dagblad voor alkmaar en omstreken.
MINISTER JASPAR OVERLEDEN
Engeland besteedt dit jaar 523 millioen pond
aan bewapening.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door Het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIES
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Meer dan 200 millioen voor de
luchtmacht!
Maandag j.l. nog
kabinetsformateur.
De algemeene toestand.
Ook guerrilla in Binnen-
Mongolië.
Een verklaring van vorst Sjah.
De besprekingen van Pierlot
Nog steeds de affaire-Martens.
ALKMAARSCHE COURANT.
Het witboek inzake de Engelsche lands
verdediging is gisteren uitgegeven. Het
houdt schattingen in voor 1939-'40 ten be
drage van 523 millioen pond. De uitgaven
voor de landsverdediging bedroegen in
1937-'38 262 millioen en voor het loopende
jaar worden de uitgaven geschat op 388
millioen. Alus bedragen voor de eerstko
mende driejarige periode, waarvoor de lee-
ningsbevoegdheid was vastgesteld op 400
millioen, de uitgaven voor de landsverdedi
ging 1173 millioen. Daarbij wordt dan geen
rekening gehouden met de bijkomende uit
gaven voor de verdediging der burgerbe
volking. Zij heeft slechts betrekking op de
luchtmacht van leger en vloot. De totale
uitgaven daarvoor zullen het volgend jaar
580 millioen bedragen.
De luchtbeschermingsdienst eischte 42
millioen, of 33 millioen meer dan het vorig
jaar en dan zijn 9 millioen uitgetrokken
voor andere noodmaatregelen en 5 millioen
voor het opslaan van levensmiddelen, den
van koelhuizen, enz.
Het bedrag van 400 millioen, dat in het
oorspronkelijke vijfjarenplan door een lee
ning zal gedekt worden, wordt verdubbeld
tot 800 millioen, omdat er reeds 200 mil
lioen van zijn uitgegeven en de regeering
deelt dan mee, dat het bedrag van 1500
millioen, dat voor de periode 1937-1942 was
voorzien, belangrijk overschreden zal wor
den.
De vloot.
Wat de vloot aangaat, aldus Simon, in
het program voor 1939 zullen nog twee
Slagschepen worden opgenomen, zoodat in
het geheel negen dezer schepen in aanbouw
zullen zijn. Het program voor 1939 voorziet
in den bouw van twee nieuwe torpedoja
gersflottieljes, twintig snelle escorteerings-
vaartuigen van een nieuw type, die bestemd
zijn voor de bescherming der scheepvaart
tegen duikboot- en luchtaanvallen. Er zal
nog een vliegtuigschip worden gebouwd,
waarmede dit aantal op zes wordt gebracht,
de voltooide Ark Royal niet medegerekend.
Er zullen nog vier groote kruisers komen
met zesduimsgeschut en eenige kleinere
schepen. De moderniseering der bestaande
slagschepen gaat gestadig voort. Er wordt
voortgang gemaakt met de versterking der
bewapening tegen aanvallen uit de lucht bij
andere schepen.
In dit financieele jaar worden 60 oorlogs
schepen voltooid tot een gezamenlijken in
houd van ruim 120.000 ton. Hierbij zijn
twee linieschepen, een vliegtuigschip, zes
kleine kruisers met kanonnen van zes
duim. Het personeel van de vloot wordt
met 12.000 man uitgebreid en is dan sinds
1933 met ruim 33.000 man toegenomen.
Er zijn thans schepen in aanbouw tot een
totale tonnage van 660.000. In 1935 bedroeg
zij 139.000.
De luchtmacht.
Wat de luchtmacht betreft, zal volgens
Simon gedurende het loopende financieele
jaar de maandelijksche aflevering meer dan
verdubbeld worden en zij zal ook verder
aanzienlijk worden uitgebreid.
Omstreeks 31 Maart zal het aantal
vliegtuigen der eerste linie tot 17.550
zijn gestegen. Overeenkomstig het oor
spronkelijke program. In Mei 1938 was
deze bouw aangekondigd, terwijl in
November nieuwe bestellingen werden
aangekondigd. De capaciteit der in
dustrie is belangrijk uitgebreid en de
moeilijkheden bij de productie zijn
overwonnen. Alle drie diensten der
landsverdediging krijgen nu voorraden
van alle soorten en der laatste model
len. De productie zal op de vergroote
schaal voortgaan.
Van den toestand in de wereld zal de toe
komst van den vliegtuigbouw afhangen.
Het is thans onmogelijk te voorspellen hoe
spoedig de situatie in staat zal stellen de
productie der bewapening te verminderen.
De begrooting voor de luchtvaart zal voor
1939 de 200 millioen te boven gaan.
Twaalf scholen voor vliegopieiding zijn
opgericht, terwijl binnenkort nog drie in
Schotland worden geopend. Ruim 2500 vrij
willige reservisten worden thans tot vlie
ger opgeleid.
De territoriale luchtafweerdivisies zijn
uitgebreid van twee tot vijf en het geheel
is georganiseerd onder een luchtafweer-
commando. De kracht te velde van het ter
ritoriale leger is georganiseerd in overeen
stemming met het geregelde leger.
Het ballonversperringsplan, waarmede
verleden jaar een begin is gemaakt, is thans
uitgebreid tot de provincies. Het omvat 47
eskaders.
Het witboek geeft na deze eenigszins
droge opsomming van cijfers bijzonderhe
den over wat allemaal gedaan is op het ge
bied van gasmaskers, van ontruiming voor
nationale vrijwillige diensten enz. Er blijkt
o.a. dat op 18.000 plaatsen in het land
brandbluschmiddelen vergaard zijn en dat
in de ziekenhuizen 1/4 millioen bedden zijn
gereserveerd voor onmiddellijk gebruik
binnen 24 uur na een eventueele oorlogs
verklaring.
De ingewikkeldheid der moderne
wapening.
Het witboek inzake de landsverdediging
noemt als een der factoren, welke nebben
geleid tot de toenemende uitgaven, de
voortdurend toenemende ingewikkeldheid
der moderne bewapening, welke toe te
schrijven is aan de vindingrijkheid der uit
vinders. De voornaamste reden ligt echter
in de noodzakelijkheid gepaste voorzienin
gen te treffen tegen luchtaanvallen. De
hooge kosten voor de luchtmacht komen
grootendeels op rekening van de groote
aantallen vliegtuigen, welke thans worden
gebouwd, terwijl groote kapitaalsuitgaven
vereischt worden voor de aanvullen ie pro
ductiecapaciteit en 37 nieuwe vliegvelden.
De verdediging tegen aanvallen uit de
lucht is ook aanzienlijk toegenomen, in het
bijzonder voor wat aangaat nieuw lucht
doelgeschut en zoeklichten. Ook de verde
diging der burgerbevolking vergt aanzien
lijke uitgaven.
Er zijn stappen genomen voor den bouw
van fabrieken in de Dominions. Ook zijn in
Canada contracten geplaatst voor groote
bombardeurs en gevechtstoestellen. Er is
een missie onderweg naar Austraiië en
Nieuw-Zeeland. In de Ver. Staten zijn ver
kenningsvliegtuigen en oefenvliegtuigen
aangeschaft.
De regeering deelt dan mee dat de aan
vankelijke moeilijkheden om dit reusach
tige defensie-apparaat op gang te brengen
zoo goed als overwonnen zijn en dat de
productie van week tot week toeneemt.
Ten slotte herhaalt de regeering dat, zooals
iedereen weet al deze maatregelen niet voor
agressieve maar uitsluitend voor defensieve
beweegredenen genomen zijn en dat de re
geering al deze uitgaven eigenlijk betreurt
en onmiddellijk bereid is tot overleg over
spoedige beperking der bewapening zoo
dra de internationale toestand dit zou dul
den. In den tusschentijd vertrouwt de re
geering dat het volk de ongetwijfeld zware
lasten opnieuw met blijmoedigheid zal
aanvaarden en zijn deel zal willen bijdra
gen tot de uitoefening der hoogste en voor-
De Belgische minister van staat en oud
premier Henri Jaspar is gisteren plotseling
overleden. Jaspar, die nog dezer dagen door
den koning werd aangezocht om een nieuwe
regeering te vormen, slaagde daarin niet,
ondanks groóte geestelijke en lichamelijke
inspanningen. Die inspanning was te veel
voor den staatsman, die Dinsdag ziek werd en
een spoedoperatie moest ondergaan. Gister
middag verergerde de toestand plotseling en
even later kwam het einde.
Mr. Jaspar werd 28 Juli 1870 in de Brus-
selsche voorstad Schaerbeek geboren. Hij
deed zijn middelbare studiën aan het katho
lieke instituut St. Louis en promoveerde op
20-jarigen leeftijd in de rechten aan de
Vrije Universiteit te Brussel. Na zijn mili
tairen diensttijd vestigde hij zich als advo
caat in de hoofdstad en werd hij lid van de
katholieke partij. Spoedig nam hij, begaafd
met een groote welsprekendheid, op zeer
actieve wijze deel aan de partij-politiek. In
het berucht gebleven proces van de erf
lating van koning Leopold II pleitte hij
samen met mr. P. Janson tegen den Bel
gischen staat voor prinses Louise. Tijdens
den wereldoorlog bleef Jaspar in het bezette
gebied. Hij nam de leiding van het werk van
bescherming voor de jeugd en werd lid van
de nationale commissie voor werkverleening
en voedselvoorziening van de Belgische be
volking. Ook na den oorlog bleef Jaspar
president van het nationale werk voor kin
derwelzijn. Tijdens de bezetting redigeerde
mr. Jaspar als secretaris van de orde van
advocaten talrijke protestnota's tegen de
schending door de Duitschers van het recht
der burgers, magistraten en advocaten. Her
haaldelijk werd hij gearresteerd, doch tel
kens weer na eenigen tijd in vrijheid gesteld.
Met den Spaanschen ambassadeur, den
markies de Villalobar, riep hij een centralen
naamste regeeringstaak: het waarborgen
van de vrijheid en onafhankelijkheid van
het land en zijn overzeesche bezittingen
tegen elk mogelijk gevaar.
Minister Simon die het witboek onder de
leden van het Lagerhuis heeft doen rond-
deelen heeft meteen medegedeeld, dat er
Dinsdag en Woensdag van komende week
gelegenheid zou zijn tot debat en bespre
king van het geheele program.
dienst voor de weggevoerde Belgische bur
gers en arbeiders in het leven.
Onmiddellijk na den wapenstilstand werd
mr. Jaspar, die een zoon aan het front had
verloren, in het eerste kabinet Delacroix op
genomen als minister van economische
zaken. In 1919 verkozen de katholieke kie
zers te Luik hem tot Kamerlid. Hij bleef
minister van economische zaken tot 1920 en
ging toen over naar binnenlandsche zaken,
om eenige maanden later minister van bui-
tenlandsche zaken te worden. Deze laatste
portefeuille behield hij tot Maart 1924. Als
minister van buitenlandsche zaken nam
Jaspar deel aan talrijke internationale con
ferenties en aan de werkzaamheden van den
Volkenbond. Hij was o.m. president van de
bekende Haagsche conferentie. Zeer Fransch
gezind stuurde hij aan op het sluiten van
een Fransch—Belgisch economisch accoord,
dat echter door het Parlement werd ver
worpen, wat zijn aftreden tot gevolg had.
Twee jaar later na den val van het katho
liek-socialistische kabinet PoulletVander-
velde, keerde Jaspar naar de Wetstraat terug
als minister-president.
Onder zijn leiding, met Franqui als z.g.
dictator van de franc, werd het Belgische be
taalmiddel voor de eerste maal gedeva
lueerd. Als minister-president werd hij
tevens achtereenvolgens minister van kolo
niën en van binnenlandsche zaken.
Het kabinet Jaspar viel in Mei 1931 op de
kwestie van de credieten voor de grens-
verdediging. Toen in October 1932 het ka
binet Renkin ontslag nam als gevolg van
financieele moeilijkheden, werd eens te
meer een beroep gedaan op Jaspar voor de
portefeuille van firanciën in het kabinet de
Broqueville, dat eenige maanden later om
speciale volmachten verzocht, teneinde door
middel van een reeks Koninklijke besluiten
het evenwicht van de begrooting te kunnen
Wie zal paus Pius XI
opvolgen
Het conclaaf voor de keuze van een
nieuwen paus kan belangrijk worden in de
historie der katholieke kerk. Zij, die de ten
denties bestudeeren, vooral in de Vereenig-
de Staten, spreken over een vastbesloten
oppositie der Amerikaansche kerkautoritei-
ten tegen hetgeen zij beschouwen als de
Italiaansche doctrine, n.1., dat de paus nood
zakelijk een Italiaan moet zijn.
Wanneer, gelijk algemeen verwacht
wordt, een Italiaan gekozen wordt, is het
niet onmogelijk, dat een der gevolgen van
het conclaaf zal zijn een wijziging in de
samenstelling van het heilige college, met
een eventueel meer evenwichtige verhou
ding tusschen de verschillende nationalitei
ten. Thans heeft Italië met 40 millioen
katholieken 35 kardinalen, de Ver. Staten
met 20 millioen 3 kardinalen, Frankrijk
met 40 millioen 6 kardinalen, Brazilië met
40 millioen 1 kardinaal en het Britsche rijk
met 13 millioen katholieken 3 kardinalen.
Aangezien de H. Stoel ook wereldlijke za
ken te behandelen heeft, speelt het beleer
over de Vaticaansche fondsen een rol i"1 de
meeningsverschillen ten aanzien van het
heilige college.
„Das Schwarze Korps" schrijft naar aan
leiding van het overlijden van Pius XI, dat
de ware nationaal-socialisten in dezen paus
„den man zien, die als hoofd der roomsche
kerk duidelijk stelling heeft gekozen tegen
de totalitaire staten en in het bijzonder te
gen het nationaal-socialistische Duitschland.
Wie ook de nieuwe paus mag zijn, het nat.-
soc. zal trouw blijven aan de volgende be
ginselen:
„Wij zullen onverbiddelijke voorvechters
van een duidelijke scheiding tusschen ker
kelijke en godsdienstige zaken eentrzijds en
politieke aangelegenheden anderzijds blij
ven. Wij zulln verwoed blijven strijden
voor de zuiverheid en het radicalisme van
de nat.-soc. leerstellingen. Wij zullen on
verzoenlijk alle misbruik van godsdienst
voor politieke doeleinden blijven signalee-
ren, of wij het constateeren bij een eenvou-
digen dorpskapelaan of bij den nieuwen
stedehouder van Christus op den H. Stoel.
Op het gebied der binnenlandsche en bui
tenlandsche politiek, zullen wij ons door
geen enkele macht voorschriften laten ge
ven, ook niet, wanneer die vervat zijn in
encyclieken of herderlijke brieven.
Het kan ons weinig schelen, of de periode
van politieken strijd, waartoe Pius XI het
katholicisme gebracht heeft, met de nieu
we pauskeuze zal ophouden of voortduren.
Wij zullen voor het nat.*soc. Duitschland
strijden in oorlog of vrede met den opvol
ger van Pius XI. Dat is het woord, hetwelk
wij spreken tot dé vier Duitsche kardina
len, die op weg zijn naar het conclaaf".
Te Parijs houdt men zich nog steeds be
zig met de kwestie van de betrekkingen
met Burgos. Havas meldt n.1., dat minister
Bonnet gisteren een onderhoud heeft gehad
met senator Bérard. Beide staatslieden heb
ben alle aspecten bestudeerd van het
Spaansche probleem, dat Bérard te Burgos
zal moeten behandelen. Hij zal met de
rechtsche regeering niet alleen de instel
ling van diplomatieke betrekkingen tus
schen Frankrijk en het rechtsche Spanje
moeten voorbereiden, hetgeen met zich
medebrengt de oplossing van talrijke en
delicate juridische problemen, maar hij zal
tevens talrijke kwesties moeten oplossen,
die de aanwezigheid in Frankrijk van de
Spaansche uitgewekenen aan de orde stelt.
Bérard heeft eveneens besprekingen ge
voerd met Jules Henry, den Franschen am
bassadeur in het iepublikeinsche Spanje,
die zich op het oogenblik te Parijs bevindt.
Bérard weigerde verklaringen af te leg
gen; hij beperkte zich er toe mede te dee-
len dat hij gisteravond een onderhoud zou
hebben met Daladier en waarschijnlijk
morgen naar Burgos zal vertrekken met
een aantal medewerkers. De duur van zijn
reis is nog niet vastgesteld, maar .'.al waar
schijnlijk vrij kort zijn. Bérard verwacht
Franco te ontmoeten. Naar de opvattingen
van Bérard brengt de missie, waarmede hij
belast is, de erkenning de f a c t o met zich
mede van de regeering van Burgos.
In de Lagerhuiszitting werd gisteren ge
sproken over den toestand in Noord-Afrika.
In antwoord op een vraag heeft Butler n.1.
gezegd, dat de Italiaansche strijdkrachten
in Libye in April tusschen de 65.000 en
70.000 man sterk zijn geweest. Er is reden
aan te nemen, dat na de onderteekening
der Engelsch-Italiaansche overeenkomst 'n
aanmerkelijke vermindering der effectieven
volgde. Zij worden thans op 30.000 tot
32.000 man geschat.
Spr. verklaarde voorts, dat hem geen in
lichtingen hadden bereikt, dat Italiaansche
strijdkrachten door Duitsche waren vervan
gen.
Deze mededeeling van Butler stemt ech
ter niet overeen met het bericht van den
diplomatieken medewerker van de „Daily
Telegraph" volgens hetwelk de Italiaansche
minister van buitenlandsche zaken, graaf
Ciano, den Britschen ambassadeur te Rome
heeft bevestigd, dat Italië een leger van
60.000 man in Libye heeft geconcentreerd.
Overigens meldt Havas thans uit Lon
den, dat in Britsche diplomatieke kringen
de persberichten, volgens welke lord Perth
van Ciano inlichtingen over de sterkte der
Italiaansche troepen in' Libye heeft ge
vraagd, worden bevestigd. Behalve hetgeen
daaromtrent reeds gemeld is, zou Ciano
Perth nog hebben medegedeeld, dat de Ita
liaansche trgepen in Libye versterkt zijn
met het oog op de uitbreiding der Fransche
troepenmacht in Tunis. De Italiaansche mi
nister zou daaraan hebben toegevoegd, dat
zijn regeering voornemens is tot verminde
ring over te gaan, wanneer de toestand
weer normaal zal zijn geworden.
verzekeren. Jaspar bleef minister van fi
nanciën in het tweede kabinet de Broque
ville, samengesteld in Februari 1934. Vier
maanden later bij een wijziging in de samen
stelling van het kabinet volgde hij Paul
Hymans op aan buitenlandsche zaken, ter
wijl de Vlaamsche katholiek Sap de porte
feuille van financiën overnam. In November
1934 moest het kabinet de Broqueville plaats
maken voor het kabinet Theunis. De minis
tersloopbaan van mr. Jaspar, inmiddels tot
minister van staat benoemd, liep aldus in
November 1934 teneinde.
Sinds 1936 was hij ook geen lid meer van
de Kamer. Zijn laatste politieke daad was
de aanvaarding Zondag j.l. van de Konink
lijke opdracht tot samenstelling van een
nieuwe regeering, die de plaats zou innemen
van het afgetreden kabinet Spaak,
Maandagavond deelde hij mede tenge
volge van den socialistischen tegenstand in
zijn poging niet te zijn geslaagd. Ook van
Vlaamsche zijde had hij zeer veel tegen
stand ontmoet. Niets liet echter zijn spoedig
einde voorzien. Het onverwachte overlijden
van dezen verdienstelijken en eerlijken,
hoewel in sommige politieke kringen niet
zeer beminden staatsman, v bracht gister
avond in de hoofdstad en ook elders een
diepen indruk te weeg.
Naar het Chineesche telegraaf agentschap
mededeelt, heeft vorst Sjah, voorzitter van
den Mongoolscher autonomen politieken
raad, tegenover vertegenwoordigers van de
buitenlandsche pers verklaard, dat hij den
steun van twaalf millioen Mongolen toe
zegde aan de Chineesche politiek van strijd
tot het laatst, onder leiderschap van Tsjiang
Kai-sjek, ten einde de grondslagen te ver
nietigen van de Japansche poging om de
Mongoolsche vanen van China te vervreem
den. Prins Sjah is naar Tsjoengking gekomen
om daar de functie op zich te nemen van lid
van den staatsraad in de nationale regee
ring. Hij verklaarde voorts tegenover de
vertegenwoordigers van de pers, dat Japan
sedert het Mantsjoerijsche incident alles in
het werk stelt om Binnen-Mongolië te dwin
gen zich af te scheiden van China. Hij gaf
echter de verzekering, dat met uitzondering
van enkele Mongolen, die bereid zijn om
werktuigen der Japanners te worden, de
overige Mongolen trouw blijven aan de
nationale regeering. De Mongolen organi-
seeren guerrilla-eenheden en oefenen man
schappen om den Japanschen aanvallers
tegenstand te bieden, terwijl vele Mongool
sche leiders, die vroeger zich hadden over
gegeven aan de Japanners, hen thans be
strijden.
De Mongolen, zoo verklaarde vorst Sjah
onder meer nog, vormen een integreerend
deel van de vijf Chineesche rassen. Zij zijn
vastbesloten hun leven te geven om hun
vaderland te verdedigen.
Gisteravond heeft Pierlot, die gisteren,
opdracht kreeg een regeering te vormen,
eerst een onderhoud gehad met Wauters.
waarna hij een bespreking heeft gevoerd
met de liberalen van der Poorten en Ch. E.
Janssen over de zaak-Martens. De beide
liberalen hebben voorgesteld, een eereraad
te benoemen, dide zaak-Martens zou moe
ten onderzoeken. Pierlot heeft gemeend,
deze formule niet te kunnen aanvaarden en
onder deze omstandigheden hebben van der
Pocrten en Janssen het hun gedane aanbod,
zitting te nemen in de regeering, moeten
afslaan. Enkele oogenblikken later heeft
Pierlot zich naar het paleis begeven om den
koning verslag ui* te brengen.
Vorming eener twee-partijenregeerïng?
Pierlot heeft later in den avond tegen
over de journalisten verklaard, dat hij bij
de uitvoering van zijn opdracht moeilijkhe
den heeft ondervonden in verband met de
zaak-Martens, daar de vertegenwoordigers
van de liberale party een oplossing van deze
kwestie verlangen.
Mocht een der meerd' rheidspartijen haar
medewerking weigeren, dan zou de forma
teur de kwestie van de samenstelling eener
regeering met de persoonlijkheden, die hem
reeds hun medewerking hebben toegezegd,
opnieuw onder de ooger, moeten zien. Hij
heeft te kennen gegeven, dat hij in dit ge
val een twee-partij enregeering zou kunnen
samenstellen.
Pierlot denkt vandaag een besluit te ne
men, aangezien de kabinetscrisis niet langer
kan duren.
t