NORTH STATE z ^QHH2L_ et raadsel Riverside Drive. tweede blad. De rechtelooze positie der vluchtelingen in ons land. Hollandsche en Deensche boter. Het verschil tusschen de noteeringen. van HOOFDSTUK VUT. De zelfstandigheid van Indië Ge'eidelijk groeiproces, a.dus de minister. Bif een gevatte koude ontbinding van de kathoüèkt democratische partij.' Het noodwetje inzake de autobussen. M. v. A. aan de Eerste Kamer. Het recht van vereeniging en vergadering. Amendementen ingediend. 2. ^Binnenland Minister verdedigt zijn maatregelen. Op de vragen van den heer Van Embden (v. d.) betreffende de terug leiding van Duitsch-Joodsche vluchte lingen, heeft de minister van justitie het onderstaande geantwoord: Het kampensysteem en de uitleveringen. „De verontrustende toename van het aantal vluchtelingen, ook uit ver verwij derde streken van Duitschland afkomstig, dat sinds de bekende gebeurtenissen in Duitschland op onregelmatige wijze de Ne- derlandsche grens heeft weten te over schrijden en binnenslands, met name in Amsterdam, is aangetroffen, heeft nadere maatregelen dringend noodig gemaakt. De minister heeft zich daarom tot zijn leedwezen genoodzaakt gezien te bepalen, dat de mannelijke vluchte lingen, dip van 9 November af tot 17 December 1938 ons land onregelmatig waren binnengekomen, in bijzondere kampementen zouden worden onderge bracht en voorts, dat vluchtelingen, die na laatstgenoemden datum zonder toe stemming der Nederlandsche grens nog mochten overschrijden, met name wan neer zij in grootere getallen in eenige gemeente worden aangetroffen, zouden worden „teruggeleid" naar het land van herkomst. Wanneer „direct levensgevaar?" „Met betrekking tot laatstbedoelden maatregel is uitdrukkelijk bepaald, dat te rugleiding achterwege dient te blijven niet alleen in gevallen, waarin direct levensge vaar aannemelijk kan worden geacht, doch is ook overigens nog een nadere aanwijzing gegeven, ingevolge welke onder sommige omstandigheden ook zonder dat van direct levensgevaar sprake is niet mag worden uitgeleid. De uitvoering van dezen maatregel is in de eerste plaats opgedragen aan de krach tens de vreemdelingenwetgeving met het toezicht op de hier te lande verblijvende vreemdelingen belaste hoofden van plaat selijke politie (bij de onderwerpelijke aan gelegenheid in het bijzonder die in de groote gemeenten). Wanneer twijfel om trent de te nemen beslissing bestaat, zijn de procureur-generaal, fgd. directeuren van politie ingeschakeld, die in daarvoor in aan merking komende gevallen de beslissing van den minister dienen in te roepen (dit laatste geschiedt in de practijk veelvuldig). Zeker in de omstandigheden van de laatsten maanden, welke niet door de Nederlandsche overheid in het leven zijn geroepen, is het ten eenenmale uit gesloten, dat een voorschrift zou kun nen worden gegeven, krachtens het welk elk geval, waarin een vluchteling aanvoert, dat terugleiding voor hem onmiddellijk levensgevaar oplevert, aan den minister zou moeten worden voorgelegd. Er zij slechts op gewezen, dat alsdan wel zonder uitzondering een beroep op levens gevaar zou worden gedaan". Minister wenscht geen verweer. „Werd daarnaast nog een procedure met verweermiddelen ingesteld, dan zou het wel zeer geruimen tijd duren, voordat een beslissing zou kunnen worden gegeven. Niet het minst in "het belang van de vluchtelingen zelf 's echter een zoo spoedig mogelijke be slissing gewenscht. Overigens zou een wijze van behande ling, als hierboven bedoeld, «velke aan de vluchtelingen gelegenheid zou bieden te bereiken, dat zij althans voor eenigen tijd in ons land zouden verblijven, uiteraard nieuwe pogingen tot onregelmatige binnen komst van vluchtelingen in de hand wer ken en de georganiseerde hulpverleening, die in meer dan één opzicht heilzaam heeft gewerkt, ontwrichten". Geen inlichtingen. „Met betrekking tot de wijze van uitvoe ring, zooals die verder in de vraagpunten ter sprake is gebracht, ziet de minister zich genoodzaakt tot zijn leedwezen, doch op grond van zyn dagelijksche ervaring, in volle overtuiging te verklaren, dat onder de tegenwoordige zeer uitzonderlijke toestan den het verstrekken van nader gedetail leerde inlichtingen ter zake slechts de po sitie der vluchtelingen, de georganiseerde hulpverleening en ten slotte ook de veilig heid des lands ernstig kan schaden. Met het oog op zijn zware verantwoor delijkheid ten deze moet hy volstaan met nogmaals te bevestigen, dat hij bij de maat regelen, welke hij op dit gebied neemt, zooveel als maar eenigr s mogelijk is, re kening houdt met de behangen der vluch telingen, doch dat hij gelijk in niet min dere mate zijn plicht is waakt voor de belangen van het Nederlandsche volk en van de openbare orde hier te lande". Op de vragen van den heer Van der Sluis (s. d. a. p.) in verband met het verschil tusschen de Nederlandsche- en de Jeensche boternoteering heeft de minister van economische zaken o.a. geantwoord: De minister deelt de meening niet, dat de naam van de Nederlandsche boter in Engeland een belangrijke wijziging in on- gunstigen zin heeft ondergaan. Hij is wel van oordeel, dat datumstempeling, gepaard met zekere voorschriften inzake den ouder dom van de te exporteeren boter, er toe zal kunnen bijdragen den naam an de Neder landsche boter te verbeteren, maar hij acht het niet uitgesloten, dat daarmede, althans in den beginne, financieele ofrers op de Engelsche markt gepaard zullen gaan. Restitutie van de heffing. Aan het voorstel om wederom over te gaan tot het systeem van restitutie van de heffing, geldende op den dag van productie, zijn volgens den minis'- ter evenzeer bezwaren verbonden als aan het huidige systeem, waarbij ge restitueerd wordt de heffing, geldende op den dag van uitvoer. Aan bedoeld voorstel ligt ten grondslag de opvatting, dat bij verwezenlijking daar van de mogelijkheid van speculatie op hef fingswijzigingen geringer wordt. Onder het vroegere systeem bestond echter evenzeer de mogelijkheid van speculatie. Voorts zij er op gewezen, dat de minis ter in October j.1. te kennen heeft gegeven, dat in het bedrag der heffing zoo weinig mogelijk wijziging zal worden gebracht, zulks juist met de bedoeling speculaties op het bedrag van heffing en toeslag te voor komen. Verder zij opgemerkt, dat de invoering (in November 1938) van het huidige systeem tot 'n aanmerkelijke inkrimping van en bezuiniging op 't zuivelsteunapparaat heeft geleid. Hierdoor -kon n.1. de controle op de categorie der boterproducenten, voor zoover deze in verband met de crisismaat regelen werd uitgeoefend, geheel komen te vervallen. Ook kwam hierdoor de voor heen door de boterproducenten ten behoeve I j~AMERICAN «JciGARETTESj /jcfo/ zo ZEEP VAM ONBEKENDE HERKOMST 9ieui££eton Naar het Engelsch van Stanley Hart Page 21) „Nu dit tusschenspel afgeloopen is", zei Hand bedaard tegen Abbington, „zult u ons wel het ware verhaal van wat u van nacht gedaan hebt, willen doen". „Ik laat het liever aan u over, ons te amuseeren", zei Abbington. „In maanden heb ik niet zoo gelachen!" „Stil!" brulde Gerrity. „Wil je nu pra ten of later?" „Later". „Best, je hoeft nu geen brieven meer te schrijven. Je gaat de kast in. Als die ellen dige muis er niet was geweest De nevel trekt op. Abbington werd naar de „Tombs" over gebracht. Inspecteur Gerrtiy begaf zich naar zijn bureau en zette daar het rader werk der politie weer in werking. Hand verliet hem om zijn cliënt op te zoeken. Ik keerde naar onze kamers terug, ontbeet en kroop onder de dekens. Bij mijn ontwaken zag ik de hooge gestalte van Hand over mijn bed gebogen. „Hoeh laatis het?" vroeg ik geeuwend. „Middag", gromde hij. „De inspecteur zal een conferentie met me hebben. Ik dacht, aat je er wel graag bij zoudt zijn". „Gun me één minuut voor een koude douche", smeekte ik, klaar wakker uit bed springend. Toen ik in onze zitkamer kwam, was de vloer bedekt met een massa kranten. Hand zat met zijn lange beenen op tafel. Overigens ging hy geheel schuil achter een nummer van de „Morning Herald". „Klaar?" vroeg hij, zijn krant bij de rest neergooiend. Hij was de kamer al uit, voordat ik mijn jas en hoed had kunnen grijpen. Ik haalde nem nog net op tijd in, om in de door hem aangeroepen taxi te stappen. „De kranten kunnen weer in troebel wa ter visschen", zei ik. „Je hebt jezelf bij die heeren schrijvers eens te meer onpopulair gemaakt!" „Behalve bij Garthwaite", grinnikte hy. Hand had een accoordje met Garthwaite, den besten verslaggever van de Herald. Diens verslagen zijn altijd het volledigst en vlugst en de naam Hand komt er nooit maar die van Gerrity des te meer in voor Deze staat daar verwonderd over, evenals over de goede inlichtingen, waarover Garth waite blijkt te beschikken. Tim liet ons glimlachend op het bureau van Gerrity binnen. Hij was altijd in de buurt van den inspecteur te vinden. Het was Gerrity aan te zien, dat alles lang niet naar wensch was gegaan. Met ongeduldige van de zuivelcentrale te voeren admini stratie vrijwel geheel te vervallen. Ongetwijfeld zullen kwaliteitsverbeteren de maatregelen uitgaande van het onder rijkstoezicht staande zuivel-kwaliteitscon- trole-bureau zooals reeds genomen zyn. en waarbij ook een datumstempeling en verbod van uitvoer van boter, ouder dan 3 weken, in overweging is, invloed kunnen uitoefenen op het prijspeil onzer boter in Engeland. Andere factoren. Het prysprobleem is evenwel daar mede allerminst opgelost, aldus de minister. Er zyn tal van andere facto ren, die het' prijspeil beinvloeden. Ten aanzien van dit vraagstuk zijn o.m. da volgende punten van beteekenis: a. De Deensche boterproductie is meer gelijkmatig over het jaar verdeeld dan de Nederlandsche productie (verschil in zo mer- en winterproductie), waardoor Dene marken in staat is de Engelsche markt re gelmatiger van boter te voorzien. b. De afzet van Denemarken is reeds vele jaren lang ingesteld op de Engelsche markt, waardoor dit land zich een eigen positie op deze markt heeft weten te veroveren. Ne derland daarentegen, welks afzetgebied voorljeen meer op Duitschland was ge richt, is eerst de laatste jaren begonnen be langrijke hoeveelheden boter naar Enge land uit te voeren. Nederland bezit dan ook op de Engelsche markt niet een eigen po sitie in den zin, zooals de Deensche boter deze heeft. Het vordert, zooals vanzelf spreekt, eenigen tijd om ook de in hun soort goede hoedanigheden van het Neder landsche product door den consument te doen waardeeren. Onder deze hoedanighe den treden de voortreffelijke eigenschappen van reuk en smaak op den voorgrond. c. De wijze, waarop onze boter wordt afgezet, vertoont zekere gebreken, welke zoowel de aandacht van belanghebbenden als van den minister hebben. Verschenen is de Memorie van Ant woord r an de Tweede Kamer betreffen de Indische begrooting voor 1939. Wij ontleenen het onderstaande hieraan: Houdt men rekening met de buitengewoon ongunstige omstandigheden der laatste jaren, dan is er, naar het den minister voorkomt, eerder reden voor waardeering over hetgeen desondanks kon worden bewaard en her steld, dan voor critiek over datgene wat niet of nog niet kon worden verricht. De minister wil uit een gedachtenwisseling over een „Staat van zelfstandigheid" aan Nederlandsch Indië het element weeren van de min of meer gunstige stemming van het Indische volk. De gedachte, dat de minister niet den weg van onderling overleg zou willen volgen op staatkundig gebied, berust zeer stellig op een onjuiste apreciatie van zijn inzichten. Hij is overtuigd, dat de weg van onderling overleg de beste is. Naar zijn meening ge tuigt ook het koninklijk besluit van 16 No vember 1938 van die overtuiging; dat be sluit bevat toch niet slechts een afwijzing van het verzoek van den Volksraad tot het bijeenroepen van een conferentie over deze kwestie, doch het behelst tevens eenige be schouwingen omtrent den weg, dien Indië voor zijn staatkundige ontwikekling zal heb ben te volgen. In beginsel bestaat tusschen hen, die inwilliging van de petitie voorstaan en den minister weinig verschil. Het ko ninklijk besluit kenschetst het verlan gen, dat in de petitie tot uiting komt, als „op zich zelf verklaarbaar en ook te waardeeren". Zelfstandigheid van Ne der landsch-Indië binnen het Rijksver band is immers het erkend einddoel van Nederlands koloniale staatkunde. Doch het koninklijke besluit geeft tevens een omschrijving van de voorwaarden, welker vervulling den onmisbaren grond slag moet leggen voor zelfstandigheid. Het houdt den Indischen politieken leiders bij wie een streven tot overijling in deze niet onnatuurlijk kan worden geacht voor, dat zelfstandigheid verworven moet worden, dat zij groeien moet tot waarlijk geestelijk eigendom van het volk en dat die groei slechts het natuurlijk resultaat kan zijn van innerlyken groei in sociaal, economisch en intellectueel opzicht. Zij, die meenen, dat aan deze voorwaarden thans reeds zou zijn voldaan, dat het ver langen naar grooter zelfstandigheid thans op de eerste plaats dient te worden gesteld en dat daarin de geestesgesteldheid van de in- heemsche bevolking tot uiting komt, begaan naar de zienswijze van den minister een tijdrekenkundige fout. Ruimer zelfstandigheid, thans verleend, zou niet zijn zelfstandigheid van de volken van Indië, doch zelfstandigheid eenerzijds van ambtelijke organen, anderzijds van een kleine laag ontwikkelden, die juist door deze politiek verder dan ooit van hun volk zouden vervreemden. De eenige gezonde, natuurlijke wijze om tot groote zelfstandigheid te komen, is die van het geleidelijke groeiproces, waarin de bevolking wordt opgevoed tot eenige mate van begrip van en belangstelling in het staatkundig leven. Het financieel beleid. Wat het verloop van het dienstjaar 1938 betreft, kan de minister mededeelen, dat het vermoedelijk tekort op den gewonen dienst niet onbelangrijk lager zal zijn dan de raming van i 33,5 millioen. Ten aanzien van de overschrijding van de raiming der gewone uitgaven valt op te mer ken, dat deze grootendeels is toe te schrijven aan den tegenvaller op den algemeenen re- servepost van 15 millioen ter opvanging van de gevolgen der salarisherziening, van het vevallen van de pensioenkorting en van de prijsstijging van materialen. Dat de schuldpositie te somber door den minister zou zijn voorgesteld, kan hij be zwaarlijk toegeven. De hoofdoorzaak van den moeilijken fi- nancieelen toestand ligt in de stijging van de uitgaven welke hoezeer grootendeels on vermijdelijk niettemin een factor vormt, die voor de naaste toekomst de grootste zorg vereischt, vooral ook met het oog op de nog steeds toenemende eischen op het gebied der weermacht. Buitenlandsche radiopropaganda. In overweging is het treffen van voor zieningen, teneinde in Indië de versprei ding van opgevangen radioberichten uit het buitenland, die een ongewenschte pro paganda of tendentieuse berichtgeving be oogen, te kunnen tegengaan. Aan den anderen kant is mede in over weging een uitbreiding en intensiveering van de radio-berichtgeving tusschen Ne derland en Indië, waarin naar het inzicht van den minister een doeltreffend middel is gelegen om de cultureele en politieke toenadering tusschen beide gebiedsdeelea te bevorderen. Het ligt in het voornemen de intrek king van artikel 177 van de Indische Staatsregeling bij afzonderlijk ontwerp van wet aan de orde te stellen, waartoe de belangrijkheid van het onderwerp op zich zelf reeds aanleiding geeft. Voorstellen tot herziening van het straf procesrecht voor niet-Europeanen, o.a. strekkende tot het verkrijgen van een meer bevredigende regeling op het gebied van preventieve hechtenis, huiszoeking, alsme de papier- en boekenonderzoek, zijn reeds eenigen tijd bij de Indische regeering aan hangig. De minister acht geen voldoende aanlei- dine aanwezig om in het bijzonder koloni satie door Joodsche vluchtelingen in Ne- derlandsch-Indië te bevorderen, aangezien hij in het algemeen sceptisch staat tegen over de practische mogelijkheden van ko lonisatie door Europeanen, welk in elk geval niet dan zeer beperkt zou kunnen zijn. Met Mijnhardtjes steeds vlugge resultaten Doos 30 en 50 - ct. KINDEREN SPEELDEN OP STAPELS HOUT. Vijfjarig meisje bedolven. Gistermiddag waren te Grijpskerk eenige kinderen aan het spelen op een houtstek van den heer D. Haan. Door tot nog toe on bekende oorzaak ging een partij hout op eens glijden, met het gevolg, dat twee kinderen werden bedolven. Het vijfjarig meisje Grietje Venema was op slag dood. De zesjarige jongen Jan Luchtenberg be kwam een bloeduitstorting achter het oor. Hij werd voorloopig naar huis vervoerd. De Tijd schrijft het volgende: Naar wij vernemen hebben in den l0üD van Januari te Amersfoort besprekingen plaats gehad tusschen eenige leden van de r.K. Staatsparty en eenige vertegenwoor digers van de Katholieke Democratische Partij. Aan deze besprekingen, die door oud-minister Marchant werden geleid, na- men van de zijde der r.K. Staatspartij deel pastoor Hooyman en de heeren dr. Moer dijk, Nijkamp en Plomp en van de zjjde der K.D.P. de heeren prof. Veraart, Bloemkolk, Houtsma en Waterloo. Aansluitend aan deze besprekingen heeft een delegatie der K.D.P. Vrijdag 1.1. eem onderhoud gehad met eenige leden van het dagelij ksch bestuur der r.k. Staatspartij. Naar wij vernemen, heeft het bestuur der K.D.P. met algemeene stemmen besloten, aan een op 19 Febr. a.s. te houden buitenge wone partijvergadering een voorstel tot ontbinding van de K.D.P. voor te leggen. Aan de Memorie van Antwoord aan da Eerste Kamer van den minister v^n water staat inzake het ontwerp van wet tct aan vulling en wijziging van de af deelingen 9 en 10 der wet van 29 November 1935 tot verlaging van de openbare uitgaven, ont leenen wij het volgende: De onderhavige wetsvoordracht beoogt slechts, voor den overgangstijd tusschen het kenbaar worden van de onvolledigheid der voorschriften en het uitvaardigen van een nieuwe algemeene regeling betreffende hét autobusvervoer van personen te bewer ken, dat de bedoeling van volksvertegen woordiging en regeering, in 1935 wetgevend werkzaam, wordt ten uitvoer gelegd. Aan de regeering wordt de vraag ge steld, of thans voldoende zekerheid bestaat, dat een sluitende regeling zal zijn verkre gen, m.a.w. dat de rechterlijke macht zal moeten veroordeelen. Geen wetgever, die in een staatsbestel leeft met een onafhankelij ken rechter, kan zekerheid geven, dat zijn voorschriften bindend zullen worden bevonden. Onder dit voorbehoud meent de minister de ver wachting te mogen uitspreken, dat ook met het aanvankelijk niet door hem gekozen midftiel redelijkerwijs mag worden ver wacht, dat doel zal worden getroffen, al ontveinst hij zich het bestaan van moeilijk heden niet. In antwoord op de vraag, hoe, indien het ontwerp tot wet mocht worden ver heven, de regeering zich voorstelt, overeenstemming te brengen tusschen het R.A.P. en artikel 2 van afdeeling 6 der wet van 29 November 1935, kan de minister mededeelen, dat hy zich voorstelt wijziging te bevorderen van het R.A.P. in dien zin, dat het vergun ningsstelsel zich niet meer richt op het vervoer met, maar op het exploiteeren van motorrijtuigen. Op het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de wet tot regeling en be perking der uitoefening yan het recht van vereeniging en vergadering, heeft de heer Donker (s.d.a.p.) een amendement voorge steld, waarvan de strekking is, de in het nieuwe tweede lid van artikel 3 bedoelde deelneming door vreemdelingen te beper ken tot de twee belangrijkste vormen, waarvan ook een concrete omschrijving mo gelijk is, n.1. die door lidmaatschap of door financieelen steun. Voorts heeft de heer Truijen (r.k.) een amendement voorgesteld, waarvan de strekking is den bestaanden toestand te handhaven, dat aan belanghebbenden de vrijheid wordt gelaten om voor vereeni- gingen, welke de in artikel 1 der wet op de coöperatieve vereenigingen genoemde ken merken bezitten, den associatievorm van de wet van 22 April 1855, dan wel dien der wet op de coöperatieve vereenigingen te kiezen. gebaren scharrelde hij tusschen een hoop papieren op zijn lessenaar. „Ik hoop, dat jullie beter nieuws hebt, dan ik", bromde hij. „Begin maar met het ergste", zei Hand terwijl we beiden plaats namen. „De vingerafdrukken van Abbington en Spitz kloppen niet", mopperde Gerrity, alsof iemand daar schuld aan had. „In geen geval zitten die van Abbington op dat ruit je. En we kunnen ze ook niet op het pistool van zijn vrouw vinden. En wat erger is, de vingerafdrukken op dat pistool zijn talloos, maar die van den man, die dat ruitje los maakte, zitten er niet tusschen! „Hm! Dat is zeker erg", beaamde Hand. „Ja, dat stuurt heel wat berekeningen in de war. We zitten in donker, maar hebben gelukkig een paar gloeiende spijkers om ons den weg te wijzen. En ik durf er op wedden, dat ze licht genoeg geven, om ons den man te doen vinden, die dat ruitje ver wijderde en het pistool afschoot. Van den anderen kant is het onaannemelijk, dat hy" zoo zorgeloos zou geweest zijn, zijn vinger afdrukken overal op dat -ruitje te laten zit ten en dan handschoenen aan te trekken, om met het pistool te schieten. Heb je nog afdrukken gevonden in het huis aan de East End Avenue?" „Een massa", antwoordde Gerrity, op zijn stoel ronddraaiend naar het raam. „Niemand blijft lang in die kamer, door onze beide vrienden gehuurd, wonen. In de heele afgeloopen maand zijn zy er ook maar drie dagen geweest. Blake is er ach ter gekomen, dat er nog vier andere be woners zijn geweest. Maar er is een stel vingerafdrukken gevonden, dat overeen komt met die op het ruitje". „Dat is ten minste iets", zei Hand op zyn gewonen effen toon, al kon ik aan zijn oogen zien, dat het bericht hem meer dan welkom was. „Daarmee is een belangrijk punt vastgesteld. We zijn er .iu zeker van, dat Spitz het ruitje verwijderd heeft. Hij moet dus wel het schot gelost hebben. Ab bington is het, hoe jammer ook, niet ge weest. Kyk eens, wat ik hier heb". Hij haalde een klein lederen etui uit zijn zak, opende het en nam er enkele merk waardige stukjes glas uit. Hij legde ze op een rijtje, zeven in aantal, op den lessenaar neer. Gerrity boog zich er eventjes over heen en keek Hand dan vragend aan. „Wat moet dat?" vroeg hy. Mijn vriend glim lachte. „Nog meer vingerafdrukken", zei hy. „Het is een idee van me, dat ik allang eens in practijk heb willen brengen. De lui ge legenheid geven, je ongemerkt hun vinger afdrukken te verschaffen. Middenop zie je een vlekje. Feitelijk is dat een muggen- vleugel op het glas geplakt. Met een heel geheimzinnig gezicht laat ik een dergelijk glasplaatje aan iemand zien en vraag, of hij iets dergelijks al eens meer onder oogen heeft gehad. Hij houdt het dan tusschen zyn vingertoppen vast. Eerst voor zijn rech teroog en bekijkt het aandachtig, met het resultaat, dat hij er nog minder van weet Hy geeft het terug, maar dan vraag ik hem het eens met zyn linkeroog te bekijken. Op die manier pakt hij het met beide handen beet. Op slot van zaken weet hij nog niet wat hy gezien heeft, maar ik heb een aar dig stel vingerafdrukken van hem gekre gen „Nog al een ingewikkelde manier". „Ja, maar soms nuttig, om ongemerkt iemands vingerafdrukken in handen te krijgen. Ik heb dit echt als een experiment beschouwd. Die lui zouden me ongetwijfeld gewillig hun vingerafdrukken gegeven hebben, als ik erom had gevraagd. Ik bof te ermee, dat ze allen tezamen in het huis van Garrison waren en King v/as de eeni ge, die mijn trucje doorzag. Ik nam hem afzonderlijk, net als de anderen en gaf hem zijn glaasje. Hy keek er met zijn rechter oog doorheen en toen ik hem vroeg, ook met zijn linker te kijken, legde hij het glaasje op tafel en drukte er zijn linker vingers op. „Daar hebt u ze", zei hij. „Nu hebt u een beter stel afdrukken. „Die daar zyn van hem. Kijk maar eens hoe breed de afdrukken zijn, waar hij zijn vingers er op gedrukt heeft. Deze zijn van Flount; voorzichtig vastgehouden. Op elk plaatje staat een nummer. Laat uw menschen die nu maar eens met hun afdrukken vergelij ken, die ze op het pistool vonden. Die van mevrouw Abbington moeten er allicht bij zyn". Gerrity drukte op een belletje. Tim moest de vinger-experts ontbieden. Onder het wachten nam hij een paar glaasjes op, hield ze tegen het venster en 'keek er doorheen. „Goed gelukt!" grinnikte hij. Saunders, een der beste deskundigen van de afdeeling. kwam binnen. „Nog aldoor met die revolver bezig. Saunders?" vroeg de inspecteur. „Ja, meneer. Ik kan nu een gewijzigd rapport geven. We hebben enkele afdruk ken gevonden, die met die van Abbington overeenkomen". „Toch waar?" riep Gerrity, half opstaan de, uit. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6