et raadsel ^Binnenland tfouitteion KIORTH CTATE Riverside Drive. Sir Henry Deterding over leden. Vestigingswet. Uitgebreid met drie bedrijven. van TWEEDE BLAD. Sir Henry Deterding, oud-directeur- generaal van de Koninklijke Neder- landsche Petroleummaatschappij, is Zaterdagmiddag plotseling aan hart verlamming te St. Moritz (Zwitserland) overleden. Hij bereikte den leeftijd van 72 jaar. Henry Wilhelm August Deterding werd in 1866 te Amsterdam geboren. Hij doorliep daar ter stede de hoogere burgerschool en trad in 1882 bij de Twentsche Bank in dienst. Daar bleef hij tot 1888, waarna hij bij de Nederlandsche Handelmaatschappij in dienst trad. In 1889 ging hij, naar Indië en werd voor deze maatschappij waarne mend agent in Medan, later gevolgd door zijn aanstelling tot sub-agent in Penang. In 1896 trad hij in dienst van de Ko ninklijke, waar hem een zware taak wacht te. Aanvankelijk als inspecteur, later als waarnemend directeur en ten slotte, in 1901, als directeur diende hij de belangen dier maatschappij. Als een van de voornaamste successen, welke onder zijn bestuur tot stand zijn ge bracht, moge genoemd worden het op richten van de Koninklijke Shell, de com binatie tusschen de Nederlandsche en de groep van Engelsche maatschappijen. In 1902 werd hij benoemd tot directeur- géneraal en verkreeg daarmee de opperste leiding van het concern. Op grond van zijn vele diensten werd hij in 1928 door de technische hoogeschool te Delft benoemd tot doctor honoris causa in de technische wetenschappen. Zonder eenigen twijfel is Deterding de man geweest, aan wiens energie, koopman schap en zakelijk beleid het te danken is, dat de Koninklijke van een nationale on derneming geworden is een concern van wereldvermaardheid en wereldbeteekenis, doch dadelijk moet daarbij gevoegd wor den, dat het ook Deterding geweest is, die de Koninklijke in al haar grootheid en in haar internationale ontwikkeling steeds gehouden heeft tot een zuiver Nederland sche onderneming en de zaak van de Ko ninklijke steeds heeft beschouwd als een nationale zaak. In 1936 heeft de heer Deterding zijn ont slag genomen en sinds dien is hij commis saris van de Koninklijke. Als directeur- generaal volgde ir. J. E. F. de Kok hem op. Stoffelijk overschot wordt naar Meclenburg vervoerd. Het stoffelijk overschot van Sir Henry Deterding zal worden overgebracht naar Dobbin in Mecklenburg, waar de overle dene een bezitting had en de laatste jaren geleefd heeft. De zoon van Sir Henry Deterding wordt te St. Moritz verwacht. Vlaggen halfstok. Ten teeken van deelneming in het over lijden van dr. H. W. A. Deterding was gis ter van het gebouw van de Koninklijke pe troleum maatschappij en van de Bataaf- sche import-maatschappij de vlag halfstok geheschen. Ook van alle benzinelaadstations in Ne derland woei de vlag halfstok. Een krans gelegd. Aan den voet van het borstbeeld, voor stellende dr. Deterding, door den Amster- damschen beeldhouwer Polet vervaardigd en dat in het traprenhuis van de Bataaf- sche petroleummaatschappij is geplaatst, was hedenochtend een grocte krans gelegd ter eere van dr. Deterdings nagedachtenis. Het is een groote krans van laurierbla den, versierd met een paars-z'lveren lint, waarop te lezen is: Personeel van de Ba- tar'sche petroleummaatschappij. Dit borstbeeld is dr. Deterding op zijn zeventigsten verjaardag aangeboden door het personeel van de koninklijke-Shell- groep over de geheele wereld. Niet alleen voor de petroleum industrie, maar ook voor Nederland een groote figuur. Het Hbl. teekent Deterding als een een voudig man, die voor geen moeilijkheden uit den weg ging. Het blad zegt o.m.: Deterding was bij al zijn grootheid een eenvoudig man, die pose haatte; het beste bewijs hiervan was de voorwaarde welke hij aan zijn schenking van het „Straatje" van Vermeer verbond, n.1. dat hij hiervoor in geen geval een onderscheiding wenschte te ontvangen. Niet alleen kenmerkte Deterding zich door die schenking als een Nederlan der, die oog had voor het cultureel bezit der natie. (In 1936 heeft Deterding voorts nog een reeks van schilderijen aan verschillende van onze musea geschonken). Ook op ander gebied was hij de vooruitstrevende figuur, die voor geen moeilijkheden terugdeinsde. Sportief was hij in hooge mate, niet alleen in den engen zin des woords hij beoefende zelf tal van takken van sport en bleef tot op hoogen ouderdom een toonbeeld van „fitness" door zijn stichting van het „Huis te Werve" stelde hij ook anderen op de hem eigen breede en vorstelijke wijze in de gelegenheid tot sportbeoefening. Zijn plan, het naar hem genoemde „plan-Deterding", waarbij hij 10 millioen beschikbaar stelde tot levering van levensmiddelen uit Neder land, waar een teveel was, aan Duitschland waar een tekort was, was eveneens een typische uiting van een breed opgezet streven, kenmerkend voor Deterding. In 1936 heeft de heer Deterding, na bijna 40 jaren, de leiding van de Koninklijke neer gelegd; hij verliet toen een maatschappij, z ij n creatie, die onder alle stormen van wereldoorlog en crisis haar deugdelijkheid en haar hechte organisatie had bewezen. Een economische „empire-builder" heeft onze minister-president hem genoemd. Inderdaad Deterding is niet slechts voor de wereld, voor de petroleumindustrie en voor dê Ko- nihklijke, maar ook voor ons land in tal van opzichten een figuur van de grootste betee- kenis geweest. 1 1 AMIRICAN JCICARETTES| J Nadat achtereenvolgens vestigings- eischen tot stand zijn gekomen voor het slagersbedrijf en het bakkersbe drijf, bevatten de staatsbladen no. 642, 643 en 644 thans de algemeene maat regelen van bestuur, waarbij vesti- gingseischen worden vastgesteld resp. voor den kantoormachinehandel, den kantoorboekhandel en de schoenbe- drjjven. Vanaf 6 Februari 1839 zal het dus slechts toegestaan zijn in bovengenoemde bedrijfs takken een inrichting, waarin zoodanig be drijf wordt uitgeoefend, te vestigen, voort te zetten of over te nemen, indien aan de vestigingseischen wordt voldaan. Ten aan zien van de credietwaardigheid zijn de eischen op dezelfde wijze geformuleerd als voor het bakkers- en slagersbedrijf, terwijl als eischen van handelskennis voor deze drie bedrijven wederom de eischen voor het middenstandsdiploma algemeene handels kennis zijn overgenomen, met uitzondering van het schoenhersteilersbedrijf, waarvoor zoowel voor vakbekwaamheid als handels kennis het diploma a. van de nationale fe deratie voor de vakopleiding in de schoen makerij en den schoenhandel is aangewe zen. In dezen bedrijfstak geldt derhalve voor beide eischen slechts één diploma. Deze regeling werd wenschelijk geacht wijl het voorshands te weinig in aanslui ting aan bestaande verhoudingen bleek te zijn, indien de toekomstige schoenherstel lers volledig aan de eischen van het mid denstandsdiploma zouden moeten voldoen. BRAND IN EEN TREIN. Het dieselmotorisch rijtuig, dat om 6.40 uur Zaterdagmorgen uit Amersfoort vertrok naar Arnhem, is bij Terschuur heet geloopen, waardoor brand ontstond in de motorruimte. Het personeel van den trein had het wel bemerkt, doch men hoopte Barneveld nog te bereiken. Reizigers hebben echter aan den noodrem getrokken, waardoor de trein tot stilstand kwam. Omdat blussching te Terschuur niet mo gelijk was, is de reis echter, zij het met horten en stooten, voortgezet. Te Barneveld aangekomen is de vrijwillige brandweer ge alarmeerd, die de blussching krachtig ter hand nam. Men heeft het interieur van de tweede en derde klasse nagenoeg weten te redden, doch de motorruimte is geheel uit gebrand. De reizigers hebben hun reis met een volgenden trein voortgezet. DE NOOD ONDER DE VARKENS HANDELAREN. Telegram aan de koningin. Het hoofdbestuur van den Nederland- schen bond van varkenshandelaren heeft in een telegram aan de koningin verzocht be middeling te willen verleënen voor verbete ring van bestaansmogelijkheid der varkens handelaren. Via het thans gevolgde systeem, aldus adressant, worden zij willekeurig, doch volstrekt onnoodig, door de veehou derijcentrale uit hun kostwinning en be staansmogelijkheid gestöoten en kunnen zij niet deelnemen aan levering van de door de regeering over te nemen varkens, die de helft bedragen van den geheelen afzet in Nederland. Den boeren is wel de productiemogelijk heid gelaten, den handelaren evenwel wordt deelname aan het bedrijfsleven meer en meer onmogelijk gemaakt. Als compensatie voor 'de uitschakeling bij aankoop en export van' de bacönvarkens wordt gedupeerden handelaren door de veehouderij centrale een schadeloosstelling verstrekt per maand ten bedrage van twee gulden vijf en twintig tot ongeveer zeven gulden per gezin, mits het hoofd daarvan op andere wijze niet in het gezinsonderhoud kan voorzien, noch reserve bezit of redelijke inkomsten uit andere bron of bezigheden verkrijgt. Voor de regeeringsaankoopen van zwaardere varkens, welke hoofdzakelijk en ook voorheen door de handelaren werden aangekocht en afgezet, wordt hun geen enkele tegemoetkoming gegeven. Tengevolge van het thans vigeerende systeem, terzake den varkensafzet en aan- koopen, is de toestand absoluut ondraaglijk geworden. Bij rechtvaardiger méthode be hoeven de varkenshandelaren niet de be- drijfs- en daarmee gepaard gaande welis waar sobere, bestaansmogelijkheid te ver liezen. Door eenzijdige toepassing, waarbij de handelsbelangen verdrukt zijn, worden zij thans tot werkloosheid gedoemd en onnoodig met hunne gezinnen in armoede gedreven. HONGAARSCHE NATIONAAL- CHRISTELIJKE BEWEGING. Nederland tot voorbeeld van hun beweging gekozen. In November van het vorig jaar zijn drie ministers uit het Hongaarsche kabinet ge treden, die zich met de richting, welke de regeering insloeg, niet konden vereenigen. Tegelijkertijd traden om dezelfde reden 140 leden uit het Hoogtrhuis en 80 uit het Lagerhuis. Zij vormden een beweging, die zich meer in nationaal-christelijke richting wilde begeven. Twee vertegenwoordigers van deze bewe ging vertoeven thans in ons land; het zijn graaf Gabor von Haller en baron Nicolaas Wesselenyi. Juist aar ons land brengen zij een bezoek, omdat zij Nederland als voor beeld voor hun politiek willen nemen. Hun principes zijn: vrijheid naar binnen, onaf hankelijkheid naar buiten, gebaseerd op den christelijken godsdienst en verwezenlijkt door parlementaire democratie. Hun banden met Nederland ziin onlangs wel zeer versterkt door een onderhoud, dat graaf von Haller eenige weken geleden had met min.-pres. dr. Colijn, toen deze in Klosters vertoefde. Over dit onderhoud heeft in het nummer van 27 Januari j.1. van de „Magyar Nemzet" een hoofdartikel gestaan van de hand van graaf von Haller, waarin dr. Colijn zijn zienswijze over de Hongaarsche beweging en over het calvinisme in het bijzonder gaf en een in het Nederla-.dsch geschreven bood schap tot het Hongaarsche volk richtte. Dr. Coliin zeide daarin, dat men moet volharden in de beleving van de ordinantiën Gods, daardoor invloed uitoefenen op zijn omge ving en te allen tijde toonen, dat de beste calvinisten ook de beste vaderlanders zijn. Zondag hebben de beide Hongaren in den Haag een onderhoud gehad met prof. C. A. Macartney, hoogleeraar te Oxford, die een kenner van de Donaulanden en van het minderhedenprobleem is. Tevens hebben zij voeling gehad met vooraanstaande leden van de a.r.-partij hier te lande. IJZERERTS IN NEDERLANDSCHEN BODEM? Duitsche firma voert besprekingen piet grondeigenaren. Naar uit Tubbergen aan het N.v.d.D. wordt gemeld, heeft een Duitsche firma uit Uelsen het plan om langs de grens, in hoofdzaak op Nederlandsch grondgebied, in de gemeente Tubbergen, welke zich ongeveer 17 K.M. langs de grens uitstrekt, door boringen te onderzoeken of zich in den bodem delfstof fen van waarde bevinden en, indien dit het geval is, deze stoffen aan den bodem te ont trekken. Reeds is een vergadering gehouden, waar in verschillende landbouwers (grondbezit ters) uit de buurtschappen Mander en He- zingen aanwezig waren. De heer Velsink uit Uelsen deelde mede, dat bij het verrichten van grondboringen nabij de Nederlandsche grens op Duitsch grondgebied een bepaald soort ijzer is gevonden. Een- combinatie van vooraanstaande personen in Duitschland gaat zich hiervoor interesseeren en zal verdere onderzoekingen doen. Men is van meening, dat een dergelijke ijzerlaag zich op Nederlandsch grondgebied uitstrekt in de omgeving van Mander en Hezingen, onder de gemeente Tubbergen. Ten einde bij den minister van waterstaat de vereischte vergunning tot het doen van grondboringen te verkrijgen, wil men eerst de toezegging van de grondeigenaren hebben, tot het mogen graven en boren in hun gron den. Dr. Takken, deskundige en advocaat en procureur uit Munster, gaf in de vergade ring een uiteenzetting van het voorgenomen plan. De prijs der heidegronden werd be paald op 500 per H.A. en voor cultuur gronden van 1000 tot 1200 per H.A. Zoo dra met de boringen begonnen wordt, zal de prijs van den grond uitbetaald worden. Dit geldt in het eerste begin al voor minstens een hectare. Voor heidegronden, die men nog niet gebruikt voor het doen van borin gen, betaalt men 10 per jaar aan pacht. Voor cultuurgrond ,de dubbele pacht, die wordt geschat op f 80 per H.A. Hoeveel doet je qoed! jaren men zich als grondeigenaar verbinden zal, is niet te zeggen. De gronden, die worden ondergraven worden bedrijfsklaar weer opgeleverd' Mocht het ondezoek resultaat opleveren, dan is men voornemens wegen aan te leggen voor het vervoer van het product. Bij dé voorloopige besprekingen hebben verschil lende grondeigenaren zich verklaard voor een oveeenkomst. Den niet ter vergadering aanwezigen grondeigenaren zal alsnog een contract worden voorgelegd. Indien de noo- dige vergunningen verkregen worden, zai dit jaar met de boringen worden begonnen. DE AARDBEVING IN CHILI, Van Nederland steun gevraagd. Daartoe aangezocht door meerdere per sonen en o.a. door diegenen, die in 1937 deel uitmaakten van de Nederlandsche handelsmissie naar Zuid-Amerika en toen in Chili onder meer die plaatsen bezochten, die op het oogenblik door de aardbeving zoo zwaar geteisterd zijn, heeft het bestuur van het Nederlandsch-Zuid-Amerikaansch Instituut overwogen, wat gedaan zou kunnen worden om vanuit Nederland een bewijs van sympathie in tastbaren vorm te zenden naar Chili, met welk land ohs land zulke groote banden van vriendschap onderhoudt. Gezien de vele nooden van naburigen aard, die ook op leniging vanuit Nederland hopen, heeft het Nederlandsch—Zuid- Amerikaansch Instituut het juist geacht geen nationale inzameling te houden Het wil echter wel zijn bemiddelihg verleenen om al degenen, die uit deelne ming met het zoo zwaar getroffen Chili iets willen doen om een bewijs van sympathie tot dit land te doen uitgaan, daartoe in staat te stellen. Het stelt zich daarom voor de leden van het instituut langs directen weg met een verzoek om steun te benade ren. Daarnevens verzoekt het al diegenen, die hun gevoel van deelneming met het zoo zwaar getroffen Chili in een daad wenschen om te zetten, hun bijdragen te willen storten op rekening 1844 van de firma Heldrig en Pierson te den Haag, met vermelding „aardbeving Chili". Het bestuur van het Nederlandsch- Zuid-Amerikaansch instituut zal al naar gelang van het binnengekomen bedrag overleggen op welke waardige wijze hët aan de bedoeling van de schenkers uitvoe ring zal geven. ONVOORZICHTIG OVERSTEKEN. Zesjarig meisje overreden en gedood. Zaterdag stak het zesjarig dochtertje van de familie J. van der Broek te Vighel (N.-B.) bij het spelen plotseling den rij weg over. Op hetzelfde moment passeerde een motorrijder. Het kind werd gegrepen en met ernstige verwondingen opgenomen. Tijdens het transport naar het ziekenhuis is het meisje aan de gevolgen ove: i. TERAARDEBESTELLING ED. G. SCHUERMANN. li Zaterdagmiddag is op de algemeene be graafplaats Crooswijk te Rotterdam het stoffelijk overschot ter'aarde besteld van den heer Ed. G. Schürmann, in leven voor zitter van den Koninklijken Nederlandschen Middenstandsbond. Vele belangstellenden bevonden zich in de kapel om den overledene de laatste epr te bewijzen, toen de kist, welke met enkele kransen was bedekt, werd binnengedragen. Onder hen bevonden zich de voorzitter van de K. v. K. te Rotterdam, vertegen woordigers van den Ned. bond van hande laren in textiel-artikelen, van handelaren in gedistilleerd, van de patroons, van den bond van werkgevers, van den bond van vischhandelaren, van de Ned. banketbak- kersvereeniging, van den Ned. kappersbond van den Ned. bond van marktkooplieden, van den Ned. bond van slijters in gedis tilleerd, van den bond van maatkleeding- bedrijven, de heer J. Schilthuis, lid der Tweede Kamer, mr. Smal, lid van Ged. Sta ten van Zuidholland en H. Dekking, voor zitter van den Ned. journalistenkring. Hierna speelde het orgel „Wenn ich ein- mal soll scheiden" van Bach en werd de kist grafwaarts gedragen. Een broer van den overledene heeft aan de groeve den aanwezigen voor hun belangstelling dank gezegd. H Naar het Engelsch van Stanley Hart Page 19) Sam kroop in zijn schulp. „Wel?" vroeg hij bedeesd. „Wel?" deed Gerrity hem na. „Jouw lee- lijke, stiekeme dranketoker. Je komt hier net op den verkeerden tijd, is het niet? Wat wil je met hem doen?" vroeg hij aan Hand. „Trap hem eruit!" gromde Hand. „Neen, wacht even. Abbington zal wel gauw terug- Jtomen. Hij zou hem kunnen waarschuwen. Hierl" Hij trok een muurkast open. „Ga daarin, Sam!" beval hij barsch. „En neem die vervloekte *asch mee!" brulde de inspecteur. Hij duwde de tasch met zooveel kracht tegen Sam's maag aan, dat deze bijna dubbel sloeg. „Vooruit!" bromde hij. „Die jenever is bij jou wel vei lig. Je zult hem niet opdrinken, omdat je waarschijnlijk weet, wat erin zit. En je mond houden, goed begrepen?" Hij sloeg de deur voor den neus van den sidderenden leverancier van frauduleuzen drank dicht. Hand keek op zijn horloge. „Bijna zeven uur. Als onze vriend nu maar op tijd is!' „Dat zal wel", merkte Gerrity op. „Hij zal zijn leverancier niet willen misloopen". Hij bleek gelijk te hebben. Een paar mi nuten later kraakten de treden weer. We gingen uit het gezicht staan, voordat de deur openging. Een man in een sjofel blauw pak stapte naar binnen. Hij loosde een die pen zucht. Met zijn rug naar ons toe keek hij de kamer rond. Hij was groot. Blijkbaar was hij erg vermagerd, want zijn jas hing slobberig om hem heen. Toen hij zich om draaide en de deur wilde sluiten, zag hij ons. Zijn gezicht was bleek en vaal. Zijn holle oogen met bloed doorloopen. Kin en wangen waren met een stoppelbaard be dekt. Alleen zijn neus, fijn gevormd en aristocratisch, duidde hem aan als een man van goede afkomst. Hij scheen niet verbaasd. „Goeden morgen, heeren", zei hij glim lachend met een buiging. „Om het paard voor den wagen te spannen, heet ik u har telijk welkom in mijn nederige woning. Ik kan u niet in den salon laten, want die is er niet. En mijn personeel heeft den heelen dag vrijaf". Dit was de man niet, dien ik me had voorgesteld. Wel zag hij er op het eerste gezicht verwaarloosd uit, maar hij had zoo iets innemends over zich, dat ik me kon voorstellen, hoe zijn vrouw toch nog altijd voor hem was blijven voelen. „Bent u mijnheer Abbington?" vroeg Gerrity barsch. „Om u te dienen", antwoordde hij weer met een buiging en een jongensachtigen glimlach. „En u, mijne heeren, bent van de politie. Beslist prettig!" „Mag ik u vragen, hoe u dat weet?" vroeg Gerrity, een beetje uit het veld ge slagen. Abbington hief glimlachend zijn hand omhoog, waarin hij, zooals ik nu pas merkte, een opgevouwen krant had. Hij vouwde die open en liet ons de vette op schriften zien. „De pers heeft u aangediend", riep hij uit. „En omdat mijn bekoorlijke vrouw erin betrokken was, begreep ik, dat ik zelf ook gauw aan de beurt zou zijn. Maar voordat we daarover beginnen, zou ik wil len vragen, of hier soms een klein man netje geweest is, om me eenigen troost te brengen als vriend". „Daar hebben we het nu niet over", zei Gerrity botweg. „O, mij best", zei Abbington met een vluchtig handgebaar over het geval heen gaande. „Voordat u echter begint, me op de pijnbank te leggen, zou het wel goed zijn, als u eerst beslag legde op mijn wa- penvoorraden. Die vindt u in die taffela- de. Het is een heel onschuldig ding en ik kan er niet eens mee omgaan, al heb ik geprobeerd te leeren schieten". „Dat ding hebben we al", gromde Ger rity. „Ga nu maar zitten, want we willen graag een en ander weten. Waar bent u den vorigen nacht geweest?" Abbington ging gewillig zitten. Hij was doodmoe of dronken. Hij liet zich zoo zwaar op den stoel neervallen, dat zijn hoed bijna-door den schok van zijn hoofd tuimelde. Zorgzaam zette hij het vuile hoofddeksel recht, nam het daarna af en legde het op tafel neer. Het briefje voor Sam verfrommelde hij en gooide het op den vloer. Dan keek hij met zijn roode oogen den inspecteur aan. „Ik wil natuurlijk aannemen, dat u van de politie bent", zei hij. „Maar..." Hij hield op, als wilde hij zeggen, dat we ons behoorden '.3 legitimeeren. Gerrity liet zijn penning zien. „Zoo, inspecteur?" grijnsde Abbington. „Wat een eer voor mij! Ik had op z'n hoogst een brigadier verwacht. Ik ben iet wat op de hoogte met de gewoonten, al ben ik alleen maar wegens verkeersfouten met de politie in aanraking geweest. Als ik nu eerst een en ander vertelde over me zelf, dan moogt u er daarna aanmerkingen op maken". „Toe, maakt u wat voort!" bromde Ger rity. „Die moord", begon Abbington, „is vol gens de Herald vannacht om één uur ge pleegd. Maar ik zal dieper op mijn verle den ingaan. Om te beginnen, ik heb mijn avondmaal genoten bij Monte. Monte, zoo- als u wellicht gezien hebt, is een restau rateur hier vlak om den hoek. De keuken en bediening is lang niet best, maar hij is goedkoop en geeft lang crediet. Dat was gisteravond om zeven uur. Om acht uur was ik hier terug en heb met myn over buurman een paar glaasjes gedronken. Hij is zwijgzaam, maar als hij een kwart liter jenever opheeft, dan is hij te bewegen, de grondslagen van het Communisme uiteen te zetten. Maar zoover is het niet gekomen omdat onze jenever opraakte. Daarna richt te ik mijn schreden naar de haven: daar tref je niet zoo gauw je oude kennissen aan weet u? En daar, geraakte ik, zooals men dat noemt, in slecht gezelschap". Abbington grijnsde. „Staat een van die kerels soms bekend als Spawn?" vroeg de inspecteur. „Spawn?" herhaalde Abbington met een overdreven peinzenden blik. „Wat een gek ke naam is dat! Neen, ik geloof niet, dat een van mijn slechte vrienden den naam van Spawn draagt. Van den anderen kant is het mogelijk, dat ze allemaal zoo heeten. Ik ken ze slechts bij hun voornamen. Die zijn Soapy, Blink, Éénoog en Dan. Het goedje, door hen gedronken en ook mij joviaal aan geboden, zou, zelfs in kleine hoeveelheid genoten, in staat zijn, een heele kudde oli fanten een cake-walk te doen dansen". „Ik veronderstel", zei Gerrity beslist on- geloovig, „dat u ons nu zult willen wijsma ken, dat u daar aan de haven stomdron ken gevoerd en in dien toestand gebleven bent tot vanmorgen toe". „Heelemaal niet, beste kerel, „verklaar de Abbington met een gebaar van protest. „Maar dat neemt het feit niet weg, dat ik aan de haven was met mijn gastvrije kame raden, toen uw moord gepleegd werd. Eerst tegen drie uur keerde ik terug in mijn ele gant gemeubelde vertrekken, die u hier ziet". „U hebt zeker goed op uw horloge ge past?" smaalde Gerrity. „Mijn horloge", grinnikte Abbington, „is, bjj wyze van spreken, al weken geleden op gedronken. Ik nam den tijd op van de klok bij Monte voor de deur. Die 's tien minu ten achter. Ja, tien minuten. Die loopt per week een kwartier achter. Ik verzet het ding altijd Zondagsmorgens, als ik ten min ste op ben". „Dus u kwam hier om drie 'uur terug en bent hier tot vanmorgen vroeg gebleven? (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6