NORTH CTATE
et raadsel
3&itwettland
%euMeUm
Riverside Drive.
1
Begrooting openbaar
lichaam
„De Wieringermeer".
„Nederlands Volkskracht"
ooent schipperskamp.
Kust- en Rijnvaart kunnen
geschoolde krachten
gebruikon.
ONHERROEPELIJK 11
„Geoorloofd hamsteren".
En de minder koopkrachtigen
van
TWEEDE BLAD,
In een nota naar aanleiding van het
verslag over de begrooting der rijks-
afdeeling van het openbaar lichaam
„De Wieringemeer" voor 1938, en de
wijziging van de begrooting van het
Zuiderzeefonds voor 1938, zegt de mi
nister van Waterstaat o.a.:
De meening van eenige leden, als zoude
ten gevolge van de werken, welke in direct
verband staan met de inpoldering van de
Wieringermeer, een belangrijke oppervlakte
cultuurgrond in de gemeente Wieringen
aan haar vroegere bestemming zijn ont
trokken, is in zooverre minder juist, dat dit
niet in verband heeft gestaan met genoem
de inpoldering, doch met de afsluiting van
de Zuiderzee.
Er is een oppervlakte van 170 H. A. in de
Wieringermeer als los land in pacht uitge
geven aan ingezetenen van de gemeente
Wieringen. Hoewel omtrent de totaal in be
slag genomen grondoppervlakte geen vol
ledig juiste cijfers bekend zijn, mag wor
den aangenomen, dat deze oppervlakte
minder bedraagt dan 170 H. A.
Het aan Wieringen grenzend deel van de
Wieringermeer bestaat vrijwel uitsluitend
uit lichten grond, van nature aangewezen
voor exploitatie als grasland. Waar de
vraag van ingezetenen der gemeente Wie
ringen thans meer speciaal naar bouwland
uitgaat en men in het algemeen wenscht
dat het land ver van de boerderij verwij
derd ligt, zal daaraan nog slechts in be
perkte mate tegemoet kunnen worden ge
komen.
Het onder art. 9 van de ontwerp-begroo-
ting van „De Wieringermeer" voor 1933
aangevraagd bedrag moest 150.000 hooger
zijn dan oorspronkelijk 'op de begrooting
van het Zuiderzeefonds werd uitgetrokken,
omdat in 1938 een achttal boerderijen meer
werd gebouwd dan waarop bij de aanvan
kelijke raming was gerekend, terwijl voorts
bij de bestaande bedrijfsgebouwen eenige
bijgebouwen moesten worden gesticht.
Gistermiddag is het eerste „schippers
kamp" van de stichting „Nederlands
Volkskracht" dat gevestigd is aan boord
van het opleidingsschip „Koningin
Wilhelmina" van het onderwijsfonds
voor de scheepvaart te Amsterdam, in
tegenwoordigheid van vele belang
stellenden officieel geopend.
24 jongens worden opgeleid.
Namens het bestuur van de stichting heeft
de heer J. C. G. Nieuwenhuys de aan
wezigen begroet en er zijn groote voldoening
over uitgesproken, dat het mogelijk is ge
bleken zoo spoedig na de oprichting van de
stichting „Nederlands Volkskracht" dit
eerste schipperskamp te openen. Vier en
twintig schipprszoons tusschen 16 en 24
jaar zullen een half jaar in dit kamp ver
blijven, waarna opnieuw eenzelfde aantal
jongens geplaatst kan worden.
Daarna zal daar de „Koningin Wilhel
mina" dan geheel noodig zal zijn voor de
leerlingen van het Onderwijsfonds voor de
scheepvaart naar een andere gelegenheid
moeten worden uitgezien. Reeds is de
stichting er in geslaagd te Zwolle beslag te
leggen op het buitenverblijf „IJsselzicht",
waarop direct na Paschen nog weer veertig
schippersjongens geplaatst zullen worden.
Hier zal een permanente vestiging mogelijk
zijn.
Dat dit „kamp" zoo snel tot stand kon
komen, is in de eerste plaats te danken
aan den directeur van het Onderwijsfonds
voor de scheepvaart, den heer G. de Jong,
die zijn volle medewerking verleend heeft.
Spr. bracht den heer de Jong hulde voor al
het werk, niet alleen voor de stichting, doch
voor het onderwijs aan het schipperskind in
het algemeen gedaan. In deze hulde betrok
spr. ook den zoon van den heer de Jong.
Daarnaast verklaarde spr. grooten dank
verschuldigd te zijn aan den heer van
Hoeven, directeur van sociale jeugdzorg van
het departement van Sociale Zaken, voor
het vlugge werk. dat in Den Haag is ver
richt.
De directeur van Sociale jeugdzorg,
de heer G. W. F. van Hoeven, heeft
vervolgens namens den minister van
Sociale Zaken met een korte rede het
„schipperskamp" officieel geopend.
Het is slechts toeval aldus spr. dat
de stichting genaamd „Nederlands Volks
kracht" dit schipperskamp heeft gevestigd
op het vaartuig, dat den naam draagt van
onze geëerbiedigde koningin, maar welk een
verband ligt er niet tusschen koningin Wil
helmina en Nederlands Volkskracht.
Is het niet haar meesterlijke stuurmans
kunst geweest aldus de heer van Hoeven
die het schip van staat immer door de
branding wist te brengen in veilige haven,
is het niet door haar beleid, door de levens
lessen, door haar gegeven en die tot ver
buiten onze grenzen weerklank vinden en
worden aanvaard, dat Nederlands Volks
kracht is behouden?
Spr. wees er den leerlingen op, dat er een
tekort is aan geschoolde krachten bij de
kust- en Rijnvaart .en dat zij, wanneer zij
een half jaar in dit kamp zijn geweest,
goede kansen hebben om een betalenden
werkkring te vinden.
Met een gelukwensch aan de stichting
„Nederlands Volkskracht" en een woord van
dank aan het Onderwijsfonds voor de
Scheepvaart, verklaarde de heer van Hoeven
dit eerste schipperskamp officieel geopend.
Nadat onder het zingen van het „Wil
helmus" de driekleur op het kamp was ge-
heschen, heeft de heer G. de Jong, directeur
van het Onderwijsfonds voor de Scheep
vaart, met een woord van dank voor de
hem gebrachte hulde verklaard, dat hij
gaarne zijn medewerking heeft gegeven,
omdat dit een voortzetting beteekent van
zijn streven goed lager- en vakonderwijs
voor de schippers jeugd.
AANVRAGEN VERBINDEND
VERKLARING C. A. O.'S VOORTAAN
SNELLER BEHANDELD.
In een nota naar aanleiding van het
verslag over de aanvullingsbegrooting
van sociale zaken voor 1938 schrijft de
minister:
Zooals reeds bij de schriftelijke en mon
delinge behandeling van hoofdstuk XI der
rijksbegrooting voor 1939 is uiteengezet,
zijn verschillende omstandigheden oorzaak,
dat de behandeling van aanvragen tot ver
bindendverklaring van bepalingen van
collectieve arbeidsovereenkomsten tot dus
ver meer tijd vorderde dan in de toekomst
het geval zal behoeven te zijn. Van de der
tien aanvragen, welke in het tijdvak 1
April31 December 1938 zijn ingediende is
er één ingewilligd. In enkele andere geval
len, waarin de verbindendverklaring niet
kon worden verleend, is overleg gepleegd
met de aanvragers, hetgeen geleid heeft of
nog zal leiden tot wijziging van de betref
fende collectieve arbeidsovereenkomst en
indiening van een nieuwe aanvrage.
Het laat zich aanzien, dat de afdoe
ning van de overige aanvragen binnen
kort zal kunnen plaats hebben en dat,
dank zij een belangrijken voorberei
denden arbeid, die tot dusver is ver
richt. in den vervolge in vele gevallen
een spoediger behandeling mogelijk zal
zijn.
ONDERSTEUNING INGEVOLGE DE
ARMENWET IN 1938.
Het centraal bureau voor de statistiek
heeft in mededeeling 4 a van de afdeeling
gerechtelijke- en armenzorgstatistiek we
der eenige recente cijfers gepubliceerd be
treffende ondersteuning met geld of met
levensbehoeften ingevolge de armenwet
verstrekt door de gemeentebesturen en de
burgerlijke instellingen in de 53 gemeenten
met meer dan 20.000 inwoners.
Uit deze publicatie blijkt o.m., dat in
Januari 1938 68.516 gezinnen en 82.866
alleenwonenden e.d. min of meer ge
regeld werden ondersteund, welke
aantallen in Juli 1938 tot respectieve
lijk 62.684 en 27.785 terugliepen en in
December 1938 resp. 68.291 en 29.467
bedroegen.
Misschien tegen de verwachting in blijkt
uit de cijfers, dat de invloed van zomer en
1 1 f AMERICAN «JciGARETTES
winter op de aantallen behoeftigen, die in
gevolge de armenwet ondersteund werden,
in 1938 niet groot was. Bedoelde invloed
was voor de alleen-wonenden e.d. nog ge
ringer dan voor de ondersteunde gezins
hoofden.
Het totaal der ondersteuningsuitgaven
bedroeg in het 4de kwartaal f 10.921.618 en
in het 3de kwartaal 9.482.788. De ver
meerdering beliep dus in het 4de kwartaal
1.438.830 of 15.17 pet. Deze sterke ver
meerdering werd o.m. veroorzaakt door stij
ging van het aantal ondersteunden, ver
strekking van Kerstgaven en van brand
stoffen, in het bijzonder gedurende de he
vige vorstperiode in December 1938.
MINISTER VAN ECONOMISCHE
ZAKEN NAAR DUITSCHLAND.
De regeeringspersdienst meldt: Het be
stuur van de Leipziger Messe heeft den
minister van economische zaken uitgenoo-
digd de Messe te bezoeken. De minister
heeft deze uitnoodiging aanvaard "en zal
van deze gelegenheid gebruik maken zijn
Duitschen ambtgenoot, dr. Funk, te Berlijn
een bezoek te brengen.
•boeit de kinderen en de resultaten zijn
veelbelovend, daar het juist de dagelijk-
sche omgangstaal is, die de kinderen noo
dig zullen hebben. Er zijn op het oopenblik
groepen voor Engelsch, terwijl binnenkort
groepen voor Spaansch en Hebreeuwsch
gevormd zullen worden.
JEAN ZAY WEER NAAR PARIJS
VERTROKKEN.
Gistermiddag is de Fransche minister van
onderwijs, Jean Zay, per K.L.M. weer -te
ruggekeerd naar Parijs.
De minister werd uitgeleide gedaan door
den Franschen gezant te 's-Gravenhage,
baron d'Arnould de Vitrolles en madame
de Vitrolles, den persattaché der Fransche
legatie den heer Henri Asselin en madame
Asselin, prof. Gustave Cohen, den direc
teur van het Maison des Cartes, prof. Guil-
hou, den waarnemenden consul van Frank
rijk te Amsterdam, terwijl namens het ge
meentebestuur van Amsterdam aanwezig
was om afscheid te nemen, de gemeente
secretaris, mr. S. J. van Lier.
GROOTE PARTIJ ONDERMAATSCHE
SNOEKBAARS IN BESLAG GENOMEN.
Naar eerst thans bekend wordt heeft de
pclitie te Spakenburg Zaterdag bij een
handelaar een partij van twaalfhonderd
pond snoekbaars in beslag genomen, welke
door vier botters uit het IJsselmeer was
aangevoerd en gereed stond ter verzending
naar Frankrijk. Deze inbeslagneming is
geschied omdat de visch beneden de maat
was, welke door de regeering in verband
met de vergrooting van den zoetwater-
vischstand, is vastgesteld.
Naar de botters, die weder ter visch-
vangst waren uitgevaren, wordt een onder
zoek ingesteld.
De burgemeester van Bunschoten heeft
de partij visch ter beschikking gesteld van
het burgerlijk armbestuur om onder de
werkloozen te worden verdeeld.
SPAANSCH LEGATIEGEBOUW DOOR
FRANCO-VERTEGENWOORDIGER
OVERGENOMEN.
De vertegenwoordiger van het Franco
bewind hier te lande heeft gister het ge
bouw van de Spaansche legatie aan hot
Plein 1813 no. 4 officieel overgenomen, ter
gelegenheid waarvan de Spaansche vlag
daar thans is uitgestoken.
VREEMDE TALEN VOOR DE
UITGEWEKEN KINDEREN.
Het Centraal Genootschap voor Kinder-
herstellings- en Vacantiekolonies, dat thans
Joodsche uitgeweken kinderen onder haar
hoede heeft, rekende het zich tot een harer
opgaven om de kinderen, die in andere lan
den uiteindelijk een nieuw vaderland zul
len vinden, voor hun bestemming voor te
bereiden, een gedachte, die geheel parallel
ging met die, van het vluchtelingencomité.
Van die zijde werden leeraren aangezocht
voor het geven van onderwijs. Daarnaast
wilde het genootschap aanvullend te werk
gaan bij het leeren door de kinderen van
vreemde talen, waartoe het in staat werd
gesteld door de volledige verstrekking van
gramofoonplaten, cursussen, en boeken. De
verschillende tehuizen hebben thans deze
cursussen eenigen tijd in gebruik en de er
varingen zijn voortreffelijk: de materie
DE TE HOUDEN TIENJARIGE
BEDRIJFSTELLING.
Blijkens een nota naar aanleiding van het
wetsontwerp houdende regelen betreffende
een algemeene tienjarige bedrijfstelling was
het den minister van economische zaker.
aangenaam, te ervaren, dat vele leden, de
greote waarde van een goed voorbereide
en nauwgezet uitgevoerde bedrijfstelling
erkennende, ook het daarvoor benoodigde
bedrag als redelijk konden aanvaarden. Het
behoeft wel geen betoog, dat de minister
voldoende doordrongen is van het belang
van een zoo zuinig mogelijke financiering
dezer aangelegenheid, dan dat voor over
bodige franje zou behoeven te worden ge
vreesd. Inderdaad zal niet meer dan het
noodzakelijke worden gevraagd.
Uitstel van de bedrijfstelling, als door
enkele leden bepleit, zou inderdaad slechts
tot gevolg hebben, dat de kosten daarvan
aanmerkelijk hooger zouden komen te lig
gen dan het thans gevraagde bedrag, aange
zien dan niet, gelijk thans mogelijk zal zijn,
van de volks- en beroepstelling gebruik
gemaakt zou kunnen worden voor het ver
zamelen van de namen en adressen der on
dernemingen. Doch ook afgezien van dit
financieele nadeel pleit tegen een dergelijk
uitstel niet minder, dat men alsdan nog
langer zou zijn aangewezen op de verouder
de gegevens van 1930, terwijl het toch dui
delijk is, dat het zeker in het huidig
tijdsbestek als een belang van de eerste
orde moet worden beschouwd om over be
trouwbare en zoo recent mogelijke gege
vens nopens het bedrijfsleven te kunnen
beschikken.
Naar aanleiding van de in het verslag
gestelde vraag over de door de ge
meenten, in verband met de telling, te
maken kosten, wordt medegedeeld, dat
in de raming van 485.000 is begrepen
een uitkeering aan de gemeentebestu
ren voor de ten behoeve der bedrijfs
telling te verrichten werkzaamheden.
FRUIT-, GROENTEN- EN AARDAPPELEN
EXPORTEURS VERGADEREN.
Gistermiddag kwam de Alg. Ned. Bond
van Fruit-, Groenten- en Aardappelen
exporteurs in jaarvergadering bijeen.
De voorzitter, de heer H. J. Kruidenier
Jzn., wees er in Z'jn openingswoord op, dat
zich voor den export weinig gunstige pers
pectieven openen. De plannen tot verbete
ring van den toestand in den tuinbouw
aanroerend, zeide spr. dat de export, zonder
welken de tuinbouw staat of valt, bij die
plannen dient te worden ingeschakeld. Ge
lukkig is gebleken, aldus de voorzitter, dat
de tuinbouw tot samenwerking bereid is.
Na de pauze sprak de secretaris van den
bond, mr. Luc: Schenderling, over: „Onze
taak voor 1939".
Spr. wees o.m. op de veranderde struc
tuur van den internationalen handel en op
de overheidsbemoeiing in eigen land, welke
organisatie van het bedrijfsleven noodzake
lijk maken. Alleen door middel van de or
ganisaties kunnen onze wenschen en bezwa
ren naar voren worden gebracht, kan mede
werking worden gegeten bij eventueel
noodzakelijke ordening, en kan ook worden
gewaakt tegen te ver gaande ordening.
Spr. herinnerde aan de verjaarde verplich
tingen, waaraan de exporthandel is onder
worpen door de maatregelen, ten behoeven
van land- en tuinbouw genomen. Den
exporteurs is de verplichting oogelegd aan
gesloten te zijn bij de Ned. Groenten- en
Fruitcentrale. Daar wij als bedrijfsgenooten
zijn ingeschakeld, aldus spr., wenschen wij
ook als bedrijfsgenooten volledige
medezeggenschap. Wij erkennen
de noodzakelijkheid en billijkheid van vele
maatregelen. Wij hebben dan ook echte-
recht op een behoorlijk gewaarborgde
rechtspositie.
valt 15 Maart a.s. de groote beslissing in
de Nationale Geluksrace 1939. De inzen
ding der gele kaarten sluit op Maandag
13 Maart a.s. Vraagt kosteloos toezending:
Postbus 2004 Utrecht.
(Adv. Ing. Med.).
Het vraagstuk van het hamsteren js
sinds de angstige Septemberdagen
weer actueel geworden. Wordt het ham
steren in den zin van veel en tegelijker-
tijd voedselvoorraden opslaan, wanneer
de dreigende tijd is ingetreden, alge.
meen veroordeeld, het opslaan van een
kleinen goederen-voorraad in rustige
tijden om een reserve aan te kweeken
voor de critieke momenten, vormt een
belangwekkend vraagstuk.
Al zijn enkele goederen wellicht meer
voorradig dan in 1914 en dit mede tengevolge
van maatregelen zooals de landbouw-crisis-
wet, toch mag men in het algemeen aan
nemen, dat door de perfecte werking van het
vervoerswezen de meeste voorraden, zeker
bij particulieren, tot het minimum zijn
teruggebracht. Om 't hamsteren op critieke
momenten tegen te gaan, om daardoor prijs-
verhooging te voorkomen, doch bovenal om
den totalen voorraad van goederen te ver-
hoogen, werd het „hamsteren in rustiger
tijden" aanbevolen.
Systematische actie.
Men mag echter betwijfelen of dergelijke
gedachten verwezenlijkbaar zijn, indien er
geen systematische actie voor wordt ge
voerd. Waarschijnlijk zal het dan beperkt
blijven tot enkelen, die, na overweging
overgaan tot het aanschaffen van zulk een
„ijzeren voorraad". De hier bedoelde opslag
zou echter pas beteekenis krijgen, indien hij
inderdaad op groote schaal zou geschieden.
De vereeniging voor nationale veiligheid
meent daarom goed te doen deze gedachte
krachtig te propageeren.
Een distributie op groote schaal van bro
chures zal plaats vinden door middel van de
kruideniers. Allereerst is in dit geschrift
opgenomen een lijst van artikelen, welke
het meest voor voorraadsvorming in aan
merking komen. Na een veelzijdig onder
zoek is men tot deze concrete samenstelling
gekomen. De lijst bevat de goederen, welke
in verband met de normale voorraden voor
een extra verzorging in aanmerking komen.
Zij bevat tevens goederen, die gedurende
een langeren tijd bewaard kunnen worden.
Minst kapitaalkrachtigen kunnen
niet meedoen.
Als bezwaar tegen de voorstellen op
dit gebied is van verschillende zijden
wel aangevoerd, dat dit hamsteren niet
sociaal zou zijn, waarmede bedoeld
werd, dat het schrijnend zou zijn voor
de armsten der bevolking, die tot het
vormen van een voorraad wegens hun
geringe koopkracht niet in staat zouden
zijn.
Wie deze opvatting heeft aldus de ver.
van nat. veiligheid moge ook thans het
schrijnende van de verschillen in welvaart
onderscheiden en zoo mogelijk door een
extra daad van liefdadigheid overbruggen.
Indien echter de voorraadsvorming ge
schiedt door wie het betalen kan, dan het
dat tengevolge, dat daardoor de landsvoor
raad wordt vergroot. In geval van nood
zal daardoor de plotselinge koop, het zgti.
hamsteren sterk verminderen en dienten
gevolge zullen grootere hoeveelheden over
blijven bij den handel, dien dan voor alle
landgenooten kunnen dienen.
Het zal remmend werken op de prijsver-
hooging, zoodat ook hiervan de minst koop
krachtigen kunnen profiteeren en tenslotte
zal onder zulk een noodtoestand een vrij
willige afgave van hen, die tevoren wel
konden hamsteren aan degenen, die hier
toe niet in staat waren, als een bijzondere
daad van naastenliefde mogelijk blijven.
Ook wanneer, zooals in de brochure staat
aangegeven, liefdadigheids-instellingen voor
een „ijzeren" voorraad zorgen, dan kun
nen zelfs, zij het natuurlijk in betrekkelijke
zwakke mate, ook de armsten direct hier
van voordeel hebben.
Daar is tenslotte de mogelijkheid, die er
voor velen bestaat om aan deze voorraad-
vorming mede te doen. Niet alleen de kapi
taal-krachtige ook de arbeidersgezinnen
kunnen hieraan volgens de vereeniging
medewerken. Uiteraard zal het voor deze
laatsten niet mogelijk zijn om ineens een
voorraad op te slaan, doch wanneer men
de aanschaf over een langere periode ver
deelt, dan kan ook geleidelijk zulk een
voorraad worden samengesteld.
Naar het Engelsch van Stanley Hart Page
27).
Spitz bleef zich een geamuseerde hou
ding geven.
„Dat is heel aardig van u", zei hij.
„Je schijnt te denken, dat het een grapje
is", bromde Gerrity. „Dat zul je niet meer
denken, als je op den stoel wordt gezet in
het volle licht".
„Politiemenschen zijn gewoonlijk heel
vervelend", zuchtte Spitz.
Hand keek hem lang en doordringend
aan. „Ik geloof, dat deze man tijd tot na
denken noodig heeft", zei hij. „Hij is nog te
veel gewend, vrij man te zijn, om te besef
fen, waar hij aan toe is. Zullen we hem een
dag of zoo in eigen vet laten gaar smoren,
inspecteur? Maar, voordat je naar je cel
teruggaat, vertel eens, waar ben je eigen
lijk vandaan?"
„Wel, uit ons eigen kleine New York!"
grinnikte Spitz.
„Je liegt, beste vriend", zei Hand. „Je
bent een Duitscher!"
Onverwachts scheen hiermee een zwakke
plek getroffen van de schijnbaar ondoor
dringbare wapenrusting van Spitz. Voor
het eerst schrok hij even en keek angstig
om zich heen. Maar spoedig herstelde hij
zich en glimlachte weer even vriendelijk
als te voren.
„Hoe komt u daarbij?" vroeg hij.
„Omdat we jou en je vriend Spawn in
het Duitsch hebben hooren oraten, toen
jullie overlegden, wat jullie met Clark
zouden doen. Tusschen haakjes, Clark, ze
hadden juist afgesproken, je maar meteen
van kant te maken, als dat verjaarscadeutje
van den inspecteur niet gevallen was".
„Spawn is een Duitscher", verklaarde
Spitz op slag. „Hij heeft last met het
Engelsch. Daarom spraken we Duitsch".
„Toch waar?" vroeg Hand ongeloovig.
„Nou, dan verzeker ik je, dat ik zal na
gaan, waarom je niet voor je nationaliteit
wilt uitkomen en waarom je ongevraagd
uitleg geeft over je Duitsch praten. Ik wil
je wel zeggen, dat Spawn heelemaal geen
last met het Engelsch had, toen hij tegen
Clark sprak bij gelegenheid van het vinden
van mevrouw Garrison. Zijn taaltje mag
dan niet perfect zijn geweest, maar hij ver
stond en sprak Engelsch goed genoeg. Sluit
hem maar weer in, inspecteur. En nu moest
je dat jacht maar niet langer op je laten
wachten, Clark!"
HOOFDSTUK XIV.
Een ingewikkeld bewijs.
Op halve kracht gleed de „Dorothy"
langs de kust van Nieuw-Engeland. De
bakboordmotor was buiten werking. Zooals
alles, wat er was gebeurd, sedert Hand het
geval Garrison in handen genomen had,
was ook dit defect van den dieselmotor
iets geheimzinnigs. Volgens den machinist
was de machine volkomen in orde, toen we
uit de haven vertrokken. Maar zoodra het
bevel tot uitvaren gegeven was, weigerden
beide motoren te draaien. Na veel gerom
mel was de stuurboord-motor gaan wer
ken. Maar die aan bakboord was niet op
gang te krijgen en dat was zoo gebleven.
Garrison had den tocht niet willen uitstel
len. Hand was het met hem eens. Dus wa
ren we op halve kracht vertrokken en had
den zoo vier en twintig uur gevaren.
In den leessalon zaten mevrouw Garri
son, mevrouw Abbington, Henry King en
dr. Innes te bridgen. Garrison, Flount en
ik waren toeschouwers. Miss Dykeman lag
beneden zeeziek in haar hut. Ze vond den
Atlantischen Oceaan lang zoo rustig niet
als den Stillen Oceaan. Ik had medelijden
met haar. Toch was haar ziekte een soort
opluchting voor me. Ze had, waarom weet
ik zelf niet, een zekere genegenheid voor
me opgevat.
Ik houd er niet 'van mezelf in een spie
gel te bekijken. Ik ben tweemaal zoo oud
als zij en mijn vrienden beschouwen me als
een vrij saaien, maar hartelijken kerel. Dat
zijn nu juist geen eigenschappen om het
hart van een meisje, zelfs niet van een
bakvischje, sneller te doen slaan. Niette
genstaande was dat toch het geval met het
hart van miss Dykeman. Daardoor was ik
met mijn onderzoek nog niet veel verder
gekomen. Maar eindelijk was ik nu toch
vrij, om, hoe vervelend ook, voor luister
vink te spelen.
Garrison bromde iets over motoren en
verliet ons. Met de bemerking, dat ik nog
iets in mijn hut te doen had, ging ik even
later ook heen. Na een kwartier gewacht
te hebben, liep ik Garrison, die juist uit de
machinekamer kwam, als toevallig tegen
het lijf.
„Nog niets gevonden?" vroeg ik.
„Er is met dan ding niets aan te vangen",
antwoordde hij, ietwat geprikkeld. „Draait
gewoonweg niet. Nog nooit eerder last mee
gehad. Begrijp het niet!"
„Och, met één motor komen we er ook.
Wanneer denkt u het eiland te bereiken?"
„Volgens den kapitein morgenochtend,
legen tienen. Met twee motoren zouden
we er vanavond al geweest zijn".
Ik troonde hem mee naar den deksalon
op het voorschip.
„Wat is het toch een prachtig jacht".
„Geriefelijk beaamde Ga.Tison, afge
trokken. Hij ging op een rieten stoel zitten,
strekte zijn beenen en keek fronsend voor
zich uit.
„Gek, dat die motor nu net onklaar moest
raken", merkte ik op.
„Meer dan gek zei Garrison, me aan
kijkend. „Het staat me niet aan. Iemand
heeft die motoren onklaar pogen te ma
ken".
„Wie kan het geweest zijn? Een lid der
bemanning?"
Hij schudde het hoofd. „Ik heb deze be
manning nu al drie jaar. Het zijn betrouw
bare zeelui, zonder uitzondering".
„Maar is er niemand anders aan boord
geweest? Toen het in de haven lag, was
er immers een wacht aan boord?"
„De bemanning woont er altijd op. Nie
mand is aan boord geweest, die er geen
recht toe had. Bovendien waren beide ma
chines gistermorgen volkomen in orde. Ze
hebben proef gedraaid".
We dachten er beiden over na. Ik begon
te voelen voor de meening van Hand, dat
een van het gezelschap toch misschien de
hand in het geval had. Misschien was een
hunner de machinekamer vlak voor het
vertrek binnengeslopen en had de machi
nes onklaar gemaakt. Terwijl ik hierover
nadacht, voegde Henry King zich bij ons.
„Hallo! Ik stoor toch niet? Ik heb mijn
kaarten aan Flount overgegeven. Ik ben
lang genoeg een ongelukspartner voor uw
vrouw geweest!"
„Neen, je stoort niet; kom binnen en ga
zitten", noodigde Garrison.
King nam een stoel. Hij scheen zich in
de enge ruimten van het jacht benauwd
te voelen. Al was zijn hoofd nog in ver
band, toch was King merkwaardig snel van
de ontvangen verwonding aan het herstel
len.
„Jullie keken allebei zoo plechtig, dat
ik bang was, te storen", zei hij.
„We zaten over dien motor te piekeren",
verklaarde Garrison.
King ging rechtop zitten en grinnikte.
„Je zult me wel heel onsympathiek vin
den", zei hij lachend, „maar ik heb echt
veel op met dien onwilligen motor. De zee
reis wordt er langer door. Ik was doods
benauwd, zeeziek te worden. Ik ben na
melijk nog nooit op zee geweest. Maar
je mag me kielhalen, als er ooit zoo'n goed
zeeman bestaan heeft, als ik".
(Wordt vervolgd).