DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad.
Zaterdag 4 Maart 1939
Het wordt tijd, dat er met een nieuwen herfst eens
een nieuw geluid in den Raad komt.
De algemeene toestond.
141e Jaargang
Soudans pogingen mislukt.
Liberalen weigeren medewerking.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door Set geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERlENTIENs
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0-25, groote
contracten rabat. Groote letters naar olaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 54 Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Waar is de tijd, dat het Edelachtbaar
schap om de terminologie van den heer
Appel te gebruiken geen holle phrase en
bombarie was.
Waar is. de tijd, dat de afstammelingen
van de oude regenten met diep ontzag dooi
de buigende boden naar hun zètels -geleid
werden en de burgers onzer goede stad op
de publieke tribunes in ademlooze stilte
naar hun doorwrochte redevoeringen luis
terden.
Waar is de tijd toen elke familie van
standing het vanzelfsprekend achtte, dat
minstens een harer leden deel uitmaakte of
deel had uitgemaakt van het Edelachtbare
gezelschap, dat in de zaal der vroedschap
bijeen placht te komen.
Ja, waar is die tijd?
Hü is in elk geval niet meer in deze eeuw
van de zoogenaamde democratie te zoeken.
Niet, natuurlijk, dat het nu zooveel
slechter kou gaan dan vroeger, niet dat er
ook. nu. geen belangstelling voor de maat
schappelijke vraagstukken zou bestaan of
dat men minder moeite zou doen zich van
de plaatselijke toestanden, van de nooden
en behoeften van de burgerij op de hoogte
te stellen.
Maar tocher is iets veranderd, er
wordt' in een andere sfeer vergaderd, er
wordt een andere taal gehoord, het is on
getwijfeld zooveel gemoedelijker maar ook
zooveel, laten wij het maar noemen, demo
cratischer geworden.
De boden buigen niet meer, maar zij zijn
op liet stadhuis te goed gedresseerd om niet
even plichtmatig als vroeger met de water
kan rond te gaan teneinde de dorstige kelen
der sprekers te laven.
En wat de sprekers zelf betreft, die schrij
den niet meer plechtig naar de voor hen
bestemde zetels met hautaine minachting
voor alles wat buiten de streep van het
Edelachtbaarschap valt, maar zij zitten zoo
nu en dan op de armleuningen van hun
stoelen en op de ingebouwde en met vlecht
werk afgedekte radiatoren of gaan gemoe
delijk een praatje maken- met een goeie
kennis op de publieke tribune, die expres-
selijk is gekomen om zich er over te ver
maken dat zijn kameraad hier van gewonen
Alkmaarschen burger in een met ontzag
behandelde autoriteit is veranderd.
De Raad is afgezakt, zoo niet in intelli
gentie dan toch in een zekere standing en
dat ontwaart men niet alleen in de bont
heid van het Edelachtbaar gezelschap,
maar ook in zoo menige redevoering en
interruptie, welke desondanks nog altijd
door een officieelen stenograaf een
meester in de rechten nog wel met pijn
lijke nauwkeurigheid genoteerd wordt, op
dat het alles in druk kan verschijnen en
als het gulden woord van dezen tijd voor
het nageslacht bewaard zal kunnen blijven.
En daar komt dan nog bij, dat er een
zekere moeheid en matheid in de politieke
steekspelen geconstateerd wordt, een zekere
vervlakking, die het peil van het gespro
kene onwillekeurig verlaagt en den indruk
wekt, dat deze Raad, die nu reeds vier
jaar lang de belangen van onze burgers en
burgeressen behartigd heeft, langzamer
hand tot de conclusie is gekomen, dat het
tijd wordt, dat anderen het baantje nu
maar eens moeten overnemen.
Er is den laatsten tijd een groot verloop
onder de raadsleden en er is daarnaast een
zekere onwil om de plaatsen van de ver
trokkenen in te nemen.
Wij zullen ons niet verdiepen in de vraag
of dit aan bescheidenheid is toe te schui
ven dein wel aan de omstandigheid, dat de
groote voormannen in hun partijen vast
gesteld hebben wie er wel en wie er niet
aan de tafel der vroedschap mag plaats ne
men, zoodat het Edeiachtbaarschap na een
lange reeks van bedankjes toegewezen
wordt aan de politieke veteranen, die meer
dan anderen daarop hun rechten kunnen
doen gelden.
Op 23 Januari had de heer Appel reeds
medegedeeld, dat hij als lid van de vroed
schap bedankte.
Op 24 Januari verklaarde het Centraal
stembureau den heer Van Berkum benoemd
als raadslid en op 26 Januari meende deze
voor de eer te moeten bedanken.
Op denzelfden dag werd de heer Van der
Wal tot raadslid benoemd verklaard, die op
1 Februari deze benoeming aanvaardde om
dat deze zetel anders waarschijnlijk vooi
de R.S.A.P. verloren zou zijn gegaan.
Op 28 Januari is het schrijven gedateeid
van den heer Schats, dat hij zijn benoe
ming tot lid van den Raad niet aanneemt.
Op 30 Januari werd de heer Zeegers be
noemd verklaard, die van plan is om wer
kelijk te verschijnen.
Op 6 Februari bedankte de heer Van
Drunen als lid van den Raad, op denzeif-
den dag verklaarde het Centraal stembu
reau den heer Bulens benoemd en twee da
gen later heeft deze geschreven, dat hij er
niets voor gevoelde.
Op 10 Februari werd de heer Toren vlied
benoemd, die op 15 Februari verklaarde,
dat hij niet van plan is in de raadszaal te
verschijnen.
Totdat op 16 Februari de heer Couwen-
hoven werd aangewezen, die als voorzitter
van de afd. der S.D.A.P. noblesse oblige
natuurlijk den zetel aanvaard heeft-.
Men ziet het groote verloop onder de
raadsleden en de talrijke bedankjes van
mannen, die door het raadslidmaatschap
toch werkelijk niet van hun voetstuk zou
den vallen.
Niet minder dan drie oudgedienden tege
lijk heeft de burgemeester ditmaal moeten
uitluiden en van de drie redevoeringen
welke hij bij hun politieke graven heeft
moeten afsteken, zal die voor den heer
Van Drunen hem ongetwijfeld het gemak
kelijkst zijn gevallen.
De heer Van Drunen heeft het raadslid
maatschap niet minder dan 18 jaren met
eere vervuld, hij is, om het zoo maar eens
uit te drukken, nog een Edelachtbare van
de oude garde en het eenige waarover men
zich te zijnen opzichte kan verbazen is, dat
_hij in zijn jonge jaren postambtenaar en niet
aankomend klerkje bij den een of anderen
archivaris is geworden.
Waarschijnlijk is de belangstelling voor
oud-Alkmaar de laatste jaren zoo groot bij
hem geworden, dat zijn - interesse' voor het
nieuwe er een beetje door in de knel is ge
komen.
Van drie raadsleden moesten ditmaal de
geloofsbrieven onderzocht worden, met het
gevolg natuurlijk, dat zij er niet waren.
Drie andere schitterden door afwezigheid
en met al die gapingen van leege zetels
tusschen degenen die om de een of andere
reden wel waren verschenen, kan men zich
wel voorstellen,, dat het ditmaal een ver
gadering is geworden, die in de analen van
Alkmaar's historie nu juist niet tot de
meest onvergetelijke zal behooren.
Daarbij kwam en dat hebben we den
laatsten tijd meer geconstateerd dat de
agenda vrijwel uitsluitend hamerstukken
bevatte.
Zijn er in Alkmaar geen belangrijke onder
werpen meer, of zijn de politieke partijen
strijdensmoe geworden en niet meer van
zins allerlei vraagstukken naar voren te
brengen waarover men ter leering en op
wekking van de kiezers, nu eens op ouder-
wetsche wijze de politieke degens zou kunnen
kruisen?
Het zal straks' bij de verkiezingen wel
blijken en er bestaat alle kans, dat er dan
weer eens extra op de groote trom geslagen
zal worden, omdat de heer Van de Vall nu
reeds den heer Bonsema den goeden raad
heeft gegeven, dat deze zijn verdachtmakin
gen maar tot den tijd van de aanstaande
pamfletten moet bewaren.
Er belooft dus wat leven in de politieke
brouwerij te zullen komen en wij kunnen
niet zeggen, dat het ons spijt omdat elke
politieke discussie ten slotte interessanter is
dan de lauwe en matte wijze waarop in den
Raad den laatsten tijd in min of meer on
derlinge verbroedering de vraagstukken van
den dag worden besproken.
Wellicht zal men in 1939 tot de conclusie
komen, dat een groep middenstanders of
partijlooze Alkmaarsche burgers de stede
lijke vraagstukken waarvoor de burgerij
zich interesseert beter naar voren kunnen
brengen dan dit geschied is in de raads
periode, welke dit jaar gelukkig spoedig tot
het verleden zal behooren.
Wij hebben al gezegd, dat de agenda
wederom vrijwel alleen hamerstukken be
vatte, welke, op een kleine uitzondering na,
eigenlijk niet de moeite van het bespreken
waard zijn.
Er werd weer grond verkocht en er werd
grond verhuurd, waarbij men zich langen
tijd in de belangrijke vraag verdiepte of
dit voor vijf jaren ineens of voor vijf jaren
met de beperking van jaar tot jaar zou
moeten geschieden.
Er werd geld beschikbaar gesteld voor de
verbouwing van een „groot pand" tot drie
arbeiderswoningen, omdat de minister zeer
terecht tot de conclusie was gekomen, dat
verschillende gebouwen, welke voor één
bewoner te groot of te kostbaar zouden zijn,
op gemakkelijke wijze te veranderen zijn in
meerdere arbeiderswoningen, waarvan de
afzonderlijke bouw natuurlijk heel wat kost
baarder zou moeten worden.
En het was alleen het aangeboden
„groote pand", dat de Raad met eenige re
serve heeft bekeken omdat men vrij alge
meen den indruk scheen te hebben, dat de
eigenaar daarvan van plan was, dank zij de
goedgeefschheid van den minister, een vrij
waardeloozen bouwval zoo voordeelig móge
lijk opnieuw in exploitatie te brengen.
Er was een voorstel om een artikel van de
politieverordening in overeenstemming te
brengen met de reclameverordening van de
Provinciè, zoodat voortaan niemand meer
ongestraft „borden, getimmerten of andere
voorwerpen" op of aan zijn huis zal mogen
hebben, welke de schoonheid van het land
schap kunnen verstoren. Het wordt o.a. niet
van toepassing verklaard indien de reclame
niet van buiten het onroerend goed af zicht
baar is ih welk geval de reclame inderdaad
volkomen doelloos is en niemand door het
verwijderen daarvan gebaat of geschaad
wordt.
Maar er zijn natuurlijk ook reclames, die
van buitenaf wel zichtbaar zijn, reclames,
waarvoor de belanghebbenden wellicht
groote sommen moeten betalen en over
welker verwijdering mr. de Groot daarom
niet alleen het College van B. en W. wilde
laten beslissen.-
Natuurlijk zullen deze wel advies aan onze
zoogenaamde schoonheidscommissie vragen,
maar juist daarom wilde hij nog wel een
beroepsinstantie bij den Raad, maar de
Raad, die zich vroeger als een tijger op
dergelijke prooien wierp, vond het al lang
goed, dat hij maar gepasseerd werd en dat
het zaakje uitsluitend tot de competentie
van B. en W. zou behooren.
Er was een wijziging van het collectever-
bod, waarin bepaald werd, dat de huis
vrouwen voorstaan niet meer naar de bel
hoeven te loopen om haiar geld voor lootjes,
speldjes, steunbonnetjes of min of meer ge
slaagde lyrische dichtwerken uit te geven
en het eenige wat den Raad daarbij bleek te
interesseeren was of dit ook van toepassing
was als vakvereenigingen haar lijsten om
financieelen steun bij de leden laten cir-
culeeren.
Er was een voorschrift, dat gemeenteper-
soneel in den tijd van mogelijke luchtaan
vallen extra diensten zal moeten verrichten
en vóór dien tijd aan oefeningen en cur
sussen zal moeten deelnemen en omdat dit
met het oog op hun rechtspositie en moge
lijke uitkeeringen bij ongevallen geschiedde
was het vanzelfsprekend, dat de Raad daar
mede accoord ging.
Men heeft er zich in de kringen der Alk
maarsche burgers wel eens over verwon
derd, dat de stadgenooten, die vrijwillig hun
diensten ter beschikking stellen en daar
mede wellicht hun leven wagen, van elke
verzekering voor ongevallen verstoken
blijven en het was wellicht deze gedachte,
welke den heer Stoutjesdijk deed vragen of
dit alles voor het gemeentepersoneel nu zoo
veel beter geregeld en extra betaald zou
moeten worden.
Wethouder Bonsema merkte op, dat er niet
zoozeer met extra-betaling zal beloond
worden dan met vrije uren op de dagen,
dat de stal een soort bombardements-
vacantie zal genieten en er ontspon zich een
geanimeerd debat tusschen de heeren Stout
jesdijk en Woldendorp, waarbij de laatste
beweerde, dat de burgerij wel in de schuil
kelders zal kruipen en de eerste van mee
ning bleek, dat de militaire administratie in
geval van nood als een der kostbaarste in
stellingen onzer defensie, zoo diep en zoo
veilig mogelijk onder den grond zal worden
geborgen.
Als men weet, dat de heer Woldendorp in
zijn vrijen tijd, of beter gezegd in zijn
diensttijd, met een hoeveelheid sterren op
zijn kraag loopt en een of andere functie bij
de militaire boekhouding bekleedt, begrijpt
men natuurlijk wel, dat dit interessante
steekspel nog in staat was eenige hilariteit
te verwekken.
Er was en dit was het werkelijke be
langrijke punt van de agenda een voorstel
om een nieuwen verkeersweg van Alkmaar
naar den Omval te maken, een weg die aan
den grond alleen f 197.000 gekost had en
waarvoor thans een bedrag van f 69.200 ge
vraagd werd, terwijl er daarnaast een ver
bindingsweg met den Schermerweg zal wor
den aangelegd, welke 10800 zou moeten
kosten.
In een extra bijlage werd vermeld, dat de
directeur van Gemeentewerken de klinker
verharding door een deklaag van asphalt-
beton zou willen vervangen en wij dachten
onwillekeurig aan de dagen dat de Raad nog
blaakte van strijdlust en dat alleen al de
verandering van bestratjng een uur van hef
tige pro- en contra beschouwingen zou ver-
eischt hebben.
Deze Raad, die in het teeken van „mori-
turi te salutant" staat, vond alles goed, er
werd over geen klinkers en geen asphalt
gesproken, er werd zelfs geen woord aan het
kostenvraagstuk gewijd en het eenige wat
slechts één lid van den Raad mr. de Groot
interesseerde was of de witte streep, die
over het midden van den nieuwen weg zal
loopen, uit kalk, uit cement of uit lichgeven-
de punaises bestaan zal.
Niet over den weg, maar over de streep
op den weg heeft de Raad nog een poosje
gezellig gedebatteerd om zich daarna in een
langdradige beschouwing te verdiepen over
de vraag of een conciërge-geldophaler van
het Maatschappelijk Hulpbetoon al dan niet
recht heeft op een hoogere loonklasse in de
salarisverordening, aangezien hij wel eens
met tweeduizend gulden in zijn tasch loopt
en zijn dochter uit haar dienst had moeten
halen om "bij het schoonmaken van de ge
bouwen te helpen.
Engeland zoekt contact
met Rusland.
De Britsche regeering tracht op het
oogenblik den verloren tijd in te halen en
de zeer. hartelijke betrekkingen met Rus
land te herstellen. Dit is een van de voor
naamste aanduidingen van een nieuwe
richting in de Britsche politiek sinds Cham-
berlain's pogingen om een betere politieke
verstandhouding met Italië en Duitschland
te verkrijgen, niet de gewenschte resulta
ten hebben opgeleverd.
De EngelschRussische betrekkingen zijn
sinds de eerste dagen van den oorlog in
Spanje verkoeld. Na de Duitsche annexatie
van Oostenrijk, maar voordat Duitschland
Tsjecho-Slowakije binnentrok, deed Lit-
winof een beroep op de Europeesche demo
cratieën om met Rusland samen te werken
tegen de aanvallers. Deze oproep vond
echter geen weerklank in Londen. Tijdens
de crisis van München werd Rusland ge
heel buiten de besprekingen gelaten.
De oppositie in het lagerhuis heeft de
regeering er meermalen van beschuldigd
dat zij de Sowjets afsnauwde.
De Britsche houding ten opzichte van
Rusland in het gewichtige jaar 1938 schijnt
het gevolg geweest te zijn van Chamber-
lains wensch de Italiaansche en Duitsche
gevoeligheden te ontzien. Naar het schijnt
is er geen verandering gekomen in de poli
tiek tegenover Italië en Duitschland, maar
Engeland, dat nieuw zelfvertrouwen put
uit zijn bewapeningsprogram, wendt zich
weer tot zijn ouden bondgenoot. Zooals
Hudson in zijn Donderdag op de British
Industries Fair gehouden rede te kennen
gaf, heeft Brittannië weer nieuwen moed.
Chamberlains opmerking van eenigen
tijd geleden, dat de economische kracht van
Engeland er de regeering tenslotte toe zal
brengen weer toenadering tot Rusland te
zoeken langs den weg van economische
onderhandelingen, wordt thans bevestigd.
Wanneer Ashton Gwatkin en Hudson den
23-sten Maart naar Moskou gaan na hun
bezoek aan Berlijn voor handelsbespre
kingen, die een week zullen duren, zal
men in Europa constateeren dat Engeland
en Rusland elkaar weer aan de conferen
tietafel ontmoeten.
United Press verneemt dat dit bezoek
wordt gebracht uitsluitend op Engelsch
initiatief. Het is opmerkelijk dat, hoewel
Ashton Gwatkin en Hudson ook Berlijn,
Warschau, Helsingfors en Stockholm be
zoeken, het bezoek aan Moskou in Londen
de meeste aandacht heeft.
Als het doel van de onderhandelingen te
Moskou wordt opgegeven de Russische im
port uit Engeland te vermeerderen. De
EngelschRussische handelsovereenkomst
van 1934 stelde tijdelijk een zekere ver
houding vast tusschen de Russische voor
deden uit den handel met Engeland en den
Britschen uitvoer naar Rusland. Nu bekla
gen de Britsche handelsmenschen zich er
over, dat de Fnveisohe invoer van Russi
sche goederen in 1938 in totaal 9 millioen
pond sterling bedroeg, terwijl van de 16
millioen pond aan Russischen invoer uit
Engeland tien millioen bestond uit heruit
voerartikelen. De Russen voeren daartegen
over aan dat het niet hwn schuld is, dat de
orders ter waarde van 2t4 millioen pond
niet uitgevoerd konden worden, omdat de
betrokken firma's in beslaggenomen wer
den door orders van de Britsche regeering,
terwijl nog eens 2 millioen niet genlaatst
konden worden tengevolge van de belem
merende Fngelsche rechten.
Niettemin gelooft men dat de aanstaande
handelsbesprekingen een permanent En
gelschRussisch handelsverdrag tot resul
taat Zullen hebben als onderdeel van een
nieuwe krachtige PritcoVi». handplsnnlitiek
in Oost-Europa. Dat deze besprekingen
De kwestie bleek zoo belangrijk, dat men
het, ondanks de uitvoerige debatten, niet
eens kon worden, zoodat een en ander nader
door Burgemeester en Wethouders bekeken
en besproken zal worden.
Toen was het drie uur of misschien half
vier en ging de Raad in comité De boden
volgden het voorbeeld van hun Vaticaan-
sche collega's, zij lieten het „extra omnes"
hooren, zagen nauwkeurig toe, dat niemand
zich onopgemerkt in de zaal der vroedschap
zou kunnen verstoppen en sloten de deuren.
Het publiek is diep ondere den indruk van
deze plechtige raadszitting huiswaarts ge
togen en de journalisten hebben niet in de
Langestraat naar mogelijke witte of zwarte
rookwolkjes uit den schoorsteen van het
stadhuis staan turen, maar zich naar hun
diverse bureaux gehaast om hun beschou
wingen over deze historische raadsvergade
ring zoo spoedig mogelijk onder de oogen
van hun ongeduldige lezers te kunnen bren
gen.
zeer belangrijk zijn blijkt wel duidelijk uit
het feit, dat Ashton Gwatkin naar Moskou
gaat en ook uit het feit dat Chamberlain
Woensdagavond, zooals het Nieuwsblad
reeds meldde een receptie op de Russische
ambassade bijwoonde de eerste maal in
de historie van Sowjet-Rusland, dat een
Britsch premier de gast was van den Sow-
jet-Russischen ambassadeur.
Politieke en commercieele kringen in
België verhelen hun misnoegdheid niet
over de laksheid, die men in gouvernemen-
teele instanties aan den dag legt aangaande
de erkenning van de regeering te Burgos.
Men wijst op het voorbeeld van groote
landen zooals Engeland en Frankrijk en
vooral van kleine naties zooals Zwitserland
en Nederland. Met nadruk wordt er
aan herinnerd, dat het lange talmen van
België voor het benoemen van een handels
agent bij de Spaansche nationalisten men
zal zich herinneren, dat deze kwestie bij
na een ministerieele crisis in het leven
heeft geroepen, en dat Spaak, de toenma
lige premier, tot allerlei handigheden zijn
toevlucht moest nemen om zijn kabinet te
redden reeds een zeer onaangenamen
indruk heeft gemaakt, en dat de schade,
welke het land op economisch gebied door
deze houding geleden heeft, onberekenbaar
is.
Nu staat weer hetzelfde te gebeuren. Men
begrijpt volkomen, dat de binnenlandsche
politieke beslommeringen en de opeenvol
gende ministerieele crisis niet bevorderlijk
waren voor het nemen van een onmiddel
lijk besluit, maar men is er bovendien zeer
bevreesd voor, dat zelfs wanneer de nieu
we regeering gevormd zal zijn en haar pro
gramma door de wetgevende Kamers goed
gekeurd, het gouvernement geen haast zal
maken met een erkenning de jure van
Burgos.
Immers, de socialisten zullen in het
nieuwe kabinet een beslissende rol spelen,
en men herinnert eraan, dat in de regee-
ringsverklaring van het eendagsvlieg-kabi-
net-Pierlot, waarin Soudan de portefeuille
van buitenlandsche zaken beheerde, niet de
minste toespeling op een spoedige erken
ning van Franco werd gemaakt.
Als men inderdaad uit beweegredenen
van zuiver politieken aard of uit ideologi
sche oogmerken den bestaanden toestand
onveranderd laat, dan is het niet aan den
minsten twijfel onderhevig, dat de econo
mische belangen van België in het gedrang
zullen komen. Dit is geen aanlokkelijk
vooruitzicht, in de eerste plaats omdat
vele honderden millioenen francs Belgisch
kapitaal in Spanje sinds jaren zijn geblok
keerd, en in de tweede plaats omdat het
uitzicht op nieuwe handelsmogelijkheden
volledig teniet zal worden gedaan.
Ook Antwerpen wacht met ongeduld op
het aanknoopen van diplomatieke betrek
kingen met Burgos, want men vertrouwt
er in scheepvaartkringen op, dat belang
rijke verschepingen van ertsen, vruchten,
enz. weer als vanouds den weg naar de
Scheldehaven zullen vinden.
Soudan heeft zijn pogingen tot het
vormen van een nieuwe regeering op
gegeven.
Omstreeks 5 uur gistermiddag had
Soudan op het ministerie van buiten
landsche zaken een zeer kort onder
houd met de voorzitters der liberale
senaats- en kamerfracties, Henricot en
Max. Daarna heeft hij tegenover de
pers de volgende verklaring afgelegd:
„Ik heb den Koning verzocht mij van de
opdracht, waarmede hij mjj heeft vereerd,
te ontheffen. De Koning heeft daarin toe
gestemd. Ik heb den Koning gezegd, dat ik
geloof mijn plicht te hebben gedaan en dat
ik door mijn pogingen voort te zetten, mijn
land geen dienst zou bewijzen.