DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DRUK BERAAD TE LONDEN EN TE PARIJS. De voorzorgsmaatregelen in de Middellandsche Zee. No. 86 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Woensdag 12 April 1939 141e Jaargang Koning George onverwacht naar Londen. WAARSCHUWING voor-mobilisatie. Pe algemeene toestand. Bulgarije aan de zijde van de as? Indrukken uit Sofia. Enorm aantal Italianen onder de wapenen. Bijna een millioen Militaire voorzorgsmaat regelen in Zuid-Slavië. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, iranco door het geheele Rijk 2,50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VERTE NTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/k. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. De Engelsche koning is gistermid dag onverwacht uit Windsor te Londen teruggekeerd, teneinde zich door Chamberlain nauwkeurig te doen inlichten over den internationa len toestand. Even over vijf begaf Chamberlailn zich naar het Buckingham palace. Het onderhoud van den eersten minister met den koning duurde tachtig mi nuten. Na afloop is de koning naar Wind sor teruggekeerd. Men brengt in herinnering, dat de koning tijdens de September-crisis eveneens speciaal naar Londen kwam, om met zijn ministers overleg te plegen. Hij heeft toen het bevel tot vlootmobilisatie geteekend. De kabinetscommissie voor buitenland- sche zaken is gistermiddag qm drie uur in Downingstreet bijeen gekomen. Aan wezig waren Chamberlain, Hoare, Inskip, Halifax, Stanley, Morrison en Cadogan. De vergadering heeft anderhalf uur ge duurd. Dén geheelen dag hebben te Londen drukke diplomatieke besprekingen plaats gehad. Gisterochtend heeft de ambassadeur van de sovjet-unie te Londen, Maisky, een onderhoud gehad met den Britschen mi nister van buitenlandsche zaken, lord Halifax op het Foreign Office. Vervolgens heeft lord Halifax een bezoek gebracht aan minister-president ChamDerlain in Downingstreet. De Fransche ambassadeur Corbin heeft gistermiddag ook weer een bezoek ge bracht aan het Foreign Office. Een der door Engeland getroffen maat regelen is, dat uit Jeruzalem 2560 Britsche soldaten naar Egypte zijn vertrokken, ten einde aldaar het Engelsche garnizoen op normale sterkte te brengen. Kort geleden is dit garnizoen verzwakt, omdat de Britsche strijdkrachten in Palestina noodig waren voor de onderdrukking van de Arabische rebellie. Parlement morgen bijeen. Het hoogerhuis komt Donderdagmiddag om 3 uur (Engelsche tijd) bijeen. Lord Halifax zal hier een verklaring afleggen over buitenlandsche zaken in antwoord op een vraag van lord Snell. Het lagerhuis zal om kwart voor drie bijeenkomen. Chamberlain zal vrijwel on middellijk het woord nemen. Besprekingen in Parys. Naar Havas seint uit Parijs, heerschte ook daar gister groote diplomatieke bedrij vigheid. De minister van buitenlandsche zaken, Bonnet, heeft den Franschen am bassadeur bij de Spaansche regeering, maarschalk Pétain, ontvangen. Vervol gens had hij een onderhoud met den sov- jet-Russischen ambassadeur te Parijs, Soeritsj. Minister-president Daladier heeft den ambassadeur van de Vereenigde Staten te Parijs, Bullitt, en den secretaris-generaal van het Roemeensche ministerie van bui tenlandsche zaken ontvangen. Om 4 uur gistermiddag is de Fransche kabinetsraad bijeen gekomen. Over het daar besprokene wordt het striktste stil zwijgen in acht genomen. Met de uitvoe ring der genomen besluiten is men overi gens onmiddellijk begonnen. Men heeft den indruk, dat de regeering alle maatregelen heeft vastgesteld en onder cogen gezien, die het land in staat moeten stellen, in ge val van noodzakelijkheid aan iedere ge beurlijkheid het hoofd te bieden. Hieraan kan toegevoegd worden, dat tijdens de gedachtenwisselingen geen sprake is geweest van een bijeenroeping van het parlement. De kabinetsraad duurde van vier uur tot half zeven. Na de vergadering werd een communiqué uitgegeven, waarin ge zegd wordt: De raad heeft onder voorzitterschap van Daladier den internationalen toestand be studeerd. Hij heette goedkeuring aan de maatregelen, tot welker uitvoering beslo ten werd op de conferentie can de minis ters van landsverdediging op Zondag j.1. De raad bestudeerde verder de besluiten, die hij vandaag zal voorleggen aan den ministerraad. Na afloop van den kabinetsraad heeft Daladier nog een langdurig onderhoud ge- De Regeeringspersdienst meldt: Zooals minister Colijn gister ochtend in zijn radiorede heeft opgemerkt, is het een eisch van voorzichtig beleid om bijtijds de voorwaarden te scheppen, die het ongestoord verloop van een mobi lisatie, indien deze te eeniger tijd onverhoopt noodzakelijk mocht blijken, waarporgen. Tot deze voorwaarden behoorde de oproeping van de grensbatal- jons. Een andere voorwaarde is het bij voorbaat doen waarschuwen, zich voor opkomst gereed te "houden van eenig met groot verlof zijnd personeel, dat is aangewezen om voorbereidingen te treffen in verband met te vormen oorlogs- onderdeelen. Dit is thans geschied. had met Bonnet ert den minister van lucht vaart, Guy de la Chambre. Fransche vloot ligt klaar. Naar de Un. Press uit Toulon ver neemt, maakte het grootste deel der Fransche Middellandsche Zee-vloot zich gistermorgen gereed, om naar Noord-Afrika en het Oostelijk deel der Middellandsche Zee te vertrekken. Hiermede hebben dus de Fransch- Britgche voorzorgsmaatregelen, voor het geval een nieuwe Middellandsche Zee-crisis mocht uitbreken, een aan vang genomen. Gedurende de laatste 24 uur zijn in Frankrijk een aantal marine-technici opgeroepen en alle verloven ingetrok ken. Dit werd gisteravond in alle café's en bioscopen via de radio bekend gemaakt, terwijl er op gewezen werd, dat geen enkele matroos Toulon zou mogen verlaten. Een van de eerste maatregelen om het leger te versterken was het intrekken van alle Paaschverloven in geheel Frankrijk. Het zelfde agentschap seint uit Rome, dat volgens betrouwbare berichten afkom stig van Italiaansche politieke kringen Mussolini's reis naar Albanië voor het oogenblik zou zijn uitgesteld in verband met de spaftning in de Middellandsche Zee. De groote onzekerheid houdt aan. „Er gebeurt niets!" Een merkwaardig zinnetje, dat men da gelijks tientallen, misschien wel honderd tallen keeren hoort. „Er gebeurt niets!" En daarmee wil men dan zeggen, dat er geen enkel tastbaar feit te noemen is, dat men niet weet.... wat er gebeurt! Men ziet rondom zich militaire bedrijvig heid; men weet, dat Nederland zijn grens- bataljons heeft opgeroepen en zelfs een kleit gedeelte van hen, die bij voor-mobili satie opkomen. En men ziet eenige vergelij kingen met de September-dagen, toen ook een groot aantal groot-verlofgangers werd opgeroepen. Maartoén, in September, gebeurde er ook wat. Toen dreigde de oor log en als Chamberlain toen niet naar Mün- chen gegaan was.... Maar thans? Er gebeurt niets! Ziet, dat is juist het onbehagelijke van het gevaL Het publiek voelt, dat er toch iets gebeurt, maar dat alles ligt verscholen achter een muur van geheimzinnigheid. Zoodat het maar moet raden. Wanneer wij de berichten van vandaag eens nagaan, dan zien we, dat de Engelsche koning een onderhoud heeft gehad met Chamberlain, dat het Engelsche parlement gisteravond vergaderd heeft, dat het Fran sche kabinet bereids zijn maatregelen ge troffen heeft en dat de gebeurtenissen in Albanië geheel op den achtergrond zijn ge raakt. Frankrijk moet zich wel in een zeer précaire situatie gevoelen, want het is bekend geworden, dat nieuwe Italiaansche troepen in Spanje ontscheept zijn. Wat be- teekent dat? De oorlog in Spanje is geëin digd, Rome zou onmiddellijk na dien oorlog alle Italianen terugroepen. En in plaats daarvan stuurt het nieuwe troepen, die n.b. nog wel naar de Fransche grens gedirigeerd worden! Is het wonder, dat deze militaire actie van Italië door Frankrijk met grooten arg waan wordt bestudeerd? Zoodat tal van Fransche oogen gericht zijn op de Spaansche grens. En dan schijnt Duitschland met meer dan zachten drang Polen geadviseerd te hebben, Danzig los te laten, en een Duitsche corri dor af te bakenen. Deze Duitsche voorstel len zouden in zeer correcte termen zijn geschied, maar de stok staat achter de deur: als Polen ze niet zou aannemen, zou de Duitsche politiek t.a.v. Polen een beslis sende wijziging ondergaan! Hetgeen al zeer duidelijke taal is. Over Griekenland zullen we vandaag maar zwijgen. De situatie op den Balkan is trouwens toch verre van duidelijk. Slechts krijgt men den indruk, dat daar ook een groepeering van landen Lezig is te ontstaan, waarby de eene groep steun zoekt bij de as en de andere by de democratische landen. Zoo is feitelijk geheel Europa in rep en roer, behalve Scandinavië. Daar heerscht nog weldadige rust. Maar dat ligt geogra fisch ook juist buiten den vulkaan! Tenslotte de Duitsche pers. De N.R.C.- correspondent in Berlyn schreef gister avond: De bladen melden hier, dat Engeland nog geen beslissing heeft getroffen over een verplichting tot hulpverleening aan Grie kenland. Zulk een verplichting zou op den achtergrond worden gehouden teneinde Ita lië te nopen zijn vrijwilligers uit Spanje te rug te trekken, waarop dan Engeland bij wijze van contra-prestatie ook deze verkla ring achterwege zou laten. Ondanks dezen tamelijk makken inhoud van de zakelijke berichten, verdrinken deze in een opgewonden Engelsche campagne, welke, als de teekenen niet bedriegen, nochtans haar hoogtepunt reeds schijnt te hebben overschreden. Er zijn eenige teeke nen, dat er wordt geremd. De Deutsche All- gemeine Zeitung schrijft o.a.: „Waarheen dat leidt toonen de paniekachtige gebeurte nissen m Nederland gedurende de Paasch- dagen, waar men visschershavens met prik keldraad en machinegeweren tegen een overval uit zee heeft beschermd, dus prac- tisch het slachtoffer is geworden van de zelfde psychose waardoor eenige dagen ge leden de Engelsche minister van marine is aangetast, toen hij het vliegtuigafweerge- schut op de thuisvloot voor alle zekerheid liet bemannen". Het woord „dat" in het begin van deze aanhaling heeft betrekking op de overwe ging van een pact in het oostelijk gedeelte van de Middellandsche Zee Te anderer plaatse geeft het zooeven genoemde blad een objectieve weergave van de verklaring van minister-president Colyn. Voorts schrijft de D.A.Z., dat de „spilmogendheden zeer wel weten te onderscheiden tusschen de noodza kelijke beveiliging van hun levensgebied en het recht op veiligheid en onafhankelijkheid van andere naties". De Börsenzeitung en andere bladen wer ken met het bekende argument, hetgeen men de „Retourkutsche" pleegt te noe men: Engeland heeft in vele gevallen vroe ger andere volken overvallen en'onderwor pen. Dat was natuurlijk afkeurenswaardig. Het schijnt echter tevens te moeten bewij zen, dat het niet afkeurenswaardig is als een ander nu hetzelfde doet. Maar dat Italië hetzelfde heeft gedaan wordt tegelijkertijd weder heftig ontkend. „Tegenover de vast heid van de spil RomeBerlyn, zoo besluit de Börsenzeitung haar betoog, en tegenover de verheven duidelijkheid van de politiek van deze twee landen zijn alle hier geken schetste ondernemingen van de politiek der tegenstanders te beschouwen als over haaste en zenuwachtige en daarbij on vruchtbare stooten in de lucht". United Press heeft uit betrouwbare diplomatieke bronnen vernomen, dat de Britsche regeering pogingen aanwendt, om zich de Bulgaarsche vriendschap te verzekeren, doch èn in Sofia èn in Bel grado is men de meening toegedaan, dat deze pogingen rijkelijk laat komen. Mocht de crisis zich dus verscherpen en Bulgarije gedwongen worden, kleur te bekennen, dan is het mogelijk, dat het de zijde van de as-mogendheden zal kiezen. De Britsche kringen melden intusschen, dat Londen nog geen definitieve beloften aan Sofia heeft gedaan. Wel zou Engeland een einde wenschen te maken aan een toe stand, dien men gedurende twintig jaren heeft „veronachtzaamd". De Britsche gezant George Rendle heeft dan ook in het week end een bezoek aan den premier George Kiosseivanoff gebracht. De onderwerpen, die Rendle en Kiosseivanoff hebben behandeld, waren van algemeenen aard en Engeland heeft geen vastomlijnde voorstellen gedaan, noch iets gevraagd. Kiosseivanoff zou er op gewezen hebben, dat er in Bulgarije een sterke strooming be staat voor territoriale herziening, maar hij voegde er aan toe, dat de regeering haar best deed om, met het oog op den interna tionalen vrede, dezen eisch tegen te gaan. Wanneer de nationale vergadering a.s. Woensdag bijeen zal komen, zal daarom de oppositie zeker trachten, de regeering Kios seivanoff ten val te brengen, maar de pre mier zelf is van meening, dat hij deze po ging met succes zal doorstaan. Er zijn geen aanwijzingen, die de geruch ten bevestigen, als zou de Duitsche diploma tie trachten, Bulgarije aan de as te verbin den. Er wordt echter op gewezen, dat een delegatie, samengesteld uit vooraanstaande Bulgaren, zich naar Berlyn zal begeven, om tegenwoordig te zijn bij de feestelijkhe den ter gelegenheid van den verjaardag van den Führer. Er gaan zelfs geruchten, dat de Bulgaarsche minister Draganoff, die Zater dag naar Berlijn is vertrokken, een belang rijke boodschap voor de Duitsche regeering overbrengt. Maar ook van deze geruchten kon in het geheel geen bevestiging worden verkregen. Er bestaat te Sofia ontegenzeggelijk een groote sympathie voor de democratie, even als in 1915, toen er een sterke sympathie voor de Russen bestond. De Bulgaarsche handel echter is afhankelijk van Duitsch land. Bovendien is het zoo goed als uitge sloten, dat me., in geval van oorlog directe hulp van Engeland en Frankrijk zou mogen verwachten. Deze beide factoren drijven Bulgarije in de richting Berlijn. In diplo matieke kringen is men van meening, dat Bulgarije, tot het laatste moment zal wach ten met het nemen van zijn beslissing, in dien althans deze noodzakelijkheid zich ooit aan het land opdringt. Bulgarije heeft, zooals men weet, territo riale eischen. Van Roemenië wenscht het af stand van Zuid-Dobroetsja; het wil verder een corridor naar de Aegeische zee. En, bo vendien, eenige kleine grenswijzigingen ten koste van Joego-Slavië. Mochten deze wenschen door toedoen van de Westersche mogendheden tot stand komen, dan, zoo wordt algemeen verwacht, zal men minstens op de neutraliteit van Bulgarije kunnen rekenen, doch het zal zeer moeilijk zyn, dit alles nog op het laatste oogenblik ten gunste van Bulgarije te regelen. De „United Press"-correspondent heeft ook Constantin Stanisheff, den laatsten pre sident van het Macedonische nationale co mité, geïnterviewd. Dit comité werd in 1934 ontbonden, toen de nieuwe regeering te Sofia na een staatsgreep alle Macedonische activiteit verbood en de vriendschap van Zuid-Slavië heeft gezocht. Stanisheff zeide, dat hij hoopte, dat Italië Grieksch Macedonië zou bezetten en de Macedoniërs ,,uit de Grieksche slavernij" zou redden. „Ik ben zeker", zoo ging Stanis heff verder, „dat onze broeders in Grieken land gelukkiger zouden zyn onder bestuur van Italië dan onder dat van Griekenland, w.o. zij zelfs niet hun moedertaal, het Bul- gaarsch, mogen spreken, waar zij geen min derheid-rechten genieten en aan de dicta tuur van Athene zyn overgeleverd". Stanisheff hoopte dat Zuid-Slavië en Bul garije er in zouden slagen, vrienden te blijven. Hij zeide, dat het voor Macedonië veel beter zou zijn dat, indien het niet bij Bulgarije gevoegc' zou kunnen worden of zelfstandig zou kunnen worden (het laat ste scheen hem zeer onwaarschijnlijk) en 't als een protectoraat onder een anderen staat, onverschillig welken, zou komen, dan onder het juk van Griekenland te moeten voortleven. Het Bulgaarsche deel van Ma cedonië, het district Petrich, werd echter door Stanisheff hiervan uitgezonderd, Manschappen van verschillende lich tingen, doch voor het meerendeel van de lichting 1912, zyn gisteren naar ge meld wordt, onder de wapenen geroe pen voor een korten tijd, teneinde de plaats in te nemen van de naar Albanië gezonden troepen. Officiëele Italiaan sche kringen weigeren het opgeroepen aantal nader aan te geven, doch volgens de geruchten gaat het om ongeveer 200.000 man. Officieel wordt medegedeeld, dat door het onder de wapenen roepen van de geheele lichtingen 1901 en 1912, door het reeds onder de wapenen zijn van de geheele lich tingen 1917 en 1918 en kleine contingenten van de lichting 1919 en door gedeeltelijk onder de wapenen roepen van specialisten van andere lichtingen, de troepensterkte van het Italiaansche leger in het moeder land een indrukwekkend peil heeft bereikt. Tenzij zich buitengewone omstandigheden voordoen, zullen geen andere lichtingen oDder de wapenen worden geroepen. 900.000 man onder de wapenen. Het aantal Italianen, dat momenteel onder de wapenen is (dus de inheemsche troepen uitgezonderd) bedraagt ongeveer 900.000. De lichting 1912 wordt in totaal op 250.000 man geschat. De lichting 1902 is slechts gedeelte lijk opgeroepen: cngeveer 80.000 man, zoo dat dus het totale aantal nieuwe reservisten 330.000 man bedraagt. Gedurende de afgeloopen 48 uur zijn vol gens Reuter in Zuid-Slavië zekere militaire voorzorgsmaatregelen genomen. Verschei dene lichtingen reservisten zijn opgeroepen, in hoofdzaak voor het derde leger in de districten, waarin het grootste deel der Zuid-SlavischAlbaneesche grenzen ligt. Men gelooft, dat dergelijke maatregelen aan andere deelen der grenzen zijn geno men. Het derde l°gtr ligt in garnizoen te Skolpje in Macedonië. Zie verder Buitenland pag. 1, 3e blad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1