DAGBLAD VOOR ALKWAAR EN OMSTREKEN.
WAAROM GEEN VERBOND Halifax over de problemen der
BELGIE-NEDERLAND
huitenlandsche politiek.
Onafhankelijkheid,
Engelsche politiek is vredelievend.
No. 13% Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur. C. KRAK.
Vrijdag 9 Juni 1939
l%le Jaargang
Geen politieke of militaire
bondgenootschappen.
niet neutraliteit
België's doel.
Begrip voor Moskou'* houding
inzake de Baltische
landen.
De Fransch-Britsche
samenwerking in geval
van oorlog.
De gespannen toestand te
Praag.
Von Neurath grijpt in.
Duitsch politieman te
Kladno vermoord.
Chamberlain over de
Duitsche opvatting van zijn
politiek.
Nieuws in 't kort.
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1-25, elke regel meer 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. TeleL 3320, redactie 3330.
hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Bij de behandeling van de begrooting
van huitenlandsche zaken in de Kamer
heeft de Belgische minister-president
tevens minister van huitenlandsche za
ken Pierlot een rede gehouden, waarin
hij duidelijk de huitenlandsche politiek
van België, die niet een neutraliteits
politiek, doch een politiek van onafhan
kelijkheid is, uiteenzette.
België, dat bezield is met den vasten wil
den vrede te bewaren, aldus Pierlot, is vast
besloten slechts de wapens op te nemen bij
een aanval, die rechtstreeks zijn levensbe
langen bedreigt. Wij zijn vastbesloten, al
onze grenzen zonder uitzondering en zon
der voorbehoud te verdedigen, zoowel in
Europa als in Afrika.
Wij willen niet, dat men voor moeilijkhe
den, die gerezen zijn tusschen twee vreem
de mogendheden, in welken hoek van Euro
pa ook, een beroep kan doen op onze mede
werking, door zich te beroepen op juridische
verplichtingen, die in strijd met onzen wil
zouden zijn. De garanties welke ons gege
ven zijn door Frankrijk, Engeland en
Duitschland, houden geen wederkeerig-
heid in.
Wij hebben geen politieke of militaire
bondgenootschappen en geen andere con-
tractueele verplichtingen op dit gebied dan
die welke op ons rusten als lid van den Vol
kenbond. Wat artikel 16 van het Volken
bondspact betreft, kan niet betwist worden,
dat ieder lid van den Volkenbond in elk be
paald geval zelf kan beslissen, of doorgang
door zijn grondgebied al of niet moet wor
den arleend.
Kan onze onafhankelijkheidspolitiek ons
een oorlog al of niet doen vermijden? vroeg
Pierlot De minister zou dif niet durven
zeggen, doch het was hem naar hij zeide,
voldoende, dat zij deze mogelijkheid inhield
en een kans bood, die hij niet aarzelde een
waarschijnlijkheid te noemen. Het zou, al
dus Pierlot, dwaasheid zijn, er van af te
stappen.
Het is voor mü een moeilijke taak in
bet openbaar enkele van de grootste
gevaren, die de toekomst misschien voor
ons bergt, aan te roeren. Ik kan deze
taak niet als beëindigd beschouwen zoo
lang ik niet heb gesproken over een
zekere bezorgdheid, die sedert eenigen
tijd in België is waar te nemen. Ik be
doel de bezorgdheid over een mogelij
ken inval in Nederland.
Indachtig aan de overeenkomst tusschen
onze landen wat betreft de gevaren en de
nationale belangen, zouden sommigen on
zer medeburgers gaarne hebben gezien, dat
wij een militair verbond met onze noorder
buren sloten, in dier voege, dat, zoo een der
beide landen wordt aangevallen, het andere
te hulp zou moeten komen. Ook zou men
willen, dat de regeering zou verklaren, dat
zij in een dergelijk geval doortocht over Bel
gisch grondgebied zou verleenen aan hui
tenlandsche troepen, die dezen doortocht
zouden verlangen om Nederland te hulp te
komen.
Deze voorstellen worden niet alleen uige
geven door de zorg voor de belangen van
België. u
De geestelijke vaders ervan worden ook
geleid docr de groote sympathie, die bestaat
tusschen de twee volken, welke geschapen
zijn om elkaar te begrijpen en die door een
groote gemeenschap van aspiraties, zoo wei
als door de vriendschap, die hun dynastieën
verbindt, steeds meer tot samenwerking
neigen.
Ik ken de kracht dezer gevoelens. De re
geering deelt ze. Hun levendigheid is eenige
dagen geleden op indrukwekkende wijze
aan den dag getreden ter gelegenheid van
het bezoek van H M. de Koningin der Ne
derlanden. Wij wenschen dat in de zoo gun
stige omstandigheden, welke aldus gescha
pen zijn, steeds naar een gelegenheid tot
toenadering tusschen Nederland en België
gezocht wordt en dat de twee broedervol
ken steeds meer bijdragen tot de werken van
den vrede: op economisch gebied, op dat der
cultureele betrekkingen, bij de verdediging
van de juridische en moreele beginselen,
waaraan zij ten zeerste verknocht zijn en
in het verdwijnen waarvan uit de interna-
Minister Pierlot
tionale betrekkingen zij niet zouden kunnen
berusten.
Wat een militair verbond aangaat, ant
woord ik in de eerste plaats dat er, om het
te sluiten, twee partijen noodig zijn en bij
deze gelegenheid herinner ik aan de ver
klaringen, die de heer Patijn in Februari
j.L heeft afgelegd.
De houding van de regeering van Neder
land is verstandig en zij wordt ingegeven
door dezelfde zorgen als die welke ons be
zighouden. Laten wij ook hier niet vooruit
loopen op de toekomst en de kansen om in
een conflict te worden betrokken, niet ver-
grooten.
Wat tenslotte den doortocht van hulple
gers door België betreft, laten wij ons er
voor wachten, onze verlangens voor werke
lijkheden te houden, en ons door willekeu
rige veronderstellingen te laten meesleepen
op een weg, waarvan wij slechts gevaren
kunnen verwachten, zonder eenig nuttig te
genwicht, voor ons noch voor onze buren.
Tot slot verklaarde Pierlot, dat België
met al zijn buren correcte en vreedzame
betrekkingen wil onderhouden en zeide hij
enkele woorden over het groote belang voor
de onafhankelijkheidspolitiek van een goe
de voorbereiding van het leger.
Eenhoofdige Fransch-Britsche
commando's volgens de Matin.
Volgens den correspondent van de Matin
te Londen zou indien Frankrijk en Enge
land samen in een algemeenen Europee-
schen oorlog gewikkeld worden het op
percommando over alle strijdkrachten van
Frankrijk en Engeland, te Luid, ter zee en
in de lucht worden opgedragen aan gene
raal Gamelin, en het opperbevel over de
vereenigde Fransch-Britsche oorlogsvloot
aan een Britschen admiraal, naar alle waar
schijnlijkheid admiraal Sir Roger Back
house. De Fransch-Britsche luchtmacht zou
onder bevel van den Britschen luchtinaar-
schalk Sir Cyrill Newall komen.
Geruchten over Chvslkowsky en
von Neurath.
De Daily Telegraph and Morning Post
meldt uit Berlijn, dat de laatste dagen op
het ministerie van huitenlandsche zaken te
Berlijn besprekingen zijn gehouden tus
schen Chvalkowsky, den Tsjechischen ver
tegenwoordiger te Berlijn, en vooraan
staande Duitsche ambtenaren. De bespre
kingen liepen over den. toestand te Praag.
De betrekkingen tusschen de Tsjechen en
de Duitsche autoriteiten worden dagelijks
meer gespannen en de instructies van rijks
autoriteiten worden vaak genegeerd.
Het wordt waarschijnlijk geacht, dat
Chvalkowsky binnenkort naar Praag zal
vertrekken om den toestand te bespreken
met baron von Neurath, den rijksprotector
voor Bohemen en Moravië.
In politieke kringen te Berlijn verluidt,
dat Chvalkowsky gedreigd heeft af te tre
den. Aan geruchten, dat baron von Neurath
in een onderhoud met Hitier er ook over
zou hebben gesproken te willen aftreden,
wordt over het algemeen geen geloof ge
hecht.
Het debat over de huitenlandsche po
litiek is gisteren in het Hoogerhuis ge
opend door lord Snell, die ten aanzien
van de onderhandelingen met Rusland
o.m. zeide, dat de vertraging bij het ko
men tot een besluit op zijn minst ver
ontrustend was. Ook besprak hü den
toestand in het Verre Oosten, die naar
zijn meening zeer onbevredigend was
te achten.
In zijn antwoord besprak minister Hali
fax allereerst de kwestie van het Duitsch-
Ilaliaansche oorlogsmateriaal in Spanje. Hij
maakte hierbij onderscheid tusschen oor-
Icgsmateriaal onder Italiaansche of Duit
sche controle en oorlogsmateriaal, dat door
Duitschland of Italië verkocht was. Dit
punt was uitvoerig ter sprake gebracht bij
de onderhandelingen met de Italiaansche
regeering en deze had duidelijk laten uit
komen, dat zij het recht moest hebben, des-
gewenscht aan Franco te verkoopen. Halifax
geloofde niet, dat er eenige reden was om
over schending van het accoord te klagen.
Over het Verre Oosten zeide Halifax, dat
de toestand aldaar de regeering ernstige
zorg baarde. Daar zich verscheidene inci
denten hadden voorgedaan, deed de regee
ring haar best 'ervoor te zorgen, dat de be
langen van Britsche onderdanen geëerbie
digd werden en dat de verdragsbepalingen,
die door het optreden der Japanners in
meer dan een opzicht in het geding waren
gebracht nagekomen werden voor zoover
de regeering hiervoor kon zorgen. Wij zul
len, aldus Halifax, in samenwerking met
andere mogendheden, al het mogelijke doen
om deze politiek voort te zetten.
De besprekingen met Rusland.
Halifax besprak vervolgens de onderhan
delingen met de Sovjet-Unie. Na erop gewe
zen te hebben, dat de volkscommissaris van
huitenlandsche zaken in een openbare ver
klaring over de jongste Britsch-Fransche
voorstellen toegegeven heeft, dat deze in
hoofdzaak tegemoet komen aan hetgeen zijn
regeering voor den geest zweeft, vervolgde
Halifax: Er zijn nog een of twee moeilijk
heden op te lossen, waarvan de voornaam
ste is, de positie van de Oostzee-staten. Ge
durende al deze besprekingen heeft de Brit
sche regeering zich laten leiden door den
wensch, niet alleen rekening te houden met
de omstandigheden van de landen, waar
mede zij onderhandelde, doch ook met de
positie en wenschen van andere landen.
Wij hebben, zoo vervolgde Halifax, er
nooit voor gevoeld en zouden het ook niet
juist vinden, verzekeringen op te dringen
aan landen, die ze niet wenschen, of stap
pen te doen, welke aan den anderen kant
de betrekkingen zouden kunnen schaden
van die landen, welke slechts hun eigen neu
traliteit ongeschonden wenschen te houden.
Tegelijkertijd moet worden erkend, dat de
Sovjet-regeering, uit een oogpunt van haar
eigen veiligheid, niet onverschillig kan blij
ven tegenover de onafhankelijkheid harer
buren, en ik hoop, dat wij de middelen zul
len vinden om deze moeilijkheden en vele
andere, die zich kunnen voordoen bg de
aanpassing van de algemeene beginselen,
waaromtrent, naar ik meen, geen verschil
van meening tusschen de drie regeeringen
bestaat, op te lossen.
Halifax deelde mee, dat den Russischen
ambassadeur te Londen gistermorgen mede-
deeling was gedaan van de zending van een
vertegenwoordiger van het Foreign Office
naar Moskou. Halifax vervolgde met te zeg
gen. dat het optreden der Britsche regecring
in de laatste paar weken een veelbeteeke-
nende nieuwe richting in de Britsche huiten
landsche politiek beteekende.
Toenadering tot Duitschland
gewenscht.
Het Britsche volk heeft voortdurend er
naar gestreefd, en zou nog steeds gaarne
wenschen als het zulks mogelijk zou ach
ten tot een overeenstemming met
Duitschland te geraken, niet slechts be
staande uit een regeling van bijzondere
kwesties, doch tevens in een regeling, welke
de betrekkingen tusschen de beide landen
op een hechte basis van wederzijdsch ver
trouwen plaatst.
Het was niet te vermijden, dat de gebeur
tenissen sedert 1933 de ontwikkeling van de
vriendschappelijke betrekkingen tusschen
Engeland en Duitschland ernstig gestoord
hebben. Halifax herinnerde aan Duitsche
verklaringen, dat de periode van verrassin
gen voorbij was en dat Duitschland geen
territoriale eischen in Europa meer had. Na
de bezetting van Tsjechoslowakjje scheen
het geen onwezenlijke vrees, zich af te vra
gen of men niet stond tegenover een eersten
stap om te trachten, Europa door geweld
te overheerschen, 'n actie, welke den indruk
wekte, dat men stond op den drempel van
toestanden, waarbij elk land zou kunnen
denken, dat zijn onafhankelijkheid bedreigd
zou kunnen worden. Er is geen tragischer
of rampzaliger vergissing dan te denken dat
het Britsche en het Fransche volk, omdat
zij duldzaam zijn en bereid, geschillen door
onderhandelingen en geven en nemen te re
gelen, minder vastberaden zouden zijn dan
andere volken. Ook dient het duidelijk te
zgn, dat het volk van dit land niet minder
bereid en vastbesloten is dan zgn vrienden
aan de overzijde van het Kanaal, iedere bij
drage te leveren, die noodzakelijk is om zgn
eigen leven voort te zetten en zgn positie in
de wereld te verdedigen. Als het inderdaad
waar is, dat in geen land de leiders het duis
tere voornemen koesteren regelingen op te
leggen onder den druk van overweldigende
machtsmiddelen, dan zal geen onzer ver
plichtingen ooit in werking treden.
De weg is open vóór nieuwe kansen,
waarvan allen kunnen profiteeren en de na
ties kunnen snel de atmosfeer van twijfel,
onzekerheid en vrees, waarin zg de laatste
paar maanden hebben moeten leven, te bo
ven komen. Ik put moed uit de rede, welke
Mussolini op 14 Mei te Turijn heeft gehou
den. Hij zeide toen, dat millioenen de vraag
stelden, of wij op weg waren naar oorlog of
naar vrede, en hg verklaarde, dat er geen
vraagstukken waren, die een oorlog recht
vaardigen.
Doch, zoo verklaarde Halifax, als deze
problemen door onderhandeling moeten
worden opgelost, moet er aan beide zijden
goede wil zijn en bereidheid, rekening te
houden met het standpunt van den ander en
te geven, zoowel als te nemen. Er moet van
beide kanten de overtuiging heerschen, dat
het woord van den ander zal worden nage
komen. Is het teveel, te hopen, dat in deze
twintigste eeuw het den volken van Euro
pa en hun leiders mogelgk zal zgn, deze
voorwaarden van vrijheid tot stand te bren
gen en aldus het woord „agressie" uit het
Europeesche woordenboek te schrappen?
Engeland wenscht vreedzame regeling.
Onze eenige wensch, zoo vervolgde Hali
fax, is ons gewicht in de schaal van een
vreedzame regeling te werpen. Doch de tgd
is voorbg, waarin de onafhankelijkheid van
Europeesche naties kan worden vernietigd
door eenzijdig optreden en het is duidelijk,
dat iedere poging, dit toch te doen, op uit-
gebreiden en vastberaden tegenstand zal
stuiten. Doch, mits de onafhankelijkheid der
naties erkend wordt, is de Britsche regee
ring niet alleen bereid, doch ook verlangend,
het geheeel vraagstuk van den economischen
„Lebensraum" onder de oogen te zien, niet
slechts voor Duitschland, doch voor alle
Europeesche naties.
Ten aanzien van de mogelijkheid van een
internationale conferentie, die als oplossing
wordt voorgesteld, veroorloof ik mij, er
twijfel over uit te spreken, of zulk een con
ferentie op zichzelf een middel tot herstel
biedt. Ik kan ook zonder aarzelen zeggen,
dat, zoo er ooit elementen eener werkelijke
regeling zijn, de regeering voorstander eener
conferentie zou wezen.
Niet alle Duitsche eischen komen in aan
merking voor een bespreking aan de confe
rentie taf eL Engeland verlangt slechts con-
curreerende eischen geregeld te zijn op een
basis, welke een duurzamen vrede kan ver
zekeren.
Zelfs indien ingezien wordt, aldus ver
volgde Halifax, dat aan nieuwe daden van
agressie tegen de onafhankelijkheid van
Europeesche staten zoonoodig met wapen
geweld tegenstand zal worden geboden, kan
niemand veronderstellen, dat het bevredi
gend of zelfs maar mogelijk zou zijn, dat
Europa tot rust komt, zoolang de regeerin
gen verdeeld zijn in groote vijandig tegen
over elkaar staande groepen en dat de lan
den in een soort van labiel evenwicht zou
den blijven, terwijl hun volken langzaam
verarmen onder den last der wapening en
de stagnatie in den handel, welke er zeker
het resultaat van zal zijn. De Britsche regee
ring wil beslist het punt bereiken, waarop
internationale geschillen tót voorwerp kun
nen worden gemaakt van kalme, onbe
vooroordeelde onderhandelingen.
Het Duitsche Nieuwsbureau
meldt uit Praag:
In den nacht van 7 op 8 Juni ia
voor het gymnasium te Kladno de
hoofdwachtmeester van de Duit
sche „Ordnungspolizei", Wilhelm
Kniest, verraderlijk vermoord. De
dader is niet gepakt. De rijkspro
tector heeft voor het politiegebied
Kladno de volgende maatregelen
gelast, welke onmiddellijk in
werking treden en tot nader order
van kracht blgven.
1. Verbod van alle vergaderin
gen in de open lucht.
2. Sluiting van alle bioscopen,
theaters en openbare lokaliteiten.
3. Sluiting van alle scholen
wegens ophitsende werkzaamheid
van een groot deel van het onder
wijzerscorps.
4. Van 20 tot vgf uur moeten
alle deuren en vensters gesloten
zijn. Op openstaande ramen wordt
geschoten.
5. Afzetting van den burge
meester en van den gemeenteraad
van Kladno.
6. Aanstelling van een rijks
commissaris.
7. Ontwapening en schorsing
van de betrokken Tsjechische
staatspolitie wegens niet-na-
koming van haar dienstplicht.
Als de daders voor 9 Juni, 20
uur niet gearresteerd zijn, zullen
verdere maatregelen worden ge
troffen.
Staatssecretaris Frank en gene
raal Kamps, opperbevelhebber van
de „Einsatz-troepen" zijn gister
middag naar Kladno gegaan. De
Tsjechische politie werd om zes
uur op het marktplein ontwapend.
In antwoord op een vraagt heeft Cham
berlain schriftelijk aan het Lagerhuis mee
gedeeld, dat de regeering betreurde, dat in
de Duitsche pers en in redevoeringen van
min of meer officieele Duitschers den laat-
sten tijd nog steeds de bewering geuit
wordt, dat het Engeland te doen zou zijn om
politieke en economische vernietiging van
het Derde Rijk.
Ondanks mijn rede in de Albert Hall van
12 Mei, aldus Chamberlain, en de debatten
in het parlement van 19 Mei, waarin Lord
Halifax en ik nadrukkelijk gezegd hebben,
dat de Engelsche politiek noch op isolatie of
omsingeling en het allerminst op vernieti
ging uit is. Ik heb betoogd, dat wij Duitsch
land zijn overwegende positie in Centraal-
Europa niet misgunnen, ik heb gezegd dat
ik nog steeds hoop, dat onze volken nooit
meer oorlog tegen elkaar zullen voeren. Ik
heb zelfs gezegd, dat wij bereid waren over
de oplossinc van hangende vraagstukken te
spreken, ze® als daarmee een of andere
schikking (adjustmen) gemoeid zou zgn en
ik heb slechts één voorwaarde gesteld, n.L
dat deze besprekingen in een atmosfeer van
wederzij dsch vertrouwen moesten plaats
vinden. De Engelsche regeering betreurt ten
zeerste, dat de houding van de Duitsche
pers en de redevoeringen van sommige
Duitsche staatslieden er weinig toe bijdra
gen deze atmosfeer te scheppen.
Ik verwacht dat de B.B.C., die in haar
Duitsche uitzendingen steeds de Engelsche
politiek voor de Duitsche luisteraars uiteen
zet, ook deze verklaring tot hun kennis zal
willen brengen.
Geweldige brand. - Te Uz vent is in
Litauen is in den afgeloopen nacht brand
uitgebroken op drie verschillende plaatsen
tegelgk. In het geheel werden 34 gebouwen
in de asch gelegd.
Fabrielcsongeluk eischt slachtoffers. -
In een fabriek te Harzgerode (Harz) heeft
zich Woensdag een ernstig bedrijfsongeluk
voorgedaan, waarbij 19 arbeiders gewond
werden, waarvan tien ernstig. Van de zwaar
gewonden zijn in den nacht van Woensdag
op Donderdag acht overleden. Het is te
verwachten, dat nog meer gewonden zullen
overlijden.
Zes personen verbrand. - Bij een brand
in een drukkerij te Chateaudren (Fr.) zijn
elf personen door uitstroomende gassên be
dwelmd. Zes hunner zijn overleden. De toe
stand der overige vgf is ernstig.
Zie verder Buitenland pag. 1 3e fr'qri