ET POSTWEZEN Hoe een verkeersvlieger de wereld ziet. DOOR DE EEUWEN HEEN De Wereldtentoonstelling in New York. Een tooneeldoek van fonteinen. DERDE BLAD ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 6 MEI 1939. V. De tentoonstelling van 150 millioen.. Vakvereenigin gen weren buitenlandsehe deskundigen. In het Nederlandsche paviljoen is, zooais dit ook steeds op vorige tentoonstellingen het geval was, het maken van reclame zoo niet geheel verboden, dan toch in ieder ge val tot zeer bescheiden afmeting terugge bracht. Dat men in de Amerikaansche ge bouwen op de Fair die scrupules niet kent, leidt geen twijfel. De hofmeester aan boord van de „Veendam" vertelde, dat hij in New York de traditie der huurbare Sinterklazen voortzet en in optima forma, want hij draagt zijn waardigen witten baard met een verlichten reclame-tekst, wat 10 dollar extra opbrengt. De reclame voor de Fair noemt zonder schroom de verschillende bedragen die de exposanten voor hun gebouw beta len; het is immers een attractie als het veel kost. De expositie in haar geheel wordt ge adverteerd als de 150 millioen dollar-exposi tie. Wij willen u niet vervelen met het op sommen van de bedragen die met de ver schillende paviljoens gemoeid zijn geweest, alleen kunnen wij voor uw geruststelling meedeelen, dat onze regeering bijzonder zuinig is geweest en haar gebouw en inrich ting in vergelijking met de andere slacht offers voor een koopje heeft gekegen. Vele inzendingen zijn in verband met de enorme kosten gecombineerd; Connecticut, Massachusetts, New Hampshire, Vermont en Rhode Island b.v. hebben samen een typi sche waterscène bekostigd: zij toonen een schoener gemeerd in een werf; de spanten steken 50 meter in de lucht. Bij de werf is een warenhuis opgetrokken en een andei gebouw van twee verdiepingen in den styl van architectuur van Nieuw-Engeland. Voor „Gone with the Wind" maakt Georgië een prachtige reclame door het huis, waarin de hoofdpersoon van het boek woont „Tara", in natuulijke afmeting op de tentoonstelling te bouwen. De gebouwen die de staat en de stad New Yok laten zetten, zullen de ten toonstelling overleven; zij worden de kern van een nieuw reusachtige stedelijk park. Het theater in dit park krijgt een voordoek dat ontstaat door fonteinen. Het vroegere „halen" voor de tooneelknechten wordt hier dus „spuiten staken" en als de regisseur vroeger „Doek!!!" brulde, zal hij nu „spui ten" moeten commandeeren. De architec tuur wordt modern-klassiek, een benaming die men ook zou kunnen geven aan den stijl van ons paviljoen. Bij de amusementen behoort het Neder landsche Zuiderzee-dorp, waar Heineken's bier getapt wordt hier is de draaiende wind molen meer op haar plaats dan in het Neder- landsch paviljoen, zouden wij zoo zeggen. Het „Luna-Park" wordt opgevroolijkt door parachuten in bonte kleuren, die van 75 meter hoogte naar beneden dwarrelen. Er zijn verticale draden gespannen, die botsin gen zullen voorkomen tusschen de neer dalenden; weigeren van de parachute is bui tengesloten, omdat een metalen ring de parachute automatisch moet openen; schok- brekers zullen zorgen, dat het landen zelfs een pleziertje is. Natuurlijk is er een kinde ren-garderobe in den vorm van een kinder wonderland; men geeft er de hummels in bewaring zonder zorgen. De grootste zorg zal zjjn hoe men de kinderen weer naar huis krijgt, want de garderobe is wel bijzonder heerlijk. De hoofd-boulevard leidt van het hart der expositie naar de League of Nations. Fon teinen, cascades, bloemenpracht en beelden zullen niet ontbreken. Duizenden boom en staan reeds in lentebloei. Wandschilderin gen en mozaïeken begrenzen reeds den boulevard. Bij de beeldengroepen verrijzen de vier vrijheden: de vrijheid van drukpers, van vergaderen, van godsdienst en van spre ken. Washington, 50 meter lang, kijkt met vertrouwen naar de Globe en de Zuil der toekomst. De stichter der republiek heeft 150 jaar democratisch bewind achter zich, hij vreest de toekomst niet. Bjj de „Expo" in Parijs was het spel der fonteinen en de verlichting stellig het meest imponeerende deel der expositie; De World's Fair wil eveneens met „water en vuur" spelen en hoe! Er is een groot meer ge vormd uit een bestaande rivier op Long Island, die als poort der getijden onmisbaar is. Duizend fonteinen zijn hier gemaakt; zij „halen" 45 meter hoogte. Een kleurige vlammenzee heeft de tentoonstellingsregis seur Ontworpen, gesynchroniseerde muziek zal den waterklank begeleiden en het slot- accoord van de vertooning (welke een half uur duurt) is een machtige paukenslag als de fonteinen hun 50 ton water in de lucht spuiten en deze massa met donderslag neer slaat. Hoe zal het publiek, opgezweept in extase door dergelijke effecten, reageeren op de kunstuitingen, die eveneens in den over- treffenden trap worden opgediend? Mees terwerken uit alle musea ter wereld zijn scheep gegaan om op de Fair bij te dragen tot het volledig succes. „To-morrow Town" wordt een demonstra tie van bouwen, woning-inrichting en wo nen. Vijftien huizen zijn reeds neergezet; er komen types, die compleet geïnstalleerd 3000 dollar kosten; ook een electrisch wer kende complete boerderij zal te zien zijn. De Onnoodig te zeggen, dat dit paviljoen de Scheepvaartafdeeling zal herbergen. De beide stevens steken 25 meter de lucht in, 10 meter hooger dan de boeg van de „Normandie". school van „morgen", (met cinematografi sche hulpmiddelen) wil aantoonen, dat het kind opgevoed dient te worden als een factor voor de democratische gemeenschap. De opvoeding, zegt het tentoonstellingspro gramma, is de groote kracht die tusschen civilisatie en catastrophe staat. De taak van de vrouw zal ons duidelijk gemaakt worden in een apart gebcuw, waarin een geweldige eetzaal is geprojecteerd met glazen wanden, waarachter met allerlei hulpmiddelen de illusie wordt gegeven, dat zich daar wonder lijk mooie tuinen bevinden. De vrijheid van godsdienst wordt uitgedrukt door een tem pel waarin alle godsdiensten zijn onderge bracht; het is niet de bedoeling hier „kerk" te houden; het algemeene regilieuze gevoel zal er tot uitdrukking worden gebracht. Be halve de restaurants die deel uitmaken van vele paviljoens der exposeerende landen, komen er nog 80 gebouwen voor de verster king van den inwendigen mensch. Eerste hulp bij ongelukken is uitgerust met voor beeldige hulpmiddelen; men rekent op 40.000 slachtoffers, die geholpen zullen moeten worden gedurende de tentoonstel ling. De verdere veiligheid is in handen ge geven van een speciaal politiecorps van 1000 man, met motorbrigade, auto, enz. De brandweer is in permanente actie voor con trole; op elke 30 meter afstand moeten bo vendien in de diverse paviljoens brandblus- schers aanwezig zijn. Er is een parkeerter rein voor 43,000 auto's en 600 bussen. De Long Island Railroad heeft een speciale lijn met nieuw station laten leggen in aanslui ting op de ondergrondsche verbindingen. De eerste plannen voor de expositie zijn gemaakt in den zomer van 1935; vast stond toen reeds, dat de 150ste gedenkdag van President Washington's inauguratie door middel van deze expositie gevierd zou wor den. In de tweede helft van 1936 werkte reeds een staf van henderden employé's in een gebouw van vijf verdiepingen alleen voor de tentoonstellingsorganisatie. De totale kosten zijn begroot op 155 millioen dollar, waarvan New-York 20 millioen voor haar rekening nam. Zij ontvangt er echter iets voor terug! Niet alleen de indirecte baten welke voortvloeien uit het vreemde lingenverkeer, maar pok bouwrijpen grond in de plaats van moeras en vuilnisbelt. De expositie is voor Long Island een uitkomst; het wórdt een prachtig park en het was een aanklacht tegen gezondheidsvoorziening. Uit een oogpunt van werkverschaffing is de expositie belangrijk; op het oogenblik zijn 2000 employé's betrokken bjj de admi nistratie; aan de gebouwen werken 35,000 werklieden. Het is vrijwel onmogelijk voor de organisatoren der buitenlandsche pavil joens werkzaamheden door eigen menschen te laten uitvoeren; de vakorganisaties heb ben het heft volledig in handen; zelfs de pontractueele toezegging, dat „speoiaal werk" door buitenlanders mag worden ver richt, blijkt een wassen neus te zijn. De kos ten voor de deelnemende landen worden hierdoor belangrijk verhoogd, temeer omdat er misbruik wordt gemaakt van de verkre gen werk-concessie. De arbeidsloonen die gevraagd worden zijn- op het belachelijke af; niet alleen'dat fiet minste loon 60 dollar per week is (b.v. voor een kisten-openma- ker), maar in uurloon kan men niet laten werken, omdat dan met het tempo gesabo teerd wordt, zoodra men echter werk wil laten aannemen, hoort men ongelooflijke sommen vragen. De uitnoodigingen om deel te nemen aan de expositie zijn oorspronke lijk uitgegaan van de Amerikaansche regee ring; de contracten zijn echter verder afge wikkeld met een onderneming, welke de concessies heeft verkregen. Elke wereld tentoonstelling heeft als achtergrond naast een cultureel belang ook een economische beteeken is, maar men moet niet trachten het onderste uit de kan te halen. Het ten- toonstellingsbezoek zal zeker niet de 60 mil lioen halen, indien men inderdaad voortgaat in de thans gevolgde richting. De regeering zal in eigen belang maatregelen moeten ne men om prijsopdrijving tegen te gaan. Verkeersvliegers zijn te pakken als palingen aan hun staart; hopelijk ver geven zij ons deze wellicht wat oneer biedige vergelijking. Maar alt je denkt, dat Viruly thuis is, zit hij in Londen, en als je niet heel gauw bent. kun je hem den volgenden dag voor twaalven in Berlijn, en na vieren in den namiddag in Parijs opbellen, althans voor het ge val hij dan niet juist naar IncHë onder weg is, zoodat je dan een brief krijgt, geschreven in de buurt van Brindisi en gepost in Athene, met de mededeeling, dat het interview pas kan plaa*s vinden na terugkeer van de Oehoe, die nu naar Batavia onderweg is, in Amsterdam. Enfin, de Oehoe kwam op Schiphol terug, en onze vlieger-schrijver Adriaan Viruly liet zich, zooals hij boven Brin disi beloofd had, interviewen, rustig achter een kopje koffie en de drukproe ven van alweer een nieuw boek. „U wilt nu eens met me praten, maar weet u wel, dat vogels die vliegen, niet pra ten, en dat een papegaai niet vliegen kan, althans een slechte vlieger is?" „Wilt u daarmee zeggen, dat alleen slech te vliegers maar over hun vak praten?" „Nou, zoo erg is het ook alweer niet, en ten slotte hou ik van mijn vak. Ik vlieg nu al ruim veertien jaar, en ik blijf het een aadig vak vinden. Ik zou het zeker niet wil len ruilen. Alleen: nog liever zou ik veel geld hebben, en dan reizen en romans schrijven, maar zoo is het ook goed. Voor je een ervaren verkeersvlieger bent, moet je je wel door een heele rijstebrijberg heen- werken; heb je die eenmaal verteerd, dan is de vliegerij een buitengewoon aantrekke lijk vak, dat je altijd weer opnieuw pakt." „Is het niet veel veranderd, vergeleken bij vroeger?" „Dat is het. Weet U, de romantiek is vrij wel verdwenen uit de vliegerij. Vroeger had je nog eens den tijd om eens rustig langs een Parijsche boulevard te flaneeren, als je 's middags aankwam, en den volgenden och tend pas weg moest. Of je ging eens lui tea'en in Londen. Dat is nu geen regel meer, maar uitzondering. Vandaag den dag doe je 's morgens Parijs en terug, en dan nog eens Londen er achteraan, althans 's zomers is dat geen zeldzaamheid. Toch hebben wy nog veel vrijen tijd, als ik dat eens vergelijk met andere vakken. Wy maken per week geen zes dagen van acht uur. Als ik het goed uitreken, komen we zoo ongeveer op nog geen 120 vlieguren per maand; in Indië is dat opgevoerd tot 150 vlieguren, maar wij vliegen gemiddeld 1200 uren per jaar". „Maar het eene vlieguur is natuurlijk wel eens zwaarder dan het andere'. „Uiteraard is er onderscheid. Als je vliegt met een tweeden bestuurder en met een automatischen piloot, dan is het al heel ge makkelijk, vooral, als het dan ook nog nor maal vliegweer is. Daartegenover kan het voorkomen, dat je van de vier uur vliegen er zes bezig bent met voorbereidingen cf voorbesprekingen. Toch is het vliegen een ongedachte kans om verschillende sferen in observatie te nemen en tegen elkaar af te wegen. Hoe interessant was het bijvoorbeeld niet om in de Septemberdagen van het vorige jaar den eenen dag in Praag te zitten, dan in Berlijn, en vervolgens in Londen. Dan wordt je een kans gegeven om er een kijk op te krijgen, zooals geen ander krijgt. Het eene oogenblik loop je ergens in Europa, en even later wandel je tusschen Soendaneezen. Dan zie je pas verschil in mentaliteit! Hier om ons heen is het alles A. Viruly zorg, wat het leven kenmerkt, zorg om ziekte, zorg om een baantje, en daar zie je eensklaps een gelukkig volk, dat geen zor gen kent. Die ongelooflijke kansen geeft je ons vak; natuurlijk moet je er oog voor heb ben, maar het dringt zich toch wel zoo aan je op, dat je er wel oog voor moet krijgen". „Een stuk vliegersphilosophie". „Ja, daar kom je onwillekeurig toe. Gaat U zelf meer eens na. De ervaringen, die je in je vliegersbestaan opdoet, gaan dwars in tegen den geest van den tijd. Je ondergaat een internationale oriëntatie als geen ander, terwijl iedereen met den dag nationalistischer gaat denken. Overal in de wereld zie je de tegenstellingen zich ver scherpen en 'toespitsen, en elke vlucht die je maakt is een aanwijzing te meer, dat alle menschen, waar ook ter wereld, precies zulke menschen zijn als U en ik. Dat is trouwens het groote tragi-komi- sche effect in de heele vliegerij: de aviatiek is een afschuwelijke bedreiging en tegelij kertijd een schoone belofte van grootsche mogelijkheden. In de eerste plaats leert zij proporties zien. Afstanden tusschen men schen vervallen. Tegenvoeters worden naaste buren zooals zij in den geest ook vaak zoo verrassend buren zijn. En je leert opmerken, dat de Chinees in het openluchttheater onder de palmen te Singapore om hetzelfde lacht, om hetzelfde gekke gezicht, om hetzelfde komieke ge baar, als ik bij een voorstelling van Cees Laseur. Alles wat wy, vliegers, doen, is het opbouwen van internationale verbindingen; daartegenover kunnen wij ook, op dezelfde manier, eikaars beschavingen vernietigen. Daarom, als ik U mijn meening over dit alles in een paar woorden mag zeggen: er komt een verzoening, of, in het andere ge val, we gaan samen te gronde'. „U ziet het vliegtuig dus wel als een al les beheerschende factor in het huidige be stel?" „Zonder twijfel. We vliegen nu vijf en dertig jaar. In dat tijdsbestek is het vlieg tuig geworden een factor van buitengewoon groote beteekenis, zoowel in het politieke als cultureele leven der menschheid, een factor, die nog steeds, met het jaar, grooter wordt. Kijkt U eens. De grenzen in Europa zijn ontstaan in een tijd en in een wereld, die als eenig communicatiemiddel had de post koets. De vergelijking is heel gemakkelijk te trekken. In den Gallischen tijd had iemand, die uit Gallie naar Rome moest een doetje qoed.1 15. De pakketpost werd in 1883 ingevoeld, waardoor meer personeel nocdig was, ter wijl ook de kantoorruimte moest worden uitgebreid. De hoed van den postillon werd voorzien van een oranjeband. De politie maakte tegen en zoon van postbode de Moor pio- ces-verbaal op wegens het dragen van a ders uniform. (Deze postbode was tevens jager en nam behalve zyn postzak ook wei- tasch en geweer mee als Jiij zijn dienst Aik- maar-Bergen-Egmond liep.) Nieuwe brievenbussen werden m lrfö5 ge plaatst bij den Accynstoren en op het Ritse voort bij Blaauw. Driewielers werden in 1886 reeds beproefd en velocipedes werden ook gebruikt terwyl een bus werd aangebracht aan het tolhuis aan den Bergerweg. Juni 1887 verzocht de directeur toestem ming om het p.p. vcor Amsterdam per nachtboot te laten brengen door den agent van politie met den nachtdienst belast tegen 1.40 per week. Dit werd toegestaan, maar in Augustus werd gevraagd welke besteller dit wilde doen voor 50 per Jaar, De 7e besteller was er maar bracht deelen mede, want in plaatsen dan 6 bestellers moesten deze zelf m de ver ^oTdrhaTdkar ('n z.g. postbodewagentje) werd ten behoeve van de pakketpostverzen ding een imperiaal gebcuwd in 1888. In het zelfde jaar werd besloten de Westdijk van uit Alkmaar te doen bestellén. De waterleiding werd in Juli in het kan toorgebouw gebracht. De bestelling op Zon dag tot 2 teruggebracht. Het gemiddeld aan tal postpakketten bedroeg 45 per dag. De schutterij bestond gelukkig nog -Een der bestellers kon door dienst niet ter in spectie in de Doelen krmen en werd daar voor gestraft. Ambtsbezigheden zijn geen geldige redenen voor pestbeambten om niet te verschijnen, zoo luidde de brief aan den directeur. Depóthouders waren er voor het publiek, dacht waarschijnlijk de depóthouder Neder- koorn, maar hy vergrootte zijn debiet door de brievengaarders te bewegen de zegels bij hem in te slaan. Dit werd hem October 1890 verboden. De opbrengst van het kantoor was f 1830 minder dan in 1889. De oorzaak hiervan was voor een deel in de verminde ring van het aantal hulpkantoren gelegen, n.1. 21. Het jaar daarop heerschte veel ziekte on der het personeel, zoodat hulp werd gezon den uit den Helder en Utrecht. De Green- wichtijd werd ook bij den postdienst inge voerd. Wraak is zoet, dacht de besteller-schutter hierboven genoemd en hij kreeg de gelegen heid zich te wreken op een commies die hem voor een of ander feit op het matje bracht. Toen deze zich in een privaat be vond sleepte de besteller het noodige ma teriaal voor de deur, waardoor de commies niet weg kon. De besteller kreeg 14 dagen schorsing. De gasvlinders werden in 1894 door gloei lampen vervangen, terwijl in 1895 de tram Alkmaar-Purmerend voor postvervoer werd gebruikt In laatstgenoemd jaar overleed directeur Gouwe en werd opgevolgd door W. H. Moll (1). De zomer van 1896 moet wel warm ge weest zijn, want op 11 Juni verzocht de di recteur den inspecteur om goed te vinden, dat de postboden stroohoeden droegen. Reeds den 12en kwam de goedkeuring af. 14 Juli werd maatopgaaf gevraagd voor linnen kiel, 2 broeken en een pet. Het aantal brievenbussen werd in 1898 weer uitgebreid, n.L Ropjeskuil, Berger- poort en VierStaten. De postboden kregen in dit jaar pelleri- 1) Willem Huibert MoU van 1895—1903. Geboren te Olst 11 Jan. 1844 kwam W. H. Moll 23 Aug. 1895 van Amsterdam en vertrok 11 Febr. 1903 nsar Haarlem. Zijn echtgenoote was Adriana Ziegenhirt von Rosenthal geb. te Culemborg 29 Dec. 1849. Hij had een zoon Jacob geboren te Amsterdam 8 Mei 1886 en een dochter Su- sanna Willemina Carolina, geb. te Amster dam 19 Mei 1887. Hingen alle vorige leiders van het post wezen in Alkmaar den gereformeerden of N.H. godsdienst aan, hy was de eerste ach ter wiens naam „geene" kwam te staan. Hij woonde evenals zijn voorganger boven het kantoor aan de Nieuwesloot nr. 79. De postale loopbaan van den heer Moll was als volgt: gequalificeerde te Almelo 1862, surnumerair te Utrecht 1864, commies 3e klasse te Middelburg 1868, 2e klasse 1873- 1875 te idem. In 1876 in zelfde functie te Leiden, commies le klasse in 1883 te Am sterdam en hoofdcommies aldaar 1894. waar op in 1895 benoeming tot directeur te Alk maar volgde, nes. De bestellers klaagden niet alleen over de kou, maar ook over hun directeur, die geen de bestellerskamer verwarmmgin wenschte. De postrit AlkmaarHoorn werd opgehe ven evenals de dilligence WinkelNoord- scharwoude. Etiquetten voor de aanhechting van aangeteekende stukken werden be proefd. Het laatste jaar waarover ik nog iets heb mede te deelen is het jaar 1900. Een best jaar voorde honden en bestellers. In dit jaar kwam n.1. het verbod voor de post boden om honden te gebruiken en ophef fing van de tweede bestelling op Zondagen tot stand. H. VAN DRUNEN, Ass. I te Alkmaar. Hulppostkantoren. Hulppostkantoren werden in 1850 opge richt. Voor dien tyd waren er distributie kantoren of bestelhuizen. Veelal ressorteer de een hulppostkantoor onder meer dan een postkantoor met het oog op de bereke ning der porten van de brieven. Het is daarom, dat in de lijst van hulp kantoren dan ook voorkomen, plaatsen wel ke overigens met het kantoor Alkmaar niets te maken hadden. Deze kantoren komen echter in de agen da's en correspondentie van Alkmaar voor en het leek my juister deze dan ook te ver melden. Meerdere malen veranderden ook de hulpkantoren van ressort, zcoals ook thans in verband met verkeersmogelykheden nog wel plaats vindt. De meest mogelijke (of onmogelijke) in ons oog combinaties trof ik bij de brieven gaarders aan. Zoo waren er, die behalve het brieven gaarderschap uitoefenden het beroep van smidsbaas, hoofdonderwijzer, ambtenaar ter secretarie .brugwachter, schipper, her bergier e.d. De naam „brievengaarder" vond ik voor de eerste maal genoemd in 1795 in de notu len van commissarissen der posteryen, toen de brievengaarder C. Versluys te Boskoop door de Franschen was gearresteerd. Bijzon derheden over de hulpkantoren vond ik niet. Als distributiekantoor vond ik in 1850 ver meld Castricum (J. F. Rommel), Heiloo (wed. Henkens-Schoon), Schagerbrug (M. v. Lienen-Bakker) en Wïeringen. In 1892 had Alkmaar 21 hulpkantoren. De belooning voor bestelhuishouders be stond uit vergoeding voor het bewaren der bus en 2)4 cent per brief en 1 cent voor elk besteld drukwerk. Voor afstanden buiten de kom naar om standigheden. Het bestelloon werd 1 Oct. 1865 afgeschaft, waarvoor wegens het ge mis een vergoeding gegeven werd. Kort overzicht van salarissen. Directeuren: 1752 350— 1795 700— plus huishuur 1804 800.bureaukosten 1825 950.en emolumenten 1850 1250.gemiddeld 1858 1500.800 per jaar. 1895 2600— Bestellers: 1760 f 60— 1829 250— 1851 275— 1858 300— 1862 325— 1863 350— 1868 375— Commiesen: 1823 500.— pl. 200 emolumenten 1846 600.pl. 200 emolumenten 1858 700.— Commies 3e klasse 1867 800.Commies 3e klasse 1867 1000.Commies 2e klasse (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 9