VOOR ONZE
RAADSELS.
Verhaaltjes van kinderen
voor kinderen.
DERDE BLAD
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het bureau van politie,
Kerkplein en aldaar te bevragen op alle
Woensdagen en Zaterdagen tusschen 11 en
1 uur, de navolgende voorwerpen, als ge
vonden gedeponeerd op 2 t/m. 18 Mei '39:
Grijze ceintuur, vulpotlood, R.K. gebe
denboek, bril in étui, linnen boord, sleutel
merk Sylder, kastsleutel, blauw lederen
bandschoen, werksleutel, zwarte ceintuur,
een stuk lood, heerenpolshorloge, eenige
huissleutels, rood kinderjasje, rentekaart,
leeren handschoen, gouden halsketting
met hangertje, bruine dameshandschoen,
kleine portemonnaie met inhoud.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 8 Mei tot
en met 18 Mei 1939:
Dameshoed, M. Westra, Laat 128; linker
dameshandschoen, J. Vis, Oudorp, Kievit
straat 18; rozenkrans in étui, G. Minkema,
Forestusstraat 6; stuk ketting, goud, J. H.
Sommer, Julianastraat 6; schoolétui, St.
Josephschool, Laat; hondenriem, J. Hes,
Stationsstraat 56; roode ceintuur, Hendrik
de Vries, Blaeustraat 15; rozenkrans in
étui, S. Spijker, Druivenlaan 34; aan
komen vliegen een tortelduif bij A. Haak
man, Leeuwerikkade Nr. 8; rozenkrans in
étui, T. Bloedjes, Oudegracht 74; bood-
schappenmandje, T. Bruin, Oudegracht Nr.
24; koffertje inhoudende verbandstoffen,
bureau van politie; kosteloos rijwielbe-
lastingmerk, A. van Tiel, Nieuwesloot 37;
rijwielbelastingmerk, L. Disseldorp,, Wes-
terweg 284; portemonnaie zonder inhoud,
S. Schoenmaker, Landstraat 75; gouden
armband van horloge, J. Kwak, Richard
Cobdenstraat 8; zakmes, P. Tabak, Schar-
loo 11a; fietstaschje, J. de Jong, Laat 14;
dop van benzinetank, G. J. Bobbeldijk,
Schermerweg 92; babymutsje, P. Ulrich,
Korte Landstraat 45; 5 pakjes tabak, H.
Stikvoort, Achterdam 5; 1 paar stelten, B.
Oosterwijk, Snaarmanslaan 72; dames
polshorloge, C. Schuurman, Luttik Oudorp
15; 1 paar beenkappen, M. Koopman, Sche-
teldoekshaven; gouden armbandje,
Tini Bruin, Van Leeuwenhoekstraat 38;
vulpen, J J. M. Bottemanne, Rozens.traat
6; kunstoog, W. de Vries, Stuartstraat 39;
foto, Truus ten Haaf, Tienenwal Nr. 1;
leeren taschje, Cabeljaustraat 1; autoped,
K. Kluft, Nieuwpoortslaan 29; portemon
naie met inhoud, M. den Sngelschman, le
Kanaalstraat 6; blauwe kinderregenjas,
Feijen, Van der Woudestraat 53; broche
goud C. de Roos, Nieuwesloot 57b;
sleuteltje van actetaschje, C. Stof, Liefde
laan 33; rozenkrans in étui, W. Jongenjans,
2e Kanaalstraat 6bruine muts, P. Dekker,
Eikelenbergstraat 28; beige kindermantel
of jasje, S. Mantel, Staringhstraat 4; tasch
je met inhoud, T. Admiraal, Kanaaldijk
17a; aan komen vliegen bij W. Vink, Dreb-
belstraat 10, 2 postduiven; doublé lorgnet,
J. C. Sülzle, Kennemerstraatweg E. 30; 1
paar blauwe handschoenen, W. Bartels,
Brouwerstraat 17; 1 paar handschoenen,
G. J. de Groot, Rochdalestraat 6; leeren
handschoen, J. Stroet, Bergerweg 2; zelf-
binder, xv. Boots, Popelmanslaan 31; rij
wielbelastingmerk, Teitsma, Houtweg 28;
rozenkrans, P. Overdijk, Tuinstraat 8;
hondenhalsband, J. Verburg, Kennemer-
singel 9; leeg kindertaschje, R. v. d. Broek,
Baanstraat 6a; damestaschje met inhoud,
G. v. d. Berg, Bergerweg 92, Bergen; por
temonnaie met inhoud, Q. Bosman, Popel
manslaan 25; stalen staf, F. Jacobse, Koor
straat 15; ceintuur, A. Narold, v. d. Lijn-
straat 3; broche, G. Songé, Brouwerstraat
10; armband, E. Stam, Spoorstraat 7,
Noordscharwoude; unster, D. Jansen,
Tuinstraat 38; wieldop van Chevrolet, J.
Klaver, Hoornscheweg 13; fietsbel, K.
Dekker, Westerburgstraat 1.
Wanneer men weder in het bezit is van
het verloren voorwerp wordt men ver
zocht hiervan kennis te geven aan het
bureau van politie alhier.
Alkmaar, 31 Mei 1939.
„WAT HEEFT DIE JONGEN TOCH?"
door JAN VAN LEEUWEN.
Niemand begreep, waarom Ruut opeens
zo veranderd was. Vroeger was hy de aar
digste, flinkste jongen van de klas en in
eens was hij veranderd. Hij wilde nooit
meer meespelen als de andere jongens spel
letjes deden. Hij lette niet meer op in de
klas en soms zei hij zulke onaardige dingen
tegen de leraren en de jongens, dat ze hem
verbaasd aankeken en vroegen: „Zeg, wat
is er eigenlijk met jou?" Dan haalde hij
nors zijn schouders op, zei kortaf: „Niets" en
liep weg.
Ruut was nu al ruim een jaar op de kost
school. Niet alle kinderen op de school
woonden er ook. Sommige kwamen alleen
overdag en gingen gewoon om vier uur naar
huis, maar Ruut hoorde tot de „internen".
Toen zijn vader gestorven was, en hij met
zijn moeder samen achterbleef, hadden ze
erover gepraat, wat het beste was en toen
had moeder gezegd: „Nu zal ik dikwijls weg
OM NA TE TEKENEN.
Jullie hadden zeker niet gedacht, dat fee!
zo eenvoudig was om de sterren in 7 vakken
te verdelen en daarbij maar drie lijnen te
trekken. Zoals je ziet is het heus niet moei
lijk.
De krachtpatser heeft zijn sleutel
weer vergeten!
zijn om te werken, want ik moet geld voor
ons verdienen en zorgen, dat jij een goede
opvoeding krijgt. Het zou daarom het beste
zijn, als je naar een goede kostschool ging.
Dan hoef ik geen zorgen te hebben, dat je
teveel alleen thuis bent. Lijkt je dat ook
niet goed?
Ruut naar kostschool.
En zo hadden ze besloten, dat Ruut naar
de kostschool ging in A. Ruut had zich
voorgenomen om heel hard te werken en
op die manier gauw van school af te zijn,
zodat hij zijn moeder kon helpen. Hij schreef
haar dikwijls en in de vacanties ging hij
naar huis. De leraren waren allemaal erg
tevreden over hem, tot die verandering
kwam en hij stil en in zichzelf gekeerd
was.
Eigenlijk was het begonnen, toen Bob op
school kwam. Bob kwam uit Indië. Zijn
ouders waren er nog en hij moest in Hol
land op school gaan. Van het eerste ogen
blik af had Ruut gevoeld, dat hij Bob niet
aardig vond en Bob dacht: „Zo, dus die
jongen heeft hier in de klas alles te ver
tellen? Is dat nu zo'n held. Ik vind het een
echt moedersjongetje!" en hij had besloten
om zich niet ook door dien jongen te laten
inpalmen. Tenminste, hij deed net alsof
het daarom was, maar in werkelijkheid kon
hij niet goed hebben, dat Ruut zo geliefd
was bij de jongens en de leraren. In Indië
was hij zelf altijd de beste van de klas ge
weest. Zo was de ruzie begonnen. Het
werd elke week erger. Als er iets gebeurd
was, gaf Bob Ruut er de schuld van, om
hem vooral zwart te maken in de ogen van
de andere jongens. Hij schold hem uit voor
„Moederszoontje!" en „opschepper!" en het
spreekt vanzelf, dat Ruut dat erg naar
vond.
Ruut krijgt straf.
Op een keer, op de speelplaats, stak Bob
vlug zijn been uit, toen Ruut aankwam,
zodat deze erover viel en zich lelijk pijn
deed. Nu werd Ruut zo nijdig, dat hij op
Bob afvloog en hem een paar flinke klappen
gaf. Een ogenblik later rolden de beide
jongens over de grond en er moest een
leraar aan te pas komen om hem te
scheiden. Ze werden bij den directeur ge
roepen en moesten zeggen, waarom ze ge
vochten hadden. „Ik weet het niet", zei
Bob. „Hij gaf me opeens een paar klappen!
Als we naar dit plaatje kijken, is het of
we de bloemen op de grond werkelijk zien
bloeien en we voelen de stemming, die er
in een bos kan heersen, als het zomer is en
de zon schijnt en als de tientallen kleine
lichtplakjes op de grond schitteren van de
stralen, die door het dichte bladerdak heen
dringen. Wat is het in de zomer mooi in de
bossen! Je zou al die kleuren wel willen
schilderen, zodat je ook in de winter aan
het zomersebos herinnerd wordt.
Er zijn dan ook al heel wat prachtige
schilderijen gemaakt over het bos en de
zomer en dikwijls valt het ons op, hoe goed
zo'n schilderij de stemming weergeeft.
Nog moeilijker is het om de stemming weer
te geven in een houtsnede of een linoleum
snede. Het bos, dat je hier ziet afgebeeld is
een afdruk van een linoleumsnede. Heel
voorzichtig heeft de kunstenaar met zijn
vlijmscherpe mesjes de tekening uit het
taaie linoleum gesneden. De kunst van het
linoleumsnijden is uit die van het houtsnijden
ontstaan, dat de oudste manier was om
papier te bedrukken. In het begin werden de
houtsneden gebruikt om mooie figuren op
prachtig geweven stoffen over te drukken en
pas in het eind van de 14de eeuw werd er
papier mee bedrukt. Langzamerhand heeft
zich de kunst toen verder ontwikkeld en
gebruikte men behalve hout ook metaal,
steen, ivoor en linoleum en langzamerhand
heeft men hiermee steeds meer bereikt.
Kjjk allemaal eens goed naar deze teke
ning en probeer dan om het na te tekenen
in één lijn. Je moet dus ergens beginnen
waar, moet je zelf maar uitmaken en dan
zonder het potlood op te heffen de hele
figuur natekenen. Maar de lijnen mogen
elkaar dan nergens raken of snijden. Je
moet dus de hele figuur natekenen, maar
zó, dat de lijnen bij de hoekpunten een klein
eindje van elkaar afzijn. Probeer het maar
eens. De volgende keer komt de oplossing.
OPLOSSING VAN DE LEGPUZZLE.
Met vereende krachten.
RESI DOET DE POPPENWAS
door LIES HELGERS.
Alles is nu weer mooi schoon
Wat is dat toch fijn!
Resi heeft erg hard gewerkt
Om gauw klaar te zijn.
't Was een grote poppen was
Van de hele week!
Nu hangt alles in de zon
Buiten op de bleek.
't Windje wil een handje helpen
Blaast zo hard hij kan
En de kleertjes worden heus
Vlugger droog daarvan!
HET KWAAD STRAFT ZICHZELF
door TRIJNIE DE RUIJTER.
Er was eens een groot feest in het dorp.
En er werden grote puddingen gemaakt
voor de middag. De puddingen waren
klaar en werden buiten gezet om af te koe
len. Maar er waren die ondeugenden jongens
Jan, Klaas en Piet, die zagen dat de pud
dingen buiten werden gezet. Anna ging
weer naar binnen en toen slopen ze er stil
letjes naar toe en pakten de puddingen weg
zonder dat iemand het zag of hoorde. Ze
waren naar een veilige plaats gegaan en
aten de puddingen lekker op en zetten de
schalen weer netjes op de plaats zonder
dat het gemerkt was. Even later ging Anna
kijken of de puddingen al goed afgekoeld
waren. Maar ze zag tot haar grote schrik
dat de puddingen gestolen waren en de
schalen er alleen nog stonden. Ze ging
gauw naar binnen en vertelde het aan de
meisjes wat er gebeurd was. Wat schrok
ken die ervan. Ze gingen naar buiten kij
ken of het waar was. De drie meisjes
gingen bedroefd naar binnen. Ze gingen nu
weer puddingen maken om te kijken wie
de dieven waren maar ze deden er nu
wonderolie in. Even later toen ze klaar wa
ren werden de puddingen weer buiten ge
zet om af te koelen, maar Anna bleef er
een poosje bij staan. Even later ging zij
naar binnen en dat hadden de jongens weer
gezien. Ze slopen er weer naar toe en
gingen er weer met de pudding vandoor.
Dat had Rika gezien die in de keuken be
zig was en ze ging gauw naar Anna en
Dina toe en vertelde wie de dieven waren.
Ze besloten het feestje morgen maar te
vieren. En ze zei dat ze de jongens had
herkend. Het waren Jan, Klaas en Piet.
De jongens gingen nog spelen maar dat
duurde niet lang. Ze begonnen zich akelig
te voelen en gingen naar huis. Thuisgeko
men kropen ze in bed en sliepen weldra in.
De volgende morgen zagen ze weer pud
dingen staan en ze hadden er wel zin in
maar ze bleven er toch van af, want zij
hadden er nu genoeg van gehad. Jan,
Klaas en Piet zijn nooit meer zo gulzig ge
weest.
Hij is altijd zo gemeen tegen me!" Ruut
keek hem woedend aan, maar Bob zei niets
over het pootje-haken, waardoor Ruut was
gevallen. Toen besloot Ruut om er ook niets
van te zeggen. Hij zou het wel eens met
Bob afrekenen. Klikken tegen den direc
teur wilde hij niet. Daarom keek de
directeur hem ernstig aan en zei: „Wat is er
toch met jou, Ruut? Vroeger deed je ao-
iets toch nooit. Wat is er? Je gaat ook
met je werk erg achteruit, hoorde ik van de
leraren!"
Ruuts gezicht werd helemaal strak, maar
hij zei niets. Hij wilde niet vertellen van de
ruzie met Bob en ook niet, dat hij het zo
vreselijk vond, dat de andere jongens zich
bijna niet meer met hem wilden bemoeien
en dat hij daarom ook niet goed kon wer
ken. Hij hield zijn mond stijf dicht en keek
koppig naar de grond. Toen gaf de directeur
hem strafwerk op en zei, dat hij Zaterdag
middag niet met de andere jongens naar
buiten mocht gaan.
Toen de jongens de kamer uit waren,
schudde de directeur zijn hoofd en zei in
zichzelf: „Wat er toch met die jongen is! Ik
begrijp het niet, vroeger was hij zo aardig
en nu is niemand meer tevreden over hem."
De rapporten.
Twee maanden later werden de rapporten
uitgedeeld. Ruut had vier onvoldoendes en
de directeur zei, dat hij het een schandaal
vond, dat een jongen met zulke hersens
zulke slechte cijfers maakte. Ruut moest'
straks maar eens even bij hem komen.
En toen Ruut bij hem kwam, zei hij: „Ik
begrijp niet, dat je je niet schaamt, jongen.
Niemand weet, wat er in jou gevaren is,
deze laatste maanden. Je bent stug en nors,
zoals je vroeger nooit was en je doet niets
meer voor je schoolwerk. Je laat je arme
moeder maar voor je werken en bent zelf te
lamlendig om iets te doen! Je moest je je
ogen uit je hoofd schamen! Ik denk wel,
dat je moeder erg trots op haar zoon zal
zijn! Kijk nu eens wat een cijfers!" H»ij
duwde hem het rapport in handen. Ruuts
gezicht stond stug en hard. Hij pakte het
rapport aan en zei: „Het kan me niets
schelen!" Toen, met één snelle beweging
verscheurde hij het rapport.
Een ogenblik leek het alsof de directeur
hem een klap wilde geven. Hij werd rood
van drift en hij hief zijn hand al op om den
jongen een draai om zijn oren te geven.
Toen liet hij zijn hand weer zakken en
kuchte even. „Hm", zei hij, „Hm, daar had
ik me ook bijna laten gaan Ikeh
ga eens zitten, jongen".
En nu de directeur zo vriendelijk tegen
hem sprak, begon Ruut opeens te huilen en
vertelde alles van de laatste maanden. Hij
bleef heel lang in de kamer van den direc
teur en die avond schreef hij voor het eerst
weer een opgewekte brief naar zijn moeder.
Niemand begreep, waarom Ruut na de rap
porten en de vacantie ineens zo was ver
anderd, maar ze vroegen er verder ook niet
naar en waren blij, dat hij weer de oude
Ruut was.
De directeur bleef een grote vriend van
Ruut en hij had nooit meer reden om over
zijn leerling te klagen.
EEN LINOLEUMSNEDE.
„KAARSJE, KAARSJE, IK BLAAS JE UIT!"
OPLOSSING VAN DE STERRENPüZZü.
1. In de volgende tien plaatsnamen zijn tt
eens de klinkers weggelaten, Welle
namen zijn dit?
p 1 d r n
G r n n g n
R t t r d m
n k h z n
n d h v n
D v n t r
W g n n g n
H 1 v r s m
1 d n z 1
H. n d 1 p n
2. Wat staat hieronder?
stond de kerkdienst
De zangermedt
en deelde
dat erde deur zla meling werd ge
waarvan de
houden bestemd
brengst
was voede
kinderen.
3. Een schildpad en een ekster
100 M. om het hardst lopen.
Wie won het?
OPLOSSINGEN.
De oplossingen van de raadsels -
vorig nummer zijn als volgt:
1. Middelburg
Leeuwarden
Maastricht
IJsselmonde
Amersfoort
2. armband
melkfles
stierkalf
trekpot
eekhoorn
ratel
dambord
aalbes
meelzak
3. In volle glazen.