E AMATEUR
DETECTIVE
JUovinciaal tlieuws
JeuiUeton
HEERHUGOWAARD
ST. PANCRAS
ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN
CASTRICUM
BERGEN
Maarten skroift nei de krant
STOMPETOREN
EGMOND AAN ZEE
OUDORP
OUDKARSPEL
OOSTWOUD
NOORDSCHARWOUDE
2UIDSCHARWOUDE
Naar het Engelsch van
ANTHONY BERKELEY
DERDE BLAD
ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 16 MEI 1939.
DE SPOORWEGTUNNEL TE VELSEN.
Bijdragen in de kosten door de
gemeente Amsterdam.
B. en W. van Amsterdam deelen den
raad mede, dat zij van den minister van
waterstaat een schrijven, gedagteekend 3
Maart 1939, hebben ontvangen, waarin
ter hunner kennis wordt gebracht, dat
deze bewindsman bereid is, de uitvoering
van het plan, naast en gelijktijdig met den
tunnel voor het gewone verkeer, een
spoorwegtunnel ter vervanging van de
Velserbrug te bouwen, te bevorderen. De
minister merkt in het schrijven voorts op,
dat door de vervanging van de spoorweg
brug door een tunnel kostbare voorzie
ningen aan en nabij deze brug, welke zijn
voorzien bij de wet van 2 Januari 1917,
betreffende den bouw van een schutsluis,
c.a. te IJ muiden en verbetering van het
Noordzeekanaal, achterwege kunnen blij
ven.
In verband hiermede bestaat naar de
meening van den minister alle aanleiding,
het werk gelijk te stellen met de werken,
welke bij de genoemde wet zijn voorzien.
Dit brengt mede, dat in de kosten er van
door de provincie Noordholland en de ge
meente Amsterdam onderscheidenlijk 1/18
deel (5 5'9 pCt.) en 5/18 deel (27 7/9 pet.)
zal moeten worden bijgedragen. Deze bij
drage stelt de minister als voorwaarde
voor zijn toezegging, de uitvoering van
het werk te zullen bevorderen.
In dit verband brengen B. en W. in
herinnering, dat de gemeente in de kos
ten van de verbreeding van het Noord
zeekanaal, hieronder begrepen de ont
eigening van de daarvoor benoodigde
gronden, alsmede in die van den bouw
van de groote sluis te IJmuiden, een ge
lijke bijdrage heeft verleend. Zij achten
hef, gelet op de groote belangen, welke
voor Amsterdam bij het verdwijnen van
de Velserbrug zijn betrokken, dan ook al
leszins gemotiveerd, de gevraagde bijdra
ge te verleenen.
Een eenigszins nauwkeurige raming van
het werk kon nog niet worden gegeven.
Deze zal, aldus de minister, o.m. afhangen
van de vergoeding, welke aan de Ned.
Spoorwegen zal behooren te worden uitge
keerd in verband met de omstandigheden,
dat de kosten van het stroomverbruik toe
nemen en verlies van vervoer is te ver
wachten. Om de gedachten te bepalen, stelt
de minister de kosten van het werk op
rond 10.000.000. Het aandeel der gemeen
te zal dus, dit bedrag aanhoudende, rond
2.800.000 bedragen.
B. en W. achten het niet wenschelijk, met
de toezegging der gemeente te wachten, tot
dat een nauwkeurige raming van de kosten
bekend is. Hiervoor bestaat ook geen aan
leiding, aangezien het rijk, dat 2/3 deel van
de bouwsom voor zijn rekening neemt, er
zelf het meeste belang bij heeft de kosten
zoo laag mogelijk te houden. B. en W. vra
gen thans den raad 27 7/9 pCt. in de kosten
van den spoorwegtunnel bij te dragen.
Benoeming.
Naar wij vernemen is de heer R. Stout-
hamer hoofd der chr. school alhier met
ingang van 1 September in gelijke functie
benoemd te Overveen.
Aardvlooienplaag.
De aardvlooien richten op het oogenblik
veel schade aan bij de jonge koolplanten.
Verscheidene akkers zijn als het ware door
zeefd. Regen en warm weer kunnen in
dezen veel goed maken.
De Vereenigingsraad
In café ,,De Vriendschap" heeft boven
genoemde vereeniging een vergadering
gehouden welke trots de moeite die het
b estuur zich heeft getroost, slechts door
een derde der leden werd bijgewoond.
Doordat de voorzitter, alsmede twee be
stuursleden ziek waren of niet aanwezig
konden zijn, waren alleen de secretaris en
de penningmeester, die tevens als voor
zitter fungeerde, aanwezig.
Na de opening kwamen de ingekomen
stukken in behandeling, van welke het
voornaamste was het succes dat het be
stuur heeft gehad met zijn bemoeiing in
zake de korting die het heeft weten te
verkrijgen bij Buma te Amsterdam. Den
heer Brouwer dankte het bestuur en
zeide, dat dit voor de nog niet aangesloten
organisaties een stimulans zou zijn om ook
lid te worden.
Besloten werd, omdat de vereenigingen
Zang en Vriendschap, Castricuums Kamer
orkest, Jongzanglust en de Castricum-
sche orkestvereeniging, zich niet collectief
bij het Buma konden aansluiten, alsnog een
schrijven tot dit bureau te richten met het
verzoek, ook deze organisaties te doen
deelen in de 20 korting, welke nu reeds
voor de andere aangesloten vereenigingen
waren verkregen.
De bestuursverkiezing, alsmede de plan
bespreking omtrent ac te organiseeren
feestdagen, werden op verzoek vac den
heer Brouwer, ondersteund door de ver
gadering. uitgesteld U>t een volgende bij
eenkomst, doch doordat den heer Beijens-
bergen v. Henegouwe zich had disponibel
gesteld, werd hij met algemeene stemmen
benoemd. De vaststelling van het regle
ment kon geen doorgang vinden wegens
onvoldoende opkomst. De heer Brouwer
was bereid dit reglement onder handen te
nemen om kosteloos een 50 tal exemplaren
te maken zoodat allen aangeslotenen een
exemplaar zouden ontvangen. Dit werd
met applaus aanvaard. De rondvraag was
nog belangrijk wegens de vele punten van
bespreking die hieruit voortvloeiden.
Een uittvoerige discussie ontstond over
de contributie waardoor het bestuur niet
bij machte was voor de plaatsing van de
vereenigingsagenda iets te betalen, zoodat
werd besloten ten spoedigste een verga
dering te beleggen en hierbij tevens con
tributie-verhooging voor te stellen.
De voorzitter sloot hierna deze vergade
ring met de hoop uit te spreken dat de
voorzitter spoedig hersteld zou zijn en de
volgende vergadering beter zou bezet zijn
dan deze.
Ontspanningsavond voor militairen.
„Betje regeert", opgevoerd door de
Maskerspelers.
Het.plaatselijk comité, dat zich dezer
dagen heeft gevormd met het doel voor de
alhier gelegerd zijnde militairen ontspan
ningsmogelijkheden te scheppen, een stre
ven, waarmede de geheele burgerij, ge
zien de opbrengst van de Zaterdag gehou
den collecte, welke 187.- opbracht, sym
pathiseert, bood de militairen, hierdoor in
staat gesteld door de spontane medewer
king van de Berger Tooneelvereeniging
„De Maskerspelers", Maandagavond een
tooneelavond aan
Waar de bedoeling voorzat, de opbrengst
geheel ten voordeele van de militairen te
doen komen, werd deze avond ook toegan
kelijk gesteld voor de ingezetenen. Het zal
het comité ongetwijfeld een groot genoe
gen zijn geweest, ook thans weer de volle
medewerking van het Bergensche publiek
te verkrijgen, dat op ondubbelzinnige wij
ze van zijn medeleven blijk gaf, door de
groote zaal van de Rustende Jager geheel
te vullen.
Behalve het comité, gaven ook vele mi
litaire en plaatselijke autoriteiten van hun
belangstelling blijk.
Het blijspel „Betje regeert" door de Mas
kerspelers is hier reeds eerder voor het
voetlicht gebracht. Betje, de draagster van
het stuk, mocht menig open doekje in ont
vangst nemen
Hoezeer vooral de militairen een avond
als deze weten te aprrecieeren, moge uit
hun stormachtige toejuichingen blijken, en
de lawine van veldmutsen, welke de spe
lers een oogenblik aan het gezicht onttrok.
Suntebankeris, Moi 1939.
Wat gaat die toid toch verlegen hard, deer
benne we nou al weer half Moi.
We keeke mekaar guster zoo der's an, nou
beurt dat wel meer, dat is van ze lief.
Maar et was nou wel efkes aars as aars.
„Weer denk je an?" vroeg ik.
„Dat et aasen al weer nuwe toid worde."
„Wel hew ik van men leven, je hale de
woorde uit men mond".
Twei ziele, ien gedachte.
Hoe Troin deer nou zoo an kwam, hew ik
niet vroegen, ze zat te kranten, en zeker las
ze dut of dat.
Zelf zat ik te poinzen, en nei buiten te
koiken, en alles baai mekaar dat brocht me
op et idee.
Deer hei je nou et groen van de boome,
of oigelijk van een boom. deer ken ik et an
merke.
Dat zit zoo: uit huis vandaan ken ik zoo
op de torenklok koike, hoe laat of et is,
tenminste as er gien blad an de boome is.
De hille winter deur ken ik et zoodoende
bekoike, maar met de maand Moi den raakt
et ofloopen, den begroeie de kale takke van
de boom van Dirkbuur, en al wul ik den
toch op de klok koike, den moet ik nei
buiten.
En alles en alles wordt met de dag
mooier.
Oons durpie, on6 Suntebankeris, kroigt
zen mooie kleidje weer an, et netuurkleid.
Suntebankeris is mooi en deer benne we
trots op, en vooral om deuze toid met dat
jonge groen.
En de toid, die zoit den, dat we weer Moi
benne.
De kachel die worde nou welderis un dag
vergeten op te stoken (vroeger most ie met
skoonmakerstoid nei de zolder en den viel
et soms niet mee as ie vort was) en as et
windje aasen ders nei et Zuijen gaat, den
ken ie nou ok vort, en zoodoende ok alweer
un teeken van de zeumerlaag. Den benne
we weer zooveer dat je al weer dunnere
kleere an hewwe kenne, en dat allemaal om
deuze toid, de toid van de zeumer van
frisch jong groen, de toid dat de klok
verzet worde moet.
Maar den kroige we ok un toid van las
tigheid.
De ien die heb ouwe en de aar weer nuwe
toid, en den benne der ok nog van die en-
kelinge, die gaane der net tuskendeur.
Deer hei je Dirkbuur, die was bar teugen
et nuwe, maar Soitje der voor.
Dat ze der zoo voor was, dat kwam
oigeluk deur der zuster uit de stad. die had
er mal praat vanzellef, die mooie lang.:
eivende.
Maar met die drokte was et nog maar niet
zoomaar klaar.
Kwansuis had ze alderis teugen Dirk zoit,
„dat die nuwe toid zoo mooi was, en
„Allegaar rarighoid", zoi Dirk, „niks voor
ons".
Dus had Soit er veerder stil houwen, maar
dat ze 's eivens te bed gonge, had zaai
achter nog wat te studderen, en dat ze klaar
was met dat gewouwel, wist ze wel dat Dirk
al onder zoil was, toe zette ze de klok en
de wekker un uur vooruit.
En 's ochens dat de wekker afliep, wier
Dirk met schrik wakker.
Al mopperende van „Begint dat ding nou
al, dat hew ik aars nooit, effies koike, ja toch
is et toid".
Zoo stapte haai er uit, maar haai was nog
lang niet wakker, stoote zen toon teugen un
poot van un stoel, gaf un skreeuw weer
Soit ok wakker van wier, en trok al foete
rende zen kleere an.
Soit was er sebiet uit, klaar wakker op-
iens, benuwd hoe of et ofloope zou.
Et leek wel wat vreemdeg, maar Dirk zoi
niks en ze vond dat et best gong, haai most
op stikke, dus maakte ze alles klaar.
Toe Dirk van de wal gong, met et metortje
de West in, was er nag nooit wat van zoit.
Allien vond ie et wel wat vreemd dat er
nag gien leven te bekennen viel, zoo baai de
buure, en de huize langs, en in 't veld ok,
der was kip noch kroi te bekennen, maar
wat kon hem dat ok skeele, de klok kwam
zeker efkes voor.
Maar krek un uur nei em kwam er meer
leven, nag had ie deer gien erreg in, maar
nei un paar uurtjes, teugen koffiestoid,
kreeg ie trek, keek erris op zen klokkie,
héé al kwart over negen, jonge wat gong die
toid toch hard.
Haai stapte op et vaartuig of, en werkte
un paar beste sneede brood achter zen
kieze, met un slokje koffie.
Lang en breid was ie al weer an de veert,
en toen keek ie ders van zen werk op, toen
had ie der erreg in dat ze zoo hier en deer
allegaar zoowat ok an 't koppie-doen ware.
Teugen twaalven kon ie zen maag weer
voele, maar nou gong ie deur, keek niet op
zen klokkie en pas toen der zoo hier en
deer un paar an de veert gonge, docht ie „o
nou loopt et teugen twaalven", maar haai
rammelde van de honger zoo ondertusken.
Un greep in zen diezak, en un blik op zen
horloge, dat was genog om derris efkes in
*t rond te koiken.
Ja die en die en die gonge allegaar nei
huis en efkes veerder deer gonge der un
paar in 't schuitje zitten te middegen, en et
was op zen klokkie al teugen ienen, deer
snapten ie niks van, affoin, haai gong ok
maar eete, en onderwoil ie deer an bezig
was, most ie toch nog un deel keere koike
of de toid wel goed was.
Toen opiens gong em un licht op, van-
ochend was ek ok al zoo vreemd en later
met koffiestoid weer, en nou, deer stak meer
achter, un menuut of wat verskil dat kon,
maar krek un uur, dat was te gek.
Hoe zou Soit et maake? Soit... haai was
er.
„A... ha dus Soit, die donder, „had
stiekum de klokke verzet, nuwe toid".
„Maar wacht maar, docht ie, ik zei der
wel kroige, vaneivend hallef zes den zou ik
thuis weze, en den zou ze et eten warm
hewwe, maar deer ze 11e we nag un uurtje
baai doen voor de lol".
Dus zoo gezoit zoo gedaan. Dirk zette zen
horloge weer un uur terrug, en maakte dat
ie op zoin toid, teugen half zes thuis was.
Deer was et lieve leven gaande, Soit had
un heel uur zitte te wachten, en et eten
koud en niet lekker meer netuurlek.
Soit lillek koike, en Dirk lache, Soit nog
kwaaier worre, ze kreege ruzie voor de zoo-
veulste keer, maar Soit heb nooit meer de
klok verzet.
Zoo ziet Uwes den dat er nag welders
wat an hapert ok, ja et valt niet mee om et
iedereen nei de zin te maken.
Dut was nou maar zoo'n voorvalletje,
maar oo groote grut as ik alles der neer-
skreef wat ik deer van wist en meemaakt
hew, den had ik un hille krant vol, en mes-
kien nag wel te kort. Allegaar maar weer
de groete van
MAARTEN en TROINTJE.
Na afloop betrad de voorzitter van het
comité, mr. H. D. A. van Reenen, het po
dium, om mede namens het comité en de
militairen hulde en dank te brengen aan
de dilettantengroep voor haar uitstekend
spel.
De Maskerspelers hebben met deze uit
voering pionierswerk verricht. Moge hun
voorbeeld navolging vinden bij alle hier
ter plaatse bestaande vereenigingen.
Vermelden wij ten slotte nog, dat ook de
te Camperduin gelegerd zijnde militairen
dezen ontspanningsavond hebben bijge
woond.
Collecte ontspanning militairen.
De Zaterdag in deze gemeente gehou
den collecte ten behoeve van ontspannings
avonden voor te Bergen gelegerde militai
ren heeft opgebracht 187.
Sollicitanten onderwijzer.
Voor de vacante functie van vijfde leer
kracht aan de openbare lagere school te
Bergen hebben zich 19 sollicitanten-wacht-
gelders aangemeld.
Staatspensionneering.
Maandagavond hield de afd. Oterleek
Stompetoren haar ledenvergadering in
café Kamsteeg. Aanwezig waren 5 be
stuursleden en 2 leden. De voorzitter, dr.
Heringa riep allen het welkom toe, het
jaarverslag werd voorgelezen. De penning
meester, de heer Govers gaf een overzicht
van de financiën. De ontvangsten waren
140.99 de uitgaven 116.26, zoodat er
een batig saldo van 24.70 <4 was. Het be
stuur werd herkozen. Tot afgevaardigde
naar de algemeene- en federatie-vergade
ring werd de heer S. Heringa gekozen, tot
plaatsvervanger de heer P. Slot. De afge
vaardigde kreeg vrij mandaat. De beschrij
vingsbrief werd behandeld, en zooals ge
woonlijk gaf de heer S. Heringa een keurig
verslag van de vorige algemeene- en fede
ratie-vergaderingen, waarvoor de voorzit
ter hem dankte.
Aanbesteding.
B. en W. hebben aanbesteed het leggen
van de bestrating voor den verbindingsweg
tusschen de Boulevard en het Westeinde,
vóór den vuurtoren. Ingeschreven werd
voor het leggen van straat en trottoir resp.,
door gebr. Heerc 16 en 18 cent, gebr. de
Graaff 15 en 13 cent, G. de Graaff 15 en 14
cent. Het werk is aan de laagste inschrijvers,
de gebr. de Graaff opgedragen.
Begin van 't seizoen.
Ondanks het gure weer begint het bad
seizoen toch te komen. Vooral verschillende
gemeubileerde woningen zijn reeds voor
het vóórseizoen verhuurd en door de gasten
betrokken. Ook de strandexploitatie zal
spoedig beginnen. De verschillende con
sumptietenten zijn reeds door de exploitan
ten geplaatst.
Uitvoering.
Zondagavond gaf de R.K. Tooneelver
eeniging „Kolping" de derde opvoering van
het blijspel „Aron Slootjes in de knel" en
oogstte hiermede ook dezen keer veel succes.
„The Funny Musicmakers", die op uitste
kende wijze de muziek verzorgden, hielden
na afloop de talrijke danslustigen nog ge-
ruimen tijd gezellig bijeen.
Trekking verloting.
Ten overstaan van den burgemeester
had Zondagavond de trekking plaats van
de verloting ten bate van de R.K. Voetbal-
vereeniging „Kolping Boys" te Oudorp.
De eerste drie prijzen vielen op de num
mers: 745, 85 en 564.
Een arm gebroken.
Het dochtertje van den heer Jb. G. te
Oudkarspel is van de trap gevallen en heeft
daarbij een arm gebroken.
Stenografe of typiste
Van den drukken advocaat:
Hoort haar zuchten; hoort haar klagen
Onder 't allersaaist dictaat
Toch kan 't anders op 't bureau,
Maar dan viaH. L. O.!
Benoemd.
De heer Th. Hes alhier is benoemd
tot kaasmaker aan de zuivelfabriek „De
Dageraad" te Burgerbrug.
Veranderingen bij de Posterijen.
Na 36 jaar trouwen dienst heeft de heer
Jn. Spanjzart als brievenbesteller den post
dienst verlaten.
Als hulpbestellers voor de wijk Noord-
scharwoude zijn vanaf heden benoemd de
heeren A. Bruin en Joh. Spanjaart, beiden
te Oudkarspel.
De heer J. Kuilman, eveneens besteller,
zal thans alleen de wijk Oudkarspel bedie
nen.
In de zitting van het hoofdstembureau
is van de r. k. lijst de heer J. Broersen, die
zijn bewilliging niet had ingezonden, ge
schrapt.
D
44)
Onder het eten deelde hij zijn tante zijn
plannen voor den volgenden dag mede en
deed hierdoor tevens den laatsten stap tot
zijn algeheele onafhankelijkheid, want hij
gaf heelemaal geen aanleiding op.
Juffrouw Chitterwick deed wel een
beetje stug en weerspannig en gaf niet
zonder reden te kennen, dat men niet voor
niets naar Ashton-on-Lyne ging, maar een
enkele verwijzing naar den hertog legde
haar het zwijgen op.
Chitterwick's emancipatie was een feit.
Men kan niet beweren, dat de reis naar
Ashton-on-Lyne een pleizierreisje was. We
zullen het, kort, even weergeven. Hij was
's morgens vroeg vertrokken en kwam
juist tegen lunchtijd in een rookerigen ne
vel, die Ashton en de omliggende plaatsen
omhulde, aan. Hij had in het z.g. beste ho
tel van de stad gegeten, waar men het
slechtste eten voor den hoogsten prijs
voorzette. Hij had een taxi genomen, ten
einde zich, over erbarmelijk slecht gepla
veide straten, naar de Southowram Villas,
een lange, treurige rij vervallen huizen, te
laten brengen. Ieder huis was van het trot
toir gescheiden door een zes voet breede
strook gras. Toen hij op No. 47 op de deur
klopte, vertelde men hem, dat mijnheer
Ings niet thuis was. Waar hij dan was.
Misschien in het missiehuis. Waar dat
stond. De eerste straat rechts, de tweede
links, de derde links, dan stond hij er recht
tegenover.
Chitterwick wandelde de eerste rechts,
de tweede links en de derde links en had
een grooten steun aan de gedachte, dat hij
nu echt detectivewerk deed.
Hij stond voor een huis, dat opgetrok
ken was uit baksteenen, die indertijd rood
geweest moesten zijn. De ramen zagen er
onnoemelijk smerig uit.
Buiten hing een bord, waarop te lezen
stond, dat mijnheer Jas, Hall Ings as. Zon
dag in de Ware Evangelische Kerk een
preek zou houden, onder den titel „Toon
berouw of wees vervloekt".
De heer Ings scheen zich daarbinnen al
van te voren een beetje in berouw toonen
aan het oefenen te zijn. Chitterwick tikte
met den knop van zijn wandelstok op de
ijzeren deur, wat nog al lawaai maakte,
zoodat de predikant al spoedig op den
drempel verscheen. Hij was een lange,
magere man, tamelijk kaal, met een woes-
ten baard en om de een of andere, zij het
ook godsdienstige, oorzaak, droeg hij een
ouderwetsche lange jas, een schiller-kraag
met blauwe das, die een groot deel van
zijn schralen, pezigen hals aan den belang
stellenden bezoeker liet zien. Over een
stalen bril keek hij Chitterwick welwillend
aan.
„Bent u James Hall Ings?" vroeg Chit
terwick zenuwachtig.
„Die \>en ik, broeder", antwoordde de
predikant.
Chitterwick kromp even in elkaar, maar
was direct weer bij zijn positieven.
„Ik had gehoopt u in Piccadilly Palace
te treffen, toen u daar in Juni was", loog
hij er lustig op los.
„Is het werkelijk?"
„Ja, u was daar toch, niet waar?"
„Ik ben daar geweest, broeder", zei de
heer Ings waardig. „Waarom zou ik het
niet willen weten? Ik ging naar die zon
dige stad, om een vergadering bij te wo
nen, die door onzen stichter, dr. Ezra Drigg-
lington, belegd was. Die naam komt u ze
ker wel bekend voor, Halleluja".
„Wat zegt u", stamelde Chitterwick, die
dacht dat hij uitgescholden werd. „Ik zei,
dat de naam van onzen stichter de Heer
zij geloofd u zeker wel bekend moest
zijn. Maar, kom binnen, broeder, als u mij
spreken wilt. Kom binnen".
„Neen, dank u wel", zei Chitterwick
haastig. Dat is heusch niet noodig. Ik
kwam alleen maar hier, ziet u, omom
Ik wilde uw kerkfonds een kleinigheid
u hebt toch zeker een fonds?"
„Verschillende, broeder", gaf Ings gewil
lig toe.
„O, juist. Ik wilde iets voor uw fonds,
voor een van uw fondsen geven. Een klei
nigheid Maar ik verzoek u... Goeden
dag". En nadat hij een pond in de verraste,
maar bereidwillige handen van den heer
Ings gestopt had, keerde Chitterwick zich
zoo vlug mogelijk om en ging naar Londen
terug.
„Dat dacht ik wel", mompelde Chitter
wick, terwijl hij diep zuchtte; en hij de om
geving van Ashton voor altijd achter zich
liet. „Ach lieve hemel, wat is dat vreese-
ljjk. Nu had ik nog wel gedacht, dat ik niet
zoover meer van de oplossing af wasEn
nu is het nog raadselachtiger dan ooit te
voren. Dat zal mij nog wel hoofdbrekens
kosten".
Chitterwick maakte het zich in zijn hoek
je zoo gemakkelijk mogelijk en dacht na.
HOOFDSTUK XIII.
Een toonbeeld van deugd, met een leelijken
ondergrond.
De volgende drie dagen, bracht Chitter
wick in groote opwinding in Londen door.
Hij wist dat iederen dag, dien hij nog
wachtte, zijn schuld tegenover Mouse, dien
hij toch beloofd had. zoodra hij iets ge
wichtigs wist, naar Dorfetshire te volgen,
grooter werd. Maar hij kon er eenvoudig
niet toe besluiten. Hij voor zich geloofde,
dat hij heusch iets van groote waarde ont
dekt had, maar iets anders stond de ophel
dering van het raadsel nog in den weg en
dit beschouwden Mouse en hij als het voor
naamste van de heele geschiedenis; n.1. de
vraag hoe het fleschje in de hand van juf
frouw Sinclair was gekomen.
Zou hij Moresby gaan opzoeken en hem
zijn nieuw idee voorleggen? Maar het wa
ren alleen gissingen; hij had bijna geen
houvast; hij had nog niets gedaan, om de
juistheid ervan na te gaan. En zou Moresby
zich wel laten beïnvloeden door een op
eenstapeling van vermoedens, al waren die
dan ook nog zoo geniaal? Dit kon Chitter
wick van te voren wel uitmaken.
Moest hij de zaak aan de advocaten
voorleggen?
Chitterwick wist niet veel van advoca
ten af, maar hij kon zonder bezwaar, dat,
wat hy niet van hen wist, wel door zijn
fantasie laten aanvullen. Advocaten zijn
wat outsiders betreft, altijd naijverig en
achterdochtig, zij zouden droog, juridisch
en zakelijk zijn, feiten verlangen en die
had Chitterwick niet veel.
Moest hij alles met Mouse en Judith be
praten, zonder er aan te denken, dat hij
misschien hoop zou verwekken die nooit in
vervulling kon gaan en aan hen de verant
woordelijkheid voor het voortgaan op den
ingeslagen weg overlaten? Misschien was
dit nog het beste. Per slot ging het om hun
zaak en niet om de zijne. Niettemin wilde
Chitterwick veel liever iets, met een beetje
houvast, voorleggen. Het grootste deel van
de drie dagen bracht hij door met zoeken,
nu eens hier en dan weer daar; hij viel een
aantal menschen met schijnbaar zinlooze
vragen lastig, maar alles tevergeefsch.
Dan echter ruimden Mouse en Judith
op kordate wijze de moeilijkheid voor hem
uit den weg, door op den morgen van den
vierden dag in Chiswick op te duiken en
de gastvrijheid van de verraste juffrouw
Chitterwick in te roepen.
Zoodra Chitterwick hen gewaar werd,
wist hij precies wat hij te doen had; n.L
uitvoerig zijn nieuwe theorie uiteen te zet
ten; hoe hij geloofde, dat de misdaad be
gaan was, zonder hen echter zijn vermoe
dens omtrent den waren dader kenbaar te
maken.
Tijdens de lunch had hij geheimzinnig
op de gewichtige verwikkelingen gedoeld:
na het eten gingen zij naar de werkkamer
van zijn tante. Men had zoo het gevoel, dat
deze kamer veel geschikter was. dan 'n ge
wone huiskamer.
(Wordt vervolgd).