DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Erkenning van Franco door Londen
en Parijs!
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.—,
franco door Set geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENj
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0-25, groote
contracten rabat Groote letters naar olaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330.
No. 48 Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK.
Overeenkomst tusschen Bérard en Jordana.
Daladier wint het pleit in de
Fransche Kamer.
Zaterdag 25 Februari 1939
Bérard's besprekingen
met Jordana.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
141e Jaargang
De algemeene toestand.
Engeland's plannen inzake
Palestina.
Poolsch-Duitsche wrijving
te Dantzig.
Demonstraties in Polen.
De opening van het Conclaaf
De eerste dagen.
(Ongecorrigeerd.)
ALKMAARSCHE COURANT.
Herriot, de voorzitter van de
Fransche Kamer, heeft gisteren de be
paling van een datum aan de orde ge
steld voor de behandeling van de in
terpellatie, welke was ingediend door
den voorzitter van de parlementaire
groep voor Fransch-Spaansche vriend
schap, Forcinal. Deze interpellatie be
trof de vertegenwoordiging van Frank
rijk in rechts-Spanje.
Daladier verzocht uitstel' van behan
deling, en stelde de kwestie van ver
trouwen.
Forcinal gaf hierop een uiteenzetting van
de argumenten tegen erkenning de jure
van Burgos. Het gaat om de Fransche vei
ligheid. Spr. vreest, dat er een politiek van
het vodje papier tegen Frankrijk gevoerd
wordt. Zoolang Italiaansche en Duitsche
soldaten in het rechtsche Spanje zijn, is het
niet mogelijk de regeering te Burgos te er
kennen.
De socialist Izard wenschte eveneens
spoedige behandeling der interpellatie. Hij
vroeg o:a. tot welk kader de missie van
Bérard bperkt is, welke waarborgen de re
geering heeft gevraagd, welke voorwaar
den de regeering voor zichzelf gesteld
heeft. Spr. was ongerust over de aanwezig
heid van Italiaansche troepen op Spaansch
gebied. De Italiaansche soldaten, aldus spr.,
aan de gebeurtenissen op Minörca herinne
rend, gehoorzamen Mussolini en niet Fran
co. Wanneer zich in Maart een internatio
nale crisis mocht voordoen, zullen de socia
listen hen, die Franco erkend zullen heb
ben en die de imperiale Fransche verbin
dingslijnen hebben opgeofferd, recht in de
oogen kunnen zien.
Nadat Lapie (soc.) en-Florimond Bonte
(comm.) nog het hunne hadden opgemerkt
nam Daladier het woord toegejuicht door
rechts, centrum en de radicalen.
'-Hij verklaarde: Ik zal den interpellanten
nauwkeurig antwoorden.
In verband met uit Londen ontvangen
inlichtingen en met de eerste aandui
dingen, die Bérard mij gegeven heeft
over zijn besprekingen, ben ik voorne
mens Maandag in den ministerraad voor
te stellen de regeering van Franco de
jure te erkennen.
Florimond Bonte heeft gesproken over de
veiligheid van een derde grens. Over een
lengte van 600 K.M. is Frankrijk aan deze
grens thans in contact met het Spanje van
Franco. Dat is de reden, waarom de Fran
sche regeering betrekkingen vari goede na
buurschap met de werkelijke regeering
moet onderhouden en dat is van nu af aan
de regèering van Franco.
Wie kan gelooven, dat het republikein-
sche leger langer dan enkele weken weer
stand kan bieden? Dat gelooft ook Azana
niet.
Voortgaande gaf Daladier uitdrukking
aan de ontroering van geheel Frankrijk ten
aanzien van de situatie van president Aza
na. Azana overwoog reeds lang, dat de
strijd hopeloos was. Hij raadde de regee
ring van Negrin aan vrede te sluiten met
generaal Franco.
Engeland, zoo is ons medegedeeld op 22
Februari, meende, dat de tijd voor erken
ning gekomen was en het heeft besloten
de volgende week de regeering van Franco
te erkennen.
Wij zullen dus, dank zij de samenwer
king met Groot-Brilannië, een politiek van
edelmoedigheid kunnen voeren en, zoo noo-
dig waken voor het behoud van de onaf
hankelijkheid van Spanje. En vooral met
het oog op de internationale politiek, moe
ten wij een vertegenwoordiger bij gene
raal Franco hebben. Dat is ook het stand
punt van onze nationale veiligheid. Ik ben
er van overtuigd, dat nog dit jaar de vrede
met waakzaamheid zal moeten worden, ver
dedigd. Frankrijk moet te Burgos tegen
woordig zijn, in plaats van er afwezig te
zijn.
Toen de communisten hierop protesteer
den, richtte Daladier zich als volgt tot
hen:
„Ik pretendeer niet, u te overtuigen. Ik
besluit met u de beslissing mede te dee-
len, welke ik genomen heb. Ik ben vast
besloten, er voor te zorgen, dat Frankrijk
in de Spaansche aangelegenheden niet ge-
isoleerd wordt, evenmin als het dit in eenig
ander deel ter wereld mag zijn. Deze poli
tiek verdedig ik buiten ieder politiek par
tijverband, vrij van iederen druk. Ik heb
slechts de veiligheid van Frankrijk op het
oog".
Daladier werd levendig toegejuicht door
de afgevaardigden van rechts, het centrum
en links.
Nadat de socialist Vincent Auriol nog
verklaard had, niet te accepteeren, dat
men Dinsdag voor een voldongen feit zal
worden geplaatst, werd het voorstel om de
interpellatie uit te stellen, waarbij de re
geering, zooals gezegd, de kwestie van ver
trouwen had ingesteld, in stemming ge
bracht.
Met 323 tegen 261 stemmen werd Dala-
dier's voorstel aangenomen.
De kamerzitting werd daarop verdaagd
tot Dinsdag.
Volgens in de wandelgangen van de Ka
mer verkregen inlichtingen behoorden tot
de 261 leden van het parlement, die tegen
het voorstel tot uitstel van de interpella
ties over de Spaansche aangelegenheid heb
ben gestemd alle communisten en socialis
ten, een vijftiental soc.-radicalen en even
zoo veel leden der onafhankelijke linker
zijde en der socialistische republikeinsche
unie.
Aftreden van Azana?
In Spaansche republikeinsche krin
gen te Parijs wordt verklaard, dat op
den dag, waarop de Fransche en Brit-
sche regeeringen zullen overgaan tot
erkenning van de regeering van Bur
gos, president Azana zal aftreden en
uit Parijs zal vertrekken.
Na. afloop van zijn onderhoud met Jor
dana, dat na twee uur gistermiddag was
geëindigd, heeft Bérard, de buitengewone
gezant van Frankrijk een verslaggever van
Havas verklaard, dat, hij gisteravond nog
een gesprek met Jordana zou hebben, daar
nog verschillende dingen moeten worden
geregeld.
Na een langdurige conferentie zijn de
Spaansche en Fransche gedelegeerden tot
een overeenkomst gekomen, welke gister
avond bij een laatste- onderhoud tusschen
Bérard en Jordana zou worden besproken.
De overeenkomst of juister gezegd de
balans der wederzijds aangegane verplich
tingen over de voornaamste vraagstukken,
welke voorwaarden vormen voor een her
vatting van de normale betrekkingen tus
schen Frankrijk en Spanje zal vervat
zijn in een tekst, welke alleen den belang
hebbenden regeeringn bekend zal zijn.
Van deze vraagstukken zijn die betrek
king hebbende op het post-, telefoon-, tele
graaf- en spoorwegverkeer opgelost.
Vannacht meldde Reuter uit Burgos, dat
de besprekingen tusschen Bérard en Jor
dana tot een overeenkomst hebben geleid
en geëindigd zijn.
Onder het opschrift „Oorlog in zicht?"
publiceert de Duitsche rijksminister dr.
Göbbels in de Zaterdag-editie van den
Völkischen Beobachter een artikel, waarin
hij zjjn meening uiteenzet over de in
zekere deelen van hét buitenland tegen
Duitschland gevoerde campagne.
Wie in deze dagen, zoo schrijft hij, de
buitenlandsche leugen- en opruiïngspers
doorbladert, zou gemakkelijk tot de ge
dachte komen, dat Europa aan den rand van
een nieuwen wereldoorlog staat.
Wat willen de democratieën eigenlijk?
Zij zijn niet getreden in de vredes-aanbie-
dingen van Hitier, noch verwaardigden zij
zich te discuteeren over de door hem ge
stelde bewapeningseischen. De problemen,
die opgelost moesten worden, zijn opgelost,
omdat de innerlijke dynamiek der Europee-
sche situatie dat eischte. De democratieën
verklaren, dat haar volkeren ontzaglijke
nationale offers op zich moeten nemen om
bewapening in orde te brengen, opdat zij
zich niet verder de aanmatiging der autori
taire staten behoeven te laten welgevallen.
Men is dus klaarblijkelijk besloten de
autoritaire staten op een geschikt lijkend
oogenblik neer te slaan, als die bewapenin
gen nog zin moeten hebben. Wij willen de
democratieën niet aanvallen, wij willen ze
niet tot- het nationaal-socialisme bekeeren
en desondanks bedreigen wij ze!
Göbbels verwijst dan naar een uitlating
van de News Chronicle betreffende de
nieuwsuitzendingen in het Duitsch door de
Engelsche radio, waarin gezegd werd, dat
het bij voortzetting van deze uitzendingen
mogelijk is „een wig te drijven tusschen het
Duitsche volk en zijn heerschers, die ti ach
ten het in het duister te houden".
Dat is dus de bedoeling en in die stout
moedige hoop ontmoeten elkander de vijan
den van het Duitsche volk in het buiten
land en de kleine kliek van intellectueele
en beroeps-neenzeggers in het land zelf. Zij
vormen tezamen de internationale van de
vijandschap jegens het Duitsche rijk. Zelfs
het atheïstische, aan kerk en religie vijan
dige, bolsjewisme, gaat broederlijk samen
met de roomsche kerk, alleen omdat het in
haar een vijand gelooft te kunnen zien van
de autoritaire staten. Het past dan ook vol
komen in dit beeld, wanneer Amerikaansche
bladen weten te beweren, dat president
Roosevelt op 31 anuari 1939 voor de se
naatscommissie voor legerzaken verklaard
heeft, dat in geval van oorlog de grenzen
der Ver. Staten in Frankrijk liggen. Dat is
immers op zich zelf niets nieuws, want de
grenzen van Engeland liggen, zooals men
weet, aan den Rijn en de grenzen van
Frankrijk, zooals bekend is, aan de Weich-
sel. Onze vestingwerken en de kwaliteit en
de kracht van de Duitsche weermacht wor
den bij deze kinderachtige en dwaze bepa
lingen in het geheel niet in aanmerking
genomen.
De democratieën zouden er goed aan doen,
wanneer zij zich met zichzelf bemoeiden.
Göbbels somt dan een reeks buitenland
sche berichten op, welker onwaarheid reeds
door de gebeurtenissen is bewezen en
schrijft, na er op gewezen te hebben, dat de
bestaansrechten van het Duitsche volk na
tuurlijk ook betrekking hebben op de Duit
sche koloniale eischen: „De achter deze op
ruiing zittende mannen zijn ons wel bekend.
Zij moeten gezocht worden in de kringen
van het internationale Jodendom, de inter
nationale vrijmetselarij en het internationale
marxisme. Voor het Duitsche volk bestaat
daar tegenover slechts een leuze: kijken
naar den führer en de leugens van onze
tegenstanders met souvereine minachting
bestraffen. Wij hebben geen lust ons eeuwig
te laten rekenen tot de bezitloozen.
Overigens willen wij den vrede. Voor den
vrede is het nooit te laat. Men moet er
slechts de grondslagen voor leggen, niet met
phrases, doch met daden. Ook de volkeren
willen den vrede. Het Duitsche volk wil
bovendien nog iets meer, wat de andere
volkeren reeds lang bezitten: de beveiliging
van zijn nationale leven en rechtvaardig
heid".
Göbbels had nog iets kunnen zeggen, al
kwam dit misschien niet in het kader van
bovengenoemd artikel te pas: hij had n.1.
het koloniale vraagstuk nog eens weer
kunnen ter hand nemen.
Maar dat heeft rijkslejder generaal ridder
von Epp inmiddels gedaan. Deze heeft gis
teren nog eens breedvoerig de motieven
uiteengezet, die Duitschland er toe gebracht
hebben tegen het einde van de negentiende
eeuw overzeesche gebieden te scheppen,
nadat de andere volken die geografisch in
een gunstiger positie waren, daarin een
voorsprong van eeuwen hadden. Hij bracht
in dit verband vooral hulde aan Bismarck,
die Duitschland gebieden wilde geven, onder
eigen souvereiniteit, ingeval eenmaal de
producten uit de gebieden van andere sou-
vereiniteiten niet meer door middel van
handel verkrijgbaar zouden zijn. Wat
Duitschland in '25 jaar in Afrika en in de
Zuidzee aan kolonialen pioniersarbeid heeft
gepresteerd was volgens von Epp in de ge
schiedenis der kolonisatie voorbeeldig.
Ten slotte zeide hij. dat het voor Duitsch
land zoowel als voor de wereld volstrekt
noodzakelijk is de Duitsche koloniale
eischen hoe eerder hoe beter in te willigen.
De verdeeling der wereld in „bezitters" en
„niet-bezitters" kan niet eeuwig blijven be
staan. Groeiende volken hebben ruimte
noodig. De führer heeft deze wereld doen
weten, dat Duitschland zijn recht op de
verdeeling der goederen van deze aarde
eischt. Het eischt de opheffing der belache
lijke voogdij over zijn overzeesch eigendom.
Het Duitsche volk eischt daarenboven, als
een der leidende beschaafde volken van
deze wereld, een aandeel in een stelsel
matige verdeeling der in de wereld aanwe
zige ruimte, zooals deze voor een volk van
tachtig millioen zeer hoogstaande menschen
er. zijn toestand noodig is.
Bérard.
De politiek der Britsche regeering in
Palestina, welke de volgende week be
kend zal worden gemaakt, kan volgens
inlichtingen uit de omgeving der confe
rentie als volgt worden saamgevat:
1. Het mandaat zal gehandhaafd blij
ven voor een minimumtijd van vijf jaar
en met een onbeperkten maximalen
duur. Deze duur zal afhangen van de
ontwikkeling van het Joodsche probleem
en de mogelijkheden tot vestiging van
Joodsche landverhuizers uit Centraal
Europa in landen van het Britsche rijk
en elders. Terzelfder tijd zou Engeland
t het recht der Arabieren in Palestina er
kennen op onafhankelijkheid.
2. Gelijk reeds gemeld werd, zullen de
immigratie en de verkoop van Arabische
landerijen aan het Joodsche agentschap on
derworpen worden aan de tweevoudige nu
merieke en geographische controle. Nume
riek zou het Joodsche agentschap gehouden
zijn een jaarlij ksch aantal in acht te nemen,
als contingent, dat door de Britsche regeering
zal zijn toegestaan. De duur der immigratie
zelve zou beperkt worden tot enkele jaren,
Wat de geographische controle betreft, zal
Palestina verdeeld worden in drie zones: een
eerste, waarin de immigratie geheel ver
boden zal zijn, daar het verzadigingspunt
is bereikt, een tweede, waar zij beperkt zal
worden en een derde, waar zij vrij zal blij
ven, ten minste gedurende de periode, waar
in de immigratie toegestaan zal blijven.
Gedurende de onbepaalde overgangs
periode, tot aan het laten varen van het
mandaat, zouden de Arabieren in Palestina
worden uitgenoodigd vertegenwoordigers te
benoemen in een soort gekozen parlement,
evenals de Joden.
In feite zou Engeland den aanleg over
wegen van een kanaal, dat de Palestijn-
sche kust zou verbinden met de haven
Akaba aan de Roode Zee, door de vallei
van den Jordaan en de Doode Zee, ten
einde een tweede Suezkanaal te krijgen
uit voorzorg tegen vernielingen of blok
keering van het eigenlijke Suezkanaal
in geval van oorlog in de Middelland-
sche zee.
Ook zou Engeland overwegen een directe
spoorwegverbinding aan te leggen tusschen
Maan en Akaba, teneinde den spoorweg Mos-
soel-Medina te verlengen en de petroleum-
voorziening te verzekeren, ingeval de buis
leiding vernield mocht worden. De ontwer
pen hebben reeds een voorwerp van studie
gevormd voor deskundigen, die gewezen
zouden hebben op de enorme uitgaven, die
daarmede verbonden zouden zijn. De Brit
sche regeering zou echter besloten hebben
de plannen toch voort te zetten in verband
met de internationale omstandigheden. Wan
neer het plan tot een Arabische federatie van
Palestina en Trans-Jordanie verwerkelijkt
zou worden, zou dat een strategisch belang
van den eersten rang vormen.
Te Warschau hebben gistermiddag
verscheidene honderden studenten en
tegen de tweeduizend anderen betoogd
tegen de houding der autoriteiten van
Dantzig jegens de Polen.
De betoogers wisten er, niettegen
staande verzet van de politie, in te
slagen de Duitsche ambassade te berei
ken. Zij hieven anti-Duitsche kreten
aan en zongen een anti-Duitsch lied.
De Poolsche afgevaardigde Janicki heeft
in een rede over Gdynia incidenten te
Dantzig ter sprake gebracht. Hij protesteer
de tegen de aanvallen op Poolsche burgers
en eischte, dat aan de prvcooaties een einde
zou worden gemaakt. Verder vroeg hij
maatregelen tot sluiting van een koffiehuis,
waarop een aanplakbiljet met de woorden:
„Geen toegang voor honden en Polen" was
aangebracht,
De senaat van Dantzig heeft gisteren bij
den Poolschen commissaris-generaal te
Dantzig geprotesteerd tegen een motie, on
langs aangenomen door den bond van
Poolsche studenten te Dantzig en tegen de
interpellaties in den Poolschen landdag
over Dantzig. Men meent te weten, aldus
Havas, dat de vertegenwoordiger van den
senaat verklaard heeft, dat dergelijke din
gen de goede betrekkingen tusschen Dant
zig en Polen kunnen schaden.
De Poolsche leerlingen van de polytech
nische school te Dantzig hebben gisteren de
schoolgebouwen moeten verlaten. Hierbij
hebben zich geen incidenten voorgedaan.
Felle studenten betoogingen.
Havas meldt uit Posen:
De studentenorganisaties in Posen
hebben gistermiddag felle betoogingen
tegen Duitschland gehouden, waarbij
zij een resolutie aannamen, waarin de
sluiting geëischt wordt van die Duit
sche scholen in Polen, wier aantal uit
gaat boven dat van Poolsche scholen
in Duitschland.
Een tweede resolutie verklaart, dat
de studenten vastbesloten zijn met hun
eigen middelen den toegang te ontzeg
gen aan de Duitsche studenten tot de
universiteit.
Zij zullen alle particuliere betrekkin
gen met hen verbreken en verklaren,
dat zij niet meer „satisfaktionsfahig"
zijn.
Havas meldt nader uit Dantzig, dat in
strijd met de berichten uit Duitsche bron
de leerlingen van de politechnische school
niet vreedzaam verwijderd zijn, doch na
heftige incidenten en na tusschenkomst
van een compagnie S.S.-troepen.
Het officieuze Poolsche telegraafagent-
schap meldt omtrent deze kwestie: Na een
conflict tusschen Poolsche en Duitsche stu
denten van de school in een café te Dantzig
hebben de Poolsche studenten een protest
vergadering gehouden. Daar de Duitsche
studenten de aldaar aangenomen resolutie
beleedigend achtten, hebben zij de Poolsche
leerlingen met geweld uit de leslokalen
verwijderd. De Poolsche studentenorgani
satie heeft bij den rector geprotesteerd. De
Poolsche commissaris-generaal te Dantzig
heeft bij den senaat een protest ingediend
en bescherming van de Poolsche studenten
gevraagd. Men heeft hierboven gelezen, dat
de senaat ook zijnerzijds heeft geprotes
teerd.
Duitschlands roofzuchtige politiek.
De anti-Duitsche studentenbetoogingen,
die de sympathie der bevolking hadden,
hebben een ongewoon karakter gedragen.
Zij duurden verscheiden uren in verschei
dene deelen der stad. Sedert 1936 waren
geen anti-Duitsche betoogingen van dezen
omvang voorgekomen. Studenten van alls
partijen va nrechts, van het nationale kamp
en van links, hebben er aan deelgenomen.
Heftige kreten werden geuit tegen de poli
tiek van toenadering tot Duitschland, zelfs
keerde men zich tegen Beek persoonlijk.
Een student sprak een redevoering uit,
waarin hij o.m. zeide: Duitschland begint
weer een roofzuchtige politiek te voeren.
De schooljeugd is bereid het uniform aan
te trekken en geheel haar plicht te doen".
Voor de Duitsche ambassade werd ge
schreeuwd: „Weg met Duitschland, weg
met Hitier, weg met de Duitsche hegemonie
over Europa". Een groep van 500 betoogers
trok vervolgens naar het gebouw van den
inspecteur generaal van het leger, de wo
ning van maarschalk Smigly Rydz, schreeu
wende: „Vice-maarschalk, maarschala leidt
ons naar Dantzig".
De Poolsche bladen hebben strenge in
structies gekregen niets te publiceeren over
de betoogingen, sommige edities zijn in be
slag genomen. Ook de Duitsche kringen te
Warschau toonen zich zeer gereserveerd.
De prefect van de pauselijke ceremoniën,
mgr. Respighi heeft de leden van het hei
lige college de .Intimatio" of verordening
voor het Conclaaf doen toekomen.
Hierin wordt voorgeschreven, dat de
kardinalen zich op 1 Maart des morgens te
half tien naar de Paulijnsche kapel zullen
begeven, waar de deken der kardinalen,
Z. H. Em. Granito Pignatelli Di Belmonte
een H. Mis ter eere van den heiligen geest
zal opdragen.
Bij deze plechtigheid zullen de kardina
len gekleed zijn in een wollen toog met
eenvoudig rochet en hermelijnen schouder
mantel, welke gevoerd is met paarse zijde.
Des middags te half vier op denzelfden
dag zullen de kardinalen zich in dezelfde
kapel verzamelen, van waar zij zich in pro
cessie, in volgorde van Anciënniteit, en
voorafgegaan door het kruis, naar de zaal
van het Conclaaf begeven onder het zingen
van het „Veni Creator". Bij deze plechtig
heid zullen de kardinalen gekleed gaan in
toog met paarsen wollen schoudermantel
en ceintuur van dezelfde kleur, zonder
rochet.