AKKERTJES
s
s
et raadsel
^BitumilatuL
ftadUfpcoqtatmut,
I
t
£euiUetou
Riverside Drive.
Sir Herbert Emerson over
het vluchtelingen
vraagstuk.
Redelijke oplossing verwacht.
OOOOOOOtl
TWEEDE BLAD,
Aan een vertegenwoordiger van de
Joodsche perscommissie voor bijzondere
berichtgeving heeft sir Herbert Emer
son, de hooge Volkenbondscommissaris
voor de vluchtelingen en directeur van
de intergouvernementeele commissie
van Evian, zijn indrukken medegedeeld
óver zijn verblijf van eenige dagen in
Nederland,
Met de regeering en een aantal particu
liere organisaties heeft sir Herbert over het
vluchtelingenprobleem besprekingen ge
voerd. Tevens heeft hij een bezoek gebracht
aan twee verblijfplaatsen voor legale vluch
telingen, Zeeburg en het Lloyds Hotel te
Amsterdam en aan het tehuis te Wijk aan
Zee en de tehuizen Ockenburg, Overvoorde
en Cromvliet te den Haag, waar vluchtelin
gen-kinderen zijn opgenomen.
Modelkamp in de Wieringermeer.
4 Voorts heeft de hooge commissaris het
kamp van de stichting Joodsche arbeid
in de Wieringermeer bezocht. Sir Her
bert acht de inrichting van dit kamp en
de daar gevolgde werkmethode zeer
succesvol. Zij kunnen z.i. als model
worden gesteld voor de organisatie van
andere kampen.
Door de opleiding, die de immigranten
daar ontvangen, worden zij immers geschikt
gemaakt voor een aantal beroepen, waaraan
in de nieuwe immigratielanden behoefte en
derhalve opnamemogelijkheid bestaat. Naar-
.mate meer vluchtelingen op deze produc
tieve wijze kunnen worden ondergebracht,
zal ook het emigratieprobleem in sneller
tempo en op doelmatiger wijze een uitein
delijke oplossing kunnen vinden.
In dit verband vestigde sir Herbert nog
de aandacht op het in Engeland te Richbo-
rough gevestigde doorgangskamp en op een
soortgelijke inrichting in België, waar bin
nenkort nog een dergelijk kamp zal worden
gesticht. Ook bij de Nederlandsche regee
ring bestaan thans plannen tot het centrall-
seeren van het vluchtelingenwerk in een
enkel kamp.
Verdienstelijk werk.
Sir Herbert gaf vervolgens uiting aan zijn
groote waardeering voor het zeer verdien
stelijke werk v.n de verschillende parti
culiere vluchtelingenorganisaties en haar
onderafdeelingen, en voor de „groote en
voortdurende edelmoedigheid van het Ne
derlandsche volk", zonder welke de finan
ciering door de genoemde organisaties
groote moeilijkheden zou hebben opgele
verd.
Omtrent de vooruitzichten voor de
oplossing van het vluchtelingenvraag
stuk gaf sir Herbert tenslotte als zijn
meening tf kennen, dat er geenerlei
reden tot moedeloosheid bestaat wat be
treft de verwachting om het probleem
binnen afzienbaren tijd tot een rede
lijke oplossing te brengen.
TERAARDEBESTELLING VAN
J. H. ROGGE.
Gistermiddag is op de begraafplaats „Zorg-
vlied" te Amsterdam ter aarde besteld het
stoffelijk overschot van den heer J. H.
Rogge, oud-journalist en voorzitter van het
Nederlandsch Persmuseum te Amsterdam.
Zeer velen, vooral uit den kring zijner
collega's, hebben den overledene op zijn
laatsten gang gevolgd.
De Nederlandsche journalistenkring was
vertegenwoordigd door zijn voorzitter, den
heer Henri Dekking en het bestuurslid den
heer L. Schotting. Namens de vereeniging
de Amsterdamsche Pers waren aanwezig de
voorzitter, de heer G. van Overbeek en de
bestuursleden S. de Vries, J. J. F. van den
Bergh en R. J. Raken, namens de stichting
het Nederlandsch Persmuseum, de heeren J.
G. Posch, D. Kouwer.aar en H. van Wijk en
als afgevaardigde van het bestuur der Ne
derlandsche r.k. journalisten vereeniging,
mede namens den kring Noordholland dezer
organisatie, de heer F. J. H. M. Muller.
De heer Henri Dekking vertolkte de ge
voelens van den N.J.K. De kring, aldus spr.,
verliest in Rogge een van zijn beste en
trouwste leden, die uitmuntte door eerlijk
heid, toewijding en noblesse. Nimmer tever
geefs deed de N.J.K. een beroep op hem.
Zijn functie van voorzitter van het Nederl.
Persmuseum heeft hij op voortreffelijke
wijze vervuld. Spr. beschouwde het als een
voorrecht een man als Rogge in zijn leven
te hebben mogen ontmoeten. De N.J.K. zal
hem steeds in dankbaarheid gedenken. Na
mens de directie van het Algemeen Neder
landsch Persbureau sprak mr. J. F. E.
Belinfante. De heer G. van Overbeek, voor
zitter van de Ver. de Amsterdamsche Pers,
herinnerde aan de bijzondere banden, welke
tusschen de vereeniging en Rogge hebben
bestaan. Gedurende 35 jaar heeft hij met
groote nauwgezetheid en bijzcnderen ijver
het penningmeesterschap vervuld. De secr.
van het Nederlandsch Persmuseum, de heer
J. C. Posch gaf uiting aan den dank, welke
het museum aan Rogge verschuldigd is. Ten
slotte sprak de heer D, Kouwenaar, die
jarenlang met den heer Rogge in het be
stuur van het Nederlandsch Persmuseum en
van de Amsterdamsche pers heeft samen
gewerkt.
Kolonel O. P. Bennewitz, een zwager van
den overledene, sprak namens de familie.
Aan de groeve heeft de oudste zoon d°n
sprekers en belangstellenden dank gebracht.
RIJWIELDIEF ONTVLUCHT EN
WEER GEPAKT.
Gisteren vervoegde zich bij een motor
en rijwielhandelaar te Amersfoort een
Duitscher, die een fiets te koop aanbood.
Het vreemde gedrag van den man was
voor den handelaar aanleiding, de politie
op te bellen. Inspecteur A. C. van Gorkum
ging daarop naar de rijwielzaak er spoedig
bleek, dat het rijwiel gisteren in Hengelo
was gestolen.
De inspecteur nam den man mee naar
het politiebureau, maar nauwelijks was de
Duitscher binnen of hij zag kans er van
door te gaan. Hij verdween in het smalle
straatje achter het politiebureau, doch de
inspecteur ging den vluchteling ijlings
achterna en wist hem spoedig te grijpen.
Hij is naar Hengelo overgebracht.
ONTHEFFING LEVERINGSVER
PLICHTING GARNALENVISSCHERS.
Naar wij van bevoegde zijde vernemen,
zal Vrijdag a.s. in werking treden een
koninklijk besluit tot het verleenen van
ontheffing aan zg. strandvisschers, die
zonder vaartuig langs het strand garnalen
met behulp van schep- of sleepnetten
plegen te vangen. Aangezien de verplich
ting om alle gevangen garnalen aan het
verkoopkantoor voor garnalen af te leve
ren, voor de strandvisschers in het alge
meen te bezwaarlijk is, wordt hun, die
daartoe door den minister van economische
zaken zijn aangewezen, ontheffing van be
doelde verplichting verleend.
De ontheffing wordt slechts gegeven
onder de voorwaarde, dat de door de
strandvisschers aangevoerde consumptie-
garnalen worden afgeleverd in het klein
aan verbruikers en met inachtneming van
den minimumprijs en van de door het ver
koopkantoor vastgestelde voorschriften
omtrent de maat der garnalen.
Voorts mogen deze visschers niet meer
dan 10 kg. consumptiegarnalen per dag
aanvoeren.
Aanvragen ter verkrijging van bedoelde
ontheffing kunnen worden gezonden aan
de Nederlandsche Visscherijcentrale te
's-Gravenhage.
COLLECTEN TEN BEHOEVE VAN
DE JEUGDZORG.
De Regeeringspersdienst vestigt de
aandacht op het volgende:
Sedert eenigen tijd wordt in een aantal
gemeenten gecollecteerd ten behoeve van
de jeugdzorg. Het is gebleken dat daarbij in
sommige gevallen de indruk wordt ge
wekt, als zoude die collecte plaats vinden
onder auspiciën van den minister van
sociale zaken.
Aangezien dit laatste bij geen der thans
gehouden wordende collecten het geval is,
is het wenschelijk er op te wijzen, dat voor
zoover bij die inzamelingen ten behoeve
van de jeugdzorg al dan niet opzettelijk de
indruk mocht worden gewekt, dat deze
plaats vinden onder het toezicht of met
goedvinden van den minister van sociale
zaken, dit ten onrechte geschiedt, ook
wanneer gecollecteerd wordt voor een
doel, dat op zichzelf wellicht alleszins
waard is gesteund te worden.
Tot goed begrip van het vorenstaande
zij vermeld, dat het jeugdwerk van de
navolgende organisaties vanwege de re
geering wordt gesteund en gesubsidieerd.
Vanzelfsprekend is, hetgeen hierboven
werd gezegd, op deze organisaties niet
van toepassing.
De bedoelde organisaties zyn:
Centrale voor werkloozenzorg, Stad
houderslaan 45, Utrecht; Moderne Centrale
voor Werkloozenzorg, Amstel 224 te Am
sterdam; Nat. R.K. Commissie voor Jeugd-
werkloozenzorg, Lange Putstraat 44,
's-Hertogenbosch; Federatie voor Werk
kampen, Stadhouderskade 7, Amsterdam,
waarbij ook is aangesloten de onlangs op
gericht stichting Nedeflands volkskracht;
Algemeen comité voor het inrichten van
Internaten voor opleiding tot dienstboden,
Bezuidenhout 111, 's-Gravenhage.
AANVULLING VAN DE
ELECTRICITEITSWET.
Blijkens het voorloopig verslag over het
wetsontwerp tot aanvulling van de elec-
triciteitswet gaven vele leden uiting aan
hun verwondering, dat de minister zoo
spoedig na de behandeling van het ont-
werp-electriciteitswet in de beide Kamers
der Staten-Generaal een voorstel tot aan
vulling van deze wet heeft ingediend.
Van verschillende zijden werden tegen
dit voorstel ernstige bezwaren geopperd.
De minister wil voor het opmaken van
plannen voor het koppelnet beschikken
over een technischen dienst van zijn de
partement en deelt mede, dat ook uitgaven
zullen moeten worden gedaan in verband
met den algemeenen maatregel van be
stuur van artikel 12, betreffende deugde
lijkheid, veiligheid en doelmatigheid. Deze
kosten wil h'j verhalen op de eigenaren, en
houders van electriciteitswerken, door
middel waarvan electrische energie voor
anderen wordt verkrijgbaar gesteld, aange
zien de electriciteitswerken „bij goede uit
voering van de wet groot belang hebben."
Men achtte het in staatsrechtelijk op
zicht een weinig bewonderenswaardige
figuur, de kosten van eën in het algemeen
belang getroffen maatregel alleen door
hen, die daarbij het naast betrokken zijn,
te doen dragen.
Het had velé leden getroffen, dat bij de
thans voorgestelde aanvulling het zwaar
tepunt vooral valt op het vraagstuk van
de koppeling. Uit de mededeelingén, door
de regeering bij de behandeling van het
ontwerp-electriciteitswet gedaan, is wel
duidelijk gebleken, dat nog geenszins
vast staat, in welke richting de oplossing
van dit vraagstuk moet worden gezocht.
Zou te eeniger tijd de regeering voor de
koppeling een. wettelijke voorziening noo-
dig oordeslen, hetgeen'zij destijds ir. het
midden heeft gelaten, dan eerst is de tijd
daar om het geheele vraagstuk der finan
ciering te regelen.
Verscheidene leden achtten het voorge
stelde percentage (0,2 te hoog, andere
leden konden zich met deze heffing ver-
eenigen.
FIANCIERING VAN INVALIDITEITS-
EN OUDERDOMSVERZEKERING.
Commissie van advies geïnstalleerd.
De minister van sociale zaken, prof. mr.
C. P. M. Romme, heeft gisteren boven
staande commissie geïnstalleerd met een
rede, waarin hij er op wees, dat de regee
ring zich thans heeft te beraden over de
vraag welke regeling na 31 December 1940
datum waarop de thans geldende rege
ling eindigt zal zijn te bevorderen. Hij
zette vervolgens de taak der commissie
uiteen.
De voorzitter der commissie, prof. Ver
rijn Stuart zeide in zijn antwoord o.m. het
volgende: De thans geïnstalleerde commis
sie zal zich in de eerste plaats hebben te
beraden over de vraag, bij welk financie
ringsstelsel der invaliditeits- en ouderdoms-
verzekering eenerzijds de aanspraken der
verzekerde of in de toekomst te verzeke
ren personen op de beste wijze beveiligd
kunnen worden, en anderzijds de normale
groei van het volksinkomen niet door het
financierigsstelsel wordt belemmerd, maar
integendeel, als zulks mogelijk mocht blij
ken, zou kunnen worden bevorderd, terwijl
dan in het bijzonder aandacht geschonken
zal moeten worden aan de vraag, of niet be
paalde systemen zekere onderdeelen van
het economisch organisme waarbij spr.
speciaal aan de kapitaalmarkt denkt zou
den storen of zelfs ontwrichten.
Bij het beschouwen van de principieelo
zfjden van de financiering der sociale ver
zekeringen zal zich uiteraard de tegenstel
ling tusschen fondsvorming en omslagstel
sel openbaren. Spr. verheugt zich erover,
dat de regeering de opdracht aan de com
missie zoo ruim heeft willen stellen, dat de
financieringssystemen der sociale verzeke
ring van alle zijden belicht zullen mogen
worden. Dat overigens ook de vraag, of
overbrenging van de uitvoering der verze
kering naar organen van het bedrijfsleven
tot oplossing der moeilijkheden zal kunnen
bijdragen, een onderwerp van bespreking
bij de commissie zal uitmaken, spreekt in
verband met het belang en de actualiteit
van dit onderdeel der financieringsvraag
stukken wel haast van zelf.
De koorts daalt onmiddellijk,
De besmetting wordt gestuit,
De ziekte-duur wordt ingekort,
Steeds goede resultaten met:
Volgens recept van Apotheker Dumont
AKKER-C AC HETS
Per koker van 13 «tuks - 12 stuivers.
Per doos van 2 stuks 2 stuivers»
Aankomst Nederland express. - De N.V.
Stoomvaart Maatschappij „Nedërland"'
meldt, dat de speciale trein met passagiérs
en post in aansluiting op het motorschip
„Johan van Oldenbarneveld" onvoorziene
omstandigheden voorbehouden, Zaterdag
morgen 4 Maart om 10.20 uur van Genua zal
vertrekken.
Aankomst Zondagmorgen 5 Maart te Am
sterdam C.S. 8.23 uur.
Donderdag 2 Maart.
Vrijdag 3 Maart.
HILVERSUM, 1875 en 301,5 M.
(8.—12.—4.—7.30 en 9.—12.— VA
RA, de AVRO van 12.4.en de
VPRO van 7.30—9.— uur). 8.— Gr.
pl. (8.16 Ber.) 10.VPRO-morgen-
wyding. 10.20 Gr.pl. 10.45 Deel.
11.— Zang, piano en gr.pl. 11.30 Es-
meralda. 12.Avro-Aeolian-orkest
(opn.) (12.15 Ber.) 12.40 Gr.pl. 1.20
De Twilight Serenaders. 2.05 Deel.
2.30 Viool en piano. 3.Avro-
Amus.-orkest. 4.Gr.pl. 5.05 Kin
deruurtje. 5.30 VARA-orkest en
gr.pl. 6.28 Ber. 6.30 Overzicht van
beeldende kunsten. 6.50 Orgelspel.
7.VAR A-kalen der. 7.05 De ge
meentebesturen en hun taak, cause
rie. 7.23 ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35
Levenswaarden in het heden, cau
serie. 8.Cello en piano. 8.30 De
dienst aan het volk in de folklore,
causerie. 9.50-jarig bestaan van
den Alg. Nederl. Metaalbewerkers-
bond. 9.30 Gr.pl. 9.40 Kent gij Uw
land?, causerie. 10.Fragmenten
uit de operette „Der verlorene
Walzer". 10.30 ANP-ber. 10.40
VPRO-avond wij ding. 11.Viool en
piano. 11.30 Jazzmuziek 11.5012.
Gramofoonplaten.
HILVERSUM, 415,5 M. (Alg. progr.
KRO). 8.—9.15 Gr.pl. (8.15 Ber.)
IC.Gr.pl. 11.30 Bijbelsche cause
rie. 12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.45 P.
Wijnappel's strijkensemble. (1.15
1.30 Gr.pl.) 2.Orgelconcert en
gr.pl. 3.Gr.pl. 5.15 KRO-orkest.
6.Land- en tuinbouwcauserie.
6.2.0 KRÖ-melodisten en solist.. (6.3Q
Ber.) 7.Ber. 7.15 Luchtvaartcau
serie. 7.35 Gr.pl. 7.45 Intern, samen
werking van Jaarbeurzen in de
maand Maart, causerie. 8.ANP-
ber. 8.15 De KRO New Style Artists
en het pianoduo Bormioli en Sem-
prini. 9.Radiotooneel. 9.45 Verv.
concert. 10.15 Gr.pl. 10.30 ANP-ber.
10.40 B. Kiss en zijn Hongaarsch
orkest. 11.0512.Gr.pl.
DROITWICH 1500 M. 11.40—11.50
Gr.pl. 12.10 Orgelspel. 12.35 Jack
White and his Collegians en solis
ten. 1.20 Empire Exchange, cause
rieën. 1.352.20 Het Blech-kwartet.
2.453.05 Cello-voordr. 4.15 Sport-
rep. 4.30 Gr.pl. 4.50 RadiotooneeL
5.25 Zie Radio-Paris. 6.05 Gr.pl. 6.20
Ber. 6.45 Radiotooneel. 7.05 Pari.
overzicht. 7.20 Orgelspel. 7.50 Zang.
8.20 BBC-Variété-orkest, -Revue
koor en solisten. 9.20 Ber. 9.45 Cau
serie over Australië. 10.05 BBC-
Harmonie-orkest. 11.Deel. 11.20
Jack Jackson en zijn Band. 11.50
12.20 Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 9.05 en
10.Gr.pl. 11.20 Het Giardino-
orkest. 12.30 Zang. 1.10 J. Ibos'
orkest. 2.35 Cellovoordr. 2.50 Zang.
3.05 Gr.pl. 3.35 Zang. 3.50 en 4.45
Gr.pl. 4.50 Vioolvoordr. 5.05 Zang.
5.25 Het Casadesus-Trio. 6.35 Viool
en piano. 7.25 Het Andolfi-orkest.
8.35 Zang. 8.50 Radiotooneel. 10.50
Gr.pl. 11.2012.50 Orkestcor.cert.
KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pl. 6.30 en
7.50 H. Hagestedt's Amus.-orkest.
11.20 Fabrieksorkest. 12.35 Het
Landessymph.-orkest Saarpalts. 1.30
2.20 Populair concert. 3.20 Om
roeporkest en solist. 4.50 Mannen
koor. 5.50 Gr.pl. 6.20 Mandoline
orkest en solist. 7.30 Vroolijk ja-
gersprogr. 8.20 en 9.35 Gr.pl. 9.50 O.
Fricke's orkest en solisten. 11.20
2.20 Nachtconcert.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep-
dansorkest. 1.502.20, 5.20 en 6.50
Gr.pl. 7.20 Zang. 8.20 Gr.pl. 8.23
Omroeporkest en -koor en solisten.
10.3011.20 Omroepdansorkest en
solisten. 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.55
en 1.30 Radio-orkest. 1.502.20 en
5.20 Gr.pl. 5.50 Cello en piano. 6.35
Zang. 6.50 Pianovoordr. 7.35 Gr.pL
8.20 en 9.35 Radio-Orkest. 10.30
11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 O. Dobrindt's orkest (opn.) en
deel. 8.20' Radiotooneel. 9.20 Ber.
9.55 Trioconcert. 10.05 Ber. 10.20
11.20 Omroep-Amus.-orkest.
GEMEENTELIJKE
RADIODISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn- 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.—9.20, Parijs R.
9.20—9.30, Radio PTT Nord 9.30--
9.50, Normandië 9.5010.Parijs
Radio 10.—10.40, Radio PTT Nord
10.40—12.20, Brussel VI. 12.20—
14.20, Motala 14.20—14.40, Radio
PTT Nord 14.40—15.20, Keulen
15.2016.20, Droitwich 16.2016.50,
Keulen 16.50—17.20, Brussel VI.
17.20—18.05, Radio PTT Nord 18.05
18.20, Keulen 18.2019.20, Parijs
R. 19.20—20.20, Keulen 20.20—21.35,
Brussel Fr. 21.35—22.20, VI. 22.20—
22.30, Keulen 22.3023.20, Parijs R.
23.20—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—12.20, Brussel Fr. 12.20—
12.35, Droitwich 12.3513.20, Parijs
R. 13.2014.05, Lond. Reg. 14.05—
15.15, Luxemburg 15.1516.05,
Lond. Reg. 16.0517.20, Droitwich
17.20—18.45, Lond. Reg. 18.45—
19.20, Droitwich 19.2021.45, Mün-
chen 21.4522.05, Droitwich 22.05
23.Lond. Reg. 23.23.20, Droit
wich 23.2024.
Lijn 5: Diversen.
van
H
Naar het Engelscb van Stanley Hart Page
29).
„Ja, een mooie dag", gaf de jonge man,
naar mijn meening, grommig toe. Terwijl
hij somber naar het water keek, scheen er
toch een vuur in zijn donkere oogen te
gloeien.
„Wat scheelt er aan", vroeg ik op pla-
genden toon. „Verloren met kaarten?"
Innes keek me aan en hield zijn ijzig
kouden blik op me gevestigd. „Neen".
Dan keek hij weer in het water.
„Kom nou", zei ik, ontstemd over zijn
behandeling. „Waarom zoo onvriendelijk?
We zullen een heelen tijd met elkaar moe
ten opschieten, is het zoo niet? Is het dan
niet beter er het beste van te maken?"
„Ik ben niet gewoon, me met politie
agenten af te geven", zei hij onbeschoft.
Gelukkig, dat ik lachen kon. „Och, ik
heb met heel wat van die lui omgegaan en
de meesten waren uitstekende kerels", riep
ik uit. „En ikzelf ben feitelijk geen politie
man. Ik ben onbezoldigd lid van de New-
Yorksche politie, maar dat is ook alles. U
hebt toch niets tegen een honorair lid van
het politiekorps?"
Hoewel hij me niet aankeek, glimlachte
hij toch. Er verdween iets uit zijn gezicht,
dat naar mijn meening in zoo'n jong gelaat
niet thuishoorde.
„U hebt gewonnen", zei hij. „Wat wilt u
hebben? Een kus soms?" spotte hij.
„In dat geval gooide ik u meteen over
de verschansing", grinnikte ik. „Maar ik
geloof nog steeds, dat u zwaar verloren
hebt".
„Neen", zei hij. „We hebben vier rob
bertjes gewonnen tegen een cent per punt"
„Groote goedheid!" riep ik. „Dan moest
u hier de horlepijp dansen in plaats van te
staan mokken. Vindt u dat zelf ook niet?"
„De kwestie is eigenlijk, dat ik met de
zen tocht niet veel op heb", zei hij stroef.
„Waarom niet?"
Weer keek Innes me koeltjes en afwij
zend aan. „U weet dat wel", zei hij.
„Maar beste kerel, ik kan het me niet
voorstellen. Ik vind het heerlijk. We laten
alle wereldsche zorgen achter ons en krij
gen het echt prettig. We hebben drie char
mante jonge dames in ons gezelschap, een
uitstekenden gastheer en
„Och, schei uit!" riep Innes ontstemd.
„U weet heel goed, wat voor een prettige
tijd ons te wachten staat. We zijn wegge
stuurd als een troep wilde dieren om ge
dresseerd te worden. U bent de dresseur,
maar u vindt het leuk, ons kunstjes te lee-
ren".
Ik was vast besloten niet boos op hem te
worden. Ik liet hem dus een poosje mop
peren. Dan gooide ik het over een anderen
boeg.
„Ik hoorde, dat een der machinisten er
vrij zeker van is, wie aan zijn motor ge
knoeid heeft", zei ik, hem scherp opne
mend. Innes keek naar het kielzog en haal
de de schouders op. „Ik wist niet, dat er
aan den motor geknoeid was", zei hij op 'n
toon van verveling.
„Maar u wist toch wel, dat er slechts één
van de twee werkt?"
„Och ja. Maar dat was te verwachten, nu
alles zoo gehaast ging. U schijnt er nog al
veel beteekenis aan te hechten. Politie-
menschen zien overal gauw iets dreigends
in. Ze loopen rond in een groenen mist van
verdenking tegen "reemden, die hoofdza
kelijk in hun eigen brein opgekomen is.
Geen wonder, dat ze iets nooit helder in
zien. Ze besteden te veel tijd aan het be
waken en nagaan van onschuldige lui".
Ik nam zijn verwijt glimlachend op. „Ik
denk", zei ik, „dat u dan reeds de oplos
sing van dit raadsel gevonden hebt, omdat
u niet door zoo'n beneveld verstand gehin
derd wordt. Ik zou graag weten, hoe u er
over denkt".
„Ik zal u één ding zeggen", gooide Innes
eruit, „de man, die dat schot op die arme
Vera heeft gelost, was er voor gehuurd".
Ik stond ietwat verbaasd. Dat was pre
cies, wat wij ervan dachten, zonder het
ooit uitgelaten te hebben.
„Hoe komt u daar in hemelsnaam bij?"
vroeg ik, een armzalige poging 'doende om
den schijn te wekken, dat ik het grappig
vond.
„Ik zal u nog meer vertellen", vervolgde
Innes met een cynisch lachje. „De man, die
den moordenaar huurde, was een der gas
ten van dien avond".
Ditmaal stond ik duidelijk verbluft.
„Groote goedheid! Wie denkt u dan wel,
dat het was?"
„Ik weet het heel goed", verklaarde In
nes. „En als u werkelijk een goed detective
waart, dan zoudt u het ook weten".
„Maar beste kerel, ik ben neelemaal geen
detective. Ik ben toevallig een goede vriend
van Hand. Hij is een eigenaardig, belang
wekkend mensch en ik stel heel veel be
lang in de gevallen, waarmee hij zich be
zig houdt. En omdat ik niets anders om
handen heb, help ik hem, waar ik kan. Al
leen uit vriendschap. Ik geef me zelfs niet
uit voor bijzonder scherpzinnig. Maar u
bent beslist meer dan dat. Wien verdenkt
u dan eigenlijk?"
„Het is mijn werk niet, iemand aan te
klagen".
„Dat ben ik niet met u eens; het is eer
der uw plicht! Uw gastheer en zijn vrouw
verkeeren mogelijk in groot levensgevaar
op dit oogenblik. Het zou al heel onmanne
lijk zijn, als u hen niet trachtte te redden
voor een dreigend gevaar, wanneer u
daartoe in staat bent".
Dr. Innes wendde zijn blik van me af en
staarde uit over de zee. Eindelijk zei hij:
„Iemand aan boord is heimelijk verliefd;
krankzinnig, wanhopig en misdadig ver
liefd".
Dat kon slechts op één persoon slaan.
„Op mevrouw Garrison?" vroeg ik.
Innes knikte. „Op wie anders kon hij
misdadig verliefd zijn?" vroeg hij.
„Maar wie is het dan?" drong ik bij hern
aan.
Plotseling werd Innes rood van kwaad
heid. „Zoek dat zelf maar uit!" bromde
hij en liep haastig bij me vandaan.
Ik bleef in gedachten verzonken aan de
reeling staan. Wat had Innes hiermee voor?
King dacht, dat hij krankzinnig was en ik
begon het zelf te gelooven. Was hijzelf
misschien de man, die op mevrouw Garri
son verliefd was? Was hij zoo mistroostig
over het mislukken van zijn boosaardige
plan, dat hij nu zelf den weg begon te ba
nen voor zijn eigen ondergang? Zijn aan
duiding kon slechts slaan op hemzelf,
Flount of King. Flount viel er buiten. Hij
was een vrouwenhater en bovendien niet
tot zulk een schandelijke samenzwering
tegen de Garrisons in staat, King? Hij ken
de de Garrisons nog slechts drie dagen
voor den moord. Een jonge man kon mis
schien verliefd worden op het eerste ge
zicht, maar King was een man van ruim
vijftig en naar het scheen een evenwichtig
mensch. Bovendien kon hy als vreemde
ling in New-York moeilijk zulk een inge
wikkeld complot gesmeed hebben. Alles
wees op dr. Innes zelf. Maar daar waren
ook zeer sterke argumenten tegen. Óp het
oogenblik van den moord was hij doode-
lijk verliefd op Vera geweest. En zijn ge
drag tegenover mevrouw Garrison was
niet dat van een man, die op haar verliefd
was. Dat had ik zelf wel gezien. Zeker, dr.
Innes had gemakkelijk genoeg het pistool
van mevrouw Abbington in handen kun
nen krijgen, omdat hij op vriendschappe-
lijken voet met haar stond. Ook Flount had
het om die reden in handen kunnen krij
gen. Maar voor King was dit vrijwel on
mogelijk.
(Wordt vervolgd).