HUISMUSSCHEN VOORJAAR in Parijs ss JCeck éi School derde blad. Glimlachje Overal waar de mensch zich heeft gevestigd, volgen zij hem als een schaduw. 3. CAFÉ TE LAREN IN BRAND GESTOKEN. Caféhouder en schilder voor de rechtbank. Op 7 November van het vorige jaar brak onder verdachte omstandigheden brand uit in de zolderverdieping van een café aan het Zevenend te Laren. Aanvankelijk liet de brand zich ernstig aanzien, doch dank zij het snelle optreden van de Larensche brandweer kon het vuur beperkt blijven tot de zolderverdieping, die echter geheel uitbrandde. Een paar dagen later had het onderzoek van de politie tot resultaat, dat de 54-jarige caféhouder E. J. W. en de 24-jarige schilder j. W. M. V. werden gearresteerd en ter be schikking van de justitie werden gesteld. Beide mannen werden in het Huis van Be waring ingesloten en gisteren stonden zij terecht voor de vijfde kamer der arr. recht bank te Amsterdam. De officier van justitie vorderde veertien maanden gevangenisstraf wegens brand stichting. Vervolgens behandelde de rechtbank de strafzaak tegen den caféhouder. De officier van justitie achtte in dit geval uitlokking van brandstichting bewezen. Verdachte is naar spr.'s meening een zeer gevaarlijk man. Hij vorderde tegen den caféhouder een gevangenisstraf van drie jaar. 16 Maart zal de rechtbank vonnis wijzen. PREDIKBEURTEN. ZONDAG 5 MAART 1939. ALKMAAR. Kapeikerk, 10 uur, ds. Warners; 5 uur ds. van Dop; 7 uur, ds. Klein Wassink. Remonstrantsch Geref. Gemeente, 10.39 uur, ds. de Regt, em.-pred. te Bergen. Doopsgezinde Kerk, 10.30 uur, ds. Kuiper. Herst. Apost. Gem., Toussaintstraat, 10 en 4.30 uur en Woensdagavond, 8 uur, dienst. Geref. kerk, 10 uur (voorb.) en 5 uur, ds. von Meyenfeldt. Evang. luth. kerk (Oudegracht), 10.30 uur, ds. v. d. Woude; 5 uur, ds. Stegenga Jr., van Amsterdam. Consistoriekamer Groote Kerk, Woens- dagav. 8.15 uur, bijbellezing, ds. van Dop. Vrij Ev. Gem., Geesterweg la, 10.15 en 7 uur, ds. Ruys; onderwerp: „De spotkoning en zijn onderdanen"; Woensdag 2.15 uur, kindersamenkomst te Koedijk. Ned. Chr. Gemeenschapsbond (gebouw „Waakt en Bidt"), 3 uur jongeliedensamen- komst; Woensdagav. 8 uur evangelisatie samenkomst, de heer v. Oostveen; Maan- dagav. 8 uur bijbelbespreking mannen Houtweg 8; Vrijdagav. 8 uur bijbelbespre king vrouwen Oudegracht 208; Zaterdagav. 8 uur bidstond Oudegracht 208. Leger des Heils (stichter William Booth), Limmerhoek no. 40; Zaterdag 8 uur open luchtsamenkomst op de Steenenbrug; Zon dag 7.30 uur bidstond, 10 uur heiligings- dienst, 8 uur verlossingssamenkomst; deze diensten worden geleid door kapiteine Dijkmans, bijgestaan door kapiteine Bijls- ma; Maandag 2.30 uur gezinsbondbijeen komst; Dinsdagavond 8 uur soldatensa- menkomst; Woensdagavond 7.30 uur straatzang; Donderdagavond 8 uur bijzon dere samenkomst o. 1. v. brigadier Kolder. Ned. Leger des Heils, Hekelstraat no. 9; heden Vrijdagav. 8 uur bijzondere samen komst, geleid door kolonel Kerkhoven; Zaterdagav. half negen openluchtsamen komst op 't Vlaanderhof; Zondag 10 u. heili- gingsdienst, 5 uur kindersamenkomst, iy. u. openbare verlossingssamenkomst; Maan dagavond 8 uur vrouwenbond; Dinsdagav. 8 uur verblijdingssamenkomst; Donder- dagav. 8 uur mannenbond. Deze samen komsten worden geleid door kadet-luite- nant P. Elzinga. UIT DE OMGEVING. AKERSLOOT, 10 uur, ds. van Mullem; bus rijdt. BARSINGERHORN, geen dienst; Doops gezinde gem. 10.30 uur, ds. Sepp, van Zaan dam. BURGERBRUG, 10 uur, ds. v. Wichen. BERGEN, 10 uur, ds. v. d. Kieboom. Ger. kerk, 10 en 5 uur, ds. van Minnen. Evangelisatie Maranatha, 10.30 uur, de heer van Oostveen, van Alkmaar. BROEK OP LANGENDIJK, doopsgez. gem., 9.45 uur, ds. mr. Oosterbaan. DRIEHUIZEN, geen dienst. DIRKSHORN, 10 uur.d s. de Leeuw. EGMOND AAN ZEE, 10 en 7 uur, ds. Roobol. EGMONDBINNEN, 10.30 uur, ds. Rasch. EENIGENBRUG, 10 uur, ds. Witkop. GROET, 10 uur, ds. Boeke; 11.15 uur Zondagsschool. HEILOO, 10 uur, ds. de Boer. Nederl. Herv. Evang. Vereeniging, a. d. Kerklaan, 10 uur, ds. H. Bakker, van Am sterdam. HEERHUGOWAARD, n.m. 2.30 uur, ds. Boeke. KOEDIJK, 10.30 uur, ds. van Dop. ,,'t Kan me niets schelen, of je daar nu al wat staat te mopperen, de koffer wordt niet weer uitge pakt. Dan doe je je lange overjas maar aan op reis!" Wij zijn er zeker van geen tegen- spi aak te zullen ontmoeten, wanneer wij de huismusch (Passer domesticus domesticus) den algemeenen Neder- landschen vogel noemen. Hij is, waar zich slechts de mensch heeft gevestigd, feitelijk alomtegenwoordig. Cultuur- volger bij uitnemendheid, zit hij den mensch onmiddellijk op de hielen, wanneer deze nieuwe terreinen als woonplaats uitzoekt. Toen het droog maken der Zuiderzee leidde tot het oprichten van boerderijen en andere gebouwencomplexen in de nieuw ver worven gebieden, volgde als eerste de musch den mensch als een schaduw. Kortom: zijn aansluiting bij den mensch draagt bij wijze van spreken, een buitensporig karakter. Mensch en huismusch zijn onafscheide lijk geworden; dat het contact tus9chen den vogel en den mensch zoo nauw is, wordt nog geaccentueerd door het feit, dat hij ons zelfs in den winter niet verlaat. Honderdduizenden huismusschen zijn heel het jaar door onze trouwe levensgezellen en wanneer men voorbeelden moet noemen van echte standvogels, dan is het honderd tegen één, dat de naam huismusch aan het hoofd prijkt van het lijstje der opgesomde vogels. Niettemin hebben de ornithologen, al maakten zij wel eens op slordige wijze vergissingen door b.v. ringmusschen voor huismusschen aan te zien, aan den ande ren kant moeten vaststellen, dat er onder de huismusschen, geheel in strijd met wat tot dusver vrijwel algemeen werd aange nomen, ook wel niethonkvasten schuilen: individuen, wien in meerdere of mindere mate de zwerflust in het bloed zit. Zij zijn wel geen energieke wereldreizigers, maar op grond van verscheidene waarnemingen mag niettemin worden aangenomen, dat de migratiedrift zich ook in den herfst in September en October, in het voorjaar in Maart en April van een beperkt aantal huismusschen meester maakt. Het zijn geen door verrassenden zang of door een kleurig tenue de aandacht op- eischende vogels: wel weten de huismus schen in den primitieven sjilpenden lok roep eenige variatie te brengen, doch van een eigenlijk lied kan nauwelijks gespro ken worden; wel plegen zij soms colectief wat te prevelen en te neuriën en zoo'n „koorzang", om eens een overdreven woord te gebruiken, klinkt ook werkelijk genoegelijk en gezellig, omdat het den indruk maakt van een massale tevreden heidsuiting, doch woorden als „zang" en „muzikaliteit" zijn toch eigenlijk niet op hun plaats. En wat het kleed der vogels betreft, ook in dit opzicht zijn de huismusschen geen dieren, die tot iemands verbeelding spreken. Het meest contrastrijk is nog het mannetje met zijn zwarte keel-, hals- en bontpartijen, alsmede zijn lichten geel bruinen vleugelband; overigens geven zijn veeren in hoofdzaak een mengeling van bruin grijs, zwart en kastanjekleuren te aanschouwen, alles heel eenvoudig en „gewoon". Het wijfje en de jonge vogels zien er aanmerkelijk valer uit: zij missen ook het zwart van keel en borst. Overigens is het overbodig van het veerenkleed der huismusschen een, tot in bizonderheden afdalende, beschrijving te geven, want doordat zij overtalrijk zijn, alom in den lande voorkomen en steeds de nabijheid der menschen opzoeken, kent iedereen de populaire vogels. Maar kennen en kennen is twee: terwijl de soortbepaling nauwelijks eenige moei lijkheid oplevert, doet zich nochtans het eigenaardige geval voor, dat het doen en laten der huismusschen, die men dagelijks vlak bij de deur kan bestudeeren en die men dus van haver tot gort zou moeten ken nen, nog door allerlei raadselachtigs wordt gekenmerkt, hetgeen dr. W. H. van Dob'oen eens tot de uitspraak bracht: „Van zijn ge woonten is echter nog weinig bekend." Is het voorts niet een merkwaardig ver schijnsel, dat er van het huismusschen- leven, al dringen de vogels zich a.h.w. als objecten op, nog zoo bitter weinig goede foto's zijn gemaakt? Het zijn ook de menschelijke woningen, die den huismusschen nestgelegenheid te over bieden. Vele van deze vogels broeden onder de dakpannen, in gaten van muren en tusschen warrigheid van klimplanten, maar ook wel in dichte heggen, tusschen recht omhoogrijzende, dicht bij elkaar staande, populiertwijgen, op jalouzieën, in nestkastjes, nesten van andere vogels en op nog ettelijke andere plaatsen meer. Huiszwaluwen worden nogal eens door de brutale musschen uit hun woning verdre ven. Die vrije en veelal solider boomnesten, welke verre in de minderheid zijn, hebben een vlieggat opzij. Het nest zelf is een slordig samenge flanst geheel: vaak hangen bouwstofslier ten serpentine-achtig van de kinderwieg af. Hooi en stroo, grassen, papieren, lapjes, eindjes touw e.d. maken vaak deel uit van het nest, dat meest een voering heeft van haren, wol en veeren. N;et alleen wis selt het eierenaantal (drie tot acht), maar evenzeer de schaalkleur, de teekening en de vorm. Af en toe zijn de eieren geheel wit, maar ook meermalen blauwwit of groenwit met grijsviolette en bruinachtige vlekken. De productiviteit der musschen is alge meen bekend; er zullen weinig maanden zijn, dat er in het geheel geen musschen- nesten met eieren zijn te vinden, doch de voornaamste broedtijd valt toch wel in de maanden April tot en met Augustus. Min stens twee keeren per jaar brengen de huismusschen, waarbij terloops opge merkt het verschijnsel van volkomen of partieel albinisme meer dan eens kan wor den opgemerkt, de jongen groot, doch er zijn stellig ook wel paartjes, die dit tot vier of misschien nog meer kerren toe per jaar doen. Vaak is het probleem „nut en schade" met betrekking tot de huismusschen aan de orde gesteld; omnivoren als zij zijn, is allerlei voedsel van hun gading. Talrijke keeren treden de vogels als vernielers van bloemen opvooral op die met gele kleuren hebben zij het dikwijls gemunt; kiemplan- ten rukken zij ook meermalen uit en men kan hen soms tevens bezig zien met het stuk pikken van knoppen. Op graanvelden kunnen zij soms heel erg huis houden. Eveneens is herhaaldelijk opgemerkt, dat de vogels twijgen afschilden. Deze en dergelijke handelingen zijn nu niet bepaald geschikt om de huismusschen bij tuinders en boeren populair te maken. Het ontstaan van musschengilden, die het dooden der vogels en het vernietigen van hun legsels gedeeltelijk beloonen, is dan ook verklaarbaar. Daarentegen kan men de vogels ook menigten insecten zien van gen, vooral in den tijd, wanneer zij jongen hebben. De „straatjongens onder de vo gels", die voor plomp doorgaan, weten echter op elegante en tevens hardnekkige manier vliegende insecten buit te maken. Bladluizen, kevers, rupsen en spinnen be lagen zij verder met ijver. Ik heb ze zelfs wel vlinders, die heel onverhoedsche haken sloegen, alsmede forsche meikevers, met succes zien vervolgen. Ook zijn er onder de musschen verscheidene individuen, die in staat zijn op de manier der meezen, met den kop naar beneden, aan pindatouwen te bungelen en al bungelende de lekker nijen los te pellen. Die huismusschen zijn hongerige klan ten en wanneer 's winters bij felle vorst of geduchten sneeuwval menschelijke tus- schenkomst dringend noodig is geworden, dan is het in de eerste plaats Passer d. domesticus, die van het gedistribueerde voer een meer dan rechtmatig deel neemt. Hoenderparken zijn ook niet zelden con centratiepunten van huismusschen, die trouwens onmiddellijk schijnen aan te voelen waar iets te halen valt. Er kan geen paard ergens een souvenir achterla ten, of ineens duiken van alle kanten musschen op, die de onverteerde graan korrels zich wel laten smaken. In de steden mijden zij zelfs de plaatsen niet van hevig tumult; op statiönsemplacemen- ten en perrons, waar stoom sist, treinwie len knersen, fluitsignalen schril weerklin ken en groote menschenmenigten zich be wegen, verschijnt zonder mankeeren de huismusch, die echter in dergelijke locali- teiten er soms uiterst groezelig en verfom faaid uit kan zien. Dorpen en steden bewoont hij bij dui zenden, doch waar de stilte heerscht en de mensch zich niet heeft gevestigd, zal men den vogel tevergeefs zoeken; van den mensch toch is hij geheel afhankelijk ge worden. Het eigenaardige is echter, dat, al zijn de musschen meermalen uiterst ver trouwelijk men herinnert zich uit geïl lustreerde bladen de plaatjes, waarop man nen staan afgebeeld, op wier handen, hoofden en schouders de vogels gemoede lijk plaats nemen zij nochtans steeds op hun qui vive zijn en meestal dien af stand weten te bewaren, welke waarbor gen biedt voor hun veiligheid. Verder zijn de musschen, die vaak in grooten getale eikaars gezelschap zoeken troepsgewijze trekken zij er soms bij de plundering van graanvelden op uit vogels, die herhaaldelijk twist met elkaar zoeken en elkaar in de veeren vliegen. Zij liggen bijna even vaak met elkaar over hoop als het geval is met ons menschen. Om hen heen is haast altijd een sfeer van relletjes, ruzie en rumoer. In den liefdetijd stellen bovendien de mannetjes zich soms heel erg aan: met hangende vleugels om- trippen zij dan vaak een wijfje, dat meer malen op deze toenaderingsmanifestatie reageert door verwoed dan naar dit, dan naar dat mannetje te pikken. RINKE TOLMAN. KOLHORN, 2 uur, ds. Kapteyn. LIMMEN, 9.30 uur, ds. Rasch. ST. MAARTENSBRUG, geen dienst. NOORDSCHARWOUDE, geen dienst. NIEUWE NIEDORP, geen dienst. OOSTGRAFTDIJK, nam. 2 uur, ds. Loysen. OTERLEEK, 10 uur, ds. Kastein. OUDESLUIS, geen dienst. OUDE NIEDORP, geen dienst. OUDORP, 10 uur, ds. Loysen. OUDKARSPEL, 10 u., ds. Klein Wassink. PETTEN, geen dienst. SCHAGEN, geref. kerk, 9.30 uur en 5 uur, cand. Wamsteker, hulpprediker. SCHAGEN, 10 uur, ds. Kapteyn (maand- collecte). SCHOORL, zie Groet. SCHAGERBRUG, av. 7 uur, ds. Witkop. STOMPETOREN, geen opgaaf ontvangen. Evangelisatie, 10 uur, de heer Delfos, van Haarlem. URSEM, geen dienst. VEENHUIZEN, geen dienst. WINKEL, 10 uur, ds. Krop, van Sint Pancras. WARMENHUIZEN, geen dienst. WESTGRAFTDIJK, geen dienst. ZUIDSCHARWOUDE, zie Koedijk. ZUIDSCHERMER, dienst gaat niet door. een boeiende voorjaarsfilm door de groote Parijsche modehuizen vertoond 't Is Maart, 't is voorjaar in Pa rijs! 't Is voorjaar voor de groote modehuizen en voor de elegante kleine Parisienne, die nu overal gaat neuzen, bij de „haute couture", bij de modeshows, of in etalages en magazijnen, om te zien welke toi letjes, welke snit, welke kleur, welke stof 't beste bij haar past; welke keus ze zal doen uit die groote, groote verscheidenheid van modellen, die de mode haar voor- toovert. Hollandsche vrouw of - Parisienne? En zelden treedt 't verschil tus schen de Hollandsche en Parijsche vrouw zoo naar voren als juist nu in Maart en April. Hier in Parijs probeert nu iedereen, ook 't vrouw tje met de heel bescheiden beurs, om iets van de fleurige voorjaars mode te veroveren. Wellicht kocht de kleine kwieke Parisienne, die we op straat zien dribbelen, een goed koop couponnetje en maakte daar uit een pakje of een jurk, gezien in een tijdschrift, op straat of in een magazijn en in een oogwenk vast gelegd en onthouden; misschien bezocht de slanke, elegante Pari sienne een van de shows der be kende mode-ontwerpers en schafte zich een van die héél dure, pas uit gekomen voorjaarsmodellen aan. Misschien fleurde ze haar donkere wintertailleur op met een paar wit- piqué revers, zette 't kleine hoedje nog wat meer voor op 't hoofd en drapeerde er een groote nieuwe voile omheen van zacht cyclamen- rood of warmpaars, of ze pikte het nieuwste van 't nieuwste uit die wonderlijke collectie van platte en hooge, kleine, veerlichte hoedjes. En wanneer men zich dan de Hollandsche vrouw denkt, nog met de zware donkere kleeren, waar de eerste fraicheur al wat af is, na allen regen en storm, dien ze dezen winter kregen te verduren, dan is 't verschil wel heel groot. Weg met de donkere wollen winterjurk. Toch kan een enkele ochtend ook in Holland het zonnetje al zoo heer lijk op de ruiten schijnen, dat men den feilen kouden wind er door vergeet. Dan krijgt ook de Holland sche vrouw niet alleen zin in luch ten en schoonmaak, maar ook in fleurige, flatteuse voorjaarspak jes, in luchtige wollen japonnetjes om mee zonder mantel buiten te loopen, in kleine hoedjes met bloe men, kortom in eens „iets anders" dan de donkere wollen winterjurk. En daarom wil ik u vandaag iets vertellen van de boeiende voor jaarsfilm, die de Parijsche mode huizen ons vertoonen, om u een indruk te geven van wat 't Parij sche voorjaar aan de vrouwen brengt. Ja, wat is er niet al? Wat een groote verscheidenheid; 't is moei lijk om het belangrijkste naar voren te halen. Voor de eenvoudige jurkjes: wijde rokken, geplisseerd, klok kend, geplooid, onder een nauwe taille, soms met een heel breede ceintuur. Voor de pakjes: ruiten, strepen, maar ook effen zwart en blauw met garneering van veel wit. Voor de avondjaponnen: wijde rokken van taft en tule, ruischend op een onderrok van taft in een felle kleur als lila, blauw of cyclamen- rood. Soms doet een coquet kantje, onder den zoom van den rok uitglu rend, ons denken aan de broekspij pen met stijf gesteven kantjes op de kinderportretjes van onze groot moeders. De hoedjes zijn meest dwaas en klein en zouden op een kinderpar tijtje als verkleed-hoedjes zeker een enorm succès hebben, maar voor wie niet knap en jong genoeg is om zich aan zoo iets riskants te wagen, zijn er ook charmante matelots en kleine hoedjes met randjes en toe fen bloemen, omvat door groote v/ij de beschuttende voiles in alle kleuren, die van 't bengelende hoedje en 't hoofd er onder weer een flatteus geheel trachten te ma ken. De voorjaarsfilm wordt vertoond. Zoo ontrolt zich de voorjaars film aan onze oogen. En we willen ook u een vluchtigen indruk geven van al dat nieuws en verrassends, dat de verschillende Parijsche modehuizen toonen en zeker is er veel bij, dat ook voor de Holland sche vrouw geschikt is en u een leidraad zal zijn voor uw voorjaars plannen. Madame Lanvin brengt zeer nauwe tailles en rokjes, die heel wijd uitloopen. Op de afbeelding: 'n namiddagjurk van donkerblauwe taftzijde met een breede zachtrose ceintuur. De schuine streep komt in vele collecties voor. L e 1 o n g blijft niet bij de banale werkelijkheid, de zee gaf hem in spiratie, hij uit dit in wonderlijke fantasieën: zakken in den vorm van schelpen, kleine vischjes in blank koper, oorbellen, knoopen en ket tingen van parelmoer-schelpen en tenslotte japonnen, zeer fijn be schilderd met zee-fantasieën. Op de afbeelding: een japon van zee-groene tule met geappliqueerde witte golven, terwijl de kleine vischjes van pailletten een vroolijke nooit brengen. De wijde ragfijne rok heeft een uitstaanden taft- onderrok. Gabrielle Chanel brengt een charmant pakje met wit piqué gefestonneerd, 't Blousje in be drukte zijde is van hetzelfde mate riaal als de voering van den mantel. Sommige Parijsche modehuizen bewondert men om hun onver wachte en grappig-onwaarschijn- lijke ideeën en anderen, omdat ze datgene maken wat iedere vrouw graag draagt. Zoo is 't bij P a t o u, waar we dit flatteuze pakje zagen met boléro, uitgevoerd in hel- en donkerkleurig satijn. Een zeer rijke collectie toonde ons P a g u i n. En 't kan ons spijten om slechts dezen mantel te toonen met de wijde plissé's in rok en mouwen. Heim, zoo bekend door zijn mantels en tailleurs, doet ook nu weer zijn repucatie eer aan. We laten op onze schets een van zijn gestreepte mantels zien, met hori zontale banden en aardige groote knoopen. Van Maggy Rouff zijn de feestelijke witte tailleur en de wijde cape eveneens in smetteloos wit, die ons doet verlangen naar zomer- sche warme dagen. Van N i n a R i c c i bewonder den we ten slotte een jasje in zwart crêpe georgette, met twee spleten van boven naar beneden; deze laat ste sluiten met kleine knoopjes en laten de mooi gebloemde stof van de middagjapon even doorscheme ren. Een kleine greep uit de groote verscheidenheid van al wat de Pa rijsche modehuizen brengen. Voor u een leidraad bij uw voorjaarsplan nen! MADELEINE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 11