Stad en Omqodmq SeuUCetm et raadsel Het autobus-wetje aangenomen. VRAAG EN AANBOD Riverside Drive. PARLEMENT Te zware lasten op landgoederen. Begrooting van financiën goedgekeurd. LUCHTGEVAAR. De bescherming daartegen. WOENSDAGS en ZATERDAtyj 35 cent per vijf regel, van ALKMAARSCHE CO.IRANT VAN ZATERDAG U FEBRUA^ (Van onzen parlementairen medewerker) De Eerste Kamer had gisteren het rijk alleen, met gevolg dat de publieke be langstelling slechts aan eene zijde van het Binnenhof werd samengetrokken en de perstribune derhalve met een dichte haag werd omgeven. We hebben daar zoo „onze" klanten staan, gezichten die ons bekend geworden zijn van menschen van wie we den naam niet weten, maar die we uit hun min of meer gemompelde opmer kingen hebben leeren rubriceeren; die is katholiek, die een „gehijde" rooie, nog veel radicaler dan Louis de Visser, al weet hij het zelf niet; die juffrouw komt met d'r blocnoot om zich fit te houden in de ste nografie, maar laat verder niets omtrent haar sympathieën of antipathieën los; die en die zijn volgelingen van ir. Mussert en beginnen sarcastisch te worden, als een tegenstander beneden mr. van Vessem c.s. in het zonnetje zet en zij worden boos als we zeggen, dat ze niet te luid mogen spre ken omdat het de persmenschen hindert in hun werk. 't Publiek is namelijk slechts door een meter hoog schot met een ijzeren balie er bovenop van ons gescheiden. Als die menschen verkouden zijn, zijn wij het morgen ook en dan moeten we maar uit pluizen of we een rood, zwart of misschien ook roodzwart griepje hebben, want an dere kleuren laten zich daar eigenlijk niet kennen. Zoo is het in de mooie vergader zaal der Eerste Kamer, die niet op den modernen tijd is berekend, want de tri bunes loopen dwars voor de ernorme schilderijen langs; wij zitten zoo ongeveer ter hoogte van de bloote voeten van „Vrede" achter onzen rug en boren onze oogen in het schild van „Mars" aan de overzijde. Gezien deze situatie is het ook niet te verwonderen, dat er wel eens een „ge animeerde" gedachtenwisseling tusschen publiek en pers is; meestal loopt ze goed af, een enkelen keer stapt de militaire bewaking nabij en dan is het achter ons gauw stil Maar daarover moesten we het eigenlijk nu niet hebben. Het was druk gisteren achter ons, met-luisteraars, en niet met dagjesmenschen, die de zaal „en de aapjes beneden" komen zien. Dat het noodwetje betreffende de „wilde autobussen" aan de orde was, kan het zijne er wel toe hebben bijgedragen. Veel menschen die voor den gang van zaken daarmee bewondering hebben, zijn er niet. In den Senaat waren ze ook af wezig. Achtte de heer de Rijke (n.s.b.) dergelijke slecht wetgeving inhaerent aan het door hem verfoeide democratische parlementaire stelsel, prof. Kranenburg (v.d.), gesteund door mr. Pollema (c.h.) kraakte in een staatsrechtelijk betoog het voorstel, dat door een z. i. ontoelaatbaar amendement, een initiatief-voorstel-Die- penhorst c.s. was geworden en reeds daar om al door de Kamer van revisie zou moe ten worden verworpen. Waarbij nog kwa men zijn bedenkingen tegen de onzeker heden welke het wetje nog inhield, die het risico van nieuwe, het staatsgezag weinig goed doende processen meebrachten. Van daar zijn afwijzing en die van mr. Pollema. De soc.-democraat van der Bilt dacht er weinig anders over en adviseerde tot in trekking, er op aandringend evenals de vorige sprekers dat zoo gauw mogelijk het coördinatie-ontwerp zou worden be handeld. Prof. De Savornin Lohman (c.h.), de andere staatsrechtgeleerde uit den Se naat, was het met zijn collega van de overzijde eens dat de heele gang van zaken met de wilde bussen en dit wetje weinig bewondering verdiende, maar hij deelde diens staatsrechtelijke bezwaren niet, be- toogend, dat we niet met een verkapt initiatief-ontwerp te maken hadden, dat althans de grens zeer vaag was en dat men het ontwerp naar zijn mérites moest be oordeelen. Mooi vond hij het niet, maar de regeering kon den chaotischen toestand toch niet langer voortbestaan en daarom hoopte hij dat de Kamer het zou aan nemen; zelf zou hij met weinig enthousias me voorstemmen. De noodzakelijkheid om aan een on- zekeren en voor de bona-fide ondernemers schadelijken toestand een einde te maken bracht den heer van Citters (a.r.) er toe, zij het ook na eenige aarzeling, aan den minister steun te verleenen. De bewindsman trachtte zijn sterkste tegenstanders te vermurwen en hen ervan te overtuigen, dat de wetstekst genoeg houvast aan de rechterlijke macht bood en hield hun voor, dat het nu alleen maar ging om de overbrugging van een periode van hoogstens een half jaar, totdat de coördinatiewet tot stand zou zijn gebracht. Na replieken was het slot dat minister van Buuren met 19 tegen 14 stemmen het noodwetje (-Diepenhorst) over de streep sleurde. Tegen stemden vier soc.-dem., nl. de heeren Vorrink, Reinalda, Wiardi Beekman en v. d. Bilt; vier chr.-hist., n.1. de heeren ter Haar, de Zwaan, Pollema en de voor zitter, baron de Vos van Steenwijk; de vier n.s.b.-ers en de beide vrijz.-dem. prof. Kranenburg en prof. van Embden. Begrooting van financiën. Na de pauze heeft de Kamer nog even de begrooting van financiën behandeld. Lang hameren op een zelfde aambeeld kan toch wel tot succes leiden, althans tot een begin daarvan. De heeren van Voorst tot Voorst (r.k.) en van Rappard (lib.) hebben al jaren lang als leden van de Kamer van honderd aangedrongen op een verlaging van den be lastingdruk op bezitters van landgoederen en kasteelen; sedert zij deel uitmaken van den senaat, hebben zij niet afgelaten met de aandacht der regeering daarop te vestigen Dat heeft tot gevolg gehad, dat de minister het vorige jaar de zaak heeft laten onder zoeken en, met cijfers voorgelicht, tot de conclusie moest komen, dat die heeren gelijk hadden; dat bedoelde groep van landgenoo- ten werkelijk exorbitant veel moest opbren gen, met het gevolg, dat hoe langer hoe meer kasteelen werden verlaten, personeel en arbeiders ontslagen, parken en bosschen ver waarloosd, tot schade van de streek en de bevolking. Het onderzoek had verder opge leverd, dat er nog anderen zijn, die even eens te hard door de belastingschroef wor den geknepen. Doch niet alleen de hooge be lastingen (vooral verdedigings- en vermo gensbelasting, in mindere mate de personeele belasting) zijn de oorzaak van de moeilijk heden. Minister de Wilde wees er beide af gevaardigden op, dat de levensomstandig heden en tal van andere dingen, de sociale wetgeving, hoogere loonen e.d. bijgedragen hadden tot dien zwaren druk. Enfin, de mi nister zal, gelijk bekend, trachten voor de bedoelde groep het totaal met 8 a 9 mil- lioen te verminderen, waardoor de mogelijk heid bestaat, dat aan eenige menschen méér arbeid wordt verschaft. De heer Pollema (c.h.) deed, evenals het vorige jaar, een poging om wat van de mani pulaties van het Egalisatiefonds te weten te komen en de heer von Bönninghausen her haalde in het kort de interpellatie van zijn partijgenoot Rost van Tonningen in de Twee de Kamer over de goudpolitiek van de Ne- derlandsche Bank, bij welke gelegenheid de minister den nat. soc. afgevaardigde voor hield, dat het niet meer publiceeren van de goudvoorraden van de Ned. Bank alleen ge schiedt om den speculanten den wind uit de zeilen te nemen. De heer de Zeeuw (s.d.) bestreed critiek van den heer von Bönning hausen op het democratische stelsel en in formeerde hoe het stond met het onderzoek dat de minister heeft laten instellen door den Economischen Raad naar de opheffing van het bankgeheim; mededeeelingen kon den nog niet worden gedaan. Het spreekt vanzelf, dat de minister ook nu „lekker niets" heeft losgelaten over het Egalisatiefonds; dit moet nu eenmaal, om aanvallen op den gulden met succes te kun nen weerstaan, in het geheim werken. Ook niet over de werkwijze in het verleden wil de hij zich uitlaten, omdat de speculanten ook daaruit „ze ruiken" het al, volgens den minister als er iets aan 't handje is! hun plan de campagne konden opzetten. Door een Kon. besluit is het mogelijk gemaakt, dat het fonds goud beleent, als het daaraan be hoefte heeft, maar, als er verliezen worden geleden zoo legde de minister den heer Pollema uit dan zijn dit alleen boekings- verliezen. En hiermede was de kous af. En de be grooting ook. Slechts de n.s.b.-fractie wilde geacht worden te hebben tegengestemd. Z.h.s. werd de begrooting goedgekeurd, waarna de Eerste Kamer tot Dinsdagmid dag 1 uur werd verdaagd. Dan is de onder- wijsbegrooting aan de orde. In verband met dreigend oorlogsge vaar der laatste maanden heeft de on langs hier ter stede opgerichte afd. van de Ned. vereeniging voor Lucht bescherming gisteravond een propa- ganda-avond gehouden in het Gulden Vlies, waar de heer A. Wijma uit Haarlem het luchtgevaar besprak en vertelde van hetgeen men kan doen om zich daartegen te beschermen. De zaal was geheel gevuld met belangstellen den en ook op het balkon hadden velen nog een plaats moeten zoeken. De heer mr. C. A. de Groot sprak als voorzitter een openingswoord, zijn vreugde uitsprekend over de groote opkomst. In verband met het doel der bijeenkomst gaf hij uiting aan zijn voldoening over de aan wezigheid van zoovele dames, omdat zij bij afwezigheid van den echtgenoot zelf zullen moeten optreden ter bestrijding van de ge volgen van een bomaanval. Reden om gezin en bedrijf te kunnen be schermen achtte spr. zeer zeker nog aan wezig, ondanks sommige lichtpunten in het wereldgebeuren. Het initiatief voor het oprichten van de afdeeling voor de luchtbescherming was zoo vertelde spr. uitgegaan van den burgemeester, die zich daarmee een goed burgervader betoonde. Zijn tegenwoordig heid stelde spr. zeer op prijs, evenals dia van het hoofd van den gemeentelijken luchtbeschermingsdienst. Welke gevaren dreigen. De heer W ij m a ving zijn causserie aan met erop te wijzen, dat een groot deel van de luchtbescherming neerkomt op de vrouw des huizes. Het gevaar, dat eens een oorlog boven Nederland zal worden uitgevochten, achtte spr. niet denkbeeldig. Ook ons land kan in eiken oorlog worden betrokken, zoodra een vliegtuig van een oorlogvoerende mogend heid boven ons grondgebied verschijnt. Dan zal een groot deel van de voor fabrieken, spoorwegen, enz. bedoelde bommen zeer zeker op de bevolking neerkomen, ook in Alkmaar, in welks nabijheid een militair vliegveld komt, wat verhoogd gevaar be- teekent. Men vergete niet, dat vrijwel alles militair project wordt genoemd, ook brug gen en wegen. Niet alles kan worden beschermd, zeker niet tegen brisantbommen, omdat men hier in verband met de samenstelling van den bodem geen 7 a 8 meter diep kan kruipen. Brisantbommen zijn vooral ge vaarlijk door de scherven, welke wel 200 a 300 meter ver wegvliegen. Daarom: men zij niet nieuwsgierig en kijke niet de aftrek kende vliegtuigen na, maar ga in de klein ste kamer van het huis met het kleinst mo gelijke venster, dat het gemakkelijkst kan worden afgesloten. Men bedenke, dat door de overheid geen schuilplaatsen worden gemaakt, tenzij hier en daar open-loopgra ven. Van de bommen zal ongeveer 80 pet. in de omgeving van bestookte punten ko men, men zorge dan zooveel mogelijk uit de buurt te blijven. Dat een stad zoo maar door een divisie vliegtuigen van de aarde zou kunnen wor den weggevaagd, is een utopie; Barcelona en Sjanghai hebben dat bewezen. Aanvallen met brandbommen zijn veel gevaarlijker dan die met brisantbom men, omdat de projectielen veel kleiner zijn en dus in grooter aantal kunnen wor den meegenomen door de vliegtuigen. Daar door kunnen tal van branden tegelijkertijd uitbreken. Men moet dus maatregelen ne men een begin van brand te kunnen blus schen: onbrandbaar maken van houten schotten (bestrijken met kalk b.v.) en de licht brandbare voorwerpen op den zolder zoodanig plaatsen, dat men de hoeken all kan bereiken. Verder moet men zand en water en een dweil bij de hand hebben. Brandbommen springen niet uit-elkaar, men hoeft dus geen ontploffing te vreezen. Met nadruk waarschuwde spr. tegen een paniekstemming in geval van nood; deze kan men voorkomen door zoo goed moge lijk te zorgen voor de mogelijkheid van het blusschen van een begin van brand. Maar dat moeten alle burgers doen en zij moe ten elkaar helpen. Gasbommen zijn minder gevaarlijk dan menigeen denkt, ook al omdat een vliegtuig geen onbeperkten voorraad ervan kan meevoeren en de gaswolken her en der waaien. Het gevaarlijkste zijn de mosterd- vloeistoffen, omdat zij alles aan tasten waarmee zij in aanraking komen. Traangassen zijn eigenlijk niet gevaarlijk; komt men in een „wolk", hier door ontstaan, dan is het beste in de open lucht te gaan staan. Chloorgassen zijn wel gevaar lijker, maar men kan zich ook daartegen beschermen met behulp van wind en wa ter. Het beste middel tegen al die uit de lucht dreigende gassen is wel binnenshuis te blijven. Wat tegen het gevaar kan worden gedaan. De overheid heeft de taak een waar schuwingsdienst in te richten, die zeker in normale gevallen tijdig kan waarschuwen niet altijd, wat een gevolg kan zijn van mist e.d. Zijn de vliegtuigen op ongeveer 60 K.M. van een bevolkingscentrum, dan wordt het sein gegeven; men heeft dan nog 8 minuten tijd zich in veiligheid te stellen De regeling en werking van zoo'n waar schuwingsdienst werd door spr. uiteengezet. Men heeft daarvoor een groot aantal vrij willigers noodig, die niet behooren tot eeni ge militaire organisatie, opdat zij in hun woonplaats blijven in tijden van gevaar. Alle oorlogsgassen kunnen worden ver dreven met water, Êehalve de mosterdvloei stoffen; deze kunnen alleen verwijderd worden met bleekpoeder. Het zou echter te veel tijd vergen om alles te gaan ontsmet ten, daarom geschiedt dit alleen in straten en pleinen; wat er dan nog van de stoffen op daken enz. ligt, verdwijnt vanzelf en doet geen kwaad, mits men er maar niet aan raakt. Voor hulpploegen na een bomaanval kan men nooit genoeg menschen hebben, zulks ook met het oog op het opruimen van puin en het redden van daaronder bedolven men schen. Wat Alkmaar betreft, heeft men er circa 500, maar er dienen er zeker nog wel evenveel bij te komen. De burgemeester heeft het recht de menschen ervoor op te eischen, maar het is natuurlijk prettiger zich zelf op te geven. Wie zich opgeeft, zal een cursus moeten volgen voor hetgeen in nood gevallen te doen is en ook moeten leeren omgaan met een gasmasker. Ter bevorde ring van een en ander geeft de Ned. Ver eeniging voor Luchtbescherming een tijd schrift (maandblad Luchtgevaar) uit a 2% cent per nummer. Verder geeft zij tegen denzelfden prijs allerlei boekjes uit met voorschriften van hetgeen te doen is bij gevaren uit de lucht. Spr. stelde in het licht, dat volkomen lichtdichte gordijnen noodig zijn en dat eigenlijk in iedere woning een schuilkelder of een instortingvrije schuil plaats dient te worden gemaakt. Krachtig wekte spr. op tot het toetreden als lid tot de genoemde vereeniging. Een opwekking van het hoofd van den gemeentelijken luchtbescher mingsdienst. De heer Goettsch, hoofd van den lucht beschermingsdienst hier ter stede, vertelde een en ander over dien dienst, speciaal van het vraagstuk der vrijwilligers. Er hebben zich een 500 aangegeven voor verschillende diensten, waarvoor, op het oogenblik negen Alléén 2de handsch goeder^ uitsluitend a contant. (Dinsdags en Vrijdags Te koop: Open Bakfiets prima 35 D.K.W. R.T. prima 95.—. J. WOLTHUIS, Zuidscharwoude. Te koop: zeer goede Duitsche kruis. snarige piano, volle toon, klein model merk Gros en Kalmann voor ge' Adres SPOORSTRAAT 5. Te koop: pracht partij B.K. emaille o.a. ketels, schalen, emmers, enz' z. g. a. n. voor zeer lagen prijs, bii Fa. BIJTJES, Laat 83. Te koop: 2e handsch Jongens- Meisjesrijwielen. Billijke prijs. LIMMERHOEK 18. en Te koop: H. rijwiel Gazelle met Tor- pedonaaf, nieuwe jasbeschermer, enz. 9.50. Autoband 32 x 6 transport met binnenband 15.groen emaille kacheltje 3.50. Lijtweg 21, Bergen. Ter overname 2 paar spijkerschoenen (bergschoenen) als nieuw. Te bevr. G. DE WIT, Schoutenstraat 17, Alkmaar, Koopjes: pracht heerenrijwielen 14, 16.50, 17.50. Damesrijwielen 15,—, 16.50, 17.50. Tevens een prima schrijfmachine te koop 45. Nierops rijwielhandel Heerenstr. 10. cursussen worden gegeven. Verschillende benoodigdheden zijn aangeschaft, eenige hulpposten zijn ingericht en kunnen binnen zeer korten tijd aan redelijke eischen vol doen; aan het hoofd van elk ervan staat een medicus. De brandweer, hoe goed zij ook reeds is, is voor den luchtbeschermings dienst uitgebreid met een motorspuit on een 60-tal mannen. Zeventig mannen volgen een cursus voor hulppolitie. Voorts is er een opruimingsdienst ingesteld, waarbij ook be hoort het herstellen van straten. Een ont- smettingsdienst van 70 personen is verdeeld over alle hulpposten; onder hen zijn ook leden van het personeel der gemeente. Verder zijn er chauffeurs, waarnemers, enz.; ook zij zijn of worden ingedeeld bij de ver schillende posten. Een bezwaar is, dat alle posten nog slechts zijn bezet met één „stel" personeel en dit is beslist onvoldoende, omdat niet verwacht noch geëischt mag worden, dat zij, die zich nu reeds aanmeldden, 24 uur achtereen werken. Er moeten dus nog véél méér aangiften komen voor den luchtbe schermingsdienst, die werkt en waakt in het belang van de heele gemeenschap. Lantaarnplaatjes vertoond. Na een pauze, gedurende welke er gele genheid bestond tot het opgeven als lid van de afd. der Ned. Vereen, v. L. waarvan een zeer druk gebruik werd gemaakt vertoonde de heer Wijma een groot aantal lichtbeelden, waarbij hij uitvoerige toelich ting gaf. De serie werd geopend met af beeldingen van „luistertoestellen" ter waar schuwing voor naderend luchtgevaar; voorts zagen we luchtafweergeschut, bombarde mentsvliegtuigen en bommen tot 1800 K.G. per stuk en de uitwerking ervan, alsmede het werk van de hulpploegen ter bestrijding dezer gevolgen. Verder kwamen er op het witte doek teekeningen van „skeletbouw" van groote panden (als de grootst mogelijke veiligheid biedend), van open en overdekte schuilloopgraven en van wat verder als schuilplaats kan dienen (b.v. een oude stoomketel), enz., enz. De spreker eindigde met op te wekken tot moreelen steun van het leger aan de gren zen in tijd van oorlog, door zich nu reeds vertrouwd te maken met de beschermings mogelijkheden tegen luchtgevaar. Dit heeft met militairisme niets te maken, zei hij, het is alleen een noodzakelijk kwaad in dezen tijd. Men verzoekt ons, nog even te willen zeg gen, dat aangifte voor lidmaatschap van de afd. der N. V. v. I.. kan geschieden bij den heer Spruijt (Kofa-magazijn). Naar het Engelsch van Stanley Hart Page 24) „Toch genoeg", meende Gerrity. „En ver der?" „Dr. Innes", zei Hand. „Ongewoon type Ben niet veel over hem te weten gekomen. Drie jaar geleden volgens eigen zeggen aan de Harvard Universiteit gepromoveerd; intern assistent in „Bellevue", waar hij we tenschappelijk onderzoek doet; zegt in Frankrijk geboren te zijn; ouders dood, drie maanden geleden in Garrison's kring door mevrouw Abbington geintroduceerd; kent haar acht maanden; in de stichting zegt men, dat hij ijverig, schitterend en zwijg zaam is; woont op kamers in de East Ni- nety-Sixth Street; oude Fransche huis knecht zoo dicht als een pot; is vermoede lijk op Vera Venora smoorlijk verliefd ge worden, zoodra hij haar, twee weken gele den ontmoette. Nog iets meer van hem te weten gekomen?" „Nou, laat eens zien", peinsde Gerrity zijn papieren inkijkend. „Hij is op zestien jarigen leeftijd hier in het land gekomen, negen jaar geleden; dus is hij vijf en twin tig. Zijn ouders waren Garcia en Maria In- nes, Spanjaarden, woonachtig in Parijs. Voordat hij hier kwam in Engeland op school geweest. Dit hebben we van de im migratiebeambten vernomen. Wie volgt?" „Laten we Henri King maar nemen; met hem hebben we weinig moeite. Ik heb Lessington, zijn makelaar gesproken. Hij had, hoewel hij veel zaken voor hem deed, King nooit ontmoet vóór nu vier dagen ge leden. Het schijnt, dat King met wijlen Ken- neth Lessington, den vader van Richard, in 1914 reeds was overeengekomen, dat Lessington zijn zaken op de beurs beharti gen zou. Volgens Lessington heeft King al tijd een groot aandeelbezit gehad. Zoodra hij in New-York kwam, heeft King meteen op Lessington, die anders niet zoo voor gezelligheid is, beslag gelegd en deze heeft hem aan zijn vriend Garrison overgedaan en was, naar me dunkt, dolblij, toen King in dien kring werd opgenomen. Lessington was er bang voor, dat dit geval King van zijn nieuwe vrienden zou vervreemden. Dan zou hij weer met King opgescheept zitten, snap je? Niet dat Lessington een he kel aan King heeft, maar hij voelt er nu eenmaal niet voor, hem de stad te laten zien. Ik heb aan de politie in Emporia een rapport verzocht, onmiddellijk aan u over te seinen. Al ontvangen?" Gerrity nam een telegramformulier van zyn lessenaar. „Henry King, vrijgezel, hee- reboer, een maand geleden naar 't Oosten vertrokken, volgens zijn bank nu in New- York, een onzer beste burgers". Gerrity wierp het telegram neer. „Dat is het ant woord", zei hij. „Als dat alles is, wat je van hem weet, dan kan ik je dit er nog bij vertellen: hij nam vier dagen geleden ka mers in het Mockridge Hotel. En wat weet je over het kruidje roer me niet, Archibald Flount?" „Ontzaggelijk rijk", zei Hand. ,-,Geen naas te bloedverwanten, weelderige woning in Park Avenue; buiten in Port Washington; heeft een heele rij titels achter zijn naam; auteur van verschillende monografieën; een echte boekenwurm met een zelfzuchtig verleden. Indien u verder niets meer hebt, dan geloof ik, dat we met onze levensbe schrijvingen van de levenden wel klaar zijn. Maar wat weet u nu over Vera Veno ra?" „Niets. Ik heb nagegaan, wat Garrison over haar vertelde. Dat klopt volkomen. Haar eigen naam is Violet Mintz. Ze woon de bij haar moeder in. Haar vader is dood". Er werd geklopt en Saunders kwam het bureau binnen. „We hebben die nieuwe afdrukken na gegaan, inspecteur", zei hij. „De afdruk ken van dat glaasje nummer zes zitten overal op het pistool". „Geen wonder", zei Hand. „Dat zijn ook de vingerafdrukken van mevrouw Ab bington. Heb je nog andere afdrukken kun nen vinden, die met die op de glaasje over eenkwamen?" „Neen, mijnheer. Op het pistool zitten slechts drie verschillende afdrukken. De meeste zijn gelijk met die van plaatje zes. Dan zijn er een paar heel vage, die met die van Abbington overeenstemmen. De derde soort is nergens mee te vergelijken. Bo vendien zijn ze heer vaag en grootendeels weggeveegd. Ze probeeren nu nog de af drukken op dat ruitje te vergelijken met uw glaasjes. Maar daarmee zijn ze nog niet ver". „Het is wel goed, Saunders", zei Gerrity, den man met een handgebaar wegsturend! „Nou, wat zijn we verder?" mopperde hij tegen ons. „We zijn er nog slechter aan toe dan te voren". „Neen", wierp Hand tegen. „Ik geef toe, dat we nog geen afdoend bewijs hebben kunnen vormen, maar we hebben heel wat twijfel opgelost en van nu af aan kunnen we verder vooruit kijken. Zoudt u er erg veel op tegen hebben als mijnheer en me vrouw Garison, met al hun gasten van gis teravond de stad uitgingen?" Gerrity keek hem scherp aan. Dan sloeg hy de oogen neer. Niemand kent Hand be ter dan Gerrity en ik. En na al die jaren van samenwerking is er slechts één din« waarin we volkomen zeker van hem zyn en dat is, dat hij altijd een grond voor iets heeft, al vertelt hij zijn reden zelden. „Neen zei Gerrity eindelijk. „Daar zou ik niets op tegen hebben. HOOFDSTUK IX. Ledepoppen. Op onze kamers teruggekeerd liet Hand zich op zyn stoel neervallen, legde zijn beenen op tafel en stak een pijp aan. Em zeldzaam geval, Clark", zei hij tegen me door een tabakswolk heen. „We hebben ern sterk ereenoLm°tleVen' maar sle^ één t sterk genoeg om een moord te verklaren" „Dat van Abbington?" vroeg ik, het me in myn stoel gemakkelijk makend. Hand knikte. „Ik ben ook tot die meening ge neigd. En als hy de dader is, dan heeft hH zyn plannen wel uitvoerig uitgewerkt. Da moet hem een macht geld gekost hebben Hij moest een moordenaar huren en iemand omkoopen, om het pistool van zijn vrouw in de bibliotheek neer te leggen. Het is even ondenkbaar, dat hij iemand daartoe heeft kunnen omkoopen, als dat hijzelf het huis binnengeslopen is, om dat te doen. Waar moest hij het geld voor een gehuw den moordenaar vandaan halen? Neen, dat lijkt me heel onwaarschijnlijk. Als Abbing ton Garrison van kant had willen maken, dan had hij het zelf moeten doen". „Dat ben ik met je eens. Maar wat denk je dan van dr. Innes? Hij is een heethoofd. En onbeantwoorde liefde kan iemand tot alles voeren". „Als we een bewijs tegen Innes willen construeeren, dan moeten we de theorie laten varen, dat Garrison het slachtoffer moest zyn. Dan moeten we gaan veron derstellen, dat die man in een dronken bui besloten heeft, dat niemand anders dat meisje zou krygen, als hyzelf haar niet krijgen kon en meer van dien onzin. Vrij onmogelijk, Clark. Op de eerste plaats, de ze misdaad was zorgvuldig voorbereid. Bo vendien, als een man uit liefdeswanhoop een meisje vermoordt, dan schiet hy zich zelf gewoonlijk ook voor den kop. Innes kende dat meisje pas twee weken; iemand van zijn ontwikkeling zou wel een beteren weg geweten hebben, om haar voor zich te winnen. Maar Spitz is hier het grootste stuikelblok. Hij is er zeker geweest, hij was zeker gewapend, en hy heeft dat ruitje verwijderd. Het zou toeval kunnen zijn» datMaar neen, dat is toch al te ver ge zocht (Wordt vervolgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 12