justitiebegroting in de Eerste Kamer.
I
parlement
Mr. van Vessemhazepeper zonder haas.
Critiek, maar ook waardeering voor
minister Goseling.
Rijtijdenbesluit komt
spoedig af.
In Mei in werking.
Centraal vluchtelingenkamp
te Elspeet.
Gezinnen thans bijeen.
VEEL IN HUIS ZIT!
3.
(Van onzen parlementairen medewerker)
De laatste spreker van gistermiddag bij
de behandeling van de Justitiebegrooting
in de Eerste Kamer, de nat.-socialist mr.
van Vessem, vertrouwde den voorzitter
toe, dat het hem groote moeite kostte te
zwijgen over de zaak-Oss, „want een
justitiebegrooting zonder Oss, is als haze
peper zonder haas"!
Een grapje, dat insloeg en zelfs om den
mond van den boeddha-achtigen voorzit
ter een glimlach tooverde, alhoewel mr.
van Vessem zelfkennis genoeg heeft, om te
weten, dat hij zich niet de beste vriend
van baron de Vos van Steenwijk mag
noemen!
Inderdaad, geen Oss-debat bij deze be
grooting. Gelukkig! We hebben er nog al
wat over gehoord in de laatste maanden,
ook als er omtrent Oss niets aan de orde
was.
Maar het besluit van den voorzitter,
eenigen lijd geleden medegedeeld, om, zoo
lang de noia-Goseling nog bij de Tweede
Kamer berunte en daarover nog niet was
gesproken, discussie daarover bij de be
handeling van de justitiebegrooting uit te
sluiten, was weinig naar den zin van den
nat.-soc. afgevaardigde, die niet kon na
laten den voorzitter voor te houden, dat de
discussie was uitgesteld tot „na de verkie
zingen" „Pardon, interrumpeerde de
heer de Vos van Steenwijk, „tot na
Paschen!"
„Wat de tijdsruimte betreft komt dat op
hetzelfde neer" riposteerde mr. van Ves
sem, waarna hij zijn betoog vervolgde. Dat
dit voor minister Goseling in negatieven
zin verliep, vol critiek op zijn wilde-
bussen-beleid en op de democratische par
tijen, die almaar opkomen voor strenger
optreden tegen „excessieve uitingen" en
het optreden van extreme groepen, zal
men grif aanvaarden. Wederom herhaalde
mr. van Vessem, dat de volgens „den lei
der" eenige methode, om de Joden afdoen
de te helpen is emigratie naar de Guyana's
in Zuid-Amerika, heelemaal geen oorden
van verschrikking, maar best bewoonbaar
en koloniseerbaar. Ter staving hiervan
beriep hij zich op eenige auteurs, o.a. op
den Jood dr. van Blankenstein, die er
overigens vrij lang geleden een reis
heen heeft gemaakt. Tenslotte plaatste de
heer van Vessem tegenover de klachten
van de andere groepen, dat de justitie te
lankmoedig of niet of onvoldoende tegen
de nationaal-socialisten en fascisten hier
te lande optreedt, het verwijt, dat de justi
tie aan klachten van n.s.b.-zijde wegens
beleediging, geen gevolg geeft. Hij vond
den h verband hiermede niet in
rechten' president van ons hoogste
het comfr®6' mr" Visser, tevens lid is van
lanV^n n !°°r blJz°ndere Joodsche be-
j 6611 van Vessem zou wen-
schen dat deze rechtsgeleerde öf voor ge-
bf voor den Hoogen Raad
^e hebben zoo'n idee, dat mi-
Gesehng hierop de repliek niet zal
schuldig blijven!
Men ziet intusschen, dat de leider der
nat.-soc. fractie in den Senaat, al mist hij
Ossevenals de haas bij pseudo-hazepeper,
niettemin er in slaagt op zijne wijze een
gansch eigen bijdrage te schenken voor
den justitieelen disch van den minister en
van de Kamer. Moeten we dit gerecht soms
„Oss sche-haas a la van Vessem" noemen?
We zijn eigenlijk van achteraf aan be
gonnen, maar men heeft inmiddels kunnen
vaststellen, dat er van verschillende zijden
aangedrongen is op scherper maatregelen,
op straffer optreden tegen uitlatingen en
afbeeldngen in de nat.-soc. pers of in
blaadjes van de partij van dr. van Rap-
pard („een bezoedelaar van m ij n naam"
merkte de senator mr. van Rappard met
eenig afgrijzen op!) En natuurlijk ook
tegen wat van dien kant op openbare ver
gaderingen wordt gezegd en niet door den
beugel kan. Prof. Kranenburg (v.d.) zeide
er o.m. van, sprekend over de „droeve
lectuur van Volk en Vaderland": „Die uit
latingen zijn niet alleen een ergernis,
maar ook een bron voor gezagsondermij
ning". De Leidsche hoogleeraar meende
dat met de tegenwoordige strafwet in de
hand al voldoende opgetreden kan wor
den, als men de zaak maar aanpakken wil,
of anders zou men wellicht in de wet „in
beleedigenden vorm" moeten wijzigen in
„opzettelijk beleedigend".
Mr. van Rappard (lib.) was in een be
toog van gelijke strekking hieraan vooraf
gegaan, concludeerend, dat aan materieele
inperking van de persvrijheid welhaast
niet meer te ontkomen zou zijn. Mr. In
't Veld (s.d.), vond eveneens dat de mi
nister met wat grootere voortvarendheid
moest optreden en eerbied voor de wet
afdwingen, waarvan enkele ambtenaren
van het O. M. (de heer In 't Veld doelde
in het bijzonder op dien te Arnhem en te
Wageningen) niet voldoende doordrongen
schenen te zijn. Was de minister eenerzijds
niet actief genoeg, anderzijds, in de zaak-
Oss en de wilde-autobussen-kwestie, was
hij t e voortvarend geweest. De actie
welke in r.k. kring tegen den N. Malthusi-
aanschen Bond wordt gevoerd en de mo
gelijkheden die ten deze in de gewijzigde
wet op de vereeniging en de vergadering
zitten, bevielen dezen afgevaardigde niet;
hij wekte den minister tot verdraagzaam
heid op, ook waar het betreft het spreken
van vreemdelingen op bijeenkomsten in
ons land, van een aard aL bijvoorbeeld
het huldebetoon bij de crematie van
Kautsky, toen geen vreemdeling een woord
mocht spreken op Westerveld, hetgeen een
pijnlijken indruk heeft gemaakt.
Prof. Kranenburg (v.d.), wijdde een
uitvoerige beschouwing aan den wetge-
venden arbeid van minister Goseling. Hij
had dezelfde klacht als de burgemeester
van Zaandam, van te groote voortvarend
heid waar een kalmer optreden wensche-
lijk ware geweest. De bewindsman was
.met een beroep op andere dringende
zaken, die voorgaan, niet verontschuldigd,
als hij den aandrang om nu eindelijk eens
de administratieve rechtspraak te regelen,
afwijst. Met den heer van Rappard achtte
prof. Kranenburg ook een wet noodzake
lijk waarin de samenstelling en de be
voegdheden van de rijkspolitie worden
vastgelegd. Waarom maakt de minister
ten aanzien van de administratieve recht
spraak niet gebruik van een regeerings-
commissaris, waartoe de Grondwet de ge
legenheid biedt; de heer Kranenburg beval
zelfs iemand aan: mr. dr. D. A. P. N.
Kooien, staatsraad en oud-voorzitter van
de Tweede Kamer, expert op dit gebied!
De kwestie der vluchtelingen is natuur
lijk ook weer ter sprake gekomen. In het
algemeen konden de heeren van Rappard
en Michels van Kessenich (r.k.) die het
beleid van minister Goseling op de diverse
aangevallen punten verdedigde zich
daarmede vereenigen; de liberale senator
meende evenwel, dat de minister in bij
zondere gevallen (welke hij met voorbeel
den nader aanduidde) toch wel wat toe
gevender kon zijn en daardoor schrijnend
leed voorkomen. De heer Vorrmk (s.d.)
wilde evenwel verder gaan, overigens
waardeerend, wat de regeering doet ten
behoeve van de vluchtelingen. Het ver
schil tusschen legale en illegale vluchte
lingen moet zoo spoedig mogelijk worden
geliquideerd ter wille van de menschen die
in doodsnood zijn weggevlucht en gevaar
loopen weer teruggebracht te worden
naar het concentratiekamp. Toegelaten
moeten worden vluchtelingen, van wie
men kan aannemen, dat zij in staat zijn
verder te trekken naar een ander land;
kinderen en vrouwen van emigranten, die
al langen tijd hier vertoeven en dan schei-
de men de kinderen niet van de ouders! De
heer Vorrink noemde daarvan eenige
frappante voorbeelden op, naar aanleiding
waarvan men direct geneigd zou zijn te
vragen: kon dat werkelijk niet wat ge-
woon-menschelijker worden opgelost? De
voorzitter der s.d.a.p. wilde ook zooveel
mogelijk kinderen toelaten en dan in ge
zinsverpleging bij goed bekend staande
families, onder toezicht van de autoritei
ten. En met nadruk bracht hij den minis
ter onder het oog, dat verscheidene vreem
delingen een waardevolle bijdrage kunnen
leveren aan de industrialisatie van ons
land, door fabrieken op te richten van
artikelen, welke tot dusver hier nog niet
werden vervaardigd. In de practijk is dit
in verschillende gpTjailen al gebeurd; dit
heeft geleid tot werkverruiming en in die
richting moet men doorgaan!
Vandaag zou minister Goseling ant
woorden.
In de Memorie van Antwoord aan
de Eerste Kamer nopens het wetsont
werp tot vaststelling van de begroo
ting van het departement van water
staat voor 1939, zegt de minister van
waterstaat dat het rijtijdenbesluit de
zer dagen zal worden afgekondigd.
Zonder hiermede op de beslissing te
dezer zake te willen vooruitloopen, wil de
minister in dit verband toch wel mede-
deelen, dat hij de inwerkingtreding om
streeks Mei van dit jaar verwacht.
Morgenmiddag zal de gemeenteraad
van Ermelo in een spoedeischende
vergadering bijeenkomen, ter behan
deling van een voorstel tot uitgifte in
erfpacht van honderd h.a. heide te
Elspeet aan den Staat der Nederlan
den voor de vestiging van een centraal
kamp voor Joodsche vluchtelingen.
Naar wij vernemen heeft minister van
Boeyen bij zijn bezoek van Vrijdag j.1. aan
Ermelo zijn keuze op dit terrein laten
vallen.
Het is de bedoeling, dat ook vrouwen en
kinderen van Joodsche uitgewekenen in
dit kamp worden ondergebracht. Het kamp
zou in totaal tusschen de 2500 en 3000
personen kunnen bevatten.
Geleidelijk hoopt men dan tot de ophef
fing van de andere vluchtelingenkampen
over te gaan.
Nu de regeering er thans in geslaagd is
aldus voegt het Hbld. hieraan toe
om onder Elspeet, een terrein van honderd
h.a. te vinden, dat uitermate geschikt is
voor de vestiging van een centraal vluch
telingenkamp, zullen de autoriteiten ei
dus toe kunnen overgaan, de positie van de
vluchtelingen te herzien.
In het centrale kamp zullen straks
uitsluitend illegaal binnengekomen
vluchtelingen worden ondergebracht.
Deze vertoeven thans, naar bekend, vooi
het overgroote deel in het barakkenkamp
van de Rotterdamsche vacantiekolonie te
Hoek van Holland en voorts in leegstaande
gebouwen te Hellevoetsluis. Centralisatie
lag voor de regeering voor de hand, maar
ook voor de vluchtelingencomité s was
centralisatie gewenscht, omdat daardoor
bezuiniging zal kunnen wordei bereikt.
Toen het plan voor centralisatie ter spra
ke was gekomen, werd tevens het denk
beeld geopperd de mogelijkheid onder
de oogen te zien, het centrale vluchtelin
genkamp dusdanige afmetingen te geven,
dat de gezinnen der vluchtelingen weer
tezamen gebracht zouden kunnen worden.
De regeering bleek onmiddellijk voor dit
laatste plan te gevoelen, maar de groote
moeilijkheid was, een geschikt terrein te
vinden. Het stuk grond te Elspeet, dat
thans aan de regeering in erfpacht zal
worden gegeven, biedt echter de moge
lijkheden daartoe. Inderdaad zal het kamp
te Elspeet dusdanig worden ingericht, dat
heele gezinnen daar kunnen worden on
dergebracht.
LUCHTBESCHERMING EN STEDEBOUW.
Het moet ontoelaatbaar worden geacht,
dat de indruk gewekt wordt, dat stadsver-
duistering eenige veiligheid biedt, aldus ing.
J. M. de Casseres in het tijdschrift Ge
meentebestuur, orgaan van de Vereeniging
van Nederlandsche Gemeenten, waarin hij
de resultaten publiceert van een uitvoerige
studie over luchtbescherming. Het nut der
verduistering wordt door de menschen, die
het weten kunnen, dat zijn de vliegeniers,
zeer laag aangeslagen. Er zijn ervaren pi
loten, die bewijzen, dat geen verduistering
ze moge nog zoo intensief zijn in staat
is een groote menschelijke nederzetting
onvindbaar te maken en zelfs zeer preciese
orienteering van stadsdeelen te beletten.
Het publiek voelt intuïtief deze feiten aan,
met het gevolg, dat de waarde der tot nu toe
genomen overheidsmaatregelen wordt ont
kend.... en wat erger is, ook omtrent de
practische beteekenis van andere lucht
beschermingsmaatregelen twijfel ontstaat.
Niets is meer uit den booze dan deze toe
stand en een radicale verandering in de be
handeling der luchtbescherming is gebie
dende eisch.
Ontruiming van steden.
Ing. de Casseres komt op grond van studie
van de betreffende werken en de bittere
practijk van China en Spanje tot de con
clusie, dat het beste verdedigingsmiddel
tegen luchtaanvallen voor de stedelijke bur
gerij de ontruiming is, d.w.z. de versprei
ding der menschen over het platteland. De
militaire afweermiddelen blijken niet in
staat te zijn de groote stad als woonplaats
geschikt te houden.
In de spannende Septemberdagen van 1938
werd de ontruiming van Parijs met kracht
begonnen, zelfs vóór de mobilisatie der
militairen.
De minste trefkansen bij luchtaanvallen
bieden de ruimgebouwde Engelsche en
Amerikaansche tuinsteden, die omringd
zijn door een permanenten landbouw- en
natuurschoongordel, die de uitbreiding van
het bebouwde gedeelte der plaats binnen
bescheiden grenzen houdt.
Daarop volgen de als tuindorpen ge
bouwde nederzettingen, waar de menschen
voor het grootste deel in eensgezins-huizen
temidden van flinke tuinen wonen. Het ver
schil tusschen de groote stad en deze plaat
sen is duidelijk. Wanneer in zulke steden
en dorpen één bom van de tien een huis
treft, dan beteekent dat één vernield huis.
In steden als Amsterdam en Londen is elke
bom raak. En zelfs wanneer slechts één huis
getroffen wordt, beteekent één treffer, dat
verscheidene woningen worden vernield.
Buiten wonen.
De open bebouwing in kleine eenheden is
de eenige wijze van bevolkingsonderbren
ging, die de grootste mogelijkheid voor een
goede sociale organisatie èn voor de veilig
heid tegen luchtaanvallen biedt, concludeert
de schrijver. Hij gaat dan na, op welke wijze
deze wijze van wonen in onzen tijd kan
worden bevorderd en stelt vast dat de
tendenz van het buitenwonen niet tegen
gegaan, doch bevorderd moet worden.
Wanneer de dichtopeengebouwde steden
daar nadeel van ondervinden, zal men die
moeten helpen, doch onder geen voorwaarde
mag de door de menschen zelf al gekozen
trek naar buiten door fiscale en andere
maatregelen worden geremd. Hoe meer er
uit gaan, hoe beter, is nu de leus voor de
groote stad. Natuurlijk behoeft deze trek
leiding. De wilde burgerwoningbouw in de
buurt der groote steden is een voorbeeld
hoe het niet moet. Maar men zorge er voor,
de slechte uitvoering niet met het goede
beginsel te verwarren.
In uitbreidingsplan, streekplan en natio
naal plan heeft men de instrumenten om
den trek naar buiten in geordende banen te
leiden. Men bestrijde dien trek dus niet.
maar geve hem de hulpmiddelen om een zoo
goed mogelijk rendement te bereiken, zoo
wel voor tijd van vrede als tijd van oorlog.
De schrijver zegt over de zoo verfoeide lint
bebouwing, dat deze van luchtaanvalstand
punt niet zoo verwerpelijk is als de dicht
opeengebouwde plaatsen. Maar ook hier is
leiding noodig.
Geen verdiepingen.
Wat kan nu voor het goede doel gedaan
worden? Schrijver bepleit de volgende
maatregelen van stedebouwkundigen aard:
Stoppen, althans beperken van gesloten
bebouwing van verscheidene verdiepingen;
het uitscheiden van almaar verder uitbrei
den der steden. Beperking dus der uitbrei
dingsplannen tot de behoefte van nü. Geen
bestendiging dus van de nog veel aangetrof
fen toestand, dat te hooi en te gras huizen
blokken worden gebouwd, zonder goede
wegenaansluiting. Alle stadsdeelen, ook de
nieuwe, moeten in oorlogstijd direct be
reikbaar zijn.
Decentralisatie.
De heer de Casseres beschouwt dan ver
der de decentralisatie der industrie, zooals
deze reeds nu geschiedt. Hij constateert,
dat ook op dit gebied een merkwaardige
overeenstemming van vredes- en oorlogs-
eischen op te merken is. Ook hier moge die
door de nieuwe omstandigheden bepaalde
trek niet worden tegengegaan. Dat ze lei
ding noodig heeft, acht de schrijver vanzelf
sprekend, want de verspreide industrievesti
ging heeft onnoodig veel van het landelijk
schoon onherstelbaar vernietigd. Hier is
alleen een radicale oplossing te verwachten
door het nationale plan, waarop de schrijver
vooral in het kader der passieve bereidheid
van het land tegen de luchtaanvallen de
aandacht vestigt.
De heer de Casseres besluit met de woor
den: De toestand, waarin de wereld ver
keert, maakt het verwaarloozen van deze
zaken tot een vreeselijke nalatigheid, die
die wreekt op onschuldigen. Laat ons het
oude Hollandsche spreekwoord daarom zoo
verstaan, dat wij er voor zorgen moeten den
put te dempen, voor het kalf verdronken is.
Want van de in vredestijd genomen maat
regelen is de redding der burgerbevolking
in tijd van oorlog afhankelijk.
JUBILEUM STAFMUZIEKCORPS DER
KONINKLIJKE MARINE.
Men schrijft ons:
Op den lsten April van dit jaar zal de
stafmuziek der Koninklijke Marine, populair
in geheel het land als „de Marinekapel" be
kend, het feit herdenken, dat het 75 jaar
geleden opgericht werd.
Reeds eenigen tijd geleden werden in Den
Helder, als van ouds de bakermat van het
corps, de koppen bij elkaar gestoken en het
resultaat was, dat een huldigings-comité
gevormd werd. Burgemeester G. Ritmeester
werd bereid gevonden het eere-voorzitter-
schap van dit comité op zich te nemen. Doel
van dit comité is gelden te verzamelen, ten
einde hiervan een blijvend aandenken aan
het jubileerende corps te schenken; men
denkt hierbij aan een instrument, hetgeen
door het corps meegedragen kan worden.
Het corps heeft een uitstekenden naam in
den lande en dat is geen wonder. In vrijwel
alle grootere plaatsen trad het vermaarde
ensemble op en steeds bleek dit optreden
een evenement te zijn. Vandaar dan ook, dat
het comité verwacht, dat de gelden niet
alleen uit Den Helder, doch eveneens uit
alle andere deelen des lands zullen toe-
stroomen.
Op welke wijze dien lsten April door het
corps, dat in den loop van vele jaren zoo
veel gedaan heeft tot het uitdragen van
den naam der Nederlandsche Marine ge
vierd zal worden is nog niet bekend; ook dit
in verband met de nog in te komen gelden.
Maar zeker is, dat het een jubileum wordt,
het corps waardig.
Zij, die thans in de gelegenheid gesteld
worden geldelijk van hun sympathie blijk te
geven, kunnen hun bijdragen storten ten
name van notaris A. M. Engelmann in Den
Helder, postgirorekening 32777, met vermel
ding „Jubileum Stafmuziek", of ten name
der Heldersche Courant, giro 16066, onder
hetzelfde motto.
Ook ouderen hebben zon
noodig. Herstel het tekort
met JECOVITOL, de beste
levertraan. Die verhoogt
Uw weerstandsvermogen en
Uw energieEn voorkomt
griep en verkoudheden!
- „Tikte lev<rtraa!L
BROCADSS-STHEEMAN 1 PHARMACIA
BLIKSEM IN KERKTOREN GESLAGEN.
Houten punt van den toren
afgebrand.
Tijdens een hevig onweer is gisteravond
ongeveer zes uur de bliksem geslagen in
den toren van de Nederduitsch hervormde
kerk te Oud Beijerland waardoor een begin
van brand ontstond.
Onmiddellijk nadat de plaatselijke brand
weer gewaarschuwd was rukte zij uit.
Het vuur woedde hoofdzakelijk in de
spits van den 40 meter hoogen toren. De
brand had zich om tien uur aanmerkelijk
uitgebreid. Een zware vonkenregen viel
omlaag. In den loop van den avond kwam
ook de Rotterdamsche- brandweer aan. De
spuitgasten konden het vuur, dat fel naar
buiten sloeg niet bereiken. De krachtige
wind bemoeilijkte het blusschingswerk ten
zeerste. Tegen middernacht was de brand
nog niet gebluscht.
Om bij de vlammen te kunnen komen,
moest tegen wind in worden gespoten. De
wind was echter zoo krachtig, dat 't water,
dat met voldoenden druk op de waterlei
ding werd gegeven, wegwaaide. Met de
slangen in den kerktoren, dus binnendoor,
viel ook niets te bereiken, omdat de spits
die veertien meter lang is, eindigt in een
massieve punt van drie meter eikenhout.
Deze punt is vrijwel geheel verloren ge
gaan.
Verdronken. - Gistermiddag is uit de
Groote Gracht te Schoonhoven het lijk op
gehaald van de 76-jarige mevr. M. Rippel
Slabbekoorn, wonende in de Koestraat al
daar. De bejaarde dame werd sinds gister
avond vermist. Naar alle waarschijnlijkheid
is zij door de duisternis misleid, te water ge
raakt.
Het stoffelijk overschot is naar de woning
van het slachtoffer overgebracht.
ONS DRUKWERK VOOR U!
DRUKKERIJ COSTER.
Vrijdag 10 Maart.
HILVERSUM, 1875 en 301,5 M.
(8.—12.—4—7.30 en 9—12—
VARA, de AVRO van 12.4.en
de VPRO van 7.30—9—). 8— Gr.pl.
(8.16 Ber.) 10.VPRO-morgenwij
ding. 10.20 Orgelspel. 11.Deel.
11.20 Fantasia. 12.Avro-Amus.-
orkest. (12.15 Ber.) 12.45 Gr.pl. 1.
Avro-Amus.-orkest, Avro-girls en
solist (opn.) 1.45 Gr.pl. 2.30 Mode
praatje. 2.50 De Palladians en gr.pl.
4.Gr.pl. 4.305.De Ramblers.
5.05 Voor de kinderen. 5.30 Gr.pl.
6.Esmeralda. 6.28 Ber. 6.30 Lit.
causerie. 5.50 Hammond-orgelspel.
7.VARA-kalender. 7.05 De ge
meente en de volkshuisvesting, cau
serie. 7.23 ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35
Levenswaarden in het heden, cau
serie. 8.Het Nederl. Kamerkoor
en een strijkensemble. 8.30 Het
leven in Indië, causerie. 9.Frag
menten uit de operette „Les cloches
de Corneville". 10.10 Welk dialect
werd er gesproken?, causerie. 10.30
Ber. 10.40 VPRO-avondwijding.
11.Sportrep. 11.30 Jazzmuziek
(gr.pl.) 11.55—12— Gr.pl.
HILVERSUM, 415,5 M. (Alg.-progr.
NCRV). 8.Schriftlezing, medita
tie. 8.15 Ber.; gr.pl. (9.309.45 Ge-
lukwenschen). 10.30 Morgendienst.
11.Gr.pl. 11.15 Cello voordracht
met pianobegeleiding en gr.pl. 12.
Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 „Quintolia"
en gr.pl. 2.Gr.pl. 2.30 Christ. lec
tuur. 3.Zang met pianobegelei
ding en gr.pl. 3.50 Gr.pl. 5.Ara-
sterdamsch Salonorkest en gr.pl.
6.30 Ber., causerie voor tuinlief-
hebbers. 7.Ber. 7.15 Lit. causerie.
7.45 Gr.pl. 8— ANP- en herh. SOS-
ber. 8.15 Arnh. Orkestvereen. en
soliste en gr.pl. 9.30 ANP-ber., act.
halfuur. 10.05 Gezins- en huwelijks
moeilijkheden, causerie. 10.35 Piano
voordracht en gr.pl. 11.10 Gr.pl.
11.5012.Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50
Gi.pl. 12.10 Orgelconcert. 12.35 E.
Carroll en zijn orkest en soliste.
1.20 How a book is made, causerie.
1.352.20 Het Johan Hock-ensemble
mmv. soliste. 2.453.05 Gr.pL 4.15
Gr.pl. met conference. 4.55 Radio-
tooneel. 5.20 Cembalovoordr. 5.40
Het Joseph Lewis-orkest. 6.20 Ber.
6.45 National Service, 7.05 Parle
mentair overzicht 7.20 Het BBC-
koor en -orkest. 8.05 Variété-progr.
8.50 Rep. uit New York. 9.20 Ber.
9.45 Causerie over Australië (Opn.)
10.05 Het Erith British Legion
orkest. 10.35 Het Griller strijkkwar
tet. 11.35 Jack Payne met zijn
Band. 11.5012.20 Dansmuziek
gramof oonplaten
RADIO PARIS, 1648 M. 9—, 10—
en 11.20 Gr.pl. 12.30 Zang. 1.05 J.
Evrard's orkest. 2.35 Zang. 2.50 en
3.30 Gr.pl. 3.35 Pianovoordr. 3.50
Zang. 4.40 Gr.pl. 5.05 Vioolvoordr.
5.25 Het Chauland-trio. 6.35 Zang.
7.20 Het Cantrelle-orkest. 8.05 Gr.pl.
8.35 Cellovoordr. 8.50 Radiotooneel.
10.50 Gr.pl. 11.20—12.50 Nachtcpn-
cert.
KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pl. 6.30 en
7.50 H. Hagestedt's Amus.-orkest.
11.20 Kurt Vesely met zijn orkest.
12.35 Omroepkleinorkest. 1.30
2.20 Populair concert. 3.20 Danziger
Landesorkest, Schupo-orkest en so
listen. 4.35 Solistenconcert. 5.50
Gr.pl. 6.20 Winterhulp-progr. 7.30
Omroep-kamerorkest met zijn solis
ten. 8.20 Opera: De barbier van
Bagdad. 10.20—11.20 Otto Fricke's
orkest en solisten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Orgelspel.
I.502.20 Gr.pl. 5.20 Kamermuziek.
6.20 en 6.50 Gr.pl. 7.20 Scholieren
koor. 8.20 Omroeporkest. 8.40 Gr.pl.
8.50 Radiotooneel met muziek. 9.50
Gr.pl. 10.Omroeporkest. 10.30—
II.20 Gr.pl.,484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50
en 1.30 Radio-orkest. 1.502.20 en
5.20 Gr.pl. 5.50 Zang. 6.05 Piano
voordr. 6.50 Omroepdansorkest. 8.20
Militair orkest, Omroepmannenkoor
en solist. (9.209.35 Causerie),
10.30 Omroepdansorkest. 11.15
11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Het Weensch Philh. orkest. 8.29
Gev. maandoverzicht. 9.20 Ber. 9.50
Het Lenzewski-kwartet. 10.05 Ber.
10.2011.20 Het Omroepkleinorkest.
GEMEENTELIJKE
RADIODISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parijs R.
9.20—9.30, Radio PTT Nord 9.30—
9.50, Normandië 9.5010.Parijs
Radio 10—10.40, Radio PTT Nord
10.40—11.20, Keulen 11.20—12.20,
Brussel VI. 12.2014.20, Normandië
14.20—14.40, Radio PTT Nord 14.40
—15.20, Keulen 15.20—16.15, Droit-
wich 16.1516.55, Keulen 16.55
17.20, Brussel Fr. 17.20—18.20, Keu
len 18.2019.20, D.sender 19.20
20.20, Keulen 20.2022.20. Brussel
VI. 22.20—23.20, Parijs Radio 23.20
—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—17.20, Droitwich 17.20—18.45,
Lond. Reg. 18.45—19.20, Droitwich
13.20—20.50, Lond. Reg. 20.50—21.20
Praag 21.20—21.45, Droitwich 21.45
—24—,
Lijn 5: Diversen.