VOOR ONZE KINDEREN.
JUooUiciaal Tlieuws
HEILOO
EEN GEVAARLIJKE SPRONG.
WAAROM DANSEN DE MENSEN?
RAADSELS.
r
AKERSLOOT
OBDAM
BERGEN
(ZUID- EN NOORDSCHERMER
HENSBROEK
Verhaaltjes van kinderen
voor kinderen.
-
T
DERDE BLAD.
4 l
In het kerkgebouw van de Ned. herv.
evangelisatie werd Woensdagavond een
bijeenkomst gehouden, waar het Tweede
Kamerlid H. W. Tilanus sprak met het
onderwerp: „De chr. hist. Unie en de aan
staande Staten- en gemeenteraadsverkie
zing".
Met genoegen had spr. de uitnoodiging
aanvaard. Hier is een groep personen die
christelijk denkt en handelt, doch niet is
aangesloten bij de Unie. Spr. achtte dat
toch wel gewenscht, ook al om dat men
dan namens de Unie kan spreken en zich
kan laten gelden bij de samenstelling-lijs
ten. De verkiezingen die in het zicht zyn,
zijn belangrijk.
Wanneer ge op 19 April Uw stem uit
brengt vóór de Staten, oordeelt gij hoe de
landspolitiek in de Eerste Kamer zal zijn.
Spr. somde ook de stoffelijke belangen op.
Een sterk staaltje was wel te zien in
1935, toen het ging vóór of tegen de N.S.B.
De gemeenteraadsverkiezingen zijn even
eens belangrijk. De Raad staat aan het hoofd
van de gemeente, doch nu spreekt in vele
gemeenten die afhankelijk zijn de
regeering een woordje mee. Ook hier komen
de principieele verschillen en inzichten tot
uiting. Menschen met politieke winst voor
oogen zijn als regel niet de beste regeerders.
Alles er op instellen dat de politiek het
principieele niet overheerscht, is van groot
belang. De beginselen van de chr. hist. be
sprekend, zeide spr. dat de wetten van God
hun richtsnoer zijn. Wanneer we die niet
nakomen, zijn we als een schip zonder roer.
Gelukkig zijn er in ons land velen ook
buiten ons waar God het richtsnoer is
van denken en handelen en dat is gelukkig
in dezen tijd, nu de wereld een evolutie
doormaakt en ook in ons land wordt ge
weldig veel van de regeering gevraagd. Wij
christ. historischen, zeide spreker, willen de
regeering steunen in haar moeilijke taak.
Met een mooie peroratie op de kracht van
de partij besloot spreker zijn zakelijk en
zuiver omlijnd betoog.
Openbare verkooping.
Het woonhuis, schuur, erf en tuin, groot
ruim 8 Are, behoorende tot de nalatenschap
van wijlen den heer J. van 't Hof Sr., heeft
in opbod bij de openbare verkooping opge
bracht 2640, hoogste bieder Jn. Blokker
Jzn. Sr. Gemijnd bij alslag op 240 door den
heer C. Blokker te Alkmaar.
N.S.B.-propaganda-avond.
Woensdagavond werd in het café van
den heer Jac. Stammes alhier een propa-
ganda-bij eenkomst gehouden van de N.S.B.
De heer Swidde uit Alkmaar opende de bij
eenkomst. Spreker was de heer J. Saai, lid
van Prov. Staten, te Wieringerwaard.
In een helder betoog verklaarde deze de
beginselen van zijn beweging, wees op de
democratie die naar zijn meening had afge
daan, waarbij spr. de huidige parlementaire
situatite van België ter illustratie aanhaalde.
Ook de concerns hekelde spr. ten sterkste
als een vloek voor de gansche samenleving.
Aan het einde der vergadering werden
vragen gesteld, waarbij ook het Joden
vraagstuk ter sprake kwam.
De opkomst was gering; waarschijnlijk
sprak hierbij het slechte weer ook een
woordje mee.
Gevonden voorwerpen v. 1/128/2 '39.
Een sportriem; miniatuur verrekijker;
bruine motorhandschoen; kerkboek; grijze
heerenhoed; grauw konijn; huissleutel; klein
zakmesje; portemonnaies met geld; zwarte
vulpen; postcheque; gouddoublé schakel
armbandje; paar dameshandschoenen; twee
stormlantaarns; bruin lederen sigarenkoker;
blauw-wit damesmutsje; diverse handschoe
nen; belastingplaatjes; leeren motorhand
schoen; blauwe ceintuur; paar beenpijpen;
zelfbinder; aanzetslinger van auto; contact
sleuteltje; paar blauwe wanten; bruin
regenkapje; twee guldens; rood kinder
wantje; bruine rozenkrans; grijze hoed;
kussentje; aangeloopen zwart-bruin hondje;
grijze herdershond.
B. en W. dezer gemeente hebben met
ingang van 20 Maart a.s. benoemd tot amb
tenaar ter gemeentesecretarie in tijdelijken
dienst de heer R. G. J. Heikens te Oude
Pekela.
LIMMEN (Febr.)
Geboren: Catharina d. van Th. Hol
lander en M. Glorie. Divera d. van A. A.
M. Heijne en D. Loos. Aaltje d. van O.
E. Harms en A. Dekker. Jacoba Cathari
na d. van S. Groentjes en C. Th. Dekker.
Ondertrouwd: C. Adrichem en B.
Dekker.
Getrouwd: S. de Boer en I. Tuijn.
C. Adrichem en B. Dekker.
Overleden: Laurentius Mors, 54 j.
Leonardus Jacobus Hollander, 5 mnd.
Alida HakerBakkum, 74 j. Anna Bet-
jesWay, 76 j.
„Ons Belang".
Voor de tuinbouwvereeniging sprak
Donderdag 9 Maart de heer Winkel uit
Hoorn in café Kossen 's avonds om 7 uur.
Zijn onderwerp was de pachtwet. De voor
zitter, de heer Joh. Koning, heette de aan
wezigen welkom, in het bijzonder den
spreker en het eerelid der vereeniging, bur
gemeester Kooijman.
De heer Winkel achtte de publieke ver
kiezingen uit den booze, daar altijd de huur
prijzen hooger worden dan onderlinge ver
huring. Men krijgt daardoor een toestand,
die op den duur onmogelijk is. Vooral als
huurders van land daarop kassen voor eigen
HONDENTROUW
door PUCK.
Turk woonde in een klein huisje aan 't
einde van het dorp bij vrouw Dane. Die
gaf niet zoveel om haar hond. Hij kreeg op
tijd zijn eten en dan ging ze weg naar haar
werk, want ze was arm, maar ook zeer
slordig. Ze gooide altijd haar lucifers zomaar
in de kamer. Op een avond gooide ze ook de
lucifer weer weg en keek er niet naar om.
Ze had het nachtlichtje aangestoken en ging
naar bed. Turk bleef in de kamer liggen.
Het was ongeveer middernacht, toen Turk
begon te blaffen. Hij rook iets benauwends
en er stond veel rook in de kamer. Hij nieste
en proestte en hij kreeg veel rook in zijn
ogen, die begonnen te steken. Hij begon
hard te blaffen. Toen de vrouw wakker
werd door het geblaf, begon het ook al te
branden. Ze ijlde met Turk naar buiten en
schreeuwde om hulp. Eindelijk was de
dorpsbrandweer er, maar er viel niet veel
te spuiten, want het huis was tot de grond
toe afgebrand.
Vrouw Dane bracht men geheel overstuur
bij de buren.
De hond was niet van haar bed weg te
slaan. Vrouw Dane begreep dat de hond haar
leven door te blaffen gered had. Toen haar
huis weer opgebouwd was,, ging ze samen
met Turk er in wonen en ze verzorgde hem
goed en hield dol veel van hem. En ze was
nooit meer slordig, vooral niet met vuur. De
mensen in 't dorp spraken nog lang over
de trouw van de hond.
Het is nog niet zolang ge
leden, dat een kleine Engelse
jongen van 9 jaar, iets heel
gevaarlijks uithaalde. Die
jongen heette Alfred Wickers
en hij is op een school in
Londen. Hij is niet anders
dan de andere jongens, hij
doet over het algemeen goed
zijn best op school na
tuurlijk niet altijd, want dat
is bijna onmogelijk, maar hij
doet toch meestal wel zijn
best verder speelt hij met
zijn vriendjes en doet wat
elke andere jongen ook doet.
Maar op een dag gebeurde er iets heel
bijzonders. Een grote vliegtuigmaatschappij
nodigde een paar schoolklassen uit om een
vliegtochtje boven Londen te maken. De
klas van Alfred mocht ook vliegen en ieder
begrijpt, dat de jongens dansten van plezier
toen ze dat hoorden.
Zo kwam het dat Alfred voor het eerst
in zijn leven in een echt vliegtuig zat. Ze
vlogen heel hoog boven Londen en de
jongens keken hun ogen uit. Ze probeerden
of ze de verschillende punten van de stad
konden herkennen, maar dat viel nog lang
niet mee. Wat zag alles er anders uit vanuit
de lucht! Het was een lawaai van jewelste
in het vliegtuig. Ze riepen allemaal door
elkaar: „Kijk daar eens, daar heb je dat en
kijk daar eens, wat zou dat zijn?"
Het tochtje duurde maar tien minuten,
maar in die tien minuten hadden ze zóveel
gezien! Alfred kwam er niet over uitge
praat en sinds die vliegtocht had hij nog
maar één wens: vliegenier te worden. Hij
zei aan iedereen, die het maar horen wilde,
dat hij later, als hij groot was, piloot werd
en dat hij dan naar verre vreemde landen
zou vliegen. De onderwijzer lachte hem uit
en zei: „Zorg jij eerst maar eens, dat je van
school komt en dat je heel veel leert. Over
een jaar of tien kunnen we dan eens verder
zien".
Maar tien jaar, dat vond Alfred veel te
lang duren. Hij wilde nü al vliegen. Hij be
greep heel goed, dat hij nu nergens toege
laten zou worden en daarom besloot hij in
zijn eentje te gaan vliegen. Of liever gezegd,
vliegen was het eigenlijk niet, want daar
heb je een vliegtuig voor nodig, maar Al
fred had nog iets anders bedacht. Hij had,
toen hij op het vliegveld was, een paar val
schermspringers gezien en hij dacht: „Als ik
nog niet in een vliegmachine naar boven kan
gaan en door de lucht kan zweven, dan zal
ik het met een parachute proberen!"
Alfred maakt zelf een valscherm.
In een hotelletje, even buiten de stad,
haalde Alfred een oude parasol. Er was een
grote tuin bij het restaurant en daar stonden
kleurige zonneschermen in. Boven op zolder
lagen een paar, die niet meer gebruikt wer
den omdat ze gescheurd en gevlekt waren
en daarom mocht Alfred er wel een van
hebben.
Hij sleepte het ding mee naar huis en
bracht het naar zolder. En daar begon het
werk. Hij lakte het zo goed hij maar kon,
tot er nergens meer een gaatje of scheurtje
inzat. Toen hij klaar was keek hij vol trots
naar zijn werk en vond, dat nu het ogen
blik gekomen was om zijn plan uit te voe-
voeren. Zo kregen op een dag de kranten
in Londen het volgende briefje toege
stuurd:
„Woensdag spring ik 's middags om 12 uur
van het dak van de Windsor-toren af. Komt
naar dat kunststuk kijken. Alfred Wickers".
Toen de mensen van de krant dit briefje
kregen was het 11 uur. Ze stuurden direct
een verslaggever naar het kasteel Windsor
om deze levensgevaarlijke daad te verhin
deren. Ze begrepen heel goed, dat Alfred
Wickers nog een kleine jongens moest zijn.
Maar toen de verslaggevers bij het kasteel
aankwamen stond daar al een grote mensen
menigte, die al van het waagstuk gehoord
had. Om 11 uur was een kleine jongen
met een grote parasol onder de arm bij het
kasteel verschenen. De wachters, die voor
de ingang stonden, vroegen den jongen wat
hij wilde, want ze mochten niemand naar
binnen laten. Toen antwoordde Alfred:
„Ik moet deze parasol naar den portier
brengen. Mijn vader heeft hem gemaakt".
Toen lieten ze hem door er kwamen veel
bodes en leveranciers bij het kasteel en
waarom zouden ze dien kleinen jongen wan
trouwen!
Toen de auto's met de verslaggers voor
reden, stond Alfred allang op de toren. Nie
mand begreep hoe hij boven was gekomen.
De toren was 40 meter hoog. Het was tien
minuten voor twaalf en toen hij naar be
neden keek, zag hij heel veel mensen staan,
die allemaal naar boven keken. Hij begon
te lachen en dacht: „Nu zal ik die mensen
eens laten zien, dat ik kan vliegen!" en met
een sprong hij naar beneden. Hij had zich
met beide handen vastgeklemd aan de pa
rasol. Hij hoorde nog, dat de mensen be
neden begonnen te schreeuwen en toen
dacht hij aan niets meer en viel met een
reuze vaart naar beneden.
De mensen beneden hielden hun adem in,
maar het liep beter af, dan ze gedacht had
den. Het scherm was werkelijk groot ge
noeg om het lichte gewicht van den kleinen
jongen te dragen. Hij kwam veilig op de
grond terecht en viel op het stenen plein.
Een paar blauwe plekken op zijn voor
hoofd dat was het enige, dat hij van zijn
val kreeg.
Maar later zag hij wel in, hoe gevaarlijk
die sprong geweest was en hij begreep nu
ook wel, dat het heel erg verkeerd van hem
was geweest. Alfred beloofde, dat hij nooit
meer zoiets zou doen en dat hij rustig zou
wachten tot hij een beetje groter was, voor
hij zich met vliegen zou bezig houden. Mis
schien mocht hij dan naar een of andere
vliegschool gaan en kon daar zijn opleiding
krijgen.
En nu is Alfreds wens al vervuld. Een
vliegtuigfabriek heeft hem beloofd, dat hij
later voor hen als vliegenier mag worden
opgeleid, maar dan mag hij tot die tijd niet
meer zulke gekke dingen uithalen. Dat heeft
Alfred graag beloofd en nu werkt hij flink
om zo gauw mogelijk naar de vliegschool te
kunnen gaan.
NATUURWONDEREN.
Misschien hebben jullie wel eens gehoord,
dat er „drijvende" eilanden bestaan. Dat
zijn eilanden, die niet op dezelfde plaats
blijven liggen, maar zich verplaatsen
kunnen. Natuurlijk drijven ze niet ver af,
jullie hoeven niet bang te zijn, dat je plot
seling een eiland in de zee zult zien liggen,
dat er eerst nog niet was, maar ze kunnen
zich toch wel een stukje verplaatsen. Een
van de grootste van die eilanden bevindt
zich in Oost-Pruisen, op het Drausenmeer bij
Elbing. Dit eiland is een paar honderd meter
lang en driehonderd meter breed.
Er staat een grote boerderij op met stal
len en alles wat er maar bij een boerderij
hoort. Dit eiland zou op de stroom weg
drijven als het niet met ankers en met
zware kabels werd vastgehouden.
Maar dit jaar vielen er zo zware regens,
dat de ankerkabels daar niet op voorbereid
waren. Het water kwam steeds hoger in het
meer en het scheurde de kabels los. Toen
ging het eiland aan het zwerven.
Zodra men het bemerkte werden er hulp
troepen uitgezonden om het eiland tegen te
houden! Er werd enige dagen flink aan ge
werkt en nu ligt het weer rustig „aan de
ketting"!
Nu het weer echt
voorjaar wordt en de
zon schijnt, nu de bloe
men weer beginnen te
bloeien en we in alle
velden weer groene
puntjes boven de grond
zien komen, nu de
hemel weer blauw is en
de vogels fluiten, zou
den we liefst de hele
dag willen dansen en
zingen. We zijn alle
maal blij, dat de koude,
sombere winter voorbij
is en dat het voorjaar
weer komt en na het
voorjaar de zomer! We
gaan weer een heer
lijke tijd tegemoet met
veel warmte en zon!
Wie zou daar niet blij
om zijn? Iedereen is
vrolijker als de zon
schijnt en het mooi weer is. De slagersjon
gens rijden fluitend op hun fiets door de
straten, alle mensen kijken vriendelijker en
de kinderen komen dansend uit schooL
Ja, bij ons is dansen een teken van blij
heid. Als wij blij zijn willen we dansen. Op
feesten dansen de mensen omdat ze dat
prettig vinden en omdat ze niet meer aan
hun zorgen willen denken. In alle landen
dansen de mensen en behalve de algemeen
bekende „moderne dansen" heeft bijna elk
land zijn volksdansen. Wie heeft nog nooit
een echte Hollandse klompendans gezien?
Iedereen kent ook de plaatjes van Schotten,
die op de tonen van de doedelzak dansen, van
Tiroler jongens en meisjes, die in hun vro
lijke dracht de echte Tiroolse dansen uit
voeren, van Russen en Russinnen, van Hon
gaarse jongens en meisjes en zo kunnen we
wel aan het opnoemen blijven. Al die
mensen dansen omdat ze blij zijn!
Sommige inlandse stammen in Afrika,
Azië en Australië dansen om hun afgoden
tot iets over te halen. Bewoners van Midden-
Azië houden bijvoorbeeld „weerdansen".
Als ze zien dat er slecht weer komt en hun
oogst daardoor bedorven kan worden, be
schilderen de mannen zich in de meest
bonte kleuren, plakken vogelveren op hun
lichaam, zetten afschuwelijke maskers op en
maken dan allerlei wonderlijke bokkespron-
gen. Daarom denken ze dan de boze tover
krachten te verbannen en goede tover
krachten in de buurt te brengen, die zullen
maken, dat het weer goed blijft en dat de
oogst lukt! Als het dan toch nog gaat
regenen denken ze, dat ze nog niet mooi
genoeg gedanst hebben, want in hun bij
geloof begrijpen ze niet, dat er helemaal
geen boze en goede toverkrachten en boze
en goede afgoden bestaan!
In de provincie Andamanen in Brits-ïndië
worden „huildansen" uitgevoerd, als er een
opperhoofd gestorven is. De mannen bestrü-
ken zich dan met kalk en maken vreselijke
geluiden, terwijl ze heen en weer dansen.
Dikwijls worden die dansen ook voor
grote menigten toeschouwers gehouden,
maar dan zijn het niet de echte treurdansen.
Op het plaatje zie je ook een paar dansers
met wonderlijke maskers op, die voor een
grote menigte hun dansen uitvoeren. Die
dansen zijn meestal niet mooi, maar we
moeten ook bedenken, dat het altijd heel
primitieve mensen zijn, die ze uitvoeren en
dat die mensen nog niets van onze bescha
ving weten.
Wij vinden het toch leuker om een aar
dige boeren-klompendans te zien, dan het
gespring van de inboorlingen en neger
stammen in de andere werelddelen.
MET PASSER EN LINEAAL.
Hans zat zijn huiswerk te maken. Hij had
moeilijke wiskundesommen opgekregen en
hij zuchtte telkens diep, omdat hij er zo
weinig van begreep. Zijn blocnote lag voor
hem op tafel en hij deed zijn best om de
figuren zo netjes mogelijk te tekenen, want
meneer zei altijd, dat je een som al bijna
begreep, als je de figuur maar duidelijk had
getekend.
Nu, hij merkte er nog niet veel van! Hij
begreep nog niets van die sommen. Jaapje,
zijn kleine broertje kwam naast hem staan
en zei: „Wat doe je, Hans? Teken jij
huisjes?"
„Nee Jaap, dat zijn driehoeken. Hans moet
sommen maken voor school, maar die som
men zijn erg moeilijk. Wees jij maar blij,
dat jij ze nog niet hoeft te maken!"
Jaap begreep niet goed, wat sommen
waren, maar hij vond de tekeningen erg
mooi en dat was het belangrijkste. „Maak
nog eens een paar huisjes?" vroeg hij.
„Jaap, ik moet werken. Een ander keertje
wil ik wel huisjes voor je maken en dan
maak ik nog veel meer voor jeeen
een mannetje en een hond en een poes
en en nog veel meer". Hans kon zogauw
niets bedenken. Maar Jaap liet hem niet met
rust. „Kan jij dan een poes maken? Waarom
wil je het nu niet doen?"
Hans pakte zijn passer en trok een paar
cirkels op het papier. Toen hij er een paar
had gezet, trok hij er een lijntje tussen in
en ineens kreeg hij er plezier in. Hij trok
grote en kleine cirkels, halve cirkels en
rechte lijnen. En werkelijk, al heel gauw,
zat er een aardige dikke poes op het papier.
Dat was toch veel leuker dan een meet
kundesom! Hij tekende nog een mannetje
en nog een paar andere dingen. Jaap vond
het prachtig. Maar toen moest Hans toch
weer ophouden anders kwam hij helemaal
niet klaar met zijn huiswerk. Hij beloofde,
dat hij later nog wel eens een paar andere
poppetjes voor Jaap zou tekenen, als hij
geen huiswerk meer had.
Proberen jullie eens of je ook nog iets kunt
tekenen met een passer en lineaal!
1. Verborgen voertuigen.
Na U tot de orde te hebben geroepen,
moet ik U verzoeken heen te gaan.
Toen de dief iets in zijn zak had ge
stoken, maakte hij, dat hij wegkwam.
Hij leek armoedig en verlaten (2 stuks).
Russisch uit boekjes leren is heel moei
lijk.
2. Er zijn 9 woorden. Plaatst men ze onder
elkaar, dan vormen de eerste letters
van boven naar beneden gelezen de
naam van een heel bekend land.
De woorden worden gevormd uit de
volgende lettergrepen: a boom bord
dam de del deur dok e e ka
knop lin man me naam noor
ririj steen ter wiel.
Het eerste woord duidt iets aan, dat
velen op hun deur hebben.
Het twede woord beduidt iets, dat een
juwelier verkoopt.
Het derde is iets, dat aan elke deur zit.
Het vierde is een stadje in Noordholland.
Het vijfde is een populair vervoermiddel.
Het zesde is een boom.
Het zevende een werelddeel.
Het achtste is de naam van een man,
waarvan er vroeger velen ons land
kwamen binnenvallen.
Het negende geeft iemand aan, di?
mensen beter kan maken.
3. Wat is geen kat en kan toch miauwen
en muizen vangen.
-OPLOSSINGEN.
De oplossingen van de raadsels uit ons
vorig nummer zijn als volgt:
1. Piet liep op straat en droeg een kan in
zijn hand.
2. wier
idee
L o e s
ho o i
eend
L i n e
ma an
inkt
naai
a rm e
3. De neus.
risico lieten bouwen haalde de huurder een
grooten strop daar hij of door onthuring of
door meer huur in den toestand kwam, dat
zyn bedrijf niet meer rendabel zou zijn.
De pachtwet is in November van het
vorige jaar aangenomen, waardoor de huur
der voor onbepaalden tijd in het bezit van
het gehuurde blijft. Schriftelijke contracten
zijn geldig, mondelinge contracten hebben
geen waarde. Binnen 8 dagen moet het
contract naar de pachtkamer worden opge
zonden.
De overheid bemoeit zich niet alleen met
den verpachter, maar ook met den pachter
om dezen een redelijk bestaan te doen
hebben. De pachtkamer heeft het recht om
de pachtsom niet goed te keuren.
Neemt de verpachter echter geen genoe
gen met de verlaging, dan wordt het con
tract door de pachtcommissie vernietigd en
kan deze gevoegelijk zijn land verkoopen.
De verpachter heeft echter het recht om in
grijpende veranderingen niet toe te staan.
Daar bemoeit de wet zich niet mee. Wel
kan de pachter zich tot de pachtcommissie
wenden, en acht die het noodzakelijk, dan
wordt daarin toe gestaan en de kosten wor
den op den verpachter verhaald. Elke
pachter moet zorgen, dat hij voor alles de
goede gegevens heeft en practisch een
boekhouding bijhouden van zijn inkomsten
en uitgaven.
Vermindering van pacht, geldt alleen door
abnormale omstandigheden, zooals late
nachtvorst, abnormale regens of droogte of
vernieling door hagelbuien. De pachtprijs
kan echter worden herzien. Met een speling
van 18 maanden kan de pacht worden op
gezegd. Neemt de pachter daar geen ge
noegen mee, dan kan hij zich weer wenden
tot de pachtkamer. Na de 10 jaar geldt ech
ter de opzegging weer. Wie zijn pacht niet
op tijd betaalt, loopt echter de risico, dat hij
oogenblikkelijk van zijn bedrijf kan worden
afgezet. Ook verwaarloozing van het bedrijf
geeft den verpachter het recht om de pacht
overeenkomst op korten te-mijn op te zeg
gen. Tevens bestaat er een pachtbureau,
waarop de diverse land- en tuinbouwbon-
den hebben aangedrongen.
Bollenland kan echter buiten het pacht
bureau om verhuurd worden op korter ter
mijn.
Hierna bestond gelegenheid tot het stellen
van vragen, waarvan weinig gebruik werd
gemaakt, waarna de voorzitter een woord
van dank aan den heer Winkel bracht voor
diens duidelijke uiteenzetting en de verga
dering sloot.
Nog werd door den voorzitter medege
deeld, dat zij, die hun kleinen tuinderssteun
in natura wenschen te ontvangen, zich kun
nen wenden tot den heer A. F. Hennings,
Benedenweg, St. Pancras.