NORTH CTATE et raadsel 3&itwettland %euMeUm Riverside Drive. 1 Begrooting openbaar lichaam „De Wieringermeer". „Nederlands Volkskracht" ooent schipperskamp. Kust- en Rijnvaart kunnen geschoolde krachten gebruikon. ONHERROEPELIJK 11 „Geoorloofd hamsteren". En de minder koopkrachtigen van TWEEDE BLAD, In een nota naar aanleiding van het verslag over de begrooting der rijks- afdeeling van het openbaar lichaam „De Wieringemeer" voor 1938, en de wijziging van de begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1938, zegt de mi nister van Waterstaat o.a.: De meening van eenige leden, als zoude ten gevolge van de werken, welke in direct verband staan met de inpoldering van de Wieringermeer, een belangrijke oppervlakte cultuurgrond in de gemeente Wieringen aan haar vroegere bestemming zijn ont trokken, is in zooverre minder juist, dat dit niet in verband heeft gestaan met genoem de inpoldering, doch met de afsluiting van de Zuiderzee. Er is een oppervlakte van 170 H. A. in de Wieringermeer als los land in pacht uitge geven aan ingezetenen van de gemeente Wieringen. Hoewel omtrent de totaal in be slag genomen grondoppervlakte geen vol ledig juiste cijfers bekend zijn, mag wor den aangenomen, dat deze oppervlakte minder bedraagt dan 170 H. A. Het aan Wieringen grenzend deel van de Wieringermeer bestaat vrijwel uitsluitend uit lichten grond, van nature aangewezen voor exploitatie als grasland. Waar de vraag van ingezetenen der gemeente Wie ringen thans meer speciaal naar bouwland uitgaat en men in het algemeen wenscht dat het land ver van de boerderij verwij derd ligt, zal daaraan nog slechts in be perkte mate tegemoet kunnen worden ge komen. Het onder art. 9 van de ontwerp-begroo- ting van „De Wieringermeer" voor 1933 aangevraagd bedrag moest 150.000 hooger zijn dan oorspronkelijk 'op de begrooting van het Zuiderzeefonds werd uitgetrokken, omdat in 1938 een achttal boerderijen meer werd gebouwd dan waarop bij de aanvan kelijke raming was gerekend, terwijl voorts bij de bestaande bedrijfsgebouwen eenige bijgebouwen moesten worden gesticht. Gistermiddag is het eerste „schippers kamp" van de stichting „Nederlands Volkskracht" dat gevestigd is aan boord van het opleidingsschip „Koningin Wilhelmina" van het onderwijsfonds voor de scheepvaart te Amsterdam, in tegenwoordigheid van vele belang stellenden officieel geopend. 24 jongens worden opgeleid. Namens het bestuur van de stichting heeft de heer J. C. G. Nieuwenhuys de aan wezigen begroet en er zijn groote voldoening over uitgesproken, dat het mogelijk is ge bleken zoo spoedig na de oprichting van de stichting „Nederlands Volkskracht" dit eerste schipperskamp te openen. Vier en twintig schipprszoons tusschen 16 en 24 jaar zullen een half jaar in dit kamp ver blijven, waarna opnieuw eenzelfde aantal jongens geplaatst kan worden. Daarna zal daar de „Koningin Wilhel mina" dan geheel noodig zal zijn voor de leerlingen van het Onderwijsfonds voor de scheepvaart naar een andere gelegenheid moeten worden uitgezien. Reeds is de stichting er in geslaagd te Zwolle beslag te leggen op het buitenverblijf „IJsselzicht", waarop direct na Paschen nog weer veertig schippersjongens geplaatst zullen worden. Hier zal een permanente vestiging mogelijk zijn. Dat dit „kamp" zoo snel tot stand kon komen, is in de eerste plaats te danken aan den directeur van het Onderwijsfonds voor de scheepvaart, den heer G. de Jong, die zijn volle medewerking verleend heeft. Spr. bracht den heer de Jong hulde voor al het werk, niet alleen voor de stichting, doch voor het onderwijs aan het schipperskind in het algemeen gedaan. In deze hulde betrok spr. ook den zoon van den heer de Jong. Daarnaast verklaarde spr. grooten dank verschuldigd te zijn aan den heer van Hoeven, directeur van sociale jeugdzorg van het departement van Sociale Zaken, voor het vlugge werk. dat in Den Haag is ver richt. De directeur van Sociale jeugdzorg, de heer G. W. F. van Hoeven, heeft vervolgens namens den minister van Sociale Zaken met een korte rede het „schipperskamp" officieel geopend. Het is slechts toeval aldus spr. dat de stichting genaamd „Nederlands Volks kracht" dit schipperskamp heeft gevestigd op het vaartuig, dat den naam draagt van onze geëerbiedigde koningin, maar welk een verband ligt er niet tusschen koningin Wil helmina en Nederlands Volkskracht. Is het niet haar meesterlijke stuurmans kunst geweest aldus de heer van Hoeven die het schip van staat immer door de branding wist te brengen in veilige haven, is het niet door haar beleid, door de levens lessen, door haar gegeven en die tot ver buiten onze grenzen weerklank vinden en worden aanvaard, dat Nederlands Volks kracht is behouden? Spr. wees er den leerlingen op, dat er een tekort is aan geschoolde krachten bij de kust- en Rijnvaart .en dat zij, wanneer zij een half jaar in dit kamp zijn geweest, goede kansen hebben om een betalenden werkkring te vinden. Met een gelukwensch aan de stichting „Nederlands Volkskracht" en een woord van dank aan het Onderwijsfonds voor de Scheepvaart, verklaarde de heer van Hoeven dit eerste schipperskamp officieel geopend. Nadat onder het zingen van het „Wil helmus" de driekleur op het kamp was ge- heschen, heeft de heer G. de Jong, directeur van het Onderwijsfonds voor de Scheep vaart, met een woord van dank voor de hem gebrachte hulde verklaard, dat hij gaarne zijn medewerking heeft gegeven, omdat dit een voortzetting beteekent van zijn streven goed lager- en vakonderwijs voor de schippers jeugd. AANVRAGEN VERBINDEND VERKLARING C. A. O.'S VOORTAAN SNELLER BEHANDELD. In een nota naar aanleiding van het verslag over de aanvullingsbegrooting van sociale zaken voor 1938 schrijft de minister: Zooals reeds bij de schriftelijke en mon delinge behandeling van hoofdstuk XI der rijksbegrooting voor 1939 is uiteengezet, zijn verschillende omstandigheden oorzaak, dat de behandeling van aanvragen tot ver bindendverklaring van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten tot dus ver meer tijd vorderde dan in de toekomst het geval zal behoeven te zijn. Van de der tien aanvragen, welke in het tijdvak 1 April31 December 1938 zijn ingediende is er één ingewilligd. In enkele andere geval len, waarin de verbindendverklaring niet kon worden verleend, is overleg gepleegd met de aanvragers, hetgeen geleid heeft of nog zal leiden tot wijziging van de betref fende collectieve arbeidsovereenkomst en indiening van een nieuwe aanvrage. Het laat zich aanzien, dat de afdoe ning van de overige aanvragen binnen kort zal kunnen plaats hebben en dat, dank zij een belangrijken voorberei denden arbeid, die tot dusver is ver richt. in den vervolge in vele gevallen een spoediger behandeling mogelijk zal zijn. ONDERSTEUNING INGEVOLGE DE ARMENWET IN 1938. Het centraal bureau voor de statistiek heeft in mededeeling 4 a van de afdeeling gerechtelijke- en armenzorgstatistiek we der eenige recente cijfers gepubliceerd be treffende ondersteuning met geld of met levensbehoeften ingevolge de armenwet verstrekt door de gemeentebesturen en de burgerlijke instellingen in de 53 gemeenten met meer dan 20.000 inwoners. Uit deze publicatie blijkt o.m., dat in Januari 1938 68.516 gezinnen en 82.866 alleenwonenden e.d. min of meer ge regeld werden ondersteund, welke aantallen in Juli 1938 tot respectieve lijk 62.684 en 27.785 terugliepen en in December 1938 resp. 68.291 en 29.467 bedroegen. Misschien tegen de verwachting in blijkt uit de cijfers, dat de invloed van zomer en 1 1 f AMERICAN «JciGARETTES winter op de aantallen behoeftigen, die in gevolge de armenwet ondersteund werden, in 1938 niet groot was. Bedoelde invloed was voor de alleen-wonenden e.d. nog ge ringer dan voor de ondersteunde gezins hoofden. Het totaal der ondersteuningsuitgaven bedroeg in het 4de kwartaal f 10.921.618 en in het 3de kwartaal 9.482.788. De ver meerdering beliep dus in het 4de kwartaal 1.438.830 of 15.17 pet. Deze sterke ver meerdering werd o.m. veroorzaakt door stij ging van het aantal ondersteunden, ver strekking van Kerstgaven en van brand stoffen, in het bijzonder gedurende de he vige vorstperiode in December 1938. MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN NAAR DUITSCHLAND. De regeeringspersdienst meldt: Het be stuur van de Leipziger Messe heeft den minister van economische zaken uitgenoo- digd de Messe te bezoeken. De minister heeft deze uitnoodiging aanvaard "en zal van deze gelegenheid gebruik maken zijn Duitschen ambtgenoot, dr. Funk, te Berlijn een bezoek te brengen. •boeit de kinderen en de resultaten zijn veelbelovend, daar het juist de dagelijk- sche omgangstaal is, die de kinderen noo dig zullen hebben. Er zijn op het oopenblik groepen voor Engelsch, terwijl binnenkort groepen voor Spaansch en Hebreeuwsch gevormd zullen worden. JEAN ZAY WEER NAAR PARIJS VERTROKKEN. Gistermiddag is de Fransche minister van onderwijs, Jean Zay, per K.L.M. weer -te ruggekeerd naar Parijs. De minister werd uitgeleide gedaan door den Franschen gezant te 's-Gravenhage, baron d'Arnould de Vitrolles en madame de Vitrolles, den persattaché der Fransche legatie den heer Henri Asselin en madame Asselin, prof. Gustave Cohen, den direc teur van het Maison des Cartes, prof. Guil- hou, den waarnemenden consul van Frank rijk te Amsterdam, terwijl namens het ge meentebestuur van Amsterdam aanwezig was om afscheid te nemen, de gemeente secretaris, mr. S. J. van Lier. GROOTE PARTIJ ONDERMAATSCHE SNOEKBAARS IN BESLAG GENOMEN. Naar eerst thans bekend wordt heeft de pclitie te Spakenburg Zaterdag bij een handelaar een partij van twaalfhonderd pond snoekbaars in beslag genomen, welke door vier botters uit het IJsselmeer was aangevoerd en gereed stond ter verzending naar Frankrijk. Deze inbeslagneming is geschied omdat de visch beneden de maat was, welke door de regeering in verband met de vergrooting van den zoetwater- vischstand, is vastgesteld. Naar de botters, die weder ter visch- vangst waren uitgevaren, wordt een onder zoek ingesteld. De burgemeester van Bunschoten heeft de partij visch ter beschikking gesteld van het burgerlijk armbestuur om onder de werkloozen te worden verdeeld. SPAANSCH LEGATIEGEBOUW DOOR FRANCO-VERTEGENWOORDIGER OVERGENOMEN. De vertegenwoordiger van het Franco bewind hier te lande heeft gister het ge bouw van de Spaansche legatie aan hot Plein 1813 no. 4 officieel overgenomen, ter gelegenheid waarvan de Spaansche vlag daar thans is uitgestoken. VREEMDE TALEN VOOR DE UITGEWEKEN KINDEREN. Het Centraal Genootschap voor Kinder- herstellings- en Vacantiekolonies, dat thans Joodsche uitgeweken kinderen onder haar hoede heeft, rekende het zich tot een harer opgaven om de kinderen, die in andere lan den uiteindelijk een nieuw vaderland zul len vinden, voor hun bestemming voor te bereiden, een gedachte, die geheel parallel ging met die, van het vluchtelingencomité. Van die zijde werden leeraren aangezocht voor het geven van onderwijs. Daarnaast wilde het genootschap aanvullend te werk gaan bij het leeren door de kinderen van vreemde talen, waartoe het in staat werd gesteld door de volledige verstrekking van gramofoonplaten, cursussen, en boeken. De verschillende tehuizen hebben thans deze cursussen eenigen tijd in gebruik en de er varingen zijn voortreffelijk: de materie DE TE HOUDEN TIENJARIGE BEDRIJFSTELLING. Blijkens een nota naar aanleiding van het wetsontwerp houdende regelen betreffende een algemeene tienjarige bedrijfstelling was het den minister van economische zaker. aangenaam, te ervaren, dat vele leden, de greote waarde van een goed voorbereide en nauwgezet uitgevoerde bedrijfstelling erkennende, ook het daarvoor benoodigde bedrag als redelijk konden aanvaarden. Het behoeft wel geen betoog, dat de minister voldoende doordrongen is van het belang van een zoo zuinig mogelijke financiering dezer aangelegenheid, dan dat voor over bodige franje zou behoeven te worden ge vreesd. Inderdaad zal niet meer dan het noodzakelijke worden gevraagd. Uitstel van de bedrijfstelling, als door enkele leden bepleit, zou inderdaad slechts tot gevolg hebben, dat de kosten daarvan aanmerkelijk hooger zouden komen te lig gen dan het thans gevraagde bedrag, aange zien dan niet, gelijk thans mogelijk zal zijn, van de volks- en beroepstelling gebruik gemaakt zou kunnen worden voor het ver zamelen van de namen en adressen der on dernemingen. Doch ook afgezien van dit financieele nadeel pleit tegen een dergelijk uitstel niet minder, dat men alsdan nog langer zou zijn aangewezen op de verouder de gegevens van 1930, terwijl het toch dui delijk is, dat het zeker in het huidig tijdsbestek als een belang van de eerste orde moet worden beschouwd om over be trouwbare en zoo recent mogelijke gege vens nopens het bedrijfsleven te kunnen beschikken. Naar aanleiding van de in het verslag gestelde vraag over de door de ge meenten, in verband met de telling, te maken kosten, wordt medegedeeld, dat in de raming van 485.000 is begrepen een uitkeering aan de gemeentebestu ren voor de ten behoeve der bedrijfs telling te verrichten werkzaamheden. FRUIT-, GROENTEN- EN AARDAPPELEN EXPORTEURS VERGADEREN. Gistermiddag kwam de Alg. Ned. Bond van Fruit-, Groenten- en Aardappelen exporteurs in jaarvergadering bijeen. De voorzitter, de heer H. J. Kruidenier Jzn., wees er in Z'jn openingswoord op, dat zich voor den export weinig gunstige pers pectieven openen. De plannen tot verbete ring van den toestand in den tuinbouw aanroerend, zeide spr. dat de export, zonder welken de tuinbouw staat of valt, bij die plannen dient te worden ingeschakeld. Ge lukkig is gebleken, aldus de voorzitter, dat de tuinbouw tot samenwerking bereid is. Na de pauze sprak de secretaris van den bond, mr. Luc: Schenderling, over: „Onze taak voor 1939". Spr. wees o.m. op de veranderde struc tuur van den internationalen handel en op de overheidsbemoeiing in eigen land, welke organisatie van het bedrijfsleven noodzake lijk maken. Alleen door middel van de or ganisaties kunnen onze wenschen en bezwa ren naar voren worden gebracht, kan mede werking worden gegeten bij eventueel noodzakelijke ordening, en kan ook worden gewaakt tegen te ver gaande ordening. Spr. herinnerde aan de verjaarde verplich tingen, waaraan de exporthandel is onder worpen door de maatregelen, ten behoeven van land- en tuinbouw genomen. Den exporteurs is de verplichting oogelegd aan gesloten te zijn bij de Ned. Groenten- en Fruitcentrale. Daar wij als bedrijfsgenooten zijn ingeschakeld, aldus spr., wenschen wij ook als bedrijfsgenooten volledige medezeggenschap. Wij erkennen de noodzakelijkheid en billijkheid van vele maatregelen. Wij hebben dan ook echte- recht op een behoorlijk gewaarborgde rechtspositie. valt 15 Maart a.s. de groote beslissing in de Nationale Geluksrace 1939. De inzen ding der gele kaarten sluit op Maandag 13 Maart a.s. Vraagt kosteloos toezending: Postbus 2004 Utrecht. (Adv. Ing. Med.). Het vraagstuk van het hamsteren js sinds de angstige Septemberdagen weer actueel geworden. Wordt het ham steren in den zin van veel en tegelijker- tijd voedselvoorraden opslaan, wanneer de dreigende tijd is ingetreden, alge. meen veroordeeld, het opslaan van een kleinen goederen-voorraad in rustige tijden om een reserve aan te kweeken voor de critieke momenten, vormt een belangwekkend vraagstuk. Al zijn enkele goederen wellicht meer voorradig dan in 1914 en dit mede tengevolge van maatregelen zooals de landbouw-crisis- wet, toch mag men in het algemeen aan nemen, dat door de perfecte werking van het vervoerswezen de meeste voorraden, zeker bij particulieren, tot het minimum zijn teruggebracht. Om 't hamsteren op critieke momenten tegen te gaan, om daardoor prijs- verhooging te voorkomen, doch bovenal om den totalen voorraad van goederen te ver- hoogen, werd het „hamsteren in rustiger tijden" aanbevolen. Systematische actie. Men mag echter betwijfelen of dergelijke gedachten verwezenlijkbaar zijn, indien er geen systematische actie voor wordt ge voerd. Waarschijnlijk zal het dan beperkt blijven tot enkelen, die, na overweging overgaan tot het aanschaffen van zulk een „ijzeren voorraad". De hier bedoelde opslag zou echter pas beteekenis krijgen, indien hij inderdaad op groote schaal zou geschieden. De vereeniging voor nationale veiligheid meent daarom goed te doen deze gedachte krachtig te propageeren. Een distributie op groote schaal van bro chures zal plaats vinden door middel van de kruideniers. Allereerst is in dit geschrift opgenomen een lijst van artikelen, welke het meest voor voorraadsvorming in aan merking komen. Na een veelzijdig onder zoek is men tot deze concrete samenstelling gekomen. De lijst bevat de goederen, welke in verband met de normale voorraden voor een extra verzorging in aanmerking komen. Zij bevat tevens goederen, die gedurende een langeren tijd bewaard kunnen worden. Minst kapitaalkrachtigen kunnen niet meedoen. Als bezwaar tegen de voorstellen op dit gebied is van verschillende zijden wel aangevoerd, dat dit hamsteren niet sociaal zou zijn, waarmede bedoeld werd, dat het schrijnend zou zijn voor de armsten der bevolking, die tot het vormen van een voorraad wegens hun geringe koopkracht niet in staat zouden zijn. Wie deze opvatting heeft aldus de ver. van nat. veiligheid moge ook thans het schrijnende van de verschillen in welvaart onderscheiden en zoo mogelijk door een extra daad van liefdadigheid overbruggen. Indien echter de voorraadsvorming ge schiedt door wie het betalen kan, dan het dat tengevolge, dat daardoor de landsvoor raad wordt vergroot. In geval van nood zal daardoor de plotselinge koop, het zgti. hamsteren sterk verminderen en dienten gevolge zullen grootere hoeveelheden over blijven bij den handel, dien dan voor alle landgenooten kunnen dienen. Het zal remmend werken op de prijsver- hooging, zoodat ook hiervan de minst koop krachtigen kunnen profiteeren en tenslotte zal onder zulk een noodtoestand een vrij willige afgave van hen, die tevoren wel konden hamsteren aan degenen, die hier toe niet in staat waren, als een bijzondere daad van naastenliefde mogelijk blijven. Ook wanneer, zooals in de brochure staat aangegeven, liefdadigheids-instellingen voor een „ijzeren" voorraad zorgen, dan kun nen zelfs, zij het natuurlijk in betrekkelijke zwakke mate, ook de armsten direct hier van voordeel hebben. Daar is tenslotte de mogelijkheid, die er voor velen bestaat om aan deze voorraad- vorming mede te doen. Niet alleen de kapi taal-krachtige ook de arbeidersgezinnen kunnen hieraan volgens de vereeniging medewerken. Uiteraard zal het voor deze laatsten niet mogelijk zijn om ineens een voorraad op te slaan, doch wanneer men de aanschaf over een langere periode ver deelt, dan kan ook geleidelijk zulk een voorraad worden samengesteld. Naar het Engelsch van Stanley Hart Page 27). Spitz bleef zich een geamuseerde hou ding geven. „Dat is heel aardig van u", zei hij. „Je schijnt te denken, dat het een grapje is", bromde Gerrity. „Dat zul je niet meer denken, als je op den stoel wordt gezet in het volle licht". „Politiemenschen zijn gewoonlijk heel vervelend", zuchtte Spitz. Hand keek hem lang en doordringend aan. „Ik geloof, dat deze man tijd tot na denken noodig heeft", zei hij. „Hij is nog te veel gewend, vrij man te zijn, om te besef fen, waar hij aan toe is. Zullen we hem een dag of zoo in eigen vet laten gaar smoren, inspecteur? Maar, voordat je naar je cel teruggaat, vertel eens, waar ben je eigen lijk vandaan?" „Wel, uit ons eigen kleine New York!" grinnikte Spitz. „Je liegt, beste vriend", zei Hand. „Je bent een Duitscher!" Onverwachts scheen hiermee een zwakke plek getroffen van de schijnbaar ondoor dringbare wapenrusting van Spitz. Voor het eerst schrok hij even en keek angstig om zich heen. Maar spoedig herstelde hij zich en glimlachte weer even vriendelijk als te voren. „Hoe komt u daarbij?" vroeg hij. „Omdat we jou en je vriend Spawn in het Duitsch hebben hooren oraten, toen jullie overlegden, wat jullie met Clark zouden doen. Tusschen haakjes, Clark, ze hadden juist afgesproken, je maar meteen van kant te maken, als dat verjaarscadeutje van den inspecteur niet gevallen was". „Spawn is een Duitscher", verklaarde Spitz op slag. „Hij heeft last met het Engelsch. Daarom spraken we Duitsch". „Toch waar?" vroeg Hand ongeloovig. „Nou, dan verzeker ik je, dat ik zal na gaan, waarom je niet voor je nationaliteit wilt uitkomen en waarom je ongevraagd uitleg geeft over je Duitsch praten. Ik wil je wel zeggen, dat Spawn heelemaal geen last met het Engelsch had, toen hij tegen Clark sprak bij gelegenheid van het vinden van mevrouw Garrison. Zijn taaltje mag dan niet perfect zijn geweest, maar hij ver stond en sprak Engelsch goed genoeg. Sluit hem maar weer in, inspecteur. En nu moest je dat jacht maar niet langer op je laten wachten, Clark!" HOOFDSTUK XIV. Een ingewikkeld bewijs. Op halve kracht gleed de „Dorothy" langs de kust van Nieuw-Engeland. De bakboordmotor was buiten werking. Zooals alles, wat er was gebeurd, sedert Hand het geval Garrison in handen genomen had, was ook dit defect van den dieselmotor iets geheimzinnigs. Volgens den machinist was de machine volkomen in orde, toen we uit de haven vertrokken. Maar zoodra het bevel tot uitvaren gegeven was, weigerden beide motoren te draaien. Na veel gerom mel was de stuurboord-motor gaan wer ken. Maar die aan bakboord was niet op gang te krijgen en dat was zoo gebleven. Garrison had den tocht niet willen uitstel len. Hand was het met hem eens. Dus wa ren we op halve kracht vertrokken en had den zoo vier en twintig uur gevaren. In den leessalon zaten mevrouw Garri son, mevrouw Abbington, Henry King en dr. Innes te bridgen. Garrison, Flount en ik waren toeschouwers. Miss Dykeman lag beneden zeeziek in haar hut. Ze vond den Atlantischen Oceaan lang zoo rustig niet als den Stillen Oceaan. Ik had medelijden met haar. Toch was haar ziekte een soort opluchting voor me. Ze had, waarom weet ik zelf niet, een zekere genegenheid voor me opgevat. Ik houd er niet 'van mezelf in een spie gel te bekijken. Ik ben tweemaal zoo oud als zij en mijn vrienden beschouwen me als een vrij saaien, maar hartelijken kerel. Dat zijn nu juist geen eigenschappen om het hart van een meisje, zelfs niet van een bakvischje, sneller te doen slaan. Niette genstaande was dat toch het geval met het hart van miss Dykeman. Daardoor was ik met mijn onderzoek nog niet veel verder gekomen. Maar eindelijk was ik nu toch vrij, om, hoe vervelend ook, voor luister vink te spelen. Garrison bromde iets over motoren en verliet ons. Met de bemerking, dat ik nog iets in mijn hut te doen had, ging ik even later ook heen. Na een kwartier gewacht te hebben, liep ik Garrison, die juist uit de machinekamer kwam, als toevallig tegen het lijf. „Nog niets gevonden?" vroeg ik. „Er is met dan ding niets aan te vangen", antwoordde hij, ietwat geprikkeld. „Draait gewoonweg niet. Nog nooit eerder last mee gehad. Begrijp het niet!" „Och, met één motor komen we er ook. Wanneer denkt u het eiland te bereiken?" „Volgens den kapitein morgenochtend, legen tienen. Met twee motoren zouden we er vanavond al geweest zijn". Ik troonde hem mee naar den deksalon op het voorschip. „Wat is het toch een prachtig jacht". „Geriefelijk beaamde Ga.Tison, afge trokken. Hij ging op een rieten stoel zitten, strekte zijn beenen en keek fronsend voor zich uit. „Gek, dat die motor nu net onklaar moest raken", merkte ik op. „Meer dan gek zei Garrison, me aan kijkend. „Het staat me niet aan. Iemand heeft die motoren onklaar pogen te ma ken". „Wie kan het geweest zijn? Een lid der bemanning?" Hij schudde het hoofd. „Ik heb deze be manning nu al drie jaar. Het zijn betrouw bare zeelui, zonder uitzondering". „Maar is er niemand anders aan boord geweest? Toen het in de haven lag, was er immers een wacht aan boord?" „De bemanning woont er altijd op. Nie mand is aan boord geweest, die er geen recht toe had. Bovendien waren beide ma chines gistermorgen volkomen in orde. Ze hebben proef gedraaid". We dachten er beiden over na. Ik begon te voelen voor de meening van Hand, dat een van het gezelschap toch misschien de hand in het geval had. Misschien was een hunner de machinekamer vlak voor het vertrek binnengeslopen en had de machi nes onklaar gemaakt. Terwijl ik hierover nadacht, voegde Henry King zich bij ons. „Hallo! Ik stoor toch niet? Ik heb mijn kaarten aan Flount overgegeven. Ik ben lang genoeg een ongelukspartner voor uw vrouw geweest!" „Neen, je stoort niet; kom binnen en ga zitten", noodigde Garrison. King nam een stoel. Hij scheen zich in de enge ruimten van het jacht benauwd te voelen. Al was zijn hoofd nog in ver band, toch was King merkwaardig snel van de ontvangen verwonding aan het herstel len. „Jullie keken allebei zoo plechtig, dat ik bang was, te storen", zei hij. „We zaten over dien motor te piekeren", verklaarde Garrison. King ging rechtop zitten en grinnikte. „Je zult me wel heel onsympathiek vin den", zei hij lachend, „maar ik heb echt veel op met dien onwilligen motor. De zee reis wordt er langer door. Ik was doods benauwd, zeeziek te worden. Ik ben na melijk nog nooit op zee geweest. Maar je mag me kielhalen, als er ooit zoo'n goed zeeman bestaan heeft, als ik". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6