I&uitletou DE AMATEUR DETECTIVE Belaste inkomens per in woner iets hooger. Groote verschillen in den economischen toestand. Kinderen speelden met vuur. Felle brand in rietopslag- plaats. Was bang de straat over te steken. Nu bevrijd van alle rheumatische pijnen Naar het Engelach van ANTHONY BERKELEY TWE£DE BLAD. Voor de 42 economisch-geografische gebieden, waarin ons land kan verdeeld worden, wordt in de zoo juist verschenen derde aflevering van het maandschrift van het centraal bureau voor de statistiek een vergelijking gemaakt tusschen 't eerste en laatste jaar. waarvoor deze gegevens be kend zijn (1930/1931 en 1937/1938) en een drietal tusschenliggende jaren. Duidelijk blijkt uit die cijfers, dat onder den invloed van de in het najaar van 1929 ingetreden economische crisis van elke 1000 inwoners als regel een geleidelijk kleiner gedeelte aangeslagen is in de in komsten- en vermogensbelasting. Evenwel zetten deze dalingen zich niet steeds voort tot 19o'/1938. Zoo is het gemiddelde bedrag der belaste inkomens per inwoner over 1937/1938 voor 29 van de 42 econo misch-geografische gebieden hooger dan over 1936/1937, terwijl dit voor het gemiddelde bedrag der belarte vermogens het geval is voor alle ge bieden. Hoewel uit de cijfers van laatst be doeld jaar een verbetering van den economischen toestand mag worden afgeleid, dient toch hierbij opgemerkt, dat alle gemiddelde bedragen over 1937/1938 beneden die over 1930/1931 blijven. De hoogste gemiddelde inkomens per inwoner worden over 1937/1938 aange troffen in de gebieden 's-Gravenhage en omstreken 5699, en het Gooi en Oostelijk Utrecht 508. In 4 gebieden ligt dit ge middeld bedrag tusschen 400 en 500, in 5 gebieden tusschen 300 en 400, in 21 gebieden tusschen 200 en 300 en in 10 gebieden tusschen 100 en 203. Het laag ste bedrag komt in het gebied der Drent- .sche veenstreken voor 115). De hoogste gemiddelde vermogens per inwoner worden over 1937/1938 aange troffen in de gebieden het Gooi en Ooste lijk Utrecht 3619, 's-Gravenhage en om streken 3538 en de duinstreken in mid den- en zuidelijk Noordholland en in Zuid- Holland 2848. In 2 gebieden ligt dit ge middelde bedrag tusschen 2000 en 2500, in 2 gebieden tusschen 1500 en 2000, in 17 gebieden tusschen 1000 en 1500 en in eveneens 17 gebieden tusschen 500 en 1000, terwijl alleen voor de mijnstreek in Limburg een nog lager ge middelde gevonden wordt 348). Voor overeenkomstige gegevens betref fende elk der ruim 1000 gemeenten, moge verwezen worden naar de onlangs versche nen „statistiek der inkomens en vermo gens in Nederland 1937/1938", waarin te vens eenige grafieken zijn opgenomen, die een duidelijk beeld geven van de groote verschillen in den economischen toestand der bevolking in de verschillende deelen van ons land. Doordat kinderen met vuur speelden, is om twee uur brand ontstaan in een groote opslagplaats van den heer Schweitzer, opper-brandmeester te Drimmelen (gem. Made). In de opslagplaats bevond zich 45.000 K.G. riet en een groote hoeveelheid beschoeiïngsmateriaal. De brand nam een grooten omvang aan en dreigde de om liggende woningen aan te tasten. De plaat selijke brandweer moest de assistentie in roepen van de brandweer van Breda, die spoedig ter plaatse was. Na een uur slaagde men er toen in het vuur onder de knie te krijgen en was het gevaar voor uitbreiding geweken. Het woonhuis van den heer Schweitzer, dat reeds door de vlammen was aangetast, wist men te behouden. De schuur, waarin het riet en het beschoeiïngs materiaal was opgeslagen, werd met den inhour een prooi der vlammen. De schade wordt door verzekering gedekt. BRAND TE LUNTEREN. Door nog onbekende oorzaak is gisteren brand uitgebroken in een groot steenen gebouw aan den Berkhofweg, toebehoorende aan den heer J. Alblas te Lunteren. Het gebouw brandde tot den grond toe af en de geheele inventaris ging verloren. Deze bestond voor wat de bovenverdieping be treft, uit meubilair, een wandbekleeding en gramofoonplaten, toebehoorende aan een ontspanningsvereeniging, die daar bijeen komsten hield, terwijl in de benedenruimte materialen van het terrein der N. S. B. stonden opgeslagen, die bestonden uit houten schotten, borden en stoelen. Een auto kon nog bijtijds in veiligheid gebracht worden. De brandweer kon zich slechts be palen tot nablusschen. De schade wordt door verzekering gedekt. Omtrent de oor zaak tast men nog in het duister. COMMISSIE „HULP AAN SPANJE". Het bureau van de commissie „Hulp aan Spanje" (onderafdeeling van het „Comité de coördination et d'information pour 1'aide a 1'Espagne republicaineheeft in zijn vergadering van 11 April in principe besloten over te gaan tot opheffing der organisatie „Hulp aan Spanje". Een krachtige actie ten bate der Spaan- sche vluchtelingen in Frankrijk zal de werkzaamheden van „Hulp aan Spanje" afsluiten. DE NATUUR IN DIENS t' DER DEFENSIE. Storm en onweer als afweer tegen luchtaanvallen. Nooit tevoren gepubliceerde proeven. De heer Aug. Veraart te Rijswijk (Z.H.), schrijfv aan International Aero Press: Nu velen zich met bezorgdheid afvra gen, hoe de huidige internationale toestand zich zal ontwikkelen en of er oorlogsge vaar dreigt, komt het mij gewer.scht voor eens te wijzen op een der afweermiddelen, waarover vredelievende naties als de onze beschikken. Reeds herhaaldelijk is er op gewezen, dat het vormen van wolken en neerslag van groot belang is voor de luchtbescher ming en dat krijgsoperaties belangrijk ver traagd kunnen worden door zwaren regenval. Bij proefnemingen, welko door mij met betrekkelijk geringe hulpmiddelen zijn ge houden, en die in tijden van oorlogsdrei ging verhonderdvoudigd kunnen worden, zijn herhaaldelijk recordhoevealheden neerslag gevallen, waarvan enkele hier mogen worden vermeld: le. In de eerste en eenige maand, waar in door mij proefnemingen in de omgeving van Soesterberg en de Bilt zijn gehouden (Juli 1930), is te de Bilt en Utrecht méér neerslag gevallen dan ooit in een Juli maand geregistreerd in deze en de vorige eeuw. 2e. In het eerste en eenige jaar, waarin door mij een achttal proefnemingen van een hoogte van 3000 tot 5000 M. boven het land werden gehouden 1 Juli 1930 tot 1 Juli 1931 is in Nederland meer neer slag gevallen dan ooit geregistreerd in deze en de vorige eeuw, meer in het bij zonder in de provincies waar geëxperi menteerd werd (Noordholland, Zuid- Holland en Utrecht). 3e. N dat ik op 16 September 1935 aan de regeering mededeeling had gedaan van mijn voornemen *>m veel neerslag te ver wekken in verband met het dreigende conflict ItaliëAbessynlë, is er van 16 tot en met 30 September 1935 meer neerslag gevallen dan oeoit ln dezelfde periode ge registreerd. 4e. Nadat ik op 23 September 1938 an dermaal in verband met den dreigenden internationalen toestand aan de regeering mijn voornemen had medegedeeld om veel neerslag te verwekken en met deze proef nemingen begonnen was voor het accoord van München werd bereikt, is er van 29 September tot 12 October in Noord- Nederland, waar geëxperimenteerd werd, meer neerslag gevallen dan ooit in dezelf de periode geregistreerd. Ik heb gemeend enkele dezer feiten te moeten vermelden, teneinde meer kracht bij te zetten aan het vervolg van mijn betoog. DE NATIONALE IN 1938. Verschenen is het jaarverslag over 1930 van de Nationale Levensverzekering Bank N.V. te Rotterdam aan nieuwe verzekerin gen is voor niet minder dan 83 millloen gul den ingeschreven, waardoor het in totaal verzekerde bedrag gestegen is tot ruim 607.000.000. De waarborgen van de Nationale bestaan in de eerste plaats uit een wiskundige reser ve, op 31 December 1938 bedragende ruim 207 millioen gulden. Deze wiskundige reserve te niet alleen op zich zelf bezien zeer aanzienlijk, dcch zij is, op veilige grondslagen berekend, hoog ge waardeerd. Hoewel de Nationale haar wiskundige reserve veilig waardeert, heeft zü daarnaast, ter meerdere zekerheid voor de nakoming van haar verplichtingen, nog een extra reserve gevormd. Deze bedraagt, na ver schillende afschrijvingen en nadat uit de winst van 1938 meer dan 1,2 millioen is bij geschreven, ruim 16 millioen gulden. Als nog verdere waarborg te er een ge plaatst maatschappelijk kapitaal van 5 mil lioen gulden aanwezig. Alles bijeengenomen bedragen de geza menlijke waarborgen tegenover polishouders ruim 228,000.000. Een groote wiskundige reserve, hoe veilig ook berekend, en een extra-reserve, hoe hoog ook opgeveerd, verkrijgen eerst dan werkelijk de beteekertis van waarborgen, indien zij gedekt zijn door goed gekozen, in allen deele veilige en voorzichtig gewaar deerde beleggingen. De Nationale heeft daarom steeds het beginsel gehuldigd: hooge waardeering van de verplichtingen naast lage waardeering van de beleggingen. Dit beginsel, cp conservatief strenge wijze toegepast, werkt het ontstaan van onzicht bare, z.g. „geheime" reserves in de hand, welke de financiëele positie van de Na tionale nog meer kracht verleenen. De hypotheken-portefeuille (65,3 millioen) bestaat uitsluitend uit eerste hypotheken op onderpanden in Nederland; de onderpanden moeten zoowel naar aard en ligging als naar hun waarde boven de verlangde som aan hooge eischen voldoen; dank zij de hooge eischen, welke w(j stellen, heeft zich in den loop van het Jaar 1938 bij onze hypotheken slechts een betrekkelijk gering aantal moei lijkheden voorgedaan. De vaste eigendommen (5,5 millioen) worden niet allen voorzichtig getaxeerd, doch er wordt geregeld en ruim afgeschre ven; zij zijn op 31 December 1938 voor ruim 4 ton lager gewaardeerd dan de taxatie waarde bedraagt. De effecten (32,7 millioen) worden vol gens beurskoers gewaardeerd, of beter ge zegd hoogstens tegen beurskoers, want wij veroorloven ons enkele afwijkingen, welke tot een lagere taxatie leiden en waardoor b(jv. de effecten op 31 December 1938 voor ruim 8 ton lager op de balans zijn gebracht dan hun werkelijke waarde bedroeg. Leeningen aan Provinciën, Gemeenten, enz. (94,7 millioen) zijn .Slechts verleend in die gevallen, waarin alle vereischte waar borgen voor hoofdsom en rente ten volle aanwezig zijn; op 31 December 1938 was er dan ook geen enkele achterstand te signa- leeren. Dit geldt ook voor leeningen met garantie van Rijk, Gemeenten, enz. (10,8 millioen). Leeningen aan polishouders (10,6 mil- lioen) zijn gedekt door de waarde van de polissen, waarop de leeningen zün verstrekt. De aandeelen in dochter- en zuster-maat- schappijen (6,2 millicenT vormen een alles zins aantrekkelijk, veilig en goed rendee- rend bezit. Opmerkelijk is de gröote som, welke de Nationale in 1938 heeft uitgekeerd aan po'is- houders: ruim 15 millioen gulden. Niettegenstaande de daling van de op brengst van alle beleggingen, bedroeg de bedrijfswinst over 1938 nog 2.054.823.06, waarvan ongeveer 60 in de extra-reserve is gevloeid. Aan de verzekerden met recht op aandeel in de winst zal hetzelfde winstbedrag wor den uitgekeerd als ten vorige jare, me* uit zondering overigens van de jongste jaar gangen, voor welke de winstuitkeering op dezelfde wijze zal stijgen als zulks tot nu toe gebruikelijk was. Wat de dochtermaatschappijen betreft, be droeg de winst van de Eerste Rotterdamsche bijna 330.000, van de Vesta f 192.083,13. Met de Arnhemsche Hypotheekbank Is een nauwe samenwerking tot stand gekomen. „Twaalf maanden leed ik de hevigste rheumatische pijnen in mijn belde knieën. Tweemaal werd ik behandeld, maar het gaf niets. Ik kon geen trap op of af. Ik was bang de straat over te steken, want ik was al mijn zelfvertrouwen kwijt. Veertien dagen geleden begon ik met Kruschen Salts en nu ben ik al een heel ander mensch. Ik loop kwiek en steek de straat met een gerust hart over. Mijn pijnen worden steeds minder." D. L. Rheumatische pijnen ontstaan bijna steeds door de schadelijke afvalstoffen, die in Uw oiganisme achterblijven, waarvan urine zuur een der voornaamste is. Kruschen Salts spoort lever, nieren en ingewanden aan tot regelmatige, krachtige werking, waardoor de afvalstoffen langs de natuur lijke kanalen worden verwijderd, waardoor het bloed wordt gezuiverd en de pijnen verminderen, om binnen korten tijd geheel te verdwijnen. Kruschen Salts is uitslui tend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten. EIND MAART 347.919 WERKLOOZEN! De directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbe middeling deelt mede, dat blijkens door het centraal bureau voor de statistiek verstrekte voorloopige gegevens in de week 20 t/m. 25 Maart 1939 bij gesubsi dieerde vereenigingen met werkloozenkas waren aangesloten 579.941 personen (waaronder 75.697 landarbeiders). Van de 504.244 verzekerden, buiten de landarbeiders, was het werkloosheidsper centage 21.9 (in de vorige verslagweek, 6 t/m. 11 Maart 1939, was dit percentage 22.8). Van de 579.941 verzekerden, met inbe grip van de landarbeiders, was het werk loosheidspercentage 21.1 (vorige verslag week 21.9). In de overeenkomstige verslagweek van Maart was 't werkloosheidspercentage voor alle verzekerden in de laatste jaren als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de ^ntages, indien de landarbeiders buiten beschouwing worden gelaten): 1932 24.0 (24.7) 1933 29.4 (29.8) 1934 24.8 (26.4) 1935 28.4 (31.0) 1936 30.8 (33.4) 1937 26.8 (28.7) 1938 24.4 (25.9) 1939 21.1 (21.9) Op 25 Maart waren bij de organen der openbare arbeidsbemiddeling inge schreven 365.601 werkzoekenden, waarvan er 347.919 werkloos waren (nl. 334.524 mannen en 13.395 vrou wen). Het aantal tewerkgestelden is thans ongeveer 1500 en het aantal gesteun- den ruim 10.000 lager dan een maand geleden. De oorzaak hiervan ligt in het feit, dat door werkzaamheden in veenderijen en landbouw een groot aantal personen weder werk vond in het vrije bedrijf. Van de geheel werklooze verzekerden ontvingen er in de verslagweek 19.908 uit- keering uit een werkloozenkas. Het aantal „verzórgden" (tewerkgestel den en gesteunden) was op 25 Maart 1939, volgens voorloopige opgave van den directeur-generaal van de werkverschaf fing en steunverleening, 214.020, op 26 Maart 1938 223.771. (Hieronder bevindt zich een aantal ver zekerden, wier steun bestaat uit een aan vulling van de uitkeering uit hun werk loozenkas). Uit deze cijfers blijkt, dat in één jaar het aantal tewerkgestelden met 21.000 is ver meerderd en het aantal gesteunden met 30 750 is afgenomen, tezamen vormende een vermindering van het aantal verzorg den met 9.750 of bijna 4H Het verschil tusschen het aantal bij de organen der arbeidsbemiddeling ingeschre ven werkloozen en het aantal personen, door verzekering, steun en werkverschaf fing geholpen, wordt mede hierdoor ver klaard. dat onder het aantal verzorgden (dit zijn in hoofdzaak kostwinners van ge zinnen) de werklooze gezinsleden niet worden medegeteld; dezen zijn echter wel als werkzoekenden bij een arbeidsbeurs ingeschreven. Blijkens mededeeling van het werkfonds waren op 25 Maart 1939 bij werken, die met behuip van dit fonds worden uitge. voerd, direct en indirect werkzaam ruim 9000 arbeiders. Bovendien is voor een aantal arbeiders, dat kan worden geraamd op pl.m. 4.500, als gevolg van bedoelde werken werkgelegenheid ontstaan. AAN DE HAMSTERENDE HUISVROUWEN! De prop. commissie v. d. Intern. Vrou. wenb. v. Vrede en Vrijheid schrijft ons: Vele huisvrouwen zijn in 't bezit gekomen van de brochure: „Hamsteren en Hamst®, ren", van de Vereeniging voor Nat. Veilig, heid. Heel goed kunnen we ons voorstellen dat voorraadvorming door particulieren een uitgesproken nationaal belang kan *yn> vooral indien deze voorraadvorming aan den staat bekend is, doordat opgave ervan vep. eischt wordt. Wij huisvrouwen kunnen dus maatrege len nemen voor 't geval er oorlog mocht komen. Niemand spreekt of hoort de2e laatste woorden of hij denkt „Moge deze rnmp voorkomen worden". Ook in bovenge. noemde brochure vinden wü op blz. 5 deze woorden: „Men begrijpt welke moeilijk heden er zullen rijzen wanneer wat God verhoede een oorlog zou uitbreken." Bij deze woorden „Wat God verhoede" dienen wij het volgende wel te bedenken: Oorlog is menschenwerk en kèn dus door menschen voorkomen worden, indien zy luisteren naar Gods stem: „Zalig zijn de Vredestichters, want zij zullen Gods kinde ren genaamd worden". Wij hebben alleen het recht op Gods hulp te bouwen, indien wij leven als Zijn kinderen. Vrouwen, wü willen niet gelooven, dat we den oorlog, dien wij geen van allen wen- schen, niet anders kunnen voorkomen dan door een krankzinnige bewapening, die volgens ieder weldenkend mensch elk land uitput. Wij willen werken voor vrede door rechtspraak en bemiddeling en ons aanslui ten bij die vrouwen die dat sedert 1915 al in 52 landen doen. 18 Mei nadert weer. Vele Nederlandiche vrouwen maken zich dan weer op voor den Vrouwen Vredesgang. Zegt niet: „Het geeft tóch niets!" Wij Nederlandsche vrouwen willen een voorbeeld geven. Nü kunnen we dat nog. Beseft uwe verantwoordelijkheid tegen over uw man, uwe kinderen, uwe medemen- schen. Bidt dat God een oorlog moge ver hoeden. NATIONAAL CONGRES „EEN KWART EEUW KINDERBESCHERMING". De laatste dag. Op den laatsten dag van het nationaal congres te Amsterdam „Een kwart eeuw kinderbescherming" heeft dr. J. Lubsen een referaat gehouden over „De psychotechniek als hulpmiddel bij school- en beroepskeuze". De tweede referent, de heer L. Welling, hoofdinspecteur voor het l.o. te Groningen, sprak over het onderwerp: „Onderwijsver nieuwing is ook kinderbescherming". Onderwijsvernieuwing zoo zeide spr. beoogt niet onkel het verkrijgen van betere resultaten, doch wil in de eerste plaats meer aanpassen aan het kutjnen en kennen van het kind. Ook bij de tegenwoordige schoolorganisatie kan veel gedaan worden, om tegemoet te komen aan de behoeften van het kind en daardoor actief te werken aan „kinderbeschf rming". Noodig is, onder wijsvernieuwing niet alleen ingang te doen vinden bij de onderwijzers, maar ook bij de ouders. Een ande-v onderwijzersopleiding— zoo eindigde spr. is noodzakelijk, voor een blijvende onderwijsverbetering, dus voor kinderbescherming. Des middags werden vier referaten ge houden over het onderwerp: „Omvang, na- deelen en bestrijding der jeugdwerkloos heid" door de heeren A. Borst Pzn,, voor zitter van het Verbond van Prot. Chr, Werkgevers in Nederlcnd; H. Lindeman, secretaris van het Ned. Verbond van Vak verenigingen; mr. B. C. Slotemaker, secr. van het Ned. Verbond v. Werkgevers en Jos. Veldman, vice-voorzitter van het R.K. Werk liedenverbond. 16) In den regel wist Chitterwick wel tact vol om te springen met dit soort van doof heid. In dit geval was zijn belangstelling echter grooter dan zijn gevoel voor tact en hij herhaalde zijn vraag een beetje luider. Maar hij schoot er weinig mee op. „Haar meisjesnaam", echode zij onvrien delijk. „Hoe zou ik die weten? Je kunt toch niet van mij vergen, dat ik alle meisjesna men van de vriendinnen van je moeder zou onthouden?" „Nu ik vind het buitengewoon aardig van haar, dat zij mij uitnoodigt", zei Chit terwick als zacht protest teger het voor oordeel van zijn tante. „In ieder geval zal ik er heen gaan". „Nu", hoonde tante, „het is mij best dui delijk waarom ze je vraagt". „Zoo, en waarom dan, als ik het vragen mag?" „Ze heeft je moeder links laten liggen, zoodra zü haar graaf of hertog had", merk te juffrouw Chitterwick met bitterheid op. „En dan ontdekt ze veertig jaar later plot seling, dat zy er haar heele leven naar verlangd heeft, om onze familie eens weer te zien. Zoo iets zou bü mü niet opkomen". „Maarwaarom zou ze het dan doen, tante?" „Waarom? Omdat je nu beroemd bent, niet waar, hetgeen je blükbaar altijd ge wild hebt". De lila lintjes aan juffrouw Chitterwick's muts trilden van louter sarcasme. „Afge beeld in de krant; hoofdgetuige in een moordproces, wat wil je nog meer! Geen wonder, dat haar is ingevallen, dat zü je moeder gekend heeft!" „Denkt uDenkt u, dat zü mü alleen heeft uitgenoodigd, omdat lkwegens omdat zü gelooft, dat „Omdat je een sensatie bent, ja zeker", vulde juffrouw Chitterwick aan, „men moet wel stapel gek zün, om dat niet di rect te doorzien. Al die gravinnen omringen zich toch met beroemdheden, is het niet' Tooneelspelers en moordenaars, schrüvers en de hemel weet wat al meer. En nu hoor jü daar ook bü". „De hemel beware me", bracht Chitter wick benepen uit. „Ja, als men het zoo be- kükt, dat gravinnen zoo doen. „Nu?" triomfeerde tante, die weer heil zocht bü haar thee. „Dan ga ik natuurlük niet", besloot Chit terwick energiek. Tante liet büna haar kopje vallen. „Niet gaan? Onzin!" „Maar heusch tante, als zü mü niet had gevraagd omdat ik „Toen ik een jong meisje was", zei tante zonder eenigen overgang, .gingen wij leder jaar bü den hertog van Dorset op bezoek. Jouw grootvader werd altyd geïnviteerd om te jagen. Ieder jaar en dan ging ik na tuurlük mee". „Ja, maar tante, als u meent, dat zü mü alleen daarom uitnoodigt, zou ik het erg onaardig „Als men mü goed genoeg vond om bü den hertog te komen, ben jü zeker waardig genoeg om bü een bosch- en weidegravin genoodigd te worden zou ik meenen, vind je ook niet?" stribbelde juffrouw Chitter wick onlogisch tegen. Dus Chitterwick ging. Hü nam, buiten zijn gewone bagage, een gummi warmwaterzak mee zelfs in Juli kon men nooit weten een wollen borst beschermer want zün lieve grootvader was aan een borstkwaal te vroeg ten offer gevallen en men moeat het noodlot niet tarten een katoenen slaapmuts van zün lieven grootvader want als Ambrose's haar nog iets meer uitviel, zou hü volko men kaal z(1n en twee doode motten, die bü vergissing daarin gekomen waren. De bediende in Riversmead Priory, die zün koffer uitpakte, behandelde alles, behalve de twee motten, met den noodigen eerbied. Natuurlük wist Chitterwick, dat hü moest gaan, als tante dat eenmaal zoo beslist had, maar hü zag nog een middel om, althans in zün eigen oogen, zün onafhankelükheid als man te bewaren. Riversmead lag maar een paar kilometer van Earlshaze verwü- derd en ofschoon dit feit natuurlük de cy nische opvatting van mejuffrouw Chitter wick, ten opzichte van de uitnoodiging, kracht büzette, zou het hem, den hoofdge tuige, ln de gelegenheid stellen, het plaats je eens te bezoeken. Daar zou hü veel over de jeugd van majoor Sinclair en over diens karakter kunnen vernemen, wat voor hem niet alleen van belang zou zyn maar dat hem misschien in staat zou stellen om de politie nog verder van nut te zün. Dit wa ren zoo ongeveer de gedachten van Chit terwick, toen hü zich na zün aankomst voor het diner aan het kleeden was. Tot nu toe had hü nog niemand gezien. Zijn trein was met vertraging aangekomen en de reis was nog tamelük lang. Chitter wick was nog net op tüd gekomen, om zich op zün gemak te verkleeden en was alleen door den butler ontvangen, die liet door schemeren, dat er weliswaar een veront schuldiging was voor zün te laat komen, maar dat zooiets een gentleman toch niet zou overkomen. Chitterwick voelde zich niet op zün ge mak. De gedachte, dat hü die mooi gevorm de trap af moest gaan om in een kamer met hem volkomen onbekenden te komen, gaf hem een onbehaaglük gevoel. Toen hü voor het laatst nog eens aan zün strikje trok en ten overvloede en heelemaal overbodig nog eens zün paar haren bor stelde, wenschte hü van ganscher harte, dat hü hier nooit was aangekomen. Hü was een rustig, vreedzaam man, heelemaal tevreden met zijn tante, zün criminologie en zün postzegelverzameling, en bü vreem de menschen op visite gaan, vond hü een bezoeking. Maar nu was hü er eenmaal, dus moeat hü ook naar beneden gaan. De anderen wachtten al allemaal in de reusachtige hall, waarin de trap uitkwam, maar Chitterwick. die vol waardigheid de trap afkwam, had geen tüd om naar de lambrizeering. de vensters met bogen of de wapenuitrustingen, die aan den wand hingen, te kijken. Hy zocht koortsachtig onder het groepje menschen in den uiter sten hoek van de hall naar de gastvrouw, die met zyn moeder op school was geweest. Want het is erg pünlük voor den gut, wanneer hü de verkeerde als gastvrouw begroet Gelukkig werd dit probleem voor hem opgelost. Een dame met een zachte foae japon, met erg krullend haar, blauwe oogen, een be- tooverenden glimlach, stond op en kwam de hall door om hem te begroeten. ZÜ wis bü de trap, op hetzelfde oogenblik, als Chitterwick daar was aangeland. „Goeden avond, münheer Chitterwick", zei ze vriendelijk en lachte hem zoo strel end toe, dat Chitterwick een oogenblik de illusie had, dat dit het groote moment was, waarop deze dame zoo lang had gewacht. „Het spüt me erg, dat lk er niet was, toen u aankwam. Het is kolossaal moedig van u om hier te komen, om u aan een groep onbekenden over te leveren. Vreemden zijn afschuwelük, vindt u ook niet? Maar laten eerst «en cocktail drinken". Lhitterwick zag er een beetje onzeker en verwonderd uit. Deze dame was gelük me* zyn moeder op school geweest; zÜ moest dus minstens zestig jaar zün en toch zeg zy er niet ouder dan twee en dertig uit. En dan zag Chitterwick zün vergiuinS j tl ,was dui<*elük: zü was niet, zü kon lady Milborne niet zün. Zij was natuurlijk haar dochter. Lieve hemel! (Wordt vervolgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6