KIORTH CTATE et raadsel J-euiUetoa Riverside Drive. Nieuw reglement autovervoer personen. „Het hart van Spanje". Waarom de filmvertooning werd verboden. TWEEDE BLAD. Gister is uitgegeven: Staatsblad no. 560. Besluit van 13 Februari 1939, tot intrekking van het reglement autovervoer personen en vaststelling van een reglement autovervoer personen 1939 („re glement autovervoer personen 1939 of „R.A.P. 1939"). (Datum van inwerkingtreding 15 Februari 1639). De wijzigingen. In aansluiting hieraan kunnen wij het volgende mededeelen: In dit reglement is thans onder artikel 2 en voorts ook in andere artikelen opgenomen de nieuwe tekst, zooals deze is vastgesteld in het Zondag j.1. in werking getreden noodwetje betreffende de autobussen. Zooals men weet is daarbij de omschrij ving in paragraaf 47 der wet van 29 No vember 1935 tot verlaging van de openbare uitgaven, „het herhaaldelijk vervoeren of doen vervoeren van personen tegen be taling" gewijzigd in: „Het exploiteeren." Het nieuwe artikel 2 zal voortaan luiden: „Een vergunning wordt vereischt voor: a. Het exploiteeren van autobussen in de uitoefening van een autobusdienst; b. het exploiteeren van autobussen tot het uitvoeren van toerwagenritten; c. het exploiteeren van taxi's; d. het exploiteeren van huurauto's". Verder is het reglement nu doorloopend genummerd, zoodat ook de bestaande nummers 4bis en llbis in de nieuwe num mering zijn opgenomen. De woorden var. het eerste lid van het bestaande artikel 2: „onverschillig of het vervoer al dan niet ten deele in het buitenland plaats vindt" zijn thans overgebracht naar het tweede lid van artikel 1, hetwelk luidt: „dit be sluit is van toepassing op het exploiteeren van motorrijtuigen tot vervoer van perso nen over de wegen, onverschillig of het vervoer al dan niet ten deele in het bui tenland wordt bewerkstelligd." Voorts is aan artikel 1 een derde lid toegevoegd, waarin uitdrukkelijk wordt bepaald, dat voor de toepassing van het reglement onder exploiteeren van een motorrijtuig tot vervoer van personen niet begrepen is het verhuren van personen auto's zonder chauffeur. Het nieuwe reglement treedt in werking met ingang van 15 Februari. Op vragen van het Tweede Kamerlid Joekes (v.d.) betreffende het verbieden door den burgemeester van Laren (N.-H.) van de vertooning van de film „Het hart van Spanje" heeft de heer van Boeyen, minister van Binnenlandsche Zaken, geantwoord, dat het ter beoordeeling van den burgemeester staat of in een bepaald geval verstoring der openbare orde is te vreezen. Geen hooger gezag kan beter dan hij de plaatselijke ver houdingen beoordeelen. Slechts wanneer de burgemeester geleid wordt door overwe gingen van anderen aard dan vrees voor verstoring der openbare orde, behoort het hooger gezag in te grijpen. Eenzijdig? Op de vraag of de minister wilde mededeelen, daar het hier een door de commissie „Zorg voor het Spaansche kind" georganiseerden avond met een uitsluitend philantropisch doel betrof, wie in dezen met „politieke tegenstan ders" worden bedoeld, heeft de minister geantwoord, dat het antwoord op deze vraag besloten ligt in het feit, dat de ondernemers van den propaganda-avond naar de burgemeester van Laren mededeelt behoorden tot de uiterst links-politieke richtingen. Het verbod door den burgemeester vond voorts zijn grond in de omstandigheid, dat zijns inziens de film een eenzijdig beeld biedt van de toestanden in Spanje, waardoor op grond van de te Laren bestaande poli tieke tegenstellingen naar de meening van den burgemeester ernstig gevaar voor stoornis van de openbare orde bestond. VOORGESTELD DE NOODWETTEN VAN SEPTEMBER 1938 TE VERLENGEN. De acht noodwetten, welke op 29 Sep tember van het vorig jaar door de beide Kamers der Sta ten-Generaal in verband met den toen bestaanden toestand van oorlogsgevaar zijn aangenomen en welke nog dienzelfden dag zijn afgekondigd, hebben een geldingsduur tot 1 Maart a.s. Aangezien er niet voldoende tijd is om de definitieve wetten, welke na 1 Maart de noodwetten zouden moeten vervangen, rustig in de Staten- Generaal vóór dien datum te behan delen, heeft de regeering thans bij wetsontwerp voorgeste.d den gel dingsduur der noodwetten tot 1 Juli a.s. te verlengen. Verwacht wordt, dat op dien datum de definitieve wetten het Staatsblad zullen kunnen hebben bereikt. ONZE AANDUIDINGEN VAN MAAT EN GEWICHT. Na de Rijnlandsche Roe en Blooische Gemet, moeten nu ook de verboden afkortingen definitief buiten gebruik gesteld worden. Men schrijft ons: Niet alleen aan de kleeding, de spelling of den zomertijd kan men zien, hoe taai de gewoonte, hoe vasthoudend de mensch is: ook in de grondslagen van maat en gewicht komt dat tot uitdrukking. Heeft niet Engeland tot op den dag van vandaag weerstand ge boden aan de invoering yan het decimale stelsel; of heeft het zijn moeilijke munt systeem willen vervangen door een beter? Ook wijzelf gaan echter niet vrij-uit: hoe kort is het nog maar geleden, dat wij stof bij de el kochten? Hoe lang hebben niet oude en nieuwe maat naast elkaar bestaan? Wie kent niet den maatstok des manufac- turiers, waarop el en meter broederlijk naast elkaar stonden, de eerste voor het scherpziend oog der wet, de andere voor het dagelijksch gebruik? Wie zou durven beweren, dat de ouderwetsche maten voor bouw- en weiland heelemaal verdwenen zijn? Te weinig is het nog bekend, dat al deze dingen thans officieel zeer veranderd zijn, sinds de „Wet van den 22en April 1937, tot nieuwe regeling betreffende de maten en gewichten, meet- en weegwerktuigen, IJk- wet-1937, Staatsblad 627" in werking is ge treden. Zoo weinig is dat bekend, dat nog maar zeer weinigen zich van heel de zaak iets aantrekken, nog menige officieele instantie zelfs maar lustig voortgaat, met de wet strijdige handelingen te verrichten, namelijk, in officieele stukken aanduidin gen te gebruiken, die bij de wet verboden zijn. De grondslagen van maat en gewicht zijn in Nederland thans nader vastgesteld in gemelde wet. Art. 1 vermeldt die grondsla gen als de meter en het kilogram, onder scheidenlijk als eenheden van lengte en van massa. Die meter en kilo zijn niet meer als vroeger, natuurkundig bepaald, doch het zijn de standaardmeter en kilo van het In ternationale Bureau voor maten en gewich ten te Sèvres, by Parijs bewaard; Neder land heeft hiernaar bepaalde eigen stand aarden, die verzegeld in ons land bewaard worden. Het stelsel is nu, dat uit dien me ter de vierkante meter als eenheid *-an op pervlak en de kubieke meter als eenheid van inhoud wordt afgeleid; hier komt de natuurkundige bepaling van vroeger nog even om den hoek kijken, waar 1/1000 ku bieke meter gelijk gesteld wordt met 1 kg zuiver water bij zijn grootste dichtheid on der normalen druk: en dat heet dan liter. Hierop volgen in de wet de „aanduidin gen". Artikel 4 der wet schrijft, ten aan zien van de grondslagen van maat en ge wicht, zoomede van de veelvouden en on- I 1 AMERICAN %/CIGARETTES derdeelen daarvan, voor, welke aanduidin gen zullen gelden. Hoe weinig wordt hier nog maar de hand aan gehouden! Hoe lustig wordt nog steeds K.M. en K.G. in plaats van het wet telijk voorgeschreven km en kg gebruikt: hoe nauwgezet werkt men nog met c.A. en A., met c.M.2 en M.3 en m.M.3, ja zelfs nog met Decastères en Kiloliters en de to taal uit de wet verdwenen Myriame'ers en zelfs vierkante Myriameters of M.M.2! Toch is dit alles geen nieuwlichterij of particuliere liefhebberij, zelfs niet van een Normalisatiecommissie, die jaren geleden al goed werk in dezen had gedaan: het is nu de W e t. Die, in art. 5, niet alleen voor schrijft, deze afkortingen en geen andere te gebruiken, maar het laatste zelfs nadruk kelijk verbiedt. De vraag mag gesteld wor den, of een officieel stuk met bij de wet verboden aanduidingen niet op dezen grond aangevochten zou kunnen worden Het is derhalve van belang, dat de stères en myriameters in het museum worden bij gezet. In de officieele en semi-officieele pu blicaties kunnen zy zeer nuttig opgenomen worden by de Blooische gemeten, de Rijn landsche roeden enzoovoorts. DERDE REGIMENT HUZAREN 125 JAAR. Feestelijkheden te Den Haag. Gisteren herdacht het derde regiment huzaren het feit, dat het 125 jaar geleden was, dat het werd opgericht. Na een krans- legging bij het monument voor de gevallen kameraden, waarbij de regimentscomman dant, luit.-kol. J. J. van Diepenbrugge een rede uitsprak, bracht de koningin aan het regiment een bezoek. Om precies elf uur reden de hofauto's voor. De luit.-kol. van Diepenbrugge verwelkomde de koningin, die vervolgens de eskadrons inspecteerde. Zy maakte een rondgang door de kazerne gebouwen, waarbij het geheele moderne complex in oogenschouw werd genomen. Na het bezoek van de koningin werd nog een feestmarsch gehouden door de stad, ter wijl des middags de regimentscommandant, bijgestaan door zijn adjudant-ritmeester H. A. M. Latour, recipieerde in het vereeni- gingslokaal der officieren van het regiment in de Alexanderkazerne. Aanwezig waren hier o.m. de commissaris der koningin in Zuidholland, de chef van den generalen staf, luit.-gen. I. H. Reynders, de oud-comman danten van het jubileerende regiment en verschillende andere militaire autoriteiten. LIMBURGS VLIEGVELD KOMT BIJ BEEK. In de gisteren te Maastricht gehouden vergadering van de commissie van bij stand van het economisch technologiscn instituut in Limburg, heeft de commissa ris der koningin in de provincie Limburg, medegedeeld, dat de keuze van het terrein voor den aanleg van een vliegveld in Zuid-Limburg thans onomstootelijk vast staat. Het zal komen bij Beek-Geverik, enkele kilometers ten zuiden van Sittard. Het ligt op ca. 10 k.m. ten noorden van Maastricht aan den autoweg Maastricht- Sittard en zal dicht bij den nog aan te leggen nieuwen autoweg Heerlen-Geleen- Eindhoven komen te liggen, zoodat het be langrijke centrum van de mijnstreek Heerlen nog geen 15 k.m. er van verwij derd zal zijn. Verscheidene Limburgsche gemeenten hebben hun steun toegezegd, zoodat men mag aannemen, dat het vliegveld thans weldra tot stand zal komen. Er bestaat voor dit plan groote belangstelling, ook buiten Limburg, in de eerste plaats bij de K.L.M., maar ook bij de industrie. V104-03H HERDENKING VAN MARNIX VAN ST. ALDEGONDE. Comité samengesteld. Zaterdag 11 Februari j.1. is te Leiden, onder de auspiciën van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde, de con- stitueerende vergadering gehouden van het Nationaal comité ter herdenking van den 400sten geboortedag van Philips van Marnix van St. Aldegonde (1540-1940). Tot het eere-comité zijn toegetreden: dr. H. Colyn, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, jhr. mr. F. Beelaerts van Blok land, jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, luitenant-generaal I. H. Reynders, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, mr. J. Schokking, prof. dr. J. Huizinga, G. L. baron van Boetzelaer, en dr. C. W. Th. baron van Boetzelaer van Asperen en Dubbeldam. Het bestuur wordt gevormd door prof. dr. A. A. van Schelven, voorzitter, prof. dr. J. de Vries, vice-voorzitter, prof. dr. J. N. Bakhuizen van den Brink, eerste secretaris, dr. Paulina W. Havelaar, tweede secretaresse en den heer Jacob Mees, pen ningmeester. Onder de leden van het comité zijn tal rijke vertegenwoordigers van belangrijke openbare genootschappen en vereenigin- gen, o.a. van het Algemeen Nederlandsch Verbond. Het comité heeft besloten tot een groot- sche nationale herdenking in den voor zomer van 1940 te Leiden, waar Marnix het laatst heeft gewoond en is gestorven, de oprichting van een monument en het samenstellen van een tentoonstelling. CONGRES VAN MARKTKOOPLIEDEN. Zondag j.1. werd in hotel „Noord-Bra bant" te Utrecht de jaarvergadering van den Nederlandschen bond van marktkoop- liedenveréenigingen gehouden. Uit alle deelen van het land waren afge vaardigden aanwezig, alsmede een verte genwoordiger van de zusterorganisatie uit België. De voorzitter, de heer H. Zoutendijk, sprak in zyn openingswoord de verwach ting uit, dat spoedig een wetsontwerp tot regeling van den markt- en straathandel't departement zal verlaten. De noodtoestand waarin de marktkoop lieden en venters, vooral in de provincie plaatsen en op het platteland, verkeeren, maakt het noodig, dat alles in het werk gesteld wordt om betere hulpverleening te verkrijgen. Binnenkort zullen over dit vraagstuk belangrijke besprekingen worden gevoerd. De jaarverslagen van den secretaris-pen ningmeester, den heer A. Peereboom, toon den aan, dat de bond in 1938 opnieuw in ledental is vooruitgegaan. Het aantal aan gesloten vereenigingen steeg tot 25. Het financieel verslag gaf over 1938 een winstcijfer aan van 428.28, het bezit steeg tot 1082.67. Bij de algemeene beschouwingen gaven de afgevaardigden blijk van waardeering voor het werk van het bestuur. INBREKER NA WORSTELING EN ACHTERVOLGING GEGREPEN. Een bewoner van de Oleanderlaan te den Haag, die Zondagavond omstreeks half ne gen met een taxi thuiskwam, aldus het Hbld., trof in zijn slaapkamer een man aan, staande voor de linnenkast. De man, zich ontdekt ziende, nam onmiddellijk «ie vlucht; de heer des huizes hem achterna. In den tuin kwam het tot een worsteling. De indringer zag echter kans zich los te rukken en over een laag muurtje verdween hij. De taxi-chauffeur, die nog voor de deur stond, zette onmiddellijk met zijn auto een achtervolging in, maar hij was het spoor al spoedig kwijt. Met een inspecteur van po litie ging de chauffeur, die onverrichter zake terugkeerde, nogmaals op zoek en nu met meer resultaat: de gevluchte indrin ger kon worden achterhaald. De man, die een bloedneus had gekregen bij de worsteling, werd met de auto naar het bureau-Archimedesstraat gebracht. Bij fouilleering werd een looper op hem gevon den, terwijl de man ook een gering bedrag aan geld bij zich had. Het bleek dat de man een spanjoletsluiting van de tuindeur had opengeboord en vervolgens het geheele huis in de Oleanderlaan had doorzocht. 2 JUWEELENDIEF GEARRESTEERD. Diefstal te 's-Gravenhage opgelost Eindelijk heeft de Haagsche politie een dader van een der geplunderde juweliers winkels kunnen arresteeren, zij dat het hier niet een van de voornaamste gevallen welke in den laatsten tijd in de Residentie zijn voorgekomen, betreft, aldus meldt het Hbld. Zooals gemeld is in den nacht van 14 op 15 Januari de ruit van een der vi trines van de juwelierszaak van de firma Van Willigen, op den hoek van de Spui. straat en de Passage, met een steen ver nield. De dader zag kans vyf horloges mee te nemen. Thans is als verdacht van dezen diefstal een 31-jarige koopman aangehouden, die bekend heeft de horloges te hebben gesto- len. Als verdacht van heling arresteerde daarop de politie een 24-jarigen monteur en een 38-jarigen schoolknecht, die beiden van den koopman een horloge hadden gekocht en het by de bank van leening hadden be leend. Daar heeft de politie de horloges in beslag genomen. De helers hebben even eens bekend. Zij zijn weer op vrye voeten gesteld. De dader van den diefstal blijft in arrest. WIELRIJDER DOODELUK GEWOND. Door auto aangereden. Gisteravond wilde de zestigjarige wielrij der A. van der Kruk uit 's Gravenzande, komende van zijn land, den Leeweg over steken om naar 't rijwielpad te gaan. Tege lijkertijd naderde uit de richting Westerlee met vrij groote snelheid een personenauto, welke bestuurd werd door een inwoner van Naaldwijk, De wielrijder werd door den wagen aangereden en tegen den grond ge worpen, waarbij hy een schedelbasisfrac- tuur opliep. In levensgevaarlijken toestand werd hij naar het ziekenhuis „Bethel" te Delft over gebracht, waar hij hedennacht is overleden. De auto, welke na de aanrijding tegen een boom botste, werd slechts licht bescha digd. PETROLEUMVENTER DOOR AUTO AANGEREDEN. Korten tijd later overleden. Gstermorgen is te Twijzel (Fr.) de 41- jarige gehuwde petroleumventer S. A., wonende te Buitenpost, bij het oversteken van den weg door een auto van de rijksver- keersbrigade aangereden. In ernstigen toe stand is de man naar zijn woning overge bracht. Later op den dag is hij aan zijn ver wondingen bezweken. DE REGEERING EN BEBOUWING MIDDEN-DAMTERREIN. Het Hbld. verneemt, dat de belangstelling van de regeering voor de bebouwing van het midden-Damterrein vooral werd opge wekt toen in de pers de perspectiefteeke- ning verscheen van het kantoorgebouw dat op die plaats, tegenover het majestueu ze Paleis, onder architectuur van den be kenden bouwmeester Dudok, zou worden opgetrokken. De adviezen over het plan worden thans door minister Slotemaker de Bruine inge wonnen bij de Rijkscommissie voor de Mo numentenzorg en by den Bouwraad; van beide colleges bekleedt professor ir. J. A. G. van der Steur het voorzitterschap. Het ligt, naar van gezaghebbende zijde werd medegedeeld, in de bedoeling van de regeering te trachten, nog vóór de raad dit belangrijke punt behandelt, mei burgemees ter en wethouders tot overeenstemming te komen. Wellicht zouden dezen dan bereid zijn indien dit na de gevoerde bespre kingen werd vereischt de voordracht in de een of andere richting te wijzigen. Wat het departement van O., K. en W. betreft, daarvan concentreert zich de be langstelling op hetgeen op het midden- Damterrein zal worden gesticht. „Financiën" daarentegen, alhoewel minis ter de Wilde daarvan nog nader moet doen blijken, schijnt over den verkoopsprijs eenige inlichtingen te verlangen. De inmenging van de regeeringsautoritei- ten in deze plannen, geschiedt om te voor komen, dat na vele maanden de Landsover- heid wordt genoodzaakt de uitvoering van de voordracht, wordt die aangenomen zoo als ze thans aanhangig is, tc stuiten. Naar het Engelsch van Stanley Hart Page 26) Garrison schrok even. Hij scheen iets te willen zeggen, maar zich te bedenken. Na enkele oogenblikken zei hij: „U kunt ge lijk hebben, maar ik zou het heel erg vin den, zooiets te denken. U hebt Abbington ontmoet en gezien, hoe hij zichzelf in de goot heeft gegooid. Maar ik heb hem toch nooit als geheel verloren beschouwd. Ik heb den jongen man altijd graag mogen lijden en doe dat nog. Ik heb mijn best ge daan, hem te helpen. Eerst met geld maar ik begreep al gauw dat dit de juiste weg niet washij verdrinkt iederen cent, dien hij in handen krijgt. Toen kwam ik op het idee, hem maar zoo diep mogelijk te laten zinken. Misschien kwam hij daardoor weer tot bezinning, niet waar? Ik denk nog steeds, dat hij fut genoeg heeft, om er weer bovenop te komen. Ik heb al het mogelijke gedaan, om hem weer op de been te hel pen. En als hij eenigen goeden wil toont, dan ben ik bereid hem nog verder te hel pen". „Weet hij dat?" „Beslist". Hand legde zijn vingertoppen tegen el kaar en staarde naar de zoldering. „Het schijnt me toch niet heelemaal te kloppen", zei hij, „U schijnt te hopen, dat de jonge Abbington tot bezinning zal ko men en weer een degelijke kerel worden. Maar waarom hebt u zijn vrouw dan over gehaald, een scheiding tegen hem te eischen?" Garrison, die zich toch al niet op zijn gemak scheen te voelen, toonde zich nu beslist in de war. „Wat heeft dat hiermee te maken?" vroeg hij geprikkeld, maar sloeg bijna meteen voor den koelen blik van Hand zijn oogen neer. „Enfinik ik wil het u wel vertellen. Ik meende, dat dit de aangewezen weg was. Die jongen heeft zich onmogelijk gemaakt; dat kunt u toch niet wegcijferen?" Als was hij met het antwoord tevreden, keek Hand weer doelloos naar het plafond. „Dat is dus tot daar aan toe", zei hij. „En nu, mijnheer Garrison, nog even over dat gaan met uw vrouw naar Mainc? Hoe denkt zy daar op het oogenblik over?" „Wel, ik denk, net als ik. Daar komt niets van!" „En hoe dacht ze er gisteravond over?" Garrison lachte gedwongen. „Ze had er in toegestemd mee te gaan, maar stond er op een heelen sleep vrienden mee te ne men. En dat is net, wat ik liever niet wil. Ik wil een kansje hebben, eens een poosje met haar alleen te zijn. Het is daar in de zen tijd van het jaar zoo heerlyk. Heerlijke wolken, luchten en prachtige herfstkleuren en de zee en..." Hij sprak nog een poosje in vervoering over de heerlijkheden van het landschap door en ging er zoo in op, dat Hand noch ik het waagden, hem in zijn droomerijen te storen. Zooals hij daar zat, was hij zoo heel anders dan de actieve, nuchtere zakenman, zooals Wall Street hem kende. Hand schraapte eindelijk zijn keel eens. „Neemt u me niet kwalijk „O, lieve hemel", riep Garrison ver schrikt uit. „Neemt u mij niet kwalijk! Ik geloof, dat het beter is, u van dergelijken argwaan maar op slag te genezen", ant woordde hij bruusk. „We zijn samen heel gelukkig. Ze is alles, wat ik op de wereld heb. We verschillen wel in leeftijd, maar ze is bijzonder aan me gehecht". „Wat een geluksmensch bent u toch!" zuchtte Hand en van onderwerp verande rend: „We hadden het over uw gaan naar Maine. Ik meen, dat uw buitenhuis op het Spookeiland ligt, door u twaalf jaar gele den gekocht". „Waar hebt u die wetenschap vandaan?" vroeg Garrison vry scherp. „Ik vertrouwde mijn geheugen niet al te best", antwoordde Hand. „En daarom heb ik er een ouden jaargang van de Herald op nageslagen". „O, juist, en die hebben toen een ver gissing begaan?" verbeterde hij met op merkelijke heftigheid. „De eigenlijke naam is Pijleiland en die staat ook op de kaart. Spookeiland is maar een naam, door de lui daar uit de buurt eraan gegeven. Heeft iets te maken met een schipbreuk van jaren ge leden. Maar de eigenlijke naam is afgeleid van den vorm, die precies een naar zee ge richte pijlpunt is. Het is het uiterste eiland van de Gasco Baai". „Drie mijl van het strand af en veertien mijl ten Noorden van Portland, is het zoo niet?" „Ja. Het ligt drie mijl van het vasteland, maar daartusschen liggen dan nog andere eilandjes. Twee of drie vlak bij het onze, maar die zijn onbewoond. Het eiland is zes bunder groot, grootendeels pijnbosch. Aan de zeezijde bevinden zich klippen, maar aan de landzijde is een uitstekende ankerplaats. O, het is een juweeltje! Ik wou, dat ik het u eens kon laten zien". „Nu, me dunkt, dat zou wel gaan", zei Hand met een raadselachtig lachje. „Hè?" vroeg Garrison verbaasd. Hand deed alsof hij den vragenden blik van zyn cliënt niet opmerkte. „Wat is het dichtsbijzijnde bewoonde eilandje?" vroeg hij. „Om dezen tijd van het jaar is er niet één bewoond", antwoordde Garrison. „Het meest nabije, waarop een zomer verblijf staat, ligt anderhalve mijl van het onze vandaan. De twee vlak by ons, zijn. zooals ik reeds zei, niet in gebruik. Thum- cab is trouwens al heel klein. Het andere, Moeras-eiland, is niet veel meer dan een stuk moerasgrond". „Schitterend!" riep Hand, tot groote ver wondering van Garrison uit. „Dan vind ik, dat u niet beter kunt doen, dan met uw vrouw, dr. Innes, de heeren King, Flount, mevrouw Abbington en Miss Dykeman naar Pijl-eiland te gaan en daar minstens een maand door te brengen". Garrison slikte een paar maalWat? Daar is immers geen denken aan?" „Toch wel", antwoordde Hand bedaard. „Mis schien komt dat niet heelemaal met uw zin overeen, maar zeker wel met dien van uw vrouw. En als ik me niet vergis, dan kun nen de anderen er niets tegen hebben. Dr. Innes zou toch al met u meegaan en de rest heeft niets, wat hen dwingt in de stad te blijven". „Goed, maar..." „U zoudt niemand anders meenemen. Natuurlijk personeel. Maar dan alleen de meest vertrouwden van uw huis in River side Drive. Binnen hoe korten tijd kunt u vertrekken?" „Maar, beste kerel, ik heb heelemaal..." „Het is van groot belang, Jat u er zoo gauw mogelijk heentrekt. Wat denkt u van overmorgen? Morgen zou nog beter zijn, als u dat klaar zoudt kunnen spelen". Opeens verloor Garrison zijn zelfbeheer- sching. „Hoor eens!" riep hij nijdig. „Ik kan u niet toestaan, u zoo als van hooger- hand in mijn zaken te mengen". Hand boog zich voorover en tikte hem op zijn knie. „Och ja, dat kunt u wel!" zei hij. „Omdat u een intelligent man bent. U hebt mij niet alleen aangenomen, om den moordenaar van miss Venora te vinden, maar ook om u en uw vrienden te bescher men. Ik weiger beslist daarmee door te gaan, tenzij ik uw volkomen medewerking heb". Garrison overdacht dit ultimatum heel ernstig. Eindelijk kwam er een soort grijns op zyn lippen. „Ik geef me over", zei hij. „U hebt indertijd voor myn vriend, kolonel Warren, ook een zaakje zoo uitstekend op geknapt. Warren zei, dat hij van zijn leven nog nooit zoo'n geheimzinnig man had aangetroffen. En ook, dat hy alles zou be grepen hebben, wat u deed, als hy maar niet zoo drommels stom was geweest. Nu ik geloof, dat ik net als hij, u blindelings zal moeten gehoorzamen. Maar als alles voorbij is, dan neemt u mij den blinddoek toch af, is het zoo niet?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6