KIORTH CTATE
et raadsel
J-euiUetoa
Riverside Drive.
Nieuw reglement autovervoer
personen.
„Het hart van Spanje".
Waarom de filmvertooning
werd verboden.
TWEEDE BLAD.
Gister is uitgegeven:
Staatsblad no. 560. Besluit van 13 Februari
1939, tot intrekking
van het reglement
autovervoer personen
en vaststelling van een
reglement autovervoer
personen 1939 („re
glement autovervoer
personen 1939 of
„R.A.P. 1939").
(Datum van inwerkingtreding 15 Februari
1639).
De wijzigingen.
In aansluiting hieraan kunnen wij
het volgende mededeelen:
In dit reglement is thans onder
artikel 2 en voorts ook in andere
artikelen opgenomen de nieuwe
tekst, zooals deze is vastgesteld in
het Zondag j.1. in werking getreden
noodwetje betreffende de autobussen.
Zooals men weet is daarbij de omschrij
ving in paragraaf 47 der wet van 29 No
vember 1935 tot verlaging van de openbare
uitgaven, „het herhaaldelijk vervoeren of
doen vervoeren van personen tegen be
taling" gewijzigd in: „Het exploiteeren."
Het nieuwe artikel 2 zal voortaan luiden:
„Een vergunning wordt vereischt voor:
a. Het exploiteeren van autobussen in
de uitoefening van een autobusdienst;
b. het exploiteeren van autobussen tot
het uitvoeren van toerwagenritten;
c. het exploiteeren van taxi's;
d. het exploiteeren van huurauto's".
Verder is het reglement nu doorloopend
genummerd, zoodat ook de bestaande
nummers 4bis en llbis in de nieuwe num
mering zijn opgenomen.
De woorden var. het eerste lid van het
bestaande artikel 2:
„onverschillig of het vervoer al dan niet
ten deele in het buitenland plaats vindt"
zijn thans overgebracht naar het tweede
lid van artikel 1, hetwelk luidt: „dit be
sluit is van toepassing op het exploiteeren
van motorrijtuigen tot vervoer van perso
nen over de wegen, onverschillig of het
vervoer al dan niet ten deele in het bui
tenland wordt bewerkstelligd."
Voorts is aan artikel 1 een derde lid
toegevoegd, waarin uitdrukkelijk wordt
bepaald, dat voor de toepassing van het
reglement onder exploiteeren van een
motorrijtuig tot vervoer van personen niet
begrepen is het verhuren van personen
auto's zonder chauffeur.
Het nieuwe reglement treedt in werking
met ingang van 15 Februari.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Joekes (v.d.) betreffende het verbieden
door den burgemeester van Laren (N.-H.)
van de vertooning van de film „Het hart van
Spanje" heeft de heer van Boeyen, minister
van Binnenlandsche Zaken, geantwoord, dat
het ter beoordeeling van den burgemeester
staat of in een bepaald geval verstoring der
openbare orde is te vreezen. Geen hooger
gezag kan beter dan hij de plaatselijke ver
houdingen beoordeelen. Slechts wanneer de
burgemeester geleid wordt door overwe
gingen van anderen aard dan vrees voor
verstoring der openbare orde, behoort het
hooger gezag in te grijpen.
Eenzijdig?
Op de vraag of de minister wilde
mededeelen, daar het hier een door de
commissie „Zorg voor het Spaansche
kind" georganiseerden avond met een
uitsluitend philantropisch doel betrof,
wie in dezen met „politieke tegenstan
ders" worden bedoeld, heeft de minister
geantwoord, dat het antwoord op deze
vraag besloten ligt in het feit, dat de
ondernemers van den propaganda-avond
naar de burgemeester van Laren
mededeelt behoorden tot de uiterst
links-politieke richtingen.
Het verbod door den burgemeester vond
voorts zijn grond in de omstandigheid, dat
zijns inziens de film een eenzijdig beeld
biedt van de toestanden in Spanje, waardoor
op grond van de te Laren bestaande poli
tieke tegenstellingen naar de meening van
den burgemeester ernstig gevaar voor
stoornis van de openbare orde bestond.
VOORGESTELD DE NOODWETTEN VAN
SEPTEMBER 1938 TE VERLENGEN.
De acht noodwetten, welke op 29 Sep
tember van het vorig jaar door de beide
Kamers der Sta ten-Generaal in verband
met den toen bestaanden toestand van
oorlogsgevaar zijn aangenomen en welke
nog dienzelfden dag zijn afgekondigd,
hebben een geldingsduur tot 1 Maart a.s.
Aangezien er niet voldoende tijd
is om de definitieve wetten, welke na
1 Maart de noodwetten zouden moeten
vervangen, rustig in de Staten-
Generaal vóór dien datum te behan
delen, heeft de regeering thans bij
wetsontwerp voorgeste.d den gel
dingsduur der noodwetten tot 1 Juli
a.s. te verlengen.
Verwacht wordt, dat op dien datum de
definitieve wetten het Staatsblad zullen
kunnen hebben bereikt.
ONZE AANDUIDINGEN VAN MAAT
EN GEWICHT.
Na de Rijnlandsche Roe en Blooische
Gemet, moeten nu ook de verboden
afkortingen definitief buiten gebruik
gesteld worden.
Men schrijft ons:
Niet alleen aan de kleeding, de spelling
of den zomertijd kan men zien, hoe taai de
gewoonte, hoe vasthoudend de mensch is:
ook in de grondslagen van maat en gewicht
komt dat tot uitdrukking. Heeft niet Engeland
tot op den dag van vandaag weerstand ge
boden aan de invoering yan het decimale
stelsel; of heeft het zijn moeilijke munt
systeem willen vervangen door een beter?
Ook wijzelf gaan echter niet vrij-uit: hoe
kort is het nog maar geleden, dat wij stof
bij de el kochten? Hoe lang hebben niet
oude en nieuwe maat naast elkaar bestaan?
Wie kent niet den maatstok des manufac-
turiers, waarop el en meter broederlijk
naast elkaar stonden, de eerste voor het
scherpziend oog der wet, de andere voor
het dagelijksch gebruik? Wie zou durven
beweren, dat de ouderwetsche maten voor
bouw- en weiland heelemaal verdwenen
zijn?
Te weinig is het nog bekend, dat al deze
dingen thans officieel zeer veranderd zijn,
sinds de „Wet van den 22en April 1937, tot
nieuwe regeling betreffende de maten en
gewichten, meet- en weegwerktuigen, IJk-
wet-1937, Staatsblad 627" in werking is ge
treden. Zoo weinig is dat bekend, dat nog
maar zeer weinigen zich van heel de zaak
iets aantrekken, nog menige officieele
instantie zelfs maar lustig voortgaat, met
de wet strijdige handelingen te verrichten,
namelijk, in officieele stukken aanduidin
gen te gebruiken, die bij de wet verboden
zijn.
De grondslagen van maat en gewicht zijn
in Nederland thans nader vastgesteld in
gemelde wet. Art. 1 vermeldt die grondsla
gen als de meter en het kilogram, onder
scheidenlijk als eenheden van lengte en van
massa. Die meter en kilo zijn niet meer als
vroeger, natuurkundig bepaald, doch het
zijn de standaardmeter en kilo van het In
ternationale Bureau voor maten en gewich
ten te Sèvres, by Parijs bewaard; Neder
land heeft hiernaar bepaalde eigen stand
aarden, die verzegeld in ons land bewaard
worden. Het stelsel is nu, dat uit dien me
ter de vierkante meter als eenheid *-an op
pervlak en de kubieke meter als eenheid
van inhoud wordt afgeleid; hier komt de
natuurkundige bepaling van vroeger nog
even om den hoek kijken, waar 1/1000 ku
bieke meter gelijk gesteld wordt met 1 kg
zuiver water bij zijn grootste dichtheid on
der normalen druk: en dat heet dan liter.
Hierop volgen in de wet de „aanduidin
gen". Artikel 4 der wet schrijft, ten aan
zien van de grondslagen van maat en ge
wicht, zoomede van de veelvouden en on-
I 1 AMERICAN %/CIGARETTES
derdeelen daarvan, voor, welke aanduidin
gen zullen gelden.
Hoe weinig wordt hier nog maar de
hand aan gehouden! Hoe lustig wordt nog
steeds K.M. en K.G. in plaats van het wet
telijk voorgeschreven km en kg gebruikt:
hoe nauwgezet werkt men nog met c.A. en
A., met c.M.2 en M.3 en m.M.3, ja zelfs
nog met Decastères en Kiloliters en de to
taal uit de wet verdwenen Myriame'ers en
zelfs vierkante Myriameters of M.M.2!
Toch is dit alles geen nieuwlichterij of
particuliere liefhebberij, zelfs niet van een
Normalisatiecommissie, die jaren geleden
al goed werk in dezen had gedaan: het is
nu de W e t. Die, in art. 5, niet alleen voor
schrijft, deze afkortingen en geen andere
te gebruiken, maar het laatste zelfs nadruk
kelijk verbiedt. De vraag mag gesteld wor
den, of een officieel stuk met bij de wet
verboden aanduidingen niet op dezen grond
aangevochten zou kunnen worden
Het is derhalve van belang, dat de stères
en myriameters in het museum worden bij
gezet. In de officieele en semi-officieele pu
blicaties kunnen zy zeer nuttig opgenomen
worden by de Blooische gemeten, de Rijn
landsche roeden enzoovoorts.
DERDE REGIMENT HUZAREN 125 JAAR.
Feestelijkheden te Den Haag.
Gisteren herdacht het derde regiment
huzaren het feit, dat het 125 jaar geleden
was, dat het werd opgericht. Na een krans-
legging bij het monument voor de gevallen
kameraden, waarbij de regimentscomman
dant, luit.-kol. J. J. van Diepenbrugge een
rede uitsprak, bracht de koningin aan het
regiment een bezoek. Om precies elf uur
reden de hofauto's voor. De luit.-kol. van
Diepenbrugge verwelkomde de koningin, die
vervolgens de eskadrons inspecteerde. Zy
maakte een rondgang door de kazerne
gebouwen, waarbij het geheele moderne
complex in oogenschouw werd genomen.
Na het bezoek van de koningin werd nog
een feestmarsch gehouden door de stad, ter
wijl des middags de regimentscommandant,
bijgestaan door zijn adjudant-ritmeester H.
A. M. Latour, recipieerde in het vereeni-
gingslokaal der officieren van het regiment
in de Alexanderkazerne. Aanwezig waren
hier o.m. de commissaris der koningin in
Zuidholland, de chef van den generalen staf,
luit.-gen. I. H. Reynders, de oud-comman
danten van het jubileerende regiment en
verschillende andere militaire autoriteiten.
LIMBURGS VLIEGVELD KOMT
BIJ BEEK.
In de gisteren te Maastricht gehouden
vergadering van de commissie van bij
stand van het economisch technologiscn
instituut in Limburg, heeft de commissa
ris der koningin in de provincie Limburg,
medegedeeld, dat de keuze van het terrein
voor den aanleg van een vliegveld in
Zuid-Limburg thans onomstootelijk vast
staat. Het zal komen bij Beek-Geverik,
enkele kilometers ten zuiden van Sittard.
Het ligt op ca. 10 k.m. ten noorden van
Maastricht aan den autoweg Maastricht-
Sittard en zal dicht bij den nog aan te
leggen nieuwen autoweg Heerlen-Geleen-
Eindhoven komen te liggen, zoodat het be
langrijke centrum van de mijnstreek
Heerlen nog geen 15 k.m. er van verwij
derd zal zijn.
Verscheidene Limburgsche gemeenten
hebben hun steun toegezegd, zoodat men
mag aannemen, dat het vliegveld thans
weldra tot stand zal komen. Er bestaat
voor dit plan groote belangstelling, ook
buiten Limburg, in de eerste plaats bij de
K.L.M., maar ook bij de industrie.
V104-03H
HERDENKING VAN MARNIX VAN
ST. ALDEGONDE.
Comité samengesteld.
Zaterdag 11 Februari j.1. is te Leiden,
onder de auspiciën van de Maatschappij
der Nederlandsche letterkunde, de con-
stitueerende vergadering gehouden van
het Nationaal comité ter herdenking van
den 400sten geboortedag van Philips van
Marnix van St. Aldegonde (1540-1940).
Tot het eere-comité zijn toegetreden: dr.
H. Colyn, prof. dr. J. R. Slotemaker de
Bruine, jhr. mr. F. Beelaerts van Blok
land, jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek,
luitenant-generaal I. H. Reynders, jhr.
mr. J. W. Quarles van Ufford, mr. J.
Schokking, prof. dr. J. Huizinga, G. L.
baron van Boetzelaer, en dr. C. W. Th.
baron van Boetzelaer van Asperen en
Dubbeldam.
Het bestuur wordt gevormd door prof.
dr. A. A. van Schelven, voorzitter, prof.
dr. J. de Vries, vice-voorzitter, prof. dr.
J. N. Bakhuizen van den Brink, eerste
secretaris, dr. Paulina W. Havelaar, tweede
secretaresse en den heer Jacob Mees, pen
ningmeester.
Onder de leden van het comité zijn tal
rijke vertegenwoordigers van belangrijke
openbare genootschappen en vereenigin-
gen, o.a. van het Algemeen Nederlandsch
Verbond.
Het comité heeft besloten tot een groot-
sche nationale herdenking in den voor
zomer van 1940 te Leiden, waar Marnix
het laatst heeft gewoond en is gestorven,
de oprichting van een monument en het
samenstellen van een tentoonstelling.
CONGRES VAN MARKTKOOPLIEDEN.
Zondag j.1. werd in hotel „Noord-Bra
bant" te Utrecht de jaarvergadering van
den Nederlandschen bond van marktkoop-
liedenveréenigingen gehouden.
Uit alle deelen van het land waren afge
vaardigden aanwezig, alsmede een verte
genwoordiger van de zusterorganisatie uit
België.
De voorzitter, de heer H. Zoutendijk,
sprak in zyn openingswoord de verwach
ting uit, dat spoedig een wetsontwerp tot
regeling van den markt- en straathandel't
departement zal verlaten.
De noodtoestand waarin de marktkoop
lieden en venters, vooral in de provincie
plaatsen en op het platteland, verkeeren,
maakt het noodig, dat alles in het werk
gesteld wordt om betere hulpverleening te
verkrijgen. Binnenkort zullen over dit
vraagstuk belangrijke besprekingen worden
gevoerd.
De jaarverslagen van den secretaris-pen
ningmeester, den heer A. Peereboom, toon
den aan, dat de bond in 1938 opnieuw in
ledental is vooruitgegaan. Het aantal aan
gesloten vereenigingen steeg tot 25.
Het financieel verslag gaf over 1938 een
winstcijfer aan van 428.28, het bezit steeg
tot 1082.67.
Bij de algemeene beschouwingen gaven
de afgevaardigden blijk van waardeering
voor het werk van het bestuur.
INBREKER NA WORSTELING EN
ACHTERVOLGING GEGREPEN.
Een bewoner van de Oleanderlaan te den
Haag, die Zondagavond omstreeks half ne
gen met een taxi thuiskwam, aldus het
Hbld., trof in zijn slaapkamer een man aan,
staande voor de linnenkast. De man, zich
ontdekt ziende, nam onmiddellijk «ie
vlucht; de heer des huizes hem achterna.
In den tuin kwam het tot een worsteling.
De indringer zag echter kans zich los te
rukken en over een laag muurtje verdween
hij. De taxi-chauffeur, die nog voor de deur
stond, zette onmiddellijk met zijn auto een
achtervolging in, maar hij was het spoor
al spoedig kwijt. Met een inspecteur van po
litie ging de chauffeur, die onverrichter
zake terugkeerde, nogmaals op zoek en nu
met meer resultaat: de gevluchte indrin
ger kon worden achterhaald.
De man, die een bloedneus had gekregen
bij de worsteling, werd met de auto naar
het bureau-Archimedesstraat gebracht. Bij
fouilleering werd een looper op hem gevon
den, terwijl de man ook een gering bedrag
aan geld bij zich had. Het bleek dat de man
een spanjoletsluiting van de tuindeur had
opengeboord en vervolgens het geheele
huis in de Oleanderlaan had doorzocht.
2
JUWEELENDIEF GEARRESTEERD.
Diefstal te 's-Gravenhage opgelost
Eindelijk heeft de Haagsche politie een
dader van een der geplunderde juweliers
winkels kunnen arresteeren, zij dat het
hier niet een van de voornaamste gevallen
welke in den laatsten tijd in de Residentie
zijn voorgekomen, betreft, aldus meldt het
Hbld. Zooals gemeld is in den nacht van
14 op 15 Januari de ruit van een der vi
trines van de juwelierszaak van de firma
Van Willigen, op den hoek van de Spui.
straat en de Passage, met een steen ver
nield. De dader zag kans vyf horloges mee
te nemen.
Thans is als verdacht van dezen diefstal
een 31-jarige koopman aangehouden, die
bekend heeft de horloges te hebben gesto-
len. Als verdacht van heling arresteerde
daarop de politie een 24-jarigen monteur en
een 38-jarigen schoolknecht, die beiden van
den koopman een horloge hadden gekocht
en het by de bank van leening hadden be
leend. Daar heeft de politie de horloges in
beslag genomen. De helers hebben even
eens bekend. Zij zijn weer op vrye voeten
gesteld. De dader van den diefstal blijft in
arrest.
WIELRIJDER DOODELUK GEWOND.
Door auto aangereden.
Gisteravond wilde de zestigjarige wielrij
der A. van der Kruk uit 's Gravenzande,
komende van zijn land, den Leeweg over
steken om naar 't rijwielpad te gaan. Tege
lijkertijd naderde uit de richting Westerlee
met vrij groote snelheid een personenauto,
welke bestuurd werd door een inwoner van
Naaldwijk, De wielrijder werd door den
wagen aangereden en tegen den grond ge
worpen, waarbij hy een schedelbasisfrac-
tuur opliep.
In levensgevaarlijken toestand werd hij
naar het ziekenhuis „Bethel" te Delft over
gebracht, waar hij hedennacht is overleden.
De auto, welke na de aanrijding tegen
een boom botste, werd slechts licht bescha
digd.
PETROLEUMVENTER DOOR AUTO
AANGEREDEN.
Korten tijd later overleden.
Gstermorgen is te Twijzel (Fr.) de 41-
jarige gehuwde petroleumventer S. A.,
wonende te Buitenpost, bij het oversteken
van den weg door een auto van de rijksver-
keersbrigade aangereden. In ernstigen toe
stand is de man naar zijn woning overge
bracht. Later op den dag is hij aan zijn ver
wondingen bezweken.
DE REGEERING EN BEBOUWING
MIDDEN-DAMTERREIN.
Het Hbld. verneemt, dat de belangstelling
van de regeering voor de bebouwing van
het midden-Damterrein vooral werd opge
wekt toen in de pers de perspectiefteeke-
ning verscheen van het kantoorgebouw
dat op die plaats, tegenover het majestueu
ze Paleis, onder architectuur van den be
kenden bouwmeester Dudok, zou worden
opgetrokken.
De adviezen over het plan worden thans
door minister Slotemaker de Bruine inge
wonnen bij de Rijkscommissie voor de Mo
numentenzorg en by den Bouwraad; van
beide colleges bekleedt professor ir. J. A.
G. van der Steur het voorzitterschap.
Het ligt, naar van gezaghebbende zijde
werd medegedeeld, in de bedoeling van de
regeering te trachten, nog vóór de raad dit
belangrijke punt behandelt, mei burgemees
ter en wethouders tot overeenstemming te
komen. Wellicht zouden dezen dan bereid
zijn indien dit na de gevoerde bespre
kingen werd vereischt de voordracht in
de een of andere richting te wijzigen.
Wat het departement van O., K. en W.
betreft, daarvan concentreert zich de be
langstelling op hetgeen op het midden-
Damterrein zal worden gesticht.
„Financiën" daarentegen, alhoewel minis
ter de Wilde daarvan nog nader moet doen
blijken, schijnt over den verkoopsprijs
eenige inlichtingen te verlangen.
De inmenging van de regeeringsautoritei-
ten in deze plannen, geschiedt om te voor
komen, dat na vele maanden de Landsover-
heid wordt genoodzaakt de uitvoering van
de voordracht, wordt die aangenomen zoo
als ze thans aanhangig is, tc stuiten.
Naar het Engelsch van Stanley Hart Page
26)
Garrison schrok even. Hij scheen iets te
willen zeggen, maar zich te bedenken. Na
enkele oogenblikken zei hij: „U kunt ge
lijk hebben, maar ik zou het heel erg vin
den, zooiets te denken. U hebt Abbington
ontmoet en gezien, hoe hij zichzelf in de
goot heeft gegooid. Maar ik heb hem toch
nooit als geheel verloren beschouwd. Ik
heb den jongen man altijd graag mogen
lijden en doe dat nog. Ik heb mijn best ge
daan, hem te helpen. Eerst met geld maar
ik begreep al gauw dat dit de juiste weg
niet washij verdrinkt iederen cent, dien
hij in handen krijgt. Toen kwam ik op het
idee, hem maar zoo diep mogelijk te laten
zinken. Misschien kwam hij daardoor weer
tot bezinning, niet waar? Ik denk nog
steeds, dat hij fut genoeg heeft, om er weer
bovenop te komen. Ik heb al het mogelijke
gedaan, om hem weer op de been te hel
pen. En als hij eenigen goeden wil toont,
dan ben ik bereid hem nog verder te hel
pen".
„Weet hij dat?"
„Beslist".
Hand legde zijn vingertoppen tegen el
kaar en staarde naar de zoldering.
„Het schijnt me toch niet heelemaal te
kloppen", zei hij, „U schijnt te hopen, dat
de jonge Abbington tot bezinning zal ko
men en weer een degelijke kerel worden.
Maar waarom hebt u zijn vrouw dan over
gehaald, een scheiding tegen hem te
eischen?"
Garrison, die zich toch al niet op zijn
gemak scheen te voelen, toonde zich nu
beslist in de war. „Wat heeft dat hiermee
te maken?" vroeg hij geprikkeld, maar
sloeg bijna meteen voor den koelen blik
van Hand zijn oogen neer. „Enfinik
ik wil het u wel vertellen. Ik meende, dat
dit de aangewezen weg was. Die jongen
heeft zich onmogelijk gemaakt; dat kunt u
toch niet wegcijferen?"
Als was hij met het antwoord tevreden,
keek Hand weer doelloos naar het plafond.
„Dat is dus tot daar aan toe", zei hij. „En
nu, mijnheer Garrison, nog even over dat
gaan met uw vrouw naar Mainc? Hoe denkt
zy daar op het oogenblik over?"
„Wel, ik denk, net als ik. Daar komt
niets van!"
„En hoe dacht ze er gisteravond over?"
Garrison lachte gedwongen. „Ze had er
in toegestemd mee te gaan, maar stond er
op een heelen sleep vrienden mee te ne
men. En dat is net, wat ik liever niet wil.
Ik wil een kansje hebben, eens een poosje
met haar alleen te zijn. Het is daar in de
zen tijd van het jaar zoo heerlyk. Heerlijke
wolken, luchten en prachtige herfstkleuren
en de zee en..."
Hij sprak nog een poosje in vervoering
over de heerlijkheden van het landschap
door en ging er zoo in op, dat Hand noch ik
het waagden, hem in zijn droomerijen te
storen. Zooals hij daar zat, was hij zoo heel
anders dan de actieve, nuchtere zakenman,
zooals Wall Street hem kende.
Hand schraapte eindelijk zijn keel eens.
„Neemt u me niet kwalijk
„O, lieve hemel", riep Garrison ver
schrikt uit. „Neemt u mij niet kwalijk! Ik
geloof, dat het beter is, u van dergelijken
argwaan maar op slag te genezen", ant
woordde hij bruusk. „We zijn samen heel
gelukkig. Ze is alles, wat ik op de wereld
heb. We verschillen wel in leeftijd, maar ze
is bijzonder aan me gehecht".
„Wat een geluksmensch bent u toch!"
zuchtte Hand en van onderwerp verande
rend: „We hadden het over uw gaan naar
Maine. Ik meen, dat uw buitenhuis op het
Spookeiland ligt, door u twaalf jaar gele
den gekocht".
„Waar hebt u die wetenschap vandaan?"
vroeg Garrison vry scherp.
„Ik vertrouwde mijn geheugen niet al te
best", antwoordde Hand. „En daarom heb
ik er een ouden jaargang van de Herald op
nageslagen".
„O, juist, en die hebben toen een ver
gissing begaan?" verbeterde hij met op
merkelijke heftigheid. „De eigenlijke naam
is Pijleiland en die staat ook op de kaart.
Spookeiland is maar een naam, door de lui
daar uit de buurt eraan gegeven. Heeft iets
te maken met een schipbreuk van jaren ge
leden. Maar de eigenlijke naam is afgeleid
van den vorm, die precies een naar zee ge
richte pijlpunt is. Het is het uiterste eiland
van de Gasco Baai".
„Drie mijl van het strand af en veertien
mijl ten Noorden van Portland, is het zoo
niet?"
„Ja. Het ligt drie mijl van het vasteland,
maar daartusschen liggen dan nog andere
eilandjes. Twee of drie vlak bij het onze,
maar die zijn onbewoond. Het eiland is zes
bunder groot, grootendeels pijnbosch. Aan
de zeezijde bevinden zich klippen, maar aan
de landzijde is een uitstekende ankerplaats.
O, het is een juweeltje! Ik wou, dat ik het
u eens kon laten zien".
„Nu, me dunkt, dat zou wel gaan", zei
Hand met een raadselachtig lachje.
„Hè?" vroeg Garrison verbaasd.
Hand deed alsof hij den vragenden blik
van zyn cliënt niet opmerkte.
„Wat is het dichtsbijzijnde bewoonde
eilandje?" vroeg hij.
„Om dezen tijd van het jaar is er niet
één bewoond", antwoordde Garrison.
„Het meest nabije, waarop een zomer
verblijf staat, ligt anderhalve mijl van het
onze vandaan. De twee vlak by ons, zijn.
zooals ik reeds zei, niet in gebruik. Thum-
cab is trouwens al heel klein. Het andere,
Moeras-eiland, is niet veel meer dan een
stuk moerasgrond".
„Schitterend!" riep Hand, tot groote ver
wondering van Garrison uit. „Dan vind ik,
dat u niet beter kunt doen, dan met uw
vrouw, dr. Innes, de heeren King, Flount,
mevrouw Abbington en Miss Dykeman naar
Pijl-eiland te gaan en daar minstens een
maand door te brengen".
Garrison slikte een paar maalWat?
Daar is immers geen denken aan?" „Toch
wel", antwoordde Hand bedaard. „Mis
schien komt dat niet heelemaal met uw zin
overeen, maar zeker wel met dien van uw
vrouw. En als ik me niet vergis, dan kun
nen de anderen er niets tegen hebben. Dr.
Innes zou toch al met u meegaan en de
rest heeft niets, wat hen dwingt in de stad
te blijven".
„Goed, maar..."
„U zoudt niemand anders meenemen.
Natuurlijk personeel. Maar dan alleen de
meest vertrouwden van uw huis in River
side Drive. Binnen hoe korten tijd kunt u
vertrekken?"
„Maar, beste kerel, ik heb heelemaal..."
„Het is van groot belang, Jat u er zoo
gauw mogelijk heentrekt. Wat denkt u van
overmorgen? Morgen zou nog beter zijn,
als u dat klaar zoudt kunnen spelen".
Opeens verloor Garrison zijn zelfbeheer-
sching. „Hoor eens!" riep hij nijdig. „Ik
kan u niet toestaan, u zoo als van hooger-
hand in mijn zaken te mengen".
Hand boog zich voorover en tikte hem
op zijn knie. „Och ja, dat kunt u wel!" zei
hij. „Omdat u een intelligent man bent. U
hebt mij niet alleen aangenomen, om den
moordenaar van miss Venora te vinden,
maar ook om u en uw vrienden te bescher
men. Ik weiger beslist daarmee door te
gaan, tenzij ik uw volkomen medewerking
heb".
Garrison overdacht dit ultimatum heel
ernstig. Eindelijk kwam er een soort grijns
op zyn lippen. „Ik geef me over", zei hij.
„U hebt indertijd voor myn vriend, kolonel
Warren, ook een zaakje zoo uitstekend op
geknapt. Warren zei, dat hij van zijn leven
nog nooit zoo'n geheimzinnig man had
aangetroffen. En ook, dat hy alles zou be
grepen hebben, wat u deed, als hy maar
niet zoo drommels stom was geweest. Nu
ik geloof, dat ik net als hij, u blindelings
zal moeten gehoorzamen. Maar als alles
voorbij is, dan neemt u mij den blinddoek
toch af, is het zoo niet?"
(Wordt vervolgd).