E AMATEUR DETECTIVE JUovinciaal tlieuws JeuiUeton HEERHUGOWAARD ST. PANCRAS ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN CASTRICUM BERGEN Maarten skroift nei de krant STOMPETOREN EGMOND AAN ZEE OUDORP OUDKARSPEL OOSTWOUD NOORDSCHARWOUDE 2UIDSCHARWOUDE Naar het Engelsch van ANTHONY BERKELEY DERDE BLAD ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 16 MEI 1939. DE SPOORWEGTUNNEL TE VELSEN. Bijdragen in de kosten door de gemeente Amsterdam. B. en W. van Amsterdam deelen den raad mede, dat zij van den minister van waterstaat een schrijven, gedagteekend 3 Maart 1939, hebben ontvangen, waarin ter hunner kennis wordt gebracht, dat deze bewindsman bereid is, de uitvoering van het plan, naast en gelijktijdig met den tunnel voor het gewone verkeer, een spoorwegtunnel ter vervanging van de Velserbrug te bouwen, te bevorderen. De minister merkt in het schrijven voorts op, dat door de vervanging van de spoorweg brug door een tunnel kostbare voorzie ningen aan en nabij deze brug, welke zijn voorzien bij de wet van 2 Januari 1917, betreffende den bouw van een schutsluis, c.a. te IJ muiden en verbetering van het Noordzeekanaal, achterwege kunnen blij ven. In verband hiermede bestaat naar de meening van den minister alle aanleiding, het werk gelijk te stellen met de werken, welke bij de genoemde wet zijn voorzien. Dit brengt mede, dat in de kosten er van door de provincie Noordholland en de ge meente Amsterdam onderscheidenlijk 1/18 deel (5 5'9 pCt.) en 5/18 deel (27 7/9 pet.) zal moeten worden bijgedragen. Deze bij drage stelt de minister als voorwaarde voor zijn toezegging, de uitvoering van het werk te zullen bevorderen. In dit verband brengen B. en W. in herinnering, dat de gemeente in de kos ten van de verbreeding van het Noord zeekanaal, hieronder begrepen de ont eigening van de daarvoor benoodigde gronden, alsmede in die van den bouw van de groote sluis te IJmuiden, een ge lijke bijdrage heeft verleend. Zij achten hef, gelet op de groote belangen, welke voor Amsterdam bij het verdwijnen van de Velserbrug zijn betrokken, dan ook al leszins gemotiveerd, de gevraagde bijdra ge te verleenen. Een eenigszins nauwkeurige raming van het werk kon nog niet worden gegeven. Deze zal, aldus de minister, o.m. afhangen van de vergoeding, welke aan de Ned. Spoorwegen zal behooren te worden uitge keerd in verband met de omstandigheden, dat de kosten van het stroomverbruik toe nemen en verlies van vervoer is te ver wachten. Om de gedachten te bepalen, stelt de minister de kosten van het werk op rond 10.000.000. Het aandeel der gemeen te zal dus, dit bedrag aanhoudende, rond 2.800.000 bedragen. B. en W. achten het niet wenschelijk, met de toezegging der gemeente te wachten, tot dat een nauwkeurige raming van de kosten bekend is. Hiervoor bestaat ook geen aan leiding, aangezien het rijk, dat 2/3 deel van de bouwsom voor zijn rekening neemt, er zelf het meeste belang bij heeft de kosten zoo laag mogelijk te houden. B. en W. vra gen thans den raad 27 7/9 pCt. in de kosten van den spoorwegtunnel bij te dragen. Benoeming. Naar wij vernemen is de heer R. Stout- hamer hoofd der chr. school alhier met ingang van 1 September in gelijke functie benoemd te Overveen. Aardvlooienplaag. De aardvlooien richten op het oogenblik veel schade aan bij de jonge koolplanten. Verscheidene akkers zijn als het ware door zeefd. Regen en warm weer kunnen in dezen veel goed maken. De Vereenigingsraad In café ,,De Vriendschap" heeft boven genoemde vereeniging een vergadering gehouden welke trots de moeite die het b estuur zich heeft getroost, slechts door een derde der leden werd bijgewoond. Doordat de voorzitter, alsmede twee be stuursleden ziek waren of niet aanwezig konden zijn, waren alleen de secretaris en de penningmeester, die tevens als voor zitter fungeerde, aanwezig. Na de opening kwamen de ingekomen stukken in behandeling, van welke het voornaamste was het succes dat het be stuur heeft gehad met zijn bemoeiing in zake de korting die het heeft weten te verkrijgen bij Buma te Amsterdam. Den heer Brouwer dankte het bestuur en zeide, dat dit voor de nog niet aangesloten organisaties een stimulans zou zijn om ook lid te worden. Besloten werd, omdat de vereenigingen Zang en Vriendschap, Castricuums Kamer orkest, Jongzanglust en de Castricum- sche orkestvereeniging, zich niet collectief bij het Buma konden aansluiten, alsnog een schrijven tot dit bureau te richten met het verzoek, ook deze organisaties te doen deelen in de 20 korting, welke nu reeds voor de andere aangesloten vereenigingen waren verkregen. De bestuursverkiezing, alsmede de plan bespreking omtrent ac te organiseeren feestdagen, werden op verzoek vac den heer Brouwer, ondersteund door de ver gadering. uitgesteld U>t een volgende bij eenkomst, doch doordat den heer Beijens- bergen v. Henegouwe zich had disponibel gesteld, werd hij met algemeene stemmen benoemd. De vaststelling van het regle ment kon geen doorgang vinden wegens onvoldoende opkomst. De heer Brouwer was bereid dit reglement onder handen te nemen om kosteloos een 50 tal exemplaren te maken zoodat allen aangeslotenen een exemplaar zouden ontvangen. Dit werd met applaus aanvaard. De rondvraag was nog belangrijk wegens de vele punten van bespreking die hieruit voortvloeiden. Een uittvoerige discussie ontstond over de contributie waardoor het bestuur niet bij machte was voor de plaatsing van de vereenigingsagenda iets te betalen, zoodat werd besloten ten spoedigste een verga dering te beleggen en hierbij tevens con tributie-verhooging voor te stellen. De voorzitter sloot hierna deze vergade ring met de hoop uit te spreken dat de voorzitter spoedig hersteld zou zijn en de volgende vergadering beter zou bezet zijn dan deze. Ontspanningsavond voor militairen. „Betje regeert", opgevoerd door de Maskerspelers. Het.plaatselijk comité, dat zich dezer dagen heeft gevormd met het doel voor de alhier gelegerd zijnde militairen ontspan ningsmogelijkheden te scheppen, een stre ven, waarmede de geheele burgerij, ge zien de opbrengst van de Zaterdag gehou den collecte, welke 187.- opbracht, sym pathiseert, bood de militairen, hierdoor in staat gesteld door de spontane medewer king van de Berger Tooneelvereeniging „De Maskerspelers", Maandagavond een tooneelavond aan Waar de bedoeling voorzat, de opbrengst geheel ten voordeele van de militairen te doen komen, werd deze avond ook toegan kelijk gesteld voor de ingezetenen. Het zal het comité ongetwijfeld een groot genoe gen zijn geweest, ook thans weer de volle medewerking van het Bergensche publiek te verkrijgen, dat op ondubbelzinnige wij ze van zijn medeleven blijk gaf, door de groote zaal van de Rustende Jager geheel te vullen. Behalve het comité, gaven ook vele mi litaire en plaatselijke autoriteiten van hun belangstelling blijk. Het blijspel „Betje regeert" door de Mas kerspelers is hier reeds eerder voor het voetlicht gebracht. Betje, de draagster van het stuk, mocht menig open doekje in ont vangst nemen Hoezeer vooral de militairen een avond als deze weten te aprrecieeren, moge uit hun stormachtige toejuichingen blijken, en de lawine van veldmutsen, welke de spe lers een oogenblik aan het gezicht onttrok. Suntebankeris, Moi 1939. Wat gaat die toid toch verlegen hard, deer benne we nou al weer half Moi. We keeke mekaar guster zoo der's an, nou beurt dat wel meer, dat is van ze lief. Maar et was nou wel efkes aars as aars. „Weer denk je an?" vroeg ik. „Dat et aasen al weer nuwe toid worde." „Wel hew ik van men leven, je hale de woorde uit men mond". Twei ziele, ien gedachte. Hoe Troin deer nou zoo an kwam, hew ik niet vroegen, ze zat te kranten, en zeker las ze dut of dat. Zelf zat ik te poinzen, en nei buiten te koiken, en alles baai mekaar dat brocht me op et idee. Deer hei je nou et groen van de boome, of oigelijk van een boom. deer ken ik et an merke. Dat zit zoo: uit huis vandaan ken ik zoo op de torenklok koike, hoe laat of et is, tenminste as er gien blad an de boome is. De hille winter deur ken ik et zoodoende bekoike, maar met de maand Moi den raakt et ofloopen, den begroeie de kale takke van de boom van Dirkbuur, en al wul ik den toch op de klok koike, den moet ik nei buiten. En alles en alles wordt met de dag mooier. Oons durpie, on6 Suntebankeris, kroigt zen mooie kleidje weer an, et netuurkleid. Suntebankeris is mooi en deer benne we trots op, en vooral om deuze toid met dat jonge groen. En de toid, die zoit den, dat we weer Moi benne. De kachel die worde nou welderis un dag vergeten op te stoken (vroeger most ie met skoonmakerstoid nei de zolder en den viel et soms niet mee as ie vort was) en as et windje aasen ders nei et Zuijen gaat, den ken ie nou ok vort, en zoodoende ok alweer un teeken van de zeumerlaag. Den benne we weer zooveer dat je al weer dunnere kleere an hewwe kenne, en dat allemaal om deuze toid, de toid van de zeumer van frisch jong groen, de toid dat de klok verzet worde moet. Maar den kroige we ok un toid van las tigheid. De ien die heb ouwe en de aar weer nuwe toid, en den benne der ok nog van die en- kelinge, die gaane der net tuskendeur. Deer hei je Dirkbuur, die was bar teugen et nuwe, maar Soitje der voor. Dat ze der zoo voor was, dat kwam oigeluk deur der zuster uit de stad. die had er mal praat vanzellef, die mooie lang.: eivende. Maar met die drokte was et nog maar niet zoomaar klaar. Kwansuis had ze alderis teugen Dirk zoit, „dat die nuwe toid zoo mooi was, en „Allegaar rarighoid", zoi Dirk, „niks voor ons". Dus had Soit er veerder stil houwen, maar dat ze 's eivens te bed gonge, had zaai achter nog wat te studderen, en dat ze klaar was met dat gewouwel, wist ze wel dat Dirk al onder zoil was, toe zette ze de klok en de wekker un uur vooruit. En 's ochens dat de wekker afliep, wier Dirk met schrik wakker. Al mopperende van „Begint dat ding nou al, dat hew ik aars nooit, effies koike, ja toch is et toid". Zoo stapte haai er uit, maar haai was nog lang niet wakker, stoote zen toon teugen un poot van un stoel, gaf un skreeuw weer Soit ok wakker van wier, en trok al foete rende zen kleere an. Soit was er sebiet uit, klaar wakker op- iens, benuwd hoe of et ofloope zou. Et leek wel wat vreemdeg, maar Dirk zoi niks en ze vond dat et best gong, haai most op stikke, dus maakte ze alles klaar. Toe Dirk van de wal gong, met et metortje de West in, was er nag nooit wat van zoit. Allien vond ie et wel wat vreemd dat er nag gien leven te bekennen viel, zoo baai de buure, en de huize langs, en in 't veld ok, der was kip noch kroi te bekennen, maar wat kon hem dat ok skeele, de klok kwam zeker efkes voor. Maar krek un uur nei em kwam er meer leven, nag had ie deer gien erreg in, maar nei un paar uurtjes, teugen koffiestoid, kreeg ie trek, keek erris op zen klokkie, héé al kwart over negen, jonge wat gong die toid toch hard. Haai stapte op et vaartuig of, en werkte un paar beste sneede brood achter zen kieze, met un slokje koffie. Lang en breid was ie al weer an de veert, en toen keek ie ders van zen werk op, toen had ie der erreg in dat ze zoo hier en deer allegaar zoowat ok an 't koppie-doen ware. Teugen twaalven kon ie zen maag weer voele, maar nou gong ie deur, keek niet op zen klokkie en pas toen der zoo hier en deer un paar an de veert gonge, docht ie „o nou loopt et teugen twaalven", maar haai rammelde van de honger zoo ondertusken. Un greep in zen diezak, en un blik op zen horloge, dat was genog om derris efkes in *t rond te koiken. Ja die en die en die gonge allegaar nei huis en efkes veerder deer gonge der un paar in 't schuitje zitten te middegen, en et was op zen klokkie al teugen ienen, deer snapten ie niks van, affoin, haai gong ok maar eete, en onderwoil ie deer an bezig was, most ie toch nog un deel keere koike of de toid wel goed was. Toen opiens gong em un licht op, van- ochend was ek ok al zoo vreemd en later met koffiestoid weer, en nou, deer stak meer achter, un menuut of wat verskil dat kon, maar krek un uur, dat was te gek. Hoe zou Soit et maake? Soit... haai was er. „A... ha dus Soit, die donder, „had stiekum de klokke verzet, nuwe toid". „Maar wacht maar, docht ie, ik zei der wel kroige, vaneivend hallef zes den zou ik thuis weze, en den zou ze et eten warm hewwe, maar deer ze 11e we nag un uurtje baai doen voor de lol". Dus zoo gezoit zoo gedaan. Dirk zette zen horloge weer un uur terrug, en maakte dat ie op zoin toid, teugen half zes thuis was. Deer was et lieve leven gaande, Soit had un heel uur zitte te wachten, en et eten koud en niet lekker meer netuurlek. Soit lillek koike, en Dirk lache, Soit nog kwaaier worre, ze kreege ruzie voor de zoo- veulste keer, maar Soit heb nooit meer de klok verzet. Zoo ziet Uwes den dat er nag welders wat an hapert ok, ja et valt niet mee om et iedereen nei de zin te maken. Dut was nou maar zoo'n voorvalletje, maar oo groote grut as ik alles der neer- skreef wat ik deer van wist en meemaakt hew, den had ik un hille krant vol, en mes- kien nag wel te kort. Allegaar maar weer de groete van MAARTEN en TROINTJE. Na afloop betrad de voorzitter van het comité, mr. H. D. A. van Reenen, het po dium, om mede namens het comité en de militairen hulde en dank te brengen aan de dilettantengroep voor haar uitstekend spel. De Maskerspelers hebben met deze uit voering pionierswerk verricht. Moge hun voorbeeld navolging vinden bij alle hier ter plaatse bestaande vereenigingen. Vermelden wij ten slotte nog, dat ook de te Camperduin gelegerd zijnde militairen dezen ontspanningsavond hebben bijge woond. Collecte ontspanning militairen. De Zaterdag in deze gemeente gehou den collecte ten behoeve van ontspannings avonden voor te Bergen gelegerde militai ren heeft opgebracht 187. Sollicitanten onderwijzer. Voor de vacante functie van vijfde leer kracht aan de openbare lagere school te Bergen hebben zich 19 sollicitanten-wacht- gelders aangemeld. Staatspensionneering. Maandagavond hield de afd. Oterleek Stompetoren haar ledenvergadering in café Kamsteeg. Aanwezig waren 5 be stuursleden en 2 leden. De voorzitter, dr. Heringa riep allen het welkom toe, het jaarverslag werd voorgelezen. De penning meester, de heer Govers gaf een overzicht van de financiën. De ontvangsten waren 140.99 de uitgaven 116.26, zoodat er een batig saldo van 24.70 <4 was. Het be stuur werd herkozen. Tot afgevaardigde naar de algemeene- en federatie-vergade ring werd de heer S. Heringa gekozen, tot plaatsvervanger de heer P. Slot. De afge vaardigde kreeg vrij mandaat. De beschrij vingsbrief werd behandeld, en zooals ge woonlijk gaf de heer S. Heringa een keurig verslag van de vorige algemeene- en fede ratie-vergaderingen, waarvoor de voorzit ter hem dankte. Aanbesteding. B. en W. hebben aanbesteed het leggen van de bestrating voor den verbindingsweg tusschen de Boulevard en het Westeinde, vóór den vuurtoren. Ingeschreven werd voor het leggen van straat en trottoir resp., door gebr. Heerc 16 en 18 cent, gebr. de Graaff 15 en 13 cent, G. de Graaff 15 en 14 cent. Het werk is aan de laagste inschrijvers, de gebr. de Graaff opgedragen. Begin van 't seizoen. Ondanks het gure weer begint het bad seizoen toch te komen. Vooral verschillende gemeubileerde woningen zijn reeds voor het vóórseizoen verhuurd en door de gasten betrokken. Ook de strandexploitatie zal spoedig beginnen. De verschillende con sumptietenten zijn reeds door de exploitan ten geplaatst. Uitvoering. Zondagavond gaf de R.K. Tooneelver eeniging „Kolping" de derde opvoering van het blijspel „Aron Slootjes in de knel" en oogstte hiermede ook dezen keer veel succes. „The Funny Musicmakers", die op uitste kende wijze de muziek verzorgden, hielden na afloop de talrijke danslustigen nog ge- ruimen tijd gezellig bijeen. Trekking verloting. Ten overstaan van den burgemeester had Zondagavond de trekking plaats van de verloting ten bate van de R.K. Voetbal- vereeniging „Kolping Boys" te Oudorp. De eerste drie prijzen vielen op de num mers: 745, 85 en 564. Een arm gebroken. Het dochtertje van den heer Jb. G. te Oudkarspel is van de trap gevallen en heeft daarbij een arm gebroken. Stenografe of typiste Van den drukken advocaat: Hoort haar zuchten; hoort haar klagen Onder 't allersaaist dictaat Toch kan 't anders op 't bureau, Maar dan viaH. L. O.! Benoemd. De heer Th. Hes alhier is benoemd tot kaasmaker aan de zuivelfabriek „De Dageraad" te Burgerbrug. Veranderingen bij de Posterijen. Na 36 jaar trouwen dienst heeft de heer Jn. Spanjzart als brievenbesteller den post dienst verlaten. Als hulpbestellers voor de wijk Noord- scharwoude zijn vanaf heden benoemd de heeren A. Bruin en Joh. Spanjaart, beiden te Oudkarspel. De heer J. Kuilman, eveneens besteller, zal thans alleen de wijk Oudkarspel bedie nen. In de zitting van het hoofdstembureau is van de r. k. lijst de heer J. Broersen, die zijn bewilliging niet had ingezonden, ge schrapt. D 44) Onder het eten deelde hij zijn tante zijn plannen voor den volgenden dag mede en deed hierdoor tevens den laatsten stap tot zijn algeheele onafhankelijkheid, want hij gaf heelemaal geen aanleiding op. Juffrouw Chitterwick deed wel een beetje stug en weerspannig en gaf niet zonder reden te kennen, dat men niet voor niets naar Ashton-on-Lyne ging, maar een enkele verwijzing naar den hertog legde haar het zwijgen op. Chitterwick's emancipatie was een feit. Men kan niet beweren, dat de reis naar Ashton-on-Lyne een pleizierreisje was. We zullen het, kort, even weergeven. Hij was 's morgens vroeg vertrokken en kwam juist tegen lunchtijd in een rookerigen ne vel, die Ashton en de omliggende plaatsen omhulde, aan. Hij had in het z.g. beste ho tel van de stad gegeten, waar men het slechtste eten voor den hoogsten prijs voorzette. Hij had een taxi genomen, ten einde zich, over erbarmelijk slecht gepla veide straten, naar de Southowram Villas, een lange, treurige rij vervallen huizen, te laten brengen. Ieder huis was van het trot toir gescheiden door een zes voet breede strook gras. Toen hij op No. 47 op de deur klopte, vertelde men hem, dat mijnheer Ings niet thuis was. Waar hij dan was. Misschien in het missiehuis. Waar dat stond. De eerste straat rechts, de tweede links, de derde links, dan stond hij er recht tegenover. Chitterwick wandelde de eerste rechts, de tweede links en de derde links en had een grooten steun aan de gedachte, dat hij nu echt detectivewerk deed. Hij stond voor een huis, dat opgetrok ken was uit baksteenen, die indertijd rood geweest moesten zijn. De ramen zagen er onnoemelijk smerig uit. Buiten hing een bord, waarop te lezen stond, dat mijnheer Jas, Hall Ings as. Zon dag in de Ware Evangelische Kerk een preek zou houden, onder den titel „Toon berouw of wees vervloekt". De heer Ings scheen zich daarbinnen al van te voren een beetje in berouw toonen aan het oefenen te zijn. Chitterwick tikte met den knop van zijn wandelstok op de ijzeren deur, wat nog al lawaai maakte, zoodat de predikant al spoedig op den drempel verscheen. Hij was een lange, magere man, tamelijk kaal, met een woes- ten baard en om de een of andere, zij het ook godsdienstige, oorzaak, droeg hij een ouderwetsche lange jas, een schiller-kraag met blauwe das, die een groot deel van zijn schralen, pezigen hals aan den belang stellenden bezoeker liet zien. Over een stalen bril keek hij Chitterwick welwillend aan. „Bent u James Hall Ings?" vroeg Chit terwick zenuwachtig. „Die \>en ik, broeder", antwoordde de predikant. Chitterwick kromp even in elkaar, maar was direct weer bij zijn positieven. „Ik had gehoopt u in Piccadilly Palace te treffen, toen u daar in Juni was", loog hij er lustig op los. „Is het werkelijk?" „Ja, u was daar toch, niet waar?" „Ik ben daar geweest, broeder", zei de heer Ings waardig. „Waarom zou ik het niet willen weten? Ik ging naar die zon dige stad, om een vergadering bij te wo nen, die door onzen stichter, dr. Ezra Drigg- lington, belegd was. Die naam komt u ze ker wel bekend voor, Halleluja". „Wat zegt u", stamelde Chitterwick, die dacht dat hij uitgescholden werd. „Ik zei, dat de naam van onzen stichter de Heer zij geloofd u zeker wel bekend moest zijn. Maar, kom binnen, broeder, als u mij spreken wilt. Kom binnen". „Neen, dank u wel", zei Chitterwick haastig. Dat is heusch niet noodig. Ik kwam alleen maar hier, ziet u, omom Ik wilde uw kerkfonds een kleinigheid u hebt toch zeker een fonds?" „Verschillende, broeder", gaf Ings gewil lig toe. „O, juist. Ik wilde iets voor uw fonds, voor een van uw fondsen geven. Een klei nigheid Maar ik verzoek u... Goeden dag". En nadat hij een pond in de verraste, maar bereidwillige handen van den heer Ings gestopt had, keerde Chitterwick zich zoo vlug mogelijk om en ging naar Londen terug. „Dat dacht ik wel", mompelde Chitter wick, terwijl hij diep zuchtte; en hij de om geving van Ashton voor altijd achter zich liet. „Ach lieve hemel, wat is dat vreese- ljjk. Nu had ik nog wel gedacht, dat ik niet zoover meer van de oplossing af wasEn nu is het nog raadselachtiger dan ooit te voren. Dat zal mij nog wel hoofdbrekens kosten". Chitterwick maakte het zich in zijn hoek je zoo gemakkelijk mogelijk en dacht na. HOOFDSTUK XIII. Een toonbeeld van deugd, met een leelijken ondergrond. De volgende drie dagen, bracht Chitter wick in groote opwinding in Londen door. Hij wist dat iederen dag, dien hij nog wachtte, zijn schuld tegenover Mouse, dien hij toch beloofd had. zoodra hij iets ge wichtigs wist, naar Dorfetshire te volgen, grooter werd. Maar hij kon er eenvoudig niet toe besluiten. Hij voor zich geloofde, dat hij heusch iets van groote waarde ont dekt had, maar iets anders stond de ophel dering van het raadsel nog in den weg en dit beschouwden Mouse en hij als het voor naamste van de heele geschiedenis; n.1. de vraag hoe het fleschje in de hand van juf frouw Sinclair was gekomen. Zou hij Moresby gaan opzoeken en hem zijn nieuw idee voorleggen? Maar het wa ren alleen gissingen; hij had bijna geen houvast; hij had nog niets gedaan, om de juistheid ervan na te gaan. En zou Moresby zich wel laten beïnvloeden door een op eenstapeling van vermoedens, al waren die dan ook nog zoo geniaal? Dit kon Chitter wick van te voren wel uitmaken. Moest hij de zaak aan de advocaten voorleggen? Chitterwick wist niet veel van advoca ten af, maar hij kon zonder bezwaar, dat, wat hy niet van hen wist, wel door zijn fantasie laten aanvullen. Advocaten zijn wat outsiders betreft, altijd naijverig en achterdochtig, zij zouden droog, juridisch en zakelijk zijn, feiten verlangen en die had Chitterwick niet veel. Moest hij alles met Mouse en Judith be praten, zonder er aan te denken, dat hij misschien hoop zou verwekken die nooit in vervulling kon gaan en aan hen de verant woordelijkheid voor het voortgaan op den ingeslagen weg overlaten? Misschien was dit nog het beste. Per slot ging het om hun zaak en niet om de zijne. Niettemin wilde Chitterwick veel liever iets, met een beetje houvast, voorleggen. Het grootste deel van de drie dagen bracht hij door met zoeken, nu eens hier en dan weer daar; hij viel een aantal menschen met schijnbaar zinlooze vragen lastig, maar alles tevergeefsch. Dan echter ruimden Mouse en Judith op kordate wijze de moeilijkheid voor hem uit den weg, door op den morgen van den vierden dag in Chiswick op te duiken en de gastvrijheid van de verraste juffrouw Chitterwick in te roepen. Zoodra Chitterwick hen gewaar werd, wist hij precies wat hij te doen had; n.L uitvoerig zijn nieuwe theorie uiteen te zet ten; hoe hij geloofde, dat de misdaad be gaan was, zonder hen echter zijn vermoe dens omtrent den waren dader kenbaar te maken. Tijdens de lunch had hij geheimzinnig op de gewichtige verwikkelingen gedoeld: na het eten gingen zij naar de werkkamer van zijn tante. Men had zoo het gevoel, dat deze kamer veel geschikter was. dan 'n ge wone huiskamer. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 9