NATIONALE vlÜr/ fM -UvervcUwi /v-oert 9^^ ZEEP Jiidschciften £and- en JuUtAouw ÜeuMeUxti E AMATEUR DETECTIVE BWOEK OP LANGENDIJK OOST-GRAFTDIJK KOEDIJK liHim'.in TEXEL LEVENSVERZEKERING-BANK verzekerd 607 millioen gulden de premie-reserve 207 millioen gulden Stieren-voorkeuringen. Naar het Engelsch van ANTHONY BERKELEY DERDE BLAD. PIETER BOTTER, f Teraardebestelling te Huisduinen. Zaterdagmiddag is op de algemeene be graafplaats te Huisduinen de oud-redder Pieter Botter, een van de laatste redders, die deelnamen aan de redding bij de Re- nownramp in 1887, ten grave gedragen. Voorop ging het omfloerste vaandel van de oud-redders-vereeniging „Moed. volhar ding. zelfopoffering", waarachter de oud redders van Den Helder, getooid met hun medailles. Op het Helden der Zeeplein werd bij het reddingmonument, waarvan 't carillon bespeeld werd, even stilgehouden. Op de begraafplaats was zeer groote be langstelling, o.a. waren er burgemeester Ritmeester en de heer M. A. Kolster, de laatste namens de Noord- en Zuidholland- sche reddingmaatschappij. De heer van Diest sprak een kort woord namens de Noord- en Zuidhollandsche red- dingmaatschappij, waarna de heer Jan van Dok namens de oud-reddersvereeniging het woord voerde. Namens het Heldersche red dingsfonds sprak nog de heer Jongman, waarna ds. Spitz namens de familie een dankwoord sprak. ONTSNAPTE PSYCHOPAAT TE WERVERSHOOF. De Enkh. Crt vertelt: Eenigen onzer ingezetenen waren op het Zijdwerk getuige van een niet alledaagsch voorval. Plots ging een vreemd uitziend individu aldaar aan den haal bij het naderen van een luxe-auto, alsof hy daarin achtervol gers bespeurde. Bedoeld persoon zette het op een loopen en klom vervolgens op een juist passeerenden vrachtwagen van de expeditie Blom van Onderdijk. In den wa gen trachtte hij zich in een bos stroo te verschuilen, doch had daarbij pech toen hij met zijn zitvlak in een mand met eieren viel. Intusschen had de heer Blom onraad in zijn wagen bespeurd en stopte om den ongewilden passagier te verwijderen. De man, een ontsnapte psychopaat, had wel goed gezien dat in den luxe wagen de po litie gezeten was om hem in te rekenen. Hij zocht een schuilplaats aan den weg langs de sloot, maar toen hij daar geen succes mee had, l:roop hij onder genoemden vrachtwagen, ging tusschen de wielen lig gen en was niet van plan om te voorschijn te komen, ook niet toen de politiemannen, drie in getal, zulks eischten. Toen hij met geweld er onder vandaan getrokken werd, viel het nog niet mee voor de politieman nen. Een van hen werd bewusteloos gesla gen, terwijl ook den tweeden een „opmep- per verkocht" werd, welke lang niet mis was en waarbij het bloed rijkelijk stroom de. Met vereende krachten gelukte het ten slotte toch den man te overmeesteren en geboeid in den wagen te krijgen. Het typische was, dat de man, eenmaal in den wagen gezeten, begon te snoeven dat hij zich tegen drie man toch 'maar kranig had geweerd. En daarmee had hij gelijk! i Bloembollencultuur. De afd. Langendijk van Bloembollen cultuur vergaderde Donderdagavond ten huize van den heer C. Vijzelaar alhier. In zijn openingswoord schetste de voor zitter, de heer K. Wagenaar, den toestand van het bedrijf als niet rooskleurig. Het H. B. heeft in antwoord op een brief der afd. om aan te dringen op het voorko men van het telen van snelgroeiende tul pen voor het surplusfonds geantwoord, dat niet van te voren wordt aangekondigd, welke soorten voor een lagere uitkeering ir. aanmerking komen. Men besloot, hieover nog eens met het H. B. in contact te treden. Ingekomen was een brief over de deel name aan de broei-tentoonstelling te Lon den in Februari 1940. Men besloot, tien van de voornaamste soorten te laten broei en, 50 stuks van elke soort. Het jaarverslag van den secretaris ver meldde, dat het ledental 110 bedraagt. Er wordt aandacht gevestigd op het a.s. 30- jarig bestaan van de vereeniging, op 8 Oct. De rekening van den penningmeester sloot op een totaal bedrag van 103.33, met een kassaldo van 51.72. De beschrijvingsbrief voor de algemeene vergadering werd behandeld. Men kon zich met de prae-adviezen vereenigen. De hee- ren C. de Groot en W. J. Balder werden tot afgevaardigde gekozen; Bij de bestuursverkiezing werd de heer K. Wagenaar herkozen. Medegedeeld werd, dat bij de uitbetaling van het surplus 27 aftrek zal worden toegepast. Met de meting van de oppervlakte bollen zal 11 April a.s. worden begonnen. Ter bestrijding van de virus-ziekte is het zeer gewenscht, dat de kweekers de gebro ken tulpen bij het rooien er uit houden. Naar den omvang van deze ziekte wordt een onderzoek ingesteld in het geheele land. Kinderfeestavond. Zaterdagavond werd een kinderfeest avond gehouden in de zaal van den heer P. Jongens. Onder leiding van den heer Lanjouw werden door zijn leerlingen kin- der-tooneelstukjes opgevoerd. De ouderen genoten van het vele dat werd geboden. Jammer, dat de heer Lanjouw ons gaat verlaten, hij heeft zooveel aan onze kinde ren gegeven. Boerenleenbank. Vrijdagavond vergaderde de Boeren leenbank. De voorzitter herdacht het verscheiden van den kassier de Geus en deelde verder mede, dat de rente op 4 pet. was gebracht voor voorschotten en voor spaargeld op 2.7 pet. Het huis van wijlen den kassier de Geus was aangekocht en was door den nieuwen kassier, den heer A. Molenaar (benoemd op 26 Augustus) betrokken. Ten slotte deelde spr. mede, dat de bode thans wegens vertrek naar Alkmaar had bedankt. Hierna volgde behandeling rekening en balans. De heer S. Visser vroeg hieromtrent in lichtingen, welke er toe leidden, dat ge noemde heer aan de bestuurstafel werd verzocht, waarna zich ook de gemeente secretaris en daarna de penningmeester der banne zich derwaarts begeven. Maar men scheen tot geen oplossing te komen. Ten slotte deelde de kassier mede, dat dit geen zuivere winst- en verliesreke ning is, maar alleen een rekening. (Tableau). Een en ander werd goedgekeurd met een totaal rekeningcijfer van 292.162,35, waar in een winst van 128,54. De balans sloot met een totaalcijfer van 161435,46, waarvan op reserve f 18381,48 en een post nog te vorderen rente van 5744,54. Hierna besprak de heer W. Visser de medewerking aan de vaste-lasten-commissie en zeide als haar voorzitter ter plaatse, dat de medewerking van de Centrale Bank in deze niet valt te roemen. De voorzitter zeide: Er schijnt door de regeering een conflict te zijn veroorzaakt. De heer W. Visser antwoordde hierop, dat men, zoo als men er iets méér van weet zoo als hij, kan zeggen: de centrale bank heeft alles stopgezet, om zoo lang mogelijk buiten schot te blijven in deze zaken. Het verschil loopt over de vorming van [OOÜM één contract voor alle schuldeischers, wat in de practijk niet uitvoerbaar is. Tevens deelde deze spr. mede, dat er bij de ordening terzake vaste lasten veel haken en oogen zijn; zoo zullen o.a. de rijksvoor schotten, als zijnde niet gekomen uit het landbouwcrisisfonds daar deze credieten in '31—'32 zijn verstrekt en genoemd fonds in '33 is gevormd niet anders afgeschreven kunnen worden volgens de bestaande wetten dan bij K. B., waartoe dan een lange weg van formaliteiten moet worden bewandeld. Maar spr. zou nu graag willen als een geval is geregeld op genoemde credieten na dat dan het bestuur der bank met het toegezegde doet alsof alles al geregeld is, dus dan minder rente, aflossing, enz. be rekent. De voorzitter zegde alle medewer king toe. Hierna vroeg de heer W. Butter, daar ook hij van deze zaak wel iets weet, of geen adres aan de Centrale Bank diende te worden gezonden met aandrang op mede werking. Ook wilde hij in een adres aan den minis ter van economische zaken er op doen aan dringen, dat de vaste-lasten-commissies meer armslag krijgen tot verplichte medewerking. De heer P. Hart steunde het voorstel- Butter, daarbij erop wijzend, dat dit naast een plaatselijk ook een bankbelang is. Al denkt men soms dat het niet zoo erg is, toch vreesde men plaatselijke rampen. Beste vrienden, die voorheen bouwden aan een ideaal, zijn nu de felste vijanden en zooiets gebeurt ook onder naaste familie leden. De heer W. Visser kon er niet dieper op in gaan, maar drong erop aan om genoemde adressen te verzenden. Na nog eenige bespreking werd besloten deze adressen te verzenden. Het jaarverslag gaf aan, dat het ledental met 3 terugging en kwam op 126. Het aan tal spaarders was 270, elf leden stonden in loopende rekening. Op 1 Jan. 1938 stonden 195 voorschotten uit, welk aantal op 1 Jan. LL was gedaald tot 129; 56 voorschotten, genomen onder borgstelling van provincie en gemeente, waren geheel door de borgen afgelost en elders ondergebracht. Bij de stemming werden herkozen K. Stam en gekozen Jb. Kramer als bestuur. Bij den raad van toezicht werd herkozen P. de Geus Jz. en gekozen N. Bos. Bij de rondvraag drong A. Jongsma er op aan om, nu de bode C. Beets na 34 dienst jaren vertrekt, hem een blijk van waar deering te geven. De voorzitter zei, dat dit ook bij het be stuur voorzit en dit zal in de eerstvolgende vergadering geregeld worden. Hierna werd het adres aan de Centrale Bank voorgelezen en goedgekeurd. Het eerste kievitsei bestond slechts in fantasie. De Texelsche correspondent van het Hbl. schrijft over het wantrouwen van de Friesche eierzoekers tegenover het bericht, dat op Texel het eerste kievitsei zou zijn gevonden ver vóór dat in Friesland een kie vit was gezien. Hij vervolgt dan: Laten wij tot geruststelling van de Friesche en andere eierzoekers thans verklaren: Het eerste kievitsei is thans gebleken een doodgewone kwajongensgrap te zijn. Niet meer en niet minder. En laten wij er dan tevens aan toe voegen, dat Friesland Texel ruimschoots heeft geslagen. Een week na het eerste kievitsei was er op Texel nog geen eitje ge vonden. Hoe zat nu dat geval met het eerste kie vitsei? Eigenlijk was het heel eenvoudig. Een jongeman had een leegen dop van een kievitsei van vorig jaar en wilde zijn vrien den eens in het ootje nemen. Het lukte hem wonderwel. Ook een van de plaatselijke correspondenten hoorde het verhaal, liep er even grif in, en het opzien barende bericht was geboren. De jongeman zat nu in het schuitje en durfde het niet te verlaten. Den dop maakte hij kapot en de schaalresten moesten verder voor het over tuigend materiaal spelen. Aan een hande laar vertelde hij meewarig, dat het eitje stuk was gegaan, en hij toonde de over blijfselen. Dat was jammer, maar ja, het kan per slot van rekening gebeuren. Dagen achtereen heeft de jongeman zijn kostbaar geheim voor zich weten te hou den; allengs lekte 't echter meer en meer uit ROTTERDAM Op 3t December 1938 was bij de Nationale tot ten slotte de heele toedracht bekend werd. Intusschen heeft de Texelsche reputatie een geduchten knauw gekregen. Men heeft zelfs de Texelaars voor onbetrouwbare men- schen uitgemaakt. En dat zijn zij toch hee- lemaal niet; misschien wel wat te goedge- loovig. Astra", geïll. maandschrift Het Paaschnummer van „Astra" geeft 'n grappige omslagteekening van den Neder- landschen kunstenaar Van Looy. Ook eeni ge kunstplaten in dit nummer herinneren aan den Paaschtijd én aan het voorjaar De inhoud van dit nummer is weer vol variatie. Hans van Haefte opent de rij met een beschrijving van de ondervinding, die een jong, Hollandsch meisje in Parijs op doet na haar kennismaking met 'n Marok kaan. H. van Gellecum vertelt in „Het mooie zwendeltje" hoe het twee Ameri- kaansche oplichters verging, die een paar schatrijke landgenooten aan den tand wil den voelen. Van West-Afrika weten wij heel weinig af; Joh. B. A. Nijssen vertelt nu in dit nummer iets over tooverij in Mangoase. Arthur Tuckerman beschrijft de gevaren, waaraan een meisje blootstond, toen zij bijna in handen gevallen was van Sovjet-handlangers. Sopie L. J. Roskes geeft in „Het boomvrouwtje" het verhaal weer van een wonderlijk wezen, dat in In- dië bestaan heeft: een in een boom huizen de vrouw, die als jong, mooi meisje op haar bruiloftsdag geroofd werd, maar aan de handen der Chineezen.op het allerlaatste oogenblik ontsnapte. „Ski-heilvan me vrouw A. W. van 't Santvan Bommel brengt wintersportsfeer. Deutekom ver luchtte het verhaal met vijf goede teeke- ningen. Verder kleinere bijdragen; gedich ten en verhaaltjes, bijzonderheden over 't ontstaan en behoud van het Braassemer- meer, en dan de rubrieken puzzles en leer- bewerking. Te Spierdijk. Was de Vrijdag een succes-dag voor de stierenhouderij in Noordholland, de Zater dag zou zeer teleurstellen. Te 9 uur was het een geweldige drukte bij de school te Spierdijk. Niet minder dan 1 driejarige, 6 tweejarige en 21 éénjarige stieren waren aanwezig. Het algeheel aan zien deed geen hooge verwachtingen koes teren. De 3-jarige stier Evert van G. Don ker, Berkhout, werd aangehouden, doch zijn wat rond achterstel zal hy te Alkmaar niet toonen. Van de aangegeven 2-jarigen waren er 2 afwezig, van de 8 resteerende gingen 2 „plomp", 1 verkreeg N. H„ n.1. Aagje's Roland 2 van D. Winkel, Berkhout. De 3 anderen werden goedgekeurd n.1. Bertus van gebr. Ruyter, Wognum, Frans 224 van J. Koelman, Bobeldijk en Zeppelin H. van Jb. Pluister te Wogmeer. De laatste kon ons het meest bekoren, hoewel de achter hand niet onberispelijk is. Ook van de éénjarigen bleven er slechts 2 weg. Oppassing en voorbrenging waren hier slechts matig te noemen. Wij zagen stiertjes welke verleden herfst op de markt- keuringen een best figuur sloegen, doch thans afgebroken door onvoldoende ver zorging gedurende den afgeloopen winter. Veel zouden de voorbrengers hebben kun nen leeren van de wijze waarop b.v. Im perator van Jac. Broers te Berkhout ge presenteerd werd. Behalve dezen typisch vrij goed gesloten stier werden nog goed gekeurd Frans 12 van Jn. Helder te Berk hout en Wijntje's Albert van J. N. Koop man te Wogmeer. Het toelatingsmerk (N.-H.) verkregen Juliaroma van N. Smal te Wogmeer, gefokt door Jb. Laan Dz. te Venhuizen, Sientje's Zeppelin en Johan 3 van Jb. Pluister te Wogmeer en Constantyn Albert van Jac. Blauw te Spierdijk, fokker G. Wayboer Hz. te Wogmeer. Te Alkmaar. Om de week te besluiten, doch niet te bekronen, volgde 's middags de keuring te Alkmaar, waar wel 5 oudere stieren aangegeven, doch slechts 2 gepresenteerd werden n.1. de adellijke misschien wat vrouwelijke Constantyn Frans 19 van C. Klerk Jz. te Stompetoren, fokker J. Mid delbeek te Twisk welke door z'n gedrongen diepen bouw ter centrale keuring zal wor den verzocht en de eveneens aangehouden wat groote Egbert 3 van C. D. Michielen te Stompetoren, fokker Jm. Blauwboer Kz. te Schagen. Een drom van twee-jarige stieren ver scheen op het appel. Aangifte 22 stuks, waarvan 4 afwezig. Drie ervan werden afge keurd, terwijl 10 stieren het N.H. verkre gen, dus goed voor fokvereenigingsvee. Een groot deel had dit praedicaat reeds vanaf het vorig jaar. Het waren: Dirk, van P. J. Bijman te Oudorp; Heko, van K. Ratteveel te Alkmaar; Franco 4, van J. J. v. d. Heiden te Alkmaar; Kuna, van K. Veldt te Bergen; Const. Frans 25, van C. Vlaar te Heerhugo- waard; Claudeus, van P. Blauw te Heerhu- gowaard; Meine Prins, van P. van Beers te Heerhugowaard; Henriot B 18, van P. J. Lammerschaag, Koedijk; Henriot B 15, van J Blauw Pz. te Stompetoren; Frans 5, van Jb. Helder Jnz. te Egmondermeer. Goedgekeurd werden in ongeveer de plaatsingsvolgorde: Constantijn Frans 4 van C. Mantel te Heerhugowaard, fokker mevr. S. PoschSpaan te Oterleek, een ruim ge bouwde goed gekofferde stier met matigen stand. Puks Constantijn Frans 3 van W. Baltus te Alkmaar, fokker J. J. Kalverboer te Oterleek, een jeugdige liefelijke verschij ning doch iets beknopt. Roosevelt 59 van gebr. Jonker te Egmondermeer, fokker A. Francis te Schagen. Frans K 44 van mevr. S. PoschSpaan e. a. te Oterleek en Frans v. d. Waard van gebr. Daoper te Schoorl. In de 23 eenjarige stieren stieren werd met forsche hand een scheiding tusschen goed en verkeerd gemaakt. Slechts 9 vonden genade, waarvan slechts 3 werden goed gekeurd, n.1. de beide wel wat op den Gro ninger vader gelijkende stieren van C. Mienis Jr„ Alexis en Marten en de niet bepaald regelmatige, doch kloeke stier Marcus N. II van D. Glijn:s e.a. te Stompe toren, fokker F. Nieuwland te Zijpe. Het N.H. verkregen: Bertus van P. Swaag te Bergen, Faroek van S. PoschSpaan te Oterleek, Frans K 48 van J. E. J. Kramer te Burgerbrug; Joris van Jn. Blauw Pz. te Stompetoren; Bertus van P. J. Wayboer te Anna-Paulowna en Adolf 2 van G. Meere- boer te Schoorl. Na afloop schenen de gemoederen niet geheel rustig, zoodat mogelijk enkelen her keuring aan zullen vragen. Te Schagen. Op het knusse vrije pleintje achter het café Plevier te Schagen presenteerde de om trek Vrijdagmorgen haar fokproducten van het verloopen jaar. De jury bestond ditmaal uit de heeren E. Koster Dz„ secr. der Prov. Commissie en J. J. Bakker te Venhuizen, met ir. L. de Vries, rijksveeteeltconsulent, als arbiter. Reeds het begin was goed door het extra- verschijnen van Frans 208 v. Groenhoven, door F. A. F. Groneman gefokt en door de N.V. Vee-Exp. te Barsingerhorn gestation- neerd. Door zijn best gesloten voorstel en D 7) De hoofdinspecteur lachte en zei: „Ik ge loof, dat dat heelemaal geen moeilijkheden zal opleveren. Ik zou mij er zelfs niet over verwonderen, als wij hem op dit oogenblik zouden kunnen inpikken". „Hoe zoo?" zei Chitterwick opgewonden. De inspecteur zag hem glimlachend aan. „Mijn beste mijnheer Chitterwick, maakt u eens een kleine wandeling door de hall. Gaat u links af en kijkt u eens, wie er aan het vierde tafeltje achter de tweede ruit zit". Chitterwick keek hem een oogenblik aan en deed zooals hem gezegd werd. Na een paar minuten was hij weer terug. „De hemel beware me", stootte hij met verstikte stem uit. „En heeft u een bekende gezien? vroeg Moresby. Chitterwick knikte. „De roodharige man stootte hy uit. „Typische kerels, die moordenaars merkte Moresby beteekenisvol vol. HOOFDSTUK III. Waarnemingen van een criminoloog. Het eerste uur verkeerde mijnheer Chit terwick in een droomtoestand. Hij wilde niet in den weg loopen en de kleine ruimte achter het scherm leek hem met een on telbaar aantal menschen gevuld. Een poli- tie-fotograaf maakte verschillende opna men; de vingerafdruk-expert onderzocht alles en natuurlijk ook het fleschje. Ver schillende dingen pakten hij in om ze op 't bureau eens nauwkeurig onder de loupe te nemen. Hij nam zonder de minste emotie vingerafdrukken van de oude dame, zoo koelbloedig en zakelijk, dat Chitterwick er van griezelde. Moresby onderzocht den inhoud van haar taschje en gaf nu en dan bevelen en op drachten. Zoo moest b.v. een agent in bur ger den roodharigen in de hall scherp in 't oog houden en hem volgen in geval hij weer zou gaan, Parker en een paar van zijn men schen deden, op aanwijzing van Moresby, wat er gedaan moest worden en Chitter wick voelde zich tusschen al die kundige menschen als het vijfe rad aan den wagen. Maar hij bleef toch; hy wist dat dit de kans van zijn leven was; nooit zou hij meer in de gelegenheid zyn van zoo naby Scotland Yard aan het werk te zien. In dit uur drongen zich verschillende onsamenhangende feiten aan Chitterwick's' gedachten op. Hij wist, dat Moresby een oogenblik benut had om een haastig eerste bericht aan dep chef van Scotland Yard te lefonisch door te geven, met verzoek om hem met dit geval te belasten. Verder had Moresby een brief, die hem buitengewoon scheen te intere.sseeren, in het taschje van de doode gevonden en Cchitterwick zag. dat de hoofdinspecteur enkele gedeelten hiervan in zijn dik zwart notitieboek over nam. Ook had de vingerafdruk-exoert het fleschje, nadat Moresby hem met alle mo gelijke voorzorg geholpen had om het uit de gesloten vinger van de doode los te ma ken, met eenig genoegen bekeken. Het zag er blijkbaar hoopvol uit. Het duurde een goed half uur voordat iemand zich eindelijk eens om den armen Chitterwick bekommerde. Het was inspec teur Parker, een groote, magere man met een klein snorretje. Hy sprak Chitterwick met neerbuigende vriendelijkheid aan, zoo echt op de manier van den vakman tot den leek: „En mijnheer, het lijkt u alles zeker wel heel vreemd?" Hy was hiermee wel niet ver van de waarheid af, maar Chitterwick had heel andere dingen op het hart, dan het vreem de van het geval. „Zegt u mij eens", informeerde hij, „hebt u nog meer bewijsmateriaal gevonden? Heeft het fleschje u nog op een ander spoor gebracht?" Maar Parker was. wat fleschjes en zoo betreft, blijkbaar een zeer gesloten mensch, want Chitterwick kwam niet het geringste te weten. Het was duidelijk, dat Parker er niet aan dacht, ook maar iets los te laten, doch dat hij alleen maar tot hem gespro ken had, omdat het toeval hem nu eenmaal ervoor uitgekozen had om in deze aangele genheid een rol te spelen. Chitterwick kwam tot de conclusie, dat de politie hem nu behandelde als een gedresseerd schoot hondje, dat braaf zijn kunstjes moest ver toon en. „Inderdaad mijnheer", besloot Parker, „zijn wij u veel dank verschuldigd". Chitterwick wist niet, wat hy zeggen moest. Als hij z°i: .och, het heeft niet veel om het lijf", was het niet met de situatie in overeenstemming. Zei hij echter: „ik heb niets dan mijn plicht gedaan" dan klonk dat te veel uit de hoogte. Hij omzeilde het probleem door gevleid te lachen. „U twijfelt toch zeker niet aan dien man?" ging Parker door, terwijl hij met zijn duim in de richting van de tweede ruit wees. Hij twijfelde niet. „Dan is het goed". „Maar hoe bent u feitelijk od het idee gekomen, dat hij hier zou zijn?" veroor loofde Chitterwick zich te vragen. „Ik zou toch denken „Wij hebben een zeer goede reden, waar op wij dit baseeren", zei Parker, zonder evenwel die reden te noemen. Moresby, die op dat oogenblik voorbij kwam, was mededeelzamer. „Als hij het is, dien we verdenken, dan is er een brief van hem in het taschje van de dame, waarin hij zijn afspraak met haar om half vier beves tigt", verklaarde hij. „Hij wist. dat we dien brief zouden vinden en daarom komt hij zoo onschuldig als een nasgeboren kind om half vier hier naar toe" „O, ja", zei Chitterwick, blij om die ver klaring. „En natuurlijk zou niemand weten, dat „Dat hy al om half drie hier was", maak te Parker den zin af. „U hebt het begre pen". Hij had blijkbaar zooveel intelligen tie niet by Chitterwick verwacht. „Hij moet toch wel een buitengewoon tooneelspeler zijn, om zoo iets aan te dur ven", zei Chitterwick. maar hij twijfelde er sterk aan of er wel één tooneelspeler was. die tegen een dergelijke situatie opgewas sen zou zijn. „Nu, wij zullen hem een kans geven, om ons te toonen wat hij waard is", zei Mores by, die zich vergenoegd in de handen wreef Chitterwick moest bekennen, dat de toe stand Moresby meer moest aanlokken, dan dat dit bij hem het geval was. „Zult u hem meteen arresteeren?" „Neen, waarachtig net", riep de hoofd inspecteur uit en Parker zag Chitterwick voor zooveel domheid meewarig aan. „Wij weten toch nog niet eens, wie hy is" „Neen, waarachtig niet", riep de hoofd- terwick verlegen en grifte in zijn geheu gen, dat men eerst moet weten wie iemand is, voordat men hem in hechtenis kan ne men „Maar hoe „Wel, de voornaam van den man, die de afspraak maakte, of om het juister uit te drukken, die in de afspraak toestemde waarschijnlijk een neef van de oude dame is Lynn. Hij onderteekende tenminste: je toegenegen Lynn. Hoe de achternaam is, weten wij nog niet met zekerheid. Maar de oude dame heette Sinclair mejuf frouw Sinclair en daarom is er vijftig pro cent kans, dat hij Lynn Sinclair heet. Maar in ieder geval wordt juist op dit moment deze naam door een chasseur in de hall en de vestibule afgeroepen. Hoort u wel?" Chitterwick luisterde. Boven het gewone rumoer uit was zwakjes de stem van den chausseur te hooren: „Mijnheer Sinclair! Mijnheer Lynn Sinclair!" „Gaat u hem ondervragen, mijnheer Mo resby?" Chitterwick was zichtbaar onder den indruk. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 11