2teuffletm
et raadsel
Riverside Drive.
Zware fabrieksbrand.
Intensieve hulp aanjeugdige
werkloozen.
Stichting „Nederlands Volkskracht"
met medewerking van de regeering.
Door trailer overreden.
Twee dooden.
Een vuurzee in een stroocarton-
fabriek te Sappemeer.
Burgemeester ontslagen.
Wegens onnationnale
uitlatingen.
GEMENGD NIEUWS.
van
TWEEDE BLAD.
Met enkele woorden zijn dezer dagen
reeds mededeelingen gedaan omtrent de
oprichting van de stichting „Nederlands
Volkskracht", welke is ontstaan door een
samenwerking tusschen de Amsterdamsche
maatschappij voor jongemannen te Amster
dam en de Volkshoogeschool „Allardsoog"
te Bakkeveen, en welke beoogt in den strijd
tegen de jeugdwerkloosheid een zeer ac
tieve rol te spelen, niet alleen door het
verschaffen van arbeid en het geven van
arbeidsscholing aan jonge werkloozen, doch
bovendien door het wekken van een gezon
den geest onder onze jongeren, die door de
moeilijke conomische omstandigheden mo
reel dreigen te verslappen.
Het werkplan, dat de stichting heeft ont
worpen ten einde haar doelstelling te ver
werkelijken en waaraan de minister van
sociale zaken in beginsel zijn goedkeuring
heeft gehecht, bevat in de eerste plaats het
inrichten van kampcentra voor jongeren
van 16 tot 24 jaar.
De werkzaamheid onder deze jongeren
zal geconcentreerd worden in vier kamp
centra, ieder ruimte biedend voor duizend
jongeren, verdeeld over tien kampeenhe
den van 100 man. Deze kampcentra zullen
geleidelijk worden opgebouwd. Zoodra een
centrum zijn vollen omvang bereikt zal
hebben, zullen per jaar, by een kampduur
van drie maanden, derhalve 4000 jongeren
hierin ondergebracht kunnen worden, het
geen, beteekent, dat op den duur de 4 kamp
centra samen aan 16.000 jongeren jaarlijks
gelegenheid zullen bieden een kamp mee
te maken.
De stichting stelt zich voor de centra te
vestigen in Westerwolde, Z.O. Friesland,
Twente en op de Veluwe, dan wel. in Noord-
Brabant. De regeéring zal 'voor de vesti
ging der centra de benoodigde gronden ter
beschikking stellen.
De deelnemers aan de kampen zullen
allereerst weer arbeid verrichten, waartoe
in de streken, waar de kampen gevestigd
zullen worden, goede objecten aanwezig
zijn. Zij zullen een vakopleiding kunnen
volgen of herschoold worden; te dién einde
zullen bij de kampen centrale werkplaat
sen en landarbeidersscholen onder deskun
dige leiding worden opgericht.
Daarnaast zal aan de geestelijke en zede
lijke vorming der kampdeelnemers alle
aandacht besteed worden. In het algemeen
zullen de methoden gevolgd worden; die in
dé werkloozenkampen der A.M.J.V. en der
Volkshoogeschool naar algemeen inzicht tot
goede resultaten geleid hebben.
De medewerking van verschillende des
kundigen is bovendien verzekerd, zoodat
eén technisch en een paedagogisch curato
rium gevormd kunnen worden, zoodra het
vaststaat, dat het werkplan verwezenlijkt
wordt.
Oök een „schipperskamp".
Naast de vier groote kampcentra zal-een
kampopleiding georganiseerd worden voor
"jöngéhs, die zich tot de binnen-, kust- en
Rijnvaart aangetrokken voelen. Deze oplei
ding zal een half jaar duren. De deelne
mers worden ondergebracht in een daartoe
bijzonder geschikt gelegen huis aan den
IJsel bij Zwolle; zij bezoeken de ter plaatse
bestaande schippersschool.
Het aantal deelnemers zal 50 per kamp,
dus jaarlijks 100 bedragen. Vandaag wordt
een pr.oefkamp officieel geopend op het
daartoe ter beschikking gestelde gedeelte
van het opleidingsschip, de „Koningin Wil-
helmina" te Amsterdam. Hier zullen twee
cursussen van een half jaar gehouden wor
den, welke worden gegeven door het On
derwijsfonds voor de binnenvaart.
Meisjeswerkgemeenschappen.
Voorts zullen vanwege de stichting plaat
selijke werkgemeenschappen voor meisjes
Van 14 en 15 jaar worden georganiseerd.
Dèzé werkgemeenschappen zullen een mo
derne opleiding vormn tot gezins- en huis-
houdelijken arbeid.
Eveneens bestaat het plan meisjeskam
pen te organiseeren in opzet gelijkend op
die der mannelijke onge werkloozèn. Er zal
in een daartoe beschikbaar gebouw te
Doorn een proef worden genomen, of derf
gelijke kampen tot het gewenschte resul
taat zouden kunnen leiden.
Landbouwcentrum in Frankrijk?
Tenslotte is 'gedacht aan de mogelijkheid
van emigratie voor jeugdige werklooze
landarbeiders. Plannen daaromtrent bevin-
en zich „nog in een begin-stadium en de
vraag, of zij voor verwezenlijking vatbaar
zijn wordt op dit oogenbllk door de betref
fende instanties serieus onder de oogen ge
zien.
Men overweegt namelijk de vestiging van
een landbouwcentrum in Normandië in
Frankrijk. Het spreekt vanzelf, dat hiervoor
eerst de toestemming van de Fransche re
geering zal moeten worden gevraagd.
Een kaderkamp.
Kort na Paschen zal op het terrein der
volkshoogeschool te Bakkeveen een kamp
gevestig worden, waar de toekomstige lei
ders van de jongens- en meisjeskampen op
geleid en geselecteerd zullen worden. Deze
opleiding gebeurt theoretisch en practisch
en duurt tenminste drie maanden, nadat de
deelnemers eenigen tijd in een gewoon
kamp temidden der jeugdige werkloozen
hebben geleefd.
De deelname aan de kampen.
Vrees, dat de kampen door gebrek aan
deelname niet aan hun doel zullen beant
woorden, behoeft voorloopig niet te be
staan. Het eerste proefkamp, dat zonder
propaganda geopend werd, had reeds ééns
zooveel aangiften als er plaatsen waren.
Voorts zal de jeugdregistratie door de re
geering in het geheelc land ter hand wor
den genomen en zal deze een sterken drang
tot het deelnemen aan de kampen uitoefe
nen. Bovendien zal de stichting geregeld
propaganda voeren.
De financiering van het plan.
De regeering zal de benoodigde gronden
ter beschikking stellen en tevens den op
bouw der kampen bekostigen. Bovendien
zal zij de regeering 85 pCt, van de jaarlij k-
sche exploitatiekosten vergoeden.
Als voorwaarden hiertegenover zijn ge
steld: le goedkeuring van de plannen door
den minister van sociale zaken; 2e. goed
keuring van de benoeming der kamplei
ders door den minister; 3e de ontbrekende
15 pCt. der jaarlijksche onkosten moeten
door de stichting bijeengebracht worden.
De kosten per deelnemer worden gere
kend op 6.40 per week; de stichting zal
hierin dus 0.96 bij te dragen hebben.
Voorts moet zij bijdragen een bedrag van
25.50 per week voor salarieering van lei
ders, vast personeel, centrale werkplaatsen,
landarbeidersscholen enz. per kampeenheid
van 100 deelnemers. Voor het eerste jaar
is, als totale bijdrage der stichting, een be
drag van 50.000 noodig. Bij verderen uit
bouw van de stichting zal dit bedrag gelei
delijk toenemen. Gestreefd zal worden in
komsten te verkrijgen uit subsidies van
openbare lichamen, particulieren en fond
sen van sociale strekking.
De eerste en voornaamste stoot zal niet
anders dan van particuliere zijde kunnen
komen. Door haar algemeen karakter heeft
de stichting geen kerkelijke fondsen of kas
sen van vakorganisaties, waarop zij kan
steunen.
De stichting kan haar werkzaamheden
terstond beginnen, wanneer de eerste
50.000 verzekerd zijn. De voorbereiding is
zoover gevorderd, dat, indien dit bedrag
binnen twee maanden bereikt is, de eerste
kampen reeds in de tweede helft van dit
jaar kunnen worden geopend.
Het secretariaat der stichting is gevestigd
te 's-Gravenhage, algemeen secretaris is
mr. ir. B. W. Haveman, Suezkade 180 al
daar; penningmeester is de heer D. W. de
Knijff, Dijkgravenlaan 5, Amstelveen (post
giro no. 348.000 te Amstelveen),
J. H. ROGGE.
Op bijna 67-jarigen leeftijd is te Amster
dam, na een korte ongesteldheid overleden
de heer J. H. Rogge, oud-journalist.
De heer Rogge begon zijn journalistieke
loopbaan bij het „Nieuwsblad voor Neder
land", waarna hijals chef-verslaggever in
dienst trad van het persbureau Vaz Dias.
Toen dit persbureau opgenomen werd in
het Algemeen Nederlandsch persbureau
A. N. P., werd hij daar in dezelfde functie
benoemd.
In April 1937 legde hij, wegens het be
reiken van den 65-jarigen leeftijd, zijn
werk neer. In de hoofdstad was hij een be
kende en geziene figuur, zijn arbeid bracht
hem vooral met de gemeentepolitiek in aan
raking en veertig jaar lang volgde hij vanaf
de perstribune de debatten in de raadszaal.
De heer Rogge was voorzitter van de
stichting „Het Nederlandsch Persmuseum".
Zaterdagmiddag is cp de Vrijenban-
schelaan te Delft een ernstig ongeluk
ggbeurd. Twee jongens uit Delft, P. v. d.
Kruk en H. Kamsteeg, beiden omstreeks
zestien jaar oud, die per fiets reden, zijn
door een trailer uit Utrecht overreden.
Een van de jongens werd op slag ge
dood, de ander is in stervenden toestand
naar het gasthuis overgebracht. Hy is
daar aan zijn wonden bezweken.
De jongens fietsten naast elkaar in de rich
ting van den Insulindeweg en lieten zich
voortsleepen door den trailer. De jongen, die
de auto vasthield, verloor vermoedelijk de
macht over zijn stuur en heeft zijn kameraad
daarop vastgegrepen, zoodat beiden vielen,
met het vermelde noodlottige gevolg.
EEN COLONNE HUZAREN AANGEREDEN.
Drie gewonden.
Zaterdagavond heeft de 39-jarige mr. H.,
wonende aan de Van Alkemadelaan te Den
Haag, met zijn auto op deze laan drie huza
ren aangereden, die van een colonne huza
ren te voet deel uitmaakten. Het waren de
21-jarige J. J. B., die het linkerbeen brak, de
20-jarige P. ter V., die het linkersleutelbeen
brak en de 20-jarige H. J. G., die een ge
compliceerde linkerbeenbreuk kreeg. Alle
drie werden naar het militaire hospitaal ver
voerd.
WIELRIJDER TE WATER GERAAKT.
Aa.n de gevolgen overleden.
Zaterdagavond om elf uur is de 61-jarige
gehuwde H. A. uit Schildwolde-, gemeente
Slochteren, door tot nu toe onbekende oor
zaak aan den Eeldersingel te Groningen met
zijn fiets in het Verbindingskanaal geraakt.
Hij werd door voorbijgangers en politie met
behulp van een ladder en touwen op het
droge gebracht. In bewusteloozen toestand
werd de man naar het Academisch zieken
huis vervoerd, waar hij in Zaterdagnacht is
overleden.
POSTPERSONEEL OP AUDIËNTIE.
Verschillende klachten.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft aan de vertegenwoordigers van de
vier samenwerkende postale organisaties, te
weten: C.B.P.T.T., Ned. R.K. Bond van PTT-
personeel „Sint Petrus", C.N.A.B. en de Ned.
Bond van Chr. Prot. PTT-personeel „Door
plicht tot recht", een bijzondere audiëntie
verleend ter bespreking van de algemeene
personeelspolitiek bij het Staatsbedrijf der
P.T.T.
De delegatie wees er op, dat, door het op
groote schaal te werkstellen van personeel
op arbeidscontract, de promotiekansen van
de in dienst zijnde vaste, ambtenaren wor
den geschaad. Zij vroeg de aandacht voor de
steeds verder gaande afschuiving van werk
zaamheden van hoogeren rang naar lager
bezoldigde ambtenaren, waarbij de bedrijfs
leiding gebruik maakt van de meer-kennis
van laatstgenoemde groep, zonder dat dit
leidt tot bevordering in hoogeren rang.
Aangedrongen werd' op verkorting van
den werktijd, die voor sommige groepen
van PTT-personeel 51 en meer uur per
week bedraagt en voor de loketambtenaren
tot 48 uur is opgevoerd.
Tenslotte vroeg de delegatie de aandacht
van den minister voor het vraagstuk van
het hulppersoneel en de locale krachten.
Door de splitsing van bestellersdiensten
wordt het aantal hulpbestëllers met be
perkte dagtaak hoe langer hoe grooter. Deze
hulpbestellers, die eiken dag dienst doen,
komen nochtans niet aan een bestaan bij
PTT en zijn gedeeltelijk op maatschappe-
lijken steun aangewezen.
De locale krachten dienen in het corps
vaste kantoorambtenaren te worden opge
nomen.
De minister zegde toe de geuite wenschen
te zuilen bespreken met den dir.-gen. der
P.T.T., die deze audiëntie bijwoonde.
Uit een hoorn gevallen. - Zaterdagmid
dag viel te Neerkant (N.B.) een twintig
jarige tuinknecht van een hoogte van circa
10 meter uit een boom, welken hij snoeide.
De jongeman viel met het hoofd op een be
tonnen slootduiker. Hij is in ernstigen toe
stand naar het ziekenhuis te Helmond over
gebracht.
Zaterdagmiddag is een felle brand uit
gebroken in de stroocarton- en papier
fabriek van de N. V. Scholten aan het
Winschoterdiep te Sappemeer.
De brand ontstond in het oude gedeelte
van de fabriek, dat aan de oostzijde is ge
legen, op een hakselzolder, waar het stroo
de eerste bewerking ondergaat. In de fa
briek, die dezen Zaterdagmiddag op volle
kracht werkte, bevonden zich op het
oogenblik dat het vuur door een arbeider
werd ontdekt, pl.m. tachtig man. De
werkman, die den brand het eerst zag,
waarschuwde direct zijn mede-arbeiders
en allen konden zich tijdig in veiligheid
stellen, al kregen enkelen nog lichte
brandwonden. Deze werden door doktoren
uit Sappemeer en Hoogezand, die zich
onmiddellijk naar de fabriek hadden be
geven, verbonden.
Met zeer groote snelheid breidde het
vuur zich over de aan den hakselzolder
grenzende deelen van het fabriekscom
plex uit. De zeer krachtige wind was
daarbij een sterke bondgenoot en dit
maakte de taak van de fabrieksbrandweer
nog zwaarder, zoo niet hopeloos. De bur
gemeesters van de gemeenten Hoogezand
en Sappemeer dirigeerden al het beschik
bare brandweermateriaal uit hun gemeen
ten naar de brandende fabriek en tevens
werd assistentie gevraagd van de brand
weren uit de omliggende gemeenten. Inge
volge dit verzoek spoedden zich twee mo
torspuiten, onderscheidenlijk uit Gronin
gen en uit Appingedam, naar Sappemeer
en mede dank zij deze assistentie stond
het een uur later vast, dat men uitbrei
ding van den brand zou kunnen voorko
men. Uit talrijke stralen werden groote
watermassa's in de vuurzee geworpen en
hoewel een dichte vonkenregen op het
nieuwe gedeelte van de fabriek en op
aangrenzende perceelen neerdaalde, wist
men deze gebouwen dermate nat te hou
den, dat het vuur er geen vat op kon
krijgen.
In het oude gedeelte van de fabriek be
vonden zich een voorraad stroo, welke
verloren is gegaan, terwijl de zich in dit
gedeelte bevindende machines vrijwel
vernietigd zijn.
De fabriek kan blijven doorwerken,
doordat het nieuwere gedeelte behouden
kon worden.
De oorzaak van den brand is waar
schijnlijk het warm loopen van een as van
een hakselmachine, waardoor het stroo
vlam heeft gevat.
De nablussching van het vuur duurde
nog tot gisterochtend tien uur.
SIR HERBERT EMERSON IN ONS LAND.
Sir Herbert Emerson, die na het vertrek
van Rublee directeur is geworden van de
„Intergovernmental Commission", vertoeft
eenige dagen in ons land. Hij vereenigt het
directeurschap van dit door de conferentie
van Evian gestich'.e lichaam met de functie
van leider van het Nansen bureau van den
Volkenbond, welke hij sinds een jaar be
kleedt.
Hij heeft Zondagavond te Amsterdam
geconfereerd met de leiders van de be
langrijkste organisaties, die zich bezig
houden met het vraagstuk der Joodsche
vluchtelingen. Hierbij heeft hij zich doen
voorlichten aangaande alles wat men hier
te lande voor de vluchtelingen heeft ge
daan. Het ligt in zijn voornemen een kamp
en een kinderhuis te bezoeken.
Sir Herbert is vergezeld van zijn secre
taris lord Duncan.
EEN GERAFFINEERDE OPLICHTER
AANGEHOUDEN.
De recherche te Groningen heeft aange
houden den twintigjarigen ongehuwden
J. R. K., wonende te Groningen, verdacht
van oplichting inzake motoren en een auto.
Hij had hiervoor een handige truc uitge
dacht. Hij beidt namelijk een garage
houder op en gaf zich dan uit voor dokter
en verzocht direct aan een bepaald adres
een auto voor te laten komen en het con
tactsleuteltje aan de dienstbode af te
geven. Op slinksche wijze wist hij dan de
dienstbode het contactsleuteltje afhandig
te maken door aan te bellen en te zeggen
dat dit sleuteltje voor den buurman be
stemd was. Toen hij eenmaal in het bezb
was van de auto, ging hij er mee aan den
zwier en liet dan den wagen ergens onbe
heerd staan. Deze truc gelukte hem' twee*
maal. Doch torn rook de afagehouder
lont en werd hij door de recherche gea-_
resteerd. Voorts wist hij, eveneens door
een oud trucje, verschillende motoren te
bemachtigen, waarbij tenslotte bleek, dat
hij ook geen papieren in zijn bezit had
Verd. is ter beschikking van den officier
van justitie gesteld.
By Kon. Besluit van 23 Februari is
aan jhr. E. L. M. Th. J. von Bönning-
hausen met ingang van 1 Maart 1939
ontslag verleend als burgemeester der
gemeente Ootmarsum.
Over dit ongevraagd verleende ontslag
schrijft men uit Enschedé aan het Hbld.:
In den avond van 17 Januari j.1. heeft,
als men weet, de minister van binnen
landsche zaken, de heer H. van Boeyen,
geheel onverwacht een bezoek gebracht
aan Ootmarsum. Hij was vergezeld van
den waarnemend commissaris van de ko-
koningin in de provincie Overijsel en een
ambtenaar van zijn departement. De mi
nister begaf zich naar het gemeentehuis,
waar juist een vergadering van B. en W.
werd gehouden.
De komst van den minister hield ver
band met de klachten, welke waren inge
bracht tegen den burgemeester, jhr, von
Bönninghausen, die zich bij eenige gele
genheden, o.a. tijdens een vergadering van
B. en W. in de bewogen Septemberdagen
en tijdens een jachtdiner, dat in October
j.1. te Oldenzaal werd gehouden, in zeer
on-nationalen zin zou hebben uitgelaten.
Hij zou o. m. hebben gezegd, dat, wanneer
de Duitschers ons land zouden binnenmar-
cheeren, hij een der eersten zou zijn, die
mee zou trekken. De burgemeester ont
kende met klem, deze uitlatingen te heb
ben gebezigd. Hij gaf eén andere lezing
van het geval en deelde den minister me
de, dat hij slechts in zeer pro-Duitschen
zin had gesproken. De twee wethouders
daarentegen waren zeer positief in, hun
verklaringen en de gemeente-secretaris
deelde mede, dat hij zich de zaak niet pre
cies kon herinneren.
Na dit bezoek van den minister is aan
de rijksrecherche opgedragen een onder
zoek in deze aangelegenheid in te stellen.
Dit onderzoek is zeer' minutieus geweest.
De rijksrecherche heeft tal yan personen
gehoord, o. a. degenen, die bij het ge
noemde jachtdiner aanwezig zijn geweest;
ook werd een onderzoek ingesteld naar
hetgeen de burgemeester heeft gezegd bij
een bezoek, dat de boerendansers van
Ootmarsum in den zomer van het vorig
jaar aan Duisburg hebben gebracht. Öaar-
op heeft in de afgèloopen week de minis
ter van. binnenlandsche zaken den burge
meester verzocht op zijn departement te
komen. De burgemeester kreeg daar in
zage van het proces-verbaal over deze
aangelegenheid, waarbij zeer positieve
beschuldigingen tegen hem werden geuit.
Thans heeft de burgemeester een brief
ontvangen met een afschrift van het Ko
ninklijk Besluit waarbij hem, ingaande
1 Maart a.s., ontslag als burgemeester is
verleend.
- r- 6,
Vrijz.chr. tehuis te Velp. geopend. - Oud-*
minister dr. F. E. Posthuma heeft Zaterdag
middag de officieele opening van het vrijz.
chr. tehuis „Avondzon" te Velp verricht. De
plechtigheid geschiedde in de aula van het
nieuwe gebouw en werd namens den mi
nister van sociale zaken bijgewoond door dn
A. L. Veeger uit Nijmegen, inspecteur van de
Volksgezondheid.
Tien jaar Nederlandsche Jeugdherberg
centrale. - Op 1 April a.s. bestaat de Neder
landsche Jeugdherbergcentrale tien jaar. Het
bestuur zal dien dag in het A.M.V.J. gebouw
te Amsterdam recipieeren.
Generaal Evangeline Booth. - De leid
ster van het Leger des Heils zal op 12 Juli'in
ons land komen voor een afscheidsbezoek
vóór haar aftreden op 1 Oct. a.s.
Naar het Engelscb van Stanley Hart Page
26).
Ik wilde nog iets anders weten. „Dus
jouw idee was, dat zy my en Miss Frank-
lin zouden volgen in de meening, dat we
mijnheer en mevrouw Garrison waren? Ze
zijn toen door de achterdeur naar boven
geslopen en hebben me in den rug aange
vallen. Maar waarom hebbén ze me dan
niet meteen neergeschoten, voordat ze er
achter waren gekomen, wie ik was?"
„Dat zou in geen geval gelukt zijn", zei
Gerrity, „zooals je daar voor die kist zat
met je hoofd voorover gebogen, was je rug
het eenige trefpunt en die werd door myn
vest beschermd".
„Niet heelemaal", zei ik, denkend aan de
gevolgen van een laag gemikt schot. Dat
zei ik echter niet, evenmin als dat die twee
er geen vermoeden van hadden, dat ik een
kogelvrij vest aan had.
„Ze zouden in geen geval op je gescho
ten hebben", zei Hand en dat vond ik ge
ruststellender, want dat zouden wij hebben
voorkomen. Maar het was duidelijk, dat ze
Garrison niet op slag wilden vermoorden,
maar eerst eens met hem praten".
„Ja", viel Gerrity hem bij, „dat was ook
wel op te maken uit de manier, waarop ze
met elkaar smoesden. Maar waarover wil
den ze met hem praten?"
„Als we dat wisten, was het raadsel op
gelost. Hadden we Garrison in plaats van
Clark naar onze kamers gestuurd, dan wa
ren we er misschien ook achter gekomen.
Neen, toch niet, dat mooie verjaarscadeau
zou alles toch bedorven hebben".
„Nou", zei Gerrity, toen de wagen voor
het hoofdbureau stopte, „daarbinnen zit er
een, die het ons vertellen kan en vertellen
zal!"
We begaven ons naar het kantoor van
Gerrity en deze liet Spitz halen. Vier de
tectives brachten hem met op den rug ge
boeide armen binnen. Spitz keek kalm
naar het plafond. Gerrity stuurde de detec
tives weg. Dan ging hy dreigend voor Spitz
staan.
„Nou heb ik je! Je bent me een mooie
kerel!" zei hy smalend. „Schiet vrouwen
door een ruitje in het donker dood, of
brengt ze naar zoo'n smerigen kelder!
Schiet op fatsoenlijke politiemannen van
uit een hinderlaag! De electrische stoel is,
voor zoo'n ondier als jy bent, nog te goed!"
Spitz keek Gerrity grijnzend aan en daar
door werd zyn gezicht nog hoekiger.
„Heusch, inspecteur", zei hy met be
schaafde stem. „Ik geloof, dat u eens even
moet uitbulderen. U hebt een paar kwade
dagen achter den rug, zooals de kranten
zeggen. Maar nu wordt u een held! Schit
terend!"
„Als we u met Spitz aanspreken, weet u
dan, tegen wien we het hebben?" vroeg
Hand bedaard.
„Spitz is uitstekend".
„Goed, Spitz, je begrijpt wel, dat je in
een heel gevaarlijke positie verkeert; het
kan niet erger. Misschien kun je er zelf
veel aan verbeteren. Om een of andere re
den hebben onbekende personen het leven
van Robert Garrison bedreigd. Misschien
ook dat van zijn vrouw. Zeker is er één
aanslag op hem gepleegd. Maar naar onze
meening was de dader ,die dat schot loste,
een huurling. Wanneer je ons den naam
vertelt van dengene, dien je opdracht gaf.
dan zou daardoor wellicht je leven gered
worden".
Weer grinnikte Spitz en schudde het
hoofd.
„U zoudt het eens kunnen probeeren met
een derde-graads-onderzoek", zei hij, „maar
veel geven zou dat niet!"
„Moet ik daaruit opmaken, dat je wei
gert, ons iets te vertellen?" vroeg Hand.
„U moogt er uit opmaken wat u ver
kiest", was het antwoord.
„Besef je, wat je te wachten staat?"
„Jammer genoeg weet ik het niet. U
schijnt erop te doelen, dat ik die schoten,
waarover de kranten vol stonden, gelost
heb op die Miss Venora",
Gerrity staarde hem woest aan, „Ontken
je dat dan?" bulderde hy.
„Natuurlijk", antwoordde Spitz met een
glimlachje.
De inspecteur liep naar zijn bureau en
schelde. Tim kwam dadelijk binnen.
„Vraag of Saunders hier komt", beval
Gerrity, „zeg hem, dat hy de vingerafdruk
ken en alle verdoe gegevens tegen dezen
man moet meebrengen".
Saunders had er blijkbaar op gerekend,
want hij kwam al heel spoedig binnen met
een bakje van ijzergaas. Daarin lag een
vingerafdruk-registerkaart, een porcelei-
nen kom, het ruitje uit de bibliotheek, een
automatisch pistool, een electrisch peer
lampje en enkele foto's. Hij zette alles op
het bureau.
„Dit zijn zijn vingerafdrukken", wees hij
op de kaart. „Die komen overeen met die
op het ruitje en op dien kom afkomstig
uit het huis in de East End Avenue; met
die op het pistool, dat hem bij zijn ge
vangenneming is afgenomen. Met die op
het lampje uit den kelder, waar mevrouw
Garrison gevangen gehouden werd. En
deze afdrukken zijn genomen van het
stuurrad van de auto, waarmee ze in den
nacht van den moord hebben gereden. Die
kloppen ook".
„Uitstekend!" prees Gerrity. „Is er al een
kogel, met drt pistool afgeschoten, aan
professor Hertzog bezorgd?"
,,Ja, mijnheer. Dat pistool is regelrecht
naar het laboratorium gebracht op uw
bevel. En nadat er een paar patronen mee
afgeschoten waren, heeft brigadier Connon
het bij ons teruggebracht".
„In orde, Saunders, vraag dan of Con
non even hier komt".
Onder het wachten op Connon nam ik
Spitz ongemerkt op. Hij scheen zich niets
aan te trekken van al de tegen hem opge
stapelde bewijzen. Connen kwam binnen".
„Wat heeft professor Hetzog over die
kogels gezegd?" vroeg Gerrity.
„Ik ben niet lang bij hem geweest, mijn
heer; ik moest alleen het pistool terug ha
len. Voordat ik wegging, vergeleek de
professor de beide kogels onder een ver
grootglas. Maar hij wil niets zeggen, voor
dat hy ze krasje voor krasje vergeleken
heeft. Maar in dit geval zei hij toch, dat
hij wel zeker tot de bevinding zou komen,
dat de doodelijke kogel, die miss Venora
trof, uit die revolver afgeschoten was", zei
Connon, wijzend op het pistool, dat van
Spitz afgenomen was.
„Dat is genoeg, Connon", zei Gefrity
grimmig.
Toen de brigadier weg was, keerde Hand
zich nogmaals tot Spitz.
„U hebt het nu zelf gezién", zei hy rus
tig.
„En dan zal ik je er nog één ding' bij
vertellen", schreeuwde Gerrity. „De kogel,
die miss Venora doodde en die Spinelli,
den agent, trof, waren uit hetzelfde wapen
afgevuurd; dat hebben we vastgesteld. Als
je de eene dus doodgeschoten hebt, dan heb
je den andere ook vermoord".
„U schijnt niet te beseffen, dat alle be
wijzen tegen mij niet meer dan bijkomen
de omstandigheden zijn", zei Spitz, be
daard glimlachend. „Geen rechtstreeksche
bewijzen".
„Het zal ons njet moeilijk vallen een jury
ervan te overtuigen, dat jy miss Venora
vermoord hebt", wierp Hand hem tegen.
„Zijdelingsche bewijzen zijn. alleen zwak.
als ze niet door de omstandigheden ge
steund worden. Er bevindt zich iemand in
dit vertrek, die gezien heeft, dat je me
vrouw Garrison gevangen hield. We heb
ben genoeg bewijs om een jury te over
tuigen. Maar het zou veel beter voor je zijn,,
als de officier van justitie je doodslag ten
laste legde, dan moord met voorbedach
ten rade. We bieden je een kans, jezelf van,
den electrischen stoel te redden. Wil je die
kans aangrijpen?"
Wordt vervolgd.