ET POSTWEZEN
Hoe een verkeersvlieger de wereld ziet.
DOOR DE EEUWEN HEEN
De Wereldtentoonstelling
in New York.
Een tooneeldoek van fonteinen.
DERDE BLAD
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 6 MEI 1939.
V.
De tentoonstelling van 150 millioen..
Vakvereenigin gen weren buitenlandsehe
deskundigen.
In het Nederlandsche paviljoen is, zooais
dit ook steeds op vorige tentoonstellingen
het geval was, het maken van reclame zoo
niet geheel verboden, dan toch in ieder ge
val tot zeer bescheiden afmeting terugge
bracht. Dat men in de Amerikaansche ge
bouwen op de Fair die scrupules niet kent,
leidt geen twijfel. De hofmeester aan boord
van de „Veendam" vertelde, dat hij in New
York de traditie der huurbare Sinterklazen
voortzet en in optima forma, want hij
draagt zijn waardigen witten baard met een
verlichten reclame-tekst, wat 10 dollar extra
opbrengt. De reclame voor de Fair noemt
zonder schroom de verschillende bedragen
die de exposanten voor hun gebouw beta
len; het is immers een attractie als het veel
kost. De expositie in haar geheel wordt ge
adverteerd als de 150 millioen dollar-exposi
tie. Wij willen u niet vervelen met het op
sommen van de bedragen die met de ver
schillende paviljoens gemoeid zijn geweest,
alleen kunnen wij voor uw geruststelling
meedeelen, dat onze regeering bijzonder
zuinig is geweest en haar gebouw en inrich
ting in vergelijking met de andere slacht
offers voor een koopje heeft gekegen.
Vele inzendingen zijn in verband met de
enorme kosten gecombineerd; Connecticut,
Massachusetts, New Hampshire, Vermont en
Rhode Island b.v. hebben samen een typi
sche waterscène bekostigd: zij toonen een
schoener gemeerd in een werf; de spanten
steken 50 meter in de lucht. Bij de werf is
een warenhuis opgetrokken en een andei
gebouw van twee verdiepingen in den styl
van architectuur van Nieuw-Engeland. Voor
„Gone with the Wind" maakt Georgië een
prachtige reclame door het huis, waarin de
hoofdpersoon van het boek woont „Tara",
in natuulijke afmeting op de tentoonstelling
te bouwen. De gebouwen die de staat en de
stad New Yok laten zetten, zullen de ten
toonstelling overleven; zij worden de kern
van een nieuw reusachtige stedelijk park.
Het theater in dit park krijgt een voordoek
dat ontstaat door fonteinen. Het vroegere
„halen" voor de tooneelknechten wordt hier
dus „spuiten staken" en als de regisseur
vroeger „Doek!!!" brulde, zal hij nu „spui
ten" moeten commandeeren. De architec
tuur wordt modern-klassiek, een benaming
die men ook zou kunnen geven aan den
stijl van ons paviljoen.
Bij de amusementen behoort het Neder
landsche Zuiderzee-dorp, waar Heineken's
bier getapt wordt hier is de draaiende wind
molen meer op haar plaats dan in het Neder-
landsch paviljoen, zouden wij zoo zeggen.
Het „Luna-Park" wordt opgevroolijkt door
parachuten in bonte kleuren, die van 75
meter hoogte naar beneden dwarrelen. Er
zijn verticale draden gespannen, die botsin
gen zullen voorkomen tusschen de neer
dalenden; weigeren van de parachute is bui
tengesloten, omdat een metalen ring de
parachute automatisch moet openen; schok-
brekers zullen zorgen, dat het landen zelfs
een pleziertje is. Natuurlijk is er een kinde
ren-garderobe in den vorm van een kinder
wonderland; men geeft er de hummels in
bewaring zonder zorgen. De grootste zorg
zal zjjn hoe men de kinderen weer naar huis
krijgt, want de garderobe is wel bijzonder
heerlijk.
De hoofd-boulevard leidt van het hart der
expositie naar de League of Nations. Fon
teinen, cascades, bloemenpracht en beelden
zullen niet ontbreken. Duizenden boom en
staan reeds in lentebloei. Wandschilderin
gen en mozaïeken begrenzen reeds den
boulevard. Bij de beeldengroepen verrijzen
de vier vrijheden: de vrijheid van drukpers,
van vergaderen, van godsdienst en van spre
ken. Washington, 50 meter lang, kijkt met
vertrouwen naar de Globe en de Zuil der
toekomst. De stichter der republiek heeft
150 jaar democratisch bewind achter zich,
hij vreest de toekomst niet.
Bjj de „Expo" in Parijs was het spel der
fonteinen en de verlichting stellig het meest
imponeerende deel der expositie; De World's
Fair wil eveneens met „water en vuur"
spelen en hoe! Er is een groot meer ge
vormd uit een bestaande rivier op Long
Island, die als poort der getijden onmisbaar
is. Duizend fonteinen zijn hier gemaakt; zij
„halen" 45 meter hoogte. Een kleurige
vlammenzee heeft de tentoonstellingsregis
seur Ontworpen, gesynchroniseerde muziek
zal den waterklank begeleiden en het slot-
accoord van de vertooning (welke een half
uur duurt) is een machtige paukenslag als
de fonteinen hun 50 ton water in de lucht
spuiten en deze massa met donderslag neer
slaat.
Hoe zal het publiek, opgezweept in extase
door dergelijke effecten, reageeren op de
kunstuitingen, die eveneens in den over-
treffenden trap worden opgediend? Mees
terwerken uit alle musea ter wereld zijn
scheep gegaan om op de Fair bij te dragen
tot het volledig succes.
„To-morrow Town" wordt een demonstra
tie van bouwen, woning-inrichting en wo
nen. Vijftien huizen zijn reeds neergezet; er
komen types, die compleet geïnstalleerd
3000 dollar kosten; ook een electrisch wer
kende complete boerderij zal te zien zijn. De
Onnoodig te zeggen, dat dit paviljoen de Scheepvaartafdeeling zal herbergen. De
beide stevens steken 25 meter de lucht in, 10 meter hooger dan de boeg van
de „Normandie".
school van „morgen", (met cinematografi
sche hulpmiddelen) wil aantoonen, dat het
kind opgevoed dient te worden als een
factor voor de democratische gemeenschap.
De opvoeding, zegt het tentoonstellingspro
gramma, is de groote kracht die tusschen
civilisatie en catastrophe staat. De taak van
de vrouw zal ons duidelijk gemaakt worden
in een apart gebcuw, waarin een geweldige
eetzaal is geprojecteerd met glazen wanden,
waarachter met allerlei hulpmiddelen de
illusie wordt gegeven, dat zich daar wonder
lijk mooie tuinen bevinden. De vrijheid van
godsdienst wordt uitgedrukt door een tem
pel waarin alle godsdiensten zijn onderge
bracht; het is niet de bedoeling hier „kerk"
te houden; het algemeene regilieuze gevoel
zal er tot uitdrukking worden gebracht. Be
halve de restaurants die deel uitmaken van
vele paviljoens der exposeerende landen,
komen er nog 80 gebouwen voor de verster
king van den inwendigen mensch. Eerste
hulp bij ongelukken is uitgerust met voor
beeldige hulpmiddelen; men rekent op
40.000 slachtoffers, die geholpen zullen
moeten worden gedurende de tentoonstel
ling. De verdere veiligheid is in handen ge
geven van een speciaal politiecorps van
1000 man, met motorbrigade, auto, enz. De
brandweer is in permanente actie voor con
trole; op elke 30 meter afstand moeten bo
vendien in de diverse paviljoens brandblus-
schers aanwezig zijn. Er is een parkeerter
rein voor 43,000 auto's en 600 bussen. De
Long Island Railroad heeft een speciale lijn
met nieuw station laten leggen in aanslui
ting op de ondergrondsche verbindingen.
De eerste plannen voor de expositie zijn
gemaakt in den zomer van 1935; vast stond
toen reeds, dat de 150ste gedenkdag van
President Washington's inauguratie door
middel van deze expositie gevierd zou wor
den. In de tweede helft van 1936 werkte
reeds een staf van henderden employé's in
een gebouw van vijf verdiepingen alleen
voor de tentoonstellingsorganisatie. De
totale kosten zijn begroot op 155 millioen
dollar, waarvan New-York 20 millioen voor
haar rekening nam. Zij ontvangt er echter
iets voor terug! Niet alleen de indirecte
baten welke voortvloeien uit het vreemde
lingenverkeer, maar pok bouwrijpen grond
in de plaats van moeras en vuilnisbelt. De
expositie is voor Long Island een uitkomst;
het wórdt een prachtig park en het was een
aanklacht tegen gezondheidsvoorziening.
Uit een oogpunt van werkverschaffing is
de expositie belangrijk; op het oogenblik
zijn 2000 employé's betrokken bjj de admi
nistratie; aan de gebouwen werken 35,000
werklieden. Het is vrijwel onmogelijk voor
de organisatoren der buitenlandsche pavil
joens werkzaamheden door eigen menschen
te laten uitvoeren; de vakorganisaties heb
ben het heft volledig in handen; zelfs de
pontractueele toezegging, dat „speoiaal
werk" door buitenlanders mag worden ver
richt, blijkt een wassen neus te zijn. De kos
ten voor de deelnemende landen worden
hierdoor belangrijk verhoogd, temeer omdat
er misbruik wordt gemaakt van de verkre
gen werk-concessie. De arbeidsloonen die
gevraagd worden zijn- op het belachelijke
af; niet alleen'dat fiet minste loon 60 dollar
per week is (b.v. voor een kisten-openma-
ker), maar in uurloon kan men niet laten
werken, omdat dan met het tempo gesabo
teerd wordt, zoodra men echter werk wil
laten aannemen, hoort men ongelooflijke
sommen vragen. De uitnoodigingen om deel
te nemen aan de expositie zijn oorspronke
lijk uitgegaan van de Amerikaansche regee
ring; de contracten zijn echter verder afge
wikkeld met een onderneming, welke de
concessies heeft verkregen. Elke wereld
tentoonstelling heeft als achtergrond naast
een cultureel belang ook een economische
beteeken is, maar men moet niet trachten
het onderste uit de kan te halen. Het ten-
toonstellingsbezoek zal zeker niet de 60 mil
lioen halen, indien men inderdaad voortgaat
in de thans gevolgde richting. De regeering
zal in eigen belang maatregelen moeten ne
men om prijsopdrijving tegen te gaan.
Verkeersvliegers zijn te pakken als
palingen aan hun staart; hopelijk ver
geven zij ons deze wellicht wat oneer
biedige vergelijking. Maar alt je denkt,
dat Viruly thuis is, zit hij in Londen, en
als je niet heel gauw bent. kun je hem
den volgenden dag voor twaalven in
Berlijn, en na vieren in den namiddag
in Parijs opbellen, althans voor het ge
val hij dan niet juist naar IncHë onder
weg is, zoodat je dan een brief krijgt,
geschreven in de buurt van Brindisi en
gepost in Athene, met de mededeeling,
dat het interview pas kan plaa*s vinden
na terugkeer van de Oehoe, die nu naar
Batavia onderweg is, in Amsterdam.
Enfin, de Oehoe kwam op Schiphol
terug, en onze vlieger-schrijver Adriaan
Viruly liet zich, zooals hij boven Brin
disi beloofd had, interviewen, rustig
achter een kopje koffie en de drukproe
ven van alweer een nieuw boek.
„U wilt nu eens met me praten, maar
weet u wel, dat vogels die vliegen, niet pra
ten, en dat een papegaai niet vliegen kan,
althans een slechte vlieger is?"
„Wilt u daarmee zeggen, dat alleen slech
te vliegers maar over hun vak praten?"
„Nou, zoo erg is het ook alweer niet, en
ten slotte hou ik van mijn vak. Ik vlieg nu
al ruim veertien jaar, en ik blijf het een
aadig vak vinden. Ik zou het zeker niet wil
len ruilen. Alleen: nog liever zou ik veel
geld hebben, en dan reizen en romans
schrijven, maar zoo is het ook goed. Voor je
een ervaren verkeersvlieger bent, moet je
je wel door een heele rijstebrijberg heen-
werken; heb je die eenmaal verteerd, dan
is de vliegerij een buitengewoon aantrekke
lijk vak, dat je altijd weer opnieuw pakt."
„Is het niet veel veranderd, vergeleken
bij vroeger?"
„Dat is het. Weet U, de romantiek is vrij
wel verdwenen uit de vliegerij. Vroeger had
je nog eens den tijd om eens rustig langs
een Parijsche boulevard te flaneeren, als je
's middags aankwam, en den volgenden och
tend pas weg moest. Of je ging eens lui
tea'en in Londen. Dat is nu geen regel meer,
maar uitzondering. Vandaag den dag doe je
's morgens Parijs en terug, en dan nog eens
Londen er achteraan, althans 's zomers is dat
geen zeldzaamheid. Toch hebben wy nog
veel vrijen tijd, als ik dat eens vergelijk
met andere vakken. Wy maken per week
geen zes dagen van acht uur. Als ik het goed
uitreken, komen we zoo ongeveer op nog
geen 120 vlieguren per maand; in Indië is
dat opgevoerd tot 150 vlieguren, maar wij
vliegen gemiddeld 1200 uren per jaar".
„Maar het eene vlieguur is natuurlijk wel
eens zwaarder dan het andere'.
„Uiteraard is er onderscheid. Als je vliegt
met een tweeden bestuurder en met een
automatischen piloot, dan is het al heel ge
makkelijk, vooral, als het dan ook nog nor
maal vliegweer is. Daartegenover kan het
voorkomen, dat je van de vier uur vliegen
er zes bezig bent met voorbereidingen cf
voorbesprekingen. Toch is het vliegen een
ongedachte kans om verschillende sferen in
observatie te nemen en tegen elkaar af te
wegen.
Hoe interessant was het bijvoorbeeld niet
om in de Septemberdagen van het vorige
jaar den eenen dag in Praag te zitten, dan
in Berlijn, en vervolgens in Londen. Dan
wordt je een kans gegeven om er een kijk
op te krijgen, zooals geen ander krijgt.
Het eene oogenblik loop je ergens in
Europa, en even later wandel je tusschen
Soendaneezen. Dan zie je pas verschil in
mentaliteit! Hier om ons heen is het alles
A. Viruly
zorg, wat het leven kenmerkt, zorg om
ziekte, zorg om een baantje, en daar zie je
eensklaps een gelukkig volk, dat geen zor
gen kent. Die ongelooflijke kansen geeft je
ons vak; natuurlijk moet je er oog voor heb
ben, maar het dringt zich toch wel zoo aan
je op, dat je er wel oog voor moet krijgen".
„Een stuk vliegersphilosophie".
„Ja, daar kom je onwillekeurig toe.
Gaat U zelf meer eens na. De ervaringen,
die je in je vliegersbestaan opdoet, gaan
dwars in tegen den geest van den tijd. Je
ondergaat een internationale oriëntatie als
geen ander, terwijl iedereen met den dag
nationalistischer gaat denken. Overal in de
wereld zie je de tegenstellingen zich ver
scherpen en 'toespitsen, en elke vlucht die je
maakt is een aanwijzing te meer, dat alle
menschen, waar ook ter wereld, precies
zulke menschen zijn als U en ik.
Dat is trouwens het groote tragi-komi-
sche effect in de heele vliegerij: de aviatiek
is een afschuwelijke bedreiging en tegelij
kertijd een schoone belofte van grootsche
mogelijkheden. In de eerste plaats leert zij
proporties zien. Afstanden tusschen men
schen vervallen. Tegenvoeters worden
naaste buren zooals zij in den geest ook
vaak zoo verrassend buren zijn.
En je leert opmerken, dat de Chinees in
het openluchttheater onder de palmen te
Singapore om hetzelfde lacht, om hetzelfde
gekke gezicht, om hetzelfde komieke ge
baar, als ik bij een voorstelling van Cees
Laseur. Alles wat wy, vliegers, doen, is het
opbouwen van internationale verbindingen;
daartegenover kunnen wij ook, op dezelfde
manier, eikaars beschavingen vernietigen.
Daarom, als ik U mijn meening over dit
alles in een paar woorden mag zeggen: er
komt een verzoening, of, in het andere ge
val, we gaan samen te gronde'.
„U ziet het vliegtuig dus wel als een al
les beheerschende factor in het huidige be
stel?"
„Zonder twijfel. We vliegen nu vijf en
dertig jaar. In dat tijdsbestek is het vlieg
tuig geworden een factor van buitengewoon
groote beteekenis, zoowel in het politieke
als cultureele leven der menschheid, een
factor, die nog steeds, met het jaar, grooter
wordt.
Kijkt U eens. De grenzen in Europa zijn
ontstaan in een tijd en in een wereld, die
als eenig communicatiemiddel had de post
koets. De vergelijking is heel gemakkelijk
te trekken. In den Gallischen tijd had
iemand, die uit Gallie naar Rome moest een
doetje qoed.1
15.
De pakketpost werd in 1883 ingevoeld,
waardoor meer personeel nocdig was, ter
wijl ook de kantoorruimte moest worden
uitgebreid.
De hoed van den postillon werd voorzien
van een oranjeband. De politie maakte
tegen en zoon van postbode de Moor pio-
ces-verbaal op wegens het dragen van a
ders uniform. (Deze postbode was tevens
jager en nam behalve zyn postzak ook wei-
tasch en geweer mee als Jiij zijn dienst Aik-
maar-Bergen-Egmond liep.)
Nieuwe brievenbussen werden m lrfö5 ge
plaatst bij den Accynstoren en op het Ritse
voort bij Blaauw.
Driewielers werden in 1886 reeds beproefd
en velocipedes werden ook gebruikt terwyl
een bus werd aangebracht aan het tolhuis
aan den Bergerweg.
Juni 1887 verzocht de directeur toestem
ming om het p.p. vcor Amsterdam per
nachtboot te laten brengen door den agent
van politie met den nachtdienst belast tegen
1.40 per week. Dit werd toegestaan, maar
in Augustus werd gevraagd welke besteller
dit wilde doen voor 50 per Jaar,
De 7e besteller was er maar bracht
deelen mede, want in plaatsen
dan 6 bestellers moesten deze zelf m de ver
^oTdrhaTdkar ('n z.g. postbodewagentje)
werd ten behoeve van de pakketpostverzen
ding een imperiaal gebcuwd in 1888. In het
zelfde jaar werd besloten de Westdijk van
uit Alkmaar te doen bestellén.
De waterleiding werd in Juli in het kan
toorgebouw gebracht. De bestelling op Zon
dag tot 2 teruggebracht. Het gemiddeld aan
tal postpakketten bedroeg 45 per dag.
De schutterij bestond gelukkig nog -Een
der bestellers kon door dienst niet ter in
spectie in de Doelen krmen en werd daar
voor gestraft. Ambtsbezigheden zijn geen
geldige redenen voor pestbeambten om niet
te verschijnen, zoo luidde de brief aan den
directeur.
Depóthouders waren er voor het publiek,
dacht waarschijnlijk de depóthouder Neder-
koorn, maar hy vergrootte zijn debiet door
de brievengaarders te bewegen de zegels bij
hem in te slaan. Dit werd hem October 1890
verboden. De opbrengst van het kantoor
was f 1830 minder dan in 1889. De oorzaak
hiervan was voor een deel in de verminde
ring van het aantal hulpkantoren gelegen,
n.1. 21.
Het jaar daarop heerschte veel ziekte on
der het personeel, zoodat hulp werd gezon
den uit den Helder en Utrecht. De Green-
wichtijd werd ook bij den postdienst inge
voerd.
Wraak is zoet, dacht de besteller-schutter
hierboven genoemd en hij kreeg de gelegen
heid zich te wreken op een commies die
hem voor een of ander feit op het matje
bracht. Toen deze zich in een privaat be
vond sleepte de besteller het noodige ma
teriaal voor de deur, waardoor de commies
niet weg kon. De besteller kreeg 14 dagen
schorsing.
De gasvlinders werden in 1894 door gloei
lampen vervangen, terwijl in 1895 de tram
Alkmaar-Purmerend voor postvervoer werd
gebruikt
In laatstgenoemd jaar overleed directeur
Gouwe en werd opgevolgd door W. H.
Moll (1).
De zomer van 1896 moet wel warm ge
weest zijn, want op 11 Juni verzocht de di
recteur den inspecteur om goed te vinden,
dat de postboden stroohoeden droegen.
Reeds den 12en kwam de goedkeuring af.
14 Juli werd maatopgaaf gevraagd voor
linnen kiel, 2 broeken en een pet.
Het aantal brievenbussen werd in 1898
weer uitgebreid, n.L Ropjeskuil, Berger-
poort en VierStaten.
De postboden kregen in dit jaar pelleri-
1) Willem Huibert MoU van 1895—1903.
Geboren te Olst 11 Jan. 1844 kwam W.
H. Moll 23 Aug. 1895 van Amsterdam en
vertrok 11 Febr. 1903 nsar Haarlem.
Zijn echtgenoote was Adriana Ziegenhirt
von Rosenthal geb. te Culemborg 29 Dec.
1849.
Hij had een zoon Jacob geboren te
Amsterdam 8 Mei 1886 en een dochter Su-
sanna Willemina Carolina, geb. te Amster
dam 19 Mei 1887.
Hingen alle vorige leiders van het post
wezen in Alkmaar den gereformeerden of
N.H. godsdienst aan, hy was de eerste ach
ter wiens naam „geene" kwam te staan.
Hij woonde evenals zijn voorganger boven
het kantoor aan de Nieuwesloot nr. 79.
De postale loopbaan van den heer Moll
was als volgt: gequalificeerde te Almelo
1862, surnumerair te Utrecht 1864, commies
3e klasse te Middelburg 1868, 2e klasse 1873-
1875 te idem. In 1876 in zelfde functie te
Leiden, commies le klasse in 1883 te Am
sterdam en hoofdcommies aldaar 1894. waar
op in 1895 benoeming tot directeur te Alk
maar volgde,
nes.
De bestellers klaagden niet alleen over de
kou, maar ook over hun directeur, die geen
de
bestellerskamer
verwarmmgin
wenschte.
De postrit AlkmaarHoorn werd opgehe
ven evenals de dilligence WinkelNoord-
scharwoude. Etiquetten voor de aanhechting
van aangeteekende stukken werden be
proefd.
Het laatste jaar waarover ik nog iets heb
mede te deelen is het jaar 1900. Een best
jaar voorde honden en bestellers. In
dit jaar kwam n.1. het verbod voor de post
boden om honden te gebruiken en ophef
fing van de tweede bestelling op Zondagen
tot stand. H. VAN DRUNEN,
Ass. I te Alkmaar.
Hulppostkantoren.
Hulppostkantoren werden in 1850 opge
richt. Voor dien tyd waren er distributie
kantoren of bestelhuizen. Veelal ressorteer
de een hulppostkantoor onder meer dan
een postkantoor met het oog op de bereke
ning der porten van de brieven.
Het is daarom, dat in de lijst van hulp
kantoren dan ook voorkomen, plaatsen wel
ke overigens met het kantoor Alkmaar niets
te maken hadden.
Deze kantoren komen echter in de agen
da's en correspondentie van Alkmaar voor
en het leek my juister deze dan ook te ver
melden.
Meerdere malen veranderden ook de
hulpkantoren van ressort, zcoals ook thans
in verband met verkeersmogelykheden nog
wel plaats vindt.
De meest mogelijke (of onmogelijke) in
ons oog combinaties trof ik bij de brieven
gaarders aan. Zoo waren er, die behalve het
brieven gaarderschap uitoefenden het beroep
van smidsbaas, hoofdonderwijzer, ambtenaar
ter secretarie .brugwachter, schipper, her
bergier e.d.
De naam „brievengaarder" vond ik voor
de eerste maal genoemd in 1795 in de notu
len van commissarissen der posteryen, toen
de brievengaarder C. Versluys te Boskoop
door de Franschen was gearresteerd. Bijzon
derheden over de hulpkantoren vond ik
niet.
Als distributiekantoor vond ik in 1850 ver
meld Castricum (J. F. Rommel), Heiloo
(wed. Henkens-Schoon), Schagerbrug (M.
v. Lienen-Bakker) en Wïeringen. In 1892
had Alkmaar 21 hulpkantoren.
De belooning voor bestelhuishouders be
stond uit vergoeding voor het bewaren
der bus en 2)4 cent per brief en 1 cent voor
elk besteld drukwerk.
Voor afstanden buiten de kom naar om
standigheden. Het bestelloon werd 1 Oct.
1865 afgeschaft, waarvoor wegens het ge
mis een vergoeding gegeven werd.
Kort overzicht van salarissen.
Directeuren:
1752 350—
1795 700— plus huishuur
1804 800.bureaukosten
1825 950.en emolumenten
1850 1250.gemiddeld
1858 1500.800 per jaar.
1895 2600—
Bestellers:
1760 f 60—
1829 250—
1851 275—
1858 300—
1862 325—
1863 350—
1868 375—
Commiesen:
1823 500.— pl. 200 emolumenten
1846 600.pl. 200 emolumenten
1858 700.— Commies 3e klasse
1867 800.Commies 3e klasse
1867 1000.Commies 2e klasse
(Wordt vervolgd).