernstig beschadigd. Uit Lissabon wordt gemeld: Het Duitsche s.s. Orinoco is gister bij bet verlaten van de haven in aanvaring ge komen met den Nederlandschen flottielje- leider Hr. Ms. Tromp. Dit vaartuig is ern stig beschadigd. De Tromp, welke op zijn eerste voor- jaarsreis Lissabon heeft aangedaan, zou volgens het routeschema op Woensdag a.s. vandaar vertrekken. De Orinoco is een schip van de HamburgAmerikalijn met een inhoud van 9660 bruto ton. De toedracht van het ongeval. De Orinoco verliet tijdens stormweer de haven, geassisteerd door twee sleepbooten. Bij het passeeren van de Tromp liep het schip als gevolg van een hevigen windstoot uit den koers en kwam het met den oor logsbodem in aanvaring, welke aan stuur boordzijde werd getroffen. Een aantal sta len platen van de Tromp werd ingedrukt. Het verluidt, dat de flottieljeleider ook een gat beneden den waterlijn heeft gekregen. De sleepbooten hebben tevergeefs getracht de aanvaring te voorkomen, waarbij het Het werkcomité.uit het. „.Comité. ...voor. asylrecht"' heeft een uitvoerig schrijven gezonden aan .den minister van justitie, waarin het aandacht vraagt voor het streven van het comité om het asylrecht in Nederland te helpen hoog houden onder aanpassing aan de zoo ganscheljjk veran derde omstandigheden van onzen tijd. Wat betreft de toelating van vluch telingen hier te lande vraagt het comité tijdelijke toelating van hen, te wier aanzien gèen redelijken twijfel bestaat omtrent het tijdelijke karakter van hun verblijf. Definitieve toelating van hen, die van geboorte Nederlander waren, met hun ge zin en naaste familie, mits zij op beschei den wijze in eigen onderhoud door kapitaal of arbeid 1.. 1.1. blijken te kunnen voorzien. Evenzeer definitieve toelating vanniet- Nederlanders van geboorte, voor wier blij vende verzoiging door familie of naaste vrienden soliede garanties worden ge geven. Evenzeer van hen, die zonder concurren tie op de arbeidsmarkt te veroorzaken zelf geheel in eigen onderhoud kannen voor zien of daartoe onder soliede garanties in staat gesteld zullen worden en van hen voor wier onderhoud de middelen verschaft worden door op dit terrein werkzame comité's en vooral kinderen en ouden van dagen. Vervanging van geëmigreerden en over ledenen door andere personen bij die cate gorieën, v/aar de regeering meent een maximum aantal voor toelatinb in Neder land te moeten stellen. Bij ontbreken van een geldig paspoort toelating bij overlegging van andere deug delijke identiteitsstukken. Verleening van ruimere bevoegdheid aan de grensautoriteiten tot het in bewa king; opnemen van vluchtelingen, die in bijzonderen nood verkeeren en van welke die autoriteiten verwachten, dat zij binnen redelijken termijn hun aanstonds onvol ledige bewijsstukken tot toelating, resp. doorreis naar een derde land alsnog kun nen (doen) completeeren. Hét comité doet voorts bijzonder beroep op den minister voor toelating van perso nen van opmerkelijke algemeene ver diensté. Tenslotte brengt het comité een aantal desiderata ten aanzien van de rechtspósitie van vreemdelingen, die hier te lande reeds verblijven, naar voren. weinig scheelde of een van beide vaar tuigen was gekapseisd. Na de botsing heeft de Orinoco, die niet beschadigd is, de reis voortgezet. 1 De havenautoriteiten hebben een onder zoek naar de Tromp ingesteld. Zij waren van .meening, dat het .schip ter reparatie in een droogdok zal moeten worden opge nomen,. In verband hiermede is het vertrek van de Tromp voor onbepaalden tijd uit gesteld. De commandant van.de Tromp, kapitein ter zee Doorman, bleef den geheelen dag aan boord om persoonlijk alle veiligheids maatregelen te nemen. AUTO DOOR TREIN VERNIELD. Door gesloten spoorboomen ge reden. Zaterdagavond om kwart over tien is een vrachtauto, bestuurd door en eigendom van den bloemenkoopman van Wijk uit Arnhem, op 300 meter afstand van het station Ruurlo door gesloten spoorboomen gereden. Een tweede inzittende, zag kans vóór de auto c!e boomen gepasseerd was uit den rijdenden wagen te springen, ter wijl de bestuurder op het laatste moment, nadat de auto al door de boomen was heen gereden, en juist voordat een goederen trein op weg van Winterswijk naar Zut- phen naderde, uit de nog steeds rijdende auto kon springen. De auto werd door den trein gegrepen en totaal vernield. De overwegwachter, die het ongeval zag aankomen, heeft nog getracht den trein tegemoet te loopen en te laten stoppen, hetgeen echter niet door den machinist werd opgemerkt. AUTO DOOR TREIN GEGREPEN. Goed afgeloopen. Op den onbewaakten overweg te Eexta (Gron.) is gisteravond een personenauto door den trein, die te 18.15 uur uit Win schoten naar Groningen vertrekt, gegre pen. De auto sloeg enkele malen over den kop en kwam zwaar beschadigd in eén sloot terecht. De bestuurder, de heer Edens uit Blij- ham, liep slechts eén lichte wonde aan het hoofd op. De beide kinderen van den heer E., die achter in den wagen zaten, bleven ongedeerd. De trein had slechts een oogenblik op onthoud. DOODELIJKE AANRIJDING. Onvoorzichtig oversteken. Gistermiddag om kwart over vier reed de 22-jarige mej. Ch. J. Lammers uit Gorssel met haar verloofde per rijwiel uit de rich ting Zutfen ter hoogte van Quatre Bras, toen een autobus achterop kwam, Zij ljet de auto bus passeeren en stak daarop, zonder rich ting aan te geven, den rijweg over. Op het zelfde- oogenblik naderde uit de richting Deventer een bestelauto van een film-mij. Méj. "L. "wérd gegrepen én op slag gedood. ACTIE TEGEN WINDBUKSEN. Gevolg-van de „gaatjes". In verband met de betreurenswaardige feiten, waarbij geconstateerd werd dat de kogelgaatjes in" dé rffmén van particuliere woningen afkomstig waren van windbuksen, heeft de vereeniging ter bestrijding der bandeloosheid te Amsterdam zich tot den hoofdcommissaris van politie gewend, als mede tot den minister van justitie, met het dringende verzoek de allerwege in speel goedwinkels aangeboden windbuksen in be slag te doen nemen of den verkoop ervan te doen stoppen. Waar de wapenwet zelfs het dragen van gummistokken verbiedt en deze bij voorkomen onmiddellijk in beslag ge nomen worden, mag het verwondering wekken zoo wordt in de betreffende adressen opgemerkt dat de windbuksen allerwege vrijelijk kunnen gebruikt worden en behalve persoonlijke ongevallen zelfs aanleiding kunnen geven tot internationale moeilijkheden. <Van onzen specialen verslaggever). Vlissingen, 14 Januari. Kent U dat aardige grapje, ontstaan bij de tewaterlating van de „Oranje" in Am sterdam? Het werd Zaterdag te Vlissingen verteld, toen het motormailschip „Koningin Emma" hardnekkig weigerde het brakke sop van 't kanaal door Walcheren te kie zen: Toen dezen zomer, in Amsterdam, de „Oranje" ook bleef zitten, moet een der heeren schertsend tegen de koningin gezegd hebben: „Dat is voor het eerst, dat een on derdaan het waagt, niet aan Uwe bevelen te gehoorzamen, Majesteit!", waarop zoo gaat de anecdote verder, de koningin ge antwoord zoude hebben: „Een Oranje heeft van Mij ook geen bevelen te nemen!". Se non en vero, e ben trovato, in elk ge val Maar de „Oranje is tenslotte toch nog, voor de oogen van onze vorstin, te water gegaanhet nieuwe schip van de „Zee land", hetwelk den naam van onzer konin gin in Zeeland zoo geliefde Moeder droeg, heeft het in de twee uren, dat Hare Majes teit met onverstoorbaar goed geduld wach- te, niet verder dan tot een meter of drie, vier van het dooppaviljoen gebracht Het was een pijnlijke, uiterst pijnlijke geschiedenis! Het leek aanvankelijk zoo goed te gaan. En de „Bantam", het nieuwe vrachtschip voor den Rotterdamschen Lloyd, hetwelk in de periode van de felste koude nu enke le weken geleden als een lier te water was geloopen, deed het allerbeste hopen. Vooral toen, na het wegnemen van de laatste be letselen en het kappen van het touw, er duidelijk beweging in de kolossus kwam, zoo zelfs, dat de champagneflesschen, waar mee naar goede traditie een schip gedoopt behoort te worden, van zijn tafeltje werd gesleurd en tegen den voorste^ m regle mentair brak... Maar toen vertraagde de beweging, tot stilstand toe. En in twee uren zwoegen met hydraulische persen, die de slee waarop 't schip tewater moet glijden, duim voor duim verder drukten, werd geen ander re sultaat bereikt, dan dat de twee tribunes aan weerszijden van het schip in eikaars zicht kwamen, telkens een mannetje meer. Het eerste half uur heeft Hare Majesteit stram, als een soldaat „in de houding", voor den voorsteven gestaan, rustig af wachtende, of het koppige sfchip zou willen gaan glijden. En onder hare oogen zwoeg den en sjouwden de werklieden, voorman nen en ingenieurs, blokken versleepende, persen aanzettendeMaar het schip wil de niet te water. Inmiddels vertelde een in den dienst vergrijsde ingenieur de grieze ligste verhalen... van de;„Irene", die heé- lemaal niet te water wildé, en die men ten slotte zoo min of meer -weer had moeten afbrekenen van de „Ambon", die met een snelheid van één doodgewone meter per uur was begonnen en was blijven af zakken, zoodat het schip des nachts om half twee pas goed en wél in het zilte nat aangeland was De glazen schuifpaneelen werden tenslot te maar gesloten, en de koningin liet de marinecommandant van Vlissingen, den gar- FEESTGEBOUW UITGEBRAND. In den vroegen Zondagmorgen, om streeks kwart over vijf, brak door onbe kende oorzaak brand uit in het Parochie huis, een feestgebouw voor kleinere par tijen aan de Kerkstraat te Deventer. Het vuur, aangewakkerd door den vrij sterken Westenwind, greep snel om zich heen en aan blusschen viel dan ook niet meer te denken. Het groote gebouw brandde tot den grond toe af. Tijdens den brand ont ploften enkele cylinders met koolzuur nizoenscommandant der kustartillerie, de in genieurs die het schip gebouwd hadden, en andere autoriteiten, in de tewaterlatings- loge in plaats van in de directiekamer van de Kon. Mij. De Schelde aan zich voor stellen, waarna Zij zich geruimen tijd met de heeren onderhield. Ook even met de meiskes, die Haar thee-met-een-koekje hadden aangeboden: de groote dochters van den heer Bensink, oud-directeur van de „Zeeland" en van ir. Blokland Visser, den bouwer van den romp Maar toen vaststond, dat het nog wel uren kon duren, dat het noodlot anders be schikt had dan de scheepsbouwers en in genieurs hadden gewikt, toen restte H. M. niet anders, dan den terugtocht te aanvaar den. En de ongeveer vierhonderd genoo- digden begaven zich toen naar dat schoon ste restaurant van heel de provincie Zee land: Britannia te Vlissingen, thans nog in exploitatie bij dezelfde maatschappij die ook de „Koningin Emma" en de „Prinses Beatrix" laat bouwen. Daar wachtte den hongerigen een maaltijd, die hen heugen zal, even aangenaam als de herinnering aan deze ietwat mislukte tewaterlating droevig is. Halverwege dien maaltijd kwam het be richt, dat het schip eindelijk van de hel ling in het water was gegleden, geduwd en getrokken Toen was het al donker H. M. naar Middelburg. Om vijf minuten voor drie, terwijl de talrijke met oranje getooide belangstellen den haar hartelijke toejuichten, en de mu ziek het Wilhelmus speelde, verliet de ko ningin de werf om via de Aagje Deken straat, Koningsweg, en Nieuwe Vlissing- sche straat de gemeente Vlissingen te ver laten. Thans slechts vergezeld van den com missaris der koningin in de provincie Zee land, jkvr. van Tets en jhr. van Holthe, reed de koningin naar Middelburg, waar zij eenige besprekingen zou houden over provinciale aangelegenheden. Geestdriftige ontvangst van de bevolking. Te kwart over drie arriveerde H. M. aan de grens van de gemeente Middelburg, waar zij werd verwelkomd door den bur gemeester van Middelburg, den heer M. Fernhout. Op den weg naar de ambtswo ning van den commissaris der koningin in de A-bdij reed de koningin langs hagen van belangstellenden. Men juichte de vorstin hartelijk toe, terwijl op bepaalde punten langs den weg muziekgezelschap pen stonden opgesteld, die het Wilhelmus ten gehoore brachten. Dit gebeurde in de Abdij door het Middelburgsch muziekcorps. Hier waren ook aanwezig het bestuur van de vereeniging. Uit het volk, voor het Volk, welke vereeniging steeds de leiding heeft wanneer het oranjefeesten betreft, en ver- scheidene sport- en andere vereenigingen, alsmede de Middelburgsche burgerwacht. Van het bordes af heeft de vorstin voor de spontane huide dank gebracht. Tegen half vijf verliet de koningin de Abdij, na met het hoofd der provincie en kele zaken van Zeeuwsch belang te hebben besproken. Wederom mocht de vorstin bü haar tocht door de stad vele bewijzen van aanhankelijkheid der Middelburgsche be volking in ontvangst nemen. De burgemeester en de commissaris der koningin deden haar tot de grens uitge leidde. In sneller tempo is H. M. vervol gens naar Den Haag gereden. Jongentje wil H. M. een brief geven. Op het station D. P. te Rotterdam heeft een jongetje, even voor het vertrek van H. M. de koningin naar Vlissingen, getracht R M. een brief te overhandigen. De Tel. deelt hierover mede: H. M., die de reis van Soestdijk naar Rotterdam per auto gemaakt had, reed omstreeks tien minuten over halfelf het eerste perron op, waar burgemeester mr. P. J. Oud en de hoofdcommissaris van po litie, mr. Einthoven, ter begroeting aanwe zig waren. De koningin, die vergezeld was van een hofdame, was juist uitgestapt en de begroeting zou plaats vinden, toen over het perron een jongetje snelde met een gele enveloppe in de hand, waaromheen een oranjelint, achter hem holde een man, die op zijn beurt een leger politiemannen op de hielen had. Recht ging het op de koningin af, totdat op korten afstand van Haar zoowel jongen als man gegrepen werd. „Wat beteekent dat?" werd er gevraagd. „Het is mijn zoontje", antwoordde de man, „hij wil de koningin dezen brief ge ven". Op hetzelfde moment voegde zich ook nog een vrouw bij het gezelschap, die ver telde, dat zij de echtgenoote en moeder van de reeds achterhaalden was. Alle drie werden naar het hoofdbureau van politie gebracht, waar ook de brief werd opengemaakt. Het bleek een verzoek schrift te zijn aan H. M. de koningin over een reeds zes jaar oude kwestie, handelen de over de sectie op het lijk van een over leden kind. TfHUtë doet je q oed! gevuld, met groot geraas en de ontploffing deed denken aan een explosie van munitie. Een kistje met geld, dat zich nog in het brandende perceel bevond, heeft men later teruggevonden. VEE OMGEKOMEN. Zaterdagnamiddag is door onbekende oorzaak brand uitgebroken in de boerderij van den heer Maas te Asten (N.-B.) De geheele boerderij brandde tot den grond toe af. Vier koeien en zeven varkens, welke op stal stonden, kwamen in de vlammen om. Men kon slechts één paard uit den stal redden. De inboedel en land bouwwerktuigen werden eveneens een prooi van het vuur. Alles was slechts laag verzekerd. De brandweer kon niets tegen het vuur uitrichten en hield zich bezig met het nathouden van de belendende boerde rijen, welke belangrijke waterschade kregen. LANDBOUWBEDRIJF DOOR BRAND VERNIELD. Door tot nog toe onbekende oorzaak is gisteravond brand ontstaan in het land bouwbedrijf van den heer M. Schoonenberg in Deursen in de gemeente Ravestein. Het vuur, dat in een der stallen was ontstaan, vond gretig voedsel in de groote voorraden hooi, koren en haver, zoodat in een oog wenk het geheele bedrijf in lichterlaaie stond. Slechts met de grootste moeite slaag de men er in het vee in veiligheid te bren gen. De geheele inboedel, alle voorraden, landbouwmachines en gereedschappen gin gen verloren. De schade wordt slechts ge deeltelijk door verzekering gedekt. TWEEDE HANDSCH-GOEDEREN? WOENSDAGS er. ZATERDAGS. Vraag en Aanbod. 35 cent per 5 regels contant. Naar het Engelsch van Stanley Hart Page 1) HOOFDSTUK I. De parelmoeren pistoolkolf. Met schrik werd ik wakker. Verward staarde ik in den lichtschijn van de lees- lamp naast me op tafel. Mijn boek was uit mijn vingers op den vloer gegleden. Mijn pijp lag op mijn schoot, gelukkiger wijze met den goeden kant naar boven. De kamer was donker, behalve de lichtcirkel der lamp, waarin ik zat. R-r-r-r-r-ring! Dat was het. De telefoon moest me wak ker gemaakt hebben. Ik greep naar den hoorn. Natuurlijk stond het toestel weer niet op tafel. Mopperend over de slordig- heid van mijn kamergenoot stond ik op. Ik vischte het toestel op uit de prullemand naast zijn stoel. „Hallo! Hallo!" riep ik hard in den hoorn. „Met mijnheer Christopher Hand?" Die vraag was heel gewoon. Maar de toon van den vrager klonk zoo angstig, dat ik op slag klaar wakker werd. „Mijnheer Hand is uit", antwoordde ik. „Maar als er soms „Uit?" riep mijn onzichtbare vrager uit. „Waar is hij? Ik moet hem op slag heb ben". „Hij is in de Delvers Club. Maar dat is een privé nummer, dat ik niet mag op geven. Als u een boodschap voor hem hebt, dan zal ik die graag meteen doorgeven". „Ik moet hem onmiddellijk hebben. Er is in mijnhuis een moord gepleegd". „Met wien spreek ik eigenlijk?" „Met Robert Garrison. Laat mijnheer Hand regelrecht naar mijn huis komen". „Bent u mijnheer Garrison van Riverside Drive? Hallo!" De man had den hoorn opgehangen. En door zijn opgewondenheid zat ik nu zoo goed als zonder gegeven. Ondanks mijn neiging, om hem nog eens op te bellen, schelde ik meteen de Delvers Club op. Ik hoorde, dat Hand op het chemisch labo ratorium zat. Ze verbonden me met hem. „Ik heb een zaak voor je", vertelde ik opgewonden. „Er is een moord gepleegd in het huis Van Robert Garrison. Ik denk, die bankier. Hij „Denk je het maar?" „Ik heb juist een telefoongesprek hier met hem gehad. Hij: was zoo gejaagd, dat hij niet meer zei, dan dat hij Robert Gar rison was en dat er in zijn huis een moord was gebeurd. Hij hing al op, voordat ik nog iets meer van hem te weten kon ko men. Hij wil, dat je dadelijk komt. Hij woont „Riverside Drive, als het die Garrison is. Nou, ik denk, dat het wel het beste is, dat ik er dadelijk heenga. En jij?" „Ik zou graag meegaan. Maar ik wil me niet „Dan tref ik je dus aan de woning van Garrison. Dag Clark!" Ik trok gauw mijn jas aan, pakte mijn hoed en verliet onze kamer. Een taxi stopte op mijn wenken. „Weet je het huis van Robert Garrison op Riverside Drive?" vroeg ik. „Ja, ben daar wel meer geweest, me neer". „Breng me er vlug heen", beval ik, in stappend. „Het is me vijf dollar waard, als je opschiet. „In orde, meneer", zei de chauffeur, „ga dan maar stevig zitten". Onder het voorbijrijden van een klok zag ik tot mijn verwondering, dat het vijf voor half twee was. Ik keek snel op mijn polshorloge, dat denzelfden tijd aangaf. Dus moest ik wel lang gedut hebben. Voor de woning van Garrison stapte ik uit. Ik gaf den chauffeur de beloofde vijf dollar. Ik had verwacht, dat er in huis overal licht zou branden. Maar alleen uit de vestibule scheen een flauw licht den stoep. Waren we voor den gek ge houden? Of was het een andere Garrison, die de hulp van mijn vriend noodig had? Tegen het trottoir stond geen enkele auto. Besloten er gauw achter te komen, liep ik naar het huis toe. Halverwege den stoep bleef ik stilstaan. Uit het duister was een gestalte opgedoemd. Tegen "het ver lichte deurraampje zag ik de gedaante van een politieagent afsteken. Al mijn twijfel was op slag verdwenen. Ik was goed te recht. „Blijven staan!" zei een barsche stem. „Wie bent u?" „Mijn naam is Clark", antwoordde ik. „Er zijn zooveel Clark's", bromde de agent. „Ik ken er wel een stel, maar die hebben hier niets te makeri'. Hij kwam naar me toe en keek me ach terdochtig aan. Ik zag 'n pistool in z'n hand. „Ken je bijgeval een zekeren Christopher Hand?" vroeg ik. „Bedoelt u dien privé-detective?" „Nu ja, dien criminoloog dan". „Ik heb hem net doorgelaten. Hij had zijn penning bij zich". „Ik ook antwoordde ik, den stoep ver der opgaande. „Hier!" Ik haalde mijn eere- lidmaatschapspenning der New-Yorksche politie te voorschijn. De agent liet er zijn zaklantaarn even op schijnen. „In orde", mompelde'hij. „Gaat u door; u wilt er zeker ook in?" H« liet me vóór gaan in de vestibule. Daar kwam hij naast me en klopte aan een deur. Aan de binnenzijde van het raam in die deur hing een kanten gordijn, zoo dat ik met goed naar binnen kon kijken. Een donkere gestalte kwam naar de deur toe en deed open. „Wel, wat is er, Sharf'" vroeg hu. De agent begon verklaring van mijn aan wezigheid te geven. Ik schoof langs hem heen naar binnen. „Hallo Tim!" zei ik te gen den agent in de gang. „O, bent u het, mijnheer Clark!" riep hii met een breeden glimlach uit. Ik heb u niet meer gezien, nadat die Farley zich zelf van kant gemaakt heeft" devestibule.brigadier?" vroeg de agent in „Zeker", antwoordde Tim. „Heb ik je verdraaid, ik heb vergeten, je te zeeeen dat mijnheer Clark komen zou. Mijnheer Hand vertelde me al, dat u zoudt komen, meneer Clark. Kom binnen. Doe de deur dicht, Sharf; ga weer naar den stoep te rug!" „Zoo, is Hand er al?" vroeg ik binnen komend. „Nu net?" „Ja, die kwam vlak achter ons aan", zei een der politiemannen in de hal. „Waar staan jullie auto's dan toch?" „Op West Avenue; we zijn achterom ge komen. Hoe gaat het, mijnheer Clark? U gaat er met den dag jonger en knapper uitzien. En mijnheer Hand ziet er oók sl zoo best uit. Kijk eens, ziet u die chevrons hier? Die heeft mijnheer Hand me bezorgd.. Een goed woordje bij den commissaris. Twee weken later kreeg ik promotie". „Schitterend, Tim, je hebt het verdiend. Maar zeg eens, wat is hier gebeurd? Een moord?" „Vast en zeker. Dat arme kleine dingt Schande, meneer Clark! Nog zoo jong en zoo mooi!" „Een vrouw dus?" „Ja, meneer. Een eerste klas actrice, zegt men". „Toch niet mevrouw Garrison?" vroeg ik meteen, denkend aan de jonge operette zangeres, met wie Garrison enkele jaren geleden getrouwd was. „Een vriendin van haar", antwoordde Tim. „Vlak voor haar trouwen traden z® samen nog in dezelfde revue op, naar ih mijnheer Garrison tegen den inspecteur hoorde vertellen". „Wie heeft het geval in handen, Tim?" Inspecteur Gerrity zelf, meneer". IIIo n», in u o „Waar is hy?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6