DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Een speurtocht naar Danzig,
No. 111 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
141e Jaargang
Legaal of niet legaal, terug tot Duitschland
komt Danzig, zeggen de Duitsche
inwoners.
De
gedachte aan oorlog op
den achtergrond.
De dienstplichtwet in
Engeland.
Lagerhuis keurt motie tot spoed-
behandeling goed.
De algemeene toestand.
tl
tl
Wie zullen de leiding
hebben?
De generaals en admiraals
der voornaamste mogendheden.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, grcote
contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Donderdag 11 Mei 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
n.
(Van onzen specialen verslaggever.)
Begrijpelijk als de Duitsche wensch
naar een verbindingsweg tusschen het
Duitsche Rijk en Oost-Pruisen ook moge
zijn, wij denken er niet aan, zoo ver
klaren de Polen thans, op den Duit-
schen wensch naar een exterritorialen
weg in te gaan. De bedoeling van de
Duitschers is duidelijk, zoo meenen de
Polen: men wil ons afsnijden van de
Oostzee. Wij moeten over den gevraag-
den weg de controle behouden, en wat
Danzig betreft: wij willen garanties,
waarop wij ons kunnen verlaten, en
dan willen wij praten
Sprekend met Polen zoowel als met Duit
schers doet men merkwaardige ontdekkin
gen. Zoo bleek mij nog eens weer welk een
oppervlakkigen indruk Duitschers, die niet
in het Rijk leven, soms hebben van den toe
stand aldaar. Hoort men dergelijke lieden
spreken, dan is het daarginder een paradijs
en is het in Polen een hel moet men hen
gelooven dan worden de ^Duitsche minder
heden zoo ongeveer „am laufenden Band"
mishandeld en gemaltraiteerd. Spreekt men
daarentegen met Polen dan is het net pre
cies andersom.
Natuurlijk zijn er gevallen van mishan
deling, maar bij mishandelen zijn er nog
altijd minstens twee noodig en nu is het
maar de vraag: hoe is dat alles aan Jen
gang gekomen? Wie is begonnen? Heeft de-
geen, die de eerste tik gekregen heeft, zich
oogenblikkelijk uit de voeten gemaakt of
heeft hij teruggeslagen? Is het ook niet
mogelijk dat de eerste tik gegeven is door
hem, die in de benauwdheid zat, en zich
tijdig het spreekwoord herinnerde dat het
zaliger is te geven dan te ontvangen? Men
mag deze verhalen over mishandelingen
ook niet al te tragisch opnemen.
Een man met wien ik sprak een brave,
rustige burger schold naar hartelust op
iederen journalist die geen Duitscher was.
Toen ik hem vroeg welke kranten hij dan
wel allemaal las om dat zoo precies te kun
nen weten, luidde zijn antwoord: ..Natuur
lijk Duitsche wat daarin staat is waar
en nou kan Beek zeggen, wat hij wil, voor
ons geldt enkel en alleen het woord van
Hitier. Wat die heeft gezegd dat is zoo
daran gibt's nichts zu rütteln. En wat doet
U eigenlijk?" „De mooie huizen bekijken",
zei ik, en bracht het gesprek op architecto
nisch terrein.
Het is tenslotte altijd weer demaniei
waarop men iets doet, iets zegt of iets
schrijft
Der Danziger Vorposten het ambtelijke
orgaan van de NSDAP Gau Danzig
(dragende op het titelblad op een zwarte
streep tusschen twee Hakenkruisteekens de
zinrijke zin: „Zuruck zum Reich Gegen
vertragliche Willkur") noemt Becks
rede eigenlijk overbodig, omdat Beek stil
stond bij de bereids door Polen afgewezen
Duitsche eischen; het blad constateert da
men niets is opgeschoten. Zoo schrijft het
blad: „Was Beek erzahlte war nicht viel.
D a t is volkomen juist en daarin schuilt
juist mijns inziens tenminste de krach:
van deze de deur openhoudende rede
men is in het Derde Rijk wel heel erg mst
lange redevoeringen verwend en vergee
wel eens dat het hem in de lengte niet zi
Hoe reageerde men hier nu op deze rede
die met zoo ontzettend veel „tam-tam door
verschillende organen was aangekondigd
Ik heb gelijk gehad toen ik voorspelde dat
ook hier de soep wel niet zoo brandend heet
zou worden gegeten als zij ter tafel scheen
te zullen komen: het is in Danzig v o 1 k o-
m e n rustig gebleven. Wanneer ik zoo op
straat en in verschillende lokalen mijn oo.
te luisteren leg, hoor ik niets bijzonders.
Duitschland weet dat het niet te d°en heeft
met een volk dat bij voorbaat in zijn schu.p
kruipt en dat den moed heeft op bepaalde
van zijn standpunt bekeken vitale
ten „neen" te zeggen. Wie zich een beeid
van den toestand wil maken, herinnere zich
de hier door mij gehoorde expressie: „Wij
zijn geen Tsjechen!" Dat zegt genoeg.
Zoo kwam ik met een paar menschen in
gesprek een jonge en een oudere duit
scher Zij zeiden niet alteveel, maar de
jongere meende er mij dan toch op te moe
ten wijzen en ik zou goed en verstandig
doen dat te schrijven ook! dat Danzig „so
wie so tot het Derde Rijk terug zou keeren.
Legaal of niet legaal was zijn conclusie,
maar terug komt het. „Op welke manier
stel je je die terugkeer voor?" informeerde
ik. Daarop kan hij mij helaas nog geen
antwoord geven als ik hier nog een tijdje
bleef dan zou ik het misschien zelf wel
zien. Maar terug goedschiks of kwaad
schiks
Toen sprak ik met den oudere, die het
gesprek met zijn jongen metgezel aandach
tig en meer dan eens met een licht hoofd
schudden had aangehoord. Deze was minder
zeker van dien terugkeer. Hij had den oor
log meegemaakt, een tijdlang in het Pool-
sche leger gediend en schilderde mij dit
leger als' niet minder dan het Duitsche. Zijn
eenige hoop was, dat dit alles nog langs
banen van kalm onderhandelen in orde zou
kemen.
Het wil mij echter voorkomen, dat de
gedachte aan een oorlog eer toe dan af
neemt, al spreekt niemand het duidelijk
uit. Duitschland zoo zette de oudere man
het mij in een redeneering, waar geen speld
tusschen te krijgen was, uiteen Duitsch
land zal tenslotte een deel, en geen al ta
klein deel, van zijn eischen moeten laten
vallen, en het is de groote vraag kan de
Duitsche regeering dat momenteel nog? De
Polen, zoo Verklaarde hij zeer nadrukkelijk,
zijn bereid zoo noodig de wapens op te
nemen daar valt niet aan te tomen. En
met welke Polen men ook spreekt altijd
weer zal men merken, dat het hun vaste
overtuiging is dat het Derde Rijk niets an
ders beoogt dan Polen van de Oostzee terug
te dringen
Dit gesprek speelde zich af in een van de
vele wondermooie „Weinstuben", die deze
architectonisch zoo prachtige stad bevat,
een stad waarin het daarom zoo loonend
dwalen is, omdat zij den beschouwer terug
voert naar tijden van heel wat minder ner
vositeit en dreiging van angst en beklem-
mirg als waarin wij heden ten dage leven.
Ziet deze wondermooie huizen deze
smalle huizen uit de vijftiende, zestiende en
zeventiende eeuw ziet de groengeverfde
deuren met de helder gepoetste kloppers
sta een oogenblik stil voor deze fijn gekar
telde geveltjes, overvloedig met gouden
tirelantijnen versierd, werp een bescheiden
blik door die smalle vensters met kleine
ruitjes waarachter de electrische lamp zoo
allermerkwaardigst aandoet. Hier vermoedt
gij geen modem gekleede dames achter een
bridgetafel, hier schiet gij in een ongeloovi-
gen lach wanneer gij er u rekenschap van
geeft dat daar waar de tijd schijnt te zijn
blijven stilstaan radiomuziek weer
klinkt veeleer ziet uw blik statige dames
in crinolinerokken gehuld, rustige, bedaar
de vrouwen met handwerkjes en op de tafel
een ouderwetsche speeldoos als waarvan
ons de Camera Obscura weet te vertellen
Niet anders is het met een prachtig oude
poort, waaronder door de Poolsche koningen
plachten te rijden om de hulde hunner on
derdanen in ontvangst te nemen. Beter dan
het bruin van het „Ehrenkleid" der S.A.-
mannen zou hier het met goud bestikte flu
weel van hoog te paard rijdende ridders pas
sen. Uit deze hondenden jaren oude poort
perst zich de electrische tram, het is een
poort die niet meer dan twaalf meter breed
is en die mü, onkundige op bouwkundig ge
bied, een mengeling schijnt van romaan-
sche en renaissance-stijl. Boven ontwaar ik
vier pilaren als geplakt, schaarschelijk met
vier pilares als geplakt, schaarschelijk met
goud versierd en over den gevel heen staat
op den blauwen ondergrond een spreuk die
ons in het Latijn leert, dat ééndracht kleine
staten groot maakt, tweedracht daarentegen
de groote uiteenvallen doet. Het Poolsche
wapen op een rood veld en goudomkranst
prijkt er boven.
Men doet veel om deze mooie gebouwen
te onderhouden en de laatste jaren is er
heel wat gerestaureerd wat anders zeer
waarschijnlijk ten ondergang zou zijn ge
doemd. Niet anders is dat het geval bij de
imposante Marienkirche de trots van
Danzig een geweldige gothische „Got-
tesburg" die in 1500 voltooid werd. Hier
zien wij een zeldzaam interessant schilderij
van een' Nederlandschen meester het
Laatste Oordeel voorstellend wonder
mooi zijn de kleuren bewaard op kinder
lijke wijze heeft men hier voorgesteld hoe
de straf de boozen, de belooning van het in
gaan in den Hemel den braven wacht.
Ik stond er gisteravond voor met een
ouden Danziger en als een wondermilde
streeling vloeide het maanlicht over het
eeuwenoude gesteente. Hij vertelde mij de
geschiedenis van het bouwwerk en besloot
zijn verhaal met het volgende, zoo wonder
wel passend op hetgeen wij thans in Danzig
doorleven:
„Die Glocken rufen. Sie halten in Kampf
und Schlacht.
In dem steinernen Turm von Sankt
Marien ewige Wacht.
Het Britsche Lagerhuis heeft een
door minister-president Chamberlain in
gediende motie, waarin spoedbehande-
ling van de dienstplichtwetten werd ge
vraagd met 283 tegen 133 stemmen aan
genomen.
Chamberlain, die de indiening der motie
motiveerde, wees er op, dat de redenen voor
zulk een spoedbehandeling duidelijk waren.
„Het is algemeen bekend, aldus de eerste
minister, dat alles, wat wij in deze aange
legenheid doen, elders met de grootste aan
dacht wordt gadegeslagen en alles, wat
zweemt naar talmen, zou ongetwijfeld zeer
ontmoedigend werken op onze vrienden in
Europa.
Ieder, of hij het met de wet eens is of
niet, zal mij moeten toegeven, dat, als wij
tot een maatregel van dezen aard besluiten,
hoe eerder wij tot toepassing er van over
gaan, hoe beter het is".
Namens de labour-partij protesteerde
Greenwood met nadruk tegen de voorge
stelde procedure. Hij zeide, dat het een mis
daad tegenover de vakbeweging zou zijn,
als de regeering bij haar voornemen zou
blijven, het wetsontwerp door het Lager
huis te jagen, alvorens vrede te sluiten met
hen, van wier medewerking zij ten slotte af
hankelijk is.
De liberaal Sinclair erkende, dat spoed
geboden was, doch zeide het niet juist te
achten, als het Huis niet den noodigen tijd
werd gelaten, om amendementen betreffen
de principieele punten te bespreken.
Vrijwilligers voor!
Voor de veldtroepen van het territoriale
leger hebben zich, naar officieel wordt me
degedeeld, in de week, eindigende op 6 Mei,
35.624 recruten aangemeld. Dit aantal, ge
voegd bij de cijfers van de vier daaraan
voorafgaande weken, levert sinds 1 April
een vermeerdering op van 11&507 man. Dit
aantal sluit niet de cijfers in van de recru
ten voor de luchtafweereenheden van 't ter
ritoriale leger, waarvoor zich eveneens een
groot aantal mannen heeft aangemeld.
Sie warten auf ihre Stunde zu der Gott
selber sie lauten wird und
Den Tag der Erlösung verkündet mit
ehernem Mund
„Want zoo besloot de oude man zijn
historische uiteenzetting die dag der ver
lossing zal komen. Reken daar op".
„H o e en wanneer?" vroeg ik.
„Darüber wollen wir lieber nicht
reden", luidde het antwoord
Chamberlain geelt
opheldering.
Naar aanleiding van de te Moskou afge
legde verklaring betreffende de Britsche
voorstellen heeft minister-president Cham
berlain in het Engelsche Lagerhuis giste
ren verklaard, dat deze een gevolg scheen
te zijn van een misverstand ten aanzien
van de inderdaad gedane voorstellen. De
Engelsche regeering heeft onlangs een de
finitieve verplichting aanvaard ten opzichte
van bepaalde Oost-Europeesche staten en
zij heeft dit gedaan zonder de Sovjet-re
geering uit te noodigen, eraan deel te ne
men, waartoe zulk een voorstel onvermij
delijk aanleiding zou geven.
De Britsche regeering heeft aldus
Chamberlain daarom aan de Sovjet-
regeering voorgesteld, dat deze zelf een
verklaring zou afleggen van dezelfde strek
king als die welke reeds door de Britsche
regeering is afgelegd, in dien zin, dat, zoo
Engeland en Frankrijk bij het nakomen,
der eigen verplichtingen in vijandelijkhe
den mochten geraken, de Sovjet-regeering
zich bereid zou verklaren, eveneens bij
stand te verleenen. Zulk een verklaring,
als de Sovjet-regeering zich in staat acht,
deze af te leggen, komt de Britsche regee-
ring voor in overeenstemming te zijn met
de recente uitspraak van Stalin, dat het de
politiek der Sovjet-regeering is, de landen,
die het slachtoffer van agressie mochten
zijn en die bereid waren, hun eigen onaf
hankelijkheid te verdedigen, te steunen.
Vrijwel tezelfdertijd kwam de Sovjet-re
geering met een plan dat direct veelom-
vattender en meer star was, hetgeen even
wel zou moeten leiden tot ernstige moei
lijkheden, welke onze eigen voorstellen
hadden willen omzeilen. De Britsche regee
ring wees derhalve de Sovjet-regeering op
het bestaan dezer moeilijkheden en bracht
tezelfder tijd bepaalde wijzigingen in haar
oorspronkelijke voorstellen.
In het bijzonder maakte zij duidelijk,
dat haar plan niet behelsde dat de Sovjet-
regeering zich zou verplichten, tusschen-
beide te komen, ongeacht het feit, of Enge
land en Frankrijk ter nakoming hunner
verplichtingen zulks reeds hadden gedaan.
De regeering deed voorts uitkomen, dat,
zoo de Sovjet-regeering haar eigen inter
ventie afhankelijk wilde maken van die van
Engeland en Frankrijk, de Britsche regee
ring hiertegen van haar kant geen bezwaar
zou hebben.
Halifak had Dinsdag een onderhoud mst
den Sovjet-ambassadeur die verklaarde,
dat het de Sovjet-regeering nog steeds niet
duidelijk was of zich op grond van het
Britsche voorstel geen omstandigheden
zouden kunnen voordoen, waaronder de
Sovjet-regeering verplicht zou zijn tot een
niet door Engeland en Frankrijk gesteunde
interventie. Halifax gaf den ambassadeur
de verzekering, dat dit beslist niet de be
doeling van de voorstellen der Britsche re
geering was. Halifax voegde hieraan toe,
dat hij geloofde dat, zoo er eenige ruimte
voor twijfel in dit opzicht mocht zijn, deze
zonder moeite zou kunnen worden wegge
nomen. Hij noodigde den ambassadeur der
halve uit, de regeering ervan op de hoogte
te stellen, wat precies de redenen waren
van dezen twijfel, zoo deze noch mocht be
staan, en hiermede verklaarde Maisky zich
accoord.
De Britsche ambassadeur te Moskou, al
dus Chamberlain, heeft twee dagen geleden
een onderhoud met Molotow gehad, waarin
deze toezegde, dat de Sovjet-regeering
onze voorstellen in zorgvuldige overweging
zou nemen en wij wachten thans het ant
woord af.
Toen de premier zijn verklaring beëindigd
had, vroeg Dalton of 't misschien niet het
beste zou zijn als Lord Halifax naar Mos
kou vloog om daar rechtuit met Molotow
te praten. De zaak had al veel te lang ge
duurd en thans werd ieder uur kostbaar.
Chamberlain antwoordde dat het nu ook
weer niet op een dag aankwam en men het
nemen van verdere maatregelen kon over
wegen na ontvangst van het Russische ant
woord dat in geen geval lang op zich zou
laten wachten. Toen zei Mander dat hij
uit de verklaring van den premier eigenlijk
nog niet goed begrepen had welke nu de
„starre" voorstellen van de Sovjet-regee
ring geweest waren, die zulk een onover
komelijke moeilijkheid voor de regeering
gevormd hadden, waarop de premier ant
woordde dat hij voor het oogenblik niets
aan zijn verklaring had toe te voegen. Aan
den labour-afgevaardigde Thurtle gaf
Chamberlain nog de verzekering dat de
regeering het belang en de urgentie van
een overeenkomst met Rusland bleef inzien
en aan Noel Baker antwoordde hij, dat de
waarborg aan Polen gegeven volstrekt niet
'n bondgenootschap met Rusland behoefde
uit te sluiten, althans niet in beginsel.
De Britsche pers bespreekt hedenochtend
den stand der onderhandelingen met de
Sovjet Unie en de verklaring van den mi
nister-president dienaangaande in het La
gerhuis.
De „Times" schrijft, dat indien al een
klein misverstand is gerezen, uit de ver
klaring van den minister-president duide
lijk blijkt, dat de onderhandelingen niet
öoodgeloopen zijn. Het Sovjet-Russische
plan bleek strakker dan het Britsche, dat
moeilijkheden wilde vermijden. Hierdoor is
een misverstand gerezen, doch beide regee
ringen zijn eensgezind in de meening dat
een aanval met kracht moet worden tegen
gegaan. Hitier houdt thans geen rede, zon
der erop te wijzen, dat Duitschland een
grooter levensruimte noodig heeft en Polen
is de eerste hinderpaal voor deze politiek.
Engeland en de Sovjet-Unie verlangen bei
den zich te verzetten tegen een aanval op
Polen.
De ..Daily Telegraph" bericht, dat thans
wel blijkt, dat het vertrek van Litwinoff
als volkscommissaris van buitenlandsche
zaken niet beteekent, dat de Sovet-Unie
zich terugtrekt uit de samenwerking met
de westelijke mogendheden tot verzet te
gen een aanval. Eerder schijnt Molotow
meer dan zijn voorganger den gang der
onderhandelingen te willen versnellen. De
verklaring van minister-president Cham
berlain moet thans de besprekingen ver
gemakkelijken.
Ook de „News Chronicle" is tenslotte
van meening, dat de verklaring van den
minister-president de vrees van de Russen
moet wegnemen, welke evenwel niet onge
rechtvaardigd was na München.
Het valt vurig te hopen, dat er in dit ont
redderde Europa geen conflict losbreken
zaL Intusschen is de vraag wel van belang,
wie eventueel de verschillende legers en
vloten zullen aanvoeren, de luchtvloten niet
te vergeten. Wat Duitschland betreft, zal
zoo goed als zeker generaal Wilhelm Keitel
Hitler's legerscharen aanvoeren. Hij is 56
jaar, was gedurende den wereldoorlog com
mandant van een batterij veld-artillerie,
werd later bij den generalen staf geplaatst
en toonde zich daar een der helderste kop
pen van het leger. Het is Hitler's politiek
geweest, het Duitsche leger zooveel mogelijk
jonge officieren in de leiding te geven. Spe
ciaal voor Keitel stelde Hitier den titel in
van chef van het Hooge Commando van de
Gewapende Macht
Frankrjjk's generalissimus is Maurice Ga-
melin, een kalme aristocratische officier,
chef van den generalen staf en een der beste
leerlingen, van de wereldberoemde militaire
academie van Saint Cyr.
In de jaren voor 1914 wees hij als gewoon
kapitein reeds op het gevaar van een moge
lijken Duitschen aanval door België, zulks
tegen het inzicht van Joffre in. Verleden
jaar was Gamelin sterk voor hulpverleening
aan Tsjechoslowakije, trachtte Daladier
hiertoe te beïnvloeden. In een eventueelen
oorlog zal hij vermoedelijk, opperbevelheb
ber worden van de Vereenigde Fransche en
Engelsche strijdkrachten. Gamelin is 66 j.
De aanvoerder van het Engelsche territo
riale leger is de kortelings benoemde Vis-
count Gort, wiens naam voor zijn verhef
fing tot den adelstand John Stanwish Sur-
tees Prendergast Vereker was. Generaal
Gort, die thans 52 jaar is, ging in 1914 naar
Frankrijk als adjudant van Haig.
De Engelsche vloot staat onder comman
do van den eersten zeelord en oppercom-
mandant Sir Roger Roland Charles Back
house, een zestigjarige zeeman. Hy wordt
een tijger voor zijn werk genoemd en als de
populairste zeeofficier sinds Nelson be
schouwd. Inmiddels zal wellicht een ander
met de vloot uitvaren en wel Sir Alfred
Buddley Pickman Rogers Pound, de thans
61-jarige commandant van H. M. S. Colos-
sus in den slag bij Jutland. Hij is geduren
de de laatste twee jaren commandant van
de Middellandsche Zeevloot geweest en staat
bekend om zijn groote evenwichtigheid en
kalmte.
Frankrijk's vloot staat onder commando
van den 58-jarigen Jean Darlan, die tijdens
den wereldoorlog bij Verdun enkele batte
rijen scheepskanonnen commandeerde. Hij
commandeerde later een flottille op den
Rijn en werd daarna commandant van de
Fransche vloot in het Verre Oosten, onder
scheidt zich vooral door zijn organisatie
talent.
De Duitsche vlootcommandant admiraal
Erich Raeder, was eens officier aan boord
van het jacht van den ex-keizer, deed dienst
aan boord van de kruisers, die in 1914 de
Engelsche kust bombardeerden en nam aan
de slagen bij Doggersbank en Jutland deel.
Tien jaar geleden werd hy admiraaL Hij
maakte vooral propaganda voor de kleine
slagschepen, (pocket battleships), waarvan
Duitschland er thans verschillende heeft.
De Italiaansche vloot staat officieel nog
onder commando van den 80-jarigen graaf
Paolo Thaon di Revel, wiens assistent, de
64-jarige Domenico Cavagnari als chef van
de vloot ingeval van oorlog het commando
zal overnemen.
Tenslotte de luchtstrijdkrachten. Aanvoer
der van de Duitsche is Erhard Milch, hy is
47 en won als oorlosgvlieger het yzeren
kruis le en 2e klas. Hij verliet den militai
ren dienst en werd directeur van de Luft
hansa. Als zoodanig reisde en vloog hij veel
in Amerika en Europa. Zes jaar geleden
werd hij door Göring tot staatssecretaris
voor de luchtmacht benoemd, waarvan hij
enkele maanden geleden inspecteur gene
raal werd.
De Engelsche luchtmacht staat onder den
53-jarigen Sir Cyril Newall, die in Indië ge
boren werd en ook daar zijn eerste lauwe
ren verwierf. Tijdens den wereldoorlog
maakte hy zich vooral verdienstelijk als or
ganisator van luchteskaders. Hij voerde ze
ook herhaaldelijk in den strijd aan. Hij is
sinds de laatste achttien maanden lucht-
maarschalk van Engeland.
De 50-jarige Joseph Vuillemin, comman
dant van de Fransche luchtmacht, leerde
onder Blériot vliegen. Hij was een goed
oorlogsvlieger en deed later uitstekend werk
als organisator van de Fransche luchtmacht
in Afrika. Hij staat op zeer goeden voet met
Erhard Milch, dien hij tot zijn persoonlijke
vrienden rekent.
De 52-jarige Giuseppe Valle staat aan het
hoofd van de Italiaansche luchtvloot, die
met de Duitsche tot de beste ter wereld be
hoort. Hij verwierf zijn opleiding hoofdza
kelijk in luchtschepen en pas in 1928 werd
hy vliegtuigbestuurder en assistent van
Balbo.
Zie verder Buitenland pag. 1, 3e blad.