et raadsel
Jaarvergadering Alkmaarsehe Exportveiling.
SeuitSeim
Riverside Drive.
JUovinciaal Tlieuws
Toenemend streven om in Alkmaar
te veilen.
Voorstel inzake strijdfonds
goedgekeurd.
van
WARMENHUIZEN
OUDKARSPEL
UITGEEST
DERDE BLAD.
De Zaterdagmiddag in het Gulden Vlies
gehouden algemeene vergadering van
aandeelhouders in de N. V. Alkmaarsehe
Exportveiling van land- en tuinbouwpro
ducten was, als gewoonlijk, door een 40-tal
heeren bezocht. Ook de gemeentelijke
commissaris, wethouder van Slingerland,
was aanwezig.
De opening.
De voorzitter, de heer S. van der
Stok uit Nieuwe-Niedorp, opende de
vergadering met een welkomstwoord. Hij
herdacht dan in zeer waardeerende woor
den den heer P. Klant te Warmenhuizen,
een graag geziene gast op de vergaderin
gen der Exportveiling, die de vorige week
overleden is en in wien de tuinbouw een
stoeren werker verloor. (Deze woorden
werden staande door de aanwezigen aan
gehoord).
Voortgaande, zei de voorzitter, dat de
omstandigheden den tuinbouw in 1938 zeer
ongunstig waren en dat de vooruitzichten
voor 1939 al evenmin veel goeds beloven.
Intusschen wekte spr. allen op om het
optimisme te bewaren.
Jaarverslag.
Wij ontleenen aan het jaarverslag:
Op de algemeene vergadering van 12
Maart 1938 werden de periodiek aftreden
de bestuursleden, de heeren Joh. Noort te
Alkmaar en J. Meijer te Bergen, her
kozen.
Er waren in 1938 één gewone en één
buitengewone algemeene vergadering en
zeven bestuursvergaderingen gehouden.
De omzet in 1938 bedroeg 313.292.65,
d. i. 28.811.65 méér dan in 1937.
Aangezien dus in de laatste jaren een
omzetverhooging viel te constateeren,
meende het bestuur te mogen concludeeren
dat er een steeds toenemend streven waar
neembaar is om de tuinbouwproducten in
Alkmaar te veilen. Het jaar 1938 kan
voor de Alkmaarsehe Exportveiling als
betrekkelijk gunstig aangemerkt worden.
Te betreuren is echter, dat deze verhoo
ging van omzet geen verband houdt met
een stijging van het prijspeil der produc
ten, doch in hoofdzaak het gevolg is van
bovengenoemden toenemenden aanvoer en
uitbreiding der relaties.
Wat den toestand in den tuinbouw en
de door de tuinders bereikte resultaten in
1938 betreft, s:unnen wij met een bekend
schrijver zeggen: „Ons verhaal is een
tonig, toehoorders!" Het voorjaar was naar
omstandigheden goed met gunstige prij
zen, welke eenige hoop op betere tijden
deden verwachten, maar het werd gevolgd
door een snellen teruggang in den tijd, dat
de koude-grond-producten op volle pro
ductiviteit werden aangevoerd en met
momenten van volledige prijsinstorting.
De drui venprijzen, evenals vooral ook
die van de tomaten, waren het geheele
jaar aan den zeer lagen kant, terwijl even
als het vorige jaar de opbrengst van het
grove fruit, mede echter door minder goe
de kwaliteit en kleiner aanvoer, niet hoog
is geweest. Door misoogst noteerden sla-
boonen en snijboonen in den zomer en
door strenge vorst in December de sprui
ten en de boerenkool in den winter hooge
przen, maar deze producten gaven door de
genoemde oorzaken bedroevend weinig
geldelijke resultaten.
Voor den in 1938 verstrekten tuinbouw-
steun geldt „in dank ontvangen, doch on
voldoende, speciaal voor de koude-grond-
tuinders." Het stemt daarom eenigszins tot
Maar het Engelsch van Stanley Hart Page
44)
HOOFDSTUK XX.
Het antwoord op enkele vragen.
„Hemel nu weet ik zeker, dat ik spoken
zie!" riep ik uit, Hand glimlachte.
„Heelemaal niet Je hebt nog nooit
iemand gezien, zoo springlevend als ik. De
lucht hier maakt een mensch weer jong".
King scheen nijdig te worden. „Hoor
eens, hebt u die spokenstreken hier soms
uitgehaald? Drie jonge dames zijn halfdood
van angst!"
„Ik ben er onschuldig aan, mijnheer
King", zei Hand lachend. „Zeg, Clark, wat
heb jij ontdekt? Ik ben er bar benieuwd
naar!"
„Ik heb je gisteren een uitvoerig rapport
toegestuurd", zei ik. „Maar ik ken het
Woord voor woord uit mijn hoofd".
Hand keek rond. „Vertel maar op. Hier
kan niemand ons zien", zei hij.
King toonde meer belangstelling voor
mijn relaas dan Hand, maar dat was ik
van mijn vriend gewoon.
voldoening, dat de voortdurende pogingen
om voor deze groep van tuinders hierin ver
betering te verkrijgen, tot resultaat hebben
gehad, dat in Maart 1939 een uitkeering
zal plaats hebben, waarbij in het bijzonder
rekening zal worden gehouden met de
koudegrondproducten ter tegemoet
koming aan den nood van de telers hier
van.
Op 1 Jan. 1938 was de boekwaarde van
de emballage 6000, in 1939 werd aange
kocht voor 3987.99, welk bedrag geheel
werd afgeschreven, zoodat op 1 Jan. j.1. de
boekwaarde onveranderd was gebleven.
De winst en verliesrekening sloot met
een bruto-winstsaldo van 8863.28.
De raad van commissarissen stelde voor
van dit bedrag een dividend van 5 aan
aandeelhouders uit te keeren op alle vol
gestorte aandeelen volgens art. 28 der sta
tuten, en het restant aan te wenden voor
afschrving op bezittingen der vennoot
schap en voor reserveeringen, waarna de
nieuwe rekening begint met een saldo
van 7.
Het jaarverslag werd onder instem'
ming goedgekeurd, waarmee dus het
dividend werd bepaald op 5 pet.
Winst- en verliesrekening en
balans.
Gelezen werd het rapport van den
accountant, waarin geadviseerd werd tot
goedkeuring van de balans en de winst
en verliesrekening over 1938. De boekhou
ding enz. waren bij de controle en ge
nomen steekproeven telkens goed in orde.
Overeenkomstig het advies werd besloten.
De exploitatierekening sloot met
35.064.85 aan inkomsten en uitgaven.
Afgeschreven wordt voor totaal 6566.99,
gereserveerd wordt 936.28, aan dividend
wordt uitbetaald 1049.
Na de bovengenoemde afschrijvingen
komen de gebouwen nog op de balans voor
met 17.500, landingssteiger, inventaris,
afmijntoestel en auto ieder voor ƒ1, de
emballage 6000. De balans sluit in
activa en passiva op 77752.37.
Bestuursverkiezing.
De heer C. Kluft, periodiek aftredend
als bestuurslid, was door eenige vereeni-
gingen weder candidaat gesteld. Hij werd
herkozen met 85 van de 94 uitgebrachte
stemmen (negen waren blanco uitge
bracht.)
Vorming van een „strijdfonds"
voor den tuinbouw.
De heer Mak las een circulaire voor
van het bestuur van het Centraal Bureau
uit de Veilingen, waarin de veilingbestu-
ren werd gevraagd op de alg. vergaderin
gen dier organisaties in bespreking te
brengen het punt „vorming var. een strijd
fonds voor de afzetbelangen van den
tuinbouw."
Uitvoerig werden hierin uiteengezet de
gronden, waarop het bestuur van het C. B.
het wenschelijk oordeelde een fonds te
vormen tot onderzoek van de mogelijkheid
van vergrooting van den afzet in binnen-
en buitenland van onze tuinbouwproduc
ten.
In aansluiting op deze circulaire was de
agenda voor de algemeene vergadering
van het C. B. ingekomen met het defini
tieve voorstel van het bestuur tot: a. mach'
tiging tot het nemen van alle noodig ge
achte maatregelen ter verhooging van den
afzet der producten en het verplichten van
de veilingen tot het uitvoeren ervan voor
zoover zij daarbij betrokken worden;
b. het vormen van een fonds waaruit de te
maken kosten moeten worden bestreden;
„Dus nu op het moment koester je de
meeste verdenking tegen Archibald Flount,
is het zoo niet?" vroeg hij, toen ik klaar
was".
„Och kom, dat moet u toch wel mis heb
ben", protesteerde King, „Flount moet wel
niet veel van me hebben, omdat ik hem
treiter, maar ik mag dat ventje toch wel
graag lijden".
„Ik ook!" riep ik uit. „Maar de bewijzen
zijn tegen hem. Wat doe ik daaraan?"
„En hoe staat het met dr. Innes?" vroeg
Hand.
„Het eenige bewijs, wat ik tegen hem
kan vinden, is de mogelijkheid, dat hij
die vreemde radioberichten van het jacht
heeft uitgezonden. Maar dat kan de tweede
machinist ook gedaan hebben en die kerel
kan ook de machines onklaar gemaakt heb
ben".
„Daar valt me in, dat mijnheer Abbing-
ton er toch ook de hand in gehad zou kun
nen hebben", zei King. „Hoe staat het met
hem?"
„Ja, hoe zit dat?" wendde ik me ietwat
driftig tot Hand. „Jij hebt dien brief van
Garrison natuurlijk nagemaakt. Je moest
je toch eigenlijk schamen".
Hand grijnsde. „Ik heb me al zoo vaak
moeten schamen, dat ik eraan gewend ben
geraakt. Het is beslist slim van je, Clark,
dat je hebt begrepen, dat die brief van mij
afkomstig was. En uit het poststempel had
je kunnen opmaken, dat ik in Maine was.
Je scherpzinnigheid is nog niet groot ge
noeg, man. Ik heb Gerrity natuurlijk la
ten weten, wat ik van zins was. Hij was
feitelijk mijn medeplichtige. Maar het
komt me voor, dat ze daar in huis onge
rust beginnen te worden. Ze hebben je af-
van de veilingen wordt daarvoor gevraagd
1 pet. van den omzet van 1938, waaraan
dan nog 100.000 zal worden toegevoegd
uit het reservefonds van het C. B.
(Aangezien wij in een paar tuinbouw-
verslagen uit andere plaatsen dit voor
stel reeds uitvoerig hebben behandeld,
meenen wij het bij het bovenvermelde te
kunnen laten.)
Nadat de op het voorstel betrekking
hebbende stukken waren voorgelezen,
deelde de voorzitter mede, dat het
bestuur na uitvoerige besprekingen tot de
conclusie kwam dat het voorstel van het
Centraal Bureau dient te worden gesteund.
Het bestuur stelde derhalve voor
het veilingpercentage te verhoogen
met y, pet., waardoor een bedrag
van 1566 kan worden bijeengebracht.
Voor de rest van hetgeen zou moeten
worden opgebracht (totaal 3132)
zou het minimumprijzenfonds kunnen
worden aangesproken, welk fonds is
gesticht vóór den tijd dat regeerings-
steun werd verleend. Het bezit ervan
is ruim 1390, zoodat ten slotte de
veiling nog ruim 200 zou moeten
bijdragen.
Verschillende heeren stelden vragen
naar aanleiding van het bestuursvoorstel,
welke door den voorzitter werden beant
woord. Wij geven hier de antwoorden,
waaruit de vragen meteen blijken:
De reserve der veiling is niet groot ge
noeg om het heele benoodigde bedrag daar
uit te betalen;
bij slagen van den opzet zal gestreefd
worden naar loonende prijzen; het pogen
is noodzakelijk met het oog op den nood in
den tuinbouw;
de handel zal bij het zoeken naar nieuwe
afzetgebieden niet worden uitgeschakeld;
het te vormen fonds zal totaal 66400
worden, waarbij nog' komt de 100.900 uit
het reservefonds van het C. B.;
de niet-aangesloten veilingen zullen niet
profiteeren van de voordeelen dezer actie
(dat zijn er slechts twee particuliere vei
lingen).
De heer Mak constateerde, dat uit de
vergadering wél nadere inlichtingen wa
ren gevraagd, maar geen tegenstand was
gebleken en dit verheugde hem. Voor
welke doeleinden het fonds zal moeten
gebruikt, was door het C. B. nog niet con
creet aan te geven, maar vast staat wel,
dat er veel moet worden gedaan, zoodat
het mogelijk is dat het fonds nog ontoe
reikend zal zijn. Dan zal steun van de
regeering worden gevraagd. Het C. B. zal
pogen de uitvoerprijzen te doen stijgen
boven het niveau van thans, opdat zij
weer loonend zullen worden (leveringen
als destijds bij het plan-Deterding tegen
de niet-loonende minimumprijzen zullen
stellig niet worden herhaald). Met een
goed doorgevoerde reclamecampagne zal
ook in ons eigen land de afzet nog wel
aanmerkelijk kunnen worden opgevoerd.
Zeer zeker zullen er in de toekomst door
het C. B. wel maatregelen worden voor
geschreven, die aanvankelijk niet zullen
worden begrepen door den producent. In
tusschen was spr. overtuigd, dat de te
nemen maatregelen inderdaad van belang
zullen zijn voor de tuinders, die naar
spr. uiteenzette medezeggenschap zul
len moeten hebben bij den export.
De heer van Twisk sprak de vrees
uit, dat de regeering den tuinderssteun zal
verlagen of misschien geheel zal intrek
ken, als het resultaat van het te vormen
fonds zal zijn, dat de afzet aanmerkelijk
stijgt.
De voorzitter hoopte, dat de richt
prijzen dan zullen kunnen worden ver
hoogd en dat dan geen steun meer noodig
zal zijn.
De heer Mak zei, dat dan de afzet
toch eerst met 12 millioen gulden
(het tegenwoordige steunbedrag) zal moe
ten zijn gestegen.
Het bestuursvoorstel werd hierop
onder applaus aangenomen.
Bij de rondvraag werden nog eenige
vragen gesteld, deels van internen aard.
Daarna volgde sluiting.
Begrafenis van den heer P. Klant.
Zaterdagmiddag had onder enorme be
langstelling de teraardebestelling plaats van
den heer P. Klant, in leven betaalmeester en
secretaris aan de veiling te Warmenhuizen.
Een groote menigte volgde den overledene
naar zijn laatste rustplaats. Onder de aan
wezigen merkten we op tal van bestuurs
leden van vereenigingen, van welke de
heer Klant mede-bestuurslid was en vele
autoriteiten zoowel uit als buiten onze
gemeente. O.a. B. en W. van Warmenhuizen,
secretaris Rijs, dokter van Slooten, notaris
Pinxter, de heer Groen, Tweede Kamerlid,
de heeren Valstar en Niemöller, resp. voor
zitter en secretaris van het Centraal Bureau
van Veilingen, de heer Nijsen, voorzitter
van de Prov. Commissie uit de veilingen
van Noordholland. De heeren Schenk en
Dekker, voorzitter en secretaris van de
L. C. O. voor Noordholland. Afgevaardigden
van de Langedijker Groenten Centrale en
Noordermarktbond. Het geheele centrale
bestuur van de veiling Warmenhuizen en
Omstreken. Kooplieden van onze en andere
veilingen. Kantoor- en veilingpersoneel en
nog een groot aantal vrienden en kennissen.
De vlag op de veiling woei halfstok, ten
teeken van rouw. Een schat van bloemen
en kransen dekte de lijkbaar. Nadat dominee
Hornstra de lijkrede had uitgesproken, werd
het woord gevoerd door den heer Molenaar,
voorz. van de veiling. Spr. schetste den heer
Klant als een onvermoeid werker, die 25 jaar
lang zijn beste krachten aan onze veiling
had besteed. Nog kort geleden wapperde de
vlag op onze veiling bij Uw en haar 25-jarig
jubileum, nu waait de vlag half stok ten
teeken van rouw. Met droefheid zijn we
vervuld om het groote verlies wat we door
Uw heengaan moeten ondervinden.
Veel, heel veel hebt U voor onze ver-
eeniging gedaan en bijgedragen tot haar
opbouw en bloei. Doch niet alleen voor de
tuinders van Warmenhuizen, maar voor den
gehelden Noordhollandschen tuinbouw stond
U op de bres. U gevoelde de nooden en be
hoeften van de tuinders en streed voor hun
belangen. Uw heengaan laat een leemte
achter, welke niet gemakkelijk kan worden
aangevuld en zal nog lang een leegte ach
terlaten.
Vervolgens sprak de heer Nijsen als
voorzitter van de Prov. Commissie, waar
van de heer Klant gedurende 7 jaar secre
taris is geweest.
Namens de veilingen en het bestuur
bracht spr. hem dank voor de aangename
samenwreking. Vervolgens de heer Schenk,
voorzitter van de L. C. O. voor Noordhol
land, die zijn groote waardeering uitsprak
over het werk van den overledene. Namens
het personeel van de veiling sprak de heer
Smit, die hem als patroon dank bracht, voor
de goede leiding.
Tenslotte heeft de heer P. Mink nog ge
sproken namens de Boerenleenbank, waar
van de overledene bestuurslid was.
Hij ruste in vrede.
VERBRAAI UW BIBLIOTHEEK.
Onze binderij maakt Uw
oude boeken als nieuw!
BINDERIJ COS TER,
wezigheid dus blijkbaar in de gaten".
Garrison en dr. Innes stonden werkelijk
naast het huis op den uitkijk. Zoodra we
uit het bosch kwamen, wees Innes gejaagd
onzen kant uit. Even later herkende Gar
rison mijn vriend.
„Mijnheer Hand!" riep hij uit. „Hoe bent
u in hemelsnaam hier gekomen?"
„Dat zal ik u binnen wel vertellen", zei
Hand, zijn cliënt de uitgestoken hand druk
kend. Zoo gingen we alle vijf naar de zit
kamer. Hand wierp een blok hout op het
vuur en bleef met gefronste wenkbrauwen
tegen den schouw geleund staan. Eindelijk
keek hij zijn cliënt doordringend aan.
„Ik heb het motief voor dit heele wan
hopige gedoe ontdekt", zei hij.
Garrison werd nog bleeker dan hij al
was. „Wie is het?" vroeg hij fluisterend.
„U hebt geen vijand", vervolgde Hand, „en
niemand wil u feitelijk eenig kwaad doen.
Maar er bestaat een groep mannen, die u
desnoods zouden vermoord hebben, om u
hier van het eiland vandaan te houden".
„Maar luister nu eens, als het niet om
dien dader was, dan zou ik waarschijn
lijk heelemaal niet naar het eiland gegaan
zijn".
„Als ik er niet was geweest", zei Hand,
„dan zoudt u vermoedelijk niet op dit
eiland aangekomen zijn. Ik heb u hierheen
gestuurd, maar wist niet, dat ik daardoor
de zorgvuldig opgezette plannen van
iemand anders totaal in duigen deed val
len".
„Ik laat me hangen, als ik er 'n steek
van begrijp!" gromde Garrison.
„Dan zal ik het u verklaren. Het begon
hiermee, dat die groep vernam, hoe u van
plan waart, hier den herfst door te brengen
Jaarvergadering visschersvereeniging.
De jaarvergadering van de visschers
vereeniging „Geestmerambacht" werd Za
terdagmiddag gehouden in het café van den
heer J. Dekker te Oudkarspel.
De voorzitter, de heer W. Kliffen, opende
de bijeenkomst met woorden van welkom,
in het bijzonder tot den waarnemend in
specteur van de Zoetwatervisscherij, den
heer Van der Heiden en den eere-voorzit-
ter, den heer E. Vlug. De voorzitter memo
reerde het afgeloopen jaar, dat niet veel
bijzonders heeft opgeleverd. Met de vis-
scherij is het heel slecht gegaan, mede ten
gevolge van de internationale verwikke
lingen. Ook de IJsselmeervisscherij doet de
onze concurrentie aan. We zullen, aldus de
voorzitter, straks wel naar den akker moe
ten, als het Geestmerambacht dicht ligt.
De voorzitter herdacht den overleden in
specteur der zoetwatervisscherij, den heer
Hart en het hoofdbestuurslid voor Noord
holland, den heer W. Dil.
In het jaarverslag van den secretaris,
den heer P. Glas werden eenige mededee-
lingen gedaan t. a. v. het uitzetten van
visch. Er is in 1938 uitgezet: 2000 pond
Ze slaagden erin, uw werklui door spook-
vertooningen van het eiland weg te houden.
Maar het huis was al zoover af, dat dit niet
veel hielp. Toen staken ze het in brand,
maar ook dat mislukte. Vervolgens ver
scheen Mapes ten tooneele. Toen kregen ze
geen kans meer, het huis, zonder verden
king op zich te laden, te vernielen. Ze kon
den Mapes niet weg krijgen en daarom be
roofden ze hem van zijn motorboot. Ze
hadden niet graag, dat hij daarin om het
eiland heenvoer. Hun volgende maatregel
was tegen u zelf gericht. In New York had
den ze vrij spel. Wat daar gebeurde kon
nooit de aandacht op dit eiland vestigen.
Miss Venora werd het slachtoffer van hun
aanslag op uw leven. En hun poging, om
u in de stad te houden, mislukte door mijn
raad, zoo gauw mogelijk naar het eiland te
gaan. Toen ontvoerden ze mevrouw Gar
rison. Ook dat mislukte. Tenslotte trachtten
ze u te dooden, voordat u met het jacht
weg zoudt kunnen varen. Weer liep het mis
en een hunner viel in onze handen".
„Heeft Spitz bekend?" vroeg ik benieuwd
Hand schudde glimlachend het hoofd.
Spitz niet. Maar dat zal er wel van ko
men. Maar om verder te gaan. Ze waagden
nog een poging om het jacht onklaar te
maken. Gelukkig kon de eene motor nog
tijdig hersteld worden. Daarna volgden
hun poging, het jacht in brand te steken.
Uit Clark heb ik begrepen, dat dit op het
kantje af verhinderd is".
„Maar volgens uw relaas moet dan toch
een van die bende aan boord zijn geweest",
viel Garrison hem hier in de rede.
„Ongetwijfeld was een lid der bende aan
boord!" beaamde Hand. „Maar u bereikte
tenslotte toch het eiland. Toen namen ze
edelkarper, 50 pond monte en 1560 pond
pootaal.
Het ledental der vereeniging bedraam
thans 64, vorig jaar 67.
De voorzitter deelde mede, dat voor 1939
weer geen verboden tijd is voor de zeelt-
vangst.
De heer E. Vlug bracht verslag uit van
de gehouden algemeene vergadering. jje
maat van de aal is verhoogd tot 28 cm.
Men slaagde er niet in, de maat te verhoo
gen tot 30 c.m.
De rekening van den penningmeester gaf
aan, dat de ontvangsten 1988.30, de uit
gaven 1300.63 waren, het kassaldo WaI
dus 687.62.
Er werd een bespreking gevoerd over
het uitzetten van pootaal. Verleden jaar
is er veel te weinig uitgezet. De heer Vlug
weet dit aan de regeering. De heer Van
der Heiden adviseerde, nogmaals aan de
visscherü centrale te vragen.
De aanwezige visschers achtten het ech
ter meer gewenscht, dat monte gebruikt
wordt.
De aftredende bestuursleden, de heeren
A. Kieft en Jb. Sieuwertsen werden her
kozen.
Na eenige besprekingen, waarbij werd
voorgesteld de vergunningen iets goedkoo-
per te geven, werd besloten, den ouden
prijs te handhaven. Men kan beter wat
meer geld aan het planten van pootvisch
besteden.
De fuikenvisscherij was wederom een
punt van veel besprekingen. De regeling
van 1938, waarbij de fuiken niet vangbaar
mochten staan, waarmee bedoeld was, dat
de fuiken op de schuit moesten worden ge-
vischt, werd wel juist gevonden, als ze
maar gehandhaafd werd. Er gingen echter
stemmen op, het maar vrij te laten voor 't
bedoelde tijdvak; van half Juli tot Sept.
Het einde der besprekingen was, dat be
sloten werd, in de vergunningen de bepa
ling op te nemen, dat in dit tijdvak de ver
gunningen niet zullen gelden van 's' mor
gens negen tot 's middags 2 uur. Dan moet
men de fuiken er wel uithalen. Bij de gra
tis verloting werden een tiental leden ver-
bliid met een streng visschersgaren.
De heer E. Vlug werd afgevaardigd naar
de algemeene vergadering. De heer P.
Jong werd als plaatsvervanger benoemd.
Men besloot, de beschikking te vragen
over een paar kleine slootjes, om daarin
snoek te telen. Dit is een paar jaar geleden
j heel goed gegaan.
I De steunverleening aan de visschers werd
door den heer Boerdijk ter sprake gebracht.
Hij wilde liever dat in geld gesteund werd,
door een toeslag op de gevangen visch.
De heeren Vlug en Van der Heiden meen
den, dat hieraan moeilijkheden vast zouden
zitten. De laatste spreker zeide, dat de oor
zaak van den slechte gang van zaken ge
zocht moet worden in de vermindering van
den export.
Getracht zal worden, de visch, welke in
den Oostelijken proefpolder van het Geest
merambacht mocht zitten, overgebracht te
krijgen in het Geestmerambacht.
De candidatenlijst van de S. D. A. P.-
afdeeling is als volgt samengesteld: 1. H.
Bakker, 2 mevr. PaarlbergHartland, 3 P.
Blom, 4 A. J. Kramer, 5 A. G. Visser, 6
mevr. BakhuijsVan Beem, 7 C. van der
Hoven, 8 Jb. Blom.
Volksonderwijs.
Zaterdagavond gaf de afd. Uitgeest
van Volksonderwijs een openbare uitvoe
ring in het hotel de Ooievaar, alhier.
Hiertoe werd door de kinderen van de
hoogste klasse van de openbare lagere
school, waarvan hoofd is de heer P. Bosch
man, opgevoerd het kinderspel „Zwaan
kleef aan".
De voorzitter, ds. Hanneman, gaf een
kleine schets van het wezen van de open
bare school.
Heerlijk was het spel der kinderen.
Vlot, vry en pakkend. Bewondering had
den we voor hun mooie spel, doch niet
minder voor den heer Boschman, aan wien
het toch vele uren geduld moet hebben
gekost om dit den kinderen bij te brengen.
Dit temeer, daar we niet uit het oog mo
gen verliezen dat het alleen schoolgaande
kinderen waren, die dit spel volbrachten.
Een woord van lof komt zeker aan allen
toe.
Na afloop der uitvoering had de ver
loting plaats.
hun laatste toevlucht tot nog meer nage-
maatke spookverschijnselen om u te verja
gen. Voor geweld was hier geen gevaar.
Dat zou de autoriteiten naar het eiland ge
bracht hebben".
„Ik denk, dat u gelijk hebtmet die
spoken dan altijd", zei Garrison. „Het is
zoo, ze hebben ons verblijf hier onmoge
lijk gemaakt. Ik kan de dames niet langer
hier laten. Ik ben er natuurlijk van over
tuigd, dat al die spookverschijnselen puur
namaak zijn, maar hoe kunnen we het be
wijzen?"
„Ik heb het al bewezen", zei Hand.
„Hoe dan?" riep ik uit.
„Misschien is het eenvoudiger te vertellen
wat ik intusschen uitgevoerd heb", zei
Hand. „Op den morgen van uw vertrek heb
ik een vliegtuig naar Portland genomen. Ik
was namelijk op het idee gekomen, dat de
reden van die onverklaarbare vervolging
van uw persoon deze was, dat iemand u
wilde verwijderd houden van uw eiland.
In Portland kocht ik proviand en een tent.
's Avonds laat huurde ik een motorboot en
liet me naar Thumcab Eiland brengen, waar
ik met een roeibootje achterbleef. Daar
woon ik nu al drie dagen. Eiken avond ben
ik hier naar het eiland komen roeien. Ik
heb reeds enkele merkwaardige dingen ont
dekt. Gisterenavond heb ik bijvoorbeeld uw
spook voor het raam zien staan. Ik zat ach
ter het huis verscholen. Het was levend
genoeg om te struikelen en te vallen, toen
het weer weg liep. En het kan vloeken ook,
maar dan in een vreemde taal".
„Maar dat gezicht voor het raam?" riep
ik uit
(Wordt vervolgd).