DE SCHOOLKWESTIE IN SCHOORL.
|i Stad en Omgeving, i|
Rumor om f 50.000.
De lijn Alkmaar— Warmenhuizen.
De Gemeente int
onrechtmatig belasting.
Aan den dood ontsnapt.
Auto geheel vernield.
N.S.B. N.S.B.
VAN GEELKERKEN spreekt morgenavond,
in „de Harmonie" te Alkmaar.
AANVANG 20.15 UUR.
N.S.B. N.S.B.
Krachtig protest in de gemeente tegen de
houding van den burgemeester.
2
EERSTE BLAD.
Alkmaar, Woensdag.
Er is de laatste dagen in en buiten onze
gemeente heel wat te doen geweest over
het bericht, dat wij Donderdagavond heb
ben opgenomen, namelijk de mededeeling,
dat het Rijk van Alkmaar een bedrag heeft
geëischt van 50.000, of iets meer, ter te
rugstorting van onrechtmatig uitgekeerde
steungelden.
Allereerst in de pers in stad en omge
ving.
Er zijn bladen geweest die het bericht
geheel of in verkorten vorm hebben over
genomen met de vermelding, dat het af
komstig was van de Alkmaarsche Courant.
Er is ook een blad geweest, dat de ver
rassende mededeeling deed, dat een. en an
der aan haar redactie reeds maanden gele
den bekend was.
Daaraan hebben de lezers natuurlijk niets
omdat zij zich op het standpunt mogen stel
len, dat belangrijke nieuwsberichten niet
alleen aan de redactie bekend moeten zijn
maar ook den abonné's moeten medegedeeld
worden.
Tenzij er natuurlijk zeer bijzondere om
standigheden zijn, welke het niet wensche-
lijk maken iets dergelijks te publiceeren.
Daarvan was o.i. in' de gegeven omstan
digheden geen sprake. Wij zouden er na
tuurlijk .niet aan denken berichten, over
aankoop van gronden bekend te maken
wanneer door ontijdige publicatie het ge
meentebelang daardoor ernstig zou kunnen
geschaad worden of andere berichten wel
ke uiteraard nimmer in de plaatselijke
bladen worden opgenomen.
Maar een bericht dat een op den rand
der noodlijdendheid staande gemeente een
bedrag van 50.000 aan onrechtmatig be
taalde steungelden in 's Rijks schatkist zal
moeten storten, draagt een geheel ander
karakter.
De bespreking daarvan en de beslissing
daarover zal toch vroeg of laat in openbare
behandeling moeten komen en het is van
zelfsprekend, dat men de vraag mag stellen
of deze financieele strop niet voorkomen
had kunnen worden.
Dan was er een blad, dat merkwaardi
gerwijze den volgenden dag precies het
zelfde had vernomen als wij den vorigen
avond gepubliceerd hadden. Men had daar
blijkbaar de moeite genomen nog eens even
naar (je juistheid te informeeren, wist toen
qog een kleine bijzonderheid en achtte zich
daardoor gerechtigd ons bericht eenigszins
om te werken en er „ijskoud" boven te zet
ten: „Naar wij vernemen."
Wanneer wij alles wat deze couranten
publiceeren als juist aannemen, zijn er dus
drie couranten geweest, die, elk afzonder
lijk en los van elkaar, met den. eisch tot
terugstorting van de f 50.000 békend zijn
geweest.
En nu schijnt de toestand zoo te rijn, dat
een en ander, theoretisch, alleen bekend
kon zijn bij de raadsleden, wién daarvan in
geheime zitting mededeeling was gedaan.
Wanneer een dergelijk belangrijk bericht
dan gepubliceerd wordt is het begrijpelijk,
dat B. en W. daardoor niet alleen verrast
maar ook onaangenaam worden getroffen.
En ook, dat zij hun best doen om te weten
te komen waar eigenlijk het lek zit.
Men zou veronderstellen, dat zij dan al
lereerst aandacht zouden schenken aan het
blad, dat thans openlijk, verkondigde van
een en ander reeds maandenlang op do
hoogte te zijn geweest.
Maar dit blad had als excuus voor de
niet-publicatie niet alleen aan zijn lezers
gemeld, dat het deze mededeeling in het
algemeen belang ongewenscht achtte, maar
zelfs min of meer een verdedigende hou
ding aangenomen tegenover degenen, die
voor deze terugstorting door hun daden
verantwoordelijk zijn.
Erger nog, het zag in onze publicatie
niet meer of minder dan het begin van een
lang voorbereiden aanval op den directeur
van Sociale Zaken, die, met den betrok
ken wethouder, blijkbaar verdedigd en ge
spaard diende te worden.
En dus werd ondanks de verklaring
van het blad dat men daar van de me
dedeeling uit de geheime raadzitting reeds
maandenlang op de hoogte was, geen
katholiek raadslid, verdacht van loslippig
heid, in verhoor genomen.
Aan het „naar wij vernemen" van het
blad, dat een en ander den dag na onze be
kendmaking publiceerde, werd door B. en
W. blijkbaar de waarde toegekend welke
deze mededeeling toekwam en zoo bleef ten
siotte de Alkmaarsche Courant over en
hebben B. en W. hun speurderstalenten ge
demonstreerd om er achter te komen van
welke zijde de belangrijke mededeeling ons
bereikt zou kunnen hebben.
Zij zijn zoo verstandig geweest, dat niet
rechtstreeks aan ons te vragen, maar heb
ben een raadslid voor den vierschaar ge
daagd, dat dicht bij de Alkmaarsche Cou
rant woont en dus de zegsman wel zou
kunnen wezen.
Het raadslid werd in figuurlijken zin
natuurlijk op de pijnbank gelegd. De
duimschroeven werden in de folterkamer
aangedraaid, de gloeiende ijzers in het vuur
gelegd en de gepijnigde zag in gedachten
het strenge gelaat van wethouder Klaver in
een witten kantkraag als toonbeeld van een
hardvochtigen rechter uit den tijd der
Spaansche inquisitie.
Helaas, ondanks alles wat hem werd
aangedaan, kon dit raadslid naar eer en
geweten verklaren, dat hij niet de zegsman
was geweest. Hij deelde ten einde raad
mede, dat hij maar zou verhuizen als hij
telkens weer aansprakelijk werd gesteld
voor alles wat wij zonder wethouderlijke
toestemming publiceeren en men heeft hem
tenslotte weer vrijgelaten om een ander
spoor te gaan volgen.
Waar wij althans volgens het college
onze informaties alleen van een raadslid
konden krijgen, zijn wij zeer benieuwd
wie het volgende Edelachtbare slachtoffer
zal worden.
Blijkens het voorloopig verslag spraken
bij het afdeelingsonderzoek van het wets
ontwerp over de naasting van twee locaal-
spoorwegen en een tramweg verscheidene
leden als hun oordeel uit, dat, al houdt het
formeel niet anders in dan een voorstel tot
naasting van de lijnen SauwerdRoode-
school, GroningenWeiward en Alkmaar
Warmenhuizenu, het niettemin moet worden
bezien in verband met de door die naasting
ontstaande mogelijkheid de exploitatie der
genoemde lijnen geheel of gedeeltelijk te
staken. Zij zouden gaarne van den minister
vernemen, welke plannen hij ten aanzien
van de al of niet voortzetting van de ex
ploitatie der drie lijnen koestert.
In ieder geval mag niet tot staking van
de exploitatie worden overgegaan, indien
de landwegen in de streek, welke de spoor
lijn doorsneed, niet te voren in goeden staat
gebracht zijn.
Het kwam dezen leden voor, dat, indien
men dit uitgangspunt aanvaardt, opheffing
van de lijn Sauwerd—Roodeschool niet ge
wettigd is.
Wat betreft de lijn Alkmaar—War
menhuizen werd er op gewezen, dat
het goederenvervoer hier niet onaan
zienlijk is. Van het station Warmenhui
zen, waar. een belangrijke tuinbouw
veiling gevestigd is, werden in 1937
niet minder dan 4708 ton goederen ver
zonden, terwijl er ook nog 886 ton
goederen werden aangevoerd. Hoe stelt
de minister zich voor dat in dit vervoer
na opheffing van de lijn zal worden
voorzien? Voor de veiling zou stopzet
ting van het goederenvervoer een ern
stige slag beteekenen, terwijl deze ge-
heele tuinbouwstreek, die in de laatste
jaren toch reeds met ontzaglijke moei
lijkheden te kampen gehad heeft, daar
door nog dieper in den put zou raken.
Daarom werd bepleit, indien eenigs
zins mogelijk, althans het goedenver-
voer op deze lijn ook na de naasting
voort te zetten, zij het door exploitatie
bij wijze van raccordement.
Verscheidene andere leden merkten naar
aanleiding van de in het voorgaande weer
gegeven bezwaren allereerst nog eens op, dat
de naasting niet beslist over de al of 'niet
voortzetting van de exploitatie. Met de
voorgenomen naasting gingen zij dan ook
volledig accoord. Deze leden wilden zich
hun oordeel omtrent de wenschelijkheid
van voortzetting van den spoorwegdienst
Jarenlang werd de af deeling van het
Witte Kruis als eigenaresse van bebouwde
eigendommen voor de straat-, rioolbelasting
enz. aangeslagen en twintig jaar lang werd
deze belasting trouw door het bestuur vol
daan, in de veronderstelling, dat de gem.-
ontvanger niemand zal aanslaan, die geen
belasting verschuldigd is.
Het vorig jaar werd op de algemeene
vergadering als lid van de commissie
voor het nazien der rekening iemand
benoemd, die men in belastingzaken des
kundig mag achten. Het trok zijn aandacht,
dat deze aanslag in strijd was met art.
van de plaatselijke verordening op deze be
lasting, aangezien dit artikel bepaalt, dat
deze belasting niet verschuldigd is voor zie
kenhuizen, proveniershuizen en het Witte
Kruis.
De aandacht van het bestuur werd hierop
gevestigd. Twijfel was niet mogelijk, wa* t
na reclame de teruggave over de betaalde
belasting van 1938 volgde.
Twintig jaar lang had intusschen het Wit
te Kruis ten onrechte deze belasting be
taald, doch daaraan was niets meer te
doen.
W
En vaag doemden donkere ge
daanten voor ons op: politie-menschen,
die automobilisten tot kalmte aan
spoorden, nieuwsgierigen, die hun wa
gens even geparkeerd hadden en i
rondom een ruïne stonden, een ruïne
van wat een half uur tevoren een sier
lijke Ford geweest was.
Wij stapten uit, passeerden glimmen
de tramrails, plasten in het water tus-
schen de dwarsliggers der trambanen
en stonden toen voor een volkomen
vernielde auto....
Hoe was het mogelijk, dat de inzittende
niet verpletterd was geworden?
Daar lag de wagen gekanteld, naast de
spoorbaan. Het was een complete ruïne:
ruiten versplinterd, stuur gebogen, motor
kap geheel ingedrukt, coupé-deurener
gens in de buurt in de modder drijvende,
de carrosserie verbogen en misvormd. En
daar was een man uitgehaald, na veel
moeite, en hem mankeerde niets! Hoe was
dat mogelijk?
Nog wonderlijker: de auto was door de
locomotief der Bergertram gegrepen, half
onder de locomotief terecht gekomen en
daarna en eindweegs meegesleurd. Toen de
tram tot stilstand was gekomen, moest de
machinist zijn stalen ros op „achteruit" zet
ten, om de auto vrij te krijgen. Vervolgens
moest men den wagen kantelen, om den
eenigen inzittenden mogelijk te kunnen
redden.
Hij leefde nog! Maar hij zat bekneld
achter het stuur, temidden van de ruïneuze
massa. Zoodat de redders met breekijzers
en koevoeten de carrosserie moesten open
breken of openbuigen, om het lichaam uit
zijn beknelling te halen
Dat reddingswerk vorderde snel en toen
de bestuurder bevrijd was én uit den wa
gen getild was, toen.... stond hy op en
liep! En hoe hij zich zelf ook betastte, hy
voelde geen pijn, hij kon geen gebroken
ledematen of ribben of andere beenderen
ontdekken. Hy liep en bleek ongedeerd!
En de ziekenauto reed terug, gelukkig
leeg!
Wat was er gebeurd?
Wat was er gebeurd en wie was het „ge
lukkige slachtoffer"?
De heer H. H., boekhouder by de aanne
mersfirma Hillen en Rose, die de grond
werkzaamheden op het militaire vliegveld
te Bergen verricht, was gistermiddag per
auto naar de losplaats aan den Heldersehen
weg, even aan deze zijde van den overweg
bij de Koedijker vlotbrug, gereden om al
daar toezicht te houden op het lossen van
smalspoor, dat noodig is voor het grond-
vervoer op het vliegveld. Hij parkeerde
zijn auto op de kade tusschen de spoorbaan
en het Noordhollandsch kanaal.
Om ongeveer half vijf keerde de heer H.
terug en reed eerst met zijn auto achteruit
langs de loswal naar den overweg. Deze
stak hij over, kwam toen op den verkeers
weg terecht en wilde nu in voorwaartsche
richting den overweg passeeren. Op dat
moment werd de auto gegrepen door de
tram uit Bergen. De machinist remde on
middellijk, doch hoewel de tram weinig
vaart had zij had juist bij de halte Koe
dijk gestopt sleepte zij de auto nog ruim
20 meter met zich mee, waarbij de wagen
gedeeltelijk onder de locomotief terecht
kwam.
Onmiddellijk schoot hulp toe en werd de
Alkmaarsche en Bergensche politie ge
waarschuwd, terwijl ook de Alkmaarsche
G.G.D. opgebeld werd.
Het verdere relaas schetsten wij hierbo-
HhBumatiscliB pijnan
Mijnhardtjes doen deze snel verdwijnen.
J 12 stuks 50 ct.
ven reeds. Slechts kunnen wy hier nog aan
toevoegen, dat terwijl de Alkmaarsche po-
litie het verkeer regelde, de Bergensche een
onderzoek instelde.
De auto was niet verzekerd, zoodat de
schade het was een nog vrijwel nieuwe
wagen voor den eigenaar zeer aanzien
lijk is.
BEEN GEBROKEN.
De motorrijder Wentel van de Kanaalkade
te Alkmaar kwam gister met zijn motor van
zijn werk by 't Zand en moest een auto
passeeren, welke van de Zes Wielen kwam.
Door de lichten van de auto in de war ge-
bracht, geraakte de heer Wentel van den
weg en kwam met zijn been tusschen aan
den kant staande borden waardoor het been
werd gebroken.
Per ziekenauto werd de man naar het
Centraal Ziekenhuis overgebracht.
HIJ SLIKTE ZIJN EETGEREI JN
MAAR HET HIELP HEM NIET VEEL.
Naar wij vernemen is dezer dagen een
gevangene naar het ziekenhuis overge
bracht die stukken van zijn lepel en vork
had ingeslikt, waarschijnlijk met de bedoe
ling daardoor in het ziekenhuis te worden
opgenomen.
In het ziekenhuis is de man met Röntgen
stralen belicht, maar de bevindingen waren
blykbaar van dien aard, dat opname hier
niet noodig werd geoordeeld waarna de
patiënt weer naar zijn sombere verblijf-
plaats teruggebracht is.
nog voorbehouden. Aanvankelijk scheen
het hun echter toe, dat opheffing van de
drie lijnen, welker naasting thans wordt
voorgesteld, geen onoverkomelijke bezwaren
zou opleveren. Alle loopen zij door een ge
bied, waarin talrijke waterwegen aanwe
zig zijn, zoodat een groot deel van het goe
derenvervoer per schip kan plaats hebben.
Voor het overige zal dit vervoer per vracht
auto kunnen geschieden, terwijl het reizi
gersverkeer per autobus zal moeten plaats
hebben. De ervaring leert, dat by ophef
fing van den spoorwegdienst zeer spoedig
nieuwe vervoergelegenheid ontstaat, voor
zoover die althans nog niet aanwezig was.
Het betreft hier lijnen van niet meer dan
locale beteekenis. Opheffing moge voor de
streek eenig ongerief medebrengen, men
kan niet zeggen, dat met handhaving daar
van een groot algemeen belang gemoeid is.
Sommige leden merkten nog op, dat
bevolkingsgroepen, die tegen ophef
fing van spoorlijnen ijveren, moeten
beginnen met te toonen, dat zy die
spoorlijnen waardeeren, en wel door er
geregeld mede te reizen. Dikwijls ziet
men echter, dat juist de streekbewo-
ners in den regel andere vervoermid
delen verkiezen.
De Raad van Schoorl heeft in zijn verga
dering van December 1938 besloten met
tegen 2 stemmen een nieuwe openbare la
gere school aan den Molenweg in het dorp
Schoorl te bouwen, daar de bestaande school
aan den Duinvoetweg naar het oordeel van
s Raads meerderheid in de eerste plaats uit
een oogpunt van hygiënè en inrichting niet
meer voldeed, terwijl in de tweede plaats
geoordeeld werd dat de ligging aan den
Duinvoetweg het onderwijs geenszins ten
goede kwam.
Voor de kosten van bouw en inrichting
was uitgetrokken een maximum bedrag van
29.000.—.
De raadsleden Winder en Duin hebben
toen een verzoek tot Ged. Staten gericht,
waarbij werd gevraagd te bevorderen, dat
indien Ged. Staten van oordeel waren, dat
de bestaande school niet kon worden gemo
derniseerd, de bouwkosten belangrijk lager
zouden worden toegestaan, terwijl beide
heeren eveneens om practische redenen ver
zochten op een ander terrein te bouwen.
Ook de burgemeester adresseert.
In het einde der vorige week werd nu in
deze Gemeente bekend, dat ook de burge
meester een adres aan Ged. Staten had ge
richt, waarin hij verzocht te komen tot den
bouw van een centrale school in de buurt
schap Bregtdorp.
Deze wensch nu is niet geheel nieuw meer,
daar een poging van den Minister van On
derwijs in 1933 om te komen tot opheffing
der beide openbare scholen in deze gemeen
te, namelijk die te Schoorl en te Groet, en
tot stichting van één centrale school te
Bregtdorp, in de gemeente zeer veel tegen
kanting ondervond en destijds geen voort
gang heeft gevonden.
Het is dan ook begrijpelijk, dat het adres
van den burgemeester niet met groote vreug
de bij de betrokkenen werd ontvangen.
De burgemeester betoogt in het bijzonder
dat het naar zyn oordeel gelet op den finan-
cieelen toestand der gemeente, in het finan
cieel belang van Schoorl is, dat tot stichting
van een centrale school wordt overgegaan,
hetgeen besparing op verschillende posten
zal geven, terwijl adressant van oordeel is,
dat het in het idieel en practisch belang van
de gemeente en hare ingezetenen zal zijn.
De ouders vergaderen.
Naar aanleiding nu van het adres van den
burgemeester heeft Maandagavond in de
O.L. school te Groet een vergadering plaats
gevonden van de ouders der die school be
zoekende leerlingen.
Mede waren uitgenoodigd wethouders en
raadsleden van Schoorl, waarvan aanwezig
waren wethouder Fl. Schermer en de raads
leden C. Blom, D. Duin Wzn. en A. Gutter.
De heer Duinmeijer was voorzitter der
Oudercommissie.
Het hoofd der school, de heer W. Bant,
uitte zijn vreugde over de zeer groote op
komst en in het bijzonder over de aanwezig
heid van den wethouder en de raadsleden.
De heer Bant deed vervolgens voorlezing
van het door den burgemeester aan Ged.
Staten gezonden schrijven.
De heer Gutter zeide er zich over te ver
wonderen, dat een aan de raadsleden toege
zonden schrijven hier in het openbaar wordt
voorgelezen. Spr. meende de houding van
het raadslid, dat dit toch kennelijk vertrou
welijk schrijven aan den heer Bant c.s. ter
inzage heeft gegeven, ten strengste te moeten
afkeuren. Ook spr. stond geenszins de stich
ting van een centrale school voor, maar men
moet toch ook te dezer zake de goede
men in acht nemen.
vor-
Protest tegen de houding
burgemeester.
van den
De heer Duin, hierna het woord verkrij
gende, zeide, dat hij het stuk ter inzage heeft
gegeven. Spr. achtte zich verplicht een der
gelijke wijze van doen onmiddellijk ter ken
nis van belanghebbenden te moeten brengen,
opdat zij wier belang dit is, weten welke
maatregelen ze moeten nemen.
Nog merkte spr. op, dat het niet juist is
een dergelijk stuk vijf dagen na de dagtee-
kening eerst aan de raadsleden ter kennis te
brengen.
De heer Bant gaf thans het woord aan den
wethouder Schermer.
De heer Schermer zeide hier gekomen te
zijn, in de eerste plaats omdat hij belang stelt
in het onderwijs, maar in het bijzonder om
de aanwezigen gerust te stellen en hen te
verzekeren, dat 'de school te Groet nimmer
zal worden opgeheven.
Spr. ging de geschiedenis van de centrale
school na en zeide, dat destijds ten gevolge
van zekere bemoeiingen de minister bereid
was geld te voteeren voor de stichting van
een centrale school.
Voor een buitenstaander, aldus spr., mag
het misschien een overweging zijn een cen
trale school op te richten, maar zij die de
verhoudingen in onze gemeente kennen, be
zien de zaak geheel anders en naar juiste
wijze. Groet is veel te veel gehecht aan zijn
school, terwijl, en begrijpelijk ook, andere
gedeelten der gemeente zich tegen de voor
genomen stichting verzetten, want de af
standen worden voor de kinderen beduidend
langer, terwijl 't schoolbezoek wel eens ach
teruit kon gaan, daar de afstanden tot scho
len in de naburige gemeenten dan korter
zijn dan tot de centrale school.
Spr. wees er dan nog op, dat de burge
meester blijkens de notulen van Juli j.L uit
drukkelijk heeft verklaard, dat de centrale
school geheel van de baan is. De burge
meester heeft aan het nieuwe plan medege
werkt en komt nu plotseling, tot verwonde
ring van allen, weer met het centrale school
plan.
Spr. verzekerde de aanwezigen, dat Ged.
Staten nooit en te nimmer tot de stichting
van een centrale school kunnen dwingen.
Wel kunnen zij het den raad in overweging
geven, maar spr. stelde vast, dat de raad in
groote meerderheid een dergelijk voorstel
zou afwijzen, zooals reeds blijkt uit het feit,
dat een vijftal raadsleden een tegenadres
aan Ged. Staten hebben gericht.
Stichting van een centrale school, aldus
spr., zou, afgezien van meerdere bouwkos
ten, een zeer dure zaak voor Schoorl worden,
daar de bestaande neutrale schoolvereeni-
ging te Groet dan uiteraard onverwijld de
noodige gelden voor de oprichting van een
neutrale school zou aanvragen.
Spr. juichte het toe, dat ook door de
ouders nog een adres aan Ged. Staten zal
worden gezonden en eindigde met de ver
zekering, dat de school nimmer verloren zal
gaan.
Een haltelijk applaus dankte den wethou
der voor zijn geruststellende woorden.
De heer Bant vroeg den wethouder, welke
macht Ged. Staten ter zake hebben 'als de
gemeente eventueel noodlijdend wordt De
heer Schermer antwoordde, dat zij ook dan
niet het recht hebben den bouw van een cen
trale school op te leggen.
De heer Duinmeijer zeide, dat alle inge
zetenen van Groet den heer Duin dankbaar
moeten zyn voor het ter lezing geven van
den brief (hartelijk applaus) en den heer
Schermer voor zijn geruststellende woor
den.
De houding der S.D.A.P,
Hierna verkreeg de heer Blom het woord.
Er is, aldus spr., wel eens gezegd, dat de
S.D.A.P. centralisatie voorstaat. Dat doet zij
ook, maar zij houdt daarbij het oog gericht
op plaatselijke omstandigheden. Een cen
trale school is, aldus spr., in Schoorl niet op
haar plaats, en hoewel spr. fractiegenoot des
tijds een ander opinie was toegedaan, zyn
wij, mede gelet op verkregen practische
adviezen, thans éénparig van oordeel, dat de
openbare lagere school voor Groet behouden
moet blijven.
Hoewel wij gaarne, waar dat mogelijk is,
op de kosten der gemeentehuishouding wil
len bezuinigen, achten wij de uitgaven
welke thans in het belang van het onderwijs
in Schoorl worden gevraagd, volkomen ge
wettigd.
Door de stichting van een centrale school
zouden de ingezetenen tegen elkaar worden
opgezet, hetgeen met alle kracht dient te
worden tegengegaan. Spr. gaf den aanwezi
gen de verzekering, dat het behouden van
de Groeter School zonder meer den steun
van de S.D.A.P. in de gemeente heeft.
Opgewekt tot krachtige actie.
De heer Duin begon met er op te wijzen,
dat men uit 't adres, door den heer Winder
en spr. tot Ged. Staten gericht, wil lezen, dat
beide heeren tegen de stichting van een
nieuwe school te Schoorl zijn. Niets is min
der waar, doch wel hebben zij bezwaar
tegen de naar hun meening te hooge stich-
tingskosten, mede gelet op de stichtingskosten
van in de laatste jaren opgerichte scholen.
Spr. keurde de houding van den burge
meester ten zeerste af, nimmer heeft deze
laten blijken, dat hij de stichting van een
centrale school voorstond. Voorts zeide spr.
niet zoo gerust te zijn, als beide vorige spre
kers. Het komt den laatsten tijd herhaalde
lijk voor, dat een z.g. verzoek van Ged. Sta
ten in feite een bevel is, en waaraan toch
dient te worden voldaan, wil men den schijn
van zelfstandigheid blijven bewaren.
Spr. raadde dan ook ten sterkste aan een
krachtige actie in te zetten, opdat blyke,
dat Groet het behoud van zijn school als
noodzaak ziet.
Op een tot hem gerichte vraag deelde de
heer Bant mede, dat ook Volksonderwijs zal
ageeren. Hij vond echter de houding van den
voorzitter der plaatselijke afdeeling niet
juist, daar deze reeds Vrijdag kennis droeg
van de bestaande plannen en zijn bestuurs
leden daarvan niet in kennis stelde. Als niet
de heer Duin het belang van Groet begrepen
had, wist nu in Groet nog niemand van de
plannen tot oprichting van een centrale
school.
De heer Bant deed vervolgens voorlezing
van den door de Oudercommissie opgestelden
brief aan Ged. Staten, waarin met kracht
van argumenten wordt bestreden dat de
stichting van een centrale school is in het
idieel en financieel belang van de gemeente,
en dat dus zeker niet in het belang van
het onderwijs zal zijn.
Men dreigt met een neutrale school-
vereeniging.
De ontworpen brief had de instemming
van de talrijke aanwezigen en er werd be
sloten den brief nog denzelfden avond ter
kennis van Ged. Staten te brengen.
Staande de vergadering meldden zich nog
talrijke leden voor de bestaande Neutrale
schoolvereeniging aan, zoodat, zooals de
voorzitter zeide, wanneer onverhoopt tot
opheffing der Groeter school zou worden
besloten, onmiddellyk een neutrale school
zal worden gesticht.
Hierna sloot de voorzitter der Ouder-
Commissie deze vaak zeer bewogen verga
dering.