VOOR ONZE KINDEREN. HET BIBLIOTHEEKBOEK De koudegrond cultures. Verhaaltjes van kinderen voor kinderen. 1 Maart af. DERDE BLAD. Veilig voor Griep en Keelpijn De antiseptische tandpasta Ivorol zuivert den mond van bacteriën en vermindert besmettings gevaar in tijden van griep en verkoudheden. AFLOOP VAN VERKOOPINGEN. Donderdagmiddag werd ten overstaan van notaris van Leersüm in het N.-H. Kof fiehuis te Schagen publiek te koop aange boden een perceel weiland groot 1.91 H. A. gelegen nabij de Nieuwesluis, gem. Wie- ringerwaard, eigendom van den heer B. Otsen te Soest. Het percel werd in bod gebracht op 625 per kwart bunder en op 1 per kwart bunder afgemijnd door den heer J. Saai, Waardpolder. Het totaal be drag werd dus 4782.64. tEcuuU en JumBoum Inkomens van beneden 16 ct. per dag. Reeds verscheidene keeren is betoogd, dat de koudegrondcultures in hoogen nood ver- keeren. Nooit is dit echter met cijfers aan getoond, want in de meeste gevallen werd om den ergsten nood te beschrijven één enkel bedrijf of meerdere genoemd. Alge meen was men het er echter over eens, dat men al werkende met de koudegrondcultuur naar den afgrond ging. Dit was echter tot heden in de streek Kennemerland nog nooit met cijfers bewezen. Het gebrek aan de noodige cijfers was oorzaak van het besluit, een serieus onder zoek in te stellen naar de bedrijfsresultaten van 120 tuindersbedrijven in Kennemerland van gemiddelde grootte. De directeur van de Vereenigde Veilingen te Beverwijk, de heer W. de Groot, heeft met groote zorg een rapport samengesteld over de bedrijfsresul taten van 120 bedrijven. Dit rapport is gistermiddag in een buiten gewone vergadering van alle kringbesturen van den L.T.B., den N.T.B., benevens van de voltallige afdcelingsbesturen van den Chr. Boeren- en Tuindersbond en de Hollandsche Maatschappij van Landbouw en van de vei- lingbesturen te Beverwijk, Castricum en Heiloo, aan de openbaarheid prijs gegeven. De resultaten van dat onderzoek, die in het rapport weergegeven zijn, zijn een droeve weergave van het peil, waarop de koudegrond tuinder de laatste 8 jaar heeft moeten leven. Voor het onderzoek zijn willekeurig ge kozen 120 bedrijven van 70 Are tot 1^ H.A. De totaal-oppervlakte omvat 131.86 H.A., dus gem. 1.08 H.A. per bedrijf. De veiling- omzet dezer bedrijven was 167.353.53, of gemiddeld 1268.74 per H.A. De heer de Groot vervolgt zijn rapport als volgt: Opgenomen werd de steun, die in 1938 werkelijk is ontvangen. Voor het grootste deel is dat steun over producten, geteeld in 1937. Dit is gedaan, omdat over 1938 weinig of geen steun wordt verwacht, wegens den misoogst der gewassen iri dat jaar. Men zou daarmede dus een uitzonderlijk slechte positie naar voren brengen, hetgeen voor de objectiviteit van het onderzoek niet gewenscht zou zijn. Men wilde liever een normaal gemiddeld beeld geven van de steunontvangsten der koudegrondcultuur. Het bedrag wat nu als „ontvangen steun" wordt gebruikt, komt overeen met de bedra gen die sedert 1933 gemiddeld jaarlijks wer den ontvangen. De aldus ontvangen steun bedroeg 6576.54, hetgeen de beteekenis heeft van 3.93 pCt. van het geveilde bedrag. Hierbij dient vermeld, dat de streek Ken nemerland reeds vaker een extra steun bedrag heeft ontvangen op aardbeien of snijboonen, hetgeen ook over 1937 het geval is geweest. Deze extra-steun heeft voor deze 120 bedrijven bedragen 4012 of 2,39 pCt. van den veiligomzet dezer bedrijven. In totaal beliep dus de in 1938 ontvangen steun 6.32 pCt. van de opbrengst der pro ducten geveild in 1938. Hierin ligt ook de beteekenis vast van den tuinbouwsteun voor de koudegrondcultures in deze streek. Men zou daaruit eigenlijk moeten opmaken, dat in deze cultures de producten ongeveer de kostprijzen hebben opgebracht en de teelt dus, trots de crisis, ongeveer loonend is ge weest. Niets is echter minder waar, zooals uit de volgende cijfers zal blijken. De totale ontvangsten dezer bedrijven, daarbij inbegrepen eenige opbrengst van bloembollen, bloemen, melk van een paar koeien of verkoop van eenige varkens etc., bedroegen 220.017.21 of wel per H.A. 1668.56. De totale uitgaven waren echter 144895.59, dat is 65 pCt. van het totaal inkomen, of 1098.86 per H.A. Uit de resteerende 35 pCt. moesten dus de 120 gezinshoofden, met 589 ge zinsleden, de belooning zoeken voor hun dagelijkschen arbeid, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Negen van deze bedrijven hadden een totaal verlies te boeken van 1895.18 of gemiddeld 210.57. Zij hebben dus niets verdiend met al hun werken en er nog geld op toegelegd. Het netto-inkomen bedroeg 75121.62, hetgeen beteekent 626 per bedrijf met een gezin van gemiddeld 5 personen. Van deze gezinnen hebben in het bedrijf gewerkt, de ondernemer medegerekend, 242 personen boven 14 jaar. Hun verdienste is geweest 324.70 per jaar en per hoofd. Zij hebben daarbij echter niet alleen voor zich zelf gewerkt, doch ook nog moeten zorgen voor 394 medegezinsleden, zoodat per gezinslid is verdiend de kapitale som van f 118.12 of wel 32 cent per persoon per dag, voor voedsel, kleeding, huishuur, ontspan ning enz. Zoo leeft men dus al ruim 8 jaren op het platteland in de tuinbouwcentra der koude grondcultuur. Hoe vergaat het de midden standers en de arbeiders, die onder deze be volking moeten leven? Zeker, hier worden gemiddelden genoemd, er zijn er die daar belangrijk boven uitgaan. Doch 70 van de 120 geregistreerde bedrijven bet niet eer.s tot het gemiddelde WINTERPRET door G. A. DE BOORDER. Kees en Annie mochten in de kerst- vacantie bij Oma logeren en de schaatsen meenemen. Wat een pret was dat. Om 9 uur zou de autobus vertrekken naar Drachten. Ze stonden al met ongeduld te wachten. Eindelijk, daar kwam de bus aan. Moeder zou tot Tante Marie met hen meerijden en verder Kees en Annie alleen. De bagage werd in het bagagenet gedaan. De conduc teur kwam het geld ophalen en ieder kreeg een kaartje. Kees en Annie zaten achter in bij een raampje. Wat een mooi gezicht was dat. „Noordwolde!", riep de conducteur. Moeder stapte uit en van Tante kregen ze ieder een zakje met toffees. Toen reden ze verder. „Dag, dag", riepen ze nog tot ze de hoek omgingen. Wat lekker waren die toffees. „Drachten!", riep de conducteur. Kees en Annie stapten naar voren en ieder kreeg een knipje in het kaartje. Daar stond Oma al te wachten. Ze liepen vlug naar huis. „Hebben jullie de schaatsen meege nomen?" „Ja hoor Oma". „Dan gaan jullie vanmiddag maar schaatsen", zei Oma. Na het eten hielp Annie Oma met het afwassen en Kees hielp Opa met een konijnenhok te timmeren. Toen gingen ze naar het ijs. „Doe jullie je mantel maar aan, een doek om, de muts op en dan de wanten maar aan", zei Oma. Wat zagen ze een mensen met schaatsen. Oma deed de schaatsen aan en daar reden ze. Plof, daar lag Annie. „Ha ha", riep Kees. En plof, daar lag Kees ook. „Jullie kennen het nog niet goed", zei Oma. „Leg er es an. Leg er es an", riep een man. „Lusten jullie nog een kop chocolademelk?", vroeg Oma. „Alstublieft Oma". „Ga dan maar op dit bankje zitten. Mijnheer, twee kop chocolademelk en een kop melk en drie eierkoeken", riep Oma. En later gingen ze weer rijden. Ze hielden het vol tot het volgende tentje. „Dat is knap hoor", zei Oma, „nog een paar keer en dan gaan we naar huis". Ze reden nog een paar keer op en neer. „Kan ik het niet best?" vroeg Kees. „Ja hoor, bindt de schaatsen maar af, dan gaan we naar huis". „Schenk nu eens een kopje thee in", zei Oma. Na het eten hielp Annie Oma weer en om half acht sliepen ze lekker in. Om 7 uur 's morgens ging de wekker. Annie en Kees stonden op. Eerst wasten ze zich en kleedden zich daarna aan. Kees ging naar beneden en Annie haalde het bed af en zette water op voor de thee. Kees was aan het kippen en konijnen voeren. „Annie, er ligt sneeuw", riep Kees. „Moeten we direct een sneeuwpop maken?" Kees was net klaar, en daar kwamen Opa en Oma naar beneden. „Annie, wat ben je druk aan het werk geweest", zei Oma. „Oma, kom eens kijken", zei Kees. „Heeft u nog twee eierkolen en een wortel en een bezem?" „Ja hoor, dat kun je allemaal in het schuurtje vinden". Kees vond ook nog een oude hoed. Opa en Oma en Annie moesten de sneeuwman later bewonderen. Die was prachtig. „Zondagmorgen om negen uur begint er een wedstrijd voor kinderen", zei Oma. „Willen jullie daar nog aan mee doen?" Dat wilden ze graag. Kees hielp Opa met houtjes hakken en het paadje opruimen. Oma was aan het pannekoeken bakken. Toen Annie thuis kwam, moesten ze eten. Oma zou Zaterdagmiddag appelenbollen bakken voor den Oudejaarsavond. Die waren om 5 uur klaar. Oma zette ze in de kast en ging met Annie en Kees naar het dorp. Ze bleven voor een speelgoedwinkel staan. „Wat voor spel willen jullie hebben?" „Een dominospel Oma, dat is een leuk spel". „Haal jij het even, Annie, dan blijven Kees en ik hier staan". Annie kwam terug en had een kaatseballetje toegekregen. Ze liepen flink door en waren gauw thuis. Annie hielp Oma weer en Kees ging de eieren uit het hok halen. Hij had er net vier. „Zo, nu gaan we domineën". Opa schudde de stenen door elkaar. Kees had dubbel zes, dus hij mocht beginnen. Annie had het de eerste keer gewonnen. En Opa de tweede keer. Ze kregen allemaal een appelbol en een kop chocolade-melk. Nu gingen ze „mens erger je niet" spelen. Zo was het al acht uur. Ze kregen nog 2 appelbollen en een kop chocolademelk. Om 9 uur moesten ze naar bed, „want morgenochtend", zei Oma, „begint de wed strijd al vroeg". De klokken begonnen om 12 uur te luiden en er knalden schoten door de lucht, ten teken, dat het oude jaar was vervlogen en nu wensten velen elkander een prettig nieuwjaar. Nu gingen Oma en Opa ook naar bed. Om kwart voor negen zaten Annie en Kees de volgende morgen al tussen een troep kinderen. De eerste groep meisjes bestond uit Annie Jansen en Geertje Wester. Annie had het verloren van de meisjes en Kees had de twede prijs, een voetbal. Hij liep er gauw mee naar Opa en Oma. „Dat is knap gedaan hoor", zei Opa. Het was twaalf uur geworden en ze gingen naar huis. En ze kleedden zich aan om te gaan vertrekken. Om twee uur stapten ze in de bus en zo kwamen ze weer thuis. door LIES HELGERS. „Moeder, weet u heus niet, waar dat boek van de school bibliotheek ligt?" vroeg Ineke. „Nee kindje, ik heb het nergens gezien. Je moet ook niet zo slordig op je boeken zijn!" Moeder was aan het naaien en Ineke had alle boeken uit de boekenkast over de grond verspreid. „Misschien heb ik het al teruggegeven, maar dat weet ik niet zeker meer", zei Ineke nu. „Ik kan het ner gens vinden, ook niet op mijn kamer. Ik móét het vandaag terugbrengen, want ik ben al te laat en anders wordt de juffrouw boos. Waar kan het toch zijn?" Ineke zocht nog een tijdje door, maar toen moest ze werkelijk ophouden, anders zou ze te laat op school komen. Ze liep op een holletje de laan uit en dacht intussen steeds aan het boek, dat ze kwijt was. Dat kon toch niet weg zijn? Zou ze het dan toch al terug heb ben gegeven? Stel je voor, dat het echt weg was. De juffrouw was altijd zo streng in die dingen en ze werd heel boos, als er een bibliotheekboek weg was geraakt en dan mocht je in twee maanden geen boek meer lenen! Ineke kreeg al een kleur, als ze aan het standje dacht, dat ze krijgen zou. En dat ze geen boek meer zou mogen lenen, dat was bijna het ergste van alles! En toch geloofde ze niet, dat ze het boek al terug had gegeven. Ze kon die middag niet goed opletten op school. Telkens moest ze aan het boek denken. Straks om vier uur, als de bel was gegaan, moest ze naar de bibliotheek om het te zeggen. Maar eerst noemde juffrouw Haak straks nog de namen op van de kin deren, die hun boek terug moesten brengen. Daar had je het al. „Straks is er bibliotheek, kinderen", zei juffrouw Haak, „en ik geloof, dat ik van daag veel boeken terug krijg. In de eerste plaats een boek van Annie. En verder moet ik er nog een krijgen van Ansje, Nel, Piet, Ineke en Freddie. Hebben jullie het allemaal bij je?" Ineke kreeg een kleur en voor ze wist wat ze deed, stak ze haar vinger op en zei: durfde juffrouw Haak niet aan te kijken. Ze zat heel stil in haar bank en huilde maar. Eindelijk snikte ze. „Ik.., ik heb het boek nog niet teruggegevenJuf_ frouw Haak zette het gietertje neer en kwam voor Ineke's bank staan. „Dat heb ik gezien Ineke. Waarom heb je het dan gezegd? Kon je het thuis niet vinden?" Ineke schudde van nee en zei toen zacht. „Ik was zo bang dat ik straf zou krijgen en dat u erg boos zou zijn en dat ik geen boek meer mocht hebben en ik wist heus niet zeker of ik het had teruggegeven of niet". Ze begon weer opnieuw te huilen. „En ik vind het zo naar, dat ik erom gejokt heb!" Nu legde juffrouw Haak haar hand 0p Ineke's hoofd en zei: „Ik ben blij, dat je daar spijt van hebt, Ineke. Ik begreep al niet, dat jij tegen me wilde jokken. Maar ik geloof niet, dat je dat weer gauw zult doen, is het wel? Je mag natuurlijk geen nieuw boek hebben voor je het oude hebt gevonden en anders moet je twee maanden wachten, net als de andere kinderen, die een boek ver loren hebben. Maar we zullen er verder niet meer over spreken." Toen Ineke buiten kwam, danste ze over straat. Ze voelde zich ineens weer zo ge. lukkig en opgelucht. Ze kwam zingend thuis en toen ze moeder gegroet had, zei die: „Ineke, ik heb het boek gevonden. Het was tussen vaders boeken terecht gekomen, hier is het!" Ineke kreeg er een kleur van en toen vertelde ze moeder, wat er die middag op school was gebeurd. SNEEUWHAZEN. Op dit plaatje zien jullie drie sneeuw hazen afgebeeld. De haas heet zo, omdat hij in de winter spierwit is als sneeuw. Alleen het puntje van zijn oren blijft zwart. In de zomer is de sneeuwhaas donkerder van kleur dan de meeste andere hazen, rood bruin, van boven zwartachtig en van onde ren vuilwit. De oren van deze haas zijn DE GROOTSTE SPOORBRUG TER WERELD BIJ AROSA. konden „Ik heb het toch al teruggegeven, juffrouw? Juffrouw Haak keek haar vragend aan en zei: „Jij Ineke? Dat kan ik me helemaal niet herinneren, wanneer dan?" „De vorige week toch, juffrouw". Ineke voelde haar hart in haar keel kloppen, maar ze durfde niet meer te zeggen, dat ze het niet zeker wist. Wat moesten al die kinderen dan van haar denken en de juffrouw ook. Hoe kwam ze erbij om te zeggen, dat ze het al had teruggegeven. Juffrouw Haak keek in'haar lijstje en zei: „Nee Ineke, ik heb v'oor jou nog een boek staan. Ik geloof niet, dat ik het al terug heb gekregen". Nu kan je nog zeggen, dat je het niet zeker weet, zei een stem in Ineke, maar ze durfde nu niet meer en zei daarom: „Ja juffrouw, ik weet het zeker". Nu keek juffrouw Haak haar eens een beetje nauwkeuriger aan. Ze zag wel, dat Ineke een erge kleur had en dat ze een beetje vreemd deed, maar ze besloot om niets te zeggen. Ze wist wel, dat Ineke altijd een eerlijk meisje was en ze had nog nooit tegen haar gejokt. „Goed Ineke, ik zal het vanmiddag nog eens precies nakijken", zei ze daarom en sprak er verder niet over. Maar Ineke moest er steeds aan denken. Het was erg lelijk van haar geweest om te zeggen, dat ze zeker wist, dat ze het boek de vorige week terug gegeven had. Hoe durfde ze zo te jokken! En nu kon ze toch niet meer zeggen, dat het misschien toch nog thuis lag, dat was helemaal zo gek. O, had ze toch maar niets gezegd. En de juffrouw vertrouwde haar zo! Om vier uur gingen alle kinderen de klas uit. De meesten gingen naar huis, maar de kinderen, die boeken terug moesten brengen, gingen naar de bibliotheek. Ineke stond in de gang en trok haar jas aan om weg te gaan. Het was nu al stil in de gang. Boven hoorde ze nog een meisje lachen. Maar zij- j zelf had wel kunnen huilen, zo naar vond ze het allemaal. Zou ze toch nog juf frouw Haak kwam altijd nog even in de klas na de bibliotheek. Zou ze op haar wachten? Maar dan moest ze het zeggen en dat durfde ze niet meer. En als juffrouw Haak nu gemerkt had, dat Ineke tegen haar had gejokt? Ineke trok haar jas weer uit en ging het lokaal binnen. Wat zag de klas er nu vreemd en leeg uit. Ze sloop zachtjes naar haar plaats en bleef daar wachten tot juffrouw Haak terug zou komen. Wat duurde het lang voor ze kwam. Toen ging opeens de deur open en daar kwam juffrouw Haak binnen. Ze keek even j heel verbaasd naar Ineke en liep toen naar haar tafel toe, waar ze een paar boeken op legde. Ze gaf de plantjes in het raam water en vroeg toen: „En Ineke, waarom ben je nog zo laat in de klas?" Toen kon Ineke zich niet goed houden en ineens begon ze te i huilen. Ze kon niet eens antwoord geven, ze korter dan de kop en de staart is ook aan de bovenzijde wit. In Ierland bestaat een bijzondere soort sneeuwhaas, die ook in de winter meestal roodbruin blijft. Dat komt waarschijnlijk omdat de winters in Ierland zacht zijn, want als er een enkele keer een strenge winter is, wordt de sneeuwhaas wit! RAADSELS. 1. Welke tien grote steden uit Europa kunnen uit de volgende lettergrepen gevormd worden? am ber boe brus da dam drid ge gen ha han ka Ion lijn ma no nua pa pen pest rijs sel ster tou ver. 2. Wat staat hier: dat de Hij stelde oper een stander van was werpen meester wijzer dat de omdat deze zichde schriften vinden kunn zou stellen v dan zou verw 8 8 dat menhem ver 3. gehecht en hem toege 9 was. Wanneer draagt een paard schoenen? OPLOSSINGEN. De oplossingen van de raadsels uit ons vorig nummer zijn als volgt: 1. b kar varen h ij s c h e n barcelona wedloop spoor end a schoenmaker kuiper tandarts journalist ambtenaar De man, die zijn boord nog niet betaald heeft. inkomen brengen en velen zeer ver onder blijven. moesten daar Er waren nog 41 bedrijven bij, die niet tot 400 netto-inkomen, of 22 cent per dag en per gezinslid konden komen en daaronder waren zelfs nog 28 bedrij ven, die nog bleven onder 300, of 16 cent per gezinslid per dag. Dit rapport geeft dus wel een duidelijk beeld van den noodtoestand in de tuinbouw bedrijven in Kennemerland. Het hoeft dan ook geen betoog, dat er onder de tuinbou- wende bevolking armoede wordt geleden, die met geen pen te beschrijven is. Voordat de tuinbouw in Kennemerland ten onder gaat, dient dan ook ingegrepen te worden. De aanwezige organisatie-besturen stem den volkomen in met het voorstel van de veilingen, om den minister te verzoeken voor een extra-uitkeering voor de streek Kennemerland. Voor deze streek is het wen- schelijk, dat aan het verzoek gevolg zal worden gegeven. STEUN GOEDGEKEURDE POOTAARDAPELLEN OOGST 1938. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, zal de steunregeling voor goedgekeurde pootaardappelen van den oogst 1938 een dezer dagen worden gewijzigd in dier voege, dat met ingang van Maandag 6 Februari ook voor potersteun in aanmerking komen de tot dusver van steun uitgesloten goedge keurde pootaardappelen van de rassen, inge- op'rUbri6k W6lke Voor de pootaardappelen van deze ru briek, goedgekeurd in de klassen a, b zal voor de vierkantsmaten 28-35 m.M als potersteun worden uitgekeerd resn f 1 Zn flenf 0,50 per 100 K G. Voor de sorteeringen boven de vierkants- maat 35 m.M., goedgekeurd in de klassen a b en c zal worden uitgekeerd resp ït oSO en nihil indien de aardappelen voldoen aan de eischen, gesteld voor de rubriek a, be doeld in de crisis-steun beschikking 1928 aardappelen (oogst 1938) de kleiconsump- tie aardappelrassen en resp. 1,50, 1 en f 0,50, indien de aardappelen niet aan de eischen van rubriek a voldoen. In dit laatste geval zal uiteraard als „gewone" denatura- tievergoeding 0,80 per 100 K.G. worden uitgekeerd 0,90 van 1 Maart af), terwijl deze, indien de aardappelen wel aan de eischen van rubriek a voldoen 1,20 P®r 100 K.G. bedraagt. Voor de goedgekeurde pootaardappelen in de vierkantsmaten 28-35 m.M. bedraagt de gewone denaturatievergoeding, ongeacht de omstandigheden of zij al dan niet in rubriek a kunnen worden ingedeeld, 0,80 per 10° K.G. bij denaturatie vóór 1 Maart 1939 en f 0,90 per 100 K.G. bij denaturatie van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 12