Stad en Omqodmq
SeuUCetm
et raadsel
Het autobus-wetje aangenomen.
VRAAG EN AANBOD
Riverside Drive.
PARLEMENT
Te zware lasten op landgoederen.
Begrooting van financiën
goedgekeurd.
LUCHTGEVAAR.
De bescherming daartegen.
WOENSDAGS en ZATERDAtyj
35 cent per vijf regel,
van
ALKMAARSCHE CO.IRANT VAN ZATERDAG U FEBRUA^
(Van onzen parlementairen medewerker)
De Eerste Kamer had gisteren het rijk
alleen, met gevolg dat de publieke be
langstelling slechts aan eene zijde van
het Binnenhof werd samengetrokken en
de perstribune derhalve met een dichte
haag werd omgeven. We hebben daar zoo
„onze" klanten staan, gezichten die ons
bekend geworden zijn van menschen van
wie we den naam niet weten, maar die we
uit hun min of meer gemompelde opmer
kingen hebben leeren rubriceeren; die is
katholiek, die een „gehijde" rooie, nog veel
radicaler dan Louis de Visser, al weet hij
het zelf niet; die juffrouw komt met d'r
blocnoot om zich fit te houden in de ste
nografie, maar laat verder niets omtrent
haar sympathieën of antipathieën los; die
en die zijn volgelingen van ir. Mussert en
beginnen sarcastisch te worden, als een
tegenstander beneden mr. van Vessem c.s.
in het zonnetje zet en zij worden boos als
we zeggen, dat ze niet te luid mogen spre
ken omdat het de persmenschen hindert
in hun werk. 't Publiek is namelijk slechts
door een meter hoog schot met een ijzeren
balie er bovenop van ons gescheiden. Als
die menschen verkouden zijn, zijn wij het
morgen ook en dan moeten we maar uit
pluizen of we een rood, zwart of misschien
ook roodzwart griepje hebben, want an
dere kleuren laten zich daar eigenlijk niet
kennen. Zoo is het in de mooie vergader
zaal der Eerste Kamer, die niet op den
modernen tijd is berekend, want de tri
bunes loopen dwars voor de ernorme
schilderijen langs; wij zitten zoo ongeveer
ter hoogte van de bloote voeten van
„Vrede" achter onzen rug en boren onze
oogen in het schild van „Mars" aan de
overzijde.
Gezien deze situatie is het ook niet te
verwonderen, dat er wel eens een „ge
animeerde" gedachtenwisseling tusschen
publiek en pers is; meestal loopt ze goed
af, een enkelen keer stapt de militaire
bewaking nabij en dan is het achter ons
gauw stil
Maar daarover moesten we het eigenlijk
nu niet hebben. Het was druk gisteren
achter ons, met-luisteraars, en niet met
dagjesmenschen, die de zaal „en de aapjes
beneden" komen zien. Dat het noodwetje
betreffende de „wilde autobussen" aan de
orde was, kan het zijne er wel toe hebben
bijgedragen.
Veel menschen die voor den gang van
zaken daarmee bewondering hebben, zijn
er niet. In den Senaat waren ze ook af
wezig. Achtte de heer de Rijke (n.s.b.)
dergelijke slecht wetgeving inhaerent aan
het door hem verfoeide democratische
parlementaire stelsel, prof. Kranenburg
(v.d.), gesteund door mr. Pollema (c.h.)
kraakte in een staatsrechtelijk betoog het
voorstel, dat door een z. i. ontoelaatbaar
amendement, een initiatief-voorstel-Die-
penhorst c.s. was geworden en reeds daar
om al door de Kamer van revisie zou moe
ten worden verworpen. Waarbij nog kwa
men zijn bedenkingen tegen de onzeker
heden welke het wetje nog inhield, die het
risico van nieuwe, het staatsgezag weinig
goed doende processen meebrachten. Van
daar zijn afwijzing en die van mr. Pollema.
De soc.-democraat van der Bilt dacht er
weinig anders over en adviseerde tot in
trekking, er op aandringend evenals de
vorige sprekers dat zoo gauw mogelijk
het coördinatie-ontwerp zou worden be
handeld.
Prof. De Savornin Lohman (c.h.), de
andere staatsrechtgeleerde uit den Se
naat, was het met zijn collega van de
overzijde eens dat de heele gang van zaken
met de wilde bussen en dit wetje weinig
bewondering verdiende, maar hij deelde
diens staatsrechtelijke bezwaren niet, be-
toogend, dat we niet met een verkapt
initiatief-ontwerp te maken hadden, dat
althans de grens zeer vaag was en dat men
het ontwerp naar zijn mérites moest be
oordeelen. Mooi vond hij het niet, maar de
regeering kon den chaotischen toestand
toch niet langer voortbestaan en daarom
hoopte hij dat de Kamer het zou aan
nemen; zelf zou hij met weinig enthousias
me voorstemmen.
De noodzakelijkheid om aan een on-
zekeren en voor de bona-fide ondernemers
schadelijken toestand een einde te maken
bracht den heer van Citters (a.r.) er toe,
zij het ook na eenige aarzeling, aan den
minister steun te verleenen.
De bewindsman trachtte zijn sterkste
tegenstanders te vermurwen en hen ervan
te overtuigen, dat de wetstekst genoeg
houvast aan de rechterlijke macht bood
en hield hun voor, dat het nu alleen maar
ging om de overbrugging van een periode
van hoogstens een half jaar, totdat de
coördinatiewet tot stand zou zijn gebracht.
Na replieken was het slot dat minister
van Buuren met 19 tegen 14 stemmen het
noodwetje (-Diepenhorst) over de streep
sleurde.
Tegen stemden vier soc.-dem., nl. de
heeren Vorrink, Reinalda, Wiardi Beekman
en v. d. Bilt; vier chr.-hist., n.1. de heeren
ter Haar, de Zwaan, Pollema en de voor
zitter, baron de Vos van Steenwijk; de
vier n.s.b.-ers en de beide vrijz.-dem. prof.
Kranenburg en prof. van Embden.
Begrooting van financiën.
Na de pauze heeft de Kamer nog even de
begrooting van financiën behandeld. Lang
hameren op een zelfde aambeeld kan toch
wel tot succes leiden, althans tot een begin
daarvan. De heeren van Voorst tot Voorst
(r.k.) en van Rappard (lib.) hebben al jaren
lang als leden van de Kamer van honderd
aangedrongen op een verlaging van den be
lastingdruk op bezitters van landgoederen
en kasteelen; sedert zij deel uitmaken van
den senaat, hebben zij niet afgelaten met de
aandacht der regeering daarop te vestigen
Dat heeft tot gevolg gehad, dat de minister
het vorige jaar de zaak heeft laten onder
zoeken en, met cijfers voorgelicht, tot de
conclusie moest komen, dat die heeren gelijk
hadden; dat bedoelde groep van landgenoo-
ten werkelijk exorbitant veel moest opbren
gen, met het gevolg, dat hoe langer hoe meer
kasteelen werden verlaten, personeel en
arbeiders ontslagen, parken en bosschen ver
waarloosd, tot schade van de streek en de
bevolking. Het onderzoek had verder opge
leverd, dat er nog anderen zijn, die even
eens te hard door de belastingschroef wor
den geknepen. Doch niet alleen de hooge be
lastingen (vooral verdedigings- en vermo
gensbelasting, in mindere mate de personeele
belasting) zijn de oorzaak van de moeilijk
heden. Minister de Wilde wees er beide af
gevaardigden op, dat de levensomstandig
heden en tal van andere dingen, de sociale
wetgeving, hoogere loonen e.d. bijgedragen
hadden tot dien zwaren druk. Enfin, de mi
nister zal, gelijk bekend, trachten voor de
bedoelde groep het totaal met 8 a 9 mil-
lioen te verminderen, waardoor de mogelijk
heid bestaat, dat aan eenige menschen méér
arbeid wordt verschaft.
De heer Pollema (c.h.) deed, evenals het
vorige jaar, een poging om wat van de mani
pulaties van het Egalisatiefonds te weten te
komen en de heer von Bönninghausen her
haalde in het kort de interpellatie van zijn
partijgenoot Rost van Tonningen in de Twee
de Kamer over de goudpolitiek van de Ne-
derlandsche Bank, bij welke gelegenheid de
minister den nat. soc. afgevaardigde voor
hield, dat het niet meer publiceeren van de
goudvoorraden van de Ned. Bank alleen ge
schiedt om den speculanten den wind uit de
zeilen te nemen. De heer de Zeeuw (s.d.)
bestreed critiek van den heer von Bönning
hausen op het democratische stelsel en in
formeerde hoe het stond met het onderzoek
dat de minister heeft laten instellen door
den Economischen Raad naar de opheffing
van het bankgeheim; mededeeelingen kon
den nog niet worden gedaan.
Het spreekt vanzelf, dat de minister ook
nu „lekker niets" heeft losgelaten over het
Egalisatiefonds; dit moet nu eenmaal, om
aanvallen op den gulden met succes te kun
nen weerstaan, in het geheim werken. Ook
niet over de werkwijze in het verleden wil
de hij zich uitlaten, omdat de speculanten ook
daaruit „ze ruiken" het al, volgens den
minister als er iets aan 't handje is! hun
plan de campagne konden opzetten. Door een
Kon. besluit is het mogelijk gemaakt, dat
het fonds goud beleent, als het daaraan be
hoefte heeft, maar, als er verliezen worden
geleden zoo legde de minister den heer
Pollema uit dan zijn dit alleen boekings-
verliezen.
En hiermede was de kous af. En de be
grooting ook. Slechts de n.s.b.-fractie wilde
geacht worden te hebben tegengestemd.
Z.h.s. werd de begrooting goedgekeurd,
waarna de Eerste Kamer tot Dinsdagmid
dag 1 uur werd verdaagd. Dan is de onder-
wijsbegrooting aan de orde.
In verband met dreigend oorlogsge
vaar der laatste maanden heeft de on
langs hier ter stede opgerichte afd.
van de Ned. vereeniging voor Lucht
bescherming gisteravond een propa-
ganda-avond gehouden in het Gulden
Vlies, waar de heer A. Wijma uit
Haarlem het luchtgevaar besprak en
vertelde van hetgeen men kan doen om
zich daartegen te beschermen. De zaal
was geheel gevuld met belangstellen
den en ook op het balkon hadden velen
nog een plaats moeten zoeken.
De heer mr. C. A. de Groot sprak als
voorzitter een openingswoord, zijn vreugde
uitsprekend over de groote opkomst. In
verband met het doel der bijeenkomst gaf
hij uiting aan zijn voldoening over de aan
wezigheid van zoovele dames, omdat zij bij
afwezigheid van den echtgenoot zelf zullen
moeten optreden ter bestrijding van de ge
volgen van een bomaanval.
Reden om gezin en bedrijf te kunnen be
schermen achtte spr. zeer zeker nog aan
wezig, ondanks sommige lichtpunten in
het wereldgebeuren.
Het initiatief voor het oprichten van de
afdeeling voor de luchtbescherming was
zoo vertelde spr. uitgegaan van den
burgemeester, die zich daarmee een goed
burgervader betoonde. Zijn tegenwoordig
heid stelde spr. zeer op prijs, evenals dia
van het hoofd van den gemeentelijken
luchtbeschermingsdienst.
Welke gevaren dreigen.
De heer W ij m a ving zijn causserie aan
met erop te wijzen, dat een groot deel van
de luchtbescherming neerkomt op de vrouw
des huizes.
Het gevaar, dat eens een oorlog boven
Nederland zal worden uitgevochten, achtte
spr. niet denkbeeldig. Ook ons land kan in
eiken oorlog worden betrokken, zoodra een
vliegtuig van een oorlogvoerende mogend
heid boven ons grondgebied verschijnt. Dan
zal een groot deel van de voor fabrieken,
spoorwegen, enz. bedoelde bommen zeer
zeker op de bevolking neerkomen, ook in
Alkmaar, in welks nabijheid een militair
vliegveld komt, wat verhoogd gevaar be-
teekent. Men vergete niet, dat vrijwel alles
militair project wordt genoemd, ook brug
gen en wegen.
Niet alles kan worden beschermd, zeker
niet tegen brisantbommen, omdat
men hier in verband met de samenstelling
van den bodem geen 7 a 8 meter diep kan
kruipen. Brisantbommen zijn vooral ge
vaarlijk door de scherven, welke wel 200 a
300 meter ver wegvliegen. Daarom: men zij
niet nieuwsgierig en kijke niet de aftrek
kende vliegtuigen na, maar ga in de klein
ste kamer van het huis met het kleinst mo
gelijke venster, dat het gemakkelijkst kan
worden afgesloten. Men bedenke, dat door
de overheid geen schuilplaatsen worden
gemaakt, tenzij hier en daar open-loopgra
ven. Van de bommen zal ongeveer 80 pet.
in de omgeving van bestookte punten ko
men, men zorge dan zooveel mogelijk uit
de buurt te blijven.
Dat een stad zoo maar door een divisie
vliegtuigen van de aarde zou kunnen wor
den weggevaagd, is een utopie; Barcelona
en Sjanghai hebben dat bewezen.
Aanvallen met brandbommen zijn
veel gevaarlijker dan die met brisantbom
men, omdat de projectielen veel kleiner
zijn en dus in grooter aantal kunnen wor
den meegenomen door de vliegtuigen. Daar
door kunnen tal van branden tegelijkertijd
uitbreken. Men moet dus maatregelen ne
men een begin van brand te kunnen blus
schen: onbrandbaar maken van houten
schotten (bestrijken met kalk b.v.) en de
licht brandbare voorwerpen op den zolder
zoodanig plaatsen, dat men de hoeken all
kan bereiken. Verder moet men zand en
water en een dweil bij de hand hebben.
Brandbommen springen niet uit-elkaar,
men hoeft dus geen ontploffing te vreezen.
Met nadruk waarschuwde spr. tegen een
paniekstemming in geval van nood; deze
kan men voorkomen door zoo goed moge
lijk te zorgen voor de mogelijkheid van het
blusschen van een begin van brand. Maar
dat moeten alle burgers doen en zij moe
ten elkaar helpen.
Gasbommen zijn minder gevaarlijk
dan menigeen denkt, ook al omdat een
vliegtuig geen onbeperkten voorraad ervan
kan meevoeren en de gaswolken her en der
waaien.
Het gevaarlijkste zijn de mosterd-
vloeistoffen, omdat zij alles aan
tasten waarmee zij in aanraking komen.
Traangassen zijn eigenlijk niet
gevaarlijk; komt men in een „wolk", hier
door ontstaan, dan is het beste in de open
lucht te gaan staan.
Chloorgassen zijn wel gevaar
lijker, maar men kan zich ook daartegen
beschermen met behulp van wind en wa
ter.
Het beste middel tegen al die uit de lucht
dreigende gassen is wel binnenshuis te
blijven.
Wat tegen het gevaar kan worden
gedaan.
De overheid heeft de taak een waar
schuwingsdienst in te richten, die zeker in
normale gevallen tijdig kan waarschuwen
niet altijd, wat een gevolg kan zijn van
mist e.d. Zijn de vliegtuigen op ongeveer
60 K.M. van een bevolkingscentrum, dan
wordt het sein gegeven; men heeft dan nog
8 minuten tijd zich in veiligheid te stellen
De regeling en werking van zoo'n waar
schuwingsdienst werd door spr. uiteengezet.
Men heeft daarvoor een groot aantal vrij
willigers noodig, die niet behooren tot eeni
ge militaire organisatie, opdat zij in hun
woonplaats blijven in tijden van gevaar.
Alle oorlogsgassen kunnen worden ver
dreven met water, Êehalve de mosterdvloei
stoffen; deze kunnen alleen verwijderd
worden met bleekpoeder. Het zou echter te
veel tijd vergen om alles te gaan ontsmet
ten, daarom geschiedt dit alleen in straten
en pleinen; wat er dan nog van de stoffen
op daken enz. ligt, verdwijnt vanzelf en
doet geen kwaad, mits men er maar niet aan
raakt.
Voor hulpploegen na een bomaanval kan
men nooit genoeg menschen hebben, zulks
ook met het oog op het opruimen van puin
en het redden van daaronder bedolven men
schen. Wat Alkmaar betreft, heeft men er
circa 500, maar er dienen er zeker nog wel
evenveel bij te komen. De burgemeester
heeft het recht de menschen ervoor op te
eischen, maar het is natuurlijk prettiger zich
zelf op te geven. Wie zich opgeeft, zal een
cursus moeten volgen voor hetgeen in nood
gevallen te doen is en ook moeten leeren
omgaan met een gasmasker. Ter bevorde
ring van een en ander geeft de Ned. Ver
eeniging voor Luchtbescherming een tijd
schrift (maandblad Luchtgevaar) uit a 2%
cent per nummer. Verder geeft zij tegen
denzelfden prijs allerlei boekjes uit met
voorschriften van hetgeen te doen is bij
gevaren uit de lucht. Spr. stelde in het
licht, dat volkomen lichtdichte gordijnen
noodig zijn en dat eigenlijk in iedere woning
een schuilkelder of een instortingvrije schuil
plaats dient te worden gemaakt.
Krachtig wekte spr. op tot het toetreden
als lid tot de genoemde vereeniging.
Een opwekking van het hoofd van
den gemeentelijken luchtbescher
mingsdienst.
De heer Goettsch, hoofd van den lucht
beschermingsdienst hier ter stede, vertelde
een en ander over dien dienst, speciaal van
het vraagstuk der vrijwilligers. Er hebben
zich een 500 aangegeven voor verschillende
diensten, waarvoor, op het oogenblik negen
Alléén 2de handsch goeder^
uitsluitend a contant.
(Dinsdags en Vrijdags
Te koop: Open Bakfiets prima 35
D.K.W. R.T. prima 95.—.
J. WOLTHUIS, Zuidscharwoude.
Te koop: zeer goede Duitsche kruis.
snarige piano, volle toon, klein model
merk Gros en Kalmann voor ge'
Adres SPOORSTRAAT 5.
Te koop: pracht partij B.K. emaille
o.a. ketels, schalen, emmers, enz'
z. g. a. n. voor zeer lagen prijs, bii
Fa. BIJTJES, Laat 83.
Te koop: 2e handsch Jongens-
Meisjesrijwielen. Billijke prijs.
LIMMERHOEK 18.
en
Te koop: H. rijwiel Gazelle met Tor-
pedonaaf, nieuwe jasbeschermer, enz.
9.50. Autoband 32 x 6 transport met
binnenband 15.groen emaille
kacheltje 3.50. Lijtweg 21, Bergen.
Ter overname 2 paar spijkerschoenen
(bergschoenen) als nieuw. Te bevr.
G. DE WIT, Schoutenstraat 17,
Alkmaar,
Koopjes: pracht heerenrijwielen 14,
16.50, 17.50. Damesrijwielen
15,—, 16.50, 17.50. Tevens een
prima schrijfmachine te koop 45.
Nierops rijwielhandel Heerenstr. 10.
cursussen worden gegeven. Verschillende
benoodigdheden zijn aangeschaft, eenige
hulpposten zijn ingericht en kunnen binnen
zeer korten tijd aan redelijke eischen vol
doen; aan het hoofd van elk ervan staat een
medicus. De brandweer, hoe goed zij ook
reeds is, is voor den luchtbeschermings
dienst uitgebreid met een motorspuit on een
60-tal mannen. Zeventig mannen volgen
een cursus voor hulppolitie. Voorts is er een
opruimingsdienst ingesteld, waarbij ook be
hoort het herstellen van straten. Een ont-
smettingsdienst van 70 personen is verdeeld
over alle hulpposten; onder hen zijn ook
leden van het personeel der gemeente.
Verder zijn er chauffeurs, waarnemers, enz.;
ook zij zijn of worden ingedeeld bij de ver
schillende posten.
Een bezwaar is, dat alle posten nog
slechts zijn bezet met één „stel" personeel
en dit is beslist onvoldoende, omdat niet
verwacht noch geëischt mag worden, dat zij,
die zich nu reeds aanmeldden, 24 uur
achtereen werken. Er moeten dus nog véél
méér aangiften komen voor den luchtbe
schermingsdienst, die werkt en waakt in
het belang van de heele gemeenschap.
Lantaarnplaatjes vertoond.
Na een pauze, gedurende welke er gele
genheid bestond tot het opgeven als lid van
de afd. der Ned. Vereen, v. L. waarvan
een zeer druk gebruik werd gemaakt
vertoonde de heer Wijma een groot aantal
lichtbeelden, waarbij hij uitvoerige toelich
ting gaf. De serie werd geopend met af
beeldingen van „luistertoestellen" ter waar
schuwing voor naderend luchtgevaar; voorts
zagen we luchtafweergeschut, bombarde
mentsvliegtuigen en bommen tot 1800 K.G.
per stuk en de uitwerking ervan, alsmede
het werk van de hulpploegen ter bestrijding
dezer gevolgen. Verder kwamen er op het
witte doek teekeningen van „skeletbouw"
van groote panden (als de grootst mogelijke
veiligheid biedend), van open en overdekte
schuilloopgraven en van wat verder als
schuilplaats kan dienen (b.v. een oude
stoomketel), enz., enz.
De spreker eindigde met op te wekken tot
moreelen steun van het leger aan de gren
zen in tijd van oorlog, door zich nu reeds
vertrouwd te maken met de beschermings
mogelijkheden tegen luchtgevaar. Dit heeft
met militairisme niets te maken, zei hij,
het is alleen een noodzakelijk kwaad in
dezen tijd.
Men verzoekt ons, nog even te willen zeg
gen, dat aangifte voor lidmaatschap van de
afd. der N. V. v. I.. kan geschieden bij den
heer Spruijt (Kofa-magazijn).
Naar het Engelsch van Stanley Hart Page
24)
„Toch genoeg", meende Gerrity. „En ver
der?"
„Dr. Innes", zei Hand. „Ongewoon type
Ben niet veel over hem te weten gekomen.
Drie jaar geleden volgens eigen zeggen
aan de Harvard Universiteit gepromoveerd;
intern assistent in „Bellevue", waar hij we
tenschappelijk onderzoek doet; zegt in
Frankrijk geboren te zijn; ouders dood, drie
maanden geleden in Garrison's kring door
mevrouw Abbington geintroduceerd; kent
haar acht maanden; in de stichting zegt
men, dat hij ijverig, schitterend en zwijg
zaam is; woont op kamers in de East Ni-
nety-Sixth Street; oude Fransche huis
knecht zoo dicht als een pot; is vermoede
lijk op Vera Venora smoorlijk verliefd ge
worden, zoodra hij haar, twee weken gele
den ontmoette. Nog iets meer van hem te
weten gekomen?"
„Nou, laat eens zien", peinsde Gerrity
zijn papieren inkijkend. „Hij is op zestien
jarigen leeftijd hier in het land gekomen,
negen jaar geleden; dus is hij vijf en twin
tig. Zijn ouders waren Garcia en Maria In-
nes, Spanjaarden, woonachtig in Parijs.
Voordat hij hier kwam in Engeland op
school geweest. Dit hebben we van de im
migratiebeambten vernomen. Wie volgt?"
„Laten we Henri King maar nemen;
met hem hebben we weinig moeite. Ik heb
Lessington, zijn makelaar gesproken. Hij
had, hoewel hij veel zaken voor hem deed,
King nooit ontmoet vóór nu vier dagen ge
leden. Het schijnt, dat King met wijlen Ken-
neth Lessington, den vader van Richard,
in 1914 reeds was overeengekomen, dat
Lessington zijn zaken op de beurs beharti
gen zou. Volgens Lessington heeft King al
tijd een groot aandeelbezit gehad. Zoodra
hij in New-York kwam, heeft King meteen
op Lessington, die anders niet zoo voor
gezelligheid is, beslag gelegd en deze heeft
hem aan zijn vriend Garrison overgedaan
en was, naar me dunkt, dolblij, toen King
in dien kring werd opgenomen. Lessington
was er bang voor, dat dit geval King van
zijn nieuwe vrienden zou vervreemden.
Dan zou hij weer met King opgescheept
zitten, snap je? Niet dat Lessington een he
kel aan King heeft, maar hij voelt er nu
eenmaal niet voor, hem de stad te laten
zien. Ik heb aan de politie in Emporia een
rapport verzocht, onmiddellijk aan u over
te seinen. Al ontvangen?"
Gerrity nam een telegramformulier van
zyn lessenaar. „Henry King, vrijgezel, hee-
reboer, een maand geleden naar 't Oosten
vertrokken, volgens zijn bank nu in New-
York, een onzer beste burgers". Gerrity
wierp het telegram neer. „Dat is het ant
woord", zei hij. „Als dat alles is, wat je
van hem weet, dan kan ik je dit er nog bij
vertellen: hij nam vier dagen geleden ka
mers in het Mockridge Hotel. En wat weet
je over het kruidje roer me niet, Archibald
Flount?"
„Ontzaggelijk rijk", zei Hand. ,-,Geen naas
te bloedverwanten, weelderige woning in
Park Avenue; buiten in Port Washington;
heeft een heele rij titels achter zijn naam;
auteur van verschillende monografieën; een
echte boekenwurm met een zelfzuchtig
verleden. Indien u verder niets meer hebt,
dan geloof ik, dat we met onze levensbe
schrijvingen van de levenden wel klaar
zijn. Maar wat weet u nu over Vera Veno
ra?"
„Niets. Ik heb nagegaan, wat Garrison
over haar vertelde. Dat klopt volkomen.
Haar eigen naam is Violet Mintz. Ze woon
de bij haar moeder in. Haar vader is dood".
Er werd geklopt en Saunders kwam het
bureau binnen.
„We hebben die nieuwe afdrukken na
gegaan, inspecteur", zei hij. „De afdruk
ken van dat glaasje nummer zes zitten
overal op het pistool".
„Geen wonder", zei Hand. „Dat zijn ook
de vingerafdrukken van mevrouw Ab
bington. Heb je nog andere afdrukken kun
nen vinden, die met die op de glaasje over
eenkwamen?"
„Neen, mijnheer. Op het pistool zitten
slechts drie verschillende afdrukken. De
meeste zijn gelijk met die van plaatje zes.
Dan zijn er een paar heel vage, die met die
van Abbington overeenstemmen. De derde
soort is nergens mee te vergelijken. Bo
vendien zijn ze heer vaag en grootendeels
weggeveegd. Ze probeeren nu nog de af
drukken op dat ruitje te vergelijken met
uw glaasjes. Maar daarmee zijn ze nog
niet ver".
„Het is wel goed, Saunders", zei Gerrity,
den man met een handgebaar wegsturend!
„Nou, wat zijn we verder?" mopperde
hij tegen ons. „We zijn er nog slechter aan
toe dan te voren".
„Neen", wierp Hand tegen. „Ik geef toe,
dat we nog geen afdoend bewijs hebben
kunnen vormen, maar we hebben heel wat
twijfel opgelost en van nu af aan kunnen
we verder vooruit kijken. Zoudt u er erg
veel op tegen hebben als mijnheer en me
vrouw Garison, met al hun gasten van gis
teravond de stad uitgingen?"
Gerrity keek hem scherp aan. Dan sloeg
hy de oogen neer. Niemand kent Hand be
ter dan Gerrity en ik. En na al die jaren
van samenwerking is er slechts één din«
waarin we volkomen zeker van hem zyn
en dat is, dat hij altijd een grond voor iets
heeft, al vertelt hij zijn reden zelden.
„Neen zei Gerrity eindelijk. „Daar zou
ik niets op tegen hebben.
HOOFDSTUK IX.
Ledepoppen.
Op onze kamers teruggekeerd liet Hand
zich op zyn stoel neervallen, legde zijn
beenen op tafel en stak een pijp aan. Em
zeldzaam geval, Clark", zei hij tegen me
door een tabakswolk heen. „We hebben ern
sterk ereenoLm°tleVen' maar sle^ één t
sterk genoeg om een moord te verklaren"
„Dat van Abbington?" vroeg ik, het me
in myn stoel gemakkelijk makend. Hand
knikte. „Ik ben ook tot die meening ge
neigd. En als hy de dader is, dan heeft hH
zyn plannen wel uitvoerig uitgewerkt. Da
moet hem een macht geld gekost hebben
Hij moest een moordenaar huren en iemand
omkoopen, om het pistool van zijn vrouw
in de bibliotheek neer te leggen. Het is
even ondenkbaar, dat hij iemand daartoe
heeft kunnen omkoopen, als dat hijzelf het
huis binnengeslopen is, om dat te doen.
Waar moest hij het geld voor een gehuw
den moordenaar vandaan halen? Neen, dat
lijkt me heel onwaarschijnlijk. Als Abbing
ton Garrison van kant had willen maken,
dan had hij het zelf moeten doen".
„Dat ben ik met je eens. Maar wat denk
je dan van dr. Innes? Hij is een heethoofd.
En onbeantwoorde liefde kan iemand tot
alles voeren".
„Als we een bewijs tegen Innes willen
construeeren, dan moeten we de theorie
laten varen, dat Garrison het slachtoffer
moest zyn. Dan moeten we gaan veron
derstellen, dat die man in een dronken bui
besloten heeft, dat niemand anders dat
meisje zou krygen, als hyzelf haar niet
krijgen kon en meer van dien onzin. Vrij
onmogelijk, Clark. Op de eerste plaats, de
ze misdaad was zorgvuldig voorbereid. Bo
vendien, als een man uit liefdeswanhoop
een meisje vermoordt, dan schiet hy zich
zelf gewoonlijk ook voor den kop. Innes
kende dat meisje pas twee weken; iemand
van zijn ontwikkeling zou wel een beteren
weg geweten hebben, om haar voor zich te
winnen. Maar Spitz is hier het grootste
stuikelblok. Hij is er zeker geweest, hij was
zeker gewapend, en hy heeft dat ruitje
verwijderd. Het zou toeval kunnen zijn»
datMaar neen, dat is toch al te ver ge
zocht
(Wordt vervolgd)-