2teuffletm et raadsel Riverside Drive. Zware fabrieksbrand. Intensieve hulp aanjeugdige werkloozen. Stichting „Nederlands Volkskracht" met medewerking van de regeering. Door trailer overreden. Twee dooden. Een vuurzee in een stroocarton- fabriek te Sappemeer. Burgemeester ontslagen. Wegens onnationnale uitlatingen. GEMENGD NIEUWS. van TWEEDE BLAD. Met enkele woorden zijn dezer dagen reeds mededeelingen gedaan omtrent de oprichting van de stichting „Nederlands Volkskracht", welke is ontstaan door een samenwerking tusschen de Amsterdamsche maatschappij voor jongemannen te Amster dam en de Volkshoogeschool „Allardsoog" te Bakkeveen, en welke beoogt in den strijd tegen de jeugdwerkloosheid een zeer ac tieve rol te spelen, niet alleen door het verschaffen van arbeid en het geven van arbeidsscholing aan jonge werkloozen, doch bovendien door het wekken van een gezon den geest onder onze jongeren, die door de moeilijke conomische omstandigheden mo reel dreigen te verslappen. Het werkplan, dat de stichting heeft ont worpen ten einde haar doelstelling te ver werkelijken en waaraan de minister van sociale zaken in beginsel zijn goedkeuring heeft gehecht, bevat in de eerste plaats het inrichten van kampcentra voor jongeren van 16 tot 24 jaar. De werkzaamheid onder deze jongeren zal geconcentreerd worden in vier kamp centra, ieder ruimte biedend voor duizend jongeren, verdeeld over tien kampeenhe den van 100 man. Deze kampcentra zullen geleidelijk worden opgebouwd. Zoodra een centrum zijn vollen omvang bereikt zal hebben, zullen per jaar, by een kampduur van drie maanden, derhalve 4000 jongeren hierin ondergebracht kunnen worden, het geen, beteekent, dat op den duur de 4 kamp centra samen aan 16.000 jongeren jaarlijks gelegenheid zullen bieden een kamp mee te maken. De stichting stelt zich voor de centra te vestigen in Westerwolde, Z.O. Friesland, Twente en op de Veluwe, dan wel. in Noord- Brabant. De regeéring zal 'voor de vesti ging der centra de benoodigde gronden ter beschikking stellen. De deelnemers aan de kampen zullen allereerst weer arbeid verrichten, waartoe in de streken, waar de kampen gevestigd zullen worden, goede objecten aanwezig zijn. Zij zullen een vakopleiding kunnen volgen of herschoold worden; te dién einde zullen bij de kampen centrale werkplaat sen en landarbeidersscholen onder deskun dige leiding worden opgericht. Daarnaast zal aan de geestelijke en zede lijke vorming der kampdeelnemers alle aandacht besteed worden. In het algemeen zullen de methoden gevolgd worden; die in dé werkloozenkampen der A.M.J.V. en der Volkshoogeschool naar algemeen inzicht tot goede resultaten geleid hebben. De medewerking van verschillende des kundigen is bovendien verzekerd, zoodat eén technisch en een paedagogisch curato rium gevormd kunnen worden, zoodra het vaststaat, dat het werkplan verwezenlijkt wordt. Oök een „schipperskamp". Naast de vier groote kampcentra zal-een kampopleiding georganiseerd worden voor "jöngéhs, die zich tot de binnen-, kust- en Rijnvaart aangetrokken voelen. Deze oplei ding zal een half jaar duren. De deelne mers worden ondergebracht in een daartoe bijzonder geschikt gelegen huis aan den IJsel bij Zwolle; zij bezoeken de ter plaatse bestaande schippersschool. Het aantal deelnemers zal 50 per kamp, dus jaarlijks 100 bedragen. Vandaag wordt een pr.oefkamp officieel geopend op het daartoe ter beschikking gestelde gedeelte van het opleidingsschip, de „Koningin Wil- helmina" te Amsterdam. Hier zullen twee cursussen van een half jaar gehouden wor den, welke worden gegeven door het On derwijsfonds voor de binnenvaart. Meisjeswerkgemeenschappen. Voorts zullen vanwege de stichting plaat selijke werkgemeenschappen voor meisjes Van 14 en 15 jaar worden georganiseerd. Dèzé werkgemeenschappen zullen een mo derne opleiding vormn tot gezins- en huis- houdelijken arbeid. Eveneens bestaat het plan meisjeskam pen te organiseeren in opzet gelijkend op die der mannelijke onge werkloozèn. Er zal in een daartoe beschikbaar gebouw te Doorn een proef worden genomen, of derf gelijke kampen tot het gewenschte resul taat zouden kunnen leiden. Landbouwcentrum in Frankrijk? Tenslotte is 'gedacht aan de mogelijkheid van emigratie voor jeugdige werklooze landarbeiders. Plannen daaromtrent bevin- en zich „nog in een begin-stadium en de vraag, of zij voor verwezenlijking vatbaar zijn wordt op dit oogenbllk door de betref fende instanties serieus onder de oogen ge zien. Men overweegt namelijk de vestiging van een landbouwcentrum in Normandië in Frankrijk. Het spreekt vanzelf, dat hiervoor eerst de toestemming van de Fransche re geering zal moeten worden gevraagd. Een kaderkamp. Kort na Paschen zal op het terrein der volkshoogeschool te Bakkeveen een kamp gevestig worden, waar de toekomstige lei ders van de jongens- en meisjeskampen op geleid en geselecteerd zullen worden. Deze opleiding gebeurt theoretisch en practisch en duurt tenminste drie maanden, nadat de deelnemers eenigen tijd in een gewoon kamp temidden der jeugdige werkloozen hebben geleefd. De deelname aan de kampen. Vrees, dat de kampen door gebrek aan deelname niet aan hun doel zullen beant woorden, behoeft voorloopig niet te be staan. Het eerste proefkamp, dat zonder propaganda geopend werd, had reeds ééns zooveel aangiften als er plaatsen waren. Voorts zal de jeugdregistratie door de re geering in het geheelc land ter hand wor den genomen en zal deze een sterken drang tot het deelnemen aan de kampen uitoefe nen. Bovendien zal de stichting geregeld propaganda voeren. De financiering van het plan. De regeering zal de benoodigde gronden ter beschikking stellen en tevens den op bouw der kampen bekostigen. Bovendien zal zij de regeering 85 pCt, van de jaarlij k- sche exploitatiekosten vergoeden. Als voorwaarden hiertegenover zijn ge steld: le goedkeuring van de plannen door den minister van sociale zaken; 2e. goed keuring van de benoeming der kamplei ders door den minister; 3e de ontbrekende 15 pCt. der jaarlijksche onkosten moeten door de stichting bijeengebracht worden. De kosten per deelnemer worden gere kend op 6.40 per week; de stichting zal hierin dus 0.96 bij te dragen hebben. Voorts moet zij bijdragen een bedrag van 25.50 per week voor salarieering van lei ders, vast personeel, centrale werkplaatsen, landarbeidersscholen enz. per kampeenheid van 100 deelnemers. Voor het eerste jaar is, als totale bijdrage der stichting, een be drag van 50.000 noodig. Bij verderen uit bouw van de stichting zal dit bedrag gelei delijk toenemen. Gestreefd zal worden in komsten te verkrijgen uit subsidies van openbare lichamen, particulieren en fond sen van sociale strekking. De eerste en voornaamste stoot zal niet anders dan van particuliere zijde kunnen komen. Door haar algemeen karakter heeft de stichting geen kerkelijke fondsen of kas sen van vakorganisaties, waarop zij kan steunen. De stichting kan haar werkzaamheden terstond beginnen, wanneer de eerste 50.000 verzekerd zijn. De voorbereiding is zoover gevorderd, dat, indien dit bedrag binnen twee maanden bereikt is, de eerste kampen reeds in de tweede helft van dit jaar kunnen worden geopend. Het secretariaat der stichting is gevestigd te 's-Gravenhage, algemeen secretaris is mr. ir. B. W. Haveman, Suezkade 180 al daar; penningmeester is de heer D. W. de Knijff, Dijkgravenlaan 5, Amstelveen (post giro no. 348.000 te Amstelveen), J. H. ROGGE. Op bijna 67-jarigen leeftijd is te Amster dam, na een korte ongesteldheid overleden de heer J. H. Rogge, oud-journalist. De heer Rogge begon zijn journalistieke loopbaan bij het „Nieuwsblad voor Neder land", waarna hijals chef-verslaggever in dienst trad van het persbureau Vaz Dias. Toen dit persbureau opgenomen werd in het Algemeen Nederlandsch persbureau A. N. P., werd hij daar in dezelfde functie benoemd. In April 1937 legde hij, wegens het be reiken van den 65-jarigen leeftijd, zijn werk neer. In de hoofdstad was hij een be kende en geziene figuur, zijn arbeid bracht hem vooral met de gemeentepolitiek in aan raking en veertig jaar lang volgde hij vanaf de perstribune de debatten in de raadszaal. De heer Rogge was voorzitter van de stichting „Het Nederlandsch Persmuseum". Zaterdagmiddag is cp de Vrijenban- schelaan te Delft een ernstig ongeluk ggbeurd. Twee jongens uit Delft, P. v. d. Kruk en H. Kamsteeg, beiden omstreeks zestien jaar oud, die per fiets reden, zijn door een trailer uit Utrecht overreden. Een van de jongens werd op slag ge dood, de ander is in stervenden toestand naar het gasthuis overgebracht. Hy is daar aan zijn wonden bezweken. De jongens fietsten naast elkaar in de rich ting van den Insulindeweg en lieten zich voortsleepen door den trailer. De jongen, die de auto vasthield, verloor vermoedelijk de macht over zijn stuur en heeft zijn kameraad daarop vastgegrepen, zoodat beiden vielen, met het vermelde noodlottige gevolg. EEN COLONNE HUZAREN AANGEREDEN. Drie gewonden. Zaterdagavond heeft de 39-jarige mr. H., wonende aan de Van Alkemadelaan te Den Haag, met zijn auto op deze laan drie huza ren aangereden, die van een colonne huza ren te voet deel uitmaakten. Het waren de 21-jarige J. J. B., die het linkerbeen brak, de 20-jarige P. ter V., die het linkersleutelbeen brak en de 20-jarige H. J. G., die een ge compliceerde linkerbeenbreuk kreeg. Alle drie werden naar het militaire hospitaal ver voerd. WIELRIJDER TE WATER GERAAKT. Aa.n de gevolgen overleden. Zaterdagavond om elf uur is de 61-jarige gehuwde H. A. uit Schildwolde-, gemeente Slochteren, door tot nu toe onbekende oor zaak aan den Eeldersingel te Groningen met zijn fiets in het Verbindingskanaal geraakt. Hij werd door voorbijgangers en politie met behulp van een ladder en touwen op het droge gebracht. In bewusteloozen toestand werd de man naar het Academisch zieken huis vervoerd, waar hij in Zaterdagnacht is overleden. POSTPERSONEEL OP AUDIËNTIE. Verschillende klachten. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de vertegenwoordigers van de vier samenwerkende postale organisaties, te weten: C.B.P.T.T., Ned. R.K. Bond van PTT- personeel „Sint Petrus", C.N.A.B. en de Ned. Bond van Chr. Prot. PTT-personeel „Door plicht tot recht", een bijzondere audiëntie verleend ter bespreking van de algemeene personeelspolitiek bij het Staatsbedrijf der P.T.T. De delegatie wees er op, dat, door het op groote schaal te werkstellen van personeel op arbeidscontract, de promotiekansen van de in dienst zijnde vaste, ambtenaren wor den geschaad. Zij vroeg de aandacht voor de steeds verder gaande afschuiving van werk zaamheden van hoogeren rang naar lager bezoldigde ambtenaren, waarbij de bedrijfs leiding gebruik maakt van de meer-kennis van laatstgenoemde groep, zonder dat dit leidt tot bevordering in hoogeren rang. Aangedrongen werd' op verkorting van den werktijd, die voor sommige groepen van PTT-personeel 51 en meer uur per week bedraagt en voor de loketambtenaren tot 48 uur is opgevoerd. Tenslotte vroeg de delegatie de aandacht van den minister voor het vraagstuk van het hulppersoneel en de locale krachten. Door de splitsing van bestellersdiensten wordt het aantal hulpbestëllers met be perkte dagtaak hoe langer hoe grooter. Deze hulpbestellers, die eiken dag dienst doen, komen nochtans niet aan een bestaan bij PTT en zijn gedeeltelijk op maatschappe- lijken steun aangewezen. De locale krachten dienen in het corps vaste kantoorambtenaren te worden opge nomen. De minister zegde toe de geuite wenschen te zuilen bespreken met den dir.-gen. der P.T.T., die deze audiëntie bijwoonde. Uit een hoorn gevallen. - Zaterdagmid dag viel te Neerkant (N.B.) een twintig jarige tuinknecht van een hoogte van circa 10 meter uit een boom, welken hij snoeide. De jongeman viel met het hoofd op een be tonnen slootduiker. Hij is in ernstigen toe stand naar het ziekenhuis te Helmond over gebracht. Zaterdagmiddag is een felle brand uit gebroken in de stroocarton- en papier fabriek van de N. V. Scholten aan het Winschoterdiep te Sappemeer. De brand ontstond in het oude gedeelte van de fabriek, dat aan de oostzijde is ge legen, op een hakselzolder, waar het stroo de eerste bewerking ondergaat. In de fa briek, die dezen Zaterdagmiddag op volle kracht werkte, bevonden zich op het oogenblik dat het vuur door een arbeider werd ontdekt, pl.m. tachtig man. De werkman, die den brand het eerst zag, waarschuwde direct zijn mede-arbeiders en allen konden zich tijdig in veiligheid stellen, al kregen enkelen nog lichte brandwonden. Deze werden door doktoren uit Sappemeer en Hoogezand, die zich onmiddellijk naar de fabriek hadden be geven, verbonden. Met zeer groote snelheid breidde het vuur zich over de aan den hakselzolder grenzende deelen van het fabriekscom plex uit. De zeer krachtige wind was daarbij een sterke bondgenoot en dit maakte de taak van de fabrieksbrandweer nog zwaarder, zoo niet hopeloos. De bur gemeesters van de gemeenten Hoogezand en Sappemeer dirigeerden al het beschik bare brandweermateriaal uit hun gemeen ten naar de brandende fabriek en tevens werd assistentie gevraagd van de brand weren uit de omliggende gemeenten. Inge volge dit verzoek spoedden zich twee mo torspuiten, onderscheidenlijk uit Gronin gen en uit Appingedam, naar Sappemeer en mede dank zij deze assistentie stond het een uur later vast, dat men uitbrei ding van den brand zou kunnen voorko men. Uit talrijke stralen werden groote watermassa's in de vuurzee geworpen en hoewel een dichte vonkenregen op het nieuwe gedeelte van de fabriek en op aangrenzende perceelen neerdaalde, wist men deze gebouwen dermate nat te hou den, dat het vuur er geen vat op kon krijgen. In het oude gedeelte van de fabriek be vonden zich een voorraad stroo, welke verloren is gegaan, terwijl de zich in dit gedeelte bevindende machines vrijwel vernietigd zijn. De fabriek kan blijven doorwerken, doordat het nieuwere gedeelte behouden kon worden. De oorzaak van den brand is waar schijnlijk het warm loopen van een as van een hakselmachine, waardoor het stroo vlam heeft gevat. De nablussching van het vuur duurde nog tot gisterochtend tien uur. SIR HERBERT EMERSON IN ONS LAND. Sir Herbert Emerson, die na het vertrek van Rublee directeur is geworden van de „Intergovernmental Commission", vertoeft eenige dagen in ons land. Hij vereenigt het directeurschap van dit door de conferentie van Evian gestich'.e lichaam met de functie van leider van het Nansen bureau van den Volkenbond, welke hij sinds een jaar be kleedt. Hij heeft Zondagavond te Amsterdam geconfereerd met de leiders van de be langrijkste organisaties, die zich bezig houden met het vraagstuk der Joodsche vluchtelingen. Hierbij heeft hij zich doen voorlichten aangaande alles wat men hier te lande voor de vluchtelingen heeft ge daan. Het ligt in zijn voornemen een kamp en een kinderhuis te bezoeken. Sir Herbert is vergezeld van zijn secre taris lord Duncan. EEN GERAFFINEERDE OPLICHTER AANGEHOUDEN. De recherche te Groningen heeft aange houden den twintigjarigen ongehuwden J. R. K., wonende te Groningen, verdacht van oplichting inzake motoren en een auto. Hij had hiervoor een handige truc uitge dacht. Hij beidt namelijk een garage houder op en gaf zich dan uit voor dokter en verzocht direct aan een bepaald adres een auto voor te laten komen en het con tactsleuteltje aan de dienstbode af te geven. Op slinksche wijze wist hij dan de dienstbode het contactsleuteltje afhandig te maken door aan te bellen en te zeggen dat dit sleuteltje voor den buurman be stemd was. Toen hij eenmaal in het bezb was van de auto, ging hij er mee aan den zwier en liet dan den wagen ergens onbe heerd staan. Deze truc gelukte hem' twee* maal. Doch torn rook de afagehouder lont en werd hij door de recherche gea-_ resteerd. Voorts wist hij, eveneens door een oud trucje, verschillende motoren te bemachtigen, waarbij tenslotte bleek, dat hij ook geen papieren in zijn bezit had Verd. is ter beschikking van den officier van justitie gesteld. By Kon. Besluit van 23 Februari is aan jhr. E. L. M. Th. J. von Bönning- hausen met ingang van 1 Maart 1939 ontslag verleend als burgemeester der gemeente Ootmarsum. Over dit ongevraagd verleende ontslag schrijft men uit Enschedé aan het Hbld.: In den avond van 17 Januari j.1. heeft, als men weet, de minister van binnen landsche zaken, de heer H. van Boeyen, geheel onverwacht een bezoek gebracht aan Ootmarsum. Hij was vergezeld van den waarnemend commissaris van de ko- koningin in de provincie Overijsel en een ambtenaar van zijn departement. De mi nister begaf zich naar het gemeentehuis, waar juist een vergadering van B. en W. werd gehouden. De komst van den minister hield ver band met de klachten, welke waren inge bracht tegen den burgemeester, jhr, von Bönninghausen, die zich bij eenige gele genheden, o.a. tijdens een vergadering van B. en W. in de bewogen Septemberdagen en tijdens een jachtdiner, dat in October j.1. te Oldenzaal werd gehouden, in zeer on-nationalen zin zou hebben uitgelaten. Hij zou o. m. hebben gezegd, dat, wanneer de Duitschers ons land zouden binnenmar- cheeren, hij een der eersten zou zijn, die mee zou trekken. De burgemeester ont kende met klem, deze uitlatingen te heb ben gebezigd. Hij gaf eén andere lezing van het geval en deelde den minister me de, dat hij slechts in zeer pro-Duitschen zin had gesproken. De twee wethouders daarentegen waren zeer positief in, hun verklaringen en de gemeente-secretaris deelde mede, dat hij zich de zaak niet pre cies kon herinneren. Na dit bezoek van den minister is aan de rijksrecherche opgedragen een onder zoek in deze aangelegenheid in te stellen. Dit onderzoek is zeer' minutieus geweest. De rijksrecherche heeft tal yan personen gehoord, o. a. degenen, die bij het ge noemde jachtdiner aanwezig zijn geweest; ook werd een onderzoek ingesteld naar hetgeen de burgemeester heeft gezegd bij een bezoek, dat de boerendansers van Ootmarsum in den zomer van het vorig jaar aan Duisburg hebben gebracht. Öaar- op heeft in de afgèloopen week de minis ter van. binnenlandsche zaken den burge meester verzocht op zijn departement te komen. De burgemeester kreeg daar in zage van het proces-verbaal over deze aangelegenheid, waarbij zeer positieve beschuldigingen tegen hem werden geuit. Thans heeft de burgemeester een brief ontvangen met een afschrift van het Ko ninklijk Besluit waarbij hem, ingaande 1 Maart a.s., ontslag als burgemeester is verleend. - r- 6, Vrijz.chr. tehuis te Velp. geopend. - Oud-* minister dr. F. E. Posthuma heeft Zaterdag middag de officieele opening van het vrijz. chr. tehuis „Avondzon" te Velp verricht. De plechtigheid geschiedde in de aula van het nieuwe gebouw en werd namens den mi nister van sociale zaken bijgewoond door dn A. L. Veeger uit Nijmegen, inspecteur van de Volksgezondheid. Tien jaar Nederlandsche Jeugdherberg centrale. - Op 1 April a.s. bestaat de Neder landsche Jeugdherbergcentrale tien jaar. Het bestuur zal dien dag in het A.M.V.J. gebouw te Amsterdam recipieeren. Generaal Evangeline Booth. - De leid ster van het Leger des Heils zal op 12 Juli'in ons land komen voor een afscheidsbezoek vóór haar aftreden op 1 Oct. a.s. Naar het Engelscb van Stanley Hart Page 26). Ik wilde nog iets anders weten. „Dus jouw idee was, dat zy my en Miss Frank- lin zouden volgen in de meening, dat we mijnheer en mevrouw Garrison waren? Ze zijn toen door de achterdeur naar boven geslopen en hebben me in den rug aange vallen. Maar waarom hebbén ze me dan niet meteen neergeschoten, voordat ze er achter waren gekomen, wie ik was?" „Dat zou in geen geval gelukt zijn", zei Gerrity, „zooals je daar voor die kist zat met je hoofd voorover gebogen, was je rug het eenige trefpunt en die werd door myn vest beschermd". „Niet heelemaal", zei ik, denkend aan de gevolgen van een laag gemikt schot. Dat zei ik echter niet, evenmin als dat die twee er geen vermoeden van hadden, dat ik een kogelvrij vest aan had. „Ze zouden in geen geval op je gescho ten hebben", zei Hand en dat vond ik ge ruststellender, want dat zouden wij hebben voorkomen. Maar het was duidelijk, dat ze Garrison niet op slag wilden vermoorden, maar eerst eens met hem praten". „Ja", viel Gerrity hem bij, „dat was ook wel op te maken uit de manier, waarop ze met elkaar smoesden. Maar waarover wil den ze met hem praten?" „Als we dat wisten, was het raadsel op gelost. Hadden we Garrison in plaats van Clark naar onze kamers gestuurd, dan wa ren we er misschien ook achter gekomen. Neen, toch niet, dat mooie verjaarscadeau zou alles toch bedorven hebben". „Nou", zei Gerrity, toen de wagen voor het hoofdbureau stopte, „daarbinnen zit er een, die het ons vertellen kan en vertellen zal!" We begaven ons naar het kantoor van Gerrity en deze liet Spitz halen. Vier de tectives brachten hem met op den rug ge boeide armen binnen. Spitz keek kalm naar het plafond. Gerrity stuurde de detec tives weg. Dan ging hy dreigend voor Spitz staan. „Nou heb ik je! Je bent me een mooie kerel!" zei hy smalend. „Schiet vrouwen door een ruitje in het donker dood, of brengt ze naar zoo'n smerigen kelder! Schiet op fatsoenlijke politiemannen van uit een hinderlaag! De electrische stoel is, voor zoo'n ondier als jy bent, nog te goed!" Spitz keek Gerrity grijnzend aan en daar door werd zyn gezicht nog hoekiger. „Heusch, inspecteur", zei hy met be schaafde stem. „Ik geloof, dat u eens even moet uitbulderen. U hebt een paar kwade dagen achter den rug, zooals de kranten zeggen. Maar nu wordt u een held! Schit terend!" „Als we u met Spitz aanspreken, weet u dan, tegen wien we het hebben?" vroeg Hand bedaard. „Spitz is uitstekend". „Goed, Spitz, je begrijpt wel, dat je in een heel gevaarlijke positie verkeert; het kan niet erger. Misschien kun je er zelf veel aan verbeteren. Om een of andere re den hebben onbekende personen het leven van Robert Garrison bedreigd. Misschien ook dat van zijn vrouw. Zeker is er één aanslag op hem gepleegd. Maar naar onze meening was de dader ,die dat schot loste, een huurling. Wanneer je ons den naam vertelt van dengene, dien je opdracht gaf. dan zou daardoor wellicht je leven gered worden". Weer grinnikte Spitz en schudde het hoofd. „U zoudt het eens kunnen probeeren met een derde-graads-onderzoek", zei hij, „maar veel geven zou dat niet!" „Moet ik daaruit opmaken, dat je wei gert, ons iets te vertellen?" vroeg Hand. „U moogt er uit opmaken wat u ver kiest", was het antwoord. „Besef je, wat je te wachten staat?" „Jammer genoeg weet ik het niet. U schijnt erop te doelen, dat ik die schoten, waarover de kranten vol stonden, gelost heb op die Miss Venora", Gerrity staarde hem woest aan, „Ontken je dat dan?" bulderde hy. „Natuurlijk", antwoordde Spitz met een glimlachje. De inspecteur liep naar zijn bureau en schelde. Tim kwam dadelijk binnen. „Vraag of Saunders hier komt", beval Gerrity, „zeg hem, dat hy de vingerafdruk ken en alle verdoe gegevens tegen dezen man moet meebrengen". Saunders had er blijkbaar op gerekend, want hij kwam al heel spoedig binnen met een bakje van ijzergaas. Daarin lag een vingerafdruk-registerkaart, een porcelei- nen kom, het ruitje uit de bibliotheek, een automatisch pistool, een electrisch peer lampje en enkele foto's. Hij zette alles op het bureau. „Dit zijn zijn vingerafdrukken", wees hij op de kaart. „Die komen overeen met die op het ruitje en op dien kom afkomstig uit het huis in de East End Avenue; met die op het pistool, dat hem bij zijn ge vangenneming is afgenomen. Met die op het lampje uit den kelder, waar mevrouw Garrison gevangen gehouden werd. En deze afdrukken zijn genomen van het stuurrad van de auto, waarmee ze in den nacht van den moord hebben gereden. Die kloppen ook". „Uitstekend!" prees Gerrity. „Is er al een kogel, met drt pistool afgeschoten, aan professor Hertzog bezorgd?" ,,Ja, mijnheer. Dat pistool is regelrecht naar het laboratorium gebracht op uw bevel. En nadat er een paar patronen mee afgeschoten waren, heeft brigadier Connon het bij ons teruggebracht". „In orde, Saunders, vraag dan of Con non even hier komt". Onder het wachten op Connon nam ik Spitz ongemerkt op. Hij scheen zich niets aan te trekken van al de tegen hem opge stapelde bewijzen. Connen kwam binnen". „Wat heeft professor Hetzog over die kogels gezegd?" vroeg Gerrity. „Ik ben niet lang bij hem geweest, mijn heer; ik moest alleen het pistool terug ha len. Voordat ik wegging, vergeleek de professor de beide kogels onder een ver grootglas. Maar hij wil niets zeggen, voor dat hy ze krasje voor krasje vergeleken heeft. Maar in dit geval zei hij toch, dat hij wel zeker tot de bevinding zou komen, dat de doodelijke kogel, die miss Venora trof, uit die revolver afgeschoten was", zei Connon, wijzend op het pistool, dat van Spitz afgenomen was. „Dat is genoeg, Connon", zei Gefrity grimmig. Toen de brigadier weg was, keerde Hand zich nogmaals tot Spitz. „U hebt het nu zelf gezién", zei hy rus tig. „En dan zal ik je er nog één ding' bij vertellen", schreeuwde Gerrity. „De kogel, die miss Venora doodde en die Spinelli, den agent, trof, waren uit hetzelfde wapen afgevuurd; dat hebben we vastgesteld. Als je de eene dus doodgeschoten hebt, dan heb je den andere ook vermoord". „U schijnt niet te beseffen, dat alle be wijzen tegen mij niet meer dan bijkomen de omstandigheden zijn", zei Spitz, be daard glimlachend. „Geen rechtstreeksche bewijzen". „Het zal ons njet moeilijk vallen een jury ervan te overtuigen, dat jy miss Venora vermoord hebt", wierp Hand hem tegen. „Zijdelingsche bewijzen zijn. alleen zwak. als ze niet door de omstandigheden ge steund worden. Er bevindt zich iemand in dit vertrek, die gezien heeft, dat je me vrouw Garrison gevangen hield. We heb ben genoeg bewijs om een jury te over tuigen. Maar het zou veel beter voor je zijn,, als de officier van justitie je doodslag ten laste legde, dan moord met voorbedach ten rade. We bieden je een kans, jezelf van, den electrischen stoel te redden. Wil je die kans aangrijpen?" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6