AKKERTJES s s et raadsel ^BitumilatuL ftadUfpcoqtatmut, I t £euiUetou Riverside Drive. Sir Herbert Emerson over het vluchtelingen vraagstuk. Redelijke oplossing verwacht. OOOOOOOtl TWEEDE BLAD, Aan een vertegenwoordiger van de Joodsche perscommissie voor bijzondere berichtgeving heeft sir Herbert Emer son, de hooge Volkenbondscommissaris voor de vluchtelingen en directeur van de intergouvernementeele commissie van Evian, zijn indrukken medegedeeld óver zijn verblijf van eenige dagen in Nederland, Met de regeering en een aantal particu liere organisaties heeft sir Herbert over het vluchtelingenprobleem besprekingen ge voerd. Tevens heeft hij een bezoek gebracht aan twee verblijfplaatsen voor legale vluch telingen, Zeeburg en het Lloyds Hotel te Amsterdam en aan het tehuis te Wijk aan Zee en de tehuizen Ockenburg, Overvoorde en Cromvliet te den Haag, waar vluchtelin gen-kinderen zijn opgenomen. Modelkamp in de Wieringermeer. 4 Voorts heeft de hooge commissaris het kamp van de stichting Joodsche arbeid in de Wieringermeer bezocht. Sir Her bert acht de inrichting van dit kamp en de daar gevolgde werkmethode zeer succesvol. Zij kunnen z.i. als model worden gesteld voor de organisatie van andere kampen. Door de opleiding, die de immigranten daar ontvangen, worden zij immers geschikt gemaakt voor een aantal beroepen, waaraan in de nieuwe immigratielanden behoefte en derhalve opnamemogelijkheid bestaat. Naar- .mate meer vluchtelingen op deze produc tieve wijze kunnen worden ondergebracht, zal ook het emigratieprobleem in sneller tempo en op doelmatiger wijze een uitein delijke oplossing kunnen vinden. In dit verband vestigde sir Herbert nog de aandacht op het in Engeland te Richbo- rough gevestigde doorgangskamp en op een soortgelijke inrichting in België, waar bin nenkort nog een dergelijk kamp zal worden gesticht. Ook bij de Nederlandsche regee ring bestaan thans plannen tot het centrall- seeren van het vluchtelingenwerk in een enkel kamp. Verdienstelijk werk. Sir Herbert gaf vervolgens uiting aan zijn groote waardeering voor het zeer verdien stelijke werk v.n de verschillende parti culiere vluchtelingenorganisaties en haar onderafdeelingen, en voor de „groote en voortdurende edelmoedigheid van het Ne derlandsche volk", zonder welke de finan ciering door de genoemde organisaties groote moeilijkheden zou hebben opgele verd. Omtrent de vooruitzichten voor de oplossing van het vluchtelingenvraag stuk gaf sir Herbert tenslotte als zijn meening tf kennen, dat er geenerlei reden tot moedeloosheid bestaat wat be treft de verwachting om het probleem binnen afzienbaren tijd tot een rede lijke oplossing te brengen. TERAARDEBESTELLING VAN J. H. ROGGE. Gistermiddag is op de begraafplaats „Zorg- vlied" te Amsterdam ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den heer J. H. Rogge, oud-journalist en voorzitter van het Nederlandsch Persmuseum te Amsterdam. Zeer velen, vooral uit den kring zijner collega's, hebben den overledene op zijn laatsten gang gevolgd. De Nederlandsche journalistenkring was vertegenwoordigd door zijn voorzitter, den heer Henri Dekking en het bestuurslid den heer L. Schotting. Namens de vereeniging de Amsterdamsche Pers waren aanwezig de voorzitter, de heer G. van Overbeek en de bestuursleden S. de Vries, J. J. F. van den Bergh en R. J. Raken, namens de stichting het Nederlandsch Persmuseum, de heeren J. G. Posch, D. Kouwer.aar en H. van Wijk en als afgevaardigde van het bestuur der Ne derlandsche r.k. journalisten vereeniging, mede namens den kring Noordholland dezer organisatie, de heer F. J. H. M. Muller. De heer Henri Dekking vertolkte de ge voelens van den N.J.K. De kring, aldus spr., verliest in Rogge een van zijn beste en trouwste leden, die uitmuntte door eerlijk heid, toewijding en noblesse. Nimmer tever geefs deed de N.J.K. een beroep op hem. Zijn functie van voorzitter van het Nederl. Persmuseum heeft hij op voortreffelijke wijze vervuld. Spr. beschouwde het als een voorrecht een man als Rogge in zijn leven te hebben mogen ontmoeten. De N.J.K. zal hem steeds in dankbaarheid gedenken. Na mens de directie van het Algemeen Neder landsch Persbureau sprak mr. J. F. E. Belinfante. De heer G. van Overbeek, voor zitter van de Ver. de Amsterdamsche Pers, herinnerde aan de bijzondere banden, welke tusschen de vereeniging en Rogge hebben bestaan. Gedurende 35 jaar heeft hij met groote nauwgezetheid en bijzcnderen ijver het penningmeesterschap vervuld. De secr. van het Nederlandsch Persmuseum, de heer J. C. Posch gaf uiting aan den dank, welke het museum aan Rogge verschuldigd is. Ten slotte sprak de heer D, Kouwenaar, die jarenlang met den heer Rogge in het be stuur van het Nederlandsch Persmuseum en van de Amsterdamsche pers heeft samen gewerkt. Kolonel O. P. Bennewitz, een zwager van den overledene, sprak namens de familie. Aan de groeve heeft de oudste zoon d°n sprekers en belangstellenden dank gebracht. RIJWIELDIEF ONTVLUCHT EN WEER GEPAKT. Gisteren vervoegde zich bij een motor en rijwielhandelaar te Amersfoort een Duitscher, die een fiets te koop aanbood. Het vreemde gedrag van den man was voor den handelaar aanleiding, de politie op te bellen. Inspecteur A. C. van Gorkum ging daarop naar de rijwielzaak er spoedig bleek, dat het rijwiel gisteren in Hengelo was gestolen. De inspecteur nam den man mee naar het politiebureau, maar nauwelijks was de Duitscher binnen of hij zag kans er van door te gaan. Hij verdween in het smalle straatje achter het politiebureau, doch de inspecteur ging den vluchteling ijlings achterna en wist hem spoedig te grijpen. Hij is naar Hengelo overgebracht. ONTHEFFING LEVERINGSVER PLICHTING GARNALENVISSCHERS. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, zal Vrijdag a.s. in werking treden een koninklijk besluit tot het verleenen van ontheffing aan zg. strandvisschers, die zonder vaartuig langs het strand garnalen met behulp van schep- of sleepnetten plegen te vangen. Aangezien de verplich ting om alle gevangen garnalen aan het verkoopkantoor voor garnalen af te leve ren, voor de strandvisschers in het alge meen te bezwaarlijk is, wordt hun, die daartoe door den minister van economische zaken zijn aangewezen, ontheffing van be doelde verplichting verleend. De ontheffing wordt slechts gegeven onder de voorwaarde, dat de door de strandvisschers aangevoerde consumptie- garnalen worden afgeleverd in het klein aan verbruikers en met inachtneming van den minimumprijs en van de door het ver koopkantoor vastgestelde voorschriften omtrent de maat der garnalen. Voorts mogen deze visschers niet meer dan 10 kg. consumptiegarnalen per dag aanvoeren. Aanvragen ter verkrijging van bedoelde ontheffing kunnen worden gezonden aan de Nederlandsche Visscherijcentrale te 's-Gravenhage. COLLECTEN TEN BEHOEVE VAN DE JEUGDZORG. De Regeeringspersdienst vestigt de aandacht op het volgende: Sedert eenigen tijd wordt in een aantal gemeenten gecollecteerd ten behoeve van de jeugdzorg. Het is gebleken dat daarbij in sommige gevallen de indruk wordt ge wekt, als zoude die collecte plaats vinden onder auspiciën van den minister van sociale zaken. Aangezien dit laatste bij geen der thans gehouden wordende collecten het geval is, is het wenschelijk er op te wijzen, dat voor zoover bij die inzamelingen ten behoeve van de jeugdzorg al dan niet opzettelijk de indruk mocht worden gewekt, dat deze plaats vinden onder het toezicht of met goedvinden van den minister van sociale zaken, dit ten onrechte geschiedt, ook wanneer gecollecteerd wordt voor een doel, dat op zichzelf wellicht alleszins waard is gesteund te worden. Tot goed begrip van het vorenstaande zij vermeld, dat het jeugdwerk van de navolgende organisaties vanwege de re geering wordt gesteund en gesubsidieerd. Vanzelfsprekend is, hetgeen hierboven werd gezegd, op deze organisaties niet van toepassing. De bedoelde organisaties zyn: Centrale voor werkloozenzorg, Stad houderslaan 45, Utrecht; Moderne Centrale voor Werkloozenzorg, Amstel 224 te Am sterdam; Nat. R.K. Commissie voor Jeugd- werkloozenzorg, Lange Putstraat 44, 's-Hertogenbosch; Federatie voor Werk kampen, Stadhouderskade 7, Amsterdam, waarbij ook is aangesloten de onlangs op gericht stichting Nedeflands volkskracht; Algemeen comité voor het inrichten van Internaten voor opleiding tot dienstboden, Bezuidenhout 111, 's-Gravenhage. AANVULLING VAN DE ELECTRICITEITSWET. Blijkens het voorloopig verslag over het wetsontwerp tot aanvulling van de elec- triciteitswet gaven vele leden uiting aan hun verwondering, dat de minister zoo spoedig na de behandeling van het ont- werp-electriciteitswet in de beide Kamers der Staten-Generaal een voorstel tot aan vulling van deze wet heeft ingediend. Van verschillende zijden werden tegen dit voorstel ernstige bezwaren geopperd. De minister wil voor het opmaken van plannen voor het koppelnet beschikken over een technischen dienst van zijn de partement en deelt mede, dat ook uitgaven zullen moeten worden gedaan in verband met den algemeenen maatregel van be stuur van artikel 12, betreffende deugde lijkheid, veiligheid en doelmatigheid. Deze kosten wil h'j verhalen op de eigenaren, en houders van electriciteitswerken, door middel waarvan electrische energie voor anderen wordt verkrijgbaar gesteld, aange zien de electriciteitswerken „bij goede uit voering van de wet groot belang hebben." Men achtte het in staatsrechtelijk op zicht een weinig bewonderenswaardige figuur, de kosten van eën in het algemeen belang getroffen maatregel alleen door hen, die daarbij het naast betrokken zijn, te doen dragen. Het had velé leden getroffen, dat bij de thans voorgestelde aanvulling het zwaar tepunt vooral valt op het vraagstuk van de koppeling. Uit de mededeelingén, door de regeering bij de behandeling van het ontwerp-electriciteitswet gedaan, is wel duidelijk gebleken, dat nog geenszins vast staat, in welke richting de oplossing van dit vraagstuk moet worden gezocht. Zou te eeniger tijd de regeering voor de koppeling een. wettelijke voorziening noo- dig oordeslen, hetgeen'zij destijds ir. het midden heeft gelaten, dan eerst is de tijd daar om het geheele vraagstuk der finan ciering te regelen. Verscheidene leden achtten het voorge stelde percentage (0,2 te hoog, andere leden konden zich met deze heffing ver- eenigen. FIANCIERING VAN INVALIDITEITS- EN OUDERDOMSVERZEKERING. Commissie van advies geïnstalleerd. De minister van sociale zaken, prof. mr. C. P. M. Romme, heeft gisteren boven staande commissie geïnstalleerd met een rede, waarin hij er op wees, dat de regee ring zich thans heeft te beraden over de vraag welke regeling na 31 December 1940 datum waarop de thans geldende rege ling eindigt zal zijn te bevorderen. Hij zette vervolgens de taak der commissie uiteen. De voorzitter der commissie, prof. Ver rijn Stuart zeide in zijn antwoord o.m. het volgende: De thans geïnstalleerde commis sie zal zich in de eerste plaats hebben te beraden over de vraag, bij welk financie ringsstelsel der invaliditeits- en ouderdoms- verzekering eenerzijds de aanspraken der verzekerde of in de toekomst te verzeke ren personen op de beste wijze beveiligd kunnen worden, en anderzijds de normale groei van het volksinkomen niet door het financierigsstelsel wordt belemmerd, maar integendeel, als zulks mogelijk mocht blij ken, zou kunnen worden bevorderd, terwijl dan in het bijzonder aandacht geschonken zal moeten worden aan de vraag, of niet be paalde systemen zekere onderdeelen van het economisch organisme waarbij spr. speciaal aan de kapitaalmarkt denkt zou den storen of zelfs ontwrichten. Bij het beschouwen van de principieelo zfjden van de financiering der sociale ver zekeringen zal zich uiteraard de tegenstel ling tusschen fondsvorming en omslagstel sel openbaren. Spr. verheugt zich erover, dat de regeering de opdracht aan de com missie zoo ruim heeft willen stellen, dat de financieringssystemen der sociale verzeke ring van alle zijden belicht zullen mogen worden. Dat overigens ook de vraag, of overbrenging van de uitvoering der verze kering naar organen van het bedrijfsleven tot oplossing der moeilijkheden zal kunnen bijdragen, een onderwerp van bespreking bij de commissie zal uitmaken, spreekt in verband met het belang en de actualiteit van dit onderdeel der financieringsvraag stukken wel haast van zelf. De koorts daalt onmiddellijk, De besmetting wordt gestuit, De ziekte-duur wordt ingekort, Steeds goede resultaten met: Volgens recept van Apotheker Dumont AKKER-C AC HETS Per koker van 13 «tuks - 12 stuivers. Per doos van 2 stuks 2 stuivers» Aankomst Nederland express. - De N.V. Stoomvaart Maatschappij „Nedërland"' meldt, dat de speciale trein met passagiérs en post in aansluiting op het motorschip „Johan van Oldenbarneveld" onvoorziene omstandigheden voorbehouden, Zaterdag morgen 4 Maart om 10.20 uur van Genua zal vertrekken. Aankomst Zondagmorgen 5 Maart te Am sterdam C.S. 8.23 uur. Donderdag 2 Maart. Vrijdag 3 Maart. HILVERSUM, 1875 en 301,5 M. (8.—12.—4.—7.30 en 9.—12.— VA RA, de AVRO van 12.4.en de VPRO van 7.30—9.— uur). 8.— Gr. pl. (8.16 Ber.) 10.VPRO-morgen- wyding. 10.20 Gr.pl. 10.45 Deel. 11.— Zang, piano en gr.pl. 11.30 Es- meralda. 12.Avro-Aeolian-orkest (opn.) (12.15 Ber.) 12.40 Gr.pl. 1.20 De Twilight Serenaders. 2.05 Deel. 2.30 Viool en piano. 3.Avro- Amus.-orkest. 4.Gr.pl. 5.05 Kin deruurtje. 5.30 VARA-orkest en gr.pl. 6.28 Ber. 6.30 Overzicht van beeldende kunsten. 6.50 Orgelspel. 7.VAR A-kalen der. 7.05 De ge meentebesturen en hun taak, cause rie. 7.23 ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35 Levenswaarden in het heden, cau serie. 8.Cello en piano. 8.30 De dienst aan het volk in de folklore, causerie. 9.50-jarig bestaan van den Alg. Nederl. Metaalbewerkers- bond. 9.30 Gr.pl. 9.40 Kent gij Uw land?, causerie. 10.Fragmenten uit de operette „Der verlorene Walzer". 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO-avond wij ding. 11.Viool en piano. 11.30 Jazzmuziek 11.5012. Gramofoonplaten. HILVERSUM, 415,5 M. (Alg. progr. KRO). 8.—9.15 Gr.pl. (8.15 Ber.) IC.Gr.pl. 11.30 Bijbelsche cause rie. 12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.45 P. Wijnappel's strijkensemble. (1.15 1.30 Gr.pl.) 2.Orgelconcert en gr.pl. 3.Gr.pl. 5.15 KRO-orkest. 6.Land- en tuinbouwcauserie. 6.2.0 KRÖ-melodisten en solist.. (6.3Q Ber.) 7.Ber. 7.15 Luchtvaartcau serie. 7.35 Gr.pl. 7.45 Intern, samen werking van Jaarbeurzen in de maand Maart, causerie. 8.ANP- ber. 8.15 De KRO New Style Artists en het pianoduo Bormioli en Sem- prini. 9.Radiotooneel. 9.45 Verv. concert. 10.15 Gr.pl. 10.30 ANP-ber. 10.40 B. Kiss en zijn Hongaarsch orkest. 11.0512.Gr.pl. DROITWICH 1500 M. 11.40—11.50 Gr.pl. 12.10 Orgelspel. 12.35 Jack White and his Collegians en solis ten. 1.20 Empire Exchange, cause rieën. 1.352.20 Het Blech-kwartet. 2.453.05 Cello-voordr. 4.15 Sport- rep. 4.30 Gr.pl. 4.50 RadiotooneeL 5.25 Zie Radio-Paris. 6.05 Gr.pl. 6.20 Ber. 6.45 Radiotooneel. 7.05 Pari. overzicht. 7.20 Orgelspel. 7.50 Zang. 8.20 BBC-Variété-orkest, -Revue koor en solisten. 9.20 Ber. 9.45 Cau serie over Australië. 10.05 BBC- Harmonie-orkest. 11.Deel. 11.20 Jack Jackson en zijn Band. 11.50 12.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 9.05 en 10.Gr.pl. 11.20 Het Giardino- orkest. 12.30 Zang. 1.10 J. Ibos' orkest. 2.35 Cellovoordr. 2.50 Zang. 3.05 Gr.pl. 3.35 Zang. 3.50 en 4.45 Gr.pl. 4.50 Vioolvoordr. 5.05 Zang. 5.25 Het Casadesus-Trio. 6.35 Viool en piano. 7.25 Het Andolfi-orkest. 8.35 Zang. 8.50 Radiotooneel. 10.50 Gr.pl. 11.2012.50 Orkestcor.cert. KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pl. 6.30 en 7.50 H. Hagestedt's Amus.-orkest. 11.20 Fabrieksorkest. 12.35 Het Landessymph.-orkest Saarpalts. 1.30 2.20 Populair concert. 3.20 Om roeporkest en solist. 4.50 Mannen koor. 5.50 Gr.pl. 6.20 Mandoline orkest en solist. 7.30 Vroolijk ja- gersprogr. 8.20 en 9.35 Gr.pl. 9.50 O. Fricke's orkest en solisten. 11.20 2.20 Nachtconcert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep- dansorkest. 1.502.20, 5.20 en 6.50 Gr.pl. 7.20 Zang. 8.20 Gr.pl. 8.23 Omroeporkest en -koor en solisten. 10.3011.20 Omroepdansorkest en solisten. 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.55 en 1.30 Radio-orkest. 1.502.20 en 5.20 Gr.pl. 5.50 Cello en piano. 6.35 Zang. 6.50 Pianovoordr. 7.35 Gr.pL 8.20 en 9.35 Radio-Orkest. 10.30 11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 O. Dobrindt's orkest (opn.) en deel. 8.20' Radiotooneel. 9.20 Ber. 9.55 Trioconcert. 10.05 Ber. 10.20 11.20 Omroep-Amus.-orkest. GEMEENTELIJKE RADIODISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn- 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.—9.20, Parijs R. 9.20—9.30, Radio PTT Nord 9.30-- 9.50, Normandië 9.5010.Parijs Radio 10.—10.40, Radio PTT Nord 10.40—12.20, Brussel VI. 12.20— 14.20, Motala 14.20—14.40, Radio PTT Nord 14.40—15.20, Keulen 15.2016.20, Droitwich 16.2016.50, Keulen 16.50—17.20, Brussel VI. 17.20—18.05, Radio PTT Nord 18.05 18.20, Keulen 18.2019.20, Parijs R. 19.20—20.20, Keulen 20.20—21.35, Brussel Fr. 21.35—22.20, VI. 22.20— 22.30, Keulen 22.3023.20, Parijs R. 23.20—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—12.20, Brussel Fr. 12.20— 12.35, Droitwich 12.3513.20, Parijs R. 13.2014.05, Lond. Reg. 14.05— 15.15, Luxemburg 15.1516.05, Lond. Reg. 16.0517.20, Droitwich 17.20—18.45, Lond. Reg. 18.45— 19.20, Droitwich 19.2021.45, Mün- chen 21.4522.05, Droitwich 22.05 23.Lond. Reg. 23.23.20, Droit wich 23.2024. Lijn 5: Diversen. van H Naar het Engelscb van Stanley Hart Page 29). „Ja, een mooie dag", gaf de jonge man, naar mijn meening, grommig toe. Terwijl hij somber naar het water keek, scheen er toch een vuur in zijn donkere oogen te gloeien. „Wat scheelt er aan", vroeg ik op pla- genden toon. „Verloren met kaarten?" Innes keek me aan en hield zijn ijzig kouden blik op me gevestigd. „Neen". Dan keek hij weer in het water. „Kom nou", zei ik, ontstemd over zijn behandeling. „Waarom zoo onvriendelijk? We zullen een heelen tijd met elkaar moe ten opschieten, is het zoo niet? Is het dan niet beter er het beste van te maken?" „Ik ben niet gewoon, me met politie agenten af te geven", zei hij onbeschoft. Gelukkig, dat ik lachen kon. „Och, ik heb met heel wat van die lui omgegaan en de meesten waren uitstekende kerels", riep ik uit. „En ikzelf ben feitelijk geen politie man. Ik ben onbezoldigd lid van de New- Yorksche politie, maar dat is ook alles. U hebt toch niets tegen een honorair lid van het politiekorps?" Hoewel hij me niet aankeek, glimlachte hij toch. Er verdween iets uit zijn gezicht, dat naar mijn meening in zoo'n jong gelaat niet thuishoorde. „U hebt gewonnen", zei hij. „Wat wilt u hebben? Een kus soms?" spotte hij. „In dat geval gooide ik u meteen over de verschansing", grinnikte ik. „Maar ik geloof nog steeds, dat u zwaar verloren hebt". „Neen", zei hij. „We hebben vier rob bertjes gewonnen tegen een cent per punt" „Groote goedheid!" riep ik. „Dan moest u hier de horlepijp dansen in plaats van te staan mokken. Vindt u dat zelf ook niet?" „De kwestie is eigenlijk, dat ik met de zen tocht niet veel op heb", zei hij stroef. „Waarom niet?" Weer keek Innes me koeltjes en afwij zend aan. „U weet dat wel", zei hij. „Maar beste kerel, ik kan het me niet voorstellen. Ik vind het heerlijk. We laten alle wereldsche zorgen achter ons en krij gen het echt prettig. We hebben drie char mante jonge dames in ons gezelschap, een uitstekenden gastheer en „Och, schei uit!" riep Innes ontstemd. „U weet heel goed, wat voor een prettige tijd ons te wachten staat. We zijn wegge stuurd als een troep wilde dieren om ge dresseerd te worden. U bent de dresseur, maar u vindt het leuk, ons kunstjes te lee- ren". Ik was vast besloten niet boos op hem te worden. Ik liet hem dus een poosje mop peren. Dan gooide ik het over een anderen boeg. „Ik hoorde, dat een der machinisten er vrij zeker van is, wie aan zijn motor ge knoeid heeft", zei ik, hem scherp opne mend. Innes keek naar het kielzog en haal de de schouders op. „Ik wist niet, dat er aan den motor geknoeid was", zei hij op 'n toon van verveling. „Maar u wist toch wel, dat er slechts één van de twee werkt?" „Och ja. Maar dat was te verwachten, nu alles zoo gehaast ging. U schijnt er nog al veel beteekenis aan te hechten. Politie- menschen zien overal gauw iets dreigends in. Ze loopen rond in een groenen mist van verdenking tegen "reemden, die hoofdza kelijk in hun eigen brein opgekomen is. Geen wonder, dat ze iets nooit helder in zien. Ze besteden te veel tijd aan het be waken en nagaan van onschuldige lui". Ik nam zijn verwijt glimlachend op. „Ik denk", zei ik, „dat u dan reeds de oplos sing van dit raadsel gevonden hebt, omdat u niet door zoo'n beneveld verstand gehin derd wordt. Ik zou graag weten, hoe u er over denkt". „Ik zal u één ding zeggen", gooide Innes eruit, „de man, die dat schot op die arme Vera heeft gelost, was er voor gehuurd". Ik stond ietwat verbaasd. Dat was pre cies, wat wij ervan dachten, zonder het ooit uitgelaten te hebben. „Hoe komt u daar in hemelsnaam bij?" vroeg ik, een armzalige poging 'doende om den schijn te wekken, dat ik het grappig vond. „Ik zal u nog meer vertellen", vervolgde Innes met een cynisch lachje. „De man, die den moordenaar huurde, was een der gas ten van dien avond". Ditmaal stond ik duidelijk verbluft. „Groote goedheid! Wie denkt u dan wel, dat het was?" „Ik weet het heel goed", verklaarde In nes. „En als u werkelijk een goed detective waart, dan zoudt u het ook weten". „Maar beste kerel, ik ben neelemaal geen detective. Ik ben toevallig een goede vriend van Hand. Hij is een eigenaardig, belang wekkend mensch en ik stel heel veel be lang in de gevallen, waarmee hij zich be zig houdt. En omdat ik niets anders om handen heb, help ik hem, waar ik kan. Al leen uit vriendschap. Ik geef me zelfs niet uit voor bijzonder scherpzinnig. Maar u bent beslist meer dan dat. Wien verdenkt u dan eigenlijk?" „Het is mijn werk niet, iemand aan te klagen". „Dat ben ik niet met u eens; het is eer der uw plicht! Uw gastheer en zijn vrouw verkeeren mogelijk in groot levensgevaar op dit oogenblik. Het zou al heel onmanne lijk zijn, als u hen niet trachtte te redden voor een dreigend gevaar, wanneer u daartoe in staat bent". Dr. Innes wendde zijn blik van me af en staarde uit over de zee. Eindelijk zei hij: „Iemand aan boord is heimelijk verliefd; krankzinnig, wanhopig en misdadig ver liefd". Dat kon slechts op één persoon slaan. „Op mevrouw Garrison?" vroeg ik. Innes knikte. „Op wie anders kon hij misdadig verliefd zijn?" vroeg hij. „Maar wie is het dan?" drong ik bij hern aan. Plotseling werd Innes rood van kwaad heid. „Zoek dat zelf maar uit!" bromde hij en liep haastig bij me vandaan. Ik bleef in gedachten verzonken aan de reeling staan. Wat had Innes hiermee voor? King dacht, dat hij krankzinnig was en ik begon het zelf te gelooven. Was hijzelf misschien de man, die op mevrouw Garri son verliefd was? Was hij zoo mistroostig over het mislukken van zijn boosaardige plan, dat hij nu zelf den weg begon te ba nen voor zijn eigen ondergang? Zijn aan duiding kon slechts slaan op hemzelf, Flount of King. Flount viel er buiten. Hij was een vrouwenhater en bovendien niet tot zulk een schandelijke samenzwering tegen de Garrisons in staat, King? Hij ken de de Garrisons nog slechts drie dagen voor den moord. Een jonge man kon mis schien verliefd worden op het eerste ge zicht, maar King was een man van ruim vijftig en naar het scheen een evenwichtig mensch. Bovendien kon hy als vreemde ling in New-York moeilijk zulk een inge wikkeld complot gesmeed hebben. Alles wees op dr. Innes zelf. Maar daar waren ook zeer sterke argumenten tegen. Óp het oogenblik van den moord was hij doode- lijk verliefd op Vera geweest. En zijn ge drag tegenover mevrouw Garrison was niet dat van een man, die op haar verliefd was. Dat had ik zelf wel gezien. Zeker, dr. Innes had gemakkelijk genoeg het pistool van mevrouw Abbington in handen kun nen krijgen, omdat hij op vriendschappe- lijken voet met haar stond. Ook Flount had het om die reden in handen kunnen krij gen. Maar voor King was dit vrijwel on mogelijk. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6