et raadsel
^Binnenland
tfouitteion
KIORTH CTATE
Riverside Drive.
Sir Henry Deterding over
leden.
Vestigingswet.
Uitgebreid met drie bedrijven.
van
TWEEDE BLAD.
Sir Henry Deterding, oud-directeur-
generaal van de Koninklijke Neder-
landsche Petroleummaatschappij, is
Zaterdagmiddag plotseling aan hart
verlamming te St. Moritz (Zwitserland)
overleden. Hij bereikte den leeftijd van
72 jaar.
Henry Wilhelm August Deterding werd
in 1866 te Amsterdam geboren. Hij doorliep
daar ter stede de hoogere burgerschool en
trad in 1882 bij de Twentsche Bank in
dienst. Daar bleef hij tot 1888, waarna hij
bij de Nederlandsche Handelmaatschappij
in dienst trad. In 1889 ging hij, naar Indië
en werd voor deze maatschappij waarne
mend agent in Medan, later gevolgd door
zijn aanstelling tot sub-agent in Penang.
In 1896 trad hij in dienst van de Ko
ninklijke, waar hem een zware taak wacht
te. Aanvankelijk als inspecteur, later als
waarnemend directeur en ten slotte, in
1901, als directeur diende hij de belangen
dier maatschappij.
Als een van de voornaamste successen,
welke onder zijn bestuur tot stand zijn ge
bracht, moge genoemd worden het op
richten van de Koninklijke Shell, de com
binatie tusschen de Nederlandsche en de
groep van Engelsche maatschappijen.
In 1902 werd hij benoemd tot directeur-
géneraal en verkreeg daarmee de opperste
leiding van het concern.
Op grond van zijn vele diensten werd hij
in 1928 door de technische hoogeschool te
Delft benoemd tot doctor honoris causa in
de technische wetenschappen.
Zonder eenigen twijfel is Deterding de
man geweest, aan wiens energie, koopman
schap en zakelijk beleid het te danken is,
dat de Koninklijke van een nationale on
derneming geworden is een concern van
wereldvermaardheid en wereldbeteekenis,
doch dadelijk moet daarbij gevoegd wor
den, dat het ook Deterding geweest is, die
de Koninklijke in al haar grootheid en in
haar internationale ontwikkeling steeds
gehouden heeft tot een zuiver Nederland
sche onderneming en de zaak van de Ko
ninklijke steeds heeft beschouwd als een
nationale zaak.
In 1936 heeft de heer Deterding zijn ont
slag genomen en sinds dien is hij commis
saris van de Koninklijke. Als directeur-
generaal volgde ir. J. E. F. de Kok hem op.
Stoffelijk overschot wordt naar
Meclenburg vervoerd.
Het stoffelijk overschot van Sir Henry
Deterding zal worden overgebracht naar
Dobbin in Mecklenburg, waar de overle
dene een bezitting had en de laatste jaren
geleefd heeft.
De zoon van Sir Henry Deterding wordt
te St. Moritz verwacht.
Vlaggen halfstok.
Ten teeken van deelneming in het over
lijden van dr. H. W. A. Deterding was gis
ter van het gebouw van de Koninklijke pe
troleum maatschappij en van de Bataaf-
sche import-maatschappij de vlag halfstok
geheschen.
Ook van alle benzinelaadstations in Ne
derland woei de vlag halfstok.
Een krans gelegd.
Aan den voet van het borstbeeld, voor
stellende dr. Deterding, door den Amster-
damschen beeldhouwer Polet vervaardigd
en dat in het traprenhuis van de Bataaf-
sche petroleummaatschappij is geplaatst,
was hedenochtend een grocte krans gelegd
ter eere van dr. Deterdings nagedachtenis.
Het is een groote krans van laurierbla
den, versierd met een paars-z'lveren lint,
waarop te lezen is: Personeel van de Ba-
tar'sche petroleummaatschappij.
Dit borstbeeld is dr. Deterding op zijn
zeventigsten verjaardag aangeboden door
het personeel van de koninklijke-Shell-
groep over de geheele wereld.
Niet alleen voor de petroleum
industrie, maar ook voor Nederland
een groote figuur.
Het Hbl. teekent Deterding als een een
voudig man, die voor geen moeilijkheden uit
den weg ging. Het blad zegt o.m.:
Deterding was bij al zijn grootheid een
eenvoudig man, die pose haatte; het beste
bewijs hiervan was de voorwaarde welke hij
aan zijn schenking van het „Straatje" van
Vermeer verbond, n.1. dat hij hiervoor in
geen geval een onderscheiding wenschte te
ontvangen. Niet alleen kenmerkte Deterding
zich door die schenking als een Nederlan
der, die oog had voor het cultureel bezit der
natie. (In 1936 heeft Deterding voorts nog
een reeks van schilderijen aan verschillende
van onze musea geschonken). Ook op ander
gebied was hij de vooruitstrevende figuur,
die voor geen moeilijkheden terugdeinsde.
Sportief was hij in hooge mate, niet alleen in
den engen zin des woords hij beoefende
zelf tal van takken van sport en bleef tot
op hoogen ouderdom een toonbeeld van
„fitness" door zijn stichting van het
„Huis te Werve" stelde hij ook anderen op
de hem eigen breede en vorstelijke wijze in
de gelegenheid tot sportbeoefening. Zijn plan,
het naar hem genoemde „plan-Deterding",
waarbij hij 10 millioen beschikbaar stelde
tot levering van levensmiddelen uit Neder
land, waar een teveel was, aan Duitschland
waar een tekort was, was eveneens een
typische uiting van een breed opgezet
streven, kenmerkend voor Deterding.
In 1936 heeft de heer Deterding, na bijna
40 jaren, de leiding van de Koninklijke neer
gelegd; hij verliet toen een maatschappij,
z ij n creatie, die onder alle stormen van
wereldoorlog en crisis haar deugdelijkheid
en haar hechte organisatie had bewezen. Een
economische „empire-builder" heeft onze
minister-president hem genoemd. Inderdaad
Deterding is niet slechts voor de wereld,
voor de petroleumindustrie en voor dê Ko-
nihklijke, maar ook voor ons land in tal van
opzichten een figuur van de grootste betee-
kenis geweest.
1 1 AMIRICAN JCICARETTES| J
Nadat achtereenvolgens vestigings-
eischen tot stand zijn gekomen voor
het slagersbedrijf en het bakkersbe
drijf, bevatten de staatsbladen no. 642,
643 en 644 thans de algemeene maat
regelen van bestuur, waarbij vesti-
gingseischen worden vastgesteld resp.
voor den kantoormachinehandel, den
kantoorboekhandel en de schoenbe-
drjjven.
Vanaf 6 Februari 1839 zal het dus slechts
toegestaan zijn in bovengenoemde bedrijfs
takken een inrichting, waarin zoodanig be
drijf wordt uitgeoefend, te vestigen, voort
te zetten of over te nemen, indien aan de
vestigingseischen wordt voldaan. Ten aan
zien van de credietwaardigheid zijn de
eischen op dezelfde wijze geformuleerd als
voor het bakkers- en slagersbedrijf, terwijl
als eischen van handelskennis voor deze
drie bedrijven wederom de eischen voor het
middenstandsdiploma algemeene handels
kennis zijn overgenomen, met uitzondering
van het schoenhersteilersbedrijf, waarvoor
zoowel voor vakbekwaamheid als handels
kennis het diploma a. van de nationale fe
deratie voor de vakopleiding in de schoen
makerij en den schoenhandel is aangewe
zen. In dezen bedrijfstak geldt derhalve
voor beide eischen slechts één diploma.
Deze regeling werd wenschelijk geacht
wijl het voorshands te weinig in aanslui
ting aan bestaande verhoudingen bleek te
zijn, indien de toekomstige schoenherstel
lers volledig aan de eischen van het mid
denstandsdiploma zouden moeten voldoen.
BRAND IN EEN TREIN.
Het dieselmotorisch rijtuig, dat om 6.40 uur
Zaterdagmorgen uit Amersfoort vertrok
naar Arnhem, is bij Terschuur heet geloopen,
waardoor brand ontstond in de motorruimte.
Het personeel van den trein had het wel
bemerkt, doch men hoopte Barneveld nog
te bereiken. Reizigers hebben echter aan den
noodrem getrokken, waardoor de trein tot
stilstand kwam.
Omdat blussching te Terschuur niet mo
gelijk was, is de reis echter, zij het met
horten en stooten, voortgezet. Te Barneveld
aangekomen is de vrijwillige brandweer ge
alarmeerd, die de blussching krachtig ter
hand nam. Men heeft het interieur van de
tweede en derde klasse nagenoeg weten te
redden, doch de motorruimte is geheel uit
gebrand. De reizigers hebben hun reis met
een volgenden trein voortgezet.
DE NOOD ONDER DE VARKENS
HANDELAREN.
Telegram aan de koningin.
Het hoofdbestuur van den Nederland-
schen bond van varkenshandelaren heeft in
een telegram aan de koningin verzocht be
middeling te willen verleënen voor verbete
ring van bestaansmogelijkheid der varkens
handelaren. Via het thans gevolgde systeem,
aldus adressant, worden zij willekeurig,
doch volstrekt onnoodig, door de veehou
derijcentrale uit hun kostwinning en be
staansmogelijkheid gestöoten en kunnen zij
niet deelnemen aan levering van de door de
regeering over te nemen varkens, die de
helft bedragen van den geheelen afzet in
Nederland.
Den boeren is wel de productiemogelijk
heid gelaten, den handelaren evenwel wordt
deelname aan het bedrijfsleven meer en
meer onmogelijk gemaakt.
Als compensatie voor 'de uitschakeling bij
aankoop en export van' de bacönvarkens
wordt gedupeerden handelaren door de
veehouderij centrale een schadeloosstelling
verstrekt per maand ten bedrage van twee
gulden vijf en twintig tot ongeveer zeven
gulden per gezin, mits het hoofd daarvan op
andere wijze niet in het gezinsonderhoud
kan voorzien, noch reserve bezit of redelijke
inkomsten uit andere bron of bezigheden
verkrijgt. Voor de regeeringsaankoopen van
zwaardere varkens, welke hoofdzakelijk en
ook voorheen door de handelaren werden
aangekocht en afgezet, wordt hun geen
enkele tegemoetkoming gegeven.
Tengevolge van het thans vigeerende
systeem, terzake den varkensafzet en aan-
koopen, is de toestand absoluut ondraaglijk
geworden. Bij rechtvaardiger méthode be
hoeven de varkenshandelaren niet de be-
drijfs- en daarmee gepaard gaande welis
waar sobere, bestaansmogelijkheid te ver
liezen. Door eenzijdige toepassing, waarbij
de handelsbelangen verdrukt zijn, worden
zij thans tot werkloosheid gedoemd en
onnoodig met hunne gezinnen in armoede
gedreven.
HONGAARSCHE NATIONAAL-
CHRISTELIJKE BEWEGING.
Nederland tot voorbeeld van hun
beweging gekozen.
In November van het vorig jaar zijn drie
ministers uit het Hongaarsche kabinet ge
treden, die zich met de richting, welke de
regeering insloeg, niet konden vereenigen.
Tegelijkertijd traden om dezelfde reden
140 leden uit het Hoogtrhuis en 80 uit het
Lagerhuis. Zij vormden een beweging, die
zich meer in nationaal-christelijke richting
wilde begeven.
Twee vertegenwoordigers van deze bewe
ging vertoeven thans in ons land; het zijn
graaf Gabor von Haller en baron Nicolaas
Wesselenyi. Juist aar ons land brengen zij
een bezoek, omdat zij Nederland als voor
beeld voor hun politiek willen nemen. Hun
principes zijn: vrijheid naar binnen, onaf
hankelijkheid naar buiten, gebaseerd op den
christelijken godsdienst en verwezenlijkt
door parlementaire democratie.
Hun banden met Nederland ziin onlangs
wel zeer versterkt door een onderhoud, dat
graaf von Haller eenige weken geleden had
met min.-pres. dr. Colijn, toen deze in
Klosters vertoefde.
Over dit onderhoud heeft in het nummer
van 27 Januari j.1. van de „Magyar Nemzet"
een hoofdartikel gestaan van de hand van
graaf von Haller, waarin dr. Colijn zijn
zienswijze over de Hongaarsche beweging en
over het calvinisme in het bijzonder gaf en
een in het Nederla-.dsch geschreven bood
schap tot het Hongaarsche volk richtte. Dr.
Coliin zeide daarin, dat men moet volharden
in de beleving van de ordinantiën Gods,
daardoor invloed uitoefenen op zijn omge
ving en te allen tijde toonen, dat de beste
calvinisten ook de beste vaderlanders zijn.
Zondag hebben de beide Hongaren in den
Haag een onderhoud gehad met prof. C. A.
Macartney, hoogleeraar te Oxford, die een
kenner van de Donaulanden en van het
minderhedenprobleem is. Tevens hebben zij
voeling gehad met vooraanstaande leden
van de a.r.-partij hier te lande.
IJZERERTS IN NEDERLANDSCHEN
BODEM?
Duitsche firma voert besprekingen
piet grondeigenaren.
Naar uit Tubbergen aan het N.v.d.D. wordt
gemeld, heeft een Duitsche firma uit Uelsen
het plan om langs de grens, in hoofdzaak op
Nederlandsch grondgebied, in de gemeente
Tubbergen, welke zich ongeveer 17 K.M.
langs de grens uitstrekt, door boringen te
onderzoeken of zich in den bodem delfstof
fen van waarde bevinden en, indien dit het
geval is, deze stoffen aan den bodem te ont
trekken.
Reeds is een vergadering gehouden, waar
in verschillende landbouwers (grondbezit
ters) uit de buurtschappen Mander en He-
zingen aanwezig waren. De heer Velsink uit
Uelsen deelde mede, dat bij het verrichten
van grondboringen nabij de Nederlandsche
grens op Duitsch grondgebied een bepaald
soort ijzer is gevonden. Een- combinatie van
vooraanstaande personen in Duitschland gaat
zich hiervoor interesseeren en zal verdere
onderzoekingen doen.
Men is van meening, dat een dergelijke
ijzerlaag zich op Nederlandsch grondgebied
uitstrekt in de omgeving van Mander en
Hezingen, onder de gemeente Tubbergen.
Ten einde bij den minister van waterstaat de
vereischte vergunning tot het doen van
grondboringen te verkrijgen, wil men eerst
de toezegging van de grondeigenaren hebben,
tot het mogen graven en boren in hun gron
den. Dr. Takken, deskundige en advocaat en
procureur uit Munster, gaf in de vergade
ring een uiteenzetting van het voorgenomen
plan. De prijs der heidegronden werd be
paald op 500 per H.A. en voor cultuur
gronden van 1000 tot 1200 per H.A. Zoo
dra met de boringen begonnen wordt, zal de
prijs van den grond uitbetaald worden. Dit
geldt in het eerste begin al voor minstens
een hectare. Voor heidegronden, die men
nog niet gebruikt voor het doen van borin
gen, betaalt men 10 per jaar aan pacht.
Voor cultuurgrond ,de dubbele pacht, die
wordt geschat op f 80 per H.A. Hoeveel
doet je qoed!
jaren men zich als grondeigenaar verbinden
zal, is niet te zeggen.
De gronden, die worden ondergraven
worden bedrijfsklaar weer opgeleverd'
Mocht het ondezoek resultaat opleveren, dan
is men voornemens wegen aan te leggen
voor het vervoer van het product. Bij dé
voorloopige besprekingen hebben verschil
lende grondeigenaren zich verklaard voor
een oveeenkomst. Den niet ter vergadering
aanwezigen grondeigenaren zal alsnog een
contract worden voorgelegd. Indien de noo-
dige vergunningen verkregen worden, zai
dit jaar met de boringen worden begonnen.
DE AARDBEVING IN CHILI,
Van Nederland steun gevraagd.
Daartoe aangezocht door meerdere per
sonen en o.a. door diegenen, die in 1937
deel uitmaakten van de Nederlandsche
handelsmissie naar Zuid-Amerika en toen
in Chili onder meer die plaatsen bezochten,
die op het oogenblik door de aardbeving
zoo zwaar geteisterd zijn, heeft het bestuur
van het Nederlandsch-Zuid-Amerikaansch
Instituut overwogen, wat gedaan zou
kunnen worden om vanuit Nederland een
bewijs van sympathie in tastbaren vorm
te zenden naar Chili, met welk land ohs
land zulke groote banden van vriendschap
onderhoudt.
Gezien de vele nooden van naburigen
aard, die ook op leniging vanuit Nederland
hopen, heeft het Nederlandsch—Zuid-
Amerikaansch Instituut het juist geacht
geen nationale inzameling te houden
Het wil echter wel zijn bemiddelihg
verleenen om al degenen, die uit deelne
ming met het zoo zwaar getroffen Chili iets
willen doen om een bewijs van sympathie
tot dit land te doen uitgaan, daartoe in
staat te stellen. Het stelt zich daarom voor
de leden van het instituut langs directen
weg met een verzoek om steun te benade
ren. Daarnevens verzoekt het al diegenen,
die hun gevoel van deelneming met het
zoo zwaar getroffen Chili in een daad
wenschen om te zetten, hun bijdragen te
willen storten op rekening 1844 van de
firma Heldrig en Pierson te den Haag,
met vermelding „aardbeving Chili".
Het bestuur van het Nederlandsch-
Zuid-Amerikaansch instituut zal al naar
gelang van het binnengekomen bedrag
overleggen op welke waardige wijze hët
aan de bedoeling van de schenkers uitvoe
ring zal geven.
ONVOORZICHTIG OVERSTEKEN.
Zesjarig meisje overreden en gedood.
Zaterdag stak het zesjarig dochtertje van
de familie J. van der Broek te Vighel
(N.-B.) bij het spelen plotseling den rij
weg over. Op hetzelfde moment passeerde
een motorrijder. Het kind werd gegrepen
en met ernstige verwondingen opgenomen.
Tijdens het transport naar het ziekenhuis
is het meisje aan de gevolgen ove: i.
TERAARDEBESTELLING
ED. G. SCHUERMANN. li
Zaterdagmiddag is op de algemeene be
graafplaats Crooswijk te Rotterdam het
stoffelijk overschot ter'aarde besteld van
den heer Ed. G. Schürmann, in leven voor
zitter van den Koninklijken Nederlandschen
Middenstandsbond.
Vele belangstellenden bevonden zich in
de kapel om den overledene de laatste epr
te bewijzen, toen de kist, welke met enkele
kransen was bedekt, werd binnengedragen.
Onder hen bevonden zich de voorzitter
van de K. v. K. te Rotterdam, vertegen
woordigers van den Ned. bond van hande
laren in textiel-artikelen, van handelaren
in gedistilleerd, van de patroons, van den
bond van werkgevers, van den bond van
vischhandelaren, van de Ned. banketbak-
kersvereeniging, van den Ned. kappersbond
van den Ned. bond van marktkooplieden,
van den Ned. bond van slijters in gedis
tilleerd, van den bond van maatkleeding-
bedrijven, de heer J. Schilthuis, lid der
Tweede Kamer, mr. Smal, lid van Ged. Sta
ten van Zuidholland en H. Dekking, voor
zitter van den Ned. journalistenkring.
Hierna speelde het orgel „Wenn ich ein-
mal soll scheiden" van Bach en werd de
kist grafwaarts gedragen. Een broer van
den overledene heeft aan de groeve den
aanwezigen voor hun belangstelling dank
gezegd.
H
Naar het Engelsch van Stanley Hart Page
19)
Sam kroop in zijn schulp. „Wel?" vroeg
hij bedeesd.
„Wel?" deed Gerrity hem na. „Jouw lee-
lijke, stiekeme dranketoker. Je komt hier
net op den verkeerden tijd, is het niet?
Wat wil je met hem doen?" vroeg hij aan
Hand.
„Trap hem eruit!" gromde Hand. „Neen,
wacht even. Abbington zal wel gauw terug-
Jtomen. Hij zou hem kunnen waarschuwen.
Hierl" Hij trok een muurkast open. „Ga
daarin, Sam!" beval hij barsch.
„En neem die vervloekte *asch mee!"
brulde de inspecteur. Hij duwde de tasch
met zooveel kracht tegen Sam's maag aan,
dat deze bijna dubbel sloeg. „Vooruit!"
bromde hij. „Die jenever is bij jou wel vei
lig. Je zult hem niet opdrinken, omdat je
waarschijnlijk weet, wat erin zit. En je
mond houden, goed begrepen?"
Hij sloeg de deur voor den neus van den
sidderenden leverancier van frauduleuzen
drank dicht. Hand keek op zijn horloge.
„Bijna zeven uur. Als onze vriend nu maar
op tijd is!'
„Dat zal wel", merkte Gerrity op. „Hij
zal zijn leverancier niet willen misloopen".
Hij bleek gelijk te hebben. Een paar mi
nuten later kraakten de treden weer. We
gingen uit het gezicht staan, voordat de
deur openging. Een man in een sjofel blauw
pak stapte naar binnen. Hij loosde een die
pen zucht. Met zijn rug naar ons toe keek
hij de kamer rond. Hij was groot. Blijkbaar
was hij erg vermagerd, want zijn jas hing
slobberig om hem heen. Toen hij zich om
draaide en de deur wilde sluiten, zag hij
ons. Zijn gezicht was bleek en vaal. Zijn
holle oogen met bloed doorloopen. Kin en
wangen waren met een stoppelbaard be
dekt. Alleen zijn neus, fijn gevormd en
aristocratisch, duidde hem aan als een man
van goede afkomst.
Hij scheen niet verbaasd.
„Goeden morgen, heeren", zei hij glim
lachend met een buiging. „Om het paard
voor den wagen te spannen, heet ik u har
telijk welkom in mijn nederige woning. Ik
kan u niet in den salon laten, want die is
er niet. En mijn personeel heeft den heelen
dag vrijaf".
Dit was de man niet, dien ik me had
voorgesteld. Wel zag hij er op het eerste
gezicht verwaarloosd uit, maar hij had zoo
iets innemends over zich, dat ik me kon
voorstellen, hoe zijn vrouw toch nog altijd
voor hem was blijven voelen.
„Bent u mijnheer Abbington?" vroeg
Gerrity barsch.
„Om u te dienen", antwoordde hij weer
met een buiging en een jongensachtigen
glimlach. „En u, mijne heeren, bent van de
politie. Beslist prettig!"
„Mag ik u vragen, hoe u dat weet?"
vroeg Gerrity, een beetje uit het veld ge
slagen. Abbington hief glimlachend zijn
hand omhoog, waarin hij, zooals ik nu pas
merkte, een opgevouwen krant had. Hij
vouwde die open en liet ons de vette op
schriften zien.
„De pers heeft u aangediend", riep hij
uit. „En omdat mijn bekoorlijke vrouw
erin betrokken was, begreep ik, dat ik zelf
ook gauw aan de beurt zou zijn. Maar
voordat we daarover beginnen, zou ik wil
len vragen, of hier soms een klein man
netje geweest is, om me eenigen troost te
brengen als vriend".
„Daar hebben we het nu niet over", zei
Gerrity botweg.
„O, mij best", zei Abbington met een
vluchtig handgebaar over het geval heen
gaande. „Voordat u echter begint, me op
de pijnbank te leggen, zou het wel goed
zijn, als u eerst beslag legde op mijn wa-
penvoorraden. Die vindt u in die taffela-
de. Het is een heel onschuldig ding en ik
kan er niet eens mee omgaan, al heb ik
geprobeerd te leeren schieten".
„Dat ding hebben we al", gromde Ger
rity. „Ga nu maar zitten, want we willen
graag een en ander weten. Waar bent u
den vorigen nacht geweest?"
Abbington ging gewillig zitten. Hij was
doodmoe of dronken. Hij liet zich zoo
zwaar op den stoel neervallen, dat zijn
hoed bijna-door den schok van zijn hoofd
tuimelde. Zorgzaam zette hij het vuile
hoofddeksel recht, nam het daarna af en
legde het op tafel neer. Het briefje voor
Sam verfrommelde hij en gooide het op
den vloer. Dan keek hij met zijn roode
oogen den inspecteur aan.
„Ik wil natuurlijk aannemen, dat u van
de politie bent", zei hij. „Maar..."
Hij hield op, als wilde hij zeggen, dat we
ons behoorden '.3 legitimeeren. Gerrity liet
zijn penning zien.
„Zoo, inspecteur?" grijnsde Abbington.
„Wat een eer voor mij! Ik had op z'n
hoogst een brigadier verwacht. Ik ben iet
wat op de hoogte met de gewoonten, al
ben ik alleen maar wegens verkeersfouten
met de politie in aanraking geweest. Als ik
nu eerst een en ander vertelde over me
zelf, dan moogt u er daarna aanmerkingen
op maken".
„Toe, maakt u wat voort!" bromde Ger
rity.
„Die moord", begon Abbington, „is vol
gens de Herald vannacht om één uur ge
pleegd. Maar ik zal dieper op mijn verle
den ingaan. Om te beginnen, ik heb mijn
avondmaal genoten bij Monte. Monte, zoo-
als u wellicht gezien hebt, is een restau
rateur hier vlak om den hoek. De keuken
en bediening is lang niet best, maar hij is
goedkoop en geeft lang crediet. Dat was
gisteravond om zeven uur. Om acht uur
was ik hier terug en heb met myn over
buurman een paar glaasjes gedronken. Hij
is zwijgzaam, maar als hij een kwart liter
jenever opheeft, dan is hij te bewegen, de
grondslagen van het Communisme uiteen
te zetten. Maar zoover is het niet gekomen
omdat onze jenever opraakte. Daarna richt
te ik mijn schreden naar de haven: daar
tref je niet zoo gauw je oude kennissen aan
weet u? En daar, geraakte ik, zooals men
dat noemt, in slecht gezelschap".
Abbington grijnsde.
„Staat een van die kerels soms bekend
als Spawn?" vroeg de inspecteur.
„Spawn?" herhaalde Abbington met een
overdreven peinzenden blik. „Wat een gek
ke naam is dat! Neen, ik geloof niet, dat
een van mijn slechte vrienden den naam
van Spawn draagt. Van den anderen kant
is het mogelijk, dat ze allemaal zoo heeten.
Ik ken ze slechts bij hun voornamen. Die zijn
Soapy, Blink, Éénoog en Dan. Het goedje,
door hen gedronken en ook mij joviaal aan
geboden, zou, zelfs in kleine hoeveelheid
genoten, in staat zijn, een heele kudde oli
fanten een cake-walk te doen dansen".
„Ik veronderstel", zei Gerrity beslist on-
geloovig, „dat u ons nu zult willen wijsma
ken, dat u daar aan de haven stomdron
ken gevoerd en in dien toestand gebleven
bent tot vanmorgen toe".
„Heelemaal niet, beste kerel, „verklaar
de Abbington met een gebaar van protest.
„Maar dat neemt het feit niet weg, dat ik
aan de haven was met mijn gastvrije kame
raden, toen uw moord gepleegd werd. Eerst
tegen drie uur keerde ik terug in mijn ele
gant gemeubelde vertrekken, die u hier
ziet".
„U hebt zeker goed op uw horloge ge
past?" smaalde Gerrity.
„Mijn horloge", grinnikte Abbington, „is,
bjj wyze van spreken, al weken geleden op
gedronken. Ik nam den tijd op van de klok
bij Monte voor de deur. Die 's tien minu
ten achter. Ja, tien minuten. Die loopt per
week een kwartier achter. Ik verzet het
ding altijd Zondagsmorgens, als ik ten min
ste op ben".
„Dus u kwam hier om drie 'uur terug en
bent hier tot vanmorgen vroeg gebleven?
(Wordt vervolgd).