dagblad voor alkmaar en omstreken.
Gestapo in Praag verricht talrijke arrestaties.
Reeds 5000 gevangen genomen.
De opmarsch der Hongaren.
Britsche vloot vreest geen bedreiging.
Directeur: C. KRAK.
Vrijdag 17 Maart 1939
141e Jaargang
Duizenden bewoners hebben de vlucht genomen en trachten
uit te wijken naar het buitenland. Voor de meesten is
slechts Polen bereikbaar en reeds zijn daar gisteren twee
extra-treinen met vluchtelingen aangekomen. Zij zagen er
verwilderd en koud uit en waren radeloos. Een oude
douane-ambtenaar huilde, toen hij verklaarde, dat de
menschen niet wisten, wat met hen zou gebeuren, nu zij
geen land meer hebben.
CHUST THANS BEZET.
De gemeenschappelijke Poolsch—
Hongaarsche grens.
Gevechten tusschen
Tsjechen en
Duitschers?
Eden en Churchill weer
minister?
Geruchten over hervorming
der Britsche regeering.
Minister Shakespeare geeft
opsomming.
Waar is Hitier?
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
n Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door Set geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERIENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voor dam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
ge-
Arm Tsjecho-Slowakije! Nadat in September reeds een belangrijk gedeelte
van het rjjk zich bij Duitschland had aangesloten en het overige gedeelte
deze week uiteen gevallen is, zijn duizenden en nog eens duizenden bewoners
geheel aan hun lot overgelaten. Zij weten niet, wat er met hun land
beurd is, zij weten ook niet, wat er met hen zelf zal gebeuren.
Praag is, evenals trouwens het geheele land, door Duitsche troepen bezet en
de Gestapo doet haar plicht: zij doorzoekt elke straat en elk huis en zij ver
richt massa-arrestaties. De Joden worden al geheel uitgeschakeld en velen
plegen uit wanhoop zelfmoord
De Duitsche troepen hebben gisteren een aanvang gemaakt met de militaire
bezetting van Slowakije en zullen vandaag dit geheele land in bezit nemen.
Dan zijn dus Bohemen, Moravië en Slowakije onder Duitsch protectoraat
gekomen. Waar daarnaast Roethenië door Hongarije bezet is, kan thans
slechts gezegd worden, dat geheel Tsjecho-Slowakije van de landkaart is
verdwenen.
Gisteravond om zeven uur hebben de
Hongaarsche troepen Chust bezet.
Om 14 uur had de Hongaarsche voor
hoede de Poolsche grens bereikt.
Een colonne van het gemotoriseerde
Hongaarsche detachement, dat van Szo-
Iyva vertrokken was, heeft om 15 uur
20 de Poolsche grens bereikt bij Pe-
trusovica, gelegen aan den bergpas
van Vereckza.
Een andere, colonne heeft terzelfder
tijd Voloc bereikt, gelegen aan de
spoorlijn MunkaczLawoczne op 10
K.M. afstand van de Poolsche grens.
Gistermiddag heeft zich volgens het Pool
sche telegraaf agentschap in het plaatsje
Klimiec (Oost-Karpathen) een ontroerende
betooging van Poolsch-Hongaarsche broe
derschap voorgedaan ter gelegenheid van
't herstel der gemeenschappelijke grens tus-
schen de beide staten, na een onderbreking
gedurende 166 jaar.
De eerste Hongaarsche patrouille, welke
den grenspaal naderde, riep in het Poolsch
„Leve Polen", waarop een eerecompagnie
van het Poolsche leger, onder leiding van
generaal Boruta Spiechowicz antwoordde
met den kreet: „Leve Hongarije".
De Poolsche generaal drukte den com
mandant der patrouille stevig de hand en
gaf hem een accolade.
Er werden door dè commandanten haite-
lfjke toespraken gehouden, waarin uiting
werd gegeven aan de vreugde over de verwe
zenlijking van een eeuwenouden wensen
der beide landen, een gemeenschappelijke
grens te krijgen.
De president van den Poolschen senaa
Miedzinsky deelde in de zitting van he en
mede, dat de Hongaarsche troepen aan de
Poolsche grens waren aangekomen. Hij ver
klaarde, dat met de zusternatie een hand
druk was gewisseld voor eeuwige trouw,
vriendschap en goede nabuurschap.
De woorden van den president gingen
onder in een hartstochtelijke ovatie der se
natoren.
Oekraïne vraagt hulp.
Intusschen meldt Ceteka uit Praag, dat de
minister van buitenlandsche zaken der
Karpatische Oekraine nog hopelooze po
gingen aanwendt om hulp te krijgen voor
zijn land. Hü heeft aan alle buitenlandsche
ambassadeurs te Berlijn het volgende e e-
gram gezonden: „Reeds vier dagen vloei
aan de grenzen der Oekraine bloed in een
niet-verklaarden oorlog. Vraag namens de
regeering der Karpathische Oekraine de in
menging van uw hooge regeering bij de
Hongaarsche regeering, opdat de kwestie
der Karpathische skraine langs diploma-
tieken weg en niet door wapengeweld
wordt opgelost".
Uit Warschau seint Un. Press, berichten
volgens welke aan de Poolsch-Karpatho-
Oekrainische grens gisternamiddag nog ge
vechten aan den gang waren tusschen
Oekrainische Sitch-garden en Hongaarsche
troepen. Een dezer gevechten duurde drie
uur. Aan de. grens kon men het machinege
weervuur en het ontploffen van handgrana
ten duidelijk hooren.
Na de Sitchgarden teruggedrongen te
hebben konden de Hongaarsche troepen
weer een ander stuk van de Poolsche grens
bezetten, die zij in den laten namiddag
reeds over de helft van haar lengte be-
heerschten.
Ook hier vluchtelingen.
Een duizendtal Tsjechische mannen,
vrouwen en kinderen uit de Karpathische
Oekraine zijn bij Sighet over de Roemeen-
sche grens gekomen. Zij hadden geen ba
gage bij zich en verklaarden door de
Oekrainers geheel uitgeschud en mishan
deld te zijn. Te Tecau is een Tsjechisch re
giment over de grens gekomen. Het werd
ontwapend.
De Poolsche „Kurjer Warsawski"
verneemt uit Cieszyn, dat tijdens
de bezetting van Frydek het
Tsjechische garnizoen tegenstand
heeft geboden aan de Duitsche
troepen. Aan Tsjechische zijde zijn
een kolonel en zestien sodaten
gesneuveld.
Ook te Mistek zou een deel van
het garnizoen zich tegen de
Duitschers verzet hebben, hier
zouden elf Duitschers gedood zün.
De Lobby-correspondent van Reuter
bericht, dat gisteravond in parlements-
kringen werd gesproken over een po
ging van lord Halifax tot hervorming
van de regeering, welke gesteund zou
worden door een groot aantal conser
vatieve leden, die op de achterste ban
ken zetelen. Het doel van deze wijzi
ging zou zijn een kabinet op wijder
grondslag te vormen, met medewer
king van Eden en Churchill.
Hieruit blijkt het verlangen van de par
lementsleden, zich te verzetten tegen de
Duitsche politiek.
Ook wordt gesproken over de mogelijk
heid van het invoeren van een verplichten
militairen dienst.
Sedert gisteren is onder de leden van de
conservatieve partij, die op de achterste
banken van het parlement hun plaats heb
ben en onder de oppositie een strooming
merkbaar 'n sterk front te vormen tegen de
Duitsche politiek en er zijn geen aandui
dingen, dat de vooraanstaande leden van
de conservatieve partij veel van meening
verschillen.
De minister-president is diep getroffen
door de ontwikkeling van den toestand.
Ht agentschap Rador meldt: Het aantal
vluchteli \ien uit de Karpathische Oekraine
neemt van uur tot uur toe. De autoriteiten
overwegen, of het mogelijk is, hen in de
dorpen bij Sighet te herbergen.
Duitsche pers over de Oekraine.
In de Duitsche pers is een groeiende be
langstelling in de Sub-Karpathische Oekrai
ne merkbaar, het zou evenwel voortijdig
zijn te spreken over een radicale wijziging
van het Duitsche standpunt inzake dit land.
In Duitsche kringen blijft men zeggen, dat
Hongarije de vrije hand heeft, in welinge
lichte diplomatieke kringen is men meer
terughoudend en zegt men dat de houding
van Duitschland afhangt van het al of niet
succs hebben van de Hongaarsche troepen.
De geruchten over een ultimatum van
Duitschland aan Hongarije, waarin geëischt
zou zijn de Oekraine te ontruimen, worden
zeer sceptisch ontvangen.
Het Derde Rijk heeft in de laatste jaren zijn grenzen nog al eens gewijzigd en heeft
zijn gebied geleidelijk een uitbreiding zien ondergaan. Op het hierboven geplaatste
kaartje ziet men allereerst de oude grenzen van het Rijk (de dunne lijn) en verder de
nieuwe, die echter slechts „voorloopig" zijn. Want nóg is Slowakije niet „aangesloten
Waarschijnlijk zal de dikke lijn weldra ook Slowakije omsluiten.
Het oude rijk telde 68 millicen inwoners; thans is het aantal gestegen tot ongeveer 86
millioen zielen. Schakelen, wij even Rusland uit, dan is Duitschland thans de grootste
Europeesche mogendheid!
Het feit, dat in het loopende begroo-
tingsjaar 43 oorlogsbodems bij de
vloot zijn gevoegd, dat in 1939/40 nog
60 schepen zullen gereed komen en dat
moderne en zeer doeltreffende metho
den zullen worden toegepast om aan
vallen van duikbooten en vliegtuigen
op oorlogsschepen af te wenden, zijn
de voornaamste punten geweest van
een rede welke Geoffrey Shakespeare,
de parlementaire secretaris der Admi
raliteit, gister in het Lagerhuis heeft
gehouden.
Shakespeare zeide o.m. dat het nieuwe
vlootbouw-program o.m. voorziet in twee
snelvarende slagschepen van 40.000 ton,
welke bewapend zullen worden met 40.6
c.M. kaliber geschut.
Wij beschikken thans, aldus spr., over
vijftien slagschepen, waarvan slechts drie
dateeren uit de jaren na den oorlog. Einde
1943 zal het aantal slagschepen 21 be
dragen.
In den loop van het jaar zullen de wer
ven ongeveer 200 schepen moeten bouwen;
in totaal 870.000 ton. Hieronder zijn be
grepen negen slagschepen, zes vliegkamp
schepen, 25 kruisers, 43 torpedojagers, 19
duikbooten en ettelijke kleinere vaartui
gen.
In de jaren na den oorlog, toen ont
wapend werd, hebben eenige groote wa
penfabrieken de productie stopgezet. Men
is echter de moeilijkheden te boven geko
men en binnenkort komt een nieuwe groote
onderneming volledig in bedrijf.
De bedreigingen uit de lucht hebben,
aldus vervolgde Shakespeare, nieuwe de
fensieproblemen opgeworpen, doch de
ondervinding heeft geleerd, dat een
luchtaanval op zich zelf niet een natie tot
onderwerping kan brengen.
Indien wij ooit de heerschappij ter
zee zouden verliezen, zouden wij den
hongerdood onder oogen moeten zien.
Wij gelooven echter, dat de Britsche
vloot thans zoo sterk is, dat wij met
vertrouwen een bedreiging van welke
combinatie van strijdkrachten ook
onder oogen kunnen zien.
In de toekomst zal het duikbootwapen
niet zoo deltreffend zijn als in den wereld
oorlog. Aan de hand van cijfers ilustreer-
de spreker in verband hiermede het succes
van het convooistelsel, dat tegen het einde
van den oorlog werd toegepast en hij
voegde er aan toe, dat als resultaat van
een nauwe samenwerking, gedurende twee
jaren, tusschen de admiraliteit en de
scheepsbouwindustrie, Groot-Brittannië
thans in staat is direct na het uitbreken
van een oorlo geen conv^oi-dienst te orga-
niseeren op alle scheepvaartroutes, waar
zulks noödig mocht. zijn.
Wij hebben, aldus spr., voldoende anti-
duikbootgeschut in voorraad om aan alle
te verwachten eischen het hoofd te kunnen
bieden. Meer dan 2000 kanonnen kunnen
onmiddellijk geleverd worden. Verwacht
wordt verder, dat tegen het einde van het
jaar ongeveer 1000 koopvaardijschepen
versterkte dekken zullen hebben, waarop
geschut kan worden geplaatst. Negendui
zend officieren ter koopvaardij hebben
reeds cursussen gevolgd in convooi-be-
Hitier heeft Praag verlaten, na
eerst een telefonisch onderhoud
gehad te hebben met Mussol ini.
Vanmorgen werd het grootste stil
zwijgen bewaard over de plaats,
waar Hitier den nacht had door
gebracht en niemand weet, waar
heen hij vertrokken is.
De gebeurtenissen in Midden-Europa
worden door de „Deutsche Allgemeine Zei-
tung" beschouwd als de „uitvoering van een
historische opdracht". Duitschland heeft
de opdracht gekregen om orde te scheppen
en hulp te verleenen daar waar dit noodig
blijkt.
De orde in het vroegere Tsjecho-Slowakije
is voor Duitschland een levenskwestie. De
„Völkische Beobachter" schrijft: De oplos
sing van het vraagstuk is thans geschied op
een wijze, welke overeenkomt met de poli
tieke feiten en de historische machtsverdee-
ling tusschen het Duitsche en het Tsjechische
volk. Praag was eens de hoofdstad van het
Duitsche rijk. Dit feit kon ook door de
staatsinrichting van Benesj en Masaryk niet
uit de wereld geholpen worden. Wat echter
thans gebeurt, is niets anders dan de uit
voering van een historische opdracht, welke
het eeuwige Duitschland verstrekt heeft
aan het nationaal-socialistische rijk.
scherming. Bij het uitbreken van een oor
log zal een groot aantal schepen direct
worden overgenomen om dienst te doen
tegen duikbooten.
Shakespeare zeide verder te geloo
ven, dat de Britsche methoden voor de
opsporing, verjaging en vernietiging
van duikbooten de beste ter wereld
zijn.
Hij herinnerde er aan, dat in Januari
1938 werd aangekondigd, dat, om een
einde te maken aan de piraterij in de
Middellandsche Zee, ieder? duikboot,
welke in bepaalde gebieden onder
water varend zou worden aangetrof
fen, tot zinken zou worden gebracht.
„Sindsdien heeft zich geen geval van
zeerooverij meer voorgedaan en ik laat
het aan de leden van het Huis over
hieruit hun conclusies te trekken."
Ten aanzien van torpedo's en mijnen
zeide Shakespeare, dat verbeterde metho
den voor de bescherming onder water zijn
uitgewerkt.
Sprekende over den vooruitgang van het
luchtwapen der marine sinds het van het
Ministerie van Luchtvaart is overgegaan
naar het Ministerie van Marine, zeide spr.,
dat de Marine in de naaste toekomst alle
vliegtuigen der eerste linie, met de directe
reserves en het noodige geschut, voor een
gespecialiseerde opleiding voor de marine
zal overnemen. Het personeel van het ma-
rineluchtwapen, met inbegrip van hen, die
in opleiding zijn, is van ongeveer 3000 in
1937 toegeomen tot ongeveer 6000 man.
Contracten voor de levering van vliegtuigen
en voor zes nieuwe vliegkampschepen,
welke thans worden gebouwd en die na
1940 in dienst zullen worden gesteld, zijn
afgesloten.
Wat het marine-personeel betreft, deel
de spr. mede, dat de recruteering in het
afgeloopen jaar tot resultaat heeft gehad,
dat uit de 70.000 aanbiedingen 18.000 offi
cieren en minderen zijn gekozen.
Tenslotte verklaarde Shakespeare, dat
slechts op*één punt een tekort bestaat, nl.
aan geschoolde arbeiders in de voor defen
sie werkende industrieën.
Het debat.
Het debat had weinig om het lijf. Oud
minister Alexander had geen kritiek op de
uitbreidingsplannen behalve dat men er
twee jaar te laat aan was begonnen en zijn
rede was meer een kritiek op het alge-
meene buitenlandsche beleid der regeering
dan een zakelijke kritiek op deze begroo
ting.
Tengevolge van deze onheilspellende
politiek moest de Engelsche marine mis
schien tegen de vloten van de drie machten
Duitschland Italië en Japan optreden en
dan was zij nog niet sterk genoeg, vooral
niet in torpedobootjagers.
Winston Churchill was daarentegen te
vreden maar nog niet voldaan. De vervan
ging van de schepen van de Royal Sove-
reign klasse leek hem voorbarig, maar hij
geoofde niet, dat Duitschand reeds binnen
twee jaar in staat zou zijn een vloot in zee
te zenden, die de geringste kans tegen de
Engelsche vloot bezat. Wanneer Duitsch
land de Oostzee kon verdedigen en den
driehoek van Helgoland dan was dat vrij
wel het maximum dat van de vloot ge
vergd kon worden. Spreker had ook het
volste vertrouwen in Engelands macht om
de Middellandsche Zee te kunnen beheer-
schen.
Oud-minister Duff Cooper zeide ook,
dat de vervanging van de Royal Sovereign
klasse in drie jaar tijd gereed moest zijn
of anders moesten de schepen in de vaart
gehouden worden, want binnen dien tijd
zou er over oorlog of vrede beslist zijn.
Wij hadden nog te veel schepen van 30 jaar
bü de resedve zei spreker, die nooit een
bewonderaar was geweest van 't Duitsch-
Engelsche vlootverdrag, hij meende
nu toch wel te mogen zeggen,, dat het
woord van den Duitschen rijkskanselier
het papier niet waard was waarop het
geschreven stond.
Majoor Lloyd George was het met den
vorigen spreker volkomen eens. en pleitte
evenzeer voor meer torpedobootjagers.
Men moest vooral den toestand in de Mid
dellandsche zee van nu en 1914 niet ver
gelijken. Het Huis heeft daarna een motie
van Mander behandeld om de maritieme
reserve te versterken.
Onderminister Shakespeare zeide dat de
reserve meer dan voldoende was en in
totaal 70.000 man telde tot den 55-jarigen
leeftijd. Voor onmiddellijk waren vier
duizend man ter beschikking en wanneer
de vloot over twee jaar uit 21 linieschepen
zou bestaan was deze reserve meer dan
voldoende.
Het debat duurde te half twaalf nog
voort.
Zie verder Buitenland pag. 2, 3e Myr