IBISSHAfi
et raadsel
^Binnenland
leuiMeioa
Riverside Drive.
Werkloosheidsbestrijding weinig
overzichtelijk.
De spoorwegpolitiek.
Het economische beleid der
regeering.
Het Spaansche volk moet geholpen
Onbeschrijflijke ellende.
Schokker aangevaren en gezonken
Opvarenden werden gered.
Critiek op het luchtvaartbeleid-
van
TWEEDE blad.
ALKMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 9 FEBRUARI 1939.
Aan het voorloopig verslag van de
commissie van rapporteurs over de be
grooting van waterstaat ontleenen we
het volgende:
Naardien de openbare werken zoo belang
rijke factor vormen althans behooren te
vormen bij de pogingen om tot beperking
van de werkloosheid te geraken, en die
openbare werken naar hunnen aard onder
het departement van waterstaat ressortee
ren, achtten eenige leden het een groot be>
zwaar, dat de behandeling van deze aange
legenheid op zoo volkomen onoverzichtelijke
wijze over de onderscheidene begrootings-
hoofdstukken is verdeeld, als gevolg waar
van in de gewisselde stukken niet de minste
lijn in de regeeringspolitiek valt te onder
kennen.
De leden, hier aan het woord zijnde, had
den zich afgevraagd, waarom de regeering
niet komt met een algemeen werkverrui-
iningsplan, aangevende een totaal bedrag
voor werkverruiming, verdeeld over drie
jaren en voorts verdeeld over de verschil
lende categorieën van werkzaamheden,
tevens omvattende de openbare werken,
waarvan de financiering ten slotte, d.w.z. op
langen termijn, komt voor rekening van der
den, als bijvoorbeeld het spoorwegbedrijf,
het Zuiderzeefonds, provinciën, gemeenten,
particulieren enz., doch welke het rijk, het
zij door garanties, hetzij door voorschotten
of anderzins financiert.
Andere leden verklaarden te twijfelen aan
het practisch nut van zulk een generaal
plan. Van grooter belang achtten deze leden
een snelle uitvoering van de reeds beraamde
openbare werken.
De spoorwegpolitiek.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat wij hier te lande ten opzichte van het
verkeerswezen in steeds moeilijker positie
zijn geraakt. Het motorverkeer zoekt het in
goedkoop vervoer en bereikt daarmee steeds
breedere lagen der bevolking, niet alleen
voor het personen-, doch ook voor het goe
derenverkeer. Men kan dit kunstmatig
tegengaan, ten koste van de algemeene wel
vaart, maar het resultaat zal onbevredigend
zijn. De spoorwegen moeten zich voeden
naar de gewijzigde toestanden en niet om
gekeerd. De financieele basis, waarop de
spoorwegen staan, is slecht en ongezond.
Wat het wildebussenprobleem betreft, zoo
hadden de hier aan het woord zijnde leden
verklaard, geenerlei sympathie te hebben
voor de wijze, waarop te dien aanzien de wet
practisch werd ontdoken. Wel betreurden zij,
dat die wetten menigmaal zoo slecht zijn ge
redigeerd. Wat echter uit het gebeurde wel
valt te constateeren, is huns inzien dit: dat er
in breede kringen behoefte bestaat aan goed-
kcoper vervoer en dat het motorvervoer dit
in ruimere mate dan de spoorwegen kan
leveren.
Verscheidene leden verklaarden, met ver
bazing kennis te hebben genomen van een
uitlating van den minister van waterstaat
tijdens de behandeling van het wetsontwerp
tot wijziging van de pensioenwet voor de
spoorwegam bten aren
Het spoorwegpersoneel, dat moet bijdra
gen tot een regelmatige en veilige exploita
tie, en dat deswege, evenals het overige
rijspersoneel, is beperkt in zijn middelen om
invloed op zijn arbeidsvoorwaarden te oefe
nen, is in feite overheidspersoneel, zoo goed
als dat van het staatsbedrijf der posterijen,
telegrafie en telefonie. Het heeft dus recht
er op, dat het op het terrein -der arbeids
voorwaarden volkomen gelijk wordt behan
deld als het personeel in rechtstreekschen
rijksdienst.
Ook andere leden uitten hun teleurstelling
over het feit, dat de minister heeft gemeend,
het vorengenoemde wetsontwerp ter intrek
king te moeten voordragen, nadat de Tweede
Kaïmer het bovenbedoelde amendement had
aangenomen.
JONGEN DOOR AUTO AANGEREDEN.
Vanmorgen is de 16-jarige slagersknecht
Theo Zandbergen, die per rijwiel in de
Hoofdstraat te Sassenheim reed, door een
vrachtauto aangereden. Met een ernstige
beenbreuk en een zware hersenschudding
is de jongen, nadat hem de eerste genees
kundige hulp was verleend, naar het aca
demisch ziekenhuis overgebracht.
Waar is de duidelijke lijn?
Verschenen is het Voorloopig Verslag
der Eerste Kamer over de begrooting van
Economische Zaken.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat door het ontbreken van een duidelijke
lijn en van aaneensluitende maatregelen op
het gebied van de economische en finan
cieele politiek van ons land, het herstel van
het economische leven wordt belemmerd.
Een groot bezwaar achtten deze leden
o.m., dat de politiek der regeering onvol
doende is gericht op vergrooting van het
consumptie-vermogen van een belangrijk
deel van ons volk.
Het is vooral ook in verband met de ge
wijzigde verhoudingen, zoo gingen deze le
den voort, thans meer dan ooit noodig, dat
aan de innerlijke versterking van het be
drijfsleven de grootste aandacht worde
besteed. De bedrijfsraden zouden moeten
worden uitgebreid met vertegenwoordigers
van het algemeen belang; deze lichamen
zouden bovendien met verordenende be
voegdheid dienen te worden bekleed.
Boven de bedrijfsraden ware een cen
trale economische raad te vormen, bestaan
de uit vertegenwoordigers van werkgevers-
en werknemersorganisaties en van het al
gemeen belang.
Andere leden konden zich met de hier
boven weergegeven beschouwingen geens
zins vereenigen.
Vele leden verklaarden zich met het
beleid van dezen minister zeer wel te
kunnen vereenigen.
De voornaamste taak der regeering noem
den zij de bestrijding der werkloosheid.
Met voldoening constateerden zij, dat op
dit gebied ingrijpende maatregelen deels
genomen, deels in voorbereiding zijn.
Beschouwingen zijn voorts gehouden pro
en contra ordening.
Vele leden gaven als hun meening te
kennen, dat het rapport-Westhoff ontwor
pen plan, hetwelk in de eerste plaats door
den minister van Sociale Zaken zal worden
onderzocht, uit hoofde van het er aan ver
bonden economische aspect ook bij de be
handeling van de begrooting van het de
partement van Economische Zaken de aan
dacht behoort te hebben.
Ettelijke van deze leden, ofschoon de
waarde van de studie van ir. Westhoff ten
volle erkennende, waren van oordeel, dat
het rapport niet aan redelijke economische
eischen voldoet. Sommige andere leden
achtten integendeel uitvoering van het rap
port-Westhoff ten zeerste gewenscht.
De IBIS rook ik wel, moor
ik kan me niet vertoonen,
Omdat ik bezig ben mij lek
ker te verschoonen.
WF VOORDE PIJP
Dobbelmannlekker, man
De commissie „Hulp aan Spanje", afdee
ling voor Nederland van het Comité de
Coördination et d' Information pour 1' aide a
1' Espagne Republicaine, belegde Woensdag
middag een persconferentie, waarin de
ellende van de Spaansche vluchtelingen in
een fel licht werd gesteld.
Hulp noodig.
„Er moet geholpen worden", zeide dr. B.
H. Sajet, die enkele dagen geleden uit
Noord-Spanje is teruggekomen. Er moet
geholpen worden door een groote inter
nationale organisatie. Want er heerscht in
Noord-Spanje aan de Fransche grens een
onbeschrijfelijke ellende. Een terugtrekkend
leger, met duizenden burger-vluchtelingen:
kinderen, vrouwen, grijsaards, jongelingen,
trok in kilometerlange colonnes naar de
Fransche grens. Ontzettend is het leed, dat
thans in Spanje geleden wordt. De hospi
talen zijn over- en overvol. Er breken be
smettelijke ziekten uit. Kinderen sterven
aan den weg, uitgehongerd, bevangen door
koude of aangetast door een besmettelijke
ziekte.
In de ziekenhuizen is gebrek aan sani
taire- en geneesmiddelen, doktoren zijn er
bijna niet, schrijnend is het tekort aan
geschoolde verpleegsters. Sanitair materiaal
wordt door de Fransche regeering aange
houden op grond van de non-interventie-
bepalingen".
„Het is" zoo zeide dr. Sajet „drin
gend noodig bij deze ramp een internationale
hulp te bieden, die thans geheel ontbreekt
en die ook niet is georganiseerd door het
Internationale Roode Kruis".
De hulpverleening.
Prof. Tielrooy vertelde het een en ander
over de hulpverleening en hij schetste den
nood in Spanje.
„In Centraal Spanje" aldus prof. Tielrooy,
„is de situatie vrijwel onveranderd. Het
gebrek aan levensmiddelen en vooral aan
melk is en blijft nijpend. Hulp blijft ook
hier dringend geboden.
In Noord-Catalonië bevinden zich mo
menteel l'/i millioen personen en wel
hoofdzakelijk vluchtelingen, dus menschen,
die niet in de streek thuis hooren, niets
hebben kunnen meenemen, dan het bundeltje
op hun rug en voor hun levensonderhoud
geheel zijn aangewezen op de hulpverlee
ning van buitenaf.
In Perpignan is voor de hulpverleening
aan deze vluchtelingen in Noord-Catalonië
een „hulppost" ingericht.
Deze beschikt, in samenwerking met de
Fransche regeering, over opslagplaatsen
voor levensmiddelen, waarvoor door een
speciale regeling geen douanecontrole
noodig is, zoodat de goederen op de vlugste
wijze doorgezonden kunnen worden. De
Fransche spoorwegen berekenen voor het
vervoer bijzonder lage prijzen, terwijl bin
nenkort zelfs gratis transport wordt ver
wacht.
Genoemde „hulppost" heeft in Noord-
Catalonië vijftig veldkeukens ingericht, die
vanuit Perpignan van materiaal voorzien
worden. In Frankrijk zelf wordt, door mili
taire intendance, brood gebakken en met
vrachtauto's over de grens gebracht. Deze
auto's brengen vluchtelingen (kinderen)
mee terug.
Deze veldkeukens verzorgen momenteel
60.000 vluchtelingen. De kosten hiervoor
bedragen 10.000 per dag.
Een bedrag van 1000 werd aan mevrouw
L. Heynen door de commissie „Hulp aan
Spanje" meegegeven voor den aankoop van
levensmiddelen voor de veldkeukens.
Ook medicamenten en verbandmiddelen
worden naar Catalonië gezonden.
Op dit moment bevinden zich ongeveer
50.000 a 100.000 vluchtelingen, hoofdzake
lijk vrouwen en kinderen, in Frankrijk. De
verzorging hiervan, heeft de Fransche regee
ring op zich genomen. De commissie „Hulp
aan Spanje" heeft besloten:
1. Een steunactie te voeren voor een aan
tal zendingen van voedsel voor Spanje
van in totaal minstens 500.000 K.G., bij
een te brengen in de maanden Februari
en Maart.
2. Het aanvragen van collectes ten bate
van de zuigelingen in Spanje, ten einde
in staat te zijn groote zendingen melk
poeder op korten termijn te sturen.
3. 50 openbare bijeenkomsten te organi-
seeren in het geheele land.
4. Stappen te doen bij de regeering, ten
einde het binnenlaten en de verzorging
van een zoo groot mogelijk aantal
Spaansche kinderen in Nederland te be
werkstelligen.
5. Onmiddellijk een zending melkpoeder te
sturen van 40.000 K.G. ter waarde van
ongeveer 13.000.
6. Voor de vluchtelingen van Noord-Spanje
beschikbaar te stellen een som van
6.000.
Gisteren is de motor-kuilschokker, M. A.
14, die op den Waterweg aan het visschen
was tusschen Maassluis en Poortershaven,
door een motorschuit, welke een vlot met
palen achter zich had, aangevaren en ge
kapseisd.
Vrijdag IC Februari.
HILVERSUM, 1875 en 301,5 M.
(8.—12.—4—7.30 en 9—12—
VARA, de AVRO van 12.4.en
de VPRO van 7.309.uur). 8.
Gr.pl. (8.16 Ber.) 10— VPRO-
morgenwijding. 10.20 Deel. 10.45
Fantasia. 11.15 Orgelspel en gr.pl.
12.Avro-Amus.-orkest. (12.15
Ber. 12.45 Gr.pl. 1.15 Het Puszta-
orkest. 2.Viool en piano. 2.40
Huisbewoners' lief en leed, causerie.
3.4.De Palladians. 4.05 Gr.pl.
4.35 De Ramblers. 5.Voor de kin
deren. 5.30 Orgelspel. 6.Esme-
ralda. 6.28 Ber. 6.30 Letterkundig
overzicht. 6.50 Gr.pl. 7.VARA-
Kalender. 7.05 De sociale taak der
gemeentelijke en provinciale bestu
ren, causerie. 7.23 ANP-ber. 7.30
Ber. 7.35 Levenswaarden der Re
naissance. causerie. 8.Zang met
pianobegeleiding. 8.30 Het dier in
zijn wereld, causerie. 9.Fragm.
uit de opera „Aïda". 10.Gr.pl.
10.15 Johnny and Jones. 10.30 ANP-
ber. 10.40 VPRO-avondwijding.
11.Pianovoordracht. 11.30 Jazz
muziek (gr.pl.) 11.5512.Gr.pl.
HILVERSUM, 415,5 M. (Alg. progr.
NCRV). 8— Schriftlezing, medita
tie. 8.15 Ber., gr.pl. (9.309.45 Ge-
lukwenschen). 10.30 Morgendienst.
11.Gr.pl. 11.15 Pianovoordr. en
gr.pl. 12— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30
Het Stichtsch Salonorkest en gr.pl.
2.Gr.pl. 2.35 Christ. lectuur. 3.
Orgelspel. 4.Zang en piano. 4.45
Gr.pl. 5.15 Het Amsterdamsch Ka-
mermuziekkwartet en gr.pl. 6.30
Ber., tuinbouwpr. 7.Ber. 7.15 Lit.
causerie. 7.45 Gr.pl. 8.ANP- en
herh. SOS-ber. 8.15 Rep. en concert.
9.Bach-cantates (opn.) 10.
ANP-ber., act. halfuur. 10.30 Quin-
tolia en gr.pl. 11.25 Gr.pl. 11.50
12.Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.4011.50
Gr.pl. 12.10 Orgelconcert. 12.35 B.
Thorburn en zijn Band. 1.20 Cause
rieën „Empire exchange". 1.352.20
Het Northern-trio. 2.453.05 De
Northern Ireland Zangers. 4.20 Gr.
pl. met toelichting. 4.50 Radiotoo-
neel. 5.20 Gr.pl. 5.40 Het Gershom
Parkington kwintet. 6.20 Ber. 6.45
Radiotooneel. 7.05 Parlementair
overzicht. 7.20 Orgelspel. 7.50 Gr.pl.
8.20 Komische voordr. 8.35 Revue-
progr. 9.20 Ber. 9.45 Causerie: Tor-
pedoed in spats. 10.05 Het BBC-
orkest, mmv. soliste. 11.25 Reg.
Pursglove en zijn orkest. 11.50
12.20 Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 9—, 10—
en 11.20 Gr.pl. 12.30 Zang. 1.05 Het
Jean Granger-orkest. 2.35 Zang. 2.50
en 3.30 Gr.pl. 3.35 Pianovoordracht
3.50 Zang. 4.40 Gr.pL 4.50 Zang.
5.05 Gr.pl. 5.25 Het Ortambert-
kwartet. 6.35 Vioolvoordr. 7.20 Het
Giardino-orkest. 8.05 Gr.pl. 8.35
Vioolvoordracht. 8.50 Radiotooneel.
10.50 Gr.pl. 11.20—12.50 Nachtcon
cert, mmv. solist.
KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pl. 6.30 en
7.50 Het Omroep-Am.-orkest. 11.20
H. Neuhoff en zijn orkest. 12.35 Het
Omroepkleinorkest. 1.30 Populair
concert. 3.20 Het Danziger Landes-
orkest, Politie-muziekcorps en so
listen. 5.50 Cembalo-voordr. 7.30
Voor soldaten. 8.20 Het Omroep
orkest en HJ-Ensemble. 9.35 Gr.pl.
10.11.20 Het Weensch Omroep-
Amus.-orkest.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep
orkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Piano
voordr. 6.05 Gr.pl. 6.20 Omroep-
dansorkest. 6.50 Scholierenkoor. 7.35
en 8.20 Gr.pl. 9.05 Radiotooneel.
10.3011.20 Omroepdansorkest. 484
M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Radio
orkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Het
Brusselsch blaasensemble. 6.05
Zang. 6.38 Gr.pl. 8.20 Militair
orkest. 8.50 Radiotooneel. 9.50 Mili
tair orkest. 10.3011.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Carl Woitschach's blaasorkest.
8.20 Maandoverzicht. 9.20 Ber. 10.20
11.30 Amst. Concertgebouw
orkest (opn.)
GEMEENTELIJKE
RADIODISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parijs R.
9.20—9.30, Radio PTT Nord 9.30—
9.50, Normandië 9.50—10.Parijs
Radio 10—10.40, Radio PTT Nord
10.40—12.20, Brussel VI. 12.20—
14.20, Motala 14.20—15.20, Keulen
15.20—17.20, Brussel VI. 17.20—
17.50, Keulen 17.5018.05, Brussel
VI. 18.05—18.20, Keulen 18.20—
18.35, Brussel VI. 18.35—19.50,
Straatsburg 19.5020.20, Brussel
VI. 20.20—20.50, Radio PTT Nord
20.50—22.20, Brussel VI. 22.20—
22.30, Keulen 22.30—23.20, Parijs R.
23.20—24—,
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—17.20, Droitwich 17.20—18.40,
Lond. Reg. 18.4019.20, Droitwich
19.20—21.45, München 21.45—22.05,
Droitwich 22.0524.
Lijn 5: Diversen.
Tengevolge van den stroom gierde het
vlot zoo over, dat het dwars voor den anker
ketting en den kuil van de MA. 14 kwam.
Het vlot nam een draad, die via den mast
met den kuil verbonden is, mede, waardoor
deze draad en ook de mast afbraken.
Daar de stroom het vlot verder trok, werd
de schokker eveneens omver getrokken. Hij
kapseisde en verdween onmiddellijk in de
diepte. De twee opvarenden, de gebroeders
Bakker uit Maassluis, behielden hun tegen
woordigheid van geest en wisten zich te
redden door op het vlot over te springen.
Voor hen beteekent dit ongeval een leelijke
schadepost, daar zij niet verzekerd zijn. Bij
laag water is alleen de kiel van den schokker
zichtbaar.
Wat wil de regeering nu
eigenlijk
Vele leden der Eerste Kamer waren van
meening, dat de regeering in de vliegveld
kwestie der zake een uiterst omvat beleid
voert, aldus lezen we in het voorloopig
verslag over de begrooting van waterstaat.
Aanvankelijk scheen het, alsof ze alles er op
wilde zetten, zich tot één vliegveld te beper
ken en dus centralisatie na te streven. Plot
seling is dit alles weder veranderd, zoodat
men niet meer met zekerheid weet, welke
de bedoeling van de regeering is. Aan deze
onzekerheid moet spoedig een einde komen.
Verschillende leden stelden er prijs op
te verklaren, dat zij geheel instemmen
met de door de Tweede Kamer aange
nomen motie-van der Waerden c.s. in
zake de voornemens der regeering om
te komen tot de stichting van een cen
traal vliegveld.
Andere leden hadden evenmin waardee
ring voor het beleid van de regeering in
dezen. Zoo Waalhaven en Schiphol voor
militaire vliegvelden noodig waren, had de
regeering krachtiger moeten optreden, des
noods door de terreinen te onteigenen.
Twee vlieghavens noodig.
Verschillende leden wenschten vóór
alles het vliegveld Schiphol te hand
haven en waren van oordeel, dat bevor
derd behoort te worden, dat er een
tweede vlieghaven bij komt.
GEDETINEERD MILICIEN TRACHT TE
ONTVLUCHTEN.
De twintigjarige soldaat A. J. S., geboren
te Kampen, en dienstplichtige bij het twin
tigste regiment infanterie te Zwolle, die
Maandag j.1. door den krijgsraad tot zes
maanden gevangenisstraf was veroordeeld,
omdat het aan zijn schuld te wijten was ge
weest, dat op 30 September van het vorige
jaar een meisje werd gedood, toen S. te Zalk
bezig was een mitrailleuse schoon te maken,
heeft gistermiddag getracht zich door de
vlucht aan die straf te onttrekken.
Toen S. gelucht werd, heeft hij kans ge-
Naar het Engeltch van Stanley Hart Page
22)
„Ja, meneer. Heel goed zijn ze niet en
voor de rechtbank gelden ze misschien wel
niet. Ze zijn vrij erg verdoezeld door an
dere, die er later op gekomen zijn".
„Oh!" bromde Gerrity, teleurgesteld.
„Waar zijn ze? Kunnen ze misschien tij
dens het afschieten op dat pistool zijn ge
komen?"
„Dat denk ik niet, meneer. Ze zaten op
den loop. Ze zijn heel flauw en vrijwel
weggeveegd. Maar ze zijn van hem
„Heb je er op het ruitje geen gevonden,
die op de zijne gelijken?"
„Neen, meneer, daar zou ik een eed op
kunnen doen".
„Kjjk, Saunders, hier heb je nog een
stelletje ter vergelijking", zei Gerrity. Zorg
vuldig legde hij de plaatje van Hand bo
ven elkaar en gaf het stapeltje met beide
handen aan Saunders.
„Wijd bijzondere aandacht aan nummer
4", zei Hand. „Die zijn van dr. Innes".
Saunders verdween met de glasplaatjes.
Na zijn vertrek wendde Hand zich tot Ger
rity. „Wat nog verder, inspecteur?" vroeg
hij.
„Wel, we hebben dien roadster gevon
den. Achtergelaten bij de Brooklyn Brug.
Hij behoort aan een zekeren Alfred Hen-
derson, een eerzaam accountant, die gis
terenavond thuis is geweest. Gisteren in
den namiddag heeft hij aangegeven bij de
zesde afdeeling, dat zijn wagen gestolen
was. Er zitten nu een paar kogelgaatjes
als herinnering in. En er bevonden zich
bloedsporen in den wagen. Dus was die ke
rel geraakt".
„Ja, ongetwijfeld. Maar die wagen zegt
niet veel. Dat had ik ook niet verwacht,
als we het stel boven er zelf niet in aan
troffen. Wat ben je wijzer geworden over
de bewoners van dat huis aan de East End
Avenue?"
„Heel wat, behalve over die Spitz en
Spawn. Spitz is hier nooit gearresteerd
geweest en dus hebben we geen afdrukken
van zijn vingers. We hebben ze tenminste
niet gevonden. De anderen zijn geen ge
vaarlijke lui. Hoogstens gestraft wegens
kleine overtredingen".
„Er valt van hen tenminste iets te ver
tellen, Spitz en Spawn zijn, als uit de lucht
komen vallen om ons last te bezorgen..
Niets van die twee kunnen vinden?"
„Geen steek. Niemand weet, waar ze van
daan komen, of waar ze heen zijn. Dat is
nog het ergste. Natuurlijk zijn we nog op
zoek naar dat span".
„Misschien komen ze uit Duitschland",
mompelde Hand. „Dat muntstuk, weet u
nog wel?"
„Misschien kwamen ze ik weet niet waar
vandaan", gromde Gerrity. „Ik ben bezig,
de registers van Ellis Island na te slaan".
Tim tikte hard aan de deur en kwam
binnen. Hij overhandigde een lange, witte
enveloppe aan Gerrity.
„Aha, het rapport van professor Hert
zog", riep hij uit, Tim het rapport uit de
hand grissend. „Nu komen we wat te weten
over dien kogel!"
Hij haalde een getikt blad papier te voor
schijn. En onder het lezen werd zijn ge
laatsuitdrukking hoe langer hoe verbluf
ten Hij wierp Hand den brief toe en ver
viel in een somber zwijgen. Mijn vriend las
hem door zonder een spier te vertrekken
en reikte hem aan mij over. Ik las:
„Geachte Heer Inspecteur,
Na nauwkeurig microscopisch onderzoek
van den kogel, mij door inspecteur Cannon
(in opdracht uwerzijds en na verwijde
ring uit het lijk van Vera Venora) toege
zonden, en na zorgvuldige vergelijking met
twee kogels, uit het pistool met den naam
Constance Abbington afgeschoten, ben ik
in staat u navolgend rapport te doen toe
komen. Naar mijn meening, waarmee ma
joor A. Dangerfield, die samen met mij de
onderzoekingen verrichtte, het eens is, is de
kogel van het doodelijke schot niet afge
vuurd uit het pistool van mevrouw Ab
bington. Op mijn verzoek heeft inspecteur
Cannon twee der patronen uit het magazijn
van dit wapen op de schijf in mijn labora
torium afgevuurd. De groeven in de twee
kogels, op mijn laboratorium afgeschoten,
zijn volkomen gelijkvormig, maar geen van
beide toont eenige overeenkomst met de
groeven op den kogel, in het lijk van het
slachtoffer gevonden. De eenige overeen
komst tusschen de kogels uit het wapen
van Abbington en die waarmee de moord
is gepleegd is, dat ze van hetzelfde merk
(Remmington) zijn en van hetzelfde kali
ber 32. Zoowel majoor Dangerfield, als ik
zijn ervan overtuigd, dat de doodelijke ko
gel niet uit het wapen van mevrouw Ab
bington is afgeschoten.
Dit onvormelijke rapport doe ik u toe
komen in verband met ons telefoongesprek
van hedenmorgen en hoop, u niet al te
lang te hebben laten wachten. We wilden
namelijk het onderzoek voo volledig mo
gelijk doen zijn. Omdat er zulke vooraan
staande lieden in dit geval betrokken zijn,
wilden we een dwaling zooveel mogelijk
voorkomen. Binnenkort zullen we u een
volledig rapport doen toekomen..."
Ik keek eens naar de anderen. Hand zat
wijdbeens, met gekruiste armen en zijn kin
op de borst. Gerrity liep het vertrek op en
neer. Hij bleef ten slotte staan en keek
mijn vriend boven op het hoofd.
„Nou", gromde hij, alsof Hand verant
woordelijk was voor dat rapport. „Wat
denkt u ervan?" En hij sloeg met zijn vuist
op den onschuldigen brief.
Hand bewoog zich, op gevaar af van zijn
stoel te glijden. „Ik maak er dit uit op",
zei hij, „dat hetgeen ik gehoopt had, niet
het geval is. Ik was hier al bang voor".
„Bang ervoor?" vroeg Gerrity verbluft.
„Zeker. Er mankeerde iets van groot be
lang in het bewijs, dat onze eerste theorie
moest schragen. We namen aan, dat de
moordenaar miss Venora neerschoot met 't
pistool van mevrouw Abbington en dit in
de biblotheek had laten vallen, om op haar
verdenking te vestigen. Het verwijderde
ruitje bevindt zich ruim vier voet boven
den vloer. Als dat pistool van die hoogte
af op den parketvloer gevallen was, dan
zou het er allicht een deuk in gemaakt
hebben".
Gerrity ging langzaam zitten, als iemand
die er niet meer bij kan. Eindelijk knikte
hij een paar maal. „Dat is zoo", gaf hij toe.
En u weet zeker, dat er geen kras of deuk
was?"
„Beslist. Het karpet ligt minstens drie
voet van den muur onder het raam af. Ik
heb zorgvuldig naar een deuk gekeken.
Niets te vinden".
„Maar hoe kwam dat pistool daar voor
den drommel dan?" riep Gerrity uit. „Het
was niet voor den moord gebruikt en het
werd niet door den moordenaar in de ka
mer geworpen. Wat heeft het dan met dien
moord te maken?"
(Wordt vervolgd).