DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Frankrijk en Engeland erkennen de
Franco-regeering.
No. 30 Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Dinsdag 28 Februari 1939
141e Jaargang
Eenstemmig besluit op het Elysée.
Chamberlain's motiveering
in het Lagerhuis.
Nieuwe incidenten te
Dantzig.
Polen overweegt scherpe
tegenmaatregelen.
De aigemeene toestand.
Franco door
Parijs erkend.
Regeering Pierlot afgetreden.
Socialisten steunden niet.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door Set geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar olaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
De Fransche ministerraad heeft giste
ren met algemeene stemmen besloten,
de regeering van Franco de jure te
erkennen.
Inmiddels heeft, naar Reuter seint, in
het Engelsche Lagerhuis de Engelsche
premier medegedeeld, dat ook de
Britsche regeering besloten heeft het
bewind van Franco de jure te erkennen.
In de motiveering van het Britsche be
sluit verklaarde Chamberlain, dat de regee-
ring'de positie van Spanje en de gedragslijn,
die zij had te volgen in het licht der gege
vens, waarover zij beschikte, zeer nauw
keurig heeft overwogen.
Als gevolg van den val van Barcelona en
de verovering van Catalonië, is Franco
thans in het bezit van het grootste deel van
Spanje, zoowel op het vasteland, als daar
buiten. In het door hem beheerschte gebied
bevinden zich de meeste industrie-centra en
'de meeste bronnen van prodiictie.
Zelfs wanneer de republikeinsche strijd
krachten in den zuidelijken sector eenig
vertoon van tegenstand zouden blijven bie
den, is het aan geen twijfel onderhevig, dat
het hier een laatste faze van den strijd zou
betreffen, waarvan slechts verder verlies
aan menschenlevens het gevolg zou kunnen
zijn.
Bovendien lijkt het de Britsche regeering
onmogelijk de republikeinsche regeering,
die verstrooid is en geen gevestigd gezag
meer uitoefent, als Spaansche regeering te
erkenrlen.
In dezen zin heeft men gisteren formeele
stappen gedaan.
De Britsche regeering, aldus Cham
berlain, heeft met voldoening kennis
genomen van Franco's openlijke verkla
ringen, volgens welke hij en zijn regee
ring vastbesloten zijn, de traditioneele
onafhankelijkheid van Spanje te verze
keren en slechts maatregelen te nemen
tegen degenen, die van crimineele delic
ten beschuldigd worden.
De verklaring van Chamberlain werd
door de meerderheid met gejuich, door
de oppositie met gejoel en kreten als
„schande" ontvangen.
Chamberlain zeide, dat het besluit in den
loop van het weekeinde was genomen, dat
de erkenning geschied was zonder voor
waarden en dat over de geheele kwestie m
het Lagerhuis zal worden gedebatteerd.
De Britsche agent te Burgos, Hodgson,
heeft de autoriteiten van het rechtsche
Spanje op de hoogte gesteld van het besluit
der Britsche regeering, de regeering van
Franco te erkennen als de wettige regee
ring van Spanje.
Tegelijkertijd werd aangekondigd, dat de
Britsche regeering besloten heeft, een am
bassadeur te benoemen bij de regeering vai.
Franco.
Het Fransche besluit.
De Fransche ministerraad, waarin het
besluit inzake Franco's erkenning geno
men werd, is gistermiddag om viei uur
bijeengekomen.
Daladier gaf een uiteenzetting van de
omstandigheden, waaronder de onder
handelingen met Spanje werden ge
voerd door Bérard en Jordana. Hij deel
de verder mede, welke overeenkomsten
bij deze onderhandelingen zijn tot stand
gekomen.
Op voorstel van Daladier heeft toen
de raad mealgemeene stemmen be
sloten, de regeering van Franco de juie
te erkennen.
In overeenstemming met de diplomatieke
traditie zal de directeur van de afdeelmg
politieke aangelegenheden van het minis e-
rie van buitenlandsche zaken belast worden
te Burgos kennis te geven van deze erken
ning. De benoeming van een Franschen am
bassadeur zal in den loop der week geschie-
den.
In den loop van de week, waarschijnnj
Donderdag of Vrijdag, zal een nieuwe mi
nisterraad worden gehouden, ten einde een
vertegenwoordiger van Frankrijk bij e
regeering van Franco aan te wijzen.
Vóór den ministerraad hadden Bonnet en
Bérard een langdurig onderhoud. Beiden
namen de meest strikte geheimhouding ui
acht over hun besprekingen.
Bérard zeide alleen, dat het te Burgos
zeer koud was, doch dat hij den indruk
heeft, dat de betrekkingen tusschen Frank
rijk en Spanje in de toekomst warm kunnen
zijn, waartoe zonder twijfel de stemming in
de Kamer veel neeft bijgedragen. Hij ont
kende verder, dat hij de nieuwe ambassa
deur te Burgos zou zijn.
In welingelichte kringen te Bayorine
wordt medegedeeld dat tengevolge van de
overeenstemming welke tot stand is geko
men in de besprekingen van Bérard te
Burgos, Woensdag te Hendaye een conferen
tie zal worden gehouden tusschen de verte
genwoordigers van Frankrijk en Spanje
over 't hervatten van het spoorwegverkeer
tusschen beide landen.
De regeering van Franco heeft ook reeds
consuls benoemd te Marseille, Bordeaux en
Bayonne. Deze consuls zullen hun functie
aanvaarden, zoodra officieel kennis is gege
ven van de erkenning van Franco door
Frankrijk, hetgeen onverwijld geschieden
zal.
Amerika en de erkenning.
Naar in welingelichte kringen te Washing
ton vernomen wordt, zijn er twee redenen
waarom de Ver. Staten waarschijnlijk niet
al te veel haast zullen maken met het
erkennen van Franco. De eerste is, dat
Washington met belangstelling afwacht,
welke politiek Franco zal volgen ten aan
zien van de landen, die door cultureele
banden met Spanje verbonden zijn. Iedere
poging van het nieuwe Spanje, in Zuid-
Amerika fascistische propaganda te gaan
Voeren, zou op verzet van de zijde der Ver.
Staten stuiten.
De tweede redèri 'is, dat de regeering der
Ver. Staten met belangstelling afwacht, hoe
Franco zijn overwonnen landslieden behan
delt. Men hoopt, dat Spanje aan een tijdperk
van gewelddadigen wederopbouw zal ont
snappen, doch als het mocht komen tot
bloedige wraaknemingen tegen de republi
keinsche leiders en partijgangers, zou er
hier een krachtige strooming zijn voor het
achterwege laten van de erkenning.
Reuter meldt uit Dantzig, dat door
Poolsche en Duitsche studenten giste
ren opnieuw wanordelijkheden zijn
ontstaan aan de polytechnische school,
alwaar de Duitsche studenten poogden
de Polen te verwijzen naar de achterste
banken van de college-zaal, waarop
een gevecht ontstond, dat eindigde met
de verdrijving der Polen uit het ge
bouw. Vier Poolsche studenten werden
in arrest gesteld.
Ovér dit nieuwe incident wordt van
Poolsche zijde gemeld, dat de gearresteerde
Poolsche studenten, weer in vrijheid zijn
gesteld.
Het Poolsche commissariaat-generaal stelt
een onderzoek in en heeft daarbij in het
bijzonder aandacht voor de houding van de
Het begeleidende kaartje geeft Polen
weer, ingedeeld 'in provincies. De plaatsen
alwaar massa-bijeenkomsten gehouden wer
den, zijn met een zwart blokje aangegeven.
Ter vergemakkelijking geven wij van som
mige plaatsen de Poolsche benamingen,
omdat deze wel eens gebezigd worden.
Gdingen (Gdynia), Posen (Poznan), Torn
(Torun), Krakau (Krakow), Lemberg
(Lwow)i Bromberg (Bydgoszoz), Wilna
(Wilno).
politie. Blijkt passiviteit van de autoritei
ten te Dantzig, dan zal de Poolsche regee
ring daaruit consequenties moeten trekken,
aldus een te Warschau uitgegeven commu
niqué. De Poolsche regeering heeft reeds
stopzetting van de colleges aan de poly-
technischè school geëischt.
Reuter meldt uit Warschau, dat daar
geen aanwijzing is gegeven omtrent den
aard der stappen, welke Polen eventueel
zal nemen als het antwoord van de autori
teiten te Dantzig onbevredigend is. Men
houdt het voor mogelijk, dat dan scherpe
maatregelen zullen worden genomen tegen
Duitsche studenten in Polen, wellicht wor
den zij van de Poolsche universiteiten uit
gesloten.
De toestand te Warschau.
De Duitsche ambassade te Warschau
wordt nog steeds bewaakt. Duitsche krin
gen hier zijn geïrriteerd, niet zoozeer dooi
de studenten-betoogingen als door het feit,
dat een groote politiemacht er niet in
slaagde ze te verhinderen.
Volgens Poolsche berichten zijn tien Po
len gewond bij het (vorige) incident aan de
polytechnische school te Dantzig, in ver
band waarmede de Poolsche commissaris
te Dantzig een onderhoud heeft gehad met
den Duitschen senator in Dantzig, Huth.
Intusschen handhaaft de regeering te
Warschau strenge maatregelen ter voorko
ming van een herhaling der wanordelijk
heden van Zaterdag.
Nota van den Senaat van Dantzig.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt uit
Dantzig:
Huth, de vice-president van den Senaat
van Dantzig, heeft gisterochtend een verte
genwoordiger van het commissariaat-gene
raal van Polen een verbale nota meege
deeld, waarin de regeering van Dantzig er
bij de Poolsche regeering op aandringt
haar afkeuring uit te spreken over de door
leden dër Poolsche studentenorganisatie
Bratnia Pomoc te Dantzig aangenomen re
solutie, welke in de Poolsche pers is gepu
bliceerd. Zulks is verzocht teneinde daar
door de in de betrekkingen van goede buur
schap tusschen beide staten ingetreden
spanning weg te nemen.
Tegelijkertijd werd aan de diplomatieke
vertegenwoordiging van Polen het resul
taat medegedeeld van het politie-onderzoek
inzake het incident in café Langfuhr, waar
in den nacht van 11 op 12 Februari drie
kwartier lang een anti-Poolsch plakkaat
was aangebracht. Het D.N.B. deelt het re
sultaat van dit onderzoek niet mee, doch
Frankrijk heeft Franco erkend. Niet
slechts de facto, maar ook de jure, in feite
en in rechte. Of het van harte gaat, is een
andere vraag, doch de tijd van handelen
was aangebroken. En minister Daladier
heeft het Vrijdag in de stampvolle zittings
zaal onder doodsche stilte gezegd, ook ont
houding zou een beslissing zijn. Er heerschte
spanning, toen om tien minuten ovêr vier de
interpellatie inzake de Spaansche kwestie
werd ingediend; om half zes werd onder
emotie gestemd over de terugzending, waar
aan de regeering de vertrouwenskwestie had
verbonden. En om vijf uur veertig was het
pleit beslist; kalm als immer deelde presi
dent Herriot mede: Aantal uitgebrachte
stemmen 584; volstrekte meerderheid 293;
vóór 323, tegen 261.
Dit alles heeft men reeds Zaterdag in de
krant kunnen lezen. Wij halen het nog even
weer aan, omdat onze Parijsche correspon
dent over de Franco-kwestie een artikel
schrijft, dat hier moge volgen:
Het is wel van belang goed te onder
scheiden. Theoretisch ging het niet om de
erkenning van Franco, doch om het niet on
middellijk toestaan eener interpellatie. De
beslissing om deze aanvrage in te dienen
werd genomen enkele uren vóór den aan
vang der Kamerzitting in een vergadering,
waar niet meer dan vijftig afgevaardigden,
leden der onlangs opgerichte Fransch-
Spaansche vriendschapsgroep reactie op
de recente stichting eener Franco-groep,
waarvan Flandin de leider is aanwezig
waren. Allen op één na stemden vóór de
indiening. Volgens officieuze cijfers be
schikte deze groep, welke kortheidshalve de
groep-Negrin wordt genoemd, over 305 stem
men in de Kamer. Welnu, tegen de regeering
stemden 261 leden. Zijn de overige 44 naar
Franco overgeloopen? Stellig niet, maar zij
bedachten, dat de vriendschap haar grenzen
heeft, zij hebben het principieele van de
stemming wel degelijk ingezien. De minister
president zag het ook. Toen aan Daladier
bij de indiening der interpellatie vragen
werden gesteld, was de minister geenszins
gehouden te antwoorden. Want in wezen
behoort de benoeming van een gezant, be
hoorde in casu dus de erkenning van gene
raal Franco als hoofd der Spaansche regee
ring, tot de competentie van den minister
raad. Het staat aan Kamer en Senaat om
de besluiten van dien te sanctionneeren of
niet, doch ze zijn dan reeds genomen en
een parlement, dat ze wraakte, neemt de
verantwoordelijkheid van een mogelijken
val der regeering daarmede op zich. Daar
om besloot Daladier de portefeuillekwestie
te stellen, de Kamer stond voor de keuze
vóórdat de ministerraad aan de zaak te pas
kwam. Zuiks bleek temeer gewenscht wijl
Léon Bérard in Spanje over verder strek
kende volmachten beschikte dan wel be
kend was aan de Kamer. Men vermoedde
het, vandaar ook de interpellatie-aanvrage.
Bepaald schitterend is het resultaat niet
geweest. Achter 155 socialisten en 73 com
munisten hebben zich 12 leden der socialis
tische en republikeinsche unie geschaard, 6
links-onafhankelijken en 15 radicalen en
radicaal-socialisten. Maar Daladier verkreeg
onlangs een meerderheid van slechts 7 stem
men, en daarbij vergeleken slaat de regee
ring thans geen slecht figuur. Bovendien is
deze uitslag afkomstig van de Fransche
Kamer van Mei 1936, de Kamer van het
volksfront. Het is Léon Blum, die zulks in
de „Populaire" opmerkt; alea jacta est, de
teerling is geworpen.
Hoe reageert Parijs op deze dingen? Voor
zeker niet met uitbundige vreugde. Maar
evenmin met resignatie. Integendeel, men
voelt zich opgelucht. Zelfs in arbeiders
kringen is de sympathie voor de uiterst
linksgerichte politiek snel gedaald; de sta
king van 30 November is het verbond van
vakvereenigingen duur komen te staan. En
de last, welken men ondervindt van de uit
menschlievendheid opgenomen Spanjaarden,
heeft daar ook al geen goed aan gedaan. De
enkele honderdduizenden vluchtelingen zijn
stellig niet allen anarchisten en communis
ten, maar er schuilen wel veel ongewenschte
elementen onder hen. Als de Franschman het
nog niet wist, heeft hij het de laatste dagen
in de kampen kunnen constateeren. En de
unanieme weigering der andere landen om
een deel dier vluchtelingen op te nemen,
Rusland en Mexico incluis, doet de rest.
Frankrijk herbergt op dit oogenblik Russen,
Turken, Italianen, Duitschers, Oostenrijkers,
Spanjaarden, om maar de voornaamste te
noemen, tot een totaal van vier millioen
vreemdelingen. Dat is een tiende deel der
gansche bevolking van Frankrijk. Dit tiende
deel is daarenboven het roerigste deel de
helft der misdaden in Frankrijk wordt ge
pleegd door buitenlanders en de Spaan
sche „kameraden" dragen het hunne tot die
roerigheid bij. Frankrijk begint in te zien,
dat het zich niet de weelde van een nieuwe
honderdduizend werkloozen kan veroor
loven, en dat met vele vluchtelingen, die te
goeder trouw zijn, ook een Spaansch gevaar
de Pyreneeën is gepasseerd en thans het
land der liberté, egalité et fraternité tot ope
ratieterrein zou willen verkiezen. Dit is het
nijpend probleem, dat niet alleen uit finan
cieel oogpunt van beteekenis is.
Bij den Parijzenaar bespeurt men weinig
belangstelling voor het stille gebouw, num
mer 13 aan de avenue George V, waar
president Azana tot gisteren verbleef. Men
acht de berichten over wagonladingen
gouds en edelgesteenten, die als diploma
tiek valies zouden zijn verzonden en daar
afgeleverd, schromelijk overdreven.
Vandaag is Azana afgetreden en uit
Parijs naar Savoie vertrokken; ook de am
bassadeur, Manuel Pascua, neeft Parijs ver
laten en met hem het personeel van het ge
zantschap. De verhuizing vond Zaterdag
plaats onder toezicht en bescherming der
Parijsche politie, en de oude rood-geel-
blauwe vlag zal wellicht binnen enkele
dagen worden vervangen door het rood en
goud der nationalisten. Men liep schouder
ophalend voorbij het Spaansche toeristen
bureau, gevestigd aan den drukken boule
vard nabij de Madeleine, waar sinds ander
half jaar of langer de onwaardigste propa
ganda voor het republikeinsche Spanje werd
gemaakt. Om maar te zwijgen van de pak
ken Spaansche persberichten, welke iederen
morgen en avond op de redactiebureaux der
Parijsche kranten en op de schrijftafel der
Parijsche correspondenten van buitenland
sche bladen werden gevonden. Een ge
woonte, die naar we merken sinds enkele
dagen niet meer schijnt te bestaan.
Als de Parijzenaar niet enthousiast is van
de erkenning van generaal Franco, komt
zulks voort uit zijn sentiment, dat zich tegen
de meer en meer gebruikelijke methode van
geweld verzet. Maar als hij zich niettemin op
gelucht gevoelt, is het doordien bij voldoen
den zin heeft voor de realiteit van de feiten.
De erkenning van Franco acht de meerder
heid des volks de consequentie eener niet-
inmengingspolitiek, die het gevaar om in
Spaansche zaken te worden betrokken, be
oogde te verminderen. Maar, en dit ziet men
eveneens helder' in, deze erkenning brengt
geen oplossing voor tal van andere pro
blemen, waarvan één is dat der Spaansche
vluchtelingen.
maakt wel melding van een tegelijkertijd
door den persdienst van den Senaat van
Dantzig gepubliceerde uiteenzetting, welke
zich keert tegen berichten van de Express
Poranny, waarin beweerd werd, dat het
bord door Duitsche studenten was uitgehan
gen, hoewel dat niet bewezen is en volgens
de constateering der politie ook niet waar
schijnlijk is.
De anti-Duitsche betoogingen te
Posen.
Het D.N.B. meldt uit Posen:
Nadat in den nacht van Zaterdag op
Zondag wederom onbekende daders in een
reeks van hier gevestigde Duitsche zaken
de étalageruiten hadden ingeslagen, o.m.
werden ook 25 ruiten van het Duitsche
Schülerheim vernield en twee ruiten van
de evangelische pastorie in het stadsdeel
Wilda, terwijl een verdere poging om ook
in het Schillergymnasium de juist ver
nieuwde kapot te slaan voorkomen werd, is
het gistermiddag tot nieuwe betoogingen
gekomen in den zakenwijk van Posen.
Weer werden in twee bekende Duitsche za
ken de ruiten kapot geslagen.
Te Kattowitz is uit Teschen bericht ont
vangen, volgens hetwelk ook in het Olsa-
gebied anti-Duitsche betoogingen voorgeko
men zijn. Bij een groot aantal Duitsche
zaken in Teschen in Trzynietz werden de
étalageruimten ingegooid.
De Diplo over de incidenten.
De Deutsche Diplomatisch Politische
Korrespondenz schrijft over de gebeurte
nissen te Dantzig, dat de interne strijd tus
schen Dantzigsche en Poolsche studenten,
ondanks provoceerende uitlatingen dezer
laatsten in het rijk gelaten ter kennis zijn
genomen.
Weinig zelfverzekerdheid hebben daaren
tegen zekere Poolsche kringen aan den dag
gelegd, die het hebben klaar gespeeld de
excessen der Poolsche studenten te provo-
ceeren.
Het zou echter wel de opvatting van alle
zich van hun verantwoordelijkheid bewuste
politici zijn, aldus de Korrespondenz, dat
het niet aan studenten is politieke richtlij
nen te geven, vooral wanneer deze hun
politieke onrijpheid zoowel door hun pro
gram als door het spectakel, dat zij maken,
bewijzen.
Voor het overige, aldus vervolgt de Kor
respondenz, heeft men er in Duitschland
kennis van genomen, dat de Poolsche mi
nister van buitenlandsche zaken direct na
de incidenten tegenover den Duitschen am
bassadeur het leedwezen en de verontschul
diging der Poolsche regeering heeft uitge
sproken en de verzekering heeft gegeven,
dat een herhaling van dergelijke incidenten
zou worden verhinderd.
Ook is vast te stellen, dat een groot deel
der Poolsche pers de excessen scherp ver
oordeelt en dat reeds de eerste maatrege
len zijn genomen om de schuldigen ter ver
antwoording te roepen.
Duitschland en Polen, d.w.z. niet slechts
een van beide naties, hebben er in ieder
geval een wel gemotiveerd belang bij, dat
hun politiek, die door vooruitziende staats
lieden ten bate van hun landen werd inge
leid, niet wordt doorkruist door onverant
woordelijke of onrijpe vredeverstoorders,
doch wordt voortgezet, niet om te misluk
ken door moeilijkheden, welke zeer zeker
bestaan, doch om deze te overwinnen en op
te lossen.
Om vier uur gistermiddag was het
kabinet onder voorzitterschap van
Pierlot bijeengekomen om den toestand
onder oogen te zien, ontstaan door de
weigering der socialisten te stemmen
voor de plannen van Camille Gutt, den
minister van financiën, meer in het bij
zonder ten aanzien van de 5 procent
korting op de salarissen e.d.
Na onderhandelingen, welke twee
dagen hebben geduurd, bleven de so
cialisten vijandig tegenover iedere po
litiek van deflatie.
Op grond hiervan is de regeering
toen afgetreden.
Verklaring van minister Wauters.
De socialistische minister van arbeid,
Wauters, heeft een verklaring afgelegd,
waarin hij zeide, dat er tusschen den mi
nister van financiën en zijn socialistische
collega's onverzoenlijke verschillen van
meening bestonden en dat het schijnt, dat
de groote meerderheid van het parlement
de gedachte aan deflatie om te komen tot
een evenwicht der begrooting afwijst. De
socialistische linkerzijde aanvaardt geen
vermindering der salarissen voor ambtena
ren en personen in openbaren dienst, het
geen een schending zou zijn van de con
ventie tusschen den staat en zijn personeel.
Onder deze omstandigheden waren de so
cialistische ministers van meening, dat zy
hun medewerking in het kabinet Pierlot
niet konden voortzetten.