DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Een speurtocht naar Danzig, No. 111 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. 141e Jaargang Legaal of niet legaal, terug tot Duitschland komt Danzig, zeggen de Duitsche inwoners. De gedachte aan oorlog op den achtergrond. De dienstplichtwet in Engeland. Lagerhuis keurt motie tot spoed- behandeling goed. De algemeene toestand. tl tl Wie zullen de leiding hebben? De generaals en admiraals der voornaamste mogendheden. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, grcote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Donderdag 11 Mei 1939 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. n. (Van onzen specialen verslaggever.) Begrijpelijk als de Duitsche wensch naar een verbindingsweg tusschen het Duitsche Rijk en Oost-Pruisen ook moge zijn, wij denken er niet aan, zoo ver klaren de Polen thans, op den Duit- schen wensch naar een exterritorialen weg in te gaan. De bedoeling van de Duitschers is duidelijk, zoo meenen de Polen: men wil ons afsnijden van de Oostzee. Wij moeten over den gevraag- den weg de controle behouden, en wat Danzig betreft: wij willen garanties, waarop wij ons kunnen verlaten, en dan willen wij praten Sprekend met Polen zoowel als met Duit schers doet men merkwaardige ontdekkin gen. Zoo bleek mij nog eens weer welk een oppervlakkigen indruk Duitschers, die niet in het Rijk leven, soms hebben van den toe stand aldaar. Hoort men dergelijke lieden spreken, dan is het daarginder een paradijs en is het in Polen een hel moet men hen gelooven dan worden de ^Duitsche minder heden zoo ongeveer „am laufenden Band" mishandeld en gemaltraiteerd. Spreekt men daarentegen met Polen dan is het net pre cies andersom. Natuurlijk zijn er gevallen van mishan deling, maar bij mishandelen zijn er nog altijd minstens twee noodig en nu is het maar de vraag: hoe is dat alles aan Jen gang gekomen? Wie is begonnen? Heeft de- geen, die de eerste tik gekregen heeft, zich oogenblikkelijk uit de voeten gemaakt of heeft hij teruggeslagen? Is het ook niet mogelijk dat de eerste tik gegeven is door hem, die in de benauwdheid zat, en zich tijdig het spreekwoord herinnerde dat het zaliger is te geven dan te ontvangen? Men mag deze verhalen over mishandelingen ook niet al te tragisch opnemen. Een man met wien ik sprak een brave, rustige burger schold naar hartelust op iederen journalist die geen Duitscher was. Toen ik hem vroeg welke kranten hij dan wel allemaal las om dat zoo precies te kun nen weten, luidde zijn antwoord: ..Natuur lijk Duitsche wat daarin staat is waar en nou kan Beek zeggen, wat hij wil, voor ons geldt enkel en alleen het woord van Hitier. Wat die heeft gezegd dat is zoo daran gibt's nichts zu rütteln. En wat doet U eigenlijk?" „De mooie huizen bekijken", zei ik, en bracht het gesprek op architecto nisch terrein. Het is tenslotte altijd weer demaniei waarop men iets doet, iets zegt of iets schrijft Der Danziger Vorposten het ambtelijke orgaan van de NSDAP Gau Danzig (dragende op het titelblad op een zwarte streep tusschen twee Hakenkruisteekens de zinrijke zin: „Zuruck zum Reich Gegen vertragliche Willkur") noemt Becks rede eigenlijk overbodig, omdat Beek stil stond bij de bereids door Polen afgewezen Duitsche eischen; het blad constateert da men niets is opgeschoten. Zoo schrijft het blad: „Was Beek erzahlte war nicht viel. D a t is volkomen juist en daarin schuilt juist mijns inziens tenminste de krach: van deze de deur openhoudende rede men is in het Derde Rijk wel heel erg mst lange redevoeringen verwend en vergee wel eens dat het hem in de lengte niet zi Hoe reageerde men hier nu op deze rede die met zoo ontzettend veel „tam-tam door verschillende organen was aangekondigd Ik heb gelijk gehad toen ik voorspelde dat ook hier de soep wel niet zoo brandend heet zou worden gegeten als zij ter tafel scheen te zullen komen: het is in Danzig v o 1 k o- m e n rustig gebleven. Wanneer ik zoo op straat en in verschillende lokalen mijn oo. te luisteren leg, hoor ik niets bijzonders. Duitschland weet dat het niet te d°en heeft met een volk dat bij voorbaat in zijn schu.p kruipt en dat den moed heeft op bepaalde van zijn standpunt bekeken vitale ten „neen" te zeggen. Wie zich een beeid van den toestand wil maken, herinnere zich de hier door mij gehoorde expressie: „Wij zijn geen Tsjechen!" Dat zegt genoeg. Zoo kwam ik met een paar menschen in gesprek een jonge en een oudere duit scher Zij zeiden niet alteveel, maar de jongere meende er mij dan toch op te moe ten wijzen en ik zou goed en verstandig doen dat te schrijven ook! dat Danzig „so wie so tot het Derde Rijk terug zou keeren. Legaal of niet legaal was zijn conclusie, maar terug komt het. „Op welke manier stel je je die terugkeer voor?" informeerde ik. Daarop kan hij mij helaas nog geen antwoord geven als ik hier nog een tijdje bleef dan zou ik het misschien zelf wel zien. Maar terug goedschiks of kwaad schiks Toen sprak ik met den oudere, die het gesprek met zijn jongen metgezel aandach tig en meer dan eens met een licht hoofd schudden had aangehoord. Deze was minder zeker van dien terugkeer. Hij had den oor log meegemaakt, een tijdlang in het Pool- sche leger gediend en schilderde mij dit leger als' niet minder dan het Duitsche. Zijn eenige hoop was, dat dit alles nog langs banen van kalm onderhandelen in orde zou kemen. Het wil mij echter voorkomen, dat de gedachte aan een oorlog eer toe dan af neemt, al spreekt niemand het duidelijk uit. Duitschland zoo zette de oudere man het mij in een redeneering, waar geen speld tusschen te krijgen was, uiteen Duitsch land zal tenslotte een deel, en geen al ta klein deel, van zijn eischen moeten laten vallen, en het is de groote vraag kan de Duitsche regeering dat momenteel nog? De Polen, zoo Verklaarde hij zeer nadrukkelijk, zijn bereid zoo noodig de wapens op te nemen daar valt niet aan te tomen. En met welke Polen men ook spreekt altijd weer zal men merken, dat het hun vaste overtuiging is dat het Derde Rijk niets an ders beoogt dan Polen van de Oostzee terug te dringen Dit gesprek speelde zich af in een van de vele wondermooie „Weinstuben", die deze architectonisch zoo prachtige stad bevat, een stad waarin het daarom zoo loonend dwalen is, omdat zij den beschouwer terug voert naar tijden van heel wat minder ner vositeit en dreiging van angst en beklem- mirg als waarin wij heden ten dage leven. Ziet deze wondermooie huizen deze smalle huizen uit de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw ziet de groengeverfde deuren met de helder gepoetste kloppers sta een oogenblik stil voor deze fijn gekar telde geveltjes, overvloedig met gouden tirelantijnen versierd, werp een bescheiden blik door die smalle vensters met kleine ruitjes waarachter de electrische lamp zoo allermerkwaardigst aandoet. Hier vermoedt gij geen modem gekleede dames achter een bridgetafel, hier schiet gij in een ongeloovi- gen lach wanneer gij er u rekenschap van geeft dat daar waar de tijd schijnt te zijn blijven stilstaan radiomuziek weer klinkt veeleer ziet uw blik statige dames in crinolinerokken gehuld, rustige, bedaar de vrouwen met handwerkjes en op de tafel een ouderwetsche speeldoos als waarvan ons de Camera Obscura weet te vertellen Niet anders is het met een prachtig oude poort, waaronder door de Poolsche koningen plachten te rijden om de hulde hunner on derdanen in ontvangst te nemen. Beter dan het bruin van het „Ehrenkleid" der S.A.- mannen zou hier het met goud bestikte flu weel van hoog te paard rijdende ridders pas sen. Uit deze hondenden jaren oude poort perst zich de electrische tram, het is een poort die niet meer dan twaalf meter breed is en die mü, onkundige op bouwkundig ge bied, een mengeling schijnt van romaan- sche en renaissance-stijl. Boven ontwaar ik vier pilaren als geplakt, schaarschelijk met vier pilares als geplakt, schaarschelijk met goud versierd en over den gevel heen staat op den blauwen ondergrond een spreuk die ons in het Latijn leert, dat ééndracht kleine staten groot maakt, tweedracht daarentegen de groote uiteenvallen doet. Het Poolsche wapen op een rood veld en goudomkranst prijkt er boven. Men doet veel om deze mooie gebouwen te onderhouden en de laatste jaren is er heel wat gerestaureerd wat anders zeer waarschijnlijk ten ondergang zou zijn ge doemd. Niet anders is dat het geval bij de imposante Marienkirche de trots van Danzig een geweldige gothische „Got- tesburg" die in 1500 voltooid werd. Hier zien wij een zeldzaam interessant schilderij van een' Nederlandschen meester het Laatste Oordeel voorstellend wonder mooi zijn de kleuren bewaard op kinder lijke wijze heeft men hier voorgesteld hoe de straf de boozen, de belooning van het in gaan in den Hemel den braven wacht. Ik stond er gisteravond voor met een ouden Danziger en als een wondermilde streeling vloeide het maanlicht over het eeuwenoude gesteente. Hij vertelde mij de geschiedenis van het bouwwerk en besloot zijn verhaal met het volgende, zoo wonder wel passend op hetgeen wij thans in Danzig doorleven: „Die Glocken rufen. Sie halten in Kampf und Schlacht. In dem steinernen Turm von Sankt Marien ewige Wacht. Het Britsche Lagerhuis heeft een door minister-president Chamberlain in gediende motie, waarin spoedbehande- ling van de dienstplichtwetten werd ge vraagd met 283 tegen 133 stemmen aan genomen. Chamberlain, die de indiening der motie motiveerde, wees er op, dat de redenen voor zulk een spoedbehandeling duidelijk waren. „Het is algemeen bekend, aldus de eerste minister, dat alles, wat wij in deze aange legenheid doen, elders met de grootste aan dacht wordt gadegeslagen en alles, wat zweemt naar talmen, zou ongetwijfeld zeer ontmoedigend werken op onze vrienden in Europa. Ieder, of hij het met de wet eens is of niet, zal mij moeten toegeven, dat, als wij tot een maatregel van dezen aard besluiten, hoe eerder wij tot toepassing er van over gaan, hoe beter het is". Namens de labour-partij protesteerde Greenwood met nadruk tegen de voorge stelde procedure. Hij zeide, dat het een mis daad tegenover de vakbeweging zou zijn, als de regeering bij haar voornemen zou blijven, het wetsontwerp door het Lager huis te jagen, alvorens vrede te sluiten met hen, van wier medewerking zij ten slotte af hankelijk is. De liberaal Sinclair erkende, dat spoed geboden was, doch zeide het niet juist te achten, als het Huis niet den noodigen tijd werd gelaten, om amendementen betreffen de principieele punten te bespreken. Vrijwilligers voor! Voor de veldtroepen van het territoriale leger hebben zich, naar officieel wordt me degedeeld, in de week, eindigende op 6 Mei, 35.624 recruten aangemeld. Dit aantal, ge voegd bij de cijfers van de vier daaraan voorafgaande weken, levert sinds 1 April een vermeerdering op van 11&507 man. Dit aantal sluit niet de cijfers in van de recru ten voor de luchtafweereenheden van 't ter ritoriale leger, waarvoor zich eveneens een groot aantal mannen heeft aangemeld. Sie warten auf ihre Stunde zu der Gott selber sie lauten wird und Den Tag der Erlösung verkündet mit ehernem Mund „Want zoo besloot de oude man zijn historische uiteenzetting die dag der ver lossing zal komen. Reken daar op". „H o e en wanneer?" vroeg ik. „Darüber wollen wir lieber nicht reden", luidde het antwoord Chamberlain geelt opheldering. Naar aanleiding van de te Moskou afge legde verklaring betreffende de Britsche voorstellen heeft minister-president Cham berlain in het Engelsche Lagerhuis giste ren verklaard, dat deze een gevolg scheen te zijn van een misverstand ten aanzien van de inderdaad gedane voorstellen. De Engelsche regeering heeft onlangs een de finitieve verplichting aanvaard ten opzichte van bepaalde Oost-Europeesche staten en zij heeft dit gedaan zonder de Sovjet-re geering uit te noodigen, eraan deel te ne men, waartoe zulk een voorstel onvermij delijk aanleiding zou geven. De Britsche regeering heeft aldus Chamberlain daarom aan de Sovjet- regeering voorgesteld, dat deze zelf een verklaring zou afleggen van dezelfde strek king als die welke reeds door de Britsche regeering is afgelegd, in dien zin, dat, zoo Engeland en Frankrijk bij het nakomen, der eigen verplichtingen in vijandelijkhe den mochten geraken, de Sovjet-regeering zich bereid zou verklaren, eveneens bij stand te verleenen. Zulk een verklaring, als de Sovjet-regeering zich in staat acht, deze af te leggen, komt de Britsche regee- ring voor in overeenstemming te zijn met de recente uitspraak van Stalin, dat het de politiek der Sovjet-regeering is, de landen, die het slachtoffer van agressie mochten zijn en die bereid waren, hun eigen onaf hankelijkheid te verdedigen, te steunen. Vrijwel tezelfdertijd kwam de Sovjet-re geering met een plan dat direct veelom- vattender en meer star was, hetgeen even wel zou moeten leiden tot ernstige moei lijkheden, welke onze eigen voorstellen hadden willen omzeilen. De Britsche regee ring wees derhalve de Sovjet-regeering op het bestaan dezer moeilijkheden en bracht tezelfder tijd bepaalde wijzigingen in haar oorspronkelijke voorstellen. In het bijzonder maakte zij duidelijk, dat haar plan niet behelsde dat de Sovjet- regeering zich zou verplichten, tusschen- beide te komen, ongeacht het feit, of Enge land en Frankrijk ter nakoming hunner verplichtingen zulks reeds hadden gedaan. De regeering deed voorts uitkomen, dat, zoo de Sovjet-regeering haar eigen inter ventie afhankelijk wilde maken van die van Engeland en Frankrijk, de Britsche regee ring hiertegen van haar kant geen bezwaar zou hebben. Halifak had Dinsdag een onderhoud mst den Sovjet-ambassadeur die verklaarde, dat het de Sovjet-regeering nog steeds niet duidelijk was of zich op grond van het Britsche voorstel geen omstandigheden zouden kunnen voordoen, waaronder de Sovjet-regeering verplicht zou zijn tot een niet door Engeland en Frankrijk gesteunde interventie. Halifax gaf den ambassadeur de verzekering, dat dit beslist niet de be doeling van de voorstellen der Britsche re geering was. Halifax voegde hieraan toe, dat hij geloofde dat, zoo er eenige ruimte voor twijfel in dit opzicht mocht zijn, deze zonder moeite zou kunnen worden wegge nomen. Hij noodigde den ambassadeur der halve uit, de regeering ervan op de hoogte te stellen, wat precies de redenen waren van dezen twijfel, zoo deze noch mocht be staan, en hiermede verklaarde Maisky zich accoord. De Britsche ambassadeur te Moskou, al dus Chamberlain, heeft twee dagen geleden een onderhoud met Molotow gehad, waarin deze toezegde, dat de Sovjet-regeering onze voorstellen in zorgvuldige overweging zou nemen en wij wachten thans het ant woord af. Toen de premier zijn verklaring beëindigd had, vroeg Dalton of 't misschien niet het beste zou zijn als Lord Halifax naar Mos kou vloog om daar rechtuit met Molotow te praten. De zaak had al veel te lang ge duurd en thans werd ieder uur kostbaar. Chamberlain antwoordde dat het nu ook weer niet op een dag aankwam en men het nemen van verdere maatregelen kon over wegen na ontvangst van het Russische ant woord dat in geen geval lang op zich zou laten wachten. Toen zei Mander dat hij uit de verklaring van den premier eigenlijk nog niet goed begrepen had welke nu de „starre" voorstellen van de Sovjet-regee ring geweest waren, die zulk een onover komelijke moeilijkheid voor de regeering gevormd hadden, waarop de premier ant woordde dat hij voor het oogenblik niets aan zijn verklaring had toe te voegen. Aan den labour-afgevaardigde Thurtle gaf Chamberlain nog de verzekering dat de regeering het belang en de urgentie van een overeenkomst met Rusland bleef inzien en aan Noel Baker antwoordde hij, dat de waarborg aan Polen gegeven volstrekt niet 'n bondgenootschap met Rusland behoefde uit te sluiten, althans niet in beginsel. De Britsche pers bespreekt hedenochtend den stand der onderhandelingen met de Sovjet Unie en de verklaring van den mi nister-president dienaangaande in het La gerhuis. De „Times" schrijft, dat indien al een klein misverstand is gerezen, uit de ver klaring van den minister-president duide lijk blijkt, dat de onderhandelingen niet öoodgeloopen zijn. Het Sovjet-Russische plan bleek strakker dan het Britsche, dat moeilijkheden wilde vermijden. Hierdoor is een misverstand gerezen, doch beide regee ringen zijn eensgezind in de meening dat een aanval met kracht moet worden tegen gegaan. Hitier houdt thans geen rede, zon der erop te wijzen, dat Duitschland een grooter levensruimte noodig heeft en Polen is de eerste hinderpaal voor deze politiek. Engeland en de Sovjet-Unie verlangen bei den zich te verzetten tegen een aanval op Polen. De ..Daily Telegraph" bericht, dat thans wel blijkt, dat het vertrek van Litwinoff als volkscommissaris van buitenlandsche zaken niet beteekent, dat de Sovet-Unie zich terugtrekt uit de samenwerking met de westelijke mogendheden tot verzet te gen een aanval. Eerder schijnt Molotow meer dan zijn voorganger den gang der onderhandelingen te willen versnellen. De verklaring van minister-president Cham berlain moet thans de besprekingen ver gemakkelijken. Ook de „News Chronicle" is tenslotte van meening, dat de verklaring van den minister-president de vrees van de Russen moet wegnemen, welke evenwel niet onge rechtvaardigd was na München. Het valt vurig te hopen, dat er in dit ont redderde Europa geen conflict losbreken zaL Intusschen is de vraag wel van belang, wie eventueel de verschillende legers en vloten zullen aanvoeren, de luchtvloten niet te vergeten. Wat Duitschland betreft, zal zoo goed als zeker generaal Wilhelm Keitel Hitler's legerscharen aanvoeren. Hij is 56 jaar, was gedurende den wereldoorlog com mandant van een batterij veld-artillerie, werd later bij den generalen staf geplaatst en toonde zich daar een der helderste kop pen van het leger. Het is Hitler's politiek geweest, het Duitsche leger zooveel mogelijk jonge officieren in de leiding te geven. Spe ciaal voor Keitel stelde Hitier den titel in van chef van het Hooge Commando van de Gewapende Macht Frankrjjk's generalissimus is Maurice Ga- melin, een kalme aristocratische officier, chef van den generalen staf en een der beste leerlingen, van de wereldberoemde militaire academie van Saint Cyr. In de jaren voor 1914 wees hij als gewoon kapitein reeds op het gevaar van een moge lijken Duitschen aanval door België, zulks tegen het inzicht van Joffre in. Verleden jaar was Gamelin sterk voor hulpverleening aan Tsjechoslowakije, trachtte Daladier hiertoe te beïnvloeden. In een eventueelen oorlog zal hij vermoedelijk, opperbevelheb ber worden van de Vereenigde Fransche en Engelsche strijdkrachten. Gamelin is 66 j. De aanvoerder van het Engelsche territo riale leger is de kortelings benoemde Vis- count Gort, wiens naam voor zijn verhef fing tot den adelstand John Stanwish Sur- tees Prendergast Vereker was. Generaal Gort, die thans 52 jaar is, ging in 1914 naar Frankrijk als adjudant van Haig. De Engelsche vloot staat onder comman do van den eersten zeelord en oppercom- mandant Sir Roger Roland Charles Back house, een zestigjarige zeeman. Hy wordt een tijger voor zijn werk genoemd en als de populairste zeeofficier sinds Nelson be schouwd. Inmiddels zal wellicht een ander met de vloot uitvaren en wel Sir Alfred Buddley Pickman Rogers Pound, de thans 61-jarige commandant van H. M. S. Colos- sus in den slag bij Jutland. Hij is geduren de de laatste twee jaren commandant van de Middellandsche Zeevloot geweest en staat bekend om zijn groote evenwichtigheid en kalmte. Frankrijk's vloot staat onder commando van den 58-jarigen Jean Darlan, die tijdens den wereldoorlog bij Verdun enkele batte rijen scheepskanonnen commandeerde. Hij commandeerde later een flottille op den Rijn en werd daarna commandant van de Fransche vloot in het Verre Oosten, onder scheidt zich vooral door zijn organisatie talent. De Duitsche vlootcommandant admiraal Erich Raeder, was eens officier aan boord van het jacht van den ex-keizer, deed dienst aan boord van de kruisers, die in 1914 de Engelsche kust bombardeerden en nam aan de slagen bij Doggersbank en Jutland deel. Tien jaar geleden werd hy admiraaL Hij maakte vooral propaganda voor de kleine slagschepen, (pocket battleships), waarvan Duitschland er thans verschillende heeft. De Italiaansche vloot staat officieel nog onder commando van den 80-jarigen graaf Paolo Thaon di Revel, wiens assistent, de 64-jarige Domenico Cavagnari als chef van de vloot ingeval van oorlog het commando zal overnemen. Tenslotte de luchtstrijdkrachten. Aanvoer der van de Duitsche is Erhard Milch, hy is 47 en won als oorlosgvlieger het yzeren kruis le en 2e klas. Hij verliet den militai ren dienst en werd directeur van de Luft hansa. Als zoodanig reisde en vloog hij veel in Amerika en Europa. Zes jaar geleden werd hij door Göring tot staatssecretaris voor de luchtmacht benoemd, waarvan hij enkele maanden geleden inspecteur gene raal werd. De Engelsche luchtmacht staat onder den 53-jarigen Sir Cyril Newall, die in Indië ge boren werd en ook daar zijn eerste lauwe ren verwierf. Tijdens den wereldoorlog maakte hy zich vooral verdienstelijk als or ganisator van luchteskaders. Hij voerde ze ook herhaaldelijk in den strijd aan. Hij is sinds de laatste achttien maanden lucht- maarschalk van Engeland. De 50-jarige Joseph Vuillemin, comman dant van de Fransche luchtmacht, leerde onder Blériot vliegen. Hij was een goed oorlogsvlieger en deed later uitstekend werk als organisator van de Fransche luchtmacht in Afrika. Hij staat op zeer goeden voet met Erhard Milch, dien hij tot zijn persoonlijke vrienden rekent. De 52-jarige Giuseppe Valle staat aan het hoofd van de Italiaansche luchtvloot, die met de Duitsche tot de beste ter wereld be hoort. Hij verwierf zijn opleiding hoofdza kelijk in luchtschepen en pas in 1928 werd hy vliegtuigbestuurder en assistent van Balbo. Zie verder Buitenland pag. 1, 3e blad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1