DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Hitier toornt speciaal tegen
Engeland.
Chamberlain's verklaring,
Omsingelingspolitiek niet aanvaardbaar.
Maandag 3 April 1939
141e Jaargang
Wat het vlootverdrag met Engeland betreft, hiervan zeide de
Führer: »Dit vlootverdag is gegrondvest op den vurigen wensch,
nooit tegen elkander ten oorlog te trekken. Deze wensch kan
echter slechts een wederzijdsche zijn en als in Engeland deze
wensch niet meer bestaat, dan is de practische waarde van
het verdrag daarmee opgeheven.«
HET VERLEDEN.
De algemeene toestand.
Beek naar Londen.
De volle beteekenis.
Minister Beek naar Londen
vertrokken.
Slowaaksch—Hongaarsch
compromis.
Concessies van Slowakije.
Poolsch correspondent van
het D.N.B. gearresteerd.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door *<et geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
No. 79 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
PRIJS PER GEWONE AD VER TENT IEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat Groote letters naar nlaatsruimte.
Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsd^k-
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Hitiers rede, Zaterdagmiddag te Wilhelmshafen gehouden, en met groote
spanning tegemoet gezien, bleek veel minder sensatie en schokkend nieuws
te bevatten dan algemeen werd verwacht.
Wel heeft hij duidelijk geantwoord op de rede van Chamberlain en naar
aanleiding daarvan laten uitkomen, dat Duitschland niet bereid was een
omsingelingspolitiek op den duur te aanvaarden.
Misschien nooit tevoren lag er zulk
een waas van geheimzinnigheid over
de rede, die Hitier Zaterdagmiddag
zou uitspreken naar aanleiding van de
tewaterlating van een Duitsch oorlogs
schip. De rede was reeds Donderdag
aangekondigd, maar niemand, ook
niemand in regeeringskringen te Ber
lijn kon zeggen wat Hitier zeggen
zou. Men kon slechts gissen.
Echter, toen Chamberlain Vrijdag zijn
opzienbarende rede hield in het Lagerhuis
en daar voor het eerst zich schrap had ge
zet tegen Hitier, toen bleek Hitier volgens
de berichten, zeer vertoorn. En het was
toen te voorzien, dat de Führer de zoo
dicht bij zijnde gelegenheid te baat zou
nemen, om Chamberlain te antwoorden.
Hoe zou dit antwoord luiden?
Op die vraag Kon niemand antwoord
geven, ook Zaterdagmorgen niet.
Er kwam nog een bizonderheid bij. In
tegenstelling met de gewoonte van den
laatsten tijd sprak Hitier niet voor de
radio en dit zou pas later blijken de
journalisten mochten hun verslag niet
eerder doorseinen, dan nadat Hitier het
raadhuis van Wilhelmstrasse verlaten had.
Motieven genoeg dus, om iets sensatio
neels te verwachten!
't Liep tenslotte nog goed af. De rede
bleek veel gematigder te zijn, dan algemeen
verwacht werd.
Laten wy haar hieronder laten volgen,
na eerst nog meegedeeld te hebben, dat
Hitier zyn rede uitsprak van achter de
glasruit welke kogelvrij was.
Hitl-r dan begon met een overzicht van
de gebeurtenissen voorafgaande aan den
wereldoorlog toen Engeland een om
singelingspolitiek voerde en na sluiting
van den vrede. Hij zeide dat het Duitsche
volk door de vroegere tegenstanders is
verdrukt ei. tot slavernij was gebracht:
dat honderdduizenden na den oorlog niet
gevallen zijn door vijandelijke wapenen,
maar doof de hongerblokkaie, die nog
maanden lang is voortgezet om het Duit
sche volk nog meer te kunnen afpersen.
Krijgsgevangenen mochten niet terugkee-
ren, de Duitsche koloniën -yn geroofd, de
bezittingei- \an Duitschland in het buiten
land in beslag genomen, de Duitsche han
delsschepen weggelokt, voor een deel af
geperst. Daarbij *kwam een financieele
uitplundering, zooals de wereld nog niet
had gezien.
De Volkenbond is niet geworden tot een
instrument van een rechtvaardige politiek
van overeenstemming, maar tot den garant
voor het gemeenste dictaat dat menschen
ooit uitgedacht hebben. De algemeene
verblinding heeft verschrikkelijke vormen
aangenomen. De ontwapening, die Duitsch
land geheel alleen ten uitvoer heeft ge
legd, is door de anderen niet in acht ge
nomen. Integendeel, zij hebben verder be
wapend. Men heeft een groot volk door
woordbreuk zyn recht ontnomen en zijn
bestaan practisch onmogelijk gemaakt.
Zoolang het dictaat van Versailles op het
Duitsche volk drukte, was het in feite ge
doemd om ten gronde te gaan.
Hitier sprak vervolgens over den weder
opbouw van Duitschland sedert 30 Januari
1933, en zeide „Ik ben er niet, en het
Duitsche volk is door de voorzieningheid
niet geschapen om een wet, die Engelschen
of Franschen past, gehoorzaam op te vol
gen, maar voor zijn levensrecht op te
komen. Wij zijn niet meer afhankelijk van
de genade of ongenade der andere staten
of van hun staatslieden.
Antwoord aan Engeland.
Wanneer thans een Engelsch staats
man meent, 3at men alle problemen
moet bespreken, dat men ze door vrij
moedige besprekingen en onderhande
lingen moet oplossen, want dat kan
men toch, dan zou ik dezen staatsman
slechts willen zeggen daarvoor was
vóór onzen tjjd vijftien jaar lang ge
legenheid. Wij zijn tot de overtuiging
gekomen, dat wij noch in de binnen-
landsche, noch in de Jjuitenlandsche
politiek van ons volk ook maar het
geringste zouden ueben bereikt, wan
neer wij nog vijftien jaren gewacht
hadden tot deze belachelijke instelling
van Genève er toe zou zijn gekomen
om door redevoeringen de problemen
op te lossen. Wij zouden waarschijnlijk
voor altijd hebben kunnen wachten.
Wanneer de wereld thans zegt, dat men
de volkeren moet indeelen in deugdzame
naties en in naties, die niet deugdzaam zijn
en tot de deugdzame naties behoo-
ren dan in de eerste plaats de Engelschen
en de Franschen en tot de niet deugdzame
de Duitschers en de Italianen dan kun
nen wij slechts zeggen: de beoordeeling of
een volk deugdzaam of niet is, kan een
sterveling nauwelijks uitspreken, dat moet
men God overlaten. Misschien zal nu een
Britsch staatsman tegen mij zeggen: God
heeft het oordeel reeds uitgesproken, want
hij heeft den deugdzamen naties een vierde
deel der wereld geschonken en den niet
deugdzamen heeft Lij alles ontnomen. Het
is nu slechts de vraa^ met welke midde
len de deugdzame naties zich dit vierde
gedeelte der wereld verworven hebben. En
dan moet ik zeggen, dat het geen deugd
zame methoden geweest zijn. Driehonderd
jaren lang heeft dit Engeland slechts als
een ondeugdzame natie gehandeld, om op
zyn ouden dag over deugd te spreken. Nog
twintig jaar geleden was de kwestie der
deugd voor de Britsche staatslieden niet
volkomen opgehelderd, in zooverre zy
naar willekeur omgingen met vreemden
eigendom.
Men hield het toen nog voor vereenig-
baar met de deugd, dat men heele koloniën
heeft veroverd, eenvoudig, omdat men de
macht had. Ook toen wij, uationaal-socia-
listen, aan de macht kwamen, trachtte ik
ieder probleem door besprekingen op te
lossen en ik heb bij iéder probleem aan
biedingen gedaan en zjj zyn afgewezen. Er
is in het geheel geen twijfel aan, dat ieder
volk belangen heeft, die heilig zijn, omdat
zij identiek zijn met zyn leven en zyn
levensweg. Wanneer thans een Britsch
staatsman eischt, dat ieder probleem, dat
temidden van de Duitsche levensbelangen
en de levenssfeer van ons volk ligt, eerst
met Engeland moet worden besproken,
dan kan ik net zoo eischen dat ieder
Britsch probleem eerst met ons besproken
moet worden,
Tsjecho-Slowakye.
Een ding zou ik hier willen uitspreken:
het Duitsche volk van thans, het Duitsche
Rijk van tegenwoordig, is niet bereid
levensbelangen prijs te geven. Zij zyn ook
niet bereid werkeloos te staan tegenover
opkomende gevaren. Toen de geallieerden
zonder rekening te houden met doelma
tigheid, met recht; mét historische traditie
of ook slechts met het verstand de land
kaart van Europa wijzigden, hadden wy
niet de macht dat te verhinderen. Maar
wanneer zij van het tegenwoordige
Duitschland verwachten, dat het trawan-
teristaten, welker eenige taak is tegen
Duitschland in het spel gebracht te wor
den, geduldig laat rijpen tot den dag,
waarop dit netwerk dichtgetrokken moet
worden, dan verwisselt men het tegen
woordige Duitschland met het Duitschland
van voor den oorlog.
Wie zich bereidverklaart voor deze
groote mogendheden de kastanjes uit-het
vuur te halen, moet erop bedacht zyn, dat
hij zich daarbij de vingers brandt. Wij
gevoelen werkelijk geen haat tegen het
Tsjechische vclk. Wy hebben eeuwenlang
met elkander geleefd. Wij zouden niets
tegen een onafhankelijken Tsjechischen
staat gehad hebben, wanneer deze niet ten
eerste Duitschers had onderdrukt en ten
tweede het instrument gevormd had voor
een komenden aanval tegen Duitschland.
Deze staat had zijn innerlijke levenskracht
verloren.
Ik heb weer vereenigd, wat door ge
schiedenis en aardrijkskundige ligging
volgens alle regelen van het verstand ver
eenigd moest worden. Het Tsjechische volk
zal meer vrijheid hebben dan de onder
drukte volkeren der deugdzame naties! Ik
ben er van overtuigd, dat ik den vrede
daarmede een grooten dienst heb bewezen
en ik heb in de overtuiging daarvan ook
besloten, den komenden partijdag den
naam te geven van Partydag van den
Vrede. Want Duitschland denkt er niet
aan, in het wilde weg andere volkeren aan
te vallen. Wat wij willen doen is onze
economische betrekkingen uitbreiden.
Daar hebben wy recht op en ik aanvaard
daarbij van geen Europeesch of buiten-
Europeesch staatsman, voorschriften. In
ieder geval is het Duitsche Rijk niet bereid
een intimidatie of ook slechts een omsin
gelingspolitiek op den duur te aanvaarden.
Het vlootverdrag met Engeland.
Ik heb eens een overeenkomsi met
Engeland gesloten: het vlootverdrag.
Dit vlootverdrag is gegrondvest op
den vv. '^en wensch nooit tegen elkan
der ten oorlog te moeten trekken. Deze
wenSch kan echter slechts een weder-
zyósche ziin. Wanneer in Engeland
deze wensch niet meer bestaat, dan is
do practische voorwaarde voor dit
verdrag daarmede opgeheven.
Duitschland zal dat ook volkomen
gelaten aanvaarden.
Wij zyn zoo zeker van ons zelf, omdat
wy sterk zijn en wij zyn sterk, omdat wij
aaneengesloten zijn en in staat tot opbouw.
Geen macht ter wereld zal ons door welke
phrase oók ooit nog de wapens ontlokken.
Mocht echter werkelijk een volk met
geweld zijn kracht willen meten met de
onze, dan is het Duitsche volk ook daartoe
te allen tijde in staat en ook bereid en vast
besloten. Juist zooals ook onze vrienden.
Zoo denkt in het bizonder die staat, waar
mede wij ten nauwste verbonden zyn, en
waarmede wij opmarcheeren, nu en onder
alle omstandighelen, ook in de toekomst,
voor altijd. Deze spil is het natuurlijkste
instrument, dat op deze wereld bestaat.
Het is een politieke combinatie, die niet
slechts haar ontstaan dankt aan het ver
stand, maar ook aan de gerechtigheid en
daarbovenuit ook aan net idealisme. Ik
geloof dat de tyd niet ver '.al zijn waarop
zal kunnen blijken, dat de gemeenschap in
wereldbeschouwing tusschen het fascisti
sche Ifólië en het nationalistische Duitsch
land toch altyd nog een andere is, dan die
tusschen het democratische Groot-Britan-
nië en het bolsjewistische.
Voortgaande herdacht Hitier de bevrij
ding van panje van het „bolsjewisme",
waarbij hij constateerde, hoe buitengewoon
snel ook hier de wisseling van wereldbe
schouwing der leveranciers van oorlogs
materiaal aan den rooden kant gekomen is.
Hitier besloot zijn redevoering met de
volgend» woorden
„Wij hebben aan millioenen van onze
volksgenooten het grootste geluk gegeven:
den terugkeer in ons groote Duitsche rijk
en ten tweede, wij hebben aan midden-
Europa een groot geluk gegeven, n.1. den
vrede, die beschermd wordt door de Duit
sche macht. Deze macht zal geen macht
ter wereld meer breken. Dat zij onze ge
lofte."
De rede van Hitier heeft in het geheel
62 minuten geduurd. Herhaaldelijk werd
hij onderbroken door kreten „schande",
namelijk telkens wanneer hy Engeland
noemde.
Na zijn rede is Hitier aan boord gegaan
van het schip van Kraft durc.i Freude, de
Robert Ley, dat om half acht Wilhelms
haven verliet
De redevoeringen, die diverse Poolsche
staatslieden in de laatste paar dagen heb
ben gehouden, hebben één ding gemeen:
de toon is krachtiger, zekerder, zelfbe
wuster. Zeker Polen wil in vrede met
zyn naburen leven, ook met Duitschland.
Maar Polen zal niet dulden dat dit een
„Duitsche vrede1*' zal zijn. Het zal zijn
zelfstandigheid tot het uiterste verdedigen
en de pogingen van Duitschland om de
hegemonie te verkrijgen zullen te ver-
geefsch zijn.
Kowalski, president der nationaal-
democratische partij, verklaarde, dat voor
Polen een belangrijke taak is weggelegd,
n.1. „een hindernis opwerper voor de toe
neming der Duitsche macht. Het is tyd,
dat Duitschland er zich rekenschap van
geeft, dat het in een oorlog, welke nadert,
Polen tegen zich zou hebben. Er is geen
sprake van omsingeling van Duitschland,
maar het gaat om het levensrecht der
Poolsche natie."
In tegenwoordigheid van maarschalk
Smigly Rydz heeft de vice-premier,
Kwiatkowsky een rede uitgesproken,
waarin hij o.m. zei: „Wie ook maar zou
afzien van het kleinste deeltje onafhanke
lijkheid, die zal haar geheel verliezen en
in de wereld eerder verachting dan mede
lijden wekken. De Poolsche natie is dan
ook bezie Ld door éénzelfden wensch om te
strijden en te overwinnen, wanneer strijd
noodig is voor zelfs het geringste deel
onzer onafhankelijkheid. In dit opzicht
gevoelen wij geen enkele aarzeling."
Deze uitspraken, die getuigen van den
nationalistischen geest, die op het oogen-
blik by het volk en het leger heerscht,
ontleenen, zooals vanzelf spreeKt, voor een
belangrijk deel hun kracht, aan het feit,
dat Engeland zich garant heeft gesteld voor
Polens onafhankelijkheid.
In dit verband is de reis, die kolonel
Beek op het oogenblik naar Londen onder
neemt van het grootste belang. Beek, die
tot nu toe steeds wantrouwend heeft ge
staan tegenover verzekeringen van de
Westelijke mogendheden en naar bij
Tsjecho-Slowakije gebleken is niet ge
heel ten onrechte. Wilde dus van de anti-
agressiepolitiek van Engeland >n Frankrijk
iets meer komen dan een vage verklaring,
die juist als het er op aan kwam, zyn
waardeloosheid zou kunnen bewijzen, dan
was het noodig, dat deze landen zich defi
nitief vastlegden. Dit is door de verklaring
van Chamberlain gebeurd. Dat Hitier het
belang begreep van een dergelijke garantie
aan Poien, waardoor Engeland zich meer
dan ooit het geval geweest is, in Polen
vastlegde dat blijkt wel duidelijk uit zyn
rede te Wilhelmshafen. Een rede, die in
feite één uitval van woede was over de
nieuwe zet van het „perfide Albion", dat
het had aangedurfd zich weer met Oost-
Europeesche zaken te bemoeien.
Of Chamberlains verklaring thans vol
doende is voor Beek om zijn pro-Duitsche
politiek en, speciaal den laatsten tyd, zyn
„zelfstandigheidspolitiek" volledig op te
geven? Vóór een aansluiting bij de Weste
lijke mogendheden pleiten: het feit, dat
het onmiddellijke gevaar dreigt vanuit het
Westen, van Duitschland; het feit, dat de
Duitsche agitatie in Oekraïnsche kringen
fatale gevolgen kan hebben; het feit, dat
Danzig in wezen al voor Polen verloren is,
en de corridor wordt bedreigd; en ten
slotte het feit, dat het Poolsche volk en
het Poolsche leger beslist anti-Duitsch-
gezind is.
Een tegenkracht is o.m. de vrees van
vele Oost-Poolsche grootgrondbezitters,
Sovjet-Unie tot gevolg zou kunnen heb
ben dat de verarmde Oost-Poolsche bevol
king ongewenschte Russische sympathieën
dat een nauwe samenwerking met de
zou laten blijken. Bovendien zat Beek in
Londen waarschijnlijk vasthouden aan den
wensch, dat de Engelsche garantie zich
óók uitbreidt tot andere Midden-Euro-
peesche staten, met name tot Polens bond
genoot Roemenië.
Is Engeland hiertoe bereid onderhan
delingen hierover worden thans nog ge
voerd dan is een volledige overeen
komst lang niet uitgesloten. Beek zal heb
ben te Kiezen. De argumenten, die pleiten
vóór aansluiting by de anti-agressie-
politiek zyn echter wel zeer klemmend.
Beek zal, naar het schijnt, zy het dan min
of meer tegen wil en dank, meedoen met
Engeland, Frankrijk en Rusland. Het be
lang van zijn land eischt het.
In officieele kringen te Londen
heeft men zyn verbazing erover uit
gesproken, dat in Londen pogingen
zouden zijn aangewend om de Vrij
dag door Chamberlain in het Lager
huis afgelegde verklaring te ver
kleinen, meldt Reuters diplomatieke
correspondent.
De verklaring moet integendeel
beschouwd worden als een uiting
van allereerste beteekenis, waarvan
de bedoeling volkomen duidelijk en
categorisch is. In offiëele kringen
twijfelt men niet, of de Poolsche
regeering zal in de tegenwoordige
omstandigheden er prijs op stellen,
de Britsche regeering volledig op de
hoogte te houden, hoewel de laatste
in geen enkel opzicht ernaar streeft
de Poolsche regeering te beïnvloe
den wat haar betrekkingen met
Berlijn betreft.
De Poolsche minister van buiten-
landsche zaken, Beek, is gistermiddag
in gezelschap van graaf Jozef Potocki,
directeur van de westelijke afdeeling
van het departement van buitenland-
sche zaken, en twee secretarissen naar
Londen vertrokken.
Na een kort oponthoud te Berlijn, ver
trok hij naar Oostende, waar hy heden
morgen aankwam en zich inscheepte naar
Londen. Hier is hy vanmiddag gearriveerd.
Semi-Poolsch commentaar op het a.s.
bezoek van Beek aan Londen zegt, dat dit
bezoek een belangrijke stap zal vormen
naar de voltooiing van de aan den gang
zijnde raadpleging tusschen de Poolsche
en Britsche regeering. De Poolsche pers
beperkt zich over het algemeen tot het
leggen van nadruk op het belang van het
bezoek in verband met den internatio
nalen toestand. Men verwacht, dat Beek
eenig voorbehoud zal maken tijdens zijn
Londensche besprekingen ten aanzien van
Ruslands deelneming aan et. ontworpen
regeling. De Poolsche betrekkingen met
Littauen en Roemenië zullen ook aandacht
krijgen.
Officieel werd te Warschau gisteren
verklaard, dat Beek waarschijnlijk binnen
kort een bezoek zal brengen aan Bonnet,
doch niet op zijn terugreis van Londen.
De Slowaaksche regeering publiceerde
Zaterdag het volgende communiqué;
„Op 31 Maart heeft de gemengde Slo-
waaksch-Hongaarsche commissie in Boe
dapest vergaderd om het conflict op te
lossen.
Na langdurige besprekingen is de
Slowaaksche delegatie erin geslaagd
een compromis op te stellen, dat het
mogelijk maakt de vijandelijkheden
terstond te staken, en dat tot grond
slag kan dienen van een definitieve
regeling der SlowaakschHongaar-
sche betrekkingen.
Maandag zal de definitieve grensafba-
kening bekend gemaakt worden".
Men meent te weten, dat Hongarije vol
gens deze regeling 1700 vierk. K. M.
grondgebied zal verkrijgen met 64.000 in
woners, waarvan 34.000 Roethenen en de
rest Slowaken. Slowakije zou hiervoor
van Hongarije geen compensatie ont
vangen.
Tendentieuze berichten.
De correspondent van hei Duitsche
Nieuwbureau, Fenske genaamd, een
Poolsch staatsburger, van de Duitsche
minderheid, is gearresteerd. Het mo
tief der arrestatie zou gelegen zijn in
tendentieuze en onjuiste berichten van
den correspondent over beweerde ver
volgingen tegen Duitschers in Pom-
meren.
Zie verder Buitenland pag. 4, 2e blad.