DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Chamberlain over Spanje en zijn
bezoek aan Italië.
De Britsche premier vertrouwt
op Mussolini's woord.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN;
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 27 Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur; C. KRAK.
Woensdag 1 Februari 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
141e Jaargang
HET BRITSCHE PRESTIGE.
De algemeene toestand.
De Italiaansche
„nationale eischen
Heftig Kamerdebat in
Brussel.
Over benoeming van
Martens.
Nieuws in 't kort.
ALKMAARSCHE COURANT.
In het Engelsche Lagerhuis heeft
gisteren het aangekondigde debat
plaats gehad over het buitenlandsche
beleid der regeering.
De discussie werd, namens de la-
bourpartij, ingeleid door Attlee, die
ten aanval trok tegen de politiek, wel
ke de Britsche regeering ten aanzien
van Spanje heeft gevoerd.
Chamberlain antwoordde met een
uitvoerige uiteenzetting en motivee
ring van de Britsche zienswijzen in
Spanje en elders, waarbij hij gelegen
heid vond, te wijzen op reeds behaalde
successen der Engelsche pacificatie
politiek en enkele woorden te wijden
aan de rijksdagrede van Hitier.
„Onder het Britsche volk is een groeien
de beroering merkbaar", aldus Attlee bij
de inleiding der debatten, „over het onver
diende lijden, dat Spaansche vrouwen en
kinderen hebben te verduren door lucht
bombardementen, honger en al die dingen,
die zich onvermijdelijk voordoen, wanneer
een groote bevolking uit haar haardsteden
verdreven wordt. Ook krijgt men in Enge
land meer en meer oog voor het groote be
lang, dat de Spaansche strijd voor de toe
komst van vrijheid en democratie in de
wereld heeft. Meer en meer krijgen dege
nen, die aanvankelijk geneigd waren, den
strijd als zuiver Spaansche aangelegenheid
te beschouwen, besef voor de gevaarlijke
gevolgen, welke een voortdurende inmen
ging der Continentale mogendheden kun
nen hebben, en voor den weerslag op de
veiligheid van Engeland en Frankrijk".
Attlee zeide te gelooven, dat Chamber
lain in het land een groeiend gevoel van
afkeer over de houding, welke de Britsche
regeering gedurende den geheelen burger
oorlog heeft aangenomen, zou waarnemen.
Alle pogingen, om de Italiaansche deel
neming aan het Catalaansche offensief te
verkleinen, zijn dwaas, gezien de in Italië
zelf afgelegde verklaringen".
Zoodra wij merkten, dat de niet-inmen-
ging een comedie was, hebben wij voorge
steld, dat de Spaansche regeering gebruik
zou kunnen maken van de rechten, die uit
het internationale recht voortvloeien, doch
de Britsche regeering heeft dat steeds ge
weigerd".
Antwoord van Chamberlam.
Minister-president Chamberlain, die met
toejuichingen werd ontvangen, zeide, dat
Attlee zich tot Spanje beperkt had, afge
zien van zekere bittere opmerkingen over
de „reis naar Rome", waaruit hij afleidde,
dat Attlee tegen die reis was. (Gelach.)
Wat Spanje betreft, heeft Attlee twee
zijden van het conflict aangeroerd. De eene
heeft betrekking op de algemeene politiek.
Daarover aldus Chamberlain, kunnen wy
natuurlijk onmogelijk tot overeenstemming
komen. Ten aanzien van het andere, dat ik
zou willen noemen het menschelijkheids-
aspect, bestaat er geen verschil van mee
ning tusschen ons.
De berichten over den erbarmelijken
stoet van gewonden, ouden van dagen,
vrouwen en kinderen, verminkten, die in
bittere omstandigheden zwoegen in de h°°"
ge bergen, die Spanje van Frankrijk schei
den, kan niemand lezen zonder te besef
fen, welk een vreeselijk ding de oorlog is,
zelfs in zijn begeleidende verschijnselen en
hoeveel verschrikkelijker die oorlog nog za
zijn, als het gebied van het conflict nog
zou worden uitgebreid. (Toejuichingen op
de ministerbanken.)
Ieder moet getroffen zijn door de hulp,
die Frankrijk aan de ongelukkige vluchte
lingen verleent. Frankrijk heeft alles ge
daan, wat eenig volk in dergelijke omstan
digheden zou kunnen doen: men is het alle
eer verschuldigd.
De Britsche regeering helpt zooveel zij
kan en zal dat blijven doen. Wij hebben
reeds 20.000 pond sterling afgestaan aan
het internationale comité voor hulpverlee
ning aan gevluchte kinderen en wij hebben
nog eenzelfde bedrag ter beschikking van
het comité gesteld.
Ten aanzien van het Fransche voorste
tot het instellingen van een vluchtelingen-
zóne aan de grens, zeide Chamberlain te
hopen, dat Franco de verzekering wil ge
ven, dit gebied niet te zullen aanvallen.
Het oogenblik, aldus Chamberlain, is ze
ker niet geschikt voor een wijziging van
de Britsche politiek van niet-inmenging in
Spanje. Inmenging ten gunste van de
Spaansche regeering zou den toestand aan
zienlijk kunnen veranderen.
Ik ben niet van meening, dat de situatie
in Spanje op het oogenblik den Europee-
schen vrede bedreigt, doch het is zeer zeker
mijn opvatting, 'dat de vrede bedreigd zou
worden indien wij de niet-inmenging zou
den prijsgeven en er een uitgebreide inter
ventie ten gunste van de Spaansche regee
ring tot stand zou komen.
Iedere inmenging van dien aard moet
leiden tot uitbreiding van het conflict, het
geen in strijd zou zijn met de politiek der
Britsche regeering, die strikte onpartijdig
heid wil. Wij hebben Franco niet de rech
ten van oorlogvoerende toegekend, omdat
hier geen sprake is van een zuiveren bur
geroorlog, maar omdat de toestand gecom
pliceerd is door inmenging van vreemde
mogendheden.
Naar aanleiding van het wantrouwen dei-
oppositie ten aanzien van de woorden van
Hitier en Mussolini, zeide Chamberlain: „De
slechtste wijze om te bereiken, dat een
man, die zijn woord gegeven heeft, het zal
houden, is ongetwijfeld hem te zeggen, dat
men hem niet gelooft en dat men zijn hou
ding zal baseeren op de veronderstelling,
dat hij zijn woord niet zal houden. Ik ben
er zeker van, dat Attlee zich vergist.
Te Rome hebben wij opnieuw de verze
kering gekregen, dat Mussolini en Ciano
niets van Spanje hebben te eischen, wan
neer de oorlog voorbij zal zijn.
De politiek van pacificatie blijft voort
gang maken. Het bezoek aan Rome heeft
onze betrekkingen met Frankrijk niet doen
verslappen".
Sprekende over de rede van Hitier zeide
de minister: „Ik heb den zeer stelligen in
druk gekregen, dat dit niet de rede is van
een man, die voorbereidingen treft om
Europa in een nieuwe crisis te storten. Er
zijn vele passages in zijn rede, waarin hij
spreekt van de noodzakelijkheid van vrede
voor Duitschland, zoowel als voor de an
dere landen. Het vertrouwen in Europa
wordt niet gemakkelijk of snel hersteld.
Alvorens wij op een definitieve regeling
ingaan, zullen wij duidelijk willen zien, dat
men bereid is tot een overeenkomst, zoo
niet over algeheele ontwapening dan toch
over beperking der bewapening,"
De betrekkingen tot Frankrijk zijn nau
wer en vertrouwelijker dan wij ons kunnen
herinneren: zij zij gebaseerd op wederkee-
rig vertrouwen. Van de Duitsch-Fransche
overeenkomst hebben wij met de grootste
voldoening kennis genomen.
Met een verwijzing naar Hitiers rede
ging Chamberlain voort: „Wij allen hebben
onze binnenlandsche vraagstukken. Nie
mand van ons zal afkeerig staan tegenover
het denkbeeld, dat de staatslieden van ver
schillende landen zich wijden aan de ver
betering der omstandigheden van hun eigen
volk". Vervolgens herhaalt hij, wat hij te
Birmingham heeft gezegd, n.1. dat er geen
vraagstukken hoe ernstig ook, zijn, die niet
door besprekingen kunnen worden opgelost
en voegde daaraan toe, dat het nutteloos is
dergelijke besprekingen te beginnen, tenzij
degenen, die aan de conferentietafel komen,
er allen van overtuigd zijn, dat de aanwe
zigen vrede en tevredenheid willen en geen
boosaardige gedachten hebben.
Britsch prestige grooter dan ooit.
Na verklaard te hebben, dat hij van Mus
solini en Ciano uitdrukkelijk verzekering
had gekregen, dat Italië niets van Spanje
had te eischen, zeide Chamberlain: „Natuur
lijk heb ik dezelfde verzekering van Hitier
gekregen. Waarom is het bij de oppositie
gewoonte geworden de beweegredenen van
andere volken in een zoo slecht mogelijk
licht te zien? Men versterkt het donkere
aspect nog door onzen eigen herbewape-
ningsarbeid voortdurend te kleineeren. Het
is een gewoonte, die verantwoordelijk is
voor veel onnoodigép angst in het eigen
land en die tot gevaarlijke misverstanden
in het buitenland kan leiden. Ons prestige
is nooit grooter geweest dan thans: Er is
nooit een tijd geweest, waarin onze vriend
schap gretiger door andere landen gezocht
werd".
De besprekingen te Rome werden in een
sfeer van volkomen openhartigheid ge
voerd. „Wij hadden", aldus Chamberlain,
„niet verwacht, dat de eene partij alle door
de andere zijde voorgedragen meeningen
zou aanvaarden, doch, hoewel wij geen
overeenstemming op alle punten konden
aankondigen, hebben wij ons doel bereikt,
daar wij na de besprekingen een helderder
inzicht in het standpunt van den ander
hadden. Er is in geen enkel opzicht sprake
geweest van een formeele conferentie of
van onderhandelingen: de besprekingen
waren informatief en informeel".
Wij zijn overeengekomen onverwijld
besprekingen te houden over de gren
zen van Italiaansch-Oost-Afrika, den
Soedan en de aangrenzende Britsche
gebieden. Het spreekt van zelf, dat
Egypte zal deelnemen aan de bespre
kingen over den Soedan.
Wij hebben niet verheeld het te betreu
ren, dat de Italiaansche betrekkingen met
Frankrijk in den laatsten tijd slechter zijn
geworden. Uit de daarop volgende bespre
kingen is gebleken, dat de Spaansche kwes
tie de groote slagboom tusschen Frankrijk
en Italië is: zoolang de oorlog niet geëin
digd is, is het niet waarschijnlijk, dat on
derhandelingen tusschen de twee landen
nut zouden hebben.
Tenslotte bleek, dat Mussolini voorstan
der was van kwalitatieve beperking der be
wapening, zoodra de omstandigheden gun
stiger voor onderhandelingen zouden zijn.
Sinclair vraagt bijstandsverzekering
voor Nederland.
Na Chamberlain kreeg Sinclair, de leider
der liberale oppositie, het woord. Ten aan
zien van Nederland zeide hij: „Ik heb gis
teren iemand gesproken, die uit Nederland
was teruggkeerd en die tot de conclusie
was gekomen, dat daar ernstige twijfel
heerscht. Ik persoonlijk ben een groot be
wonderaar van het Nederlandsche volk en
ik geloof, dat de Nederlanders, indien hun
onafhankelijkheid bedreigd zou worden,
achter hun dijken zouden vechten, wat er
ook gebeurt.
Wij behooren Nederland de verzeke
ring te geven, dat wij het in de ure des
gevaars zullen bijstaan, indien het het
slachtoffer van een niet uitgelokten
aanval zou worden".
Sinclair besloot zijn rede met de opmer
king, dat de minister-president één post op
de creditzijde van de vredesrekening heeft
geboekt: Hij heeft een groot deel van het
Dutische en van het Italiaansche volk over
tuigd van den goeden wil en de vreedzame
bedoelingen, die niet alleen hijzelf maar al
zijn aanhangers in Engeland koesteren. Er
zijn in Duitschland en Italië veie men-
schen, die in Chamberlain en zijn parapluie
symbolen van fatsoen, verdraagzaamheid
en rust zien, welke gunstig afsteken bij het
lawaai en de zelfverzekerdheid van de lei
ders der totalitaire staten.
De „Giornale d'Italia" gaat in een
artikel, getiteld „Solidariteit van het
recht" uitvoerig in op de rijksdagredevoe
ring van Hitier. Allereerst noemt het blad
de rede een buitengewoon waardevolle
bijdrage tot de opheldering van den Euro-
peeschen toestand, om dan aldus te vervol
gen: „De intransigentie, welke de wereld
wil behouden in een onveranderlijken toe
stand, die slechts in overeenstemming is
met de belangen van de bezitters, staat
buiten de geschiedenis en is derhalve ook
voor den vrede gevaarlijk. Het probleem
der rechtvaardigheid bestaat in dit ver
band op gelijke wijze voor Duitschland,
Japan en Italië. Voor Duitschland heet
het probleem: teruggave der koloniën,
voor Japan: vernietiging van de chauvi
nistische coalitie, die het buitenland in
China tegen zijn gerechtvaardigde econo
mische behoefte in het leven heeft geroe
pen, om Japan in te sluiten in de onvol
doende ruimte van zijn eilandenrij. Voor
Italië ten slotte luidt het probleem: erken
ning van het recht op compensaties en van
zijn nationale eischen, die de grond van de
verdragen door Frankrijk onvervuld zijn
gebleven. De eischen én de rechten van
Duitschland en Italië zijn weliswaar van
verschillenden oorsprong, maar in wezen
verwant, zij gaan hand in hand. Zij zullen
een groot deel der komende Europeesche
gebeurtenissen beheerschen.
De vijandige, strijdlustige houding der
hebzuchtige en kleinzielige bezitters roept
de solidariteit in het leven van de doel
stellingen en middelen tusschen het Italië
van Mussolini en het Duitschland van
Adolf Hitier. Deze solidariteit is niet offen
sief, maar defensief. Deze solidariteit wil
niet veranderd worden in een oorlogscoa
litie. Men moet echter vaststellen, dat men
van den anderen kant op de gewettigde
eischen antwoordt met een oorlogsdreiging
in plaats van met bereidheid tot overeen
stemming. Hitier heeft juist tegen de
duistere bedreigingen, die ontspringen aan
de tactiek van een kruidenier of aan een
onverantwoordelijke halsstarrigheid, ter
verduidelijking der posities de Duitsch-
Italiaansche solidariteit bevestigd. Deze
solidariteit kan, wanneer zij van buiten af
wordt aangevallen, worden tot een gewa
pend bondgenootschap van 125 millioen
machtig gewapende en geestdriftige men-
schen. Italië en Duitschland zouden daar
bij kunnen rekenen op éen beslissende
ondersteuning van den kant van andere
naties buiten Europa. Italië zoekt geen
avonturen en denkt niet aan agressieve
geweldplegingen jegens de vitale belangen
van anderen, maar eischt uitsluitend de
rechtvaardige inlossing der schulden en de
erkenning van zijn welgefundeerd recht.
Duitschland steunt Italië, omdat het zijn
rechten erkent, evenals Italië Duitschland
steunt, omdat zijn eischen in overeenstem
ming zijn met een beginsel van algemeen
geldige Europeesche rechtvaardigheid".
Het artikel in de „Giornale d'Italia" doet
niet prettig aan. Terwijl Hitler's redfe zelf
zich kenmerkte door een gematigden toon,
wordt op deze manier de zaak weer geheel
vertroebeld. In ons overzicht van gisteren
wezen wij er reeds op, dat juist dat ge
deelte van deze rede, waar de as Rome
Berlijn besproken werd, het minst gerust
stellende gedeelte was. Welnu, als de
Italiaansche pers dit deel van de rede
aangrijpt, om bovengenoemd artikel te
schrijven, dan blijkt wel duidelijk, hoe
gevaarlijk Hitler's uitlating geweest is.
Ditzelfde gedeelte heeft ook de Engel
sche pers bezig gehouden. Hoewel het niet
door alle bladen zoo duidelijk gezegd
wordt als door de Daily Herald, die zich
afvraagt: „Wat bedoelt Hitier?", blijkt uit
de commentaren, dat eigenlijk alle Engel
sche bladen deze vraag gesteld hebben. In
Engeland is de rede dan ook met de noo-
dige reserve ontvangen. Men is verheugd,
omdat Hitier geen onmiddellijke eischen
heeft gesteld, maar deze vreugde wordt
getemperd, omdat men zich in het jongste
verleden al te vaak blij heeft gemaakt met
een doode musch
Tenslotte nog een paar Fransche pers
commentaren op Hitler's rede.
In een commentaar op de rede van Hitier
schrijft de Temps in zijn Bulletin du Jour
van meening te zijn, dat zij geen enkel
nieuw element in den internationalen toe
stand brengt. Echter, „in haar geheel is zij
beter dan sommigen vreesden, want zij
richt op den weg der samenwerkings-
politiek geen enkelen onoverkomelijken
hinderpaal op. Te dien aanzien brengt zij
zelfs een leering. Men zal er goed aan doen
zich deze te Rome in te prenten".
Verwijzend naar de zinsneden van Hit
ler's rede, waarin hij de overeenkomst van
München een vreedzame oplossing noem
de, die als voorbeeld zou kunnen dienen
voor een algemeene, redelijke regeling en
een redelijke liquidatie van sommige vitale
problemen, vraagt de Temps zich af, wat
Hitier daaronder verstaat. „Als men het
goed begrijpt, zou Hitier er naar streven
een onthouding te verkrijgen van de Wes
telijke mogendheden ten aanzien van iedere
regeling van problemen in Midden- en
Oost-Europa, die, als men hem mag ge
looven, uitsluitend een zaak van Duitsch
land zouden vormen, terwijl hij een
systeem van onderhandelingen zou beplei
ten voor de oplossing van sommige vitale
problemen. Welke? Dit punt vraagt op
heldering en verduidelijking."
In de Intransigeant schrijft Gallus:
„Hitier heeft niet met de vuist op tafel
geslagen. Dat is reeds ietsKrachtens
de overeenkomsten, welke Engeland en
Frankrijk met Duitschland hebben onder
teekend, lijkt het niet twijfelachtig, dat de
beide naties uitgenoodigd zullen worden
tot „overleg." Geen oorlogsoffensief, aldus
Gallus, maar een diplomatiek offensief,
dat wij zonder veel moeite reeds lang
voorzagen."
De Paris Soir trekt twee conclusies uit
de redevoering: de democratieën moeten
zich nauwer aaneensluiten en, wanneer
Hitier werkelijk den vrede wil, is hij in
staat dien te krijgen, wanneer hij zijn col
lega te Rome matigt. Wat Frankrijk betreft:
„zijn standpunt blijft gelijk. Alles wat
redelijk is, dunkt Frankrijk goed. Het zal
geen duimbreed grond afstaan van wat het
bezit. Maar het wil wel alles bestudeeren
en zelfs een zeker plan voor het koloniale
probleem, wanneer het om een algemeene
regeling gaat, waaruit de vrede zou kunnen
voortkomen en aan het einde waarvan de
ontwapening zou komen."
In de Belgische Kamer heeft zich een
heftig debat ontsponnen over de be
noeming tot lid van de Kon. Vlaamsche
Academie der medicijnen van dr. Mar
tens, oud-lid van den Vlaamschen raad,
die in 1920 wegens hoogverraad by ver
stek ter dood veroordeeld was, doch in
1929 amnestie heeft gekregen.
De liberaal Mundeleer noemde de be
noeming een ware uitdaging van den natio-
nalen geest, die geen enkel vaderlander kan
aanvaarden. Martens, zeide hij, moet de
academie goedschiks of kwaadschiks ver
laten.
In zijn antwoord zeide minister-president
Spaak, dat de interpellatie van Mundeleer
de moreele eenheid der natie in gevaar
brengt. Hij verklaarde, dat de regeering
niet op haar besluit zou terugkomen, waar
op de Vlaamsche afgevaardigden den pre
mier luide toejuichten, terwijl de liberalen
heftig protesteerden.
Tenslotte had de Kamer de keuze tus
schen twee moties:
Een van den liberaal Max, waarin de
benoeming van dr. Martens betreurd wordt,
en die van den Vlaamsch-katholiek van
Cauwelaert een eenvoudige motie om over
te gaan tot de orde van den dag.
In de nachtelijke zitting, die daarop
volgde, oefende de liberaal Devèze, minister
van staat en oud-minister van defensie, hef
tige critiek uit op Spaak, dien hij verant
woordelijk stelde voor de benoeming.
De aanwezigheid van Martens in de
academie noemde hij een schande, en hij
dreigde zich van de regeering waarvan
hij een der steunpilaren is te zullen af-
keeren, als de benoeming niet werd teniet
gedaan.
Nadat ook nog de socialist Hubin de be
noeming van Martens gelaakt had, kwam
Spaak voor het laatst tusschenbeide. Hij ver
klaarde diep getroffen te zijn door de ver
deeldheid, die zich vandaag in de Kamer had
geopenbaard, en deed een beroep op den
verzoeningsgezinden geest der Waalsche en
Brusselsche afgevaardigden.
De Kamer zal Donderdag over de beide
moties stemmen. Aangezien Spaak den steun
heeft van de Vlaamsche afgevaardigden
zonder onderscheid van partij, schijnt het
zeker, dat hij de meerderheid zal behalen.
Betooging voor wapenlevering aan
Spanje. - Honderden man extra politie zijn
gisteravond saamgetrokken nabij Tottenham
Courtroad te Londen, waar politieke orga
nisaties, die voor de Spaansche republikei
nen zijn, betoogden voor wapenlevering aan
Spanje. Verscheidene duizenden luisterden
naar de redevoeringen, waarin critiek werd
uitgeoefend op het buitenlandsche beleid der
regeering, in het bijzonder ten aanzien van
Spanje. Vijftig leden van de internationale
brigade, die juist uit Spanje was terugge
keerd, marcheerden op naar de vergadering,
voorafgegaan door een muziekcorps, dat
revolutionnaire liederen speelde. Er werd
een optocht gevormd, die naar de Parliament
Square trok. Een krachtige politiemacht
stond opgesteld rondom de parlementsge
bouwen. Zij behandelde den toestand met
veel tact. Het plein werd ontruimd en de
betoogers bleven doorloopen.
Een bom ontploft. - In het te Antwer
pen gevestigde bureau van een commissie
tot hulp aan het republikeinsche Spanje
is een bom ontploft.
De helsche machine bevond zich in 'n paket,
dat Maandagavond was aangekomen, volgens
opgave uit Sint Nicolaas. Het onderzoek
heeft evenwel uitgewezen, dat het adres van
den afzender te Sint Nicolaas niet be
kend is.
Gelukkig bevond zich op het oogenblik
van de ontploffing niemand in het gebouw,
wel werd het huis ernstig beschadigd en zijn
talrijke documenten vernield door het begin
van brand, dat ontstond.
De stormen in Amerika. - De sneeuw
stormen in het Oosten der Vereenigde Staten
hebben minstens 32 dooden geëischt. De An-
dania van de Cunard-White-Star-lijn, die
met 50 passagiers van Liverpool was geko
men, moest voor de haven van Boston het
anker hijschen, doordat er een geweldige
storm woedde. Na 24 uur gewacht te hebben,
zette het schip rechtstreeks koers naar New-
York zonder Boston te hebben aangedaan.
Het vonnis tegen de weduwe Beeker
definitief. - Het Hof van cassatie te Brussel
heeft in hooger beroep uitspraak gedaan in
de zaak van de weduwe Becker, die door
het Assiezenhof van Luik ter dood was ver
oordeeld. Het Hof heeft geen aanleiding ge
zien om dit vonnis te wijzigen, zoodat het
doodvonnis thans definitief is.