RAADSELS. Verhaaltjes van kinderen voor kinderen. De gevangen prinses DE STAD DER LINKSEN. Een commissie van doktoren deed een wonderlijke ontdekking in een plaats op het eiland Celebes. Het bleek dat in de haven stad Corentale 9/10 van de 5000 mensen links waren. De mensen, die de koffers van de reizigers dragen bij de haven, tillen alle koffers met hun linker arm op, de kappers scheren met hun linker hand, de mensen schrijven met hun linker hand en zo kan je wel verder gaan. De doktoren hadden het al gauw gemerkt en letten er verder bij elke inwoner op. Als ze naar de weg vroe gen, keken ze goed met welke hand de man de richting zou aanduiden en het was zoals ze dachten: met de linker hand. Deze plaats van linkse mensen is wel heel wonderlijk, want uit onderzoekingen heeft men opgemaakt, dat ongeveer 5 van de mensen links is. In deze stad zijn nu juist de mensen, die rechts zijn, uitzonderingen. Bij kleine kinderen kan het nog veranderd worden, vooral als er op school goed op ge let wordt, maar by volwassenen is het niet meer te veranderen. Het is op zichzelf hele maal niet erg, want de linksen zijn minstens even handig met hun linker hand, als ande ren met hun rechter! DE OOIEVAAR VAN VIDEBACK. Er zijn in ons land nog vrij veel ooievaars, al is het aantal niet bepaald groot, zoals dat van (je reizigers. Iedereen beschouwt de ooievaar als een aardige, mooie vogel en dat is ook in Denemarken het geval. Maar in het plaatsje Videback in het Wes ten van Jutland is een ooievaar, die alle mensen de schrik op het lijf jaagt. Hij had een keer met zijn harde snavel tegen een raam van een vissershuisje gepikt en het raam was daardoor gebroken. Hij had dit waarschijnlijk per ongeluk gedaan, maar hij vond het geluid van de scherven blijk baar zo leuk, dat hij het grapje nog eens wilde herhalen. De eerste keer was het ge beurd, omdat hij het glas niet had gezien en dacht, dat het raam open stond, maar de volgende keren was het geen vergissing meer van meneer Langpoot. Hij vloog naar een paar andere huizen en haalde daar hetzelfde uit en sindsdien gaat hij langs alle huizen en probeert de kracht en de sterkte van zijn snavel op de ramen. Het is dus heus geen wonder, dat de mensen in Videback niet erg met deze ooievaar zyn ingenomen. Geen van allen durven ze strenge maatregelen te nemen en de ooievaar gevangen te nemen of hem te schieten en daarom was het enige, wat ze erop konden vinden, om netten te spannen voor de ramen van de benedenverdiepingen, want boven komt de ooievaar byna nooit. Er is maar één man, die met veel genoegen naar den ooievaar kykt en hem zelfs nog Dit lijkt wel een muurtje van een oud kasteel en dat is het ook. Alleenwe zullen dat kasteel zelf moeten op bouwen. We beginnen met een medeklinker, die wij in het bovenste hokje zetten. In de daaronder staande twee hokjes hebben wij er een letter bijgevoegd en zo krijgen we elk rijtje lager er een letter bij, zij het dan ook, dat de letters niet altijd in dezelfde volgorde staan. Ten slotte komt dan op de onderste ry het woord „kasteel" te staan. De be tekenis van de woorden van boven naar beneden is als volgt: 1. Een medeklinker. 2. Een maat. 3. Iets dat maar een ogenblik duurt. 4. Iets dat by elkaar behoort. 5. Een handvat van een pan. 6. Iets dat vissen en egels hebben. 7. Het woord „kasteel". 2. A en gezonde Ma. Maak uit de gezamenlijke letters van deze woorden een plaatsnaam. 3. In welke bergen kan men goed over nachten? OPLOSSINGEN. De oplossingen van de raadsels uit de vorige kindercourant zyn als volgt: 1. Vastenavond slaapkamers taartenvork schapenstal kamerscherm robbedoezen krakelingen beuzelingen opmerkingen pianospelen feliciteren 2. Olifant, nijlpaard, baviaan, schildpad, kangeioe. 3. Van de vele slapeloze nachten. wat lekkers te eten geeft en die man is de glazenmaker van Videback! De mensen in Bergen verlangen erg naar de komst van de ooievaar. Maar daar schynt de vogel zich dan ook veel behoorlijker te gedragen. DERDE BLAD door DINA DE JONG. Er was eens een koning die een machtig rijk bezat Ook had hij een dochter, Rosalina ge naamd. Rosalina was erg hooghartig. Als zij met haar vader in de gouden koets door het ryk reed, zat zij erg hooghartig te kijken. Eens ging Rosalina naar een waarzegster en die voorspelde haar, dat zij eens in een eenzame toren zou zitten. Een tovenares zou haar in de nacht ontvoeren. Toen werd de prinses erg onrustig, 's Nachts kon zij niet slapen. Haar vader vroeg wat of haar scheelde en Rosalina vertelde hem nu wat de waarzegster voor speld had. Toen werd de koning erg boos en zei, dat het allemaal maar onzin was. Nu kon de prinses weer gerust slapen. Maar op een nacht gebeurde het. Rosalina had het raam van haar kamer open laten staan, omdat het zo warm was. Midden in de nacht kwam er een heks aanvliegen op een bezemsteel. Zij ging op de vensterbank zitten. Toen zij zag, dat de prinses gerust sliep, floot zij heel zacht op een fluitje en daar kwamen een paar kraaien aanvliegen met een soort berry by zich. Daar werd de prinses op gelegd. Voort ging het. Ver vloog Rosalina over rivieren en meren, over dorpen en steden, totdat zij aan een eenzame toren kwamen, gelegen in een dicht bos. Daar werd de prinses in een komertje opgesloten. Toen zij wakker werd, wist zij niet waar zij was en dacht, dat ze nog droomde, maar toen ze uit het venstertje keek, zag ze, dat het werkelijkheid was. Toen werd ze erg bedroefd. Intussen heerste er in 't land van Rosa- lina's vader grote onrust, want de prinses was weg. Toen de bediende haar ging wekken, kreeg hy geen gehoor. Toen werd de koning van het gebeurde op de hoogte gesteld en die dacht dadelijk aan de voor spelling. Hij liet door herauten rondzeggen, dat degene, die de prinses zou zoeken en bevrijden zou, 100.000 gulden zou krijgen. Een paar mensen probeerden het, maar ze vonden geen prinses. Toen liet de koning rondzeggen, dat degene, die de prinses nu bevrijden zou, haar tot vrouw zou krijgen. Nu woonde er dicht bij de toren, waar de prinses in opgesloten zat, een herdersjongen Lewo, genaamd. Toen hij hoorde, dat de prinses weg was, dacht hij dadelijk aan de toren en besloot de prinses te bevrijden. Maar hoe zou hij dat nu aanleggen? Hij besloot voor wijnhandelaar te gaan. Toen hy by de toren was, werd hij dadelijk toegelaten, want de heks was verzot op wijn. Toen liet de z.g. wijnhandelaar haar eens proeven en toen viel zy dood neer. Want Lewo had vergif in de wijn gedaan. Toen ging Lewo naar het kamertje, waar de prinses zat. Wat was die blij! Nu zei Lewo dat hij haar nu tot vrouw zou moeten hebben. Maar dat vond ze niets erg, want ze vond Lewo dadelijk een moe dige, dappere jongen. Toen keerden ze naar het ryk van Rosalina's vader terug. Wat was dat een vreugde. En Rosaline en Lewo leefden nog lang en gelukkig. GOEDE VRIENDEN. Het is prachtig weer en ze zyn de hele dag buiten geweest, maar nu komen er wolken en de lucht gaat betrekken. Het is ook al vrij laat en daarom besluiten ze om maar naar hun huis en hun hok terug te gaan. Daarvoor moeten ze allemaal naar de an dere kant van de beek en dus over het bruggetje. Waar horen ze nu allemaal thuis en hoe komen ze thuis, zonder dat hun wegen elkaar kruisen of raken? Knip de legpuzzle eerst maar uit en leg de verschillende stukken aan elkaar. Je doet het beste met ze op te plakken, je de puzzle hebt gevonden. Daarna nioet J maar voor ieder lijntjes trekken en kijk®®» hoe ze naar huis kunnen gaan, zonder elk*8* te kruisen. De volgende week komt de °P lossing. DE EERSTE NAAIMACHINE. HIJ IS NIET GAUW VERZADIGD. OM ZELF TE MAKEN. Een drinkbad en bad voor de vogels. We hebben al weer heel wat warme dagen achter de rug. Wat een prachtige weken hebben we ge had! Nu kan niemand er meer aan twijfelen, dat de zomer weer in het land is, want ook al regent het weer eens een dag, het wordt toch weer lekker warm en zo gauw de zon doorbreekt voelen we, dat ze erg veel kracht heeft. Iedereen drinkt in de zomer meer dan in de winter en dat spreekt ook vanzelf, want als je het erg warm hebt, is niets zo heerlijk als een glas koud water, een glaasje melk of limonade. We moeten nu wel bedenken, dat niet alleen wij erge dorst hebben in deze zomermaanden, maar ook alle dieren, de honden, de paarden, koeien, poezen, vogels noem maar op! We moeten dan ook zoveel mogelijk zorgen, dat de dieren voldoende te drinken krijgen. Als een hond geen water in zijn bakje vindt, probeert hij om het ergens anders vandaan te halen en dan krijgt hy mis schien erg vies water naar binnen. Met de vogels is het al precies eender. We moeten daarom zorgen, dat de vogels altijd vers en schoon water hebben. En heb je wel eens gezien, dat een paar vogels zich baadden? Als het warm is vinden de diertjes het fijn om in het water te rollen. We zullen nu eens samen een bak maken, die voor drinken en baden tegelijk bestemd is. Je zult eens zien, hoeveel plezier je ervan beleeft, als de bak klaar is, want de vogels komen geregeld terug, als ze het eenmaal weten. Het is niet geschikt om een bad te maken in de grond zelf, want het is erg moeilijk om die geregeld schoon te maken. Het is daarom het beste om een drinkbak en bad te maken, die je op kunt pakken. Je hoeft het water natuurlijk niet elke dag te verversen, maar als het bad erg vies wordt is het toch wel goed om het eens uit te schuren. Op het plaatje zie je nu zo'n bad en drink- „Ik zoek een sterken loopjongen. Ben jy sterk?" „En of! Ik heb daarnet de negen tien andere jongens, die zich ook aanboden| wèggeranseld". LEGFUZZLE. OP WEG NAAR HUIS. Er zyn vyf levende wezens op de wei achter de beek. Het zyn een molenaar, een boer, een padvinder, een koe en een hond. In het midden van de 18de eeuw woon den in het kleine dorpje Kufstein in Oosten rijk, een kleermaker en zijn vrouw. Ze wa ren heel gelukkig met elkaar, maar toen in 1766 een zoon werd geboren, waren ze den koning te rijk. Hun zoon, Josef Madersper- ger, groeide in het kleine plaatsje aan de Inn op en hy leerde het vak van zijn vader. Maar in 1790 verhuisde de familie naar Wee- nen en terwy'1 Josef daar steeds meer en meer moest naaien, piekerde hij er aldoor over, of er niet een manier zou zijn om te naaien met een machine. Hij hield veel van zijn vak, het was werkelijk niet uit luiheid, dat hij wel graag een machine wilde heb ben, maar hij vond, dat een kleermaker, die steek voor steek met de hand moet naaien, lang niet genoeg kan doen. Daar had hij natuurlijk ook gelijk in. Hij was niet langer bij zijn vader in de werkplaats, maar was voor zich zelf begonnen. Het ging hem nog niet bijzonder goed, maar je kunt ook niet plotseling een beroemd kleermaker zijn. Elke dag ergerde hij zich erover, dat hij maar twee handen had en hij bedacht, op welke manier hij er een „ijzeren hand" bij zou kunnen maken. Langzamerhand vorm de tyj zich een bepaalde voorstelling van zijn ijzeren hand en 's avonds, na het werk, ging hij meteen naar zijn werkplaats en probeerde een machine te maken, die hem bij het naaien zou kunnen helpen. Eindelijk lukte het iets in elkaar te zetten, dat volgens zijn mening goed moest zijn. Maar toen hij ermee probeerde te naaien, ging dat hele maal niet. Er zaten nog veel te veel fouten in de machine. Maar Madersperger liet zich daardoor niet uit het veld slaan en hij ging met nieuwe moed aan het werk om een andere machine te maken, die beter was dan de vorige. In 1814 had hij zijn nieuwe machine klaar. Deze machine leek niet erg op onze moder ne naaimachines. Ze zag er als een heel ingewikkeld instrument uit en wie in het Technisch Museum in Weenen komt en deze machine daar ziet staan, zal niet begrijpen, dat Josef Madersperger daar werkelijk mee genaaid heeft. Dat naaien ging ook lang niet zo vlug als op onze moderne machines. Het was bijvoorbeeld niet mogelijk, dat de naald op zijn plaats bleef staan en het goed er onder doorschoof, zoals dat bij onze machines gebeurt. De naald ging met elke steek een eindje naar voren. Ook kon er maar een draad van 45 c.m. lengte in de naald, maar alles bij elkaar was het toch al een grote vooruitgang, want Madersperger kon er 100 steken in de minuut mee naaien! Nu wilde hij ook het recht verkrijgen, dat hij alleen de machine mocht laten bouwen. Maar om zo 'n patent te krijgen, heb je geld nodig en dat had hij niet. Zijn vader was gestorven en hij zorgde nu voor zijn oude moeder. Bovendien had hij de laatste tijd al zijn tijd aan de machine besteed, zodat hy byna geen klanten meer had. Maar hy was erg volhardend en flink, zoals veel uitvin ders zijn en zo lukte het hem toch het pa tent te krijgen. Maar hij had niet voldoende geld om alle onkosten hiervoor af te betalen en toen hij bovendien nog uit Weenen weg ging, verliep zijn patent. Verder is weinig bekend over het leven van dezen uitvinder. Niemand lette ook op hem, want in die tijd waren er zoveel ver anderingen op het gebied van de techniek, dat de mensen al de nieuwigheden niet kon den bijhouden. Tussen 1830 en 1840 werden ongeveer 50 patenten voor een naai machine aangevraagd! Jarenlang leefde de uitvinder in grote armoede. Van alle kanten doken nu uit vinders van naaimachines op, maar nie mand dacht meer aan den armen man, die toch de eerste geweest was, die op het idee was gekomen. Toen hij 83 jaar was, werd hij in een tehuis voor arme mensen opge nomen en daar is hij ook gestorven. En zoals het zo dikwijls gaat met uit vindingen, degene, die de uitvinding heeft gedaan, blijft onbekend, maar de anderen, die zijn ideeën hebben overgenomen, worden beroemd. Vijf jaar ha de dood van Josef Madersperger, slaagde Clemens Müller uit Dresden erin, om een naaimachine te maken, die ook goed in fabrieken ge maakt kon worden en dat was het begin van de grote naaimachine industrie. Vele jaren na zijn dood dachten de mensen pas weer aan den man, die zijn hele leven aan zijn „ijzeren hand" had gewerkt en toen werd een klein gedenkteken op zijn graf geplaatst. Hiermee heeft men wil len uitdrukken, hoe dankbaar we hem allemaal voor zijn eerste naai machine zijn, want wat zouden we tegenwoordig' zonder naaimachines moeten beginnen? bak van beton afgebeeld. Om dat te meng je grof zand en cement met de verhouding van 3 tot I, dat W als je drie scheppen zand neemt, ZeSgen, moet één schep cement nemen, als je zes sch zand neemt, moet je twee scheppen eJ?*0 nemen, enz. ment Dit mengsel moet je nu vochtig maV en het daarna met je handen met een st houten voorwerp in de goede vorm b gen. Het model is heel eenvoudig. We maï"* een vierkante bak met ronde hoeken schuin aflopende wanden. Door een tusc 611 wand wordt de bak in een groot en^01* klein stuk verdeeld. Het grootste gedeeS dient voor bad en moet een schuin afloDen de bodem hebben, zodat de vogels steen" dieper in het water kunnen trippelen, au het helemaal diep is, durven ze er niét kL Het andere gedeelte is de drinkbak e mag daarom vrij diep en smal zijn. Als het model goed is, moet het beton glad ge maakt worden. Je moet het daarom met droog cement bestrooien en daarna met een spateltje of met een breed mes, de wanden glad maken. Nu moet je de bak een week lang weg zetten. Let goed op, dat er geen zon bij komt en giet er elke dag wat water over daardoor wordt het beton keihard. Nu is dé bak klaar. In de zomer kan je het op een geschikt plaatsje in de tuin zetten en in de winter ergens in een schuurtje, waar hij niet kapot kan vriezen. Probeer het maar eens, je zult zien, dat de vogels er graag gebruik van zullen maken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 12