I&uitletou
DE AMATEUR
DETECTIVE
Belaste inkomens per in
woner iets hooger.
Groote verschillen in den
economischen
toestand.
Kinderen speelden met
vuur.
Felle brand in rietopslag-
plaats.
Was bang de straat over te steken.
Nu bevrijd van alle rheumatische pijnen
Naar het Engelach van
ANTHONY BERKELEY
TWE£DE BLAD.
Voor de 42 economisch-geografische
gebieden, waarin ons land kan verdeeld
worden, wordt in de zoo juist verschenen
derde aflevering van het maandschrift van
het centraal bureau voor de statistiek een
vergelijking gemaakt tusschen 't eerste en
laatste jaar. waarvoor deze gegevens be
kend zijn (1930/1931 en 1937/1938) en
een drietal tusschenliggende jaren.
Duidelijk blijkt uit die cijfers, dat onder
den invloed van de in het najaar van 1929
ingetreden economische crisis van elke
1000 inwoners als regel een geleidelijk
kleiner gedeelte aangeslagen is in de in
komsten- en vermogensbelasting. Evenwel
zetten deze dalingen zich niet steeds
voort tot 19o'/1938.
Zoo is het gemiddelde bedrag der
belaste inkomens per inwoner over
1937/1938 voor 29 van de 42 econo
misch-geografische gebieden hooger
dan over 1936/1937, terwijl dit voor
het gemiddelde bedrag der belarte
vermogens het geval is voor alle ge
bieden.
Hoewel uit de cijfers van laatst be
doeld jaar een verbetering van den
economischen toestand mag worden
afgeleid, dient toch hierbij opgemerkt,
dat alle gemiddelde bedragen over
1937/1938 beneden die over 1930/1931
blijven.
De hoogste gemiddelde inkomens per
inwoner worden over 1937/1938 aange
troffen in de gebieden 's-Gravenhage en
omstreken 5699, en het Gooi en Oostelijk
Utrecht 508. In 4 gebieden ligt dit ge
middeld bedrag tusschen 400 en 500, in
5 gebieden tusschen 300 en 400, in 21
gebieden tusschen 200 en 300 en in 10
gebieden tusschen 100 en 203. Het laag
ste bedrag komt in het gebied der Drent-
.sche veenstreken voor 115).
De hoogste gemiddelde vermogens per
inwoner worden over 1937/1938 aange
troffen in de gebieden het Gooi en Ooste
lijk Utrecht 3619, 's-Gravenhage en om
streken 3538 en de duinstreken in mid
den- en zuidelijk Noordholland en in Zuid-
Holland 2848. In 2 gebieden ligt dit ge
middelde bedrag tusschen 2000 en
2500, in 2 gebieden tusschen 1500 en
2000, in 17 gebieden tusschen 1000 en
1500 en in eveneens 17 gebieden tusschen
500 en 1000, terwijl alleen voor de
mijnstreek in Limburg een nog lager ge
middelde gevonden wordt 348).
Voor overeenkomstige gegevens betref
fende elk der ruim 1000 gemeenten, moge
verwezen worden naar de onlangs versche
nen „statistiek der inkomens en vermo
gens in Nederland 1937/1938", waarin te
vens eenige grafieken zijn opgenomen, die
een duidelijk beeld geven van de groote
verschillen in den economischen toestand
der bevolking in de verschillende deelen
van ons land.
Doordat kinderen met vuur speelden, is
om twee uur brand ontstaan in een groote
opslagplaats van den heer Schweitzer,
opper-brandmeester te Drimmelen (gem.
Made). In de opslagplaats bevond zich
45.000 K.G. riet en een groote hoeveelheid
beschoeiïngsmateriaal. De brand nam een
grooten omvang aan en dreigde de om
liggende woningen aan te tasten. De plaat
selijke brandweer moest de assistentie in
roepen van de brandweer van Breda, die
spoedig ter plaatse was. Na een uur slaagde
men er toen in het vuur onder de knie te
krijgen en was het gevaar voor uitbreiding
geweken. Het woonhuis van den heer
Schweitzer, dat reeds door de vlammen
was aangetast, wist men te behouden. De
schuur, waarin het riet en het beschoeiïngs
materiaal was opgeslagen, werd met den
inhour een prooi der vlammen. De schade
wordt door verzekering gedekt.
BRAND TE LUNTEREN.
Door nog onbekende oorzaak is gisteren
brand uitgebroken in een groot steenen
gebouw aan den Berkhofweg, toebehoorende
aan den heer J. Alblas te Lunteren. Het
gebouw brandde tot den grond toe af en de
geheele inventaris ging verloren. Deze
bestond voor wat de bovenverdieping be
treft, uit meubilair, een wandbekleeding en
gramofoonplaten, toebehoorende aan een
ontspanningsvereeniging, die daar bijeen
komsten hield, terwijl in de benedenruimte
materialen van het terrein der N. S. B.
stonden opgeslagen, die bestonden uit
houten schotten, borden en stoelen. Een
auto kon nog bijtijds in veiligheid gebracht
worden. De brandweer kon zich slechts be
palen tot nablusschen. De schade wordt
door verzekering gedekt. Omtrent de oor
zaak tast men nog in het duister.
COMMISSIE „HULP AAN SPANJE".
Het bureau van de commissie „Hulp aan
Spanje" (onderafdeeling van het „Comité
de coördination et d'information pour
1'aide a 1'Espagne republicaineheeft in
zijn vergadering van 11 April in principe
besloten over te gaan tot opheffing der
organisatie „Hulp aan Spanje".
Een krachtige actie ten bate der Spaan-
sche vluchtelingen in Frankrijk zal de
werkzaamheden van „Hulp aan Spanje"
afsluiten.
DE NATUUR IN DIENS t' DER
DEFENSIE.
Storm en onweer als afweer tegen
luchtaanvallen.
Nooit tevoren gepubliceerde
proeven.
De heer Aug. Veraart te Rijswijk (Z.H.),
schrijfv aan International Aero Press:
Nu velen zich met bezorgdheid afvra
gen, hoe de huidige internationale toestand
zich zal ontwikkelen en of er oorlogsge
vaar dreigt, komt het mij gewer.scht voor
eens te wijzen op een der afweermiddelen,
waarover vredelievende naties als de
onze beschikken.
Reeds herhaaldelijk is er op gewezen,
dat het vormen van wolken en neerslag
van groot belang is voor de luchtbescher
ming en dat krijgsoperaties belangrijk ver
traagd kunnen worden door zwaren
regenval.
Bij proefnemingen, welko door mij met
betrekkelijk geringe hulpmiddelen zijn ge
houden, en die in tijden van oorlogsdrei
ging verhonderdvoudigd kunnen worden,
zijn herhaaldelijk recordhoevealheden
neerslag gevallen, waarvan enkele hier
mogen worden vermeld:
le. In de eerste en eenige maand, waar
in door mij proefnemingen in de omgeving
van Soesterberg en de Bilt zijn gehouden
(Juli 1930), is te de Bilt en Utrecht méér
neerslag gevallen dan ooit in een Juli
maand geregistreerd in deze en de vorige
eeuw.
2e. In het eerste en eenige jaar, waarin
door mij een achttal proefnemingen van
een hoogte van 3000 tot 5000 M. boven het
land werden gehouden 1 Juli 1930 tot
1 Juli 1931 is in Nederland meer neer
slag gevallen dan ooit geregistreerd in
deze en de vorige eeuw, meer in het bij
zonder in de provincies waar geëxperi
menteerd werd (Noordholland, Zuid-
Holland en Utrecht).
3e. N dat ik op 16 September 1935 aan
de regeering mededeeling had gedaan van
mijn voornemen *>m veel neerslag te ver
wekken in verband met het dreigende
conflict ItaliëAbessynlë, is er van 16 tot
en met 30 September 1935 meer neerslag
gevallen dan oeoit ln dezelfde periode ge
registreerd.
4e. Nadat ik op 23 September 1938 an
dermaal in verband met den dreigenden
internationalen toestand aan de regeering
mijn voornemen had medegedeeld om veel
neerslag te verwekken en met deze proef
nemingen begonnen was voor het accoord
van München werd bereikt, is er van 29
September tot 12 October in Noord-
Nederland, waar geëxperimenteerd werd,
meer neerslag gevallen dan ooit in dezelf
de periode geregistreerd.
Ik heb gemeend enkele dezer feiten te
moeten vermelden, teneinde meer kracht
bij te zetten aan het vervolg van mijn
betoog.
DE NATIONALE IN 1938.
Verschenen is het jaarverslag over 1930
van de Nationale Levensverzekering Bank
N.V. te Rotterdam aan nieuwe verzekerin
gen is voor niet minder dan 83 millloen gul
den ingeschreven, waardoor het in totaal
verzekerde bedrag gestegen is tot ruim
607.000.000.
De waarborgen van de Nationale bestaan
in de eerste plaats uit een wiskundige reser
ve, op 31 December 1938 bedragende ruim
207 millioen gulden.
Deze wiskundige reserve te niet alleen op
zich zelf bezien zeer aanzienlijk, dcch zij is,
op veilige grondslagen berekend, hoog ge
waardeerd.
Hoewel de Nationale haar wiskundige
reserve veilig waardeert, heeft zü daarnaast,
ter meerdere zekerheid voor de nakoming
van haar verplichtingen, nog een extra
reserve gevormd. Deze bedraagt, na ver
schillende afschrijvingen en nadat uit de
winst van 1938 meer dan 1,2 millioen is bij
geschreven, ruim 16 millioen gulden.
Als nog verdere waarborg te er een ge
plaatst maatschappelijk kapitaal van 5 mil
lioen gulden aanwezig.
Alles bijeengenomen bedragen de geza
menlijke waarborgen tegenover polishouders
ruim 228,000.000.
Een groote wiskundige reserve, hoe veilig
ook berekend, en een extra-reserve, hoe
hoog ook opgeveerd, verkrijgen eerst dan
werkelijk de beteekertis van waarborgen,
indien zij gedekt zijn door goed gekozen, in
allen deele veilige en voorzichtig gewaar
deerde beleggingen. De Nationale heeft
daarom steeds het beginsel gehuldigd: hooge
waardeering van de verplichtingen naast
lage waardeering van de beleggingen.
Dit beginsel, cp conservatief strenge wijze
toegepast, werkt het ontstaan van onzicht
bare, z.g. „geheime" reserves in de hand,
welke de financiëele positie van de Na
tionale nog meer kracht verleenen.
De hypotheken-portefeuille (65,3 millioen)
bestaat uitsluitend uit eerste hypotheken op
onderpanden in Nederland; de onderpanden
moeten zoowel naar aard en ligging als naar
hun waarde boven de verlangde som aan
hooge eischen voldoen; dank zij de hooge
eischen, welke w(j stellen, heeft zich in den
loop van het Jaar 1938 bij onze hypotheken
slechts een betrekkelijk gering aantal moei
lijkheden voorgedaan.
De vaste eigendommen (5,5 millioen)
worden niet allen voorzichtig getaxeerd,
doch er wordt geregeld en ruim afgeschre
ven; zij zijn op 31 December 1938 voor ruim
4 ton lager gewaardeerd dan de taxatie
waarde bedraagt.
De effecten (32,7 millioen) worden vol
gens beurskoers gewaardeerd, of beter ge
zegd hoogstens tegen beurskoers, want wij
veroorloven ons enkele afwijkingen, welke
tot een lagere taxatie leiden en waardoor
b(jv. de effecten op 31 December 1938 voor
ruim 8 ton lager op de balans zijn gebracht
dan hun werkelijke waarde bedroeg.
Leeningen aan Provinciën, Gemeenten,
enz. (94,7 millioen) zijn .Slechts verleend in
die gevallen, waarin alle vereischte waar
borgen voor hoofdsom en rente ten volle
aanwezig zijn; op 31 December 1938 was er
dan ook geen enkele achterstand te signa-
leeren.
Dit geldt ook voor leeningen met garantie
van Rijk, Gemeenten, enz. (10,8 millioen).
Leeningen aan polishouders (10,6 mil-
lioen) zijn gedekt door de waarde van de
polissen, waarop de leeningen zün verstrekt.
De aandeelen in dochter- en zuster-maat-
schappijen (6,2 millicenT vormen een alles
zins aantrekkelijk, veilig en goed rendee-
rend bezit.
Opmerkelijk is de gröote som, welke de
Nationale in 1938 heeft uitgekeerd aan po'is-
houders: ruim 15 millioen gulden.
Niettegenstaande de daling van de op
brengst van alle beleggingen, bedroeg de
bedrijfswinst over 1938 nog 2.054.823.06,
waarvan ongeveer 60 in de extra-reserve
is gevloeid.
Aan de verzekerden met recht op aandeel
in de winst zal hetzelfde winstbedrag wor
den uitgekeerd als ten vorige jare, me* uit
zondering overigens van de jongste jaar
gangen, voor welke de winstuitkeering op
dezelfde wijze zal stijgen als zulks tot nu
toe gebruikelijk was.
Wat de dochtermaatschappijen betreft, be
droeg de winst van de Eerste Rotterdamsche
bijna 330.000, van de Vesta f 192.083,13.
Met de Arnhemsche Hypotheekbank Is een
nauwe samenwerking tot stand gekomen.
„Twaalf maanden leed ik de hevigste
rheumatische pijnen in mijn belde knieën.
Tweemaal werd ik behandeld, maar het
gaf niets. Ik kon geen trap op of af. Ik was
bang de straat over te steken, want ik was
al mijn zelfvertrouwen kwijt. Veertien
dagen geleden begon ik met Kruschen
Salts en nu ben ik al een heel ander
mensch. Ik loop kwiek en steek de straat
met een gerust hart over. Mijn pijnen
worden steeds minder." D. L.
Rheumatische pijnen ontstaan bijna steeds
door de schadelijke afvalstoffen, die in Uw
oiganisme achterblijven, waarvan urine
zuur een der voornaamste is. Kruschen
Salts spoort lever, nieren en ingewanden
aan tot regelmatige, krachtige werking,
waardoor de afvalstoffen langs de natuur
lijke kanalen worden verwijderd, waardoor
het bloed wordt gezuiverd en de pijnen
verminderen, om binnen korten tijd geheel
te verdwijnen. Kruschen Salts is uitslui
tend verkrijgbaar bij alle apothekers en
drogisten.
EIND MAART 347.919 WERKLOOZEN!
De directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbe
middeling deelt mede, dat blijkens door
het centraal bureau voor de statistiek
verstrekte voorloopige gegevens in de
week 20 t/m. 25 Maart 1939 bij gesubsi
dieerde vereenigingen met werkloozenkas
waren aangesloten 579.941 personen
(waaronder 75.697 landarbeiders).
Van de 504.244 verzekerden, buiten de
landarbeiders, was het werkloosheidsper
centage 21.9 (in de vorige verslagweek,
6 t/m. 11 Maart 1939, was dit percentage
22.8).
Van de 579.941 verzekerden, met inbe
grip van de landarbeiders, was het werk
loosheidspercentage 21.1 (vorige verslag
week 21.9).
In de overeenkomstige verslagweek van
Maart was 't werkloosheidspercentage voor
alle verzekerden in de laatste jaren als
volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de
^ntages, indien de landarbeiders buiten
beschouwing worden gelaten):
1932
24.0
(24.7)
1933
29.4
(29.8)
1934
24.8
(26.4)
1935
28.4
(31.0)
1936
30.8
(33.4)
1937
26.8
(28.7)
1938
24.4
(25.9)
1939
21.1
(21.9)
Op 25 Maart waren bij de organen der
openbare arbeidsbemiddeling inge
schreven 365.601 werkzoekenden,
waarvan er 347.919 werkloos waren
(nl. 334.524 mannen en 13.395 vrou
wen).
Het aantal tewerkgestelden is thans
ongeveer 1500 en het aantal gesteun-
den ruim 10.000 lager dan een maand
geleden.
De oorzaak hiervan ligt in het feit, dat
door werkzaamheden in veenderijen en
landbouw een groot aantal personen weder
werk vond in het vrije bedrijf.
Van de geheel werklooze verzekerden
ontvingen er in de verslagweek 19.908 uit-
keering uit een werkloozenkas.
Het aantal „verzórgden" (tewerkgestel
den en gesteunden) was op 25 Maart 1939,
volgens voorloopige opgave van den
directeur-generaal van de werkverschaf
fing en steunverleening, 214.020, op 26
Maart 1938 223.771.
(Hieronder bevindt zich een aantal ver
zekerden, wier steun bestaat uit een aan
vulling van de uitkeering uit hun werk
loozenkas).
Uit deze cijfers blijkt, dat in één jaar het
aantal tewerkgestelden met 21.000 is ver
meerderd en het aantal gesteunden met
30 750 is afgenomen, tezamen vormende
een vermindering van het aantal verzorg
den met 9.750 of bijna 4H
Het verschil tusschen het aantal bij de
organen der arbeidsbemiddeling ingeschre
ven werkloozen en het aantal personen,
door verzekering, steun en werkverschaf
fing geholpen, wordt mede hierdoor ver
klaard. dat onder het aantal verzorgden
(dit zijn in hoofdzaak kostwinners van ge
zinnen) de werklooze gezinsleden niet
worden medegeteld; dezen zijn echter wel
als werkzoekenden bij een arbeidsbeurs
ingeschreven.
Blijkens mededeeling van het werkfonds
waren op 25 Maart 1939 bij werken, die
met behuip van dit fonds worden uitge.
voerd, direct en indirect werkzaam ruim
9000 arbeiders. Bovendien is voor een
aantal arbeiders, dat kan worden geraamd
op pl.m. 4.500, als gevolg van bedoelde
werken werkgelegenheid ontstaan.
AAN DE HAMSTERENDE
HUISVROUWEN!
De prop. commissie v. d. Intern. Vrou.
wenb. v. Vrede en Vrijheid schrijft ons:
Vele huisvrouwen zijn in 't bezit gekomen
van de brochure: „Hamsteren en Hamst®,
ren", van de Vereeniging voor Nat. Veilig,
heid. Heel goed kunnen we ons voorstellen
dat voorraadvorming door particulieren een
uitgesproken nationaal belang kan *yn>
vooral indien deze voorraadvorming aan den
staat bekend is, doordat opgave ervan vep.
eischt wordt.
Wij huisvrouwen kunnen dus maatrege
len nemen voor 't geval er oorlog mocht
komen. Niemand spreekt of hoort de2e
laatste woorden of hij denkt „Moge deze
rnmp voorkomen worden". Ook in bovenge.
noemde brochure vinden wü op blz. 5 deze
woorden: „Men begrijpt welke moeilijk
heden er zullen rijzen wanneer wat God
verhoede een oorlog zou uitbreken."
Bij deze woorden „Wat God verhoede"
dienen wij het volgende wel te bedenken:
Oorlog is menschenwerk en kèn dus door
menschen voorkomen worden, indien zy
luisteren naar Gods stem: „Zalig zijn de
Vredestichters, want zij zullen Gods kinde
ren genaamd worden". Wij hebben alleen
het recht op Gods hulp te bouwen, indien
wij leven als Zijn kinderen.
Vrouwen, wü willen niet gelooven, dat we
den oorlog, dien wij geen van allen wen-
schen, niet anders kunnen voorkomen dan
door een krankzinnige bewapening, die
volgens ieder weldenkend mensch elk land
uitput. Wij willen werken voor vrede door
rechtspraak en bemiddeling en ons aanslui
ten bij die vrouwen die dat sedert 1915 al
in 52 landen doen.
18 Mei nadert weer. Vele Nederlandiche
vrouwen maken zich dan weer op voor den
Vrouwen Vredesgang. Zegt niet: „Het geeft
tóch niets!" Wij Nederlandsche vrouwen
willen een voorbeeld geven. Nü kunnen we
dat nog.
Beseft uwe verantwoordelijkheid tegen
over uw man, uwe kinderen, uwe medemen-
schen. Bidt dat God een oorlog moge ver
hoeden.
NATIONAAL CONGRES „EEN KWART
EEUW KINDERBESCHERMING".
De laatste dag.
Op den laatsten dag van het nationaal
congres te Amsterdam „Een kwart eeuw
kinderbescherming" heeft dr. J. Lubsen een
referaat gehouden over „De psychotechniek
als hulpmiddel bij school- en beroepskeuze".
De tweede referent, de heer L. Welling,
hoofdinspecteur voor het l.o. te Groningen,
sprak over het onderwerp: „Onderwijsver
nieuwing is ook kinderbescherming".
Onderwijsvernieuwing zoo zeide spr.
beoogt niet onkel het verkrijgen van betere
resultaten, doch wil in de eerste plaats
meer aanpassen aan het kutjnen en kennen
van het kind. Ook bij de tegenwoordige
schoolorganisatie kan veel gedaan worden,
om tegemoet te komen aan de behoeften
van het kind en daardoor actief te werken
aan „kinderbeschf rming". Noodig is, onder
wijsvernieuwing niet alleen ingang te doen
vinden bij de onderwijzers, maar ook bij de
ouders. Een ande-v onderwijzersopleiding—
zoo eindigde spr. is noodzakelijk, voor
een blijvende onderwijsverbetering, dus
voor kinderbescherming.
Des middags werden vier referaten ge
houden over het onderwerp: „Omvang, na-
deelen en bestrijding der jeugdwerkloos
heid" door de heeren A. Borst Pzn,, voor
zitter van het Verbond van Prot. Chr,
Werkgevers in Nederlcnd; H. Lindeman,
secretaris van het Ned. Verbond van Vak
verenigingen; mr. B. C. Slotemaker, secr.
van het Ned. Verbond v. Werkgevers en Jos.
Veldman, vice-voorzitter van het R.K. Werk
liedenverbond.
16)
In den regel wist Chitterwick wel tact
vol om te springen met dit soort van doof
heid. In dit geval was zijn belangstelling
echter grooter dan zijn gevoel voor tact en
hij herhaalde zijn vraag een beetje luider.
Maar hij schoot er weinig mee op.
„Haar meisjesnaam", echode zij onvrien
delijk. „Hoe zou ik die weten? Je kunt toch
niet van mij vergen, dat ik alle meisjesna
men van de vriendinnen van je moeder
zou onthouden?"
„Nu ik vind het buitengewoon aardig
van haar, dat zij mij uitnoodigt", zei Chit
terwick als zacht protest teger het voor
oordeel van zijn tante. „In ieder geval zal
ik er heen gaan".
„Nu", hoonde tante, „het is mij best dui
delijk waarom ze je vraagt".
„Zoo, en waarom dan, als ik het vragen
mag?"
„Ze heeft je moeder links laten liggen,
zoodra zü haar graaf of hertog had", merk
te juffrouw Chitterwick met bitterheid op.
„En dan ontdekt ze veertig jaar later plot
seling, dat zy er haar heele leven naar
verlangd heeft, om onze familie eens weer
te zien. Zoo iets zou bü mü niet opkomen".
„Maarwaarom zou ze het dan doen,
tante?"
„Waarom? Omdat je nu beroemd bent,
niet waar, hetgeen je blükbaar altijd ge
wild hebt".
De lila lintjes aan juffrouw Chitterwick's
muts trilden van louter sarcasme. „Afge
beeld in de krant; hoofdgetuige in een
moordproces, wat wil je nog meer! Geen
wonder, dat haar is ingevallen, dat zü je
moeder gekend heeft!"
„Denkt uDenkt u, dat zü mü alleen
heeft uitgenoodigd, omdat lkwegens
omdat zü gelooft, dat
„Omdat je een sensatie bent, ja zeker",
vulde juffrouw Chitterwick aan, „men
moet wel stapel gek zün, om dat niet di
rect te doorzien. Al die gravinnen omringen
zich toch met beroemdheden, is het niet'
Tooneelspelers en moordenaars, schrüvers
en de hemel weet wat al meer. En nu hoor
jü daar ook bü".
„De hemel beware me", bracht Chitter
wick benepen uit. „Ja, als men het zoo be-
kükt, dat gravinnen zoo doen.
„Nu?" triomfeerde tante, die weer heil
zocht bü haar thee.
„Dan ga ik natuurlük niet", besloot Chit
terwick energiek.
Tante liet büna haar kopje vallen. „Niet
gaan? Onzin!"
„Maar heusch tante, als zü mü niet had
gevraagd omdat ik
„Toen ik een jong meisje was", zei tante
zonder eenigen overgang, .gingen wij leder
jaar bü den hertog van Dorset op bezoek.
Jouw grootvader werd altyd geïnviteerd
om te jagen. Ieder jaar en dan ging ik na
tuurlük mee".
„Ja, maar tante, als u meent, dat zü mü
alleen daarom uitnoodigt, zou ik het erg
onaardig
„Als men mü goed genoeg vond om bü
den hertog te komen, ben jü zeker waardig
genoeg om bü een bosch- en weidegravin
genoodigd te worden zou ik meenen, vind
je ook niet?" stribbelde juffrouw Chitter
wick onlogisch tegen.
Dus Chitterwick ging.
Hü nam, buiten zijn gewone bagage, een
gummi warmwaterzak mee zelfs in Juli
kon men nooit weten een wollen borst
beschermer want zün lieve grootvader
was aan een borstkwaal te vroeg ten offer
gevallen en men moeat het noodlot niet
tarten een katoenen slaapmuts van zün
lieven grootvader want als Ambrose's
haar nog iets meer uitviel, zou hü volko
men kaal z(1n en twee doode motten,
die bü vergissing daarin gekomen waren.
De bediende in Riversmead Priory, die zün
koffer uitpakte, behandelde alles, behalve
de twee motten, met den noodigen eerbied.
Natuurlük wist Chitterwick, dat hü moest
gaan, als tante dat eenmaal zoo beslist had,
maar hü zag nog een middel om, althans
in zün eigen oogen, zün onafhankelükheid
als man te bewaren. Riversmead lag maar
een paar kilometer van Earlshaze verwü-
derd en ofschoon dit feit natuurlük de cy
nische opvatting van mejuffrouw Chitter
wick, ten opzichte van de uitnoodiging,
kracht büzette, zou het hem, den hoofdge
tuige, ln de gelegenheid stellen, het plaats
je eens te bezoeken. Daar zou hü veel over
de jeugd van majoor Sinclair en over diens
karakter kunnen vernemen, wat voor hem
niet alleen van belang zou zyn maar dat
hem misschien in staat zou stellen om de
politie nog verder van nut te zün. Dit wa
ren zoo ongeveer de gedachten van Chit
terwick, toen hü zich na zün aankomst
voor het diner aan het kleeden was.
Tot nu toe had hü nog niemand gezien.
Zijn trein was met vertraging aangekomen
en de reis was nog tamelük lang. Chitter
wick was nog net op tüd gekomen, om zich
op zün gemak te verkleeden en was alleen
door den butler ontvangen, die liet door
schemeren, dat er weliswaar een veront
schuldiging was voor zün te laat komen,
maar dat zooiets een gentleman toch niet
zou overkomen.
Chitterwick voelde zich niet op zün ge
mak. De gedachte, dat hü die mooi gevorm
de trap af moest gaan om in een kamer met
hem volkomen onbekenden te komen, gaf
hem een onbehaaglük gevoel.
Toen hü voor het laatst nog eens aan zün
strikje trok en ten overvloede en heelemaal
overbodig nog eens zün paar haren bor
stelde, wenschte hü van ganscher harte,
dat hü hier nooit was aangekomen. Hü
was een rustig, vreedzaam man, heelemaal
tevreden met zijn tante, zün criminologie
en zün postzegelverzameling, en bü vreem
de menschen op visite gaan, vond hü een
bezoeking. Maar nu was hü er eenmaal,
dus moeat hü ook naar beneden gaan.
De anderen wachtten al allemaal in de
reusachtige hall, waarin de trap uitkwam,
maar Chitterwick. die vol waardigheid de
trap afkwam, had geen tüd om naar de
lambrizeering. de vensters met bogen of de
wapenuitrustingen, die aan den wand
hingen, te kijken. Hy zocht koortsachtig
onder het groepje menschen in den uiter
sten hoek van de hall naar de gastvrouw,
die met zyn moeder op school was geweest.
Want het is erg pünlük voor den gut,
wanneer hü de verkeerde als gastvrouw
begroet Gelukkig werd dit probleem voor
hem opgelost.
Een dame met een zachte foae japon, met
erg krullend haar, blauwe oogen, een be-
tooverenden glimlach, stond op en kwam
de hall door om hem te begroeten. ZÜ wis
bü de trap, op hetzelfde oogenblik, als
Chitterwick daar was aangeland.
„Goeden avond, münheer Chitterwick",
zei ze vriendelijk en lachte hem zoo strel
end toe, dat Chitterwick een oogenblik de
illusie had, dat dit het groote moment was,
waarop deze dame zoo lang had gewacht.
„Het spüt me erg, dat lk er niet was, toen
u aankwam. Het is kolossaal moedig van
u om hier te komen, om u aan een groep
onbekenden over te leveren. Vreemden zijn
afschuwelük, vindt u ook niet? Maar laten
eerst «en cocktail drinken".
Lhitterwick zag er een beetje onzeker en
verwonderd uit. Deze dame was gelük me*
zyn moeder op school geweest; zÜ moest
dus minstens zestig jaar zün en toch zeg
zy er niet ouder dan twee en dertig uit.
En dan zag Chitterwick zün vergiuinS
j tl ,was dui<*elük: zü was niet, zü kon
lady Milborne niet zün. Zij was natuurlijk
haar dochter. Lieve hemel!
(Wordt vervolgd)-