Leger eri vloot in Ned.-lndië.
Vereen. v.Nat. Veiligheid
Zelfstandigheid
Indonesië.
van
I nd ische sociale
kwesties.
tveede blad
Voorbereiding der pionnen
„om gereed te zijn"
is voltooid.
Voorloopig geen nieuwe
hervormingen.
Indië's financieeleen
economische
toestand.
De gebeurtenissen in
Bodjonegoro.
320000
Zelfstandig wapen der
militaire luchtvaart.
Opleiding van luchtvaart-
cadetten bij de
K.M.A.
Werkverschaffings
problemen.
Minister beantwoordt
vragen.
Het wier uit de Waddenzee.
Vragen aan den minister.
De hamer van den moord
gevonden.
Gearresteerde vrijwel zeker
de dader.
Stemmen door militQiren
Het spoedwetje in de
afdeelingen,
In verband met de In het Voorloopig
Verslag naar voren gebrachte desiderata
nopens de uitbreiding van de maritieme
middelen, bestemd voor de verdediging
van Nederlandsch-Indië, stelt de mi
nister in de Meynorie van Antwoord aan
de Eerste Kamer inzake de Indische
begrooting 1939 voorop, dat vlootuit-
breiding een aangelegenheid is, welke
niet hem alleen aangaat, en dat bijge
volg bezwaarlijk van hem kan worden
verlangd, dat hij zich terzake op eigen
gezag uitspreekt. Onder deze omstan
digheden verwijst hij naar hetgeen door
den minister van Defensie reeds aan de
Kamer werd medegedeeld in de verga
dering van 22 Februari j.1., namelijk,
dat aan de maritieme instanties, ressor-
teerende onder het departement van
Defensie, reeds de opdracht werd ver
strekt, verschillende plannen uit te
werken en gegevens te verzamelen, ten
einde gereed te zijn, indien de regeering
zich door de omstandigheden genoopt
zou zien tot plannen van verder strek-
kenden aard dan die, welke de Kamer
reeds bekend zijn.
Deze arbeid is inmiddels voltooid,
zoodat een beslissing eerlang kan wor-
worden tegemoetgezien.
Hoewel minister Weiter niet over vol
doende gegevens beschikt om te beoordee-
len hoeveel de bouw van een nieuwe vloot-
basis zou kosten, kan hij zonder vrees voor
tegenspraak mededeelen, dat daarmede in
elk geval tientallen millioenen gemoeid zou
den zyn en dat de exploitatie ettelijke mil
lioenen 's jaars meer zou kosten dan voor
Soerabaja noodig zijn. Daar hij niet de ur
gentie kan erkennen van den bouw van een
nieuwe oorlogshaven, schaart hij zich aan
de zijde der leden, die een zoodanigen bouw
ontrieden.
Medezeggenschap van den minister van
Defensie in aangelegenheden, het leger in
Nederlandsch-Indië betreffende, ware niet
te rijmen met artikel 32 der Indische
staatsregeling.
Het denkbeeld van een imperialen staf
acht de regeering bezwaarlijk te verwezen
lijken.
In verband met de opmerking van enkele
leden, die de vorming van ten minste twee
divisies bepleiten, moge de minister er op
wijzen, dat het Java-leger thans reeds twee
divisies telt en de uitrusting daarvan met
de meest moderne bewapening en hulpmid
delen bijkans is voltooid.
Het moederland draagt in 1939 rond 59
pet. van de kosten der imperiale defensie
(met inbegrip van de pensioenen); in de
jaren 1935 t/m. 1938 was dit aandeel ach
tereenvolgens 56, 59, 60 en 59 pet.
Van de kosten der zeemacht (gewone en
buitengewone uitgaven bijeengeteld en na
correctie door overbrenging naar de rijks-
begrooting van de op den Indischen buiten
gewonen dienst gebrachte aanbouwkosten
van marinemateriaal, waarvoor Nederland
rente en aflossing vergoedt), bedraagt het
moederlandsche aandeel in 1939 iets minder
dan 75 pet. tegenover achtereenvolgens 80,
82, 90 en 76 pet. in 1935 t/m. 1938. In deze
cijfers zijn de pensioenen niet begrepen.
Of Nederland in de komende jaren
een grooter aandeel in de kosten der
maritieme verdediging van Indië voor
zijn rekening kan nemen, zal geheel af
hangen van de door het nieuwe stelsel
voorgeschreven jaarlijksche beoordee
ling van deze aangelegenheid binnen
het raam van den financieelen toestand
van Nederland en Indië.
De afwijzing van de petitie-Soetardjo
door de regeering is voor minister Welter
aanleiding, om er in verband met de opmer
king van de Eerste-Kamer-leden in de af-
deelingen over de Indische begrooting, nog
eens op terug te komen. Deze petitie be
oogde, naar men weet, het bijeenroepen van
een conferentie van vertegenwoordigers van
Indonesië en Nederland, teneinde van ge
dachten te wisselen over de staatkun
dige toekomst van Indonesië en daartoe
eventueel een plan op te stellen.
Minister Welter zegt nu, dat men in
abstracto kan toegeven, dat het bijeen
roepen van een conferentie niet tot
eenige maatregel bindt, maar voor de
regeering zou alleen tot bijeenroeping
van zoo'n conferentie aanleiding be
staan, indien ook zij van oordeel ware
geweest, dat het oogenblik was aange
broken om nieuwe wegen in te slaan
tot het bereiken van een uitgebreider
zelfstandigheid van Indië. Die meening
was de regeering niet toegedaan en
derhalve moest het verzoek van den
Volksraad worden afgewezen.
Dat zoo'n conferentie strijdig werd geacht
met het geldend staatsrecht is niet als hoofd
bezwaar te beschouwen. De regeering heeft
het echter noodig geacht ook dit feit te con-
stateeren.
Zij heeft duidelijk tot uiting gebracht,
dat de bevordering van den krachtigen
uitgroei van de autonomie der Indische be
volking een van de voornaamste oogmerken
van de Nede^jandsche koloniale staatkunde
vormt. Doelbewust volgt de regeering dien
weg en er kan moeilijk twijfel bestaan of
op staatkundig gebied wel met voldoende
snelheid is voortgeschreden. Veeleer zou ge
vreesd kunnen worden, dat dit tempo dat
van den materieelen en cultureelen opbouw
heeft vooruitgestreefd. Het is daarom raad
zaam om, zonder de normale ontwikkeling
der autonomie tegen te houden, thans in het
bijzonder de aandacht te richten op consoli
deering van het bereikte op staatkundig ge
bied en versteviging van den onderbouw, die
de politieke autonomie behoeft, om waar
lijk geestelijk eigendom van het volk te
worden.
De bestaande wetgeving geeft hiertoe vol
gens den minister voldoende ruimte.
De minister blijft van meening, dat voor
alsnog geen voldoende aanleiding bestaat
voor een verbod aan ambtenaren om lid te
zijn van de N. S. B. in Indië.
Zonder zoover te willen gaan als de
leden, die den toestand van de Indische
financiën zorgwekkend noemden, wil
de minister niet ontkennen, dat die toe
stand aanleiding geeft tot bezorgdheid,
vooral indien men, zooals door de leden
te recht is gedaan, de aandacht vestigt
op de ongunstige perspectieven voor de
naaste toekomst.
Hun beschouwingen zouden nochtans aan
volledigheid hebben gewonnen, indien daar
bij ook een plaats ware ingeruimd aan de
buiten de markt der regeering liggende
oorzaken van de tegenwoordige moeilijk
heden op financieel gebied, welke nage
noeg geheel terug te voeren zijn tot den ge
spannen politieken en economischen toe
stand in de wereld.
De minister onderschrijft het door
eenige leden kenbaar gemaakte óórdeel,
dat in den economischen toestand van
Nederlandsch-Indië lichtzijden niet ge
heel ontbreken.
De Europeesche cultures en het Indische
bedrijfsleven, voornamelijk in de buiten
gewesten, hebben inderdaad, hoe zwaar zij
ook door de in 1937 ingetreden depressie
zijn getrofffen, een bevredigend weerstands
vermogen aan den dag gelegd. Daarbij
komt, dat de industrie op Java zich voor
spoedig blijft ontwikkelen.
Ten aanzien van de economische samen
werking tusschen Nederland en Indië wordt
Opgemerkt, dat deze kans alle reden tot te
vredenheid geeft.
Industrialisatie alleen zal zeker niet dè
oplossing van het vraagstuk der overbevol
king kunnen brengen, zij vormt echter,
naast agrarisatie en kolonisatie, een onmis
baar onderdeel van de welvaartpölitiek,
welke mede ten doel heeft den druk der
voortdurende bevolkinstoeneming te ver
lichten.
De minister kan zich niet vereenigen met
de opvatting, als zou het belang van land en
volk medebrengen, dat de Indische regee
ring zelve allengs de oliewining ter hand
neemt.
Daar de Indische regeering bij haar stre
ven naar redelijke loonen steeds de volle
medewerking van de organisatie in het In
dische bedrijfsleven geniet, ontbreekt, naar
het oordeel van den minister alleen reeds
uit dien hoofde de noodzakelijkheid tot het
vaststellen van minimum-loonen.
In de officieele maandverslagen omtrent
de voedselsituatie van Nederlandsch-Indië
werden in den loop van het jaar 1938 her
haaldelijk minder gunstige berichten opge
nomen over den voedseltoestand van Bod
jonegoro. Mede tengevolge van de daarop
aangevatte dessasteunwerken werd de situa
tie in die residentie van October 1938 af
beter. Dat niettemin in November 1938 een
voedingsziekte werd geconstateerd, vindt
zijn verklaring in den minder gunstigen
voedseltoestand in de voorafgaande maan
den. De minister vertrouwt, dat de Indische
regeering het noodige zal verrichten om
herhaling van het gebeurde in Bodjonegoro
te voorkomen.
Het proces van transmigratie kan niet ge
forceerd worden, aangezien voor de vor
ming van kolonies, behalve de aanwezigheid
van geschikte terreinen, ook emigratie-
geneigdheid onder de Javaansche bevolking
een vereischte is. Het opwekken van die ge
neigdheid vergt veel zorg en arbeid, doch
dank zij een njim opgezette propaganda is
men er in geslaagd het jaarlijksch aantal
emigranten in stijgende lijn te brengen.
Onderwijszaken.
Erkentelijk voor de waardeerende woor
den, gewijd aan den arbeid van de regee
ring tot uitbreiding van het aantal volks
scholen, kan de minister de juistheid van de
daarbij gemaakte opmerking, dat de voor
genomen uitbreiding nog ontoereikend is, in
dien zin beamen, dat inderdaad nog een
zeer groote behoefte aan onderwijs op be
vrediging wacht. De mogelijkheid om hierin
te voorzien wordt beperkt, eenerzijds door
de beschikbare middelep, anderzijds door
de mate, waarin de inheemsche maatschap
pij rijp is voor de opneming van onderwijs.
Een van de moeilijkste problemen, voor
welke de Indische regeering zich bij de uit
voering van dit stelsel geplaatst ziet, is de
reguleering van den toegang tot het Wes-
tersch onderwijs, waarvoor breede kringen
W '''/IA
Steunt Luchtverdedigingsfondsl
Postgiro Den Haag
ten name van
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging en aanvulling van de bevorderingswet
voor de landmacht 1902 en van de wet voor
het reserve-personeel der landmacht 1905.
Aan de memorie van toelichting is het vol
gende ontleend:
De wijzigingen en aanvullingen in de
bevorderingswet voor1 de landmacht
1902 en in de wet voor het reserve-per-
soneèl der landmacht 1905, welke in dit
ontwerp van wet wqrden voorgesteld,
hebben in de eerste plaats ten doel
regelen te stellen, welke een gevolg zijn
van de instelling van 'een zelfstandig
wapen der militaire luchtvaart.
Het behoeft geen betoog, dat de belang
rijke taak van de luchtstrijdkrachten en de
organisatie van deze, in. verband met de
uitbreiding, welke dit. onderdeel van, de
weermacht in den laatsten, tijd heeft onder
gaan, medebrengen,, dat het personeel der
militaire luchtvaart niet langer uitsluitend
wordt verkregen door detacheering van per
soneel van andere wapené; doch dat worde
overgegaan tot instelling van een zelfstan
dig wapen met een eiggj opleiding van
luchtvaartcadetten bij. -de-Koninklijke Mili
taire Academie. i
Het is een dienstbelang van de eerste
orde, dat de officieren, die zich in dienst
wenschen te stellen van de militaire lucht
vaart, zich voor .dien diepst ten volle kun
nen geven en niet; telkenmale geroepen
worden voor dienst bij andere wapens.
De nieuwe organisatie .van het wapen der
militaire luchtvaart waarborgt de daarbij
ingedeelde officieren, dat zij indien zij
overigens aan de eischen voor bevordering
voldoen bij dit wapen ook de hoofdoffi
ciersrangen kunnen bereiken.
Uiteraard zal in de vervulling van de func
ties bij het nieuwe wapen der militaire
luchtvaart thans in de eerste plaats moeten
worden voorzien door overplaatsing van
officieren van de andere wapens en dienst
vakken, die thans reeds bij de militaire
luchtvaart dienen.
Dit ontwerp van wet schept daartoe
de mogelijkheid.
In de tweede plaats dient dit wets
ontwerp om mogelijk te maken, dat de
beroepsofficieren van de Koninklijke
Landmacht bij het bereiken of over
schrijden van den leeftijd van zestig ja
ren in aanmerking kunnen worden ge-
broekt voor een eervol ontslag uit den
militairen dienst.
De leeftijd, waarop verreweg het mee-
rendeel van de thans aanwezige beroepsof
ficieren der Koninklijke Landmacht in
dienst zijn getreden ligt tusschen de 16 en
20 jaar. Deze officieren komen op den leef
tijd van 56 tot 60 jaar in aanmerking voor
een eervol ontslag uit den militairen dienst
ter zake van langdurigen dienst.
In Jen loop van dit jaar en volgende jaren
zullen echter, ter aanvulling van het be
staand tekort aan beroepsofficieren in ver
band met de uitbreiding van de weermacht,
bij de wapens en dienstvakken der Konink
lijke Landmacht een groot aantal reserve
luitenants in aanmerking worden gebracht
voor benoeming tot beroepsofficier. Vermits
deze reserve-officieren op een veel lateren
leeftijd worden benoemd tot beroepsoffi
cier dan de op normale wijze opgeleide be
roepsofficieren, kunnen zij derhalve mee-
rendeels ook op een aanmerkelijk lateren
leeftijd dan zestig jaren in aanmerking
v/orden gebracht voor een eervol ontslag
uit den militairen dienst ter zake van lang
durigen dienst, vermits dat ontslag eerst
kon worden verleend na 40 jaren werkely-
ken dienst.
van de inheemsche bevolking groote voor
keur toonen. Naast dè noodzakelijkheid om
dit onderwijs te bieden aan dat deel van de
bevolking, dat aan deze verdere opleiding
werkelijk behoefte heeft; staat de eisch dit
onderwijs zóódanig te beperken, dat het
blijft binnen de draagkracht en tevens eeni-
germate binnen de grenzen van het opne
mingsvermogen van de Indische samenle
ving.
Dit probleem heeft de volle aandacht van
de Indische regeering.
Op de vragen van den heer Van Llenden
(s.d.a.p.) in verband met de moeilijkheden
met de arbeiders uit de gemeente Emmen
in de centrale rijkswerkverschaffing in Die
ver heeft de minister van sociale zaken het
volgende geantwoord:
In het algemeen worden, wanneer de
afstand van 't kamp tot de woonplaats van
de gehuisveste arbeiders zoo groot is als ln
het onderhavige geval, de arbeiders één
maal in de twee weken in de gelegenheid
gesteld, voor rekening van de overheid per
autobus naar huis te gaan.
De minister kan niet er toe overgaan
aan den wensch van de betrokkenen
hen wekelijks in de gelegenheid te
stellen naar huis te gaan, te voldoen.
Dit zou volgens den minister consequen
ties met zich zou brengen ten aanzien van
kampen gehuisveste arbeiders uit andere
gemeenten, en bovendien, omdat de erva
ring geleerd heeft, dat de plaatsing in een
z.g. twee-wekelijksch kamp een sterk toet
sende werking heeft op de werkwilligheid
van de opgeroepen arbeiders.
Hoewel belangrijk meer arbeiders in
Emmen voor het kamp te Diever waren
opgeroepen dan aldaar gehuisvest kunnen
worden, kon tot dusverre nog niet het
maximum aantal plaatsen bezet worden.
Het is den minister niet bekend, van
welke aanwezige objecten in de gemeente
Emmen de uitvoering door hem moet wor
den bevorderd.
Voor zoover hem bekend, wacht van
grootere objecten slechts nog op uitvoering
de verbetering van den weg nieuw Am
sterdam naar de Duitsche grens. Er is alle
aanleiding om aan te nemen, dat nog in
den loop van dit jaar met dit werk begon
nen zal kunnen worden. De minister kan
echter niet toezeggen, dat, gelet op het
groote aantal werkloozen in de gemeente
Emmen, en gezien vooral de wenschelijk-
heid van toetsing der1 werkwilligheid van
de betrokkenen, de uitvoering van dit werk
zal leiden tot een tewerkstelling daarbij
van de arbeides, die in het kamp Diever
gehuisvest zijn.
De heer Kievit (s.d.a.p.) heeft aan den
minister van waterstaat de volgende vragen
gesteld:
Wil de minister mededeelen of de com
missie, belast met het onderzoek naar de
oorzaken van het verdwijnen van het wier
uit de Waddenzee, bereids haar rapport
heeft uitgebracht?
Indien de commissie haar rapport heeft
uitgebracht, is de minister dan bereid aan
de Kamer mede te deelen, tot welke conclu
sies de commissie is gekomen?
"1 'j - - - t -
Het staat thans vrijwel vast, dat de
gearresteerde Haarlemsche verzeke
ringsagent V. zijn collega met voorbe'
dachten rade heeft vermoord. Bij een
huiszoeking heeft de recherche n.L een
hamer gevonden, waarmee de heer de
la Chambre moet zijn neergeslagen. Dit
is door den deskundige, dr. Hulst, met
zekerheid vastgesteld.
Aan de verklaring van V., dat hij in een
opwelling van drift heeft gehandeld, wordt
dan ook geen geloof meer geschonken. Uit
de omstandigheid, dat hij den hamer bl]
zich heeft gestoken, toen hij Donderdag
avond naar de woning van de la Chambre
ging, blijkt, dat hij te voren reeds misda
dige plannen koesterde.
Het is thans ook verklaarbaar, waarom
hij zich zoogenaamd niets kon herinneren
van de wijze, waarop hij zijn collega heeft
neergeslagen. Niettegenstaande deze bezwa
rende aanwijzingen blijft V. ontkennen zich
aan moord te hebben schuldig gemaakt.
Hedenmiddag heeft men hem naar de
plek van de misdaad gebracht, waar ook de
substituut-officier van justitie mr. W. M.
Paardekooper Overman aanwezig was. Hoe
wel V. zeer onder den indruk leek, toen hij
het gedeeltelijke uitgebrande bovenhuis aan
de Hertzogstraat betrad, legde hij toch geen
nadere bekentenis af, welke wellicht het
misdrijf tot klaarheid had kunnen bren
gen.
BRAND IN EEN GARAGE TE
ROTTERDAM.
Gistermiddag is brand uitgebroken in de
garage van de fa. gebr. Van der Weijden
aan de Spangenschekade 16 te Rotterdam
Door tot nog toe onbekende oorzaak vatte
een in de garage staande autobus van deze
firma vlam en even later raakte een tweede
bus in brand. Het personeel poogde het
vuur met handblusschers te blusschen,
maar weldra bleek, dat hulp van de brand
weer noodig was. Men had het vuur nu
spoedig gebluscht. De autobussen brandden
gedeeltelijk uit.
29-JARIGE MAN DOOR DEN TREIN
VERMORZELD.
Gisteravond heeft zich bij den spoorweg
overgang aan de Westergracht te Haarlem
een ernstig ongeval voorgedaan. Toen de
Pullmanntrein uit de richting Amsterdam in
volle vaart naderde en de spoorboomen
voor de Westergr.toht reeds waren gesloten,
begaf zich een 29-jarige toevallijder via hei
goederenemplacement op de spoorbaan.
Hoewel de machinist den man op de baan
zag, kon hij den trein niet meer tijdig tot
stilstand brengen. De man werd vermorzeld.
j Ee'«°K«mtr
Nog geen 5 minuten duurde gistp
de openbare vergadering der Eerste K°ntl
Het was weer een van die bijeenk mer-
waarin volgens de agenda slechts het°n1Sler>'
der centrale afdeeling wordt medel uil
om, onmiddellijk na de openbare ld'
ring, een aantal wetsontwerpen wjf*06'
agenda vermeldt in de afdeelingen'.
derzoeken. le t>n-
Als parlementair journalist ga je
heen „omdat je nu eenmaal niet weten v N
of er soms wat gebeurt". Dat „wat" k
een interpellatie-aanvrage, een verzoek^*1
iets op de agenda te plaatsen, of een n °m
wachte mededeeling van den voor^**'
Sedert de nationaal-socialistische Eerst vf'
merfractie in touw is, bieden juist die v
teckenende vergaderingtjes nog al eens
rassingen. Zoodat we dan maar uit een^"
Haagsche buitenwijken een tram of e.ü v
of een fiets pakken naar de stad toe
te zien of er wat gebeurt", "0ni
We hadden gisteravond evengoed th
kunnen blijven, want er is niets cebei.rallis
Maar dat weet je juist niet van tevor
en daaromzie boven! ca
Het is allemaal precies volgens het m-
gram verloopen. Er werden eenige in(rek°"
men stukken en vervolgens het besluit v
de centrale afdeeling voorgelezen, mldd
lerwijl zeide een der collega's dat 't hem bel
nieuwen zou of zijn sigaar nog aan was
en daarna klonk het: „niets fheer aan d*
orde zijnde, sluit ik de openbare veriad/
ring",
Het besluit der centrale afdeeling hield
in, in dè afdeelingen te onderzoeken om
het wetje dat voorschriften bevat betreffen.'
de het stemmen bij volmacht door militel!
ren bij de a.s. gemeenteraadsverkiezingen*
Minister van Boeijen had er op aang»!
drongen, die zeer spoedig te behandelen
Vandaar de ongewone vergadering voor de
Kamer: de Maandag, en vandaar ook dat
dit wetje den volgenden dag, dus heden
moest worden afgedaan.
Maar de sigaar was uit!
EXECUTIEVE DER SOCIALISTISCHE
ARBEIDERS INTERNATIONALE.
Albarda tot voorzitter gekozen.
De executieve der Socialistische Ar
beiders Internationale, die Zondag en
gisteren te Brussel bijeen is geweest,
heeft den Nederlandschen sociaal-demo-
cratischen leider ir. Albarda tot voorzit
ter gekozen in opvolging van de
Brouckère, die zijn functies neerlegt in
verband met het feit> dat hij zeventig
jaar is geworden.
De executieve heeft zich bezig gehouden
met organisatieproblemen der Internationale
en der aangesloten landen. Voorts werd een
resolutie aangenomen, waarin waarborgen
van menschelijkheid en rechtvaardigheid
bepleit worden voor de Spaansche republi
keinen. De eerstvolgende bijeenkomst werd
bepaald op midden Juni.
Nederland was vertegenwoordigd door de
heeren Albarda en Vorrink.
TOEPASSING CONTROLE
OP VETGEHALTE IN MELK.
Men deelt ons van bevoegde zijde mede,
dat de verplichte betaling van geleverde
melk aan melkleveranciers volgens het ge
wicht in K.G. en met inachtneming van het
vetgehalte, met ingang van 1 September '39
van kracht zal worden.
Dat wil zeggen, dat van dien datum af
geen steun zal worden uitgekeerd voor
melk, verwerkt in bedrijven, die zich aan
dit voorschrift onttrekken door b.v. per liter
of zonder geregelde nauwkeurige bepaling
van het vetgehalte en verrekening daarvan,
de melk te betalen.
Aanvankelijk zal de controle op de nale
ving van dit voorschrift slechts worden toe
gepast voor fabriekmatig tot boter, kaas en
melkproducten verwerkte melk. Het ligt
evenwel in de bedoeling, binnenkort ook de
consumptiemelk binnen deze maatregel te
betrekken.
DUITSCH MILITAIR VLIEGTUIG MAAKT
NOODLANDING.
Gisteren heeft een Duitsch militair vlieg
tuig, bestuurd door een onderofficier-leerling
vlieger uit Stuttgart, wegens gebrek aan
benzine een noodlanding gemaakt op een
roggeveld in de gemeente Renkum. Deze
landing verliep vlot, zoodat het vliegtuil
niet beschadigd werd. Het is onder bewa
king van de politie gesteld. De bestuurder
is door den commissaris van politie te Oofr
terbeek aan een verhoor onderworpen. Hu
verklaarde verdwaald te zyn, tengevolge
waarvan zyn brandstof was opgeraakt, in af
wachting van het nader onderzoek moet hu
voorloopig te Oosterbeek blyven.
Ook een Duitsch vliegtuig t®
Leeuwarden.
Een Duitsche sergeant leerling-vlieger>
die met een militair vliegtuig op weg
van Stuttga-t naar Wilhelmshaf en heen
gistermiddag op het vliegveld te Leeuwar
den een goed uitgevoerde noodlanding g#*
maakt. De vlieger deelde mede, dat hij ten
gevolge van een onweersbui uit den
was geraakt en wegens gebrek aan benzin^
op het dichtstbijzijnde vliegveld was ge*
daald. In afwachting van de beslissing
militaire autoriteiten is de bestuurder naa^
het politiebureau te Leeuwarden overge
bracht. Hedenmorgen is het beslag opg®*
heven. Het toestel vertrok om kwart voo
negen naar Wilhelmshaf en Tot de 8re/\
werd het begeleid door een militair toes
uit Soesterberg.