et raadsel Jaarvergadering Alkmaarsehe Exportveiling. SeuitSeim Riverside Drive. JUovinciaal Tlieuws Toenemend streven om in Alkmaar te veilen. Voorstel inzake strijdfonds goedgekeurd. van WARMENHUIZEN OUDKARSPEL UITGEEST DERDE BLAD. De Zaterdagmiddag in het Gulden Vlies gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders in de N. V. Alkmaarsehe Exportveiling van land- en tuinbouwpro ducten was, als gewoonlijk, door een 40-tal heeren bezocht. Ook de gemeentelijke commissaris, wethouder van Slingerland, was aanwezig. De opening. De voorzitter, de heer S. van der Stok uit Nieuwe-Niedorp, opende de vergadering met een welkomstwoord. Hij herdacht dan in zeer waardeerende woor den den heer P. Klant te Warmenhuizen, een graag geziene gast op de vergaderin gen der Exportveiling, die de vorige week overleden is en in wien de tuinbouw een stoeren werker verloor. (Deze woorden werden staande door de aanwezigen aan gehoord). Voortgaande, zei de voorzitter, dat de omstandigheden den tuinbouw in 1938 zeer ongunstig waren en dat de vooruitzichten voor 1939 al evenmin veel goeds beloven. Intusschen wekte spr. allen op om het optimisme te bewaren. Jaarverslag. Wij ontleenen aan het jaarverslag: Op de algemeene vergadering van 12 Maart 1938 werden de periodiek aftreden de bestuursleden, de heeren Joh. Noort te Alkmaar en J. Meijer te Bergen, her kozen. Er waren in 1938 één gewone en één buitengewone algemeene vergadering en zeven bestuursvergaderingen gehouden. De omzet in 1938 bedroeg 313.292.65, d. i. 28.811.65 méér dan in 1937. Aangezien dus in de laatste jaren een omzetverhooging viel te constateeren, meende het bestuur te mogen concludeeren dat er een steeds toenemend streven waar neembaar is om de tuinbouwproducten in Alkmaar te veilen. Het jaar 1938 kan voor de Alkmaarsehe Exportveiling als betrekkelijk gunstig aangemerkt worden. Te betreuren is echter, dat deze verhoo ging van omzet geen verband houdt met een stijging van het prijspeil der produc ten, doch in hoofdzaak het gevolg is van bovengenoemden toenemenden aanvoer en uitbreiding der relaties. Wat den toestand in den tuinbouw en de door de tuinders bereikte resultaten in 1938 betreft, s:unnen wij met een bekend schrijver zeggen: „Ons verhaal is een tonig, toehoorders!" Het voorjaar was naar omstandigheden goed met gunstige prij zen, welke eenige hoop op betere tijden deden verwachten, maar het werd gevolgd door een snellen teruggang in den tijd, dat de koude-grond-producten op volle pro ductiviteit werden aangevoerd en met momenten van volledige prijsinstorting. De drui venprijzen, evenals vooral ook die van de tomaten, waren het geheele jaar aan den zeer lagen kant, terwijl even als het vorige jaar de opbrengst van het grove fruit, mede echter door minder goe de kwaliteit en kleiner aanvoer, niet hoog is geweest. Door misoogst noteerden sla- boonen en snijboonen in den zomer en door strenge vorst in December de sprui ten en de boerenkool in den winter hooge przen, maar deze producten gaven door de genoemde oorzaken bedroevend weinig geldelijke resultaten. Voor den in 1938 verstrekten tuinbouw- steun geldt „in dank ontvangen, doch on voldoende, speciaal voor de koude-grond- tuinders." Het stemt daarom eenigszins tot Maar het Engelsch van Stanley Hart Page 44) HOOFDSTUK XX. Het antwoord op enkele vragen. „Hemel nu weet ik zeker, dat ik spoken zie!" riep ik uit, Hand glimlachte. „Heelemaal niet Je hebt nog nooit iemand gezien, zoo springlevend als ik. De lucht hier maakt een mensch weer jong". King scheen nijdig te worden. „Hoor eens, hebt u die spokenstreken hier soms uitgehaald? Drie jonge dames zijn halfdood van angst!" „Ik ben er onschuldig aan, mijnheer King", zei Hand lachend. „Zeg, Clark, wat heb jij ontdekt? Ik ben er bar benieuwd naar!" „Ik heb je gisteren een uitvoerig rapport toegestuurd", zei ik. „Maar ik ken het Woord voor woord uit mijn hoofd". Hand keek rond. „Vertel maar op. Hier kan niemand ons zien", zei hij. King toonde meer belangstelling voor mijn relaas dan Hand, maar dat was ik van mijn vriend gewoon. voldoening, dat de voortdurende pogingen om voor deze groep van tuinders hierin ver betering te verkrijgen, tot resultaat hebben gehad, dat in Maart 1939 een uitkeering zal plaats hebben, waarbij in het bijzonder rekening zal worden gehouden met de koudegrondproducten ter tegemoet koming aan den nood van de telers hier van. Op 1 Jan. 1938 was de boekwaarde van de emballage 6000, in 1939 werd aange kocht voor 3987.99, welk bedrag geheel werd afgeschreven, zoodat op 1 Jan. j.1. de boekwaarde onveranderd was gebleven. De winst en verliesrekening sloot met een bruto-winstsaldo van 8863.28. De raad van commissarissen stelde voor van dit bedrag een dividend van 5 aan aandeelhouders uit te keeren op alle vol gestorte aandeelen volgens art. 28 der sta tuten, en het restant aan te wenden voor afschrving op bezittingen der vennoot schap en voor reserveeringen, waarna de nieuwe rekening begint met een saldo van 7. Het jaarverslag werd onder instem' ming goedgekeurd, waarmee dus het dividend werd bepaald op 5 pet. Winst- en verliesrekening en balans. Gelezen werd het rapport van den accountant, waarin geadviseerd werd tot goedkeuring van de balans en de winst en verliesrekening over 1938. De boekhou ding enz. waren bij de controle en ge nomen steekproeven telkens goed in orde. Overeenkomstig het advies werd besloten. De exploitatierekening sloot met 35.064.85 aan inkomsten en uitgaven. Afgeschreven wordt voor totaal 6566.99, gereserveerd wordt 936.28, aan dividend wordt uitbetaald 1049. Na de bovengenoemde afschrijvingen komen de gebouwen nog op de balans voor met 17.500, landingssteiger, inventaris, afmijntoestel en auto ieder voor ƒ1, de emballage 6000. De balans sluit in activa en passiva op 77752.37. Bestuursverkiezing. De heer C. Kluft, periodiek aftredend als bestuurslid, was door eenige vereeni- gingen weder candidaat gesteld. Hij werd herkozen met 85 van de 94 uitgebrachte stemmen (negen waren blanco uitge bracht.) Vorming van een „strijdfonds" voor den tuinbouw. De heer Mak las een circulaire voor van het bestuur van het Centraal Bureau uit de Veilingen, waarin de veilingbestu- ren werd gevraagd op de alg. vergaderin gen dier organisaties in bespreking te brengen het punt „vorming var. een strijd fonds voor de afzetbelangen van den tuinbouw." Uitvoerig werden hierin uiteengezet de gronden, waarop het bestuur van het C. B. het wenschelijk oordeelde een fonds te vormen tot onderzoek van de mogelijkheid van vergrooting van den afzet in binnen- en buitenland van onze tuinbouwproduc ten. In aansluiting op deze circulaire was de agenda voor de algemeene vergadering van het C. B. ingekomen met het defini tieve voorstel van het bestuur tot: a. mach' tiging tot het nemen van alle noodig ge achte maatregelen ter verhooging van den afzet der producten en het verplichten van de veilingen tot het uitvoeren ervan voor zoover zij daarbij betrokken worden; b. het vormen van een fonds waaruit de te maken kosten moeten worden bestreden; „Dus nu op het moment koester je de meeste verdenking tegen Archibald Flount, is het zoo niet?" vroeg hij, toen ik klaar was". „Och kom, dat moet u toch wel mis heb ben", protesteerde King, „Flount moet wel niet veel van me hebben, omdat ik hem treiter, maar ik mag dat ventje toch wel graag lijden". „Ik ook!" riep ik uit. „Maar de bewijzen zijn tegen hem. Wat doe ik daaraan?" „En hoe staat het met dr. Innes?" vroeg Hand. „Het eenige bewijs, wat ik tegen hem kan vinden, is de mogelijkheid, dat hij die vreemde radioberichten van het jacht heeft uitgezonden. Maar dat kan de tweede machinist ook gedaan hebben en die kerel kan ook de machines onklaar gemaakt heb ben". „Daar valt me in, dat mijnheer Abbing- ton er toch ook de hand in gehad zou kun nen hebben", zei King. „Hoe staat het met hem?" „Ja, hoe zit dat?" wendde ik me ietwat driftig tot Hand. „Jij hebt dien brief van Garrison natuurlijk nagemaakt. Je moest je toch eigenlijk schamen". Hand grijnsde. „Ik heb me al zoo vaak moeten schamen, dat ik eraan gewend ben geraakt. Het is beslist slim van je, Clark, dat je hebt begrepen, dat die brief van mij afkomstig was. En uit het poststempel had je kunnen opmaken, dat ik in Maine was. Je scherpzinnigheid is nog niet groot ge noeg, man. Ik heb Gerrity natuurlijk la ten weten, wat ik van zins was. Hij was feitelijk mijn medeplichtige. Maar het komt me voor, dat ze daar in huis onge rust beginnen te worden. Ze hebben je af- van de veilingen wordt daarvoor gevraagd 1 pet. van den omzet van 1938, waaraan dan nog 100.000 zal worden toegevoegd uit het reservefonds van het C. B. (Aangezien wij in een paar tuinbouw- verslagen uit andere plaatsen dit voor stel reeds uitvoerig hebben behandeld, meenen wij het bij het bovenvermelde te kunnen laten.) Nadat de op het voorstel betrekking hebbende stukken waren voorgelezen, deelde de voorzitter mede, dat het bestuur na uitvoerige besprekingen tot de conclusie kwam dat het voorstel van het Centraal Bureau dient te worden gesteund. Het bestuur stelde derhalve voor het veilingpercentage te verhoogen met y, pet., waardoor een bedrag van 1566 kan worden bijeengebracht. Voor de rest van hetgeen zou moeten worden opgebracht (totaal 3132) zou het minimumprijzenfonds kunnen worden aangesproken, welk fonds is gesticht vóór den tijd dat regeerings- steun werd verleend. Het bezit ervan is ruim 1390, zoodat ten slotte de veiling nog ruim 200 zou moeten bijdragen. Verschillende heeren stelden vragen naar aanleiding van het bestuursvoorstel, welke door den voorzitter werden beant woord. Wij geven hier de antwoorden, waaruit de vragen meteen blijken: De reserve der veiling is niet groot ge noeg om het heele benoodigde bedrag daar uit te betalen; bij slagen van den opzet zal gestreefd worden naar loonende prijzen; het pogen is noodzakelijk met het oog op den nood in den tuinbouw; de handel zal bij het zoeken naar nieuwe afzetgebieden niet worden uitgeschakeld; het te vormen fonds zal totaal 66400 worden, waarbij nog' komt de 100.900 uit het reservefonds van het C. B.; de niet-aangesloten veilingen zullen niet profiteeren van de voordeelen dezer actie (dat zijn er slechts twee particuliere vei lingen). De heer Mak constateerde, dat uit de vergadering wél nadere inlichtingen wa ren gevraagd, maar geen tegenstand was gebleken en dit verheugde hem. Voor welke doeleinden het fonds zal moeten gebruikt, was door het C. B. nog niet con creet aan te geven, maar vast staat wel, dat er veel moet worden gedaan, zoodat het mogelijk is dat het fonds nog ontoe reikend zal zijn. Dan zal steun van de regeering worden gevraagd. Het C. B. zal pogen de uitvoerprijzen te doen stijgen boven het niveau van thans, opdat zij weer loonend zullen worden (leveringen als destijds bij het plan-Deterding tegen de niet-loonende minimumprijzen zullen stellig niet worden herhaald). Met een goed doorgevoerde reclamecampagne zal ook in ons eigen land de afzet nog wel aanmerkelijk kunnen worden opgevoerd. Zeer zeker zullen er in de toekomst door het C. B. wel maatregelen worden voor geschreven, die aanvankelijk niet zullen worden begrepen door den producent. In tusschen was spr. overtuigd, dat de te nemen maatregelen inderdaad van belang zullen zijn voor de tuinders, die naar spr. uiteenzette medezeggenschap zul len moeten hebben bij den export. De heer van Twisk sprak de vrees uit, dat de regeering den tuinderssteun zal verlagen of misschien geheel zal intrek ken, als het resultaat van het te vormen fonds zal zijn, dat de afzet aanmerkelijk stijgt. De voorzitter hoopte, dat de richt prijzen dan zullen kunnen worden ver hoogd en dat dan geen steun meer noodig zal zijn. De heer Mak zei, dat dan de afzet toch eerst met 12 millioen gulden (het tegenwoordige steunbedrag) zal moe ten zijn gestegen. Het bestuursvoorstel werd hierop onder applaus aangenomen. Bij de rondvraag werden nog eenige vragen gesteld, deels van internen aard. Daarna volgde sluiting. Begrafenis van den heer P. Klant. Zaterdagmiddag had onder enorme be langstelling de teraardebestelling plaats van den heer P. Klant, in leven betaalmeester en secretaris aan de veiling te Warmenhuizen. Een groote menigte volgde den overledene naar zijn laatste rustplaats. Onder de aan wezigen merkten we op tal van bestuurs leden van vereenigingen, van welke de heer Klant mede-bestuurslid was en vele autoriteiten zoowel uit als buiten onze gemeente. O.a. B. en W. van Warmenhuizen, secretaris Rijs, dokter van Slooten, notaris Pinxter, de heer Groen, Tweede Kamerlid, de heeren Valstar en Niemöller, resp. voor zitter en secretaris van het Centraal Bureau van Veilingen, de heer Nijsen, voorzitter van de Prov. Commissie uit de veilingen van Noordholland. De heeren Schenk en Dekker, voorzitter en secretaris van de L. C. O. voor Noordholland. Afgevaardigden van de Langedijker Groenten Centrale en Noordermarktbond. Het geheele centrale bestuur van de veiling Warmenhuizen en Omstreken. Kooplieden van onze en andere veilingen. Kantoor- en veilingpersoneel en nog een groot aantal vrienden en kennissen. De vlag op de veiling woei halfstok, ten teeken van rouw. Een schat van bloemen en kransen dekte de lijkbaar. Nadat dominee Hornstra de lijkrede had uitgesproken, werd het woord gevoerd door den heer Molenaar, voorz. van de veiling. Spr. schetste den heer Klant als een onvermoeid werker, die 25 jaar lang zijn beste krachten aan onze veiling had besteed. Nog kort geleden wapperde de vlag op onze veiling bij Uw en haar 25-jarig jubileum, nu waait de vlag half stok ten teeken van rouw. Met droefheid zijn we vervuld om het groote verlies wat we door Uw heengaan moeten ondervinden. Veel, heel veel hebt U voor onze ver- eeniging gedaan en bijgedragen tot haar opbouw en bloei. Doch niet alleen voor de tuinders van Warmenhuizen, maar voor den gehelden Noordhollandschen tuinbouw stond U op de bres. U gevoelde de nooden en be hoeften van de tuinders en streed voor hun belangen. Uw heengaan laat een leemte achter, welke niet gemakkelijk kan worden aangevuld en zal nog lang een leegte ach terlaten. Vervolgens sprak de heer Nijsen als voorzitter van de Prov. Commissie, waar van de heer Klant gedurende 7 jaar secre taris is geweest. Namens de veilingen en het bestuur bracht spr. hem dank voor de aangename samenwreking. Vervolgens de heer Schenk, voorzitter van de L. C. O. voor Noordhol land, die zijn groote waardeering uitsprak over het werk van den overledene. Namens het personeel van de veiling sprak de heer Smit, die hem als patroon dank bracht, voor de goede leiding. Tenslotte heeft de heer P. Mink nog ge sproken namens de Boerenleenbank, waar van de overledene bestuurslid was. Hij ruste in vrede. VERBRAAI UW BIBLIOTHEEK. Onze binderij maakt Uw oude boeken als nieuw! BINDERIJ COS TER, wezigheid dus blijkbaar in de gaten". Garrison en dr. Innes stonden werkelijk naast het huis op den uitkijk. Zoodra we uit het bosch kwamen, wees Innes gejaagd onzen kant uit. Even later herkende Gar rison mijn vriend. „Mijnheer Hand!" riep hij uit. „Hoe bent u in hemelsnaam hier gekomen?" „Dat zal ik u binnen wel vertellen", zei Hand, zijn cliënt de uitgestoken hand druk kend. Zoo gingen we alle vijf naar de zit kamer. Hand wierp een blok hout op het vuur en bleef met gefronste wenkbrauwen tegen den schouw geleund staan. Eindelijk keek hij zijn cliënt doordringend aan. „Ik heb het motief voor dit heele wan hopige gedoe ontdekt", zei hij. Garrison werd nog bleeker dan hij al was. „Wie is het?" vroeg hij fluisterend. „U hebt geen vijand", vervolgde Hand, „en niemand wil u feitelijk eenig kwaad doen. Maar er bestaat een groep mannen, die u desnoods zouden vermoord hebben, om u hier van het eiland vandaan te houden". „Maar luister nu eens, als het niet om dien dader was, dan zou ik waarschijn lijk heelemaal niet naar het eiland gegaan zijn". „Als ik er niet was geweest", zei Hand, „dan zoudt u vermoedelijk niet op dit eiland aangekomen zijn. Ik heb u hierheen gestuurd, maar wist niet, dat ik daardoor de zorgvuldig opgezette plannen van iemand anders totaal in duigen deed val len". „Ik laat me hangen, als ik er 'n steek van begrijp!" gromde Garrison. „Dan zal ik het u verklaren. Het begon hiermee, dat die groep vernam, hoe u van plan waart, hier den herfst door te brengen Jaarvergadering visschersvereeniging. De jaarvergadering van de visschers vereeniging „Geestmerambacht" werd Za terdagmiddag gehouden in het café van den heer J. Dekker te Oudkarspel. De voorzitter, de heer W. Kliffen, opende de bijeenkomst met woorden van welkom, in het bijzonder tot den waarnemend in specteur van de Zoetwatervisscherij, den heer Van der Heiden en den eere-voorzit- ter, den heer E. Vlug. De voorzitter memo reerde het afgeloopen jaar, dat niet veel bijzonders heeft opgeleverd. Met de vis- scherij is het heel slecht gegaan, mede ten gevolge van de internationale verwikke lingen. Ook de IJsselmeervisscherij doet de onze concurrentie aan. We zullen, aldus de voorzitter, straks wel naar den akker moe ten, als het Geestmerambacht dicht ligt. De voorzitter herdacht den overleden in specteur der zoetwatervisscherij, den heer Hart en het hoofdbestuurslid voor Noord holland, den heer W. Dil. In het jaarverslag van den secretaris, den heer P. Glas werden eenige mededee- lingen gedaan t. a. v. het uitzetten van visch. Er is in 1938 uitgezet: 2000 pond Ze slaagden erin, uw werklui door spook- vertooningen van het eiland weg te houden. Maar het huis was al zoover af, dat dit niet veel hielp. Toen staken ze het in brand, maar ook dat mislukte. Vervolgens ver scheen Mapes ten tooneele. Toen kregen ze geen kans meer, het huis, zonder verden king op zich te laden, te vernielen. Ze kon den Mapes niet weg krijgen en daarom be roofden ze hem van zijn motorboot. Ze hadden niet graag, dat hij daarin om het eiland heenvoer. Hun volgende maatregel was tegen u zelf gericht. In New York had den ze vrij spel. Wat daar gebeurde kon nooit de aandacht op dit eiland vestigen. Miss Venora werd het slachtoffer van hun aanslag op uw leven. En hun poging, om u in de stad te houden, mislukte door mijn raad, zoo gauw mogelijk naar het eiland te gaan. Toen ontvoerden ze mevrouw Gar rison. Ook dat mislukte. Tenslotte trachtten ze u te dooden, voordat u met het jacht weg zoudt kunnen varen. Weer liep het mis en een hunner viel in onze handen". „Heeft Spitz bekend?" vroeg ik benieuwd Hand schudde glimlachend het hoofd. Spitz niet. Maar dat zal er wel van ko men. Maar om verder te gaan. Ze waagden nog een poging om het jacht onklaar te maken. Gelukkig kon de eene motor nog tijdig hersteld worden. Daarna volgden hun poging, het jacht in brand te steken. Uit Clark heb ik begrepen, dat dit op het kantje af verhinderd is". „Maar volgens uw relaas moet dan toch een van die bende aan boord zijn geweest", viel Garrison hem hier in de rede. „Ongetwijfeld was een lid der bende aan boord!" beaamde Hand. „Maar u bereikte tenslotte toch het eiland. Toen namen ze edelkarper, 50 pond monte en 1560 pond pootaal. Het ledental der vereeniging bedraam thans 64, vorig jaar 67. De voorzitter deelde mede, dat voor 1939 weer geen verboden tijd is voor de zeelt- vangst. De heer E. Vlug bracht verslag uit van de gehouden algemeene vergadering. jje maat van de aal is verhoogd tot 28 cm. Men slaagde er niet in, de maat te verhoo gen tot 30 c.m. De rekening van den penningmeester gaf aan, dat de ontvangsten 1988.30, de uit gaven 1300.63 waren, het kassaldo WaI dus 687.62. Er werd een bespreking gevoerd over het uitzetten van pootaal. Verleden jaar is er veel te weinig uitgezet. De heer Vlug weet dit aan de regeering. De heer Van der Heiden adviseerde, nogmaals aan de visscherü centrale te vragen. De aanwezige visschers achtten het ech ter meer gewenscht, dat monte gebruikt wordt. De aftredende bestuursleden, de heeren A. Kieft en Jb. Sieuwertsen werden her kozen. Na eenige besprekingen, waarbij werd voorgesteld de vergunningen iets goedkoo- per te geven, werd besloten, den ouden prijs te handhaven. Men kan beter wat meer geld aan het planten van pootvisch besteden. De fuikenvisscherij was wederom een punt van veel besprekingen. De regeling van 1938, waarbij de fuiken niet vangbaar mochten staan, waarmee bedoeld was, dat de fuiken op de schuit moesten worden ge- vischt, werd wel juist gevonden, als ze maar gehandhaafd werd. Er gingen echter stemmen op, het maar vrij te laten voor 't bedoelde tijdvak; van half Juli tot Sept. Het einde der besprekingen was, dat be sloten werd, in de vergunningen de bepa ling op te nemen, dat in dit tijdvak de ver gunningen niet zullen gelden van 's' mor gens negen tot 's middags 2 uur. Dan moet men de fuiken er wel uithalen. Bij de gra tis verloting werden een tiental leden ver- bliid met een streng visschersgaren. De heer E. Vlug werd afgevaardigd naar de algemeene vergadering. De heer P. Jong werd als plaatsvervanger benoemd. Men besloot, de beschikking te vragen over een paar kleine slootjes, om daarin snoek te telen. Dit is een paar jaar geleden j heel goed gegaan. I De steunverleening aan de visschers werd door den heer Boerdijk ter sprake gebracht. Hij wilde liever dat in geld gesteund werd, door een toeslag op de gevangen visch. De heeren Vlug en Van der Heiden meen den, dat hieraan moeilijkheden vast zouden zitten. De laatste spreker zeide, dat de oor zaak van den slechte gang van zaken ge zocht moet worden in de vermindering van den export. Getracht zal worden, de visch, welke in den Oostelijken proefpolder van het Geest merambacht mocht zitten, overgebracht te krijgen in het Geestmerambacht. De candidatenlijst van de S. D. A. P.- afdeeling is als volgt samengesteld: 1. H. Bakker, 2 mevr. PaarlbergHartland, 3 P. Blom, 4 A. J. Kramer, 5 A. G. Visser, 6 mevr. BakhuijsVan Beem, 7 C. van der Hoven, 8 Jb. Blom. Volksonderwijs. Zaterdagavond gaf de afd. Uitgeest van Volksonderwijs een openbare uitvoe ring in het hotel de Ooievaar, alhier. Hiertoe werd door de kinderen van de hoogste klasse van de openbare lagere school, waarvan hoofd is de heer P. Bosch man, opgevoerd het kinderspel „Zwaan kleef aan". De voorzitter, ds. Hanneman, gaf een kleine schets van het wezen van de open bare school. Heerlijk was het spel der kinderen. Vlot, vry en pakkend. Bewondering had den we voor hun mooie spel, doch niet minder voor den heer Boschman, aan wien het toch vele uren geduld moet hebben gekost om dit den kinderen bij te brengen. Dit temeer, daar we niet uit het oog mo gen verliezen dat het alleen schoolgaande kinderen waren, die dit spel volbrachten. Een woord van lof komt zeker aan allen toe. Na afloop der uitvoering had de ver loting plaats. hun laatste toevlucht tot nog meer nage- maatke spookverschijnselen om u te verja gen. Voor geweld was hier geen gevaar. Dat zou de autoriteiten naar het eiland ge bracht hebben". „Ik denk, dat u gelijk hebtmet die spoken dan altijd", zei Garrison. „Het is zoo, ze hebben ons verblijf hier onmoge lijk gemaakt. Ik kan de dames niet langer hier laten. Ik ben er natuurlijk van over tuigd, dat al die spookverschijnselen puur namaak zijn, maar hoe kunnen we het be wijzen?" „Ik heb het al bewezen", zei Hand. „Hoe dan?" riep ik uit. „Misschien is het eenvoudiger te vertellen wat ik intusschen uitgevoerd heb", zei Hand. „Op den morgen van uw vertrek heb ik een vliegtuig naar Portland genomen. Ik was namelijk op het idee gekomen, dat de reden van die onverklaarbare vervolging van uw persoon deze was, dat iemand u wilde verwijderd houden van uw eiland. In Portland kocht ik proviand en een tent. 's Avonds laat huurde ik een motorboot en liet me naar Thumcab Eiland brengen, waar ik met een roeibootje achterbleef. Daar woon ik nu al drie dagen. Eiken avond ben ik hier naar het eiland komen roeien. Ik heb reeds enkele merkwaardige dingen ont dekt. Gisterenavond heb ik bijvoorbeeld uw spook voor het raam zien staan. Ik zat ach ter het huis verscholen. Het was levend genoeg om te struikelen en te vallen, toen het weer weg liep. En het kan vloeken ook, maar dan in een vreemde taal". „Maar dat gezicht voor het raam?" riep ik uit (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 12