justitiebegroting in de Eerste Kamer. I parlement Mr. van Vessemhazepeper zonder haas. Critiek, maar ook waardeering voor minister Goseling. Rijtijdenbesluit komt spoedig af. In Mei in werking. Centraal vluchtelingenkamp te Elspeet. Gezinnen thans bijeen. VEEL IN HUIS ZIT! 3. (Van onzen parlementairen medewerker) De laatste spreker van gistermiddag bij de behandeling van de Justitiebegrooting in de Eerste Kamer, de nat.-socialist mr. van Vessem, vertrouwde den voorzitter toe, dat het hem groote moeite kostte te zwijgen over de zaak-Oss, „want een justitiebegrooting zonder Oss, is als haze peper zonder haas"! Een grapje, dat insloeg en zelfs om den mond van den boeddha-achtigen voorzit ter een glimlach tooverde, alhoewel mr. van Vessem zelfkennis genoeg heeft, om te weten, dat hij zich niet de beste vriend van baron de Vos van Steenwijk mag noemen! Inderdaad, geen Oss-debat bij deze be grooting. Gelukkig! We hebben er nog al wat over gehoord in de laatste maanden, ook als er omtrent Oss niets aan de orde was. Maar het besluit van den voorzitter, eenigen lijd geleden medegedeeld, om, zoo lang de noia-Goseling nog bij de Tweede Kamer berunte en daarover nog niet was gesproken, discussie daarover bij de be handeling van de justitiebegrooting uit te sluiten, was weinig naar den zin van den nat.-soc. afgevaardigde, die niet kon na laten den voorzitter voor te houden, dat de discussie was uitgesteld tot „na de verkie zingen" „Pardon, interrumpeerde de heer de Vos van Steenwijk, „tot na Paschen!" „Wat de tijdsruimte betreft komt dat op hetzelfde neer" riposteerde mr. van Ves sem, waarna hij zijn betoog vervolgde. Dat dit voor minister Goseling in negatieven zin verliep, vol critiek op zijn wilde- bussen-beleid en op de democratische par tijen, die almaar opkomen voor strenger optreden tegen „excessieve uitingen" en het optreden van extreme groepen, zal men grif aanvaarden. Wederom herhaalde mr. van Vessem, dat de volgens „den lei der" eenige methode, om de Joden afdoen de te helpen is emigratie naar de Guyana's in Zuid-Amerika, heelemaal geen oorden van verschrikking, maar best bewoonbaar en koloniseerbaar. Ter staving hiervan beriep hij zich op eenige auteurs, o.a. op den Jood dr. van Blankenstein, die er overigens vrij lang geleden een reis heen heeft gemaakt. Tenslotte plaatste de heer van Vessem tegenover de klachten van de andere groepen, dat de justitie te lankmoedig of niet of onvoldoende tegen de nationaal-socialisten en fascisten hier te lande optreedt, het verwijt, dat de justi tie aan klachten van n.s.b.-zijde wegens beleediging, geen gevolg geeft. Hij vond den h verband hiermede niet in rechten' president van ons hoogste het comfr®6' mr" Visser, tevens lid is van lanV^n n !°°r blJz°ndere Joodsche be- j 6611 van Vessem zou wen- schen dat deze rechtsgeleerde öf voor ge- bf voor den Hoogen Raad ^e hebben zoo'n idee, dat mi- Gesehng hierop de repliek niet zal schuldig blijven! Men ziet intusschen, dat de leider der nat.-soc. fractie in den Senaat, al mist hij Ossevenals de haas bij pseudo-hazepeper, niettemin er in slaagt op zijne wijze een gansch eigen bijdrage te schenken voor den justitieelen disch van den minister en van de Kamer. Moeten we dit gerecht soms „Oss sche-haas a la van Vessem" noemen? We zijn eigenlijk van achteraf aan be gonnen, maar men heeft inmiddels kunnen vaststellen, dat er van verschillende zijden aangedrongen is op scherper maatregelen, op straffer optreden tegen uitlatingen en afbeeldngen in de nat.-soc. pers of in blaadjes van de partij van dr. van Rap- pard („een bezoedelaar van m ij n naam" merkte de senator mr. van Rappard met eenig afgrijzen op!) En natuurlijk ook tegen wat van dien kant op openbare ver gaderingen wordt gezegd en niet door den beugel kan. Prof. Kranenburg (v.d.) zeide er o.m. van, sprekend over de „droeve lectuur van Volk en Vaderland": „Die uit latingen zijn niet alleen een ergernis, maar ook een bron voor gezagsondermij ning". De Leidsche hoogleeraar meende dat met de tegenwoordige strafwet in de hand al voldoende opgetreden kan wor den, als men de zaak maar aanpakken wil, of anders zou men wellicht in de wet „in beleedigenden vorm" moeten wijzigen in „opzettelijk beleedigend". Mr. van Rappard (lib.) was in een be toog van gelijke strekking hieraan vooraf gegaan, concludeerend, dat aan materieele inperking van de persvrijheid welhaast niet meer te ontkomen zou zijn. Mr. In 't Veld (s.d.), vond eveneens dat de mi nister met wat grootere voortvarendheid moest optreden en eerbied voor de wet afdwingen, waarvan enkele ambtenaren van het O. M. (de heer In 't Veld doelde in het bijzonder op dien te Arnhem en te Wageningen) niet voldoende doordrongen schenen te zijn. Was de minister eenerzijds niet actief genoeg, anderzijds, in de zaak- Oss en de wilde-autobussen-kwestie, was hij t e voortvarend geweest. De actie welke in r.k. kring tegen den N. Malthusi- aanschen Bond wordt gevoerd en de mo gelijkheden die ten deze in de gewijzigde wet op de vereeniging en de vergadering zitten, bevielen dezen afgevaardigde niet; hij wekte den minister tot verdraagzaam heid op, ook waar het betreft het spreken van vreemdelingen op bijeenkomsten in ons land, van een aard aL bijvoorbeeld het huldebetoon bij de crematie van Kautsky, toen geen vreemdeling een woord mocht spreken op Westerveld, hetgeen een pijnlijken indruk heeft gemaakt. Prof. Kranenburg (v.d.), wijdde een uitvoerige beschouwing aan den wetge- venden arbeid van minister Goseling. Hij had dezelfde klacht als de burgemeester van Zaandam, van te groote voortvarend heid waar een kalmer optreden wensche- lijk ware geweest. De bewindsman was .met een beroep op andere dringende zaken, die voorgaan, niet verontschuldigd, als hij den aandrang om nu eindelijk eens de administratieve rechtspraak te regelen, afwijst. Met den heer van Rappard achtte prof. Kranenburg ook een wet noodzake lijk waarin de samenstelling en de be voegdheden van de rijkspolitie worden vastgelegd. Waarom maakt de minister ten aanzien van de administratieve recht spraak niet gebruik van een regeerings- commissaris, waartoe de Grondwet de ge legenheid biedt; de heer Kranenburg beval zelfs iemand aan: mr. dr. D. A. P. N. Kooien, staatsraad en oud-voorzitter van de Tweede Kamer, expert op dit gebied! De kwestie der vluchtelingen is natuur lijk ook weer ter sprake gekomen. In het algemeen konden de heeren van Rappard en Michels van Kessenich (r.k.) die het beleid van minister Goseling op de diverse aangevallen punten verdedigde zich daarmede vereenigen; de liberale senator meende evenwel, dat de minister in bij zondere gevallen (welke hij met voorbeel den nader aanduidde) toch wel wat toe gevender kon zijn en daardoor schrijnend leed voorkomen. De heer Vorrmk (s.d.) wilde evenwel verder gaan, overigens waardeerend, wat de regeering doet ten behoeve van de vluchtelingen. Het ver schil tusschen legale en illegale vluchte lingen moet zoo spoedig mogelijk worden geliquideerd ter wille van de menschen die in doodsnood zijn weggevlucht en gevaar loopen weer teruggebracht te worden naar het concentratiekamp. Toegelaten moeten worden vluchtelingen, van wie men kan aannemen, dat zij in staat zijn verder te trekken naar een ander land; kinderen en vrouwen van emigranten, die al langen tijd hier vertoeven en dan schei- de men de kinderen niet van de ouders! De heer Vorrink noemde daarvan eenige frappante voorbeelden op, naar aanleiding waarvan men direct geneigd zou zijn te vragen: kon dat werkelijk niet wat ge- woon-menschelijker worden opgelost? De voorzitter der s.d.a.p. wilde ook zooveel mogelijk kinderen toelaten en dan in ge zinsverpleging bij goed bekend staande families, onder toezicht van de autoritei ten. En met nadruk bracht hij den minis ter onder het oog, dat verscheidene vreem delingen een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de industrialisatie van ons land, door fabrieken op te richten van artikelen, welke tot dusver hier nog niet werden vervaardigd. In de practijk is dit in verschillende gpTjailen al gebeurd; dit heeft geleid tot werkverruiming en in die richting moet men doorgaan! Vandaag zou minister Goseling ant woorden. In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer nopens het wetsont werp tot vaststelling van de begroo ting van het departement van water staat voor 1939, zegt de minister van waterstaat dat het rijtijdenbesluit de zer dagen zal worden afgekondigd. Zonder hiermede op de beslissing te dezer zake te willen vooruitloopen, wil de minister in dit verband toch wel mede- deelen, dat hij de inwerkingtreding om streeks Mei van dit jaar verwacht. Morgenmiddag zal de gemeenteraad van Ermelo in een spoedeischende vergadering bijeenkomen, ter behan deling van een voorstel tot uitgifte in erfpacht van honderd h.a. heide te Elspeet aan den Staat der Nederlan den voor de vestiging van een centraal kamp voor Joodsche vluchtelingen. Naar wij vernemen heeft minister van Boeyen bij zijn bezoek van Vrijdag j.1. aan Ermelo zijn keuze op dit terrein laten vallen. Het is de bedoeling, dat ook vrouwen en kinderen van Joodsche uitgewekenen in dit kamp worden ondergebracht. Het kamp zou in totaal tusschen de 2500 en 3000 personen kunnen bevatten. Geleidelijk hoopt men dan tot de ophef fing van de andere vluchtelingenkampen over te gaan. Nu de regeering er thans in geslaagd is aldus voegt het Hbld. hieraan toe om onder Elspeet, een terrein van honderd h.a. te vinden, dat uitermate geschikt is voor de vestiging van een centraal vluch telingenkamp, zullen de autoriteiten ei dus toe kunnen overgaan, de positie van de vluchtelingen te herzien. In het centrale kamp zullen straks uitsluitend illegaal binnengekomen vluchtelingen worden ondergebracht. Deze vertoeven thans, naar bekend, vooi het overgroote deel in het barakkenkamp van de Rotterdamsche vacantiekolonie te Hoek van Holland en voorts in leegstaande gebouwen te Hellevoetsluis. Centralisatie lag voor de regeering voor de hand, maar ook voor de vluchtelingencomité s was centralisatie gewenscht, omdat daardoor bezuiniging zal kunnen wordei bereikt. Toen het plan voor centralisatie ter spra ke was gekomen, werd tevens het denk beeld geopperd de mogelijkheid onder de oogen te zien, het centrale vluchtelin genkamp dusdanige afmetingen te geven, dat de gezinnen der vluchtelingen weer tezamen gebracht zouden kunnen worden. De regeering bleek onmiddellijk voor dit laatste plan te gevoelen, maar de groote moeilijkheid was, een geschikt terrein te vinden. Het stuk grond te Elspeet, dat thans aan de regeering in erfpacht zal worden gegeven, biedt echter de moge lijkheden daartoe. Inderdaad zal het kamp te Elspeet dusdanig worden ingericht, dat heele gezinnen daar kunnen worden on dergebracht. LUCHTBESCHERMING EN STEDEBOUW. Het moet ontoelaatbaar worden geacht, dat de indruk gewekt wordt, dat stadsver- duistering eenige veiligheid biedt, aldus ing. J. M. de Casseres in het tijdschrift Ge meentebestuur, orgaan van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, waarin hij de resultaten publiceert van een uitvoerige studie over luchtbescherming. Het nut der verduistering wordt door de menschen, die het weten kunnen, dat zijn de vliegeniers, zeer laag aangeslagen. Er zijn ervaren pi loten, die bewijzen, dat geen verduistering ze moge nog zoo intensief zijn in staat is een groote menschelijke nederzetting onvindbaar te maken en zelfs zeer preciese orienteering van stadsdeelen te beletten. Het publiek voelt intuïtief deze feiten aan, met het gevolg, dat de waarde der tot nu toe genomen overheidsmaatregelen wordt ont kend.... en wat erger is, ook omtrent de practische beteekenis van andere lucht beschermingsmaatregelen twijfel ontstaat. Niets is meer uit den booze dan deze toe stand en een radicale verandering in de be handeling der luchtbescherming is gebie dende eisch. Ontruiming van steden. Ing. de Casseres komt op grond van studie van de betreffende werken en de bittere practijk van China en Spanje tot de con clusie, dat het beste verdedigingsmiddel tegen luchtaanvallen voor de stedelijke bur gerij de ontruiming is, d.w.z. de versprei ding der menschen over het platteland. De militaire afweermiddelen blijken niet in staat te zijn de groote stad als woonplaats geschikt te houden. In de spannende Septemberdagen van 1938 werd de ontruiming van Parijs met kracht begonnen, zelfs vóór de mobilisatie der militairen. De minste trefkansen bij luchtaanvallen bieden de ruimgebouwde Engelsche en Amerikaansche tuinsteden, die omringd zijn door een permanenten landbouw- en natuurschoongordel, die de uitbreiding van het bebouwde gedeelte der plaats binnen bescheiden grenzen houdt. Daarop volgen de als tuindorpen ge bouwde nederzettingen, waar de menschen voor het grootste deel in eensgezins-huizen temidden van flinke tuinen wonen. Het ver schil tusschen de groote stad en deze plaat sen is duidelijk. Wanneer in zulke steden en dorpen één bom van de tien een huis treft, dan beteekent dat één vernield huis. In steden als Amsterdam en Londen is elke bom raak. En zelfs wanneer slechts één huis getroffen wordt, beteekent één treffer, dat verscheidene woningen worden vernield. Buiten wonen. De open bebouwing in kleine eenheden is de eenige wijze van bevolkingsonderbren ging, die de grootste mogelijkheid voor een goede sociale organisatie èn voor de veilig heid tegen luchtaanvallen biedt, concludeert de schrijver. Hij gaat dan na, op welke wijze deze wijze van wonen in onzen tijd kan worden bevorderd en stelt vast dat de tendenz van het buitenwonen niet tegen gegaan, doch bevorderd moet worden. Wanneer de dichtopeengebouwde steden daar nadeel van ondervinden, zal men die moeten helpen, doch onder geen voorwaarde mag de door de menschen zelf al gekozen trek naar buiten door fiscale en andere maatregelen worden geremd. Hoe meer er uit gaan, hoe beter, is nu de leus voor de groote stad. Natuurlijk behoeft deze trek leiding. De wilde burgerwoningbouw in de buurt der groote steden is een voorbeeld hoe het niet moet. Maar men zorge er voor, de slechte uitvoering niet met het goede beginsel te verwarren. In uitbreidingsplan, streekplan en natio naal plan heeft men de instrumenten om den trek naar buiten in geordende banen te leiden. Men bestrijde dien trek dus niet. maar geve hem de hulpmiddelen om een zoo goed mogelijk rendement te bereiken, zoo wel voor tijd van vrede als tijd van oorlog. De schrijver zegt over de zoo verfoeide lint bebouwing, dat deze van luchtaanvalstand punt niet zoo verwerpelijk is als de dicht opeengebouwde plaatsen. Maar ook hier is leiding noodig. Geen verdiepingen. Wat kan nu voor het goede doel gedaan worden? Schrijver bepleit de volgende maatregelen van stedebouwkundigen aard: Stoppen, althans beperken van gesloten bebouwing van verscheidene verdiepingen; het uitscheiden van almaar verder uitbrei den der steden. Beperking dus der uitbrei dingsplannen tot de behoefte van nü. Geen bestendiging dus van de nog veel aangetrof fen toestand, dat te hooi en te gras huizen blokken worden gebouwd, zonder goede wegenaansluiting. Alle stadsdeelen, ook de nieuwe, moeten in oorlogstijd direct be reikbaar zijn. Decentralisatie. De heer de Casseres beschouwt dan ver der de decentralisatie der industrie, zooals deze reeds nu geschiedt. Hij constateert, dat ook op dit gebied een merkwaardige overeenstemming van vredes- en oorlogs- eischen op te merken is. Ook hier moge die door de nieuwe omstandigheden bepaalde trek niet worden tegengegaan. Dat ze lei ding noodig heeft, acht de schrijver vanzelf sprekend, want de verspreide industrievesti ging heeft onnoodig veel van het landelijk schoon onherstelbaar vernietigd. Hier is alleen een radicale oplossing te verwachten door het nationale plan, waarop de schrijver vooral in het kader der passieve bereidheid van het land tegen de luchtaanvallen de aandacht vestigt. De heer de Casseres besluit met de woor den: De toestand, waarin de wereld ver keert, maakt het verwaarloozen van deze zaken tot een vreeselijke nalatigheid, die die wreekt op onschuldigen. Laat ons het oude Hollandsche spreekwoord daarom zoo verstaan, dat wij er voor zorgen moeten den put te dempen, voor het kalf verdronken is. Want van de in vredestijd genomen maat regelen is de redding der burgerbevolking in tijd van oorlog afhankelijk. JUBILEUM STAFMUZIEKCORPS DER KONINKLIJKE MARINE. Men schrijft ons: Op den lsten April van dit jaar zal de stafmuziek der Koninklijke Marine, populair in geheel het land als „de Marinekapel" be kend, het feit herdenken, dat het 75 jaar geleden opgericht werd. Reeds eenigen tijd geleden werden in Den Helder, als van ouds de bakermat van het corps, de koppen bij elkaar gestoken en het resultaat was, dat een huldigings-comité gevormd werd. Burgemeester G. Ritmeester werd bereid gevonden het eere-voorzitter- schap van dit comité op zich te nemen. Doel van dit comité is gelden te verzamelen, ten einde hiervan een blijvend aandenken aan het jubileerende corps te schenken; men denkt hierbij aan een instrument, hetgeen door het corps meegedragen kan worden. Het corps heeft een uitstekenden naam in den lande en dat is geen wonder. In vrijwel alle grootere plaatsen trad het vermaarde ensemble op en steeds bleek dit optreden een evenement te zijn. Vandaar dan ook, dat het comité verwacht, dat de gelden niet alleen uit Den Helder, doch eveneens uit alle andere deelen des lands zullen toe- stroomen. Op welke wijze dien lsten April door het corps, dat in den loop van vele jaren zoo veel gedaan heeft tot het uitdragen van den naam der Nederlandsche Marine ge vierd zal worden is nog niet bekend; ook dit in verband met de nog in te komen gelden. Maar zeker is, dat het een jubileum wordt, het corps waardig. Zij, die thans in de gelegenheid gesteld worden geldelijk van hun sympathie blijk te geven, kunnen hun bijdragen storten ten name van notaris A. M. Engelmann in Den Helder, postgirorekening 32777, met vermel ding „Jubileum Stafmuziek", of ten name der Heldersche Courant, giro 16066, onder hetzelfde motto. Ook ouderen hebben zon noodig. Herstel het tekort met JECOVITOL, de beste levertraan. Die verhoogt Uw weerstandsvermogen en Uw energieEn voorkomt griep en verkoudheden! - „Tikte lev<rtraa!L BROCADSS-STHEEMAN 1 PHARMACIA BLIKSEM IN KERKTOREN GESLAGEN. Houten punt van den toren afgebrand. Tijdens een hevig onweer is gisteravond ongeveer zes uur de bliksem geslagen in den toren van de Nederduitsch hervormde kerk te Oud Beijerland waardoor een begin van brand ontstond. Onmiddellijk nadat de plaatselijke brand weer gewaarschuwd was rukte zij uit. Het vuur woedde hoofdzakelijk in de spits van den 40 meter hoogen toren. De brand had zich om tien uur aanmerkelijk uitgebreid. Een zware vonkenregen viel omlaag. In den loop van den avond kwam ook de Rotterdamsche- brandweer aan. De spuitgasten konden het vuur, dat fel naar buiten sloeg niet bereiken. De krachtige wind bemoeilijkte het blusschingswerk ten zeerste. Tegen middernacht was de brand nog niet gebluscht. Om bij de vlammen te kunnen komen, moest tegen wind in worden gespoten. De wind was echter zoo krachtig, dat 't water, dat met voldoenden druk op de waterlei ding werd gegeven, wegwaaide. Met de slangen in den kerktoren, dus binnendoor, viel ook niets te bereiken, omdat de spits die veertien meter lang is, eindigt in een massieve punt van drie meter eikenhout. Deze punt is vrijwel geheel verloren ge gaan. Verdronken. - Gistermiddag is uit de Groote Gracht te Schoonhoven het lijk op gehaald van de 76-jarige mevr. M. Rippel Slabbekoorn, wonende in de Koestraat al daar. De bejaarde dame werd sinds gister avond vermist. Naar alle waarschijnlijkheid is zij door de duisternis misleid, te water ge raakt. Het stoffelijk overschot is naar de woning van het slachtoffer overgebracht. ONS DRUKWERK VOOR U! DRUKKERIJ COSTER. Vrijdag 10 Maart. HILVERSUM, 1875 en 301,5 M. (8.—12.—4—7.30 en 9—12— VARA, de AVRO van 12.4.en de VPRO van 7.30—9—). 8— Gr.pl. (8.16 Ber.) 10.VPRO-morgenwij ding. 10.20 Orgelspel. 11.Deel. 11.20 Fantasia. 12.Avro-Amus.- orkest. (12.15 Ber.) 12.45 Gr.pl. 1. Avro-Amus.-orkest, Avro-girls en solist (opn.) 1.45 Gr.pl. 2.30 Mode praatje. 2.50 De Palladians en gr.pl. 4.Gr.pl. 4.305.De Ramblers. 5.05 Voor de kinderen. 5.30 Gr.pl. 6.Esmeralda. 6.28 Ber. 6.30 Lit. causerie. 5.50 Hammond-orgelspel. 7.VARA-kalender. 7.05 De ge meente en de volkshuisvesting, cau serie. 7.23 ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35 Levenswaarden in het heden, cau serie. 8.Het Nederl. Kamerkoor en een strijkensemble. 8.30 Het leven in Indië, causerie. 9.Frag menten uit de operette „Les cloches de Corneville". 10.10 Welk dialect werd er gesproken?, causerie. 10.30 Ber. 10.40 VPRO-avondwijding. 11.Sportrep. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.55—12— Gr.pl. HILVERSUM, 415,5 M. (Alg.-progr. NCRV). 8.Schriftlezing, medita tie. 8.15 Ber.; gr.pl. (9.309.45 Ge- lukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.Gr.pl. 11.15 Cello voordracht met pianobegeleiding en gr.pl. 12. Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 „Quintolia" en gr.pl. 2.Gr.pl. 2.30 Christ. lec tuur. 3.Zang met pianobegelei ding en gr.pl. 3.50 Gr.pl. 5.Ara- sterdamsch Salonorkest en gr.pl. 6.30 Ber., causerie voor tuinlief- hebbers. 7.Ber. 7.15 Lit. causerie. 7.45 Gr.pl. 8— ANP- en herh. SOS- ber. 8.15 Arnh. Orkestvereen. en soliste en gr.pl. 9.30 ANP-ber., act. halfuur. 10.05 Gezins- en huwelijks moeilijkheden, causerie. 10.35 Piano voordracht en gr.pl. 11.10 Gr.pl. 11.5012.Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50 Gi.pl. 12.10 Orgelconcert. 12.35 E. Carroll en zijn orkest en soliste. 1.20 How a book is made, causerie. 1.352.20 Het Johan Hock-ensemble mmv. soliste. 2.453.05 Gr.pL 4.15 Gr.pl. met conference. 4.55 Radio- tooneel. 5.20 Cembalovoordr. 5.40 Het Joseph Lewis-orkest. 6.20 Ber. 6.45 National Service, 7.05 Parle mentair overzicht 7.20 Het BBC- koor en -orkest. 8.05 Variété-progr. 8.50 Rep. uit New York. 9.20 Ber. 9.45 Causerie over Australië (Opn.) 10.05 Het Erith British Legion orkest. 10.35 Het Griller strijkkwar tet. 11.35 Jack Payne met zijn Band. 11.5012.20 Dansmuziek gramof oonplaten RADIO PARIS, 1648 M. 9—, 10— en 11.20 Gr.pl. 12.30 Zang. 1.05 J. Evrard's orkest. 2.35 Zang. 2.50 en 3.30 Gr.pl. 3.35 Pianovoordr. 3.50 Zang. 4.40 Gr.pl. 5.05 Vioolvoordr. 5.25 Het Chauland-trio. 6.35 Zang. 7.20 Het Cantrelle-orkest. 8.05 Gr.pl. 8.35 Cellovoordr. 8.50 Radiotooneel. 10.50 Gr.pl. 11.20—12.50 Nachtcpn- cert. KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pl. 6.30 en 7.50 H. Hagestedt's Amus.-orkest. 11.20 Kurt Vesely met zijn orkest. 12.35 Omroepkleinorkest. 1.30 2.20 Populair concert. 3.20 Danziger Landesorkest, Schupo-orkest en so listen. 4.35 Solistenconcert. 5.50 Gr.pl. 6.20 Winterhulp-progr. 7.30 Omroep-kamerorkest met zijn solis ten. 8.20 Opera: De barbier van Bagdad. 10.20—11.20 Otto Fricke's orkest en solisten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Orgelspel. I.502.20 Gr.pl. 5.20 Kamermuziek. 6.20 en 6.50 Gr.pl. 7.20 Scholieren koor. 8.20 Omroeporkest. 8.40 Gr.pl. 8.50 Radiotooneel met muziek. 9.50 Gr.pl. 10.Omroeporkest. 10.30— II.20 Gr.pl.,484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Radio-orkest. 1.502.20 en 5.20 Gr.pl. 5.50 Zang. 6.05 Piano voordr. 6.50 Omroepdansorkest. 8.20 Militair orkest, Omroepmannenkoor en solist. (9.209.35 Causerie), 10.30 Omroepdansorkest. 11.15 11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Het Weensch Philh. orkest. 8.29 Gev. maandoverzicht. 9.20 Ber. 9.50 Het Lenzewski-kwartet. 10.05 Ber. 10.2011.20 Het Omroepkleinorkest. GEMEENTELIJKE RADIODISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parijs R. 9.20—9.30, Radio PTT Nord 9.30— 9.50, Normandië 9.5010.Parijs Radio 10—10.40, Radio PTT Nord 10.40—11.20, Keulen 11.20—12.20, Brussel VI. 12.2014.20, Normandië 14.20—14.40, Radio PTT Nord 14.40 —15.20, Keulen 15.20—16.15, Droit- wich 16.1516.55, Keulen 16.55 17.20, Brussel Fr. 17.20—18.20, Keu len 18.2019.20, D.sender 19.20 20.20, Keulen 20.2022.20. Brussel VI. 22.20—23.20, Parijs Radio 23.20 —24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—17.20, Droitwich 17.20—18.45, Lond. Reg. 18.45—19.20, Droitwich 13.20—20.50, Lond. Reg. 20.50—21.20 Praag 21.20—21.45, Droitwich 21.45 —24—, Lijn 5: Diversen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 7