VOOR ONZE KINDEREN. JUooUiciaal Tlieuws HEILOO EEN GEVAARLIJKE SPRONG. WAAROM DANSEN DE MENSEN? RAADSELS. r AKERSLOOT OBDAM BERGEN (ZUID- EN NOORDSCHERMER HENSBROEK Verhaaltjes van kinderen voor kinderen. - T DERDE BLAD. 4 l In het kerkgebouw van de Ned. herv. evangelisatie werd Woensdagavond een bijeenkomst gehouden, waar het Tweede Kamerlid H. W. Tilanus sprak met het onderwerp: „De chr. hist. Unie en de aan staande Staten- en gemeenteraadsverkie zing". Met genoegen had spr. de uitnoodiging aanvaard. Hier is een groep personen die christelijk denkt en handelt, doch niet is aangesloten bij de Unie. Spr. achtte dat toch wel gewenscht, ook al om dat men dan namens de Unie kan spreken en zich kan laten gelden bij de samenstelling-lijs ten. De verkiezingen die in het zicht zyn, zijn belangrijk. Wanneer ge op 19 April Uw stem uit brengt vóór de Staten, oordeelt gij hoe de landspolitiek in de Eerste Kamer zal zijn. Spr. somde ook de stoffelijke belangen op. Een sterk staaltje was wel te zien in 1935, toen het ging vóór of tegen de N.S.B. De gemeenteraadsverkiezingen zijn even eens belangrijk. De Raad staat aan het hoofd van de gemeente, doch nu spreekt in vele gemeenten die afhankelijk zijn de regeering een woordje mee. Ook hier komen de principieele verschillen en inzichten tot uiting. Menschen met politieke winst voor oogen zijn als regel niet de beste regeerders. Alles er op instellen dat de politiek het principieele niet overheerscht, is van groot belang. De beginselen van de chr. hist. be sprekend, zeide spr. dat de wetten van God hun richtsnoer zijn. Wanneer we die niet nakomen, zijn we als een schip zonder roer. Gelukkig zijn er in ons land velen ook buiten ons waar God het richtsnoer is van denken en handelen en dat is gelukkig in dezen tijd, nu de wereld een evolutie doormaakt en ook in ons land wordt ge weldig veel van de regeering gevraagd. Wij christ. historischen, zeide spreker, willen de regeering steunen in haar moeilijke taak. Met een mooie peroratie op de kracht van de partij besloot spreker zijn zakelijk en zuiver omlijnd betoog. Openbare verkooping. Het woonhuis, schuur, erf en tuin, groot ruim 8 Are, behoorende tot de nalatenschap van wijlen den heer J. van 't Hof Sr., heeft in opbod bij de openbare verkooping opge bracht 2640, hoogste bieder Jn. Blokker Jzn. Sr. Gemijnd bij alslag op 240 door den heer C. Blokker te Alkmaar. N.S.B.-propaganda-avond. Woensdagavond werd in het café van den heer Jac. Stammes alhier een propa- ganda-bij eenkomst gehouden van de N.S.B. De heer Swidde uit Alkmaar opende de bij eenkomst. Spreker was de heer J. Saai, lid van Prov. Staten, te Wieringerwaard. In een helder betoog verklaarde deze de beginselen van zijn beweging, wees op de democratie die naar zijn meening had afge daan, waarbij spr. de huidige parlementaire situatite van België ter illustratie aanhaalde. Ook de concerns hekelde spr. ten sterkste als een vloek voor de gansche samenleving. Aan het einde der vergadering werden vragen gesteld, waarbij ook het Joden vraagstuk ter sprake kwam. De opkomst was gering; waarschijnlijk sprak hierbij het slechte weer ook een woordje mee. Gevonden voorwerpen v. 1/128/2 '39. Een sportriem; miniatuur verrekijker; bruine motorhandschoen; kerkboek; grijze heerenhoed; grauw konijn; huissleutel; klein zakmesje; portemonnaies met geld; zwarte vulpen; postcheque; gouddoublé schakel armbandje; paar dameshandschoenen; twee stormlantaarns; bruin lederen sigarenkoker; blauw-wit damesmutsje; diverse handschoe nen; belastingplaatjes; leeren motorhand schoen; blauwe ceintuur; paar beenpijpen; zelfbinder; aanzetslinger van auto; contact sleuteltje; paar blauwe wanten; bruin regenkapje; twee guldens; rood kinder wantje; bruine rozenkrans; grijze hoed; kussentje; aangeloopen zwart-bruin hondje; grijze herdershond. B. en W. dezer gemeente hebben met ingang van 20 Maart a.s. benoemd tot amb tenaar ter gemeentesecretarie in tijdelijken dienst de heer R. G. J. Heikens te Oude Pekela. LIMMEN (Febr.) Geboren: Catharina d. van Th. Hol lander en M. Glorie. Divera d. van A. A. M. Heijne en D. Loos. Aaltje d. van O. E. Harms en A. Dekker. Jacoba Cathari na d. van S. Groentjes en C. Th. Dekker. Ondertrouwd: C. Adrichem en B. Dekker. Getrouwd: S. de Boer en I. Tuijn. C. Adrichem en B. Dekker. Overleden: Laurentius Mors, 54 j. Leonardus Jacobus Hollander, 5 mnd. Alida HakerBakkum, 74 j. Anna Bet- jesWay, 76 j. „Ons Belang". Voor de tuinbouwvereeniging sprak Donderdag 9 Maart de heer Winkel uit Hoorn in café Kossen 's avonds om 7 uur. Zijn onderwerp was de pachtwet. De voor zitter, de heer Joh. Koning, heette de aan wezigen welkom, in het bijzonder den spreker en het eerelid der vereeniging, bur gemeester Kooijman. De heer Winkel achtte de publieke ver kiezingen uit den booze, daar altijd de huur prijzen hooger worden dan onderlinge ver huring. Men krijgt daardoor een toestand, die op den duur onmogelijk is. Vooral als huurders van land daarop kassen voor eigen HONDENTROUW door PUCK. Turk woonde in een klein huisje aan 't einde van het dorp bij vrouw Dane. Die gaf niet zoveel om haar hond. Hij kreeg op tijd zijn eten en dan ging ze weg naar haar werk, want ze was arm, maar ook zeer slordig. Ze gooide altijd haar lucifers zomaar in de kamer. Op een avond gooide ze ook de lucifer weer weg en keek er niet naar om. Ze had het nachtlichtje aangestoken en ging naar bed. Turk bleef in de kamer liggen. Het was ongeveer middernacht, toen Turk begon te blaffen. Hij rook iets benauwends en er stond veel rook in de kamer. Hij nieste en proestte en hij kreeg veel rook in zijn ogen, die begonnen te steken. Hij begon hard te blaffen. Toen de vrouw wakker werd door het geblaf, begon het ook al te branden. Ze ijlde met Turk naar buiten en schreeuwde om hulp. Eindelijk was de dorpsbrandweer er, maar er viel niet veel te spuiten, want het huis was tot de grond toe afgebrand. Vrouw Dane bracht men geheel overstuur bij de buren. De hond was niet van haar bed weg te slaan. Vrouw Dane begreep dat de hond haar leven door te blaffen gered had. Toen haar huis weer opgebouwd was,, ging ze samen met Turk er in wonen en ze verzorgde hem goed en hield dol veel van hem. En ze was nooit meer slordig, vooral niet met vuur. De mensen in 't dorp spraken nog lang over de trouw van de hond. Het is nog niet zolang ge leden, dat een kleine Engelse jongen van 9 jaar, iets heel gevaarlijks uithaalde. Die jongen heette Alfred Wickers en hij is op een school in Londen. Hij is niet anders dan de andere jongens, hij doet over het algemeen goed zijn best op school na tuurlijk niet altijd, want dat is bijna onmogelijk, maar hij doet toch meestal wel zijn best verder speelt hij met zijn vriendjes en doet wat elke andere jongen ook doet. Maar op een dag gebeurde er iets heel bijzonders. Een grote vliegtuigmaatschappij nodigde een paar schoolklassen uit om een vliegtochtje boven Londen te maken. De klas van Alfred mocht ook vliegen en ieder begrijpt, dat de jongens dansten van plezier toen ze dat hoorden. Zo kwam het dat Alfred voor het eerst in zijn leven in een echt vliegtuig zat. Ze vlogen heel hoog boven Londen en de jongens keken hun ogen uit. Ze probeerden of ze de verschillende punten van de stad konden herkennen, maar dat viel nog lang niet mee. Wat zag alles er anders uit vanuit de lucht! Het was een lawaai van jewelste in het vliegtuig. Ze riepen allemaal door elkaar: „Kijk daar eens, daar heb je dat en kijk daar eens, wat zou dat zijn?" Het tochtje duurde maar tien minuten, maar in die tien minuten hadden ze zóveel gezien! Alfred kwam er niet over uitge praat en sinds die vliegtocht had hij nog maar één wens: vliegenier te worden. Hij zei aan iedereen, die het maar horen wilde, dat hij later, als hij groot was, piloot werd en dat hij dan naar verre vreemde landen zou vliegen. De onderwijzer lachte hem uit en zei: „Zorg jij eerst maar eens, dat je van school komt en dat je heel veel leert. Over een jaar of tien kunnen we dan eens verder zien". Maar tien jaar, dat vond Alfred veel te lang duren. Hij wilde nü al vliegen. Hij be greep heel goed, dat hij nu nergens toege laten zou worden en daarom besloot hij in zijn eentje te gaan vliegen. Of liever gezegd, vliegen was het eigenlijk niet, want daar heb je een vliegtuig voor nodig, maar Al fred had nog iets anders bedacht. Hij had, toen hij op het vliegveld was, een paar val schermspringers gezien en hij dacht: „Als ik nog niet in een vliegmachine naar boven kan gaan en door de lucht kan zweven, dan zal ik het met een parachute proberen!" Alfred maakt zelf een valscherm. In een hotelletje, even buiten de stad, haalde Alfred een oude parasol. Er was een grote tuin bij het restaurant en daar stonden kleurige zonneschermen in. Boven op zolder lagen een paar, die niet meer gebruikt wer den omdat ze gescheurd en gevlekt waren en daarom mocht Alfred er wel een van hebben. Hij sleepte het ding mee naar huis en bracht het naar zolder. En daar begon het werk. Hij lakte het zo goed hij maar kon, tot er nergens meer een gaatje of scheurtje inzat. Toen hij klaar was keek hij vol trots naar zijn werk en vond, dat nu het ogen blik gekomen was om zijn plan uit te voe- voeren. Zo kregen op een dag de kranten in Londen het volgende briefje toege stuurd: „Woensdag spring ik 's middags om 12 uur van het dak van de Windsor-toren af. Komt naar dat kunststuk kijken. Alfred Wickers". Toen de mensen van de krant dit briefje kregen was het 11 uur. Ze stuurden direct een verslaggever naar het kasteel Windsor om deze levensgevaarlijke daad te verhin deren. Ze begrepen heel goed, dat Alfred Wickers nog een kleine jongens moest zijn. Maar toen de verslaggevers bij het kasteel aankwamen stond daar al een grote mensen menigte, die al van het waagstuk gehoord had. Om 11 uur was een kleine jongen met een grote parasol onder de arm bij het kasteel verschenen. De wachters, die voor de ingang stonden, vroegen den jongen wat hij wilde, want ze mochten niemand naar binnen laten. Toen antwoordde Alfred: „Ik moet deze parasol naar den portier brengen. Mijn vader heeft hem gemaakt". Toen lieten ze hem door er kwamen veel bodes en leveranciers bij het kasteel en waarom zouden ze dien kleinen jongen wan trouwen! Toen de auto's met de verslaggers voor reden, stond Alfred allang op de toren. Nie mand begreep hoe hij boven was gekomen. De toren was 40 meter hoog. Het was tien minuten voor twaalf en toen hij naar be neden keek, zag hij heel veel mensen staan, die allemaal naar boven keken. Hij begon te lachen en dacht: „Nu zal ik die mensen eens laten zien, dat ik kan vliegen!" en met een sprong hij naar beneden. Hij had zich met beide handen vastgeklemd aan de pa rasol. Hij hoorde nog, dat de mensen be neden begonnen te schreeuwen en toen dacht hij aan niets meer en viel met een reuze vaart naar beneden. De mensen beneden hielden hun adem in, maar het liep beter af, dan ze gedacht had den. Het scherm was werkelijk groot ge noeg om het lichte gewicht van den kleinen jongen te dragen. Hij kwam veilig op de grond terecht en viel op het stenen plein. Een paar blauwe plekken op zijn voor hoofd dat was het enige, dat hij van zijn val kreeg. Maar later zag hij wel in, hoe gevaarlijk die sprong geweest was en hij begreep nu ook wel, dat het heel erg verkeerd van hem was geweest. Alfred beloofde, dat hij nooit meer zoiets zou doen en dat hij rustig zou wachten tot hij een beetje groter was, voor hij zich met vliegen zou bezig houden. Mis schien mocht hij dan naar een of andere vliegschool gaan en kon daar zijn opleiding krijgen. En nu is Alfreds wens al vervuld. Een vliegtuigfabriek heeft hem beloofd, dat hij later voor hen als vliegenier mag worden opgeleid, maar dan mag hij tot die tijd niet meer zulke gekke dingen uithalen. Dat heeft Alfred graag beloofd en nu werkt hij flink om zo gauw mogelijk naar de vliegschool te kunnen gaan. NATUURWONDEREN. Misschien hebben jullie wel eens gehoord, dat er „drijvende" eilanden bestaan. Dat zijn eilanden, die niet op dezelfde plaats blijven liggen, maar zich verplaatsen kunnen. Natuurlijk drijven ze niet ver af, jullie hoeven niet bang te zijn, dat je plot seling een eiland in de zee zult zien liggen, dat er eerst nog niet was, maar ze kunnen zich toch wel een stukje verplaatsen. Een van de grootste van die eilanden bevindt zich in Oost-Pruisen, op het Drausenmeer bij Elbing. Dit eiland is een paar honderd meter lang en driehonderd meter breed. Er staat een grote boerderij op met stal len en alles wat er maar bij een boerderij hoort. Dit eiland zou op de stroom weg drijven als het niet met ankers en met zware kabels werd vastgehouden. Maar dit jaar vielen er zo zware regens, dat de ankerkabels daar niet op voorbereid waren. Het water kwam steeds hoger in het meer en het scheurde de kabels los. Toen ging het eiland aan het zwerven. Zodra men het bemerkte werden er hulp troepen uitgezonden om het eiland tegen te houden! Er werd enige dagen flink aan ge werkt en nu ligt het weer rustig „aan de ketting"! Nu het weer echt voorjaar wordt en de zon schijnt, nu de bloe men weer beginnen te bloeien en we in alle velden weer groene puntjes boven de grond zien komen, nu de hemel weer blauw is en de vogels fluiten, zou den we liefst de hele dag willen dansen en zingen. We zijn alle maal blij, dat de koude, sombere winter voorbij is en dat het voorjaar weer komt en na het voorjaar de zomer! We gaan weer een heer lijke tijd tegemoet met veel warmte en zon! Wie zou daar niet blij om zijn? Iedereen is vrolijker als de zon schijnt en het mooi weer is. De slagersjon gens rijden fluitend op hun fiets door de straten, alle mensen kijken vriendelijker en de kinderen komen dansend uit schooL Ja, bij ons is dansen een teken van blij heid. Als wij blij zijn willen we dansen. Op feesten dansen de mensen omdat ze dat prettig vinden en omdat ze niet meer aan hun zorgen willen denken. In alle landen dansen de mensen en behalve de algemeen bekende „moderne dansen" heeft bijna elk land zijn volksdansen. Wie heeft nog nooit een echte Hollandse klompendans gezien? Iedereen kent ook de plaatjes van Schotten, die op de tonen van de doedelzak dansen, van Tiroler jongens en meisjes, die in hun vro lijke dracht de echte Tiroolse dansen uit voeren, van Russen en Russinnen, van Hon gaarse jongens en meisjes en zo kunnen we wel aan het opnoemen blijven. Al die mensen dansen omdat ze blij zijn! Sommige inlandse stammen in Afrika, Azië en Australië dansen om hun afgoden tot iets over te halen. Bewoners van Midden- Azië houden bijvoorbeeld „weerdansen". Als ze zien dat er slecht weer komt en hun oogst daardoor bedorven kan worden, be schilderen de mannen zich in de meest bonte kleuren, plakken vogelveren op hun lichaam, zetten afschuwelijke maskers op en maken dan allerlei wonderlijke bokkespron- gen. Daarom denken ze dan de boze tover krachten te verbannen en goede tover krachten in de buurt te brengen, die zullen maken, dat het weer goed blijft en dat de oogst lukt! Als het dan toch nog gaat regenen denken ze, dat ze nog niet mooi genoeg gedanst hebben, want in hun bij geloof begrijpen ze niet, dat er helemaal geen boze en goede toverkrachten en boze en goede afgoden bestaan! In de provincie Andamanen in Brits-ïndië worden „huildansen" uitgevoerd, als er een opperhoofd gestorven is. De mannen bestrü- ken zich dan met kalk en maken vreselijke geluiden, terwijl ze heen en weer dansen. Dikwijls worden die dansen ook voor grote menigten toeschouwers gehouden, maar dan zijn het niet de echte treurdansen. Op het plaatje zie je ook een paar dansers met wonderlijke maskers op, die voor een grote menigte hun dansen uitvoeren. Die dansen zijn meestal niet mooi, maar we moeten ook bedenken, dat het altijd heel primitieve mensen zijn, die ze uitvoeren en dat die mensen nog niets van onze bescha ving weten. Wij vinden het toch leuker om een aar dige boeren-klompendans te zien, dan het gespring van de inboorlingen en neger stammen in de andere werelddelen. MET PASSER EN LINEAAL. Hans zat zijn huiswerk te maken. Hij had moeilijke wiskundesommen opgekregen en hij zuchtte telkens diep, omdat hij er zo weinig van begreep. Zijn blocnote lag voor hem op tafel en hij deed zijn best om de figuren zo netjes mogelijk te tekenen, want meneer zei altijd, dat je een som al bijna begreep, als je de figuur maar duidelijk had getekend. Nu, hij merkte er nog niet veel van! Hij begreep nog niets van die sommen. Jaapje, zijn kleine broertje kwam naast hem staan en zei: „Wat doe je, Hans? Teken jij huisjes?" „Nee Jaap, dat zijn driehoeken. Hans moet sommen maken voor school, maar die som men zijn erg moeilijk. Wees jij maar blij, dat jij ze nog niet hoeft te maken!" Jaap begreep niet goed, wat sommen waren, maar hij vond de tekeningen erg mooi en dat was het belangrijkste. „Maak nog eens een paar huisjes?" vroeg hij. „Jaap, ik moet werken. Een ander keertje wil ik wel huisjes voor je maken en dan maak ik nog veel meer voor jeeen een mannetje en een hond en een poes en en nog veel meer". Hans kon zogauw niets bedenken. Maar Jaap liet hem niet met rust. „Kan jij dan een poes maken? Waarom wil je het nu niet doen?" Hans pakte zijn passer en trok een paar cirkels op het papier. Toen hij er een paar had gezet, trok hij er een lijntje tussen in en ineens kreeg hij er plezier in. Hij trok grote en kleine cirkels, halve cirkels en rechte lijnen. En werkelijk, al heel gauw, zat er een aardige dikke poes op het papier. Dat was toch veel leuker dan een meet kundesom! Hij tekende nog een mannetje en nog een paar andere dingen. Jaap vond het prachtig. Maar toen moest Hans toch weer ophouden anders kwam hij helemaal niet klaar met zijn huiswerk. Hij beloofde, dat hij later nog wel eens een paar andere poppetjes voor Jaap zou tekenen, als hij geen huiswerk meer had. Proberen jullie eens of je ook nog iets kunt tekenen met een passer en lineaal! 1. Verborgen voertuigen. Na U tot de orde te hebben geroepen, moet ik U verzoeken heen te gaan. Toen de dief iets in zijn zak had ge stoken, maakte hij, dat hij wegkwam. Hij leek armoedig en verlaten (2 stuks). Russisch uit boekjes leren is heel moei lijk. 2. Er zijn 9 woorden. Plaatst men ze onder elkaar, dan vormen de eerste letters van boven naar beneden gelezen de naam van een heel bekend land. De woorden worden gevormd uit de volgende lettergrepen: a boom bord dam de del deur dok e e ka knop lin man me naam noor ririj steen ter wiel. Het eerste woord duidt iets aan, dat velen op hun deur hebben. Het twede woord beduidt iets, dat een juwelier verkoopt. Het derde is iets, dat aan elke deur zit. Het vierde is een stadje in Noordholland. Het vijfde is een populair vervoermiddel. Het zesde is een boom. Het zevende een werelddeel. Het achtste is de naam van een man, waarvan er vroeger velen ons land kwamen binnenvallen. Het negende geeft iemand aan, di? mensen beter kan maken. 3. Wat is geen kat en kan toch miauwen en muizen vangen. -OPLOSSINGEN. De oplossingen van de raadsels uit ons vorig nummer zijn als volgt: 1. Piet liep op straat en droeg een kan in zijn hand. 2. wier idee L o e s ho o i eend L i n e ma an inkt naai a rm e 3. De neus. risico lieten bouwen haalde de huurder een grooten strop daar hij of door onthuring of door meer huur in den toestand kwam, dat zyn bedrijf niet meer rendabel zou zijn. De pachtwet is in November van het vorige jaar aangenomen, waardoor de huur der voor onbepaalden tijd in het bezit van het gehuurde blijft. Schriftelijke contracten zijn geldig, mondelinge contracten hebben geen waarde. Binnen 8 dagen moet het contract naar de pachtkamer worden opge zonden. De overheid bemoeit zich niet alleen met den verpachter, maar ook met den pachter om dezen een redelijk bestaan te doen hebben. De pachtkamer heeft het recht om de pachtsom niet goed te keuren. Neemt de verpachter echter geen genoe gen met de verlaging, dan wordt het con tract door de pachtcommissie vernietigd en kan deze gevoegelijk zijn land verkoopen. De verpachter heeft echter het recht om in grijpende veranderingen niet toe te staan. Daar bemoeit de wet zich niet mee. Wel kan de pachter zich tot de pachtcommissie wenden, en acht die het noodzakelijk, dan wordt daarin toe gestaan en de kosten wor den op den verpachter verhaald. Elke pachter moet zorgen, dat hij voor alles de goede gegevens heeft en practisch een boekhouding bijhouden van zijn inkomsten en uitgaven. Vermindering van pacht, geldt alleen door abnormale omstandigheden, zooals late nachtvorst, abnormale regens of droogte of vernieling door hagelbuien. De pachtprijs kan echter worden herzien. Met een speling van 18 maanden kan de pacht worden op gezegd. Neemt de pachter daar geen ge noegen mee, dan kan hij zich weer wenden tot de pachtkamer. Na de 10 jaar geldt ech ter de opzegging weer. Wie zijn pacht niet op tijd betaalt, loopt echter de risico, dat hij oogenblikkelijk van zijn bedrijf kan worden afgezet. Ook verwaarloozing van het bedrijf geeft den verpachter het recht om de pacht overeenkomst op korten te-mijn op te zeg gen. Tevens bestaat er een pachtbureau, waarop de diverse land- en tuinbouwbon- den hebben aangedrongen. Bollenland kan echter buiten het pacht bureau om verhuurd worden op korter ter mijn. Hierna bestond gelegenheid tot het stellen van vragen, waarvan weinig gebruik werd gemaakt, waarna de voorzitter een woord van dank aan den heer Winkel bracht voor diens duidelijke uiteenzetting en de verga dering sloot. Nog werd door den voorzitter medege deeld, dat zij, die hun kleinen tuinderssteun in natura wenschen te ontvangen, zich kun nen wenden tot den heer A. F. Hennings, Benedenweg, St. Pancras.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 12