BERICHT VOOR
DE ABONNE'S
Wet
£atuU ett J-uin&ouw
NOTITIE-BOEKJE.
EGMOND BINNEN
BlROEK OP LANGENDIJK
EGMOND AAN ZEE
OUDKARSPEL
Goed zoo, die knoop! Hij her-
innert hem er aan, dat zijn pakje
Niemeijer's Gold Star Shag weldra
leeg zal zijn. Doe dus verstandig,
zorg nu meteen voor een nieuw
pakje van die geurige, geweldig
zachte GOLD STAR Shag!
M. J. BRUSSE:
UIT MIJN
Met het monster-circus van
Barnum en Bailey op reis.
DERDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 4 FEBRUARI 1939^
DE T. B. C.-BESTRIJDING ONDER HET
RUNDVEE IN NOORDHOLLAND.
De vereeniging tot bestrijding van de
tuberculose onder het rundvee en van an
dere veeziekten in Noordholland hield gis
termiddag in het Gulden Vlies te Alkmaar
onder voorzitterschap van den heer P. Sta
pel te Hoogkarspel haar algemeene verga
dering. In zjjn openingswoord deelde de
voorzitter mede, dat de vereeniging door
de consumptiemelkregeling er veel leden
heeft bijgekregen. Meer en meer wordt in
gezien, dat de t. b. c.-bestrijding onder het
vee niet alleen in het belang is van de vee
houderij maar ook de algemeene volksge
zondheid bevordert. Wegens overtreding
der voorschriften waren een 16-tal leden
geschrapt. Uit de vergadering gingen stem
men op, strenge maatregelen tegen over
treders te nemen, omdat de voorschriften
teveel worden overtreden. De voorzitter
zeide, dat het bestuur voornemens is, krach
tig op te treden.
De rekening 1938 werd vastgesteld in
ontvangsten op een bedrag van 83832.82
en een uitgave van 85943.69. Het tekort
werd uit het bedrijfskapitaal gedekt. In
totaal werden 89512 dieren onderzocht.
Hiervan waren 27215 dieren in de vrije
stallen, 13276 in stallen met 10 pet. en
49020 dieren in stallen met meer dan
10 pet. reactiedieren.
Voor dit onderzoek werd aan de dieren
artsen betaald 65502.75.
De begrooting voor het loopende boek
jaar werd vastgesteld op 119058 aan ba
ten en lasten. Voor onderzoek van dieren
werd uitgetrokken een bedrag van
110338 en voor controle 1500. Voor be
strijding van andere veeziekten (proef
Moussu) 400 en voor propaganda 300.
De rijkssubsidie werd geraamd op 43000.
De subsidie van de Consumptiemelkcentra-
le op 16000 en de subsidie van de pro
vincie op 28.750.
De begrooting sluit met een nadeelig
saldo van 3673, te dekken uit den kapi-
taaldienst. Op een vraag van den heer
Hofstee deelde de voorzitter mede, dat de
vereeniging van de veehouders voor het
afslachten van open t. b. c.-lijders uitbe
taalt en niet onderzoekt, of de betrokken
veehouder daarvoor ook uit een aangeslo
ten veefonds vergoeding krijgt. Het is dus
mogelijk, dat door verzekering een afge
maakte t. b. c.-lijder meer opbrengt dan
het beest waard was. De heer Slot deelde
mede, dat in zijn rayon een veehouder als
lid bedankt heeft omdat hij op stal zeer
veel reactiedieren heeft. Toch gaat die vee
houder maar rustig door om die melk voor
de consumptie af te leveren.
Aan een consumptiemelkleverancier werd
echter verboden op zijn wagen aan te ge
ven, dat zijn melk afkomstig is van een
t. b. c.-vrijen stal.
De belastingbetaler, die tenslotte de t. b.
c.-bestrijding betaalt, wordt daardoor de
mogelijkheid benomen, zekerheid te heb
ben, t. b. c.-vrije melk te bekomen. Spr.
vond dit onjuist.
De inspecteur van den Veeartsenijkundi-
gen Dienst de heer 't Hooft, was het daar
mee eens. Meer dan twee jaar wordt hier
over gesproken en binnen 14 dagen komt
deze kwestie weer in behandeling. Het ver
bod gaat uit van den directeur van de Wa
renwet volgens Kon. Besluit. Krachtens het
Melkbesluit van de Warenwet mag op de
melk geen ander praedicaat worden ge
voerd dan door den minister wordt toege
staan. Honderden verzoeken zijn reeds tot
den minister gericht, doch deze blijven on
beantwoord, omdat nog steeds geen besluit
genomen is hoe het moet zijn.
Op een vraag of de onderhuidsche me
thode van invloed is op het verwerpen van
kalfkoeien antwoordde de heer 't Hooft
ontkennend.
Van verschillende kanten werd er op aan
gedrongen om in de toekomst te voorko
men, dat op het t. b. c.-vrije gedeelte van
de najaarsveemarkt te Hoorn reactiedieren
worden geplaatst. Het vorig jaar waren
daardoor veehouders koopers van reactie
dieren geworden. De secretaris, de heer E.
Koster deelde mede, dat deze kwestie be
sproken is met het marktbestuur en den
directeur van het marktwezen. In het ver
volg zullen aanvoerders van t. b. c.-vrij
vee marktkaartjes in 'n aparte kleur ont
vangen, die op naam worden gesteld. Ver
schillende personen drongen erop aan om op
de voorjaarsmarkt ook een gedeelte vóór
den aanvoer van t. b. c.-vrij vee te reser
veeren.
De secretaris ontraadde dit, omdat er in
het voorjaar wel vraag naar t. b. c.-vrij vee
is, doch nagenoeg geen aanbod. Op de
voorjaarsmarkten in Noordholland wordt
ongeveer 75 pet. van de melkkoeien aange
voerd uit andere provincies, waarop men
geen controle heeft en spr. vreest een ver
keerden indruk voor de t. b. c.-bestrijding
in Noordholland wanneer op de voorjaars
markt een zeer kleine aanvoer van t. b. c.-
vrij vee valt te constateeren. Hierna werd
de vergadering gesloten.
Nutsavond.
Donderdag hield dr. W. G. N. v. d.
Sleen voor het Departement Egmond van de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, zoo
wel voor leden als voor overige belang
stellenden in het café van L. Mooy te
Egmond-Binnen, een lezing over een door
hem gemaakte reis door Zweden en Lap
land. Zooals steeds werd ook deze lezing toe
gelicht met prachtige kleurenfoto's en Agfa
smalfilm. Dr. v. d. Sleen is te Egmond geen
onbekende meer, en zijn naam waarborgt
een genotvollen leerrijken avond. Zijn
boeiende verteltrant en de wijze, waarop hij
zijn stof behandelt, maken, dat zijn lezin
gen ver boven 't gemiddelde uitsteken.
In den aanvang besprak dr. v. d. Sleen de
zeer gunstige sociale toestanden in Zweden,
dat door zijn natuurlijke schatten een rijk
land is.
De lezing begon met een tocht door 't
eiland Gotland, dat rijk is aan ongerepte
bosschen en zeer vele oude geschiedkundige
monumenten telt.
Daarna werd geruimen tijd stil gestaan bij
de Zweedsche hoofdstad: Stockholm, dat op
7 eilandjes is gebouwd. Aan veel kan men
daar nog zien, dat er veel Nederlandsche
bouwmeesters zijn geweest.
Langs donkere prachtige wouden eerst
nog goede wegen, laten echter al minder,
tot zelfs de auto's achtergelaten moeten
worden langs vele rivieren en snel naar
omlaag strocmende riviertjes, waarin ge
kapte boomen afdrijven naar beneden,
komt men eindelijk in 't land der midder
nachtzon.
Daar is de boomengroei minder, maar
talrijk zijn de watervallen, en de gletschhers
en eindeloos worden de sneeuwvelden. Al
moeilijker wordt de tocht, 't wordt een wor
stelend vooruitkomen maar toch wordt
Lapland bereikt, met zijn onbekend zwer
vend, hun rendieren volgend Nomaden-volk.
Dat in een uithoek van de wereld, ergens
verloren-levend volk is van nature zeer
terughoudend.
Het leeft in tentenkampen bijeen; en
kleurig is zijn kleederdracht.
De foto's dezer lezing waren fijn en met
kennersoog genomen. Effectvol waren b.v.
die betreffende bloemenopnamen, de zon
licht en middernachtopnamen.
De heer Vogelenzang dankte namens allen
den heer en mevr. v. d. Sleen voor dezen
nuttigen ontspanningsavond.
Onze abonné's wien allen een dezer
dagen per post de gele kaart van de
„Geluksrace 1939" is toegezonden, worden
er aan herinnerd deze kaart, ingevuld,
zooals duidelijk staat aangegeven, in te
zenden aan het adres van het „Comité tot
Verzorging van Daklooze Vrouwen en
Meisjes van alle Gezindten" te Utrecht,
postbus 2004.
Alléén de abonnés, die hun kaart inzon
den, trekken met de daarop gereserveerde
nummers, mede in de groote Nationale
Loterij (Geluksrace 1939), waarvan de
trekking reeds 28 Februari a.s. ten over
staan van notaris Merens te Utrecht zal
plaats vinden.
Hoofdprijs is, zooals bekend 3 jaar
zonder zorgen 5.000. Totaal ruim
10.000 aan prijzen.
Abonnés, die aan deze origineele „Ge
luksrace" deelnemen, ontvangen 8 dagen
na de trekking gratis en franco een
officieele trekkingslijst.
Hun, die nog geen kaart ontvingen,
raden wij aan een of meer kaarten aan te
vragen, welke kosteloos door het comité,
Postbus 2004 te Utrecht, worden toege
zonden.
Ingezonden mededeéling.
De chr. middenstandsvereeniging ver
gaderde Donderdagavond onder leiding van
den heer J. C. Koolaard, in het lokaal van
den heer Jb. Balder, alhier.
Medegedeeld werd, dat het ledental thans
42 bedraagt, hetgeen heel wat meer is dan
verleden jaar. De oorzaak hiervan zal wel
zijn, de uitgifte van reisbonnen.
De pennngmeester deelde mede, dat het
batig saldo over het afgeloopen jaar 63
was.
Het aftredende bestuurslid, de heer J. C.
Koolaard werd herkozen. Tot nieuw be
stuurslid werd de heer K. Kool gekozen.
Medegedeeld werd, dat reeds voor een
bedrag van 783 aan reisbonnen is uitge
geven in het eerste halfjaar.
De uitgifte van een eigen blad, waarover
nog gesproken werd, werd afgewezen, daar
dit op financieele bezwaren stuit.
Advendo voor de radio.
Naar wij vernemen, heeft het chr. fan
farecorps Advendo alhier een uitnoodiging
ontvangen om op 13 Februari a.s. van 8 uur
tot 8 u. 45 voor%e N. C. R. V.-microfoon te
concerteeren. Deze uitnoodiging heeft men
aanvaard.
Benoemd.
De heer G. Schimmel, duinwachter te
Egmond aan Zee, is aangesteld tot onbezol
digd rijksveldwachter in vasten dienst.
Bevorderd.
De heer H. Brand, sergeant-majoor
instructeur, als zoodanig gedetacheerd te
Egmond aan Zee, waar hij werkzaam is als
controleur der steunverleening, is met in
gang van 16 Februari a.s. bevorderd tot
ad j udant-onderof f icier-instructeur.
De jaarvergadering van de vereeniging
van vrije ziekenhuisverpleging werd Vrij
dagavond gehouden in het lokaal van den
heer C. Jansen.
De heer C. Borst Pz., opende de verga
dering met een woord van welkom, in het
bijzonder tot den burgemeester.
gold star Shag
'n Extra tractatie:
Gold Star de Luxe 12 ct.
Hij memoreerde hetgeen in het afgeloo
pen jaar is gedaan. De vereeniging heeft
haar bestaansrecht bewezen, doordat velen
van de hulp der vereeniging hebben geno
ten.
Medegedeeld werd, dat met M. H. een
overeenkomst is aangegaan ten behoeve
van degenen, die niet in staat zijn, zelf de
contributie te betalen.
Dat het nut der vereeniging wortd inge
zien, blijkt wel uit het weer toetreden van
leden, die eerst bedankt hadden.
De voorzitter deelde mede, dat de rege
ling met M. H. zeer goed voldoet.
Het financieel verslag van den penning
meester, den heer P. Volkers, vermeldde,
aan ontvangsten 2919.10, uitg. 2881.53,
batig saldo 37.57.
Begonnen was met een saldo van 55.47.
Aan ziekenhuizen werd 2199 betaald, aan
vervoerkosten 119.50. Per 1 Januari was
het netto bezit der vereeniging 42.61. In
1938 waren 44 personen, met ïotaal 769 lig
dagen, verpleegd.
De voorzitter merkte n. a. v. dit verslag
op, dat het goed gewerkt heeft, dat een
controleerend arts is aangesteld.
In het jaarverslag werd medegedeeld,
dat het ledental, dat per 1 Januari 1938
1102 betalende en 41 niet-betalende leden
bedroeg, per 1 Januari 1939 nog 1082 beta
lende en 39 niet-betalende leden was. In 't
begin van het jaar was het ledental door
verschillende omstandigheden sterk terug-
geloopen; deze teruggang is echter op het
einde van het jaar bijna weer ingeloopen.
Het bestuur zal door huisbezoek het le
dental probeeren op te voeren.
De aftredende bestuursleden, de heeren
P. J. Kat en P. K. Volkers, werden met
groote meerderheid van stemmen herko
zen.
Voorstellen voor de federatie in streek-
verband waren er niet.
Men besloot, dat de heer P. K. Volkers
vaste afgevaardigde naar het streekverband
zal zijn en dat een der bestuursleden vol
gens rooster hem zal vergezellen.
De burgemeester drong er op aan, dat
dan evengoed een verslag van de streek-
verbandvergadering werd uitgebracht op
de ledenvergadering. Dit zal geschieden.
Bij de rondvraag heeft de burgemeester
nog het woord gevoerd. Hij wenschte de
vereeniging het allerbeste toe. Het bestuur
is berekend voor zijn taak en houdt ook
rekening met de draagkracht der gemeen
te.
Naar aanleiding van een opmerking van
den heer G. Yff besloot men, op de fede
ratievergadering ter sprake te brengen het
scheppen van de mogelijkheid om langer
ligtijd te verzekeren dan nu is bepaald.
Hoeveel oceaan-stoomers ervoor gechar
terd waren, weet ik niet meer maar wel
dat die heele circus-wereld uit de Vereenig-
de Staten naar Europa werd overgebracht
en er een triomftocht door de groote steden
heeft gehouden, waarvan de ouderen on
der ons nog altijd kinderlijk opgetogen her
inneringen bewaren omdat 't zoo machtig
gróót was, met die wonderbaarlijke vertoo
ningen iederen middag en avond in vier
arena's tegelijk, omdat er op het gebied
van dressuur van paarden evengoed als van
wilde dieren nooit geziene onmogelijkheden
werden uitgevoerd, omdat de ongelooflijk
ste verzameling van wonder-menschen, van
excentriciteiten, van onbekende rassen, van
„phenomenen" en zeldzame afwijkingen in
de natuur er in de show's te kijk gesteld
werd, omdat 't in en om die reusachtige
tenten duizelingswekkend was van licht en
't geschetter der vele orkesten en omdat
de directie 't verstond, toen reeds, een Ame-
rikaansche reclame te maken die zoo gloei
de en schrijnde op de netvliezen van mil-
lioenen burgers en aan de dwingende
hypnose waarvan niemand ontkwam.
„En weet u nu wel hoe Barnum en Bailey
aan elkaar zijn gekomen?" vroeg mr.
Watkins, de innemende leider van het pers
departement. Temidden van de duizenden
Hagenaars, die uit de daar toen weer laatste
voorstelling wegstroomden, nam hij mij on
der den arm, en alsof dit nu een heel expres-
seljjk voor mij en mijn krant alleen bewaard
romannetje was, waar niemand anders ooit
van gehoord had, vertelde hij: „Wel, Barnum
had een worldshow en Bailey had er ook
een maar een kleintje, een paar tenten.
Iedereen in de States kende Barnum; over
Bailey werd nauwelijks gesproken. Past
u op voor de paarden! Maar nu wil 't ge
luk, dat in de menagerie van Bailey een wijf
jes-olifant een jong werpt. Er was nog nooit
een tamme olifant in Amerika geboren,
veel minder in een circus. En daarom wilde
Barnum dat olifantje hebben. Hij seinde dus
aan Bailey: ik koop je olifantje voor hon
derdduizend dollar. En wat deed Bailey
toen? Die verkocht het olifantje niet.
Maar hij liet aanplakken aan alle huizen van
alle straten: Bailey heeft in zijn circus een
daar geboren olifantje, dat Barnum voor
100.000 dollar heeft willen, maar niet
kunnen koopen. Toen seinde Barnum
aan Bailey: Ik ben een groot reclame-ko
ning, maar gij zijt een nog grootere. Wan
neer ge wilt, zullen we in 't vervolg onze
shows verbonden exploiteeren als „Barnum
and Bailey". En als u nu eens omkijkt
vervolgde mr. Watkins in één adem door
dan ziet u achter u de heele groote tent met
zijn 30.000 kijkplaatsen verdwenen, en
ook de menagerie-tent van die kudden van
honderden dieren. Daar trekken de tachtig
olifanten al naar 't station. Daar gaan al de
vijftig roode wagens met ons wild, ons ver
scheurend gedierte, en de stoet van Romein-
sche zegekarren, en die lange trein van wa
gens met niets dan keukenmateriaal, en
die enorme vrachtwagens, ieder door acht
paarden getrokken, vervoeren de hektaren
zeildoek en de wouden aan masten en palen,
waarop de tenten rusten
Van alles, waaraan ook wij journalisten
ons hadden vergaapt in de voorstellingen,
bfj de shows, was de organisatie van deze
reusachtige volksverhuizing nog wel 't over-
weldigendste door orde, door overleg, door
plichtmatige stiptheid bij die eindelooze
arbeidsverdeeling. Niemand van het leger
circus-menschen kijkt hierbij naar zijn
buurman. Niemand redeneert. Zij doe n,
kalm, zonder eenige agitatie, hun kleine deel
in de reusachtige taak, een sigaret in den
mondhoek hangend.
Zoo trok die eindeloos lange optocht door
Den Haag naar 't Stationsplein, een stoet,
zoo fantastisch als in Salambo staat beschre
ven en 't Alexar,derplein, ruim een uur
geleden nog een reusachtig kamp, waar de
duizenden en duizenden in de kathedraal-
wijde tenten het sprookje hadden beleefd in
een gloed van watergasvlammen en den
witten schijn van electrische manen, nu,
om half elf in den avond, lag het kaal en
duister, heelemaal leeg gevloeid van dit op
zienfcarend bonte en zóó fel bewegelijke
leven.
De Haagsche menschen staan opgedrongen
tot aan 't station. Maar hier houden de hek
ken hen tegen. Hun gedrang kan niet ge
duld worden bij 't snelle inladen. In 't schijn
sel van de overal meegevoerde watergas-
fakkels gaat 't „inschepen" vlot en ordelijk
voort. In vier en zestig eigen spoorwagens,
waarbij er zijn van een en twintig meter leng
te, verdeeld in vier lange treinen, elk met zijn
locomotief, wordt de heele show opgepakt.
De wondermenschen, de circus-artisten, de
werklieden, een kleine duizend mannen en
vrouwen, en de horde olifanten, de apen,
leeuwen, tijgers, luipaarden, hyena's, ijs
beren, kameelen, lama's, jakhalzen, buffels,
antilopen, gnoes, bokken, herten, zebra's,
tapiers, zwijnen, nijlpaarden, struizen, ge
dresseerde ganzen, de circa vijf-honderd
circus- en werkpaarden. Verder de heele
stad van de show zelf, de electriciteitsfa-
briek, en nog onnoemelijk veel meer om te
wonen en te leven voor dit wonderlijke
nomaden-volk met zijn huisraad, zijn vrou
wen, kinderen en zijn gedierte.
En terwijl alles slaapt, rijdt dit door den
nacht over Gouda naar Rotterdam, waar
morgenmiddag de openingsvoorstelling zijn
zal. Uur na uur een volgende trein, alles op
klokslag. Eén chef van 't transport, onver
biddelijk kalm in dien schijnbaren chaos, is
de verantwoordelijke man. Hij zorgt dat er
geen schroef en geen moer, geen koffer, geen
hond achterblijft. Een wereld, een schep
ping, verhuist.
Voor een paar journalisten waren in een
slaapwagen couchetten gereserveerd. Mr.
Watkins geleidde ons erheen. „Wij" zei
hij „wij slapen nergens beter dan in den
trein door de onbekende streken van ons
onbekende landen. Maar u zal dit niet
gelukken, helaas 't spijt mij zeer".
De schrik sloeg ons om 't hart, want hij
ging ons voor door een wagen, waar aan
weerskanten op twee scheepskooien boven
elkaar, de artisten al onder zeil waren. De
wondermenschen ook, de Siameesche twee
ling, de degenslikker, de fakir, de reuzen
met dikke spieren op de bloote armen bo
ven hun hoofd, de clowns met den grijns
nog om hun gesloten oogenZou ik ko
men te liggen boven het levende geraamte
of onder den man met den hondekop? Ik
durfde 't niet te vragen, maar waagde toch
de beduchte opmerking: „als u me maar
niet onder Mc. Donald, den 460 pond zwa
ren gewichtenstooter legt!" De heer
Watkins lachte: „daar is een ledikant voor
gesmeed over de heele breedte van den
trein", stelde hij gerust. Toen dook hij
neer, sloot een deur open, en zette een van
de collega's en mij in een afgeschoten
coupé met twee kooien boven elkaar. Zijn
hoffelijke „wel te rusten" klonk toch een
tikje ironisch.
't Was in ieder geval een propere hut.
Over de treingordijntjes hingen zelfs vitra
ges. Met plaatjes en vlaggetjes tegen de
wanden, petroleumlamp in 't midden, zag
't er wel gezellig uit. Alleen erg warm in
den luwen voorjaarsnacht, en mogelijk
wel mee van de agitatie om onze inkwar
tiering in deze gemeenschap van kracht
en wondermenschen en verscheurende die
ren.
't Was goed twaalf uur, toen we er in
kropen. Twee treinen waren al vertrokken.
Vlak naast ons stond er een gereed. De
circus-trawanten, die er slapen moesten,
schepten nog een luchtje op de balcons. Een
internationaal gezelschap, waarin je een
Babylonische spraakverwarring hoorde. Ge
moedelijk redeneerden zij toch samen, soms
over hun verre vaderland, over hun fami
lie. Een Duitscher was diep weemoedig om
dat hij hier geen kummelkaas had kunnen
krijgen. Eén was er, die hoopte dat 't nu in
Amerika een zonnige dag zou zijn, want
om 12 uur was de zeventigste verjaardag
van zijn vader daarginds begonnen.
Toen floot de locomotief en 't licht door
onze gordijntjes, 't gepraat, reed bij ons
weg
Ik had blijkbaar al een poosje geslapen
toen ik wakker werd door geknok op ons
portierraam. Ik wil nu wel zeggen, dat mijn
collega in de beneden-couchette de tegen
woordige voorzitter van den Nederland-
schen Journalistenkring was. Hij keek eens
vragend op of hij mijn gezicht ook buiten
de beddeplank zag want geen van beiden
begrepen we zoo opeens de ongewone
situatie.
Het geklop op het raampje hield aan,
werd zelfs nadrukkelijker. Met een ruk aan
de remmen stond de trein opeens stil, en
mijn slaapkameraad dacht, dat de „hard-
hoofdige man" er met zijn kop tegenaan
kon zijn geloopen
„Ja, wat zal ik?" vroeg hij. „Er
wil er blijkbaar een ons wat vertellen".
Hij sprong er dapper uit en liet 't raampje
behoedzaam 'n eindje neer. Meteen werd
hij met een lantaarn bijgelichtEn toen
zei iemand gemoedelijk: „Zeg meester, ik
ben rangeerder hier in Gouda. Maar vindt
uwe dat nou ook niet een hard gelag, dat
we hier de heele Barnum en Baüey door
de wissels halen, en er niks van te zien
maggen krijgen? Want wij menscnen heb
ben vanzelf geen centen om er voor naar
Rotterdam te gaan en nog een kaartje te
koopen aan 't loket. Is er alteimet niet
een of ander wondermensch, dat u ens kon
laten kijken?"
Mijn confrater kreeg 'n inval. Ik hoorde
't aan een droog kuchje. Toen zei hij naar
buiten: „Toevallig slaapt hiernaast de
vrouw met den baard. Ik wil haar wel even
roepen
En tegen mij, met moeilijk ingehouden
pret: „Zeg, steek jij eens je hoofd 's uit
raam, om dien rangeerder tevreden te stel
len
Want in die dagen veroorloofde ik mij
nog de weelde van een baard.
Nauwelijks zag de spoorwegman mijn
slaperig aanschijn met de franje, of stom
verbaasd riep hij uit: „Is 't er dat nou? Je
zou zweren, dat 't een echte vent was".
Toen moest inderhaast 't portierraampje
weer dicht, dat onze proestlach hem de illu
sie niet zou benemen. Maar vriendelijk
hoorden we 'm nog zeggen: „Wel bedankt,
hoor, meneer en dede juffrouw
ook
(Nadruk verboden.)
—L.