et raadsel
ïBitutetiland
Sxaiileton
DRIE JAREN UIT DE
ZORGEN
Riverside Drive.
Na de erkenning van
Franco's bewind.
Schriftelijke vragen aan den
minister.
Auto door sneltrein
gegrepen.
Bestuurder ternauwernood
ontsnapt
GEMENGD NIEUWS.
ONZE STADSRUBRIEK
ALKMAARSCHE COURANT
van
TWEEDE BLAD.
De heer Wijnkoop (C. P. N.) heeft
aan den minister van buitenlandsche
zaken de volgende vragen gesteld:
Wil de minister aan de Kamer mededee-
ling doen van de gronden voor de erken
ning door Nederland van Franco's bewind
in Spanje?
Wil de minister dan tevens mededeelen
waarom deze handeling zoo onverwijld
moest geschieden, terwijl de erkende re-
geerihg- van de Spaansche republiek niet
alleen nog bestaat, maar volgens de officiee-
len berichten van deze regeering bij onder
zoek is. gebleken, dat het moreel van de
Spaansche bevolking in de centrale, repu-
blikeinsche zone nog steeds goed is?
Waarom heeft de regeering in afwijking
van. een anders wel gevolgde methode thang
dit bewind van Franco direct de jure en
niet, van uit haar eigen gezichtspunt al
thans, eerst-de facto erkend?
Wat heeft de regeering ertoe gebracht
deze erkenning van Franco te doen ge
schieden zonder- eerst overleg te plegen
met de republikeinsche regeering, en was
er niet in elk geval tijd geweest óm eerst
op" gewone wijze aan de Spaansche autori
teiten hier te lande een mededeeling tér
zake te doen toekomen? Hadden daardoor
dan niet tevens gebeurtenissen, zoöals die
ten aanzien van het Spaansche consulaat
te Amsterdam, voorkomen kunnen wor
den?"
Waarom heeft de regeering niet gelegen
heid gezocht,, .om, afgescheiden yan haar
formeele bevoegdheid ten dezen, daarover
eerst in eenigerlei verbinding mét de Sta-
ten-Generaal te treden?
Heeft; de regeering .vóór de erkenning
eenigerlei mededeéling daaromtrent gedaan
aan de commissie voor buitenlandsche za
ken van de Tweede Kamer? Zoo niet,
waaromniet?
Acht de regeering een dergelijke erken
ning niet ook eèh nadeel voor het op het
moment' alles overheerschende belang van
de onafhankelijkheid der kleine staten in
het algemeen, en voor de veiligheid van
Nederland en van de overzeesche gebieden
in het bijzonder tegen plotselinge overval
len van agressieve staten?
VERBLIJF ONTZEGD.
Holzmann moet land verlaten.
Naar het Hbld. verneemt heeft de regee
ring tegen medio Maart a.s. aan M. Holz
mann, „industrieel", alhier het verblijf in
Nederland ontzegd, zoodat hij het land zal
moeten verlaten. Men zal zich herinne
ren dat H. verleden jaar op last van de
Haagsche- Justitie in zijn woning in het Alb.
Hahnplantsoen, aldaar, gearresteerd werd
daar' VèTffiocdóns Van meineed in een civie-
le procedure en ook andere verdenkingen
tegen, hem .gerezen,waren? Hij móést toen
ecfiter weer in vrijheid worden gèsteiu,.
doch werd sindsdien als ongewenschte
vreemdeling beschouwd, terwijl thans zijn
verblijfsvergunning niet meer verlengd zal
wórden.
INDIRECTE BELASTINGEN EN LAND
BOUWCRISISHEFFINGEN IN DE
GEZINSUITGAVEN.
Onder bovenstaanden titel is bij de alge-
meene landsdrukkerij een publicatie van
het Centraal Bureau voor de Statistiek ver
schenen, waarin de bedragen berekend
zijn, die uit de gezinsuitgaven aan de over
heid toevloeien uit hoofde van indirecte be
lastingen en landbouwcrisisheffingen, die
op.de verbruikte artikelen rusten.
Uit de uitkomsten blijkt, dat bij toene-
mjng van den welstand, met de stijging van
de-; uitgaven voor verbruik de bedragen der
indirecte belastingen wel belangrijk toene-
mén, doch in veel mindere mate dan de
toeneming der uitgaven. Eenzelfde depres
sie doet .zich, zelfs in sterkere mate, voor
bij de landbouwcrisisheffingen. Een en an
der is begrijpelijk als^en bedenkt dat de
indirecte belastingen voor een groot deel,
en de landbouwcrisisheffingen vrijwel uit
sluitend, op de uitgaven voor voeding be
trekking hebben. Op de onontbeerlijke voe
dingsmiddelen béood en vetten drukt in
alle welstandsklassen meer dan 75 pCt. van
het totaal der crisisheffingen, dat in de
gezinsuitgaven berekend is. Uitgedrukt in
procenten van het inkomen varieeren de
indirecte belastingen van de laagste inko
mensklasse (beneden 1400) tot de hoog
ste klasse (boven 6000) van 5.4 pCt. tot
3.2 pCt., de landbouwcrisisheffingen van
3.6 pCt. tot 1.2 pCt. Een geheel ander beeld
vertoonen uiteraard de directe belastingen;
de overeenkomstige percentages zijn hier
1.5 en 13.5. De totale druk van indirecte be
lastingen, landbouwcrisisheffingen en di
recte belastingen gezamenlijk loopt in de
inkomensklassen beneden 3000 van 10.5
tot 11.9 pCt. van het inkomen en bedraagt
in de klasse 40006000 14.9 pCt., in die
boven 6000 17.6 pCt.
GROOTE ZENDING NAAR CENTRAAL
SPANJE.
Om den nood in centraal Spanje zooveel
mogelijk te lenigen, heeft de „Commissie
Hulp aan Spanje" wederom een belang
rijke zending naar Spanje gestuurd. De
totale waarde ervan bedraagt 10.000. Ge
zonden werden 20 ton melkpoeder, be
nevens 86 kisten levensmiddelen en
kleeding.
•Bijdragen ter leniging van den nood in
centraal Spanje kunnen gezonden worden
naar het kantoor der commissie, Keizers
gracht 495a, Amsterdam, of op postgiro
rekening 204040 worden overgemaakt.
VORSTSCHADE CATASTROFAAL
VOOR DE BLOEMENTEELERS.
Resultaten van het onderzoek.
Eerst thans blijkt welke catastrofale ge
volgen de abnormale vorstperiode voor de
Nederlandschen bloementeelt met zich
heeft gebracht.
Was de directe schade voor deze cultu
res bijzonder groot, de indirecte begint zich
thans ook te doen gevoelen en deze zal het
geheele jaar door haar stempel drukken op
de bloementeelt en den handel.
In een onderhoud dat wij hadden
met den heer P. Vis, voorzitter van den
Bond van Bloemenveilingen verklaar
de deze, dat thans gebleken is, dat de
indirecte vorstschade nog aanmerkelijk
grooter is dan eerst was geraamd.
Verschillende commissies nemen momen
teel overal in den lande op de diverse be
dreven Steekproeven, teneinde aan de hand
van deze bevindingen rapport aan de re
geering inzake de vorstschade te kunnen
uitbrengen.
Deze deskundige op het gebied der Neder-
landsche bloementeelt deelde ons mede,
dat uit deze steekproeven blijkt, dat de in
directe schade catastrofaal is voor een groot
deel onzer bloemenkweekers, waarvan de
regeering dan ook op de hoogte zal worden
gesteld.
•J Be direete-schade, veroorzaakt door ge
noemde vorstperiode was bijzonder, groot,
hetgeen wel blijkt uit het feit, dat de vei-
lingomzet' van de groote Westlandsche bloe
menveiling te Honselersdijk in de Kerst
week slechts de helft bedroeg van die
welke verwacht werd. Duizenden en nog
eens duizenden planten en bloemen zijn in
die periode bevroren, ondanks hard stoken
van dé kweekers in de kassen. De bloemen,
welke toen niet in de kassen bevroren wa
ren, konden toch niet aangevoerd worden,
gezien de heerschende koude. De potplan
ten daalden wel met 70 pCt. in waarde.
Thans blijkt echter, dat vele planten, die
men nog goed waande, toch gedeeltelijk
bevroren zijn geweest en nu afsterven.
LANDAANWINNING EN VISSCHERIJ.
De heer Woudenberg (n. s. b.) heeft de
minister van Waterstaat, Sociale Zaken en
Economische Zaken vragen gesteld over
landaanwinning door aanslibbing aan de
Friesche en """roningsche Wadden. Hij
vraagt o.m. of het den minister bekend is,
dat hierover bij de Waddenvisschers onge
rustheid bestaat; of het voornemen bestaat
een dijk van Schiermonnikoog en van
Ameland naar den vasten wal te leggen, en
of de ministers bereid zijn nu reeds maat
regelen tot hulpverleeniging te nemen.
IN HET SCHEEPSRUIM GEVALLEN EN
OP SLAG GEDOOD.
Gisteravond Om kwart voor tien is aan
boord van het bij de Nederlandsche Dok
maatschappij te Amsterdam liggende s. s.
Crijnssen van de K. N. S. M. de 26-jarige
V. uit Rotterdam, ambtenaar van het clas
sificatiebureau Unitas, aldaar, in het ruim
gevallen en vrijwel op slag gedood.
Het slachtoffer was met een collega be
zig met het verrichten van werkzaamhe
den in het ruim, toen op een gegeven
oogenblik zijn looplamp defect raakte. Zijn
metgezel ging er toen op uit om elders een
andere lamp te halen. Bij zijn terugkomst
bleek V. zoek te zijn. Na eenigen tijd vond
men hem levenloos op den bodem van het
ruim liggen. Hij moet in het donker zijn
misgestapt waarna hij vijf meter omlaag
gevallen is, met het vermelde noodlottige
gevolg.
ACCOMODATIEVERBETERING DER
DERDE KLASSE-RIJTUIGEN BIJ DE
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN.
Naar wij vernemen ligt het in de
bedoeling van de directie der Neder
landsche spoorwegen de accomodatie
der derde klasserijtuigen aanmerkelijk
te verbeteren. De houten banken zul
len vervangen worden door banken
met leeren bekleedingen.
In de centrale werkplaatsen der Neder
landsche spoorwegen te Utrecht wordt hier
aan momenteel intensief gewerkt.
Zoo zullen vóór 15 Mei a.s. reeds een
tiental rijtuigen gereed zijn die van eerste
en tweede klasse tot derde klasse zijn ver
bouwd. Het zijn vierassige rijtuigen, die 54
ruime plaatsen zullen bevatten, onderver
deeld in zes coupé's voor acht- en 'n coupé
voor zes personen. De banken en rugleu
ningen zullen met leder bekleed zijn, ter
wijl in de hoeken armleuningen worden
aangebracht. Ook de derde-klasse toiletten
zullen belangrijke verbeteringen ondergaan.
Tot 15 Mei a.s. doen eenige dezer rijtui
gen dienst in de bootsneltreinen tusschen
Amsterdam en Enkhuizen.
Naast de verbetering der derde-klasse-
accom.odatie is de behoefte aan meer vier
assige rijtuigen derde klasse aanleiding tot
déze verbouwingen. Na aflevering der tien
rijtuigen zullen er nog veertig worden ver
anderd in den zelfden geest als hierboven
omschreven.
NADERE VOORZIENINGEN INZAKE
DE TANDHEELKUNDE.
De heer Van der Putt C. S. heeft op het
wetsontwerp houdendenadere voorzie
ningen inzake de tandheelkunde eenige
amendementen voorgesteld, waarmede
wordt beoogd ook diengenen gelegenheid
te geven aan het vooronderzoek, resp.
examen, deel te nemen,, die, ofschoon hun
bewijzen van vestiging waren geviseerd,
niet toegelaten zijn geworden tot het
examen, bedoeld in de wet van 18 Mei
1929. Deze personen, vier in getal, hebben
steeds de volledige tandprothese toegepast
en oefenen thans nog zelfstandig praktijk
uit.
Deze amendementen zijn mede-ondertee-
kend door de leden Tilanus, BakkerNort,
Suring, Andriessen en I. H. J. Vos.
Voorts heeft de heer Van der Putt C. S.
een amendement voorgesteld, beoogende
ook aan diegenen gelegenheid te geven aan
het vooronderzoek, resp. examen deel te
nemen, die, ofschoon zij-voor 10 Juni 1913
de volledige tandprothese toepasten, om
een of andere reden in 1925 geen visum op
hun bewijs van vestiging hebben aange
vraagd of dit niet ontvingen. Na onder-
Doe mee aan de Nationale Geluks-
race. Trekking definitief 15 Maart a.s. De
inzending der gele kaarten sluit op Maan
dag 13 Maart a.s. Vraagt kosteloos toezen
ding: Postbus 2004 Utrecht.
(Adv. lng. Med.).
zoek is gebleken, dat het hier betreft 19
personen, die allen vóór 1920 zelfstandig
gevestigd waren en thans nog een eigen
praktijk hebben.
DE HAAGSCHE DIERENTUIN BLIJFT
OOK BIJ VERKOOP BESTAAN.
Naar aanleiding van de onderhandelingen
inzake verkoop van den Haagschen dieren
tuin onder de voorwaarde, gesteld door de
nieuwe eigenaresse, dat zij met de gemeen
te tot overeenstemming komt omtrent de
wijze van bebouwing van het terrein, ver
nemen wij, dat, indien de transactie slaagt,
de vennootschap, die tot nu toe de exploita
tie van den geheelen tuin de dieren in
begrepen beheert, deze exploitatie zal
trachten voort te zetten op een andere
plaats in de gemeente 's-Gravenhage, om
trent de keuze waarvan echter nog geener
lei beslissing is genomen. Het Koninklijk
Zoologisch Botanisch genootschap is hier
toe nog in overleg met het gemeentebe
stuur.
De Haagsche dierentuin zal derhalve, in
dien de verkoop van de onroerende bezit
tingen doorgaat, niet worden opgeheven
doch met zijn levende have zoo mogelijk
naar een ander terrein in de residentie
worden verplaatst.
HET WEER IN FEBRUARI 1939.
Mededeeling van het K. N. M. I.
in de Bilt.
Gemiddeld over de vijf hoofdstations was
in Februari de ochtendtemperatuur een
halve graad boven norjnaal. In de eerste
decade was de temperatuur 1 graad bene
den in de tweede en derde respectievelijk
2% en 1 y, graad boven normaal. De groot
ste afwijkingen kwamen voor op den 3den
en 12den, respectievelijk 7 graden beneden
en 5 graden boven normaal. De gemiddelde
maximumtemperatuur was een halve graad
en het gemiddelde minimum l</2 graad bo
ven normaal.
Het aantal dagen met een minimumtem
peratuur beneden het vriespunt bedroeg te
De Bilt 11 tegen 15 normaal. De neerslag
was over het geheele land beneden nor
maal. De hoeveelheid was in Groningen
ongeveer 10 procent elders tot 20 en 45
procent beneden normaal. Te De Bilt wer
den 83 uren zonneschijn waargenomen, te
gen 77 uren normaal.
WIJZIGING ONGEVALLENWETTEN.
Blijkens het voorloopig verslag óver de
wetsontwerpen tot wijziging van de onge
vallenwet 1921 en van de land- en tuin-
bouwongevallenwet -1922 vestigden eenige
leden de aandacht op een huns inziëns bui
ten het voorgestelde nog gewenschte wij
ziging van de ongevallenwet 1921. Ingevol
ge hét vierde lid van artikel 85 is het niet
mogelijk beroep in te stellen tegen een
weigering van tijdelijke uitkeering. Wel is
waar bestaat de mogelijkheid van beroep
tegen de weigering van de geneeskundige
behandeling. Wordt dit beroep gegrond ge
acht dan kan ook toekenning van de tijde
lijke uitkeering worden verkregen. Deze
weg kan echter niet worden bewandeld,
indien de getroffene werkzaam is bij een
onderneming met een erkenden geneeskun
digen dienst, in welk geval de toekenning
van de geneeskundige behandeling niet
door de rijksverzekeringsbank geschiedt.
Verschillende leden verklaarden overwe
gend bezwaar te hebben tegen het denk
beeld, dat de arbeiders in de verzekerings-
plichtige bedrijven voortaan hoegenaamd
niet meer tegen oorlogsrisico zouden zijn
gedekt.
doetje
Een bijzondere regeling zou, naar het
oordeel dezer leden, noodig zijn voor dia
bedrijven, welke bij een gewapend con
flict aan bijzondere gevaren blootstaan,
zooals wapenfabrieken, gasfabrieken en
electrische centrales. Hier zou het oorlogs
risico geheel of ten deele ten laste van het
rijk moeten komen.
Andere leden waren met den minister
van oordeel, dat in den modernen krijg het
oorlogsrisico niet kan worden beschouwd
als een risico, verbonden aan het werk
zaam zyn in een bepaald bedrijf.
Op den onbewaakten overweg te
Zalne, nabij Zwolle, is gisteravond een
auto, bestuurd door den heer Van der
Bent uit Zwolle, door den sneltrein
Groningen—Zwolle, die ter plaatse de
zen overweg kruist, gegrepen.
De heer Van der B. kwam uit de richting
van de stad rijden en keek, toen hij den
overweg naderde, naar links. Hij was in de
veronderstelling, dat van dien kant een
trein naderde. Desondanks reed hij lang
zaam den overweg op, zonder te bemerken
dat de sneltrein uit Zwolle naderde. Eerst
op het allerlaatste oogenblik werd hy dit
gewaar en had nog juist gelegenheid om
uit den wagen te springen en zich in vei
ligheid te stellen. Een oogenblik daarna
vermorzelde de trein de auto, welke over
een afstand van 300 m. werd meegesleurd.,
Hoewel de heer Van der B. ongedeerd
bleef, was hy dermate overstuur, dat men
hem naar een ziekenhuis moest over
brengen om weer op verhaal te komen.
DOODELIJK VERKEERSONGEVAL TE
OMMEN.
Gisteravond is op den weg Ommen
Balkbrug een verkeersongeluk gebeurd dat
aan den 66-jarigen smid J. W. Kerver uit
Ommen het leven heeft gekost.
Omstreeks zes uur fietste Kerver op ge
noemden weg toen hij plotseling zonder
richting aan te geven den rijweg over stak.
Hij werd gegrepen door een uit Enschede
afkomstige personenauto en ernstig ge
wond.
Kort na aankomst in zijn woning is het
slachtoffer aan de opgeloopen verwon?-
dingen overleden.
De auto kwam door de botsing in een
langs den weg loopende sloot terecht. De
automobilist werd licht gewond. De auto is
zwaar beschadigd.
Verlaging invoerrecht voor garens.
Blijkens het Koninklijk besluit van 24 Fe
bruari j.L, waarbij de in het op dien dag in
gediende wetsontwerp vervatte wijzigingen
der invoerrechten met 1 Maart a.s. voor
loopig in werking treden, wofdt de verlaging
van invoerrecht voor garens, bedoeld in bij-'
zohdefé bepalingen no. 5 op post hoi 44, toe*'
gepast ten aanzien van die garens, waarom
trent dé door of vanwege den minister van
financiën te treffen voorzieningen worden
in acht genomen.
Ernstige val. - Maandagmiddag is de 40-
jarige visscherman J. R. te Scheveningen
van een 4 meter hoogen muur der Scheve-
ningsche buitenhaven op de bazaltbeschoei-
ing gevallen. De man, die aan toevallen lij
dende was, is met schedelbasisfractuur in
zeer emstigen toestand naar het ziekenhuis
vervoerd.
Ritueel slachten wordt afgeschaft. - De
administratieve commissie van de Sejm heeft
een wetsvoorstel in behandeling genomen
inzake de afschaffing van het ritueel slach
ten in Polen. De contingenten dieren, die
ritueel geslacht zullen worden, worden ver
minderd tot de algeheele afschaffing in 1943.
bevat voortdurend berichten, die
andere bladen pas den volgenden dag
hebben.
Dat komt, omdat de
de EENIGE STADSKRANT ia!
Naar het Engelscb van Stanley Hart Page
28).
„Ik ben er blij om", zei Garrison. „Eén
zeezieke aan boord is al genoeg. Arme
Gladys. Zeeziek zijn is geen pretje. Ze
kan niet tegen die lichte deining. Alles bij
elkaar is het toch opmerkelijk kalm voor
dezen tijd van het jaar".
„Wat is er toch met dien motor aan de
hand?" vroeg King,
„Weet ik niet", zei Garrison. „Ik heb geen
verstand van dieselmotoren. IemaDd moet
er aan geknoeid hebben. Aan allebei. Als
de machinist den anderen motor niet op
streek had kunnen brengen, zaten, we nu
nog in New York".
„Hoera voor dien machinist!" zei King.
„Maar wie kan er aan geknoeid hebben?"
„Wist ik dat maar!" bromde Garrison
grimmig. „Mijnheer Clark schijntde be
manning te verdenken, maar ik kan voor
elk hunner instaan. Gisterenmorgen wa
ren de motoren volkomen in orde. Iemand
n\oet er iets aan gedaan hebben na dien
tijd".
Zoover waren we al geweest, flu hielp
King óns verder op streek.
„Waarom zoek je niet uit, of er, voordat
we uitvoeren, iemand aan boord is ge
weest?" vroeg hij na een poosje. „Iemand
moet stilletjes aan boord geweest zijn, zou
ik denken".
„Als dat zoo is, dan moet hij onzicht
baar geweest zijn", zei Garrison.
„Ik veronderstel, dat er toch wel altijd
een van uw menschen in de buurt van de
machines geweest is, niet waar?" zei King.
„Niet aldoor", verbeterde Garrison hem.
„De hoofdmachinist is aan wal geweest en
kwam pas weer aan boord een kwartier
voor het vertrek. Hij had me verlof ge
vraagd":
Op het gezicht van King kwam een trek
van verrassing, als op dat van iemand, die
op het punt staat een ontdekking te doen.
„Dat is toch vreemd!" zei hy. „U zegt, dat
die machinist in het half uur voor het ver
trek niet aan boord is geweest. Ik zeg, dat
hij er wél was. Ik kwam ongeveer een
half uur te voren aan boord en ontmoette
een der officieren aan het dek. Ik vroeg
hem, of hy de kapitein was en hy ant
woordde, dat hij de machinist was".
Garrison had aandachtig toegeluisterd.
Nu zakte hij grommend in zijn stoel ach
teruit. „Dat was de tweede machinist. Neen
dat zegt niets. De eerste en tweede machi
nist hebben, voordat we uitvoeren, samen
geluncht. Daarna is de eerste nog even aan
wal gegaan".
Het gesprek geraakte in andere banen
en eindelijk maakte ik de opmerking, dat
het verband van King wel eens vernieuwd
mocht worden. Om de een of andere reden
had hy vermeden, dit door dr. Innes te
laten doen. Toen hij hoorde, dat ik iets
van verbandleer wist, had hij het my ge
vraagd. Ik was daar bljj mee.
Garrison ging naar de brug om met den
kapitein te praten. King en ik gingen naar
beneden. Hij keerde zich naar me toe, zoo
dra hij de deur van zijn hut gesloten had.
Even scheen hij nog te aarzelen.
„Wat gek toch met die motoren", zei hy
toen. „Wat denkt u ervan?"
„Ik weet het zelf niet", antwoordde ik.
„Gaat u nu even zitten, dan zal ik u ver
binden". Achter hem staande zette ik me
aan het werk.
„Weet u", zei King, „ik moet niets van
die onklare motoren hebben. Tenminste
niet, nadat Garrison ons vertelde, dat
iemand eraan geknoeid had".
„Ik net zoo min"
„Ik heb er heel wat over gepiekerd. Ik
zeg er niet graag iets over, omdat ik op slot
van zaken een buitenstaander ben. U ook;
daarom heb ik geen bezwaar tegen u t.e
zeggen, wat ik ervan denk. Het schijnt, dat
er iemand in de machinekamer was, toen
wij aan boord kwamen. Tenminste niet een
der bemanning"
„Het schijnt, dat geen van de machinis
ten er was", stemde ik in, me afvragend
of zijn gedachten denzelfden kant uitgin
gen als de mijne.
„Ik wilde het niet tegen Garrison zeggen,
maar iets valt niet te ontkennen. Het zou
mogelijk zijn, dat een der gasten die mo
toren beschadigd had".
Ik schrok. „U weet toch niet, dat een
hunner het gedaan heeft?" vroeg ik.
„Neen, jammer genoeg niet. Maar als een
het gedaan heeft, dan moet het een man
zyn geweest, vindt u niet?"
„Ja. Dat schynt tenminste voor de hand
liggend".
„Wel, dan zijn er, behalve wij beiden,
slechts twee. Dat zijn Flount
„En dr. Innes", viel ik hem gejaagd in dc
rede.
„Aha!" riep King uit. „Zie ik het goed,
dat u ook niet veel van dat sombere jong-
mensch moet hebben?"
„Dat zou ik zoo niet willen zeggen".
„Neen, ik ook niet, en zooals ik al zei, u
bent de eenige, met wien ik vrij durf le
praten. Ik zou er niet aan denken, mijn
meening tegen de anderen te zeggen. Maar
ik heb aldoor het gevoel gehad, dat een
van dat bridgepartijtje, gehouden op den
avond van den moord op miss Venora, ons
meer zou kunnen vertellen".
„Gaat dat gevoel wellicht in de richting
van Flount of van Innes?"
„Ik koester niet veel achterdocht tegen
Flount".
„Wel, dan blijft alleen Innes over. U
moet goed begrijpen, ik zeg niet, dat ik
hem ergens van verdenk. Maar toch maakt
dit geheele geval den indruk, dat het door
iemand is opgezet, die tot de intimi, tot 't
gezelschap behoort".
„Precies. Dien indruk heb ik ook gekre
gen. Als het Innes mocht zijnja, mocht
u eens iets hooren, dat bezwarend voor
hem is, zoudt u het me dan willen mede
deelen?"
„Met alle plezier. Ik zal myn ooren goed
openhouden. Dat was ik toch al van plan.
Kijk, ik sta zelf ook in een moeilijke posi
tie. Ik heb het idee, dat uw vriend Hand
ons heele troepje verdenkt".
Ik glimlachte. „U bent drommels slim
Toch denk ik niet, dat hy het heele troep
je verdenkt. Hij vermoedt alleen, dat de
gene, die de Garrisons dwars zit, zelf deel
van het gezelschap uitmaakt".
„Ik wed, dat hij het bij het goede eind
heeft. En u moet er dus ook achter zien te
komen, wie de schuldige is? Nou, dan kunt
u op mij rekenen. Ik denk, dat ik er ge
makkelijker toe in staat ben, dan wie ook".
„Dank u. Ziezoo nu zit het verband wel
weer goed".
King bewonderde myn werk in den spie
gel. „Knap gedaan, doktér", grinnikte hij.
„Begrijpt u nu ook, waarom ik dr. Innes
liever niet voor mijn hoofd liet zorgen?"
„Ik heb me wel afgevraagd, of u daarom
zijn hulp geweigerd hebt".
„Juist. Ik geloof niet, dat een man, die
zijn verstand goed heeft, me uit den weg
zou willen ruimen, maar als dr. Innes het
op de Garrisons begrepen heeft, dan is hy,
dunkt me, zij stuur kwijt. Ik heb één klap
op mijn hoofd gehad en dat is me genoeg.
Maar zeg, ouwe jongen, ik heb zin een dut
je te doen. Ik heb bemerkt, dat ik tegen
den middag aanleg heb om van die wond
hoofdpijn te krijgen".
Ik verliet King en ging aan dek. De
„Dorothy" schommelde loom en lag onge
veer dwars op de deining. Er was nauwe
lijks een briesje en bij onze geringe vaart
was het aan dek beslist behaaglijk. Voor
October was het warm. Toen ik op het
achterdek kwam, ontmoette ik dr. Innes.
Hij stond aan de verschansing naar het
kielzog te kijken. Ik ging naast hem staan.
„Klaar met brïgden?" vroeg ik glim
lachend. Hij keek op, knikte even en staar
de weer naar het woelende water. Ik vroeg
me af, of hij de man was, die een poging
had gedaan, om de onder hem wentelende
schroef buiten werking te stellen.
„We konden geen mooieren dag hebben,
wel?" vroeg ik, vast besloten, hem aan het
praten te krijgen.
(Wordt vervolgd).