Leger eri vloot in Ned.-lndië. Vereen. v.Nat. Veiligheid Zelfstandigheid Indonesië. van I nd ische sociale kwesties. tveede blad Voorbereiding der pionnen „om gereed te zijn" is voltooid. Voorloopig geen nieuwe hervormingen. Indië's financieeleen economische toestand. De gebeurtenissen in Bodjonegoro. 320000 Zelfstandig wapen der militaire luchtvaart. Opleiding van luchtvaart- cadetten bij de K.M.A. Werkverschaffings problemen. Minister beantwoordt vragen. Het wier uit de Waddenzee. Vragen aan den minister. De hamer van den moord gevonden. Gearresteerde vrijwel zeker de dader. Stemmen door militQiren Het spoedwetje in de afdeelingen, In verband met de In het Voorloopig Verslag naar voren gebrachte desiderata nopens de uitbreiding van de maritieme middelen, bestemd voor de verdediging van Nederlandsch-Indië, stelt de mi nister in de Meynorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake de Indische begrooting 1939 voorop, dat vlootuit- breiding een aangelegenheid is, welke niet hem alleen aangaat, en dat bijge volg bezwaarlijk van hem kan worden verlangd, dat hij zich terzake op eigen gezag uitspreekt. Onder deze omstan digheden verwijst hij naar hetgeen door den minister van Defensie reeds aan de Kamer werd medegedeeld in de verga dering van 22 Februari j.1., namelijk, dat aan de maritieme instanties, ressor- teerende onder het departement van Defensie, reeds de opdracht werd ver strekt, verschillende plannen uit te werken en gegevens te verzamelen, ten einde gereed te zijn, indien de regeering zich door de omstandigheden genoopt zou zien tot plannen van verder strek- kenden aard dan die, welke de Kamer reeds bekend zijn. Deze arbeid is inmiddels voltooid, zoodat een beslissing eerlang kan wor- worden tegemoetgezien. Hoewel minister Weiter niet over vol doende gegevens beschikt om te beoordee- len hoeveel de bouw van een nieuwe vloot- basis zou kosten, kan hij zonder vrees voor tegenspraak mededeelen, dat daarmede in elk geval tientallen millioenen gemoeid zou den zyn en dat de exploitatie ettelijke mil lioenen 's jaars meer zou kosten dan voor Soerabaja noodig zijn. Daar hij niet de ur gentie kan erkennen van den bouw van een nieuwe oorlogshaven, schaart hij zich aan de zijde der leden, die een zoodanigen bouw ontrieden. Medezeggenschap van den minister van Defensie in aangelegenheden, het leger in Nederlandsch-Indië betreffende, ware niet te rijmen met artikel 32 der Indische staatsregeling. Het denkbeeld van een imperialen staf acht de regeering bezwaarlijk te verwezen lijken. In verband met de opmerking van enkele leden, die de vorming van ten minste twee divisies bepleiten, moge de minister er op wijzen, dat het Java-leger thans reeds twee divisies telt en de uitrusting daarvan met de meest moderne bewapening en hulpmid delen bijkans is voltooid. Het moederland draagt in 1939 rond 59 pet. van de kosten der imperiale defensie (met inbegrip van de pensioenen); in de jaren 1935 t/m. 1938 was dit aandeel ach tereenvolgens 56, 59, 60 en 59 pet. Van de kosten der zeemacht (gewone en buitengewone uitgaven bijeengeteld en na correctie door overbrenging naar de rijks- begrooting van de op den Indischen buiten gewonen dienst gebrachte aanbouwkosten van marinemateriaal, waarvoor Nederland rente en aflossing vergoedt), bedraagt het moederlandsche aandeel in 1939 iets minder dan 75 pet. tegenover achtereenvolgens 80, 82, 90 en 76 pet. in 1935 t/m. 1938. In deze cijfers zijn de pensioenen niet begrepen. Of Nederland in de komende jaren een grooter aandeel in de kosten der maritieme verdediging van Indië voor zijn rekening kan nemen, zal geheel af hangen van de door het nieuwe stelsel voorgeschreven jaarlijksche beoordee ling van deze aangelegenheid binnen het raam van den financieelen toestand van Nederland en Indië. De afwijzing van de petitie-Soetardjo door de regeering is voor minister Welter aanleiding, om er in verband met de opmer king van de Eerste-Kamer-leden in de af- deelingen over de Indische begrooting, nog eens op terug te komen. Deze petitie be oogde, naar men weet, het bijeenroepen van een conferentie van vertegenwoordigers van Indonesië en Nederland, teneinde van ge dachten te wisselen over de staatkun dige toekomst van Indonesië en daartoe eventueel een plan op te stellen. Minister Welter zegt nu, dat men in abstracto kan toegeven, dat het bijeen roepen van een conferentie niet tot eenige maatregel bindt, maar voor de regeering zou alleen tot bijeenroeping van zoo'n conferentie aanleiding be staan, indien ook zij van oordeel ware geweest, dat het oogenblik was aange broken om nieuwe wegen in te slaan tot het bereiken van een uitgebreider zelfstandigheid van Indië. Die meening was de regeering niet toegedaan en derhalve moest het verzoek van den Volksraad worden afgewezen. Dat zoo'n conferentie strijdig werd geacht met het geldend staatsrecht is niet als hoofd bezwaar te beschouwen. De regeering heeft het echter noodig geacht ook dit feit te con- stateeren. Zij heeft duidelijk tot uiting gebracht, dat de bevordering van den krachtigen uitgroei van de autonomie der Indische be volking een van de voornaamste oogmerken van de Nede^jandsche koloniale staatkunde vormt. Doelbewust volgt de regeering dien weg en er kan moeilijk twijfel bestaan of op staatkundig gebied wel met voldoende snelheid is voortgeschreden. Veeleer zou ge vreesd kunnen worden, dat dit tempo dat van den materieelen en cultureelen opbouw heeft vooruitgestreefd. Het is daarom raad zaam om, zonder de normale ontwikkeling der autonomie tegen te houden, thans in het bijzonder de aandacht te richten op consoli deering van het bereikte op staatkundig ge bied en versteviging van den onderbouw, die de politieke autonomie behoeft, om waar lijk geestelijk eigendom van het volk te worden. De bestaande wetgeving geeft hiertoe vol gens den minister voldoende ruimte. De minister blijft van meening, dat voor alsnog geen voldoende aanleiding bestaat voor een verbod aan ambtenaren om lid te zijn van de N. S. B. in Indië. Zonder zoover te willen gaan als de leden, die den toestand van de Indische financiën zorgwekkend noemden, wil de minister niet ontkennen, dat die toe stand aanleiding geeft tot bezorgdheid, vooral indien men, zooals door de leden te recht is gedaan, de aandacht vestigt op de ongunstige perspectieven voor de naaste toekomst. Hun beschouwingen zouden nochtans aan volledigheid hebben gewonnen, indien daar bij ook een plaats ware ingeruimd aan de buiten de markt der regeering liggende oorzaken van de tegenwoordige moeilijk heden op financieel gebied, welke nage noeg geheel terug te voeren zijn tot den ge spannen politieken en economischen toe stand in de wereld. De minister onderschrijft het door eenige leden kenbaar gemaakte óórdeel, dat in den economischen toestand van Nederlandsch-Indië lichtzijden niet ge heel ontbreken. De Europeesche cultures en het Indische bedrijfsleven, voornamelijk in de buiten gewesten, hebben inderdaad, hoe zwaar zij ook door de in 1937 ingetreden depressie zijn getrofffen, een bevredigend weerstands vermogen aan den dag gelegd. Daarbij komt, dat de industrie op Java zich voor spoedig blijft ontwikkelen. Ten aanzien van de economische samen werking tusschen Nederland en Indië wordt Opgemerkt, dat deze kans alle reden tot te vredenheid geeft. Industrialisatie alleen zal zeker niet dè oplossing van het vraagstuk der overbevol king kunnen brengen, zij vormt echter, naast agrarisatie en kolonisatie, een onmis baar onderdeel van de welvaartpölitiek, welke mede ten doel heeft den druk der voortdurende bevolkinstoeneming te ver lichten. De minister kan zich niet vereenigen met de opvatting, als zou het belang van land en volk medebrengen, dat de Indische regee ring zelve allengs de oliewining ter hand neemt. Daar de Indische regeering bij haar stre ven naar redelijke loonen steeds de volle medewerking van de organisatie in het In dische bedrijfsleven geniet, ontbreekt, naar het oordeel van den minister alleen reeds uit dien hoofde de noodzakelijkheid tot het vaststellen van minimum-loonen. In de officieele maandverslagen omtrent de voedselsituatie van Nederlandsch-Indië werden in den loop van het jaar 1938 her haaldelijk minder gunstige berichten opge nomen over den voedseltoestand van Bod jonegoro. Mede tengevolge van de daarop aangevatte dessasteunwerken werd de situa tie in die residentie van October 1938 af beter. Dat niettemin in November 1938 een voedingsziekte werd geconstateerd, vindt zijn verklaring in den minder gunstigen voedseltoestand in de voorafgaande maan den. De minister vertrouwt, dat de Indische regeering het noodige zal verrichten om herhaling van het gebeurde in Bodjonegoro te voorkomen. Het proces van transmigratie kan niet ge forceerd worden, aangezien voor de vor ming van kolonies, behalve de aanwezigheid van geschikte terreinen, ook emigratie- geneigdheid onder de Javaansche bevolking een vereischte is. Het opwekken van die ge neigdheid vergt veel zorg en arbeid, doch dank zij een njim opgezette propaganda is men er in geslaagd het jaarlijksch aantal emigranten in stijgende lijn te brengen. Onderwijszaken. Erkentelijk voor de waardeerende woor den, gewijd aan den arbeid van de regee ring tot uitbreiding van het aantal volks scholen, kan de minister de juistheid van de daarbij gemaakte opmerking, dat de voor genomen uitbreiding nog ontoereikend is, in dien zin beamen, dat inderdaad nog een zeer groote behoefte aan onderwijs op be vrediging wacht. De mogelijkheid om hierin te voorzien wordt beperkt, eenerzijds door de beschikbare middelep, anderzijds door de mate, waarin de inheemsche maatschap pij rijp is voor de opneming van onderwijs. Een van de moeilijkste problemen, voor welke de Indische regeering zich bij de uit voering van dit stelsel geplaatst ziet, is de reguleering van den toegang tot het Wes- tersch onderwijs, waarvoor breede kringen W '''/IA Steunt Luchtverdedigingsfondsl Postgiro Den Haag ten name van Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging en aanvulling van de bevorderingswet voor de landmacht 1902 en van de wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905. Aan de memorie van toelichting is het vol gende ontleend: De wijzigingen en aanvullingen in de bevorderingswet voor1 de landmacht 1902 en in de wet voor het reserve-per- soneèl der landmacht 1905, welke in dit ontwerp van wet wqrden voorgesteld, hebben in de eerste plaats ten doel regelen te stellen, welke een gevolg zijn van de instelling van 'een zelfstandig wapen der militaire luchtvaart. Het behoeft geen betoog, dat de belang rijke taak van de luchtstrijdkrachten en de organisatie van deze, in. verband met de uitbreiding, welke dit. onderdeel van, de weermacht in den laatsten, tijd heeft onder gaan, medebrengen,, dat het personeel der militaire luchtvaart niet langer uitsluitend wordt verkregen door detacheering van per soneel van andere wapené; doch dat worde overgegaan tot instelling van een zelfstan dig wapen met een eiggj opleiding van luchtvaartcadetten bij. -de-Koninklijke Mili taire Academie. i Het is een dienstbelang van de eerste orde, dat de officieren, die zich in dienst wenschen te stellen van de militaire lucht vaart, zich voor .dien diepst ten volle kun nen geven en niet; telkenmale geroepen worden voor dienst bij andere wapens. De nieuwe organisatie .van het wapen der militaire luchtvaart waarborgt de daarbij ingedeelde officieren, dat zij indien zij overigens aan de eischen voor bevordering voldoen bij dit wapen ook de hoofdoffi ciersrangen kunnen bereiken. Uiteraard zal in de vervulling van de func ties bij het nieuwe wapen der militaire luchtvaart thans in de eerste plaats moeten worden voorzien door overplaatsing van officieren van de andere wapens en dienst vakken, die thans reeds bij de militaire luchtvaart dienen. Dit ontwerp van wet schept daartoe de mogelijkheid. In de tweede plaats dient dit wets ontwerp om mogelijk te maken, dat de beroepsofficieren van de Koninklijke Landmacht bij het bereiken of over schrijden van den leeftijd van zestig ja ren in aanmerking kunnen worden ge- broekt voor een eervol ontslag uit den militairen dienst. De leeftijd, waarop verreweg het mee- rendeel van de thans aanwezige beroepsof ficieren der Koninklijke Landmacht in dienst zijn getreden ligt tusschen de 16 en 20 jaar. Deze officieren komen op den leef tijd van 56 tot 60 jaar in aanmerking voor een eervol ontslag uit den militairen dienst ter zake van langdurigen dienst. In Jen loop van dit jaar en volgende jaren zullen echter, ter aanvulling van het be staand tekort aan beroepsofficieren in ver band met de uitbreiding van de weermacht, bij de wapens en dienstvakken der Konink lijke Landmacht een groot aantal reserve luitenants in aanmerking worden gebracht voor benoeming tot beroepsofficier. Vermits deze reserve-officieren op een veel lateren leeftijd worden benoemd tot beroepsoffi cier dan de op normale wijze opgeleide be roepsofficieren, kunnen zij derhalve mee- rendeels ook op een aanmerkelijk lateren leeftijd dan zestig jaren in aanmerking v/orden gebracht voor een eervol ontslag uit den militairen dienst ter zake van lang durigen dienst, vermits dat ontslag eerst kon worden verleend na 40 jaren werkely- ken dienst. van de inheemsche bevolking groote voor keur toonen. Naast dè noodzakelijkheid om dit onderwijs te bieden aan dat deel van de bevolking, dat aan deze verdere opleiding werkelijk behoefte heeft; staat de eisch dit onderwijs zóódanig te beperken, dat het blijft binnen de draagkracht en tevens eeni- germate binnen de grenzen van het opne mingsvermogen van de Indische samenle ving. Dit probleem heeft de volle aandacht van de Indische regeering. Op de vragen van den heer Van Llenden (s.d.a.p.) in verband met de moeilijkheden met de arbeiders uit de gemeente Emmen in de centrale rijkswerkverschaffing in Die ver heeft de minister van sociale zaken het volgende geantwoord: In het algemeen worden, wanneer de afstand van 't kamp tot de woonplaats van de gehuisveste arbeiders zoo groot is als ln het onderhavige geval, de arbeiders één maal in de twee weken in de gelegenheid gesteld, voor rekening van de overheid per autobus naar huis te gaan. De minister kan niet er toe overgaan aan den wensch van de betrokkenen hen wekelijks in de gelegenheid te stellen naar huis te gaan, te voldoen. Dit zou volgens den minister consequen ties met zich zou brengen ten aanzien van kampen gehuisveste arbeiders uit andere gemeenten, en bovendien, omdat de erva ring geleerd heeft, dat de plaatsing in een z.g. twee-wekelijksch kamp een sterk toet sende werking heeft op de werkwilligheid van de opgeroepen arbeiders. Hoewel belangrijk meer arbeiders in Emmen voor het kamp te Diever waren opgeroepen dan aldaar gehuisvest kunnen worden, kon tot dusverre nog niet het maximum aantal plaatsen bezet worden. Het is den minister niet bekend, van welke aanwezige objecten in de gemeente Emmen de uitvoering door hem moet wor den bevorderd. Voor zoover hem bekend, wacht van grootere objecten slechts nog op uitvoering de verbetering van den weg nieuw Am sterdam naar de Duitsche grens. Er is alle aanleiding om aan te nemen, dat nog in den loop van dit jaar met dit werk begon nen zal kunnen worden. De minister kan echter niet toezeggen, dat, gelet op het groote aantal werkloozen in de gemeente Emmen, en gezien vooral de wenschelijk- heid van toetsing der1 werkwilligheid van de betrokkenen, de uitvoering van dit werk zal leiden tot een tewerkstelling daarbij van de arbeides, die in het kamp Diever gehuisvest zijn. De heer Kievit (s.d.a.p.) heeft aan den minister van waterstaat de volgende vragen gesteld: Wil de minister mededeelen of de com missie, belast met het onderzoek naar de oorzaken van het verdwijnen van het wier uit de Waddenzee, bereids haar rapport heeft uitgebracht? Indien de commissie haar rapport heeft uitgebracht, is de minister dan bereid aan de Kamer mede te deelen, tot welke conclu sies de commissie is gekomen? "1 'j - - - t - Het staat thans vrijwel vast, dat de gearresteerde Haarlemsche verzeke ringsagent V. zijn collega met voorbe' dachten rade heeft vermoord. Bij een huiszoeking heeft de recherche n.L een hamer gevonden, waarmee de heer de la Chambre moet zijn neergeslagen. Dit is door den deskundige, dr. Hulst, met zekerheid vastgesteld. Aan de verklaring van V., dat hij in een opwelling van drift heeft gehandeld, wordt dan ook geen geloof meer geschonken. Uit de omstandigheid, dat hij den hamer bl] zich heeft gestoken, toen hij Donderdag avond naar de woning van de la Chambre ging, blijkt, dat hij te voren reeds misda dige plannen koesterde. Het is thans ook verklaarbaar, waarom hij zich zoogenaamd niets kon herinneren van de wijze, waarop hij zijn collega heeft neergeslagen. Niettegenstaande deze bezwa rende aanwijzingen blijft V. ontkennen zich aan moord te hebben schuldig gemaakt. Hedenmiddag heeft men hem naar de plek van de misdaad gebracht, waar ook de substituut-officier van justitie mr. W. M. Paardekooper Overman aanwezig was. Hoe wel V. zeer onder den indruk leek, toen hij het gedeeltelijke uitgebrande bovenhuis aan de Hertzogstraat betrad, legde hij toch geen nadere bekentenis af, welke wellicht het misdrijf tot klaarheid had kunnen bren gen. BRAND IN EEN GARAGE TE ROTTERDAM. Gistermiddag is brand uitgebroken in de garage van de fa. gebr. Van der Weijden aan de Spangenschekade 16 te Rotterdam Door tot nog toe onbekende oorzaak vatte een in de garage staande autobus van deze firma vlam en even later raakte een tweede bus in brand. Het personeel poogde het vuur met handblusschers te blusschen, maar weldra bleek, dat hulp van de brand weer noodig was. Men had het vuur nu spoedig gebluscht. De autobussen brandden gedeeltelijk uit. 29-JARIGE MAN DOOR DEN TREIN VERMORZELD. Gisteravond heeft zich bij den spoorweg overgang aan de Westergracht te Haarlem een ernstig ongeval voorgedaan. Toen de Pullmanntrein uit de richting Amsterdam in volle vaart naderde en de spoorboomen voor de Westergr.toht reeds waren gesloten, begaf zich een 29-jarige toevallijder via hei goederenemplacement op de spoorbaan. Hoewel de machinist den man op de baan zag, kon hij den trein niet meer tijdig tot stilstand brengen. De man werd vermorzeld. j Ee'«°K«mtr Nog geen 5 minuten duurde gistp de openbare vergadering der Eerste K°ntl Het was weer een van die bijeenk mer- waarin volgens de agenda slechts het°n1Sler>' der centrale afdeeling wordt medel uil om, onmiddellijk na de openbare ld' ring, een aantal wetsontwerpen wjf*06' agenda vermeldt in de afdeelingen'. derzoeken. le t>n- Als parlementair journalist ga je heen „omdat je nu eenmaal niet weten v N of er soms wat gebeurt". Dat „wat" k een interpellatie-aanvrage, een verzoek^*1 iets op de agenda te plaatsen, of een n °m wachte mededeeling van den voor^**' Sedert de nationaal-socialistische Eerst vf' merfractie in touw is, bieden juist die v teckenende vergaderingtjes nog al eens rassingen. Zoodat we dan maar uit een^" Haagsche buitenwijken een tram of e.ü v of een fiets pakken naar de stad toe te zien of er wat gebeurt", "0ni We hadden gisteravond evengoed th kunnen blijven, want er is niets cebei.rallis Maar dat weet je juist niet van tevor en daaromzie boven! ca Het is allemaal precies volgens het m- gram verloopen. Er werden eenige in(rek°" men stukken en vervolgens het besluit v de centrale afdeeling voorgelezen, mldd lerwijl zeide een der collega's dat 't hem bel nieuwen zou of zijn sigaar nog aan was en daarna klonk het: „niets fheer aan d* orde zijnde, sluit ik de openbare veriad/ ring", Het besluit der centrale afdeeling hield in, in dè afdeelingen te onderzoeken om het wetje dat voorschriften bevat betreffen.' de het stemmen bij volmacht door militel! ren bij de a.s. gemeenteraadsverkiezingen* Minister van Boeijen had er op aang»! drongen, die zeer spoedig te behandelen Vandaar de ongewone vergadering voor de Kamer: de Maandag, en vandaar ook dat dit wetje den volgenden dag, dus heden moest worden afgedaan. Maar de sigaar was uit! EXECUTIEVE DER SOCIALISTISCHE ARBEIDERS INTERNATIONALE. Albarda tot voorzitter gekozen. De executieve der Socialistische Ar beiders Internationale, die Zondag en gisteren te Brussel bijeen is geweest, heeft den Nederlandschen sociaal-demo- cratischen leider ir. Albarda tot voorzit ter gekozen in opvolging van de Brouckère, die zijn functies neerlegt in verband met het feit> dat hij zeventig jaar is geworden. De executieve heeft zich bezig gehouden met organisatieproblemen der Internationale en der aangesloten landen. Voorts werd een resolutie aangenomen, waarin waarborgen van menschelijkheid en rechtvaardigheid bepleit worden voor de Spaansche republi keinen. De eerstvolgende bijeenkomst werd bepaald op midden Juni. Nederland was vertegenwoordigd door de heeren Albarda en Vorrink. TOEPASSING CONTROLE OP VETGEHALTE IN MELK. Men deelt ons van bevoegde zijde mede, dat de verplichte betaling van geleverde melk aan melkleveranciers volgens het ge wicht in K.G. en met inachtneming van het vetgehalte, met ingang van 1 September '39 van kracht zal worden. Dat wil zeggen, dat van dien datum af geen steun zal worden uitgekeerd voor melk, verwerkt in bedrijven, die zich aan dit voorschrift onttrekken door b.v. per liter of zonder geregelde nauwkeurige bepaling van het vetgehalte en verrekening daarvan, de melk te betalen. Aanvankelijk zal de controle op de nale ving van dit voorschrift slechts worden toe gepast voor fabriekmatig tot boter, kaas en melkproducten verwerkte melk. Het ligt evenwel in de bedoeling, binnenkort ook de consumptiemelk binnen deze maatregel te betrekken. DUITSCH MILITAIR VLIEGTUIG MAAKT NOODLANDING. Gisteren heeft een Duitsch militair vlieg tuig, bestuurd door een onderofficier-leerling vlieger uit Stuttgart, wegens gebrek aan benzine een noodlanding gemaakt op een roggeveld in de gemeente Renkum. Deze landing verliep vlot, zoodat het vliegtuil niet beschadigd werd. Het is onder bewa king van de politie gesteld. De bestuurder is door den commissaris van politie te Oofr terbeek aan een verhoor onderworpen. Hu verklaarde verdwaald te zyn, tengevolge waarvan zyn brandstof was opgeraakt, in af wachting van het nader onderzoek moet hu voorloopig te Oosterbeek blyven. Ook een Duitsch vliegtuig t® Leeuwarden. Een Duitsche sergeant leerling-vlieger> die met een militair vliegtuig op weg van Stuttga-t naar Wilhelmshaf en heen gistermiddag op het vliegveld te Leeuwar den een goed uitgevoerde noodlanding g#* maakt. De vlieger deelde mede, dat hij ten gevolge van een onweersbui uit den was geraakt en wegens gebrek aan benzin^ op het dichtstbijzijnde vliegveld was ge* daald. In afwachting van de beslissing militaire autoriteiten is de bestuurder naa^ het politiebureau te Leeuwarden overge bracht. Hedenmorgen is het beslag opg®* heven. Het toestel vertrok om kwart voo negen naar Wilhelmshaf en Tot de 8re/\ werd het begeleid door een militair toes uit Soesterberg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6