BERICHT VOOR DE ABONNE'S Wet £atuU ett J-uin&ouw NOTITIE-BOEKJE. EGMOND BINNEN BlROEK OP LANGENDIJK EGMOND AAN ZEE OUDKARSPEL Goed zoo, die knoop! Hij her- innert hem er aan, dat zijn pakje Niemeijer's Gold Star Shag weldra leeg zal zijn. Doe dus verstandig, zorg nu meteen voor een nieuw pakje van die geurige, geweldig zachte GOLD STAR Shag! M. J. BRUSSE: UIT MIJN Met het monster-circus van Barnum en Bailey op reis. DERDE BLAD. ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 4 FEBRUARI 1939^ DE T. B. C.-BESTRIJDING ONDER HET RUNDVEE IN NOORDHOLLAND. De vereeniging tot bestrijding van de tuberculose onder het rundvee en van an dere veeziekten in Noordholland hield gis termiddag in het Gulden Vlies te Alkmaar onder voorzitterschap van den heer P. Sta pel te Hoogkarspel haar algemeene verga dering. In zjjn openingswoord deelde de voorzitter mede, dat de vereeniging door de consumptiemelkregeling er veel leden heeft bijgekregen. Meer en meer wordt in gezien, dat de t. b. c.-bestrijding onder het vee niet alleen in het belang is van de vee houderij maar ook de algemeene volksge zondheid bevordert. Wegens overtreding der voorschriften waren een 16-tal leden geschrapt. Uit de vergadering gingen stem men op, strenge maatregelen tegen over treders te nemen, omdat de voorschriften teveel worden overtreden. De voorzitter zeide, dat het bestuur voornemens is, krach tig op te treden. De rekening 1938 werd vastgesteld in ontvangsten op een bedrag van 83832.82 en een uitgave van 85943.69. Het tekort werd uit het bedrijfskapitaal gedekt. In totaal werden 89512 dieren onderzocht. Hiervan waren 27215 dieren in de vrije stallen, 13276 in stallen met 10 pet. en 49020 dieren in stallen met meer dan 10 pet. reactiedieren. Voor dit onderzoek werd aan de dieren artsen betaald 65502.75. De begrooting voor het loopende boek jaar werd vastgesteld op 119058 aan ba ten en lasten. Voor onderzoek van dieren werd uitgetrokken een bedrag van 110338 en voor controle 1500. Voor be strijding van andere veeziekten (proef Moussu) 400 en voor propaganda 300. De rijkssubsidie werd geraamd op 43000. De subsidie van de Consumptiemelkcentra- le op 16000 en de subsidie van de pro vincie op 28.750. De begrooting sluit met een nadeelig saldo van 3673, te dekken uit den kapi- taaldienst. Op een vraag van den heer Hofstee deelde de voorzitter mede, dat de vereeniging van de veehouders voor het afslachten van open t. b. c.-lijders uitbe taalt en niet onderzoekt, of de betrokken veehouder daarvoor ook uit een aangeslo ten veefonds vergoeding krijgt. Het is dus mogelijk, dat door verzekering een afge maakte t. b. c.-lijder meer opbrengt dan het beest waard was. De heer Slot deelde mede, dat in zijn rayon een veehouder als lid bedankt heeft omdat hij op stal zeer veel reactiedieren heeft. Toch gaat die vee houder maar rustig door om die melk voor de consumptie af te leveren. Aan een consumptiemelkleverancier werd echter verboden op zijn wagen aan te ge ven, dat zijn melk afkomstig is van een t. b. c.-vrijen stal. De belastingbetaler, die tenslotte de t. b. c.-bestrijding betaalt, wordt daardoor de mogelijkheid benomen, zekerheid te heb ben, t. b. c.-vrije melk te bekomen. Spr. vond dit onjuist. De inspecteur van den Veeartsenijkundi- gen Dienst de heer 't Hooft, was het daar mee eens. Meer dan twee jaar wordt hier over gesproken en binnen 14 dagen komt deze kwestie weer in behandeling. Het ver bod gaat uit van den directeur van de Wa renwet volgens Kon. Besluit. Krachtens het Melkbesluit van de Warenwet mag op de melk geen ander praedicaat worden ge voerd dan door den minister wordt toege staan. Honderden verzoeken zijn reeds tot den minister gericht, doch deze blijven on beantwoord, omdat nog steeds geen besluit genomen is hoe het moet zijn. Op een vraag of de onderhuidsche me thode van invloed is op het verwerpen van kalfkoeien antwoordde de heer 't Hooft ontkennend. Van verschillende kanten werd er op aan gedrongen om in de toekomst te voorko men, dat op het t. b. c.-vrije gedeelte van de najaarsveemarkt te Hoorn reactiedieren worden geplaatst. Het vorig jaar waren daardoor veehouders koopers van reactie dieren geworden. De secretaris, de heer E. Koster deelde mede, dat deze kwestie be sproken is met het marktbestuur en den directeur van het marktwezen. In het ver volg zullen aanvoerders van t. b. c.-vrij vee marktkaartjes in 'n aparte kleur ont vangen, die op naam worden gesteld. Ver schillende personen drongen erop aan om op de voorjaarsmarkt ook een gedeelte vóór den aanvoer van t. b. c.-vrij vee te reser veeren. De secretaris ontraadde dit, omdat er in het voorjaar wel vraag naar t. b. c.-vrij vee is, doch nagenoeg geen aanbod. Op de voorjaarsmarkten in Noordholland wordt ongeveer 75 pet. van de melkkoeien aange voerd uit andere provincies, waarop men geen controle heeft en spr. vreest een ver keerden indruk voor de t. b. c.-bestrijding in Noordholland wanneer op de voorjaars markt een zeer kleine aanvoer van t. b. c.- vrij vee valt te constateeren. Hierna werd de vergadering gesloten. Nutsavond. Donderdag hield dr. W. G. N. v. d. Sleen voor het Departement Egmond van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, zoo wel voor leden als voor overige belang stellenden in het café van L. Mooy te Egmond-Binnen, een lezing over een door hem gemaakte reis door Zweden en Lap land. Zooals steeds werd ook deze lezing toe gelicht met prachtige kleurenfoto's en Agfa smalfilm. Dr. v. d. Sleen is te Egmond geen onbekende meer, en zijn naam waarborgt een genotvollen leerrijken avond. Zijn boeiende verteltrant en de wijze, waarop hij zijn stof behandelt, maken, dat zijn lezin gen ver boven 't gemiddelde uitsteken. In den aanvang besprak dr. v. d. Sleen de zeer gunstige sociale toestanden in Zweden, dat door zijn natuurlijke schatten een rijk land is. De lezing begon met een tocht door 't eiland Gotland, dat rijk is aan ongerepte bosschen en zeer vele oude geschiedkundige monumenten telt. Daarna werd geruimen tijd stil gestaan bij de Zweedsche hoofdstad: Stockholm, dat op 7 eilandjes is gebouwd. Aan veel kan men daar nog zien, dat er veel Nederlandsche bouwmeesters zijn geweest. Langs donkere prachtige wouden eerst nog goede wegen, laten echter al minder, tot zelfs de auto's achtergelaten moeten worden langs vele rivieren en snel naar omlaag strocmende riviertjes, waarin ge kapte boomen afdrijven naar beneden, komt men eindelijk in 't land der midder nachtzon. Daar is de boomengroei minder, maar talrijk zijn de watervallen, en de gletschhers en eindeloos worden de sneeuwvelden. Al moeilijker wordt de tocht, 't wordt een wor stelend vooruitkomen maar toch wordt Lapland bereikt, met zijn onbekend zwer vend, hun rendieren volgend Nomaden-volk. Dat in een uithoek van de wereld, ergens verloren-levend volk is van nature zeer terughoudend. Het leeft in tentenkampen bijeen; en kleurig is zijn kleederdracht. De foto's dezer lezing waren fijn en met kennersoog genomen. Effectvol waren b.v. die betreffende bloemenopnamen, de zon licht en middernachtopnamen. De heer Vogelenzang dankte namens allen den heer en mevr. v. d. Sleen voor dezen nuttigen ontspanningsavond. Onze abonné's wien allen een dezer dagen per post de gele kaart van de „Geluksrace 1939" is toegezonden, worden er aan herinnerd deze kaart, ingevuld, zooals duidelijk staat aangegeven, in te zenden aan het adres van het „Comité tot Verzorging van Daklooze Vrouwen en Meisjes van alle Gezindten" te Utrecht, postbus 2004. Alléén de abonnés, die hun kaart inzon den, trekken met de daarop gereserveerde nummers, mede in de groote Nationale Loterij (Geluksrace 1939), waarvan de trekking reeds 28 Februari a.s. ten over staan van notaris Merens te Utrecht zal plaats vinden. Hoofdprijs is, zooals bekend 3 jaar zonder zorgen 5.000. Totaal ruim 10.000 aan prijzen. Abonnés, die aan deze origineele „Ge luksrace" deelnemen, ontvangen 8 dagen na de trekking gratis en franco een officieele trekkingslijst. Hun, die nog geen kaart ontvingen, raden wij aan een of meer kaarten aan te vragen, welke kosteloos door het comité, Postbus 2004 te Utrecht, worden toege zonden. Ingezonden mededeéling. De chr. middenstandsvereeniging ver gaderde Donderdagavond onder leiding van den heer J. C. Koolaard, in het lokaal van den heer Jb. Balder, alhier. Medegedeeld werd, dat het ledental thans 42 bedraagt, hetgeen heel wat meer is dan verleden jaar. De oorzaak hiervan zal wel zijn, de uitgifte van reisbonnen. De pennngmeester deelde mede, dat het batig saldo over het afgeloopen jaar 63 was. Het aftredende bestuurslid, de heer J. C. Koolaard werd herkozen. Tot nieuw be stuurslid werd de heer K. Kool gekozen. Medegedeeld werd, dat reeds voor een bedrag van 783 aan reisbonnen is uitge geven in het eerste halfjaar. De uitgifte van een eigen blad, waarover nog gesproken werd, werd afgewezen, daar dit op financieele bezwaren stuit. Advendo voor de radio. Naar wij vernemen, heeft het chr. fan farecorps Advendo alhier een uitnoodiging ontvangen om op 13 Februari a.s. van 8 uur tot 8 u. 45 voor%e N. C. R. V.-microfoon te concerteeren. Deze uitnoodiging heeft men aanvaard. Benoemd. De heer G. Schimmel, duinwachter te Egmond aan Zee, is aangesteld tot onbezol digd rijksveldwachter in vasten dienst. Bevorderd. De heer H. Brand, sergeant-majoor instructeur, als zoodanig gedetacheerd te Egmond aan Zee, waar hij werkzaam is als controleur der steunverleening, is met in gang van 16 Februari a.s. bevorderd tot ad j udant-onderof f icier-instructeur. De jaarvergadering van de vereeniging van vrije ziekenhuisverpleging werd Vrij dagavond gehouden in het lokaal van den heer C. Jansen. De heer C. Borst Pz., opende de verga dering met een woord van welkom, in het bijzonder tot den burgemeester. gold star Shag 'n Extra tractatie: Gold Star de Luxe 12 ct. Hij memoreerde hetgeen in het afgeloo pen jaar is gedaan. De vereeniging heeft haar bestaansrecht bewezen, doordat velen van de hulp der vereeniging hebben geno ten. Medegedeeld werd, dat met M. H. een overeenkomst is aangegaan ten behoeve van degenen, die niet in staat zijn, zelf de contributie te betalen. Dat het nut der vereeniging wortd inge zien, blijkt wel uit het weer toetreden van leden, die eerst bedankt hadden. De voorzitter deelde mede, dat de rege ling met M. H. zeer goed voldoet. Het financieel verslag van den penning meester, den heer P. Volkers, vermeldde, aan ontvangsten 2919.10, uitg. 2881.53, batig saldo 37.57. Begonnen was met een saldo van 55.47. Aan ziekenhuizen werd 2199 betaald, aan vervoerkosten 119.50. Per 1 Januari was het netto bezit der vereeniging 42.61. In 1938 waren 44 personen, met ïotaal 769 lig dagen, verpleegd. De voorzitter merkte n. a. v. dit verslag op, dat het goed gewerkt heeft, dat een controleerend arts is aangesteld. In het jaarverslag werd medegedeeld, dat het ledental, dat per 1 Januari 1938 1102 betalende en 41 niet-betalende leden bedroeg, per 1 Januari 1939 nog 1082 beta lende en 39 niet-betalende leden was. In 't begin van het jaar was het ledental door verschillende omstandigheden sterk terug- geloopen; deze teruggang is echter op het einde van het jaar bijna weer ingeloopen. Het bestuur zal door huisbezoek het le dental probeeren op te voeren. De aftredende bestuursleden, de heeren P. J. Kat en P. K. Volkers, werden met groote meerderheid van stemmen herko zen. Voorstellen voor de federatie in streek- verband waren er niet. Men besloot, dat de heer P. K. Volkers vaste afgevaardigde naar het streekverband zal zijn en dat een der bestuursleden vol gens rooster hem zal vergezellen. De burgemeester drong er op aan, dat dan evengoed een verslag van de streek- verbandvergadering werd uitgebracht op de ledenvergadering. Dit zal geschieden. Bij de rondvraag heeft de burgemeester nog het woord gevoerd. Hij wenschte de vereeniging het allerbeste toe. Het bestuur is berekend voor zijn taak en houdt ook rekening met de draagkracht der gemeen te. Naar aanleiding van een opmerking van den heer G. Yff besloot men, op de fede ratievergadering ter sprake te brengen het scheppen van de mogelijkheid om langer ligtijd te verzekeren dan nu is bepaald. Hoeveel oceaan-stoomers ervoor gechar terd waren, weet ik niet meer maar wel dat die heele circus-wereld uit de Vereenig- de Staten naar Europa werd overgebracht en er een triomftocht door de groote steden heeft gehouden, waarvan de ouderen on der ons nog altijd kinderlijk opgetogen her inneringen bewaren omdat 't zoo machtig gróót was, met die wonderbaarlijke vertoo ningen iederen middag en avond in vier arena's tegelijk, omdat er op het gebied van dressuur van paarden evengoed als van wilde dieren nooit geziene onmogelijkheden werden uitgevoerd, omdat de ongelooflijk ste verzameling van wonder-menschen, van excentriciteiten, van onbekende rassen, van „phenomenen" en zeldzame afwijkingen in de natuur er in de show's te kijk gesteld werd, omdat 't in en om die reusachtige tenten duizelingswekkend was van licht en 't geschetter der vele orkesten en omdat de directie 't verstond, toen reeds, een Ame- rikaansche reclame te maken die zoo gloei de en schrijnde op de netvliezen van mil- lioenen burgers en aan de dwingende hypnose waarvan niemand ontkwam. „En weet u nu wel hoe Barnum en Bailey aan elkaar zijn gekomen?" vroeg mr. Watkins, de innemende leider van het pers departement. Temidden van de duizenden Hagenaars, die uit de daar toen weer laatste voorstelling wegstroomden, nam hij mij on der den arm, en alsof dit nu een heel expres- seljjk voor mij en mijn krant alleen bewaard romannetje was, waar niemand anders ooit van gehoord had, vertelde hij: „Wel, Barnum had een worldshow en Bailey had er ook een maar een kleintje, een paar tenten. Iedereen in de States kende Barnum; over Bailey werd nauwelijks gesproken. Past u op voor de paarden! Maar nu wil 't ge luk, dat in de menagerie van Bailey een wijf jes-olifant een jong werpt. Er was nog nooit een tamme olifant in Amerika geboren, veel minder in een circus. En daarom wilde Barnum dat olifantje hebben. Hij seinde dus aan Bailey: ik koop je olifantje voor hon derdduizend dollar. En wat deed Bailey toen? Die verkocht het olifantje niet. Maar hij liet aanplakken aan alle huizen van alle straten: Bailey heeft in zijn circus een daar geboren olifantje, dat Barnum voor 100.000 dollar heeft willen, maar niet kunnen koopen. Toen seinde Barnum aan Bailey: Ik ben een groot reclame-ko ning, maar gij zijt een nog grootere. Wan neer ge wilt, zullen we in 't vervolg onze shows verbonden exploiteeren als „Barnum and Bailey". En als u nu eens omkijkt vervolgde mr. Watkins in één adem door dan ziet u achter u de heele groote tent met zijn 30.000 kijkplaatsen verdwenen, en ook de menagerie-tent van die kudden van honderden dieren. Daar trekken de tachtig olifanten al naar 't station. Daar gaan al de vijftig roode wagens met ons wild, ons ver scheurend gedierte, en de stoet van Romein- sche zegekarren, en die lange trein van wa gens met niets dan keukenmateriaal, en die enorme vrachtwagens, ieder door acht paarden getrokken, vervoeren de hektaren zeildoek en de wouden aan masten en palen, waarop de tenten rusten Van alles, waaraan ook wij journalisten ons hadden vergaapt in de voorstellingen, bfj de shows, was de organisatie van deze reusachtige volksverhuizing nog wel 't over- weldigendste door orde, door overleg, door plichtmatige stiptheid bij die eindelooze arbeidsverdeeling. Niemand van het leger circus-menschen kijkt hierbij naar zijn buurman. Niemand redeneert. Zij doe n, kalm, zonder eenige agitatie, hun kleine deel in de reusachtige taak, een sigaret in den mondhoek hangend. Zoo trok die eindeloos lange optocht door Den Haag naar 't Stationsplein, een stoet, zoo fantastisch als in Salambo staat beschre ven en 't Alexar,derplein, ruim een uur geleden nog een reusachtig kamp, waar de duizenden en duizenden in de kathedraal- wijde tenten het sprookje hadden beleefd in een gloed van watergasvlammen en den witten schijn van electrische manen, nu, om half elf in den avond, lag het kaal en duister, heelemaal leeg gevloeid van dit op zienfcarend bonte en zóó fel bewegelijke leven. De Haagsche menschen staan opgedrongen tot aan 't station. Maar hier houden de hek ken hen tegen. Hun gedrang kan niet ge duld worden bij 't snelle inladen. In 't schijn sel van de overal meegevoerde watergas- fakkels gaat 't „inschepen" vlot en ordelijk voort. In vier en zestig eigen spoorwagens, waarbij er zijn van een en twintig meter leng te, verdeeld in vier lange treinen, elk met zijn locomotief, wordt de heele show opgepakt. De wondermenschen, de circus-artisten, de werklieden, een kleine duizend mannen en vrouwen, en de horde olifanten, de apen, leeuwen, tijgers, luipaarden, hyena's, ijs beren, kameelen, lama's, jakhalzen, buffels, antilopen, gnoes, bokken, herten, zebra's, tapiers, zwijnen, nijlpaarden, struizen, ge dresseerde ganzen, de circa vijf-honderd circus- en werkpaarden. Verder de heele stad van de show zelf, de electriciteitsfa- briek, en nog onnoemelijk veel meer om te wonen en te leven voor dit wonderlijke nomaden-volk met zijn huisraad, zijn vrou wen, kinderen en zijn gedierte. En terwijl alles slaapt, rijdt dit door den nacht over Gouda naar Rotterdam, waar morgenmiddag de openingsvoorstelling zijn zal. Uur na uur een volgende trein, alles op klokslag. Eén chef van 't transport, onver biddelijk kalm in dien schijnbaren chaos, is de verantwoordelijke man. Hij zorgt dat er geen schroef en geen moer, geen koffer, geen hond achterblijft. Een wereld, een schep ping, verhuist. Voor een paar journalisten waren in een slaapwagen couchetten gereserveerd. Mr. Watkins geleidde ons erheen. „Wij" zei hij „wij slapen nergens beter dan in den trein door de onbekende streken van ons onbekende landen. Maar u zal dit niet gelukken, helaas 't spijt mij zeer". De schrik sloeg ons om 't hart, want hij ging ons voor door een wagen, waar aan weerskanten op twee scheepskooien boven elkaar, de artisten al onder zeil waren. De wondermenschen ook, de Siameesche twee ling, de degenslikker, de fakir, de reuzen met dikke spieren op de bloote armen bo ven hun hoofd, de clowns met den grijns nog om hun gesloten oogenZou ik ko men te liggen boven het levende geraamte of onder den man met den hondekop? Ik durfde 't niet te vragen, maar waagde toch de beduchte opmerking: „als u me maar niet onder Mc. Donald, den 460 pond zwa ren gewichtenstooter legt!" De heer Watkins lachte: „daar is een ledikant voor gesmeed over de heele breedte van den trein", stelde hij gerust. Toen dook hij neer, sloot een deur open, en zette een van de collega's en mij in een afgeschoten coupé met twee kooien boven elkaar. Zijn hoffelijke „wel te rusten" klonk toch een tikje ironisch. 't Was in ieder geval een propere hut. Over de treingordijntjes hingen zelfs vitra ges. Met plaatjes en vlaggetjes tegen de wanden, petroleumlamp in 't midden, zag 't er wel gezellig uit. Alleen erg warm in den luwen voorjaarsnacht, en mogelijk wel mee van de agitatie om onze inkwar tiering in deze gemeenschap van kracht en wondermenschen en verscheurende die ren. 't Was goed twaalf uur, toen we er in kropen. Twee treinen waren al vertrokken. Vlak naast ons stond er een gereed. De circus-trawanten, die er slapen moesten, schepten nog een luchtje op de balcons. Een internationaal gezelschap, waarin je een Babylonische spraakverwarring hoorde. Ge moedelijk redeneerden zij toch samen, soms over hun verre vaderland, over hun fami lie. Een Duitscher was diep weemoedig om dat hij hier geen kummelkaas had kunnen krijgen. Eén was er, die hoopte dat 't nu in Amerika een zonnige dag zou zijn, want om 12 uur was de zeventigste verjaardag van zijn vader daarginds begonnen. Toen floot de locomotief en 't licht door onze gordijntjes, 't gepraat, reed bij ons weg Ik had blijkbaar al een poosje geslapen toen ik wakker werd door geknok op ons portierraam. Ik wil nu wel zeggen, dat mijn collega in de beneden-couchette de tegen woordige voorzitter van den Nederland- schen Journalistenkring was. Hij keek eens vragend op of hij mijn gezicht ook buiten de beddeplank zag want geen van beiden begrepen we zoo opeens de ongewone situatie. Het geklop op het raampje hield aan, werd zelfs nadrukkelijker. Met een ruk aan de remmen stond de trein opeens stil, en mijn slaapkameraad dacht, dat de „hard- hoofdige man" er met zijn kop tegenaan kon zijn geloopen „Ja, wat zal ik?" vroeg hij. „Er wil er blijkbaar een ons wat vertellen". Hij sprong er dapper uit en liet 't raampje behoedzaam 'n eindje neer. Meteen werd hij met een lantaarn bijgelichtEn toen zei iemand gemoedelijk: „Zeg meester, ik ben rangeerder hier in Gouda. Maar vindt uwe dat nou ook niet een hard gelag, dat we hier de heele Barnum en Baüey door de wissels halen, en er niks van te zien maggen krijgen? Want wij menscnen heb ben vanzelf geen centen om er voor naar Rotterdam te gaan en nog een kaartje te koopen aan 't loket. Is er alteimet niet een of ander wondermensch, dat u ens kon laten kijken?" Mijn confrater kreeg 'n inval. Ik hoorde 't aan een droog kuchje. Toen zei hij naar buiten: „Toevallig slaapt hiernaast de vrouw met den baard. Ik wil haar wel even roepen En tegen mij, met moeilijk ingehouden pret: „Zeg, steek jij eens je hoofd 's uit raam, om dien rangeerder tevreden te stel len Want in die dagen veroorloofde ik mij nog de weelde van een baard. Nauwelijks zag de spoorwegman mijn slaperig aanschijn met de franje, of stom verbaasd riep hij uit: „Is 't er dat nou? Je zou zweren, dat 't een echte vent was". Toen moest inderhaast 't portierraampje weer dicht, dat onze proestlach hem de illu sie niet zou benemen. Maar vriendelijk hoorden we 'm nog zeggen: „Wel bedankt, hoor, meneer en dede juffrouw ook (Nadruk verboden.) —L.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 9