Het drama te Koedijk.
Het drama te Koedijk voor het Hof.
3Ê
GEZONDHEID NIET
t
WAAG UW
ALKMAARSCHE COURANT VAX VRIJDAG 16 JUNI 1939.
In en buiten de rechtszaal zijn er slechts twee opvattingen te
beluisteren. De eene is, dat „levenslang" een nog veel
te lichte straf is voor den man, die zijn heele
gezin wilde vermoorden. De andere is,
dat de ware schuldigen aan deze
sensationeele rechtszaak niet
op de beklaagdenbank
hebben gezeten.
(Eigen indrukken van den
Nog weinige oogenblikken en het scherm
zal gehaald worden voor de tweede en laat
ste acte van dit drama.
tweeden zittingsdag).
diens sterkste argumenten, namelijk, dat het
meisje wist wat er dien avond zou gebeu
ren, dat zij den schok van het bericht, om
En het volk, dat begrijpt, dat het drama- geen argwaan te wekken, niet thuis wilde
tisch gebeuren zjjn hoogtepunt nadert, dat
het nu echt spannend en sensationeel gaat
worden, vecht buiten met de rijksveldwach
ters om een plaatsje op de tribune, zoodat
de sabels getrokken worden en de opdrin
gende menigte met geweld in bedwang moet
worden gehouden.
Ook de zaal loopt vol. De banken der ge
tuigen zyn dicht bezet, de advocatenbanken
kunnen de belangstellende juristen niet
meer bevatten, zoodat zij in dichte rijen
daarachter staan en op de gereserveerde
plaatsen zitten jongelui van de politie
school en de piepjonge studentjes, die de
zitting komen meemaken omdat zij er wat
van kunnen leeren.
Als zij toch eens een zitting van het Hof
moeten bijwonen, dan is dit een uitge
zochte gelegenheid, een pracht van een
zaak, die waarschijnlijk door een eisch van
levenslange gevangenisstraf zal bekroond
worden.
Dat is niet alle dagen aan de orde, er zal
heel wat interessants zijn te hoor en voor de
dames en heeren juristen en vooral voor de
studentjes, die zich als aanstaande doktoren
moeten voelen, die voor het eerst naar een
groote operatie mogen kijken.
Dan kondigt de bode de komst van het
Hof aan en verschijnt mr. Jolles aan het
hoofd van de gebefte schare. De verdachte,
die naar de bank der beschuldigden is ge
stapt, wordt terug gewezen. Hij is nog niet
aan de beurt want er worden eerst een
serie uitspraken in hooger beroep voorge
lezen, waarbij alle belanghebbenden op één
na afwezig blijken.
De Rijksadvocaat heeft de plaats van den
procureur-generaal ingenomen, maar het af
lezen der vonnissen is binnen weinige mi
nuten afgeloopen en dan komt de verdachte
Bakker naar voren, trekt rustig zijn grijze
regenjas uit en gaat in de voorste bank zit
ten. De Rijksadvocaat maakt plaats voor
mr. Reilingh en dan is alles gereed om het
scherm voor de laatste acte van het Koe
dijker drama te heden.
Men vindt vragen en antwoorden van pre
sident, getuigen en verdachte uitvoerig in
onze telex-verslagen en wij kunnen ons in
deze beschouwing ook nu weer tot het ge
ven van onzen eigen indruk bepalen.
Die indruk is allereerst, dat de spanning
stijgt omdat men algemeen gevoelt, dat de
behandeling op dezen zittingsdag beslis
send voor de uitspraak zal worden. Er zijn
nieuwe getuigen verschenen, de vader, de
moeder en de oom van het meisje, dat in
deze zaak als kroongetuige optreedt, een
voudige plattelanders, die komen vertellen,
dat Marie met alle geweld met den getuige
Kolkman wil trouwen en dat zij nu moeite
doen diens eerste vro-, op te spore om
dat hij daarvan zal moeten scheiden. Zij
blijken allesbehalve ingenomen met dit
vt jenom'" hu ">r
blijkbaar tegen hun dochter niet op en de
groote tegenstrijdigheid welke het Hof
daarbij constateert is, dat ditzelfde meisje
in de zitting van Dinsdag allerminst den in
druk gewekt heeft, dat zij met den getuige
Kolkman zou willen trouwen.
Hier toont haar optreden een tweeslach
tigheid, waarvan de verdediger dankbaar
nota neemt en als even later de sinistere
figuur van Kolkman voor het hekje ver
schijnt en mededeelt, dat het meisje alvo
rens hij haar zal kunnen trouwen een fat
soenlijke levensopvatting zal moeten krij
gen, glijdt er onwillekeurig een lachje over
de gezichten van de witgebefte heeren en
heeft de geheele zaal min of meer den in
druk, dat de vos hier de passie staat te pree-
ken.
En dadelijk daarop krijgt de verdediging
opnieuw een voorsprong als de °°m u'*
Wester-Blokker het heelemaal niet bijzon
der vindt, dat Marie op Oudejaarsavond
naar zijn gezin is gekomen en dat hijzelf en
nief zij op 2 Januari op de gedachte kwam
om de radio eens aan te zetten en naar de
nieuwsberichten te luisteren. Hij ontneemt
daarmee den procureur-generaal een van
opvangen en naar Wester-Blokker was ge
gaan om daar den afloop van het drama te
kunnen beluisteren.
De morgen verloopt verder met het ver-
hooren van de getuigen-deskundigen op het
gebied van auto's en slipsporen, die het ver
haal van de redding van den verdachte on
geloofwaardig achten, maar geen van bei
den met zekerheid durven verklaren, dat de
auto inderdaad niet geslipt is.
In de middagzitting zal er om het leven
van den verdachte worden gestreden. Er
zal een sterke man zijn, die hem naar de ge
vangenis wil trekken om hem er nooit meer
uit te laten en een ander, die aan de andere
zijde zal trekken om hem in volle vrijheid
aan zijn gezin te hergeven.
En onwillekeurig vraagt men zich af hoe
de jonge man in de verdachtenbank zich
nu wel moet voelen. Hier staat hij op den
rand van een nog ongedolven graf, dat zich
onverwacht voor hem kan openen. Buiten
schijnt de zon en het licht valt in breede
bundels door de bovenramen. De zon, de
vrijheid zooals hij die kent als werker op
het land, als chauffeur van een vrachtauto,
het heele leven van vrij bewegen, de arbeid
in de buitenlucht waarvan zijn zongebruin
de kop getuigt, dat alles staat nu voor
hem op het spel.
Zal hij zijn vrijheid behouden of zal er
een getraliede deur opengaan en hy voor
goed van de buitenwereld worden afge
sloten?
Het gaat om zijn leven en het meest op
merkelijke in dit heele proces is daarbij de
houding van dezen verdachte. Hij zit daar
vóór het Hof weer is binnengetreden in zijn
bank alsof de geheele zaak hem eigenlijk
volkomen koud laat. Hij maakt een praatje
met den deurwaarder en glimlacht zoo nu
en dan als deze hem wat vertelt. Hij heeft
zijn volle belangstelling voor dit gesprek
en onwillekeurig vraagt men zich af of deze
man eigenlijk niet een groot geworden kind
is gebleven.
Er zullen er in deze zaal weinigen ge
weest zyn, die van een zoo zware misdaad
verdacht en met de mogelijkheid van een
zoo zware straf in het vooruitzicht, zoo vol
komen onbewogen en bijna onverschillig
den uitslag van den strijd om hun leven
verbeid hebben.
Het woord is aan den procureur-generaal
en zyn rede is uit oratorisch oogpunt een
mislukking. Hij is niet de man, die in een
fel requisitoir de onmenschelijkheid van
dezen verdachte teekent, die in striemende
bewoordingen diens karaktereigenschappen
demonstreert, die in een onweerlegbaar be
toog steen voor steen den muur bouwt waar
door deze verdachte van de buitenwereld
zal worden afgesloten.
Mr. Reilingh zoekt voorzichtig zijn woor
den en spreekt ze uit zonder eenig blijk van
een sterke persoonlijke overtuiging. Hy
spreekt moeilijk en zacht en, wanneer hy
zich naar de zijde van het Hof keert, is hij
voor allen in de zaal volkomen onverstaan
baar. De journalisten komen dichterbij, zy
kunnen hem niet volgen, zij kunnen hem
byna niet verstaan, zij vangen zoo nu en dan
slechts een brokstuk van zijn zinnen op,
waaruit zij dan naar eigen inzicht den loop
van zijn betoog moeten weergeven.
Hij zoekt zijn kracht niet in de getuigen
verklaringen van de menschen, die bij het
ongeluk tegenwoordig zijn geweest en even
min bij die der auto-technische deskundi
gen.
Hij zoekt zijn kracht in de verklaringen
der kroongetuigen en ziet in het meisje
Dekker afgescheiden van haar moreele
opvattingen een betrouwbaar gebleken
getuige. Hij aanvaardt zonder voorbehoud
alles wat zij gezegd heeft en zoekt een aan
nemelijke verklaring voor het nog altijd
niet opgeloste mysterie van het in het zie
kenhuis geteekende steunformulier.
Hij laat de persoon van Kolkman zooveel
mogelijk op den achtergrond en brengt den
meer betrouwbaren pater naar voren aan
wien de verdachte immers bekend heeft,
dat hij wel eens het voornemen heeft gehad
zich van zijn gezin te ontdoen om met Marie
te kunnen trouwen.
Het staat by hem vast, dat dit voornemen
tot een daad gegroeid is en als hy nagaat
hoe deze daad moest zijn om het beste resul
taat en voor den verdachte de grootst moge
lijke zekerheid van eigen vrijheid te geven,
dan vindt hy een auto-ongeluk de meest
voor de hand liggende oplossing. Hij wijst
er op, dat de verdachte opzettelijk den ge
vaarlijksten weg heeft gezocht en noemt het
feit, dat deze man nog een uur te voren met
zijn kinderen speelde een logisch gevolg
van diens karakter, omdat hy volgens de
psychologische verklaringen een dubbel
leven kon leiden en omdat zijn opmerkelijke
kalmte tijdens deze zitting op een ondoor
grondelijke natuur wijst.
En dan komt hij, zonder eenige stemver
heffing zoodat men zich in de zaal overal
afvraagt of hij nu al dan niet reeds zijn eisch
gesteld heeft tot de conclusie, dat hier
een der zwaarste misdaden moet gestraft
worden welke het Hof ooit te berechten
heeft gekregen en hij eischt vernietiging
van het vonnis der Alkmaarsche rechtbank
en veroordeeling van dezen verdachte tot
levenslange gevangenisstraf.
Ook dat hoort de verdachte die op dit
oogenblik den indruk van een psychologisch
raadsel maakt onbewogen aan.
Begrijpt deze jonge en in zijn uiterlijk niet
onsympathieke arbeider nog altijd niet, dat
het nu om zijn leven gaat?
Ik kan zegt mr. de Groot in zijn plei
dooi die houding wel verklaren en in
tegenstelling met den procureur-generaal
ziet hij er het bewijs in, dat deze verdachte
zoo onschuldig is, dat zelfs de gedachte, dat
hy veroordeeld zou kunnen worden, volko
men langs hem heengaat. En met luider
stem, verstaanbaar voor de geheele zaal,
rafelt de verdediger daarna het requisitoir
uiteen en van het muurtje, dat de procureur-
generaal heeft opgetrokken neemt hy steen
voor steen weg, totdat er niets is overgeble
ven.
Dit is zegt hij een man die impul
sief kan handelen maar niet zal uitvoeren
wat hij reeds een half jaar geleden als
iets volkomen onuitvoerbaars beschouwde.
Dit is een man, die onder den demonische.!
invloed van de vrouw kwam als zij, wan
neer hij de fabriek verliet, plotseling op zijn
weg verscheen, maar die haar in werkelijk
heid zoo weinig lief had, dat hij haar, thuis
gekomen, weer volkomen was vergeten.
Niet van hem, maar van haar zijn hun sa
menkomsten uitgegaan en niemand meer
dan hij betreurt de verschrikkelijke gevol
gen van het ongeluk, dat hem in deze posi
tie gebracht heeft.
De verdediger hecht geen waarde aan de
vroegere uitlatingen en hij wijst er op hoe
de priester, die allerminst een blijk van
sterk geheugen heeft gegeven, zoowel Marie
en Kolkman als de verdachte heeft gespro
ken en hoe er daarom in diens herinnering
een vermenging van de gesprekken kan
hebben plaats gevonden, waardoor den
verdachte wordt ten laste gelegd wat deze
nimmer heeft gesproken.
Hij wijst er op, dat de door verdachte ge
kozen weg inderdaad de minst gevaarlijke
is geweest en hij herinnert er aan, hoe deze
zijn vrouw volkomen vrijheid heeft gelaten
om op den noodlottigen avond by zyn
ouders te blijven.
Hij wijst op de herhaaldelijk geble
ken onbetrouwbaarheid van het meisje, hy
wijst er op, dat Kolkman reeds de derde
getrouwde man is, die in haar netten wordt
gevangen en hy schuift de figuur van dezen
als een soort duivel in menschengedaante
op den voorgrond.
Heeft deze inderdaad dit alles in scène ge
zet om den verdachte, dien hij als medemin
naar vreesde, door een levenslange gevan
genisstraf uit den weg te ruimen? Bestaat
de absolute zekerheid, dat al dit voor den
verdachte bezwarende niet uitgebroed en in
scène gezet is nadat het ongeval had
plaats gevonden?
Hier, zegt de verdediger, zit veel meer
achter dan het Hof kan bevroeden en dan
men ooit zal kunnen bewijzen.
Waarom is het bezwarend, dat het meisje
op Oudejaarsavond naar Wester-Blokker
ging als zij dat ook nog den volgenden dag
had kunnen doen? En waarom zou deze ver
dachte, als hij inderdaad zyn vrouw uit den
weg had willen ruimen niet tegen een
boom zijn gereden of voor een verdrinkings
plan niet een der vele plaatsen langs het
kanaal hebben uitgezocht waar geen huizen
staan en waar zijn opzet dus veel grooter
kans van slagen zou hebben?
De Alkmaarsche rechtbank heeft by haar
uitspraak het odium op dezen man geladen,
dat hy inderdaad vroeger het plan had zyn
familie uit den weg te ruimen en ook dit zou
pleiter uit de overwegingen by het vonnis
willen schrappen. Hier staat een man, wiens
vrouw ten volle in zijn onschuld gelooft,
een man, die zielsveel van zijn kinderen
hield, die tot het laatste oogenblik als een
liefhebbend vader met hen gespeeld heeft
en met volle overtuiging van zyn onschuld
vraagt de verdediger daarom een vonnis
waarin het Hof hem, zonder meer, van het
ten laste gelegde zal vrijspreken.
De procureur-generaal, die den verdedi
ger hier en daar slechts met enkele opmer
kingen onderbroken heeft, beperkt zich in
zyn repliek vrijwel tot een huldebetuiging
aan de mannen, die het reddingswerk ver
richt hebben, waarbij de verdediger zich
gaarne wil aansluiten.
Dan doet deze het verzoek den man diens
rijbewijs terug te geven omdat hy dat voor
zijn werk niet langer kan missen en het Hof
gaat in raadkamer om over dat verzoek te
beslissen.
En alle aanwezigen wachten in spanning
op den uitslag omdat men onwillekeurig tot
de conclusie komt, dat het absurd zou zijn
een rijbewijs te verstrekken aan een man,
die over veertien dagen wellicht voor zijn
geheele verdere leven naar de gevangenis
zal gaan.
Het Hof geeft het rijbewijs, maar de pre
sident wil zich aan geen enkele uitspraak
binden en verschaft het onder uitdrukkelijk
beding, dat men hieruit geen conclusies zal
mogen trekken.
Is dit, ondanks alles, een symptoom, dat
het Hof dezen man welgezind is?
Of is dat symptoom meer te zoeken in
(Vervolg van het verslag uit ons
vorig nummer.)
Requisitoir.
Direct na heropening der zitting, gister
middag om 2 uur, gaf de president het
woord aan den procureur-generaal mr. ar.
D. Reilingh voor het uitspreken van zijn
requisitoir. Spr. ontveinsde zich niet, dat het
Hof voor een moeilijke beslissing staat in
deze hoogst ernstige zaak, temeer, daar de
rechtbank een vrijsprekend vonnis wees.
De rechtbank zeide in haar vonnis, dat ver
dachte wel het plan heeft gehad om
zijn vrouw te dooden. Bij bevestiging zou
verdachte met een dergelijk „vreeselijk
vrijsprekend" vonnis door het leven moeten
gaan. Deze overweging in het vonnis zou
een schandvlek voor zijn leven zijn. Moei
lijk te beoordeelen blijven de psyche van
verdachte en het meisje Maria D.
De voornaamste getuige is Maria D. en
daaromheen groepeeren zich met den jour
nalist K. aan het hoofd de andere getuigen.
Tenslotte hebben nog enkele medici, o.w.
een psychiater, hun indrukken weergegeven.
De officier van justitie te Alkmaar heeft
gezegd, dat Maria nooit op een onwaarheid
is betrapt in deze zaak.
Uitvoerig besprak de procureur-generaal
de kwestie van de betrouwbaarheid van de
hoofdgetuige Maria D. Zoo is er b.v. de
vraag van het zetten van de handteekening
onder de volmacht door verd. in het zieken
huis. Maria zeide: De zuster bracht mij pen
en inkt en ik liet verd. teekenen. De pleeg
zuster ontkende dit. Dit verschil in verkla
ring kan heel goed een vergiss.ng van de
zijde van de zuster zijn en behoeft niet te
zijn gelegen in het onwaarheid spreken van
verd.
Dan besprak mr. Reilingh de gesprekken
tusschen verdachte en Maria zijn gevoerd.
Zy heeft hem geruimen tijd vóór het drama
gezegd: „Zoo kan het niet doorgaan". Ver
dachte heeft als antwoord daarop gespro
ken over verdrinken, al voegde hij er toen
ook direct bij, dat hij dit voor zijn geloif
en geweten niet kon doen.
Toch werd de verhouding voortgezet; in
middels leerde verdachte een auto besturen.
Verdachte zou volgens het meisje nog
verder gegaan zijn in zyn gruwelijke voor
spellingen. Hij zou haar gezegd hebben, dat
hy op 2 Januari een auto zou huren en dat
hy op den terugweg in het water zou rij
den. Een paar dagen daarvoor vertrekt Ma
ria naar familie te Blokker, zij is voor dat
familiebezoek niet uitgenoodigd. Zij bleef
daar oudejaarsavond vieren en laat haar
ouders in Bergen alleen. Op 2 Januari te 11
uur hoorde zij het afschuwelijke bericht
door de radio. Zij ging natuurlijk naar fami
lie, meende het O.M., omdat zij vreesde
zich thuis niet te kunnen beheerschen. De
verklaring, die het meisje tegenover getuige
K. heeft afgelegd, kwam in alle stadia over
een met de door haar afgelegde verklarin
gen. Het kwam spr. dan ook voor, dat de
verklaringen van Maria betrouwbaar zijn,
temeer, daar zij in hoofdzaak overeenkomen
met de verklaringen van den pater, die een
lang gesprek met verd. heeft gehad.
Met honderd procent zekerheid kan dan
ook worden aangenomen, dat verd. het voor
nemen heeft gehad om zijn vrouw te doo
den.
Het meisje D. heeft zich nooit met kracht
tegen de plannen van verd. verzet. Integen
deel heeft zij de verhouding voortgezet.
Thans bleek uit niets, dat zij verd. onnoodig
wil bezwaren, iets dat zij zeer gemakkelijk
zou kunnen doen. Zij heeft geen enkele
reden om onware beschuldigingen te uiten,
zij was immers geenszins zijn vijandin. In
de verklaring van Maria D. is geen enkele
zwakke plek te vinden.
Het is natuurlijk de vraag of dit vol
doende is voor een veroordeeling en spr.
meende deze vraag bevestigend te moeten
beantwoorden. Bij dit alles kwam nog, dat
de manier om zijn gezin kwijt te raken voor
hem de eenige was. Vergif, een schiet- of
steekwapen waren uitgesloten. Hier kon
en dat is ook gebleken men denken
aan een ongeluk. Maar er zijn meer bewij
zen, die n.L te putten uit de omstandig
heden, waaronder het ongeluk is gebeurd.
Uitvoerig besprak mr. Reilingh de getuigen
verklaringen op dit gebied. Verdachte be
weerde, dat hij uitweek voor een hondje en
toen slipte. Dit heele verhaal kwam spr. al
zeer onaannemelijk voor. Niemand zal in
zulke gevaarlijke omstandigheden voor eerf
klein hondje uitwijken, temeer daar ter
plaatse de berm betrekkelijk smal is. Verc.
is niet bijzonder nauwkeurig bij de be
schrijving van zijn eigen redding. Sprong hij
er uit, toen de auto al in het water was, of
eerder? Hij laat dat bij zijn verhaal zooveel
mogelijk in het midden. Verd. was bijna
niet nat en dat zou zeer zeker wel het geval
zyn geweest als hij er uitgesprongen was
toen de auto al in het water lag.
Alles wees er nu op, dat verdachte op
zettelijk te water is gereden.
Terugkomende op de relatie tusschen Ma
ria D. en W. meende spreker, dat M. niet
onder invloed van K. heeft gesproken. Nog
besprak het O.M. de vraag, waarom ver
dachte juist den gevaarlijken weg langs het
breede en diepe kanaal heeft gekozen voor
den terugweg. Er was een veel veiliger
weg, die slechts 5 k.m. langer is.
Verdachte heeft het geheele requisitoir
zijn schoonouders bezocht, nog met zijn
kinderen, en dr. Hoeneveld noemde het
psychisch onaanvaardbaar, dat verdachte
enkele uren lateren die drie kinderen doodt.
Dit kwam spr. inderdaad zeer vreemd voor,
maar meh dient niet te vergeten en dat
vermeldt het rapport van dr. Hoeneveld ook
dat verdachte vlug vergeet en zeer opper
vlakkig is.
Ik kan het dan ook niet anders zien
zeide mr. Reilingh dat verdachte op dien
noodlottigen avond opzettelijk te water is
gereden om zich in een slag van zijn ge
heele gezin te ontdoen.
Onder doodsche stilte in de zaal requi-
reerde spreker vernietiging van het vrij
sprekend vonnis en verdachte's veroordee
ling wegens poging tot moord en moord,
tot levenslange gevangenis
straf.
„Ik ben my", zegt de procureur-generaal,
onder den invloed van zijn zwaren eisch,
„volkomen van mijn verantwoordelijkheid
bewust, maar ik meende, dat voor dit vree
selijk misdrijf slechts levenslang kan wor
den gevorderd.
Verdachte heeft het geheele requsitoir
staande aangehoord. Ook by het uitspre
ken van den eisch bewaart hij volkomen
zyn kalmte.
Het Hof ging, alvorens den verdediger
het woord te geven, in raadskamer. De ver
dachte sprak een oogenblik met zijn ver
dediger en gaat dan rustig zitten. Het O.M.
heeft niet de onmiddellijke gevangeneming
gevorderd.
Het pleidooi.
Dan is het woord aan den verdediger mr.
C. H. de Groot uit Alkmaar, die onder dood
sche stilte en onder groote spanning zyn
pleidooi aanvangt.
Voor mij is het schoone taak om te trach
ten het bezwarende, dat het O.M. thans naar
voren meende te moeten brengen, weg te
vagen. Want het eenige wat het Hof in deze
zaak kan doen is het bevestigen van het
vrijsprekende vonnis, zonder de clausule
over het voornemen van verdachte om zijn
vrouw te dooden.
Stuk voor stuk behandelde de verdediger
dan de bewijsmiddelen, door den procu
reur-generaal naar voren gebracht.
Ik zie in deze getuige Maria D. een vrouw,
roept pL uit, die getracht heeft ongeluk te
brengen over verdachte, zij heeft samenge
spannen met den journalist K., met wien
zij steeds overleg heeft gepleegd en zy ken
de het rapport, dat K. heeft gestuurd naar
den officier.
Op geraffineerde wijze heeft het meisje
Marie D. den verdachte, een eenvoudige,
getrouwde man, verleid. Wanneer men de
middelen kent, die zij gebruikte, rijzen ons
de haren te berge. Duidelijk is het, dat Marie
onwaarheid heeft gesproken; het is een on
mogelijkheid om aan te nemen, dat Maria
niets gedaan zou hebben om de kinderen al
thans te redden, dat zy kalm een moord
partij op grooten schaal door zou laten
gaan, temeer daar het kinderen betreft,
waarvan zij veel hield.
Dan bespreekt pleiter de gebeurtenissen
in het ziekenhuis, waar het meisje D. ver
dachte zoogenaamd een stuk zou hebben
laten teekenen.
Ook dat is gehoord de verklaringen
van de pleegzuster volkomen gefanta
seerd. Mag men dan aan deze getuige zoo
veel waarde hechten als de procureur-gene
raal heeft gedaan. Mag men daarop een ver
oordeeling vestigen? „Neen en nogmaals
neen" roept pleiter met klem uit.
Dan citeerde de procureur-generaal de ge
tuigenverklaring van den pater. Maar deze
verklaring kan geheel op een vergissing, op
een misverstaan of op verwarring van ge
sprekken berusten.
Nog bespreekt mr. de Groot de psyche
van verdachte aan de hand van het rapport
omstandigheid, dat de procureur-generaal
geer. gevangenhouding verzocht h.eft en de
verdachte, wetende wat hem kan wachten,
in volle vrijheid zal kunnen vertrekken.
„Heeft u nog iets te zeggen?" vraagt
Jolles voor de laatste maal aan de hoofd
figuur uit dit mysterieuze drama.
„Drie kinderen heb ik verloren", zegt
verdachte slechts, „en als ik ooit gezondigd
heb, ben ik er zeer zwaar voor gestraft ge
worden".
Dan sluit de president na de mededeeling,
dat het Hof over veertien dagen uitspraak
zal doen, met een hamerslag deze laatste
zitting en terwijl men daar binnen de zaal
verlaat, groeit vóór het gerechtsgebouw de
menigte, die de publieke tribune slechts ge
deeltelijk heeft kunnen vullen en in het
wachten op den verdachte worden er op de
Prinsengracht heftige disputen gevoerd
waarin men eenerzyds den moordenaar de
zwaarste straffen toewenscht en anderzijds
nadrukkelijk diens onschuld blijft betoo-
gen.
Er is niemand in deze opgewonden me
nigte, die met zekerheid van bewijzen een
oordeel kan vellen.
En het Hof wacht de moeilijke en hoogste
verantwoordelijke taak om na te gaan of uit
den chaos *van elkaar tegensprekende ver
klaringen van getuigen wier mogelijke be
doelingen allesbehalve hun waarheidsliefde
garandeeren, een zoo sterk bewijs van
schuld geconstrueerd kan worden, dat men
een vonnis van levenslange gevangenisstraf
zal kunnen uitspreken.
Langs de terrassen der Amsterdamsche
café's loopen een half uur later de kranten-
venters, die voor tien cent het drama te
Koedijk presenteeren.
En overal worden de gesprekken onder
broken en slaat men de avondbladen open,
die in extra zware letters vertellen, dat de
procureur-generaal levenslange gevangenis
straf geëischt heeft.
A E NIEREN "iet behoorlijk werken, kun.
nen verschijnsel en optreden ais rugpijn
C" oUn,ljke «ewrlchten. verstoord^
nachtrust en verlies van kracht. En wel
doordat het bloed dan niet gezuiverd wok*
var de erin voorkomende onzuiverheden door
dez. b,0edf,,treerende
ntet "«""en! voorkomen hi beter den
«rp,,,6"? "W'» Foeter-, RugpU»
leren Pillen, einde laren bekend ale he*
b uretlech middel bil uitnemendheid. Zore
dat uw bloed ateede zuiver, krachtig en levJL
gevend blijft «racniig en leven-
I-
ft
se
ld
4e
4c
m-
•F-
g*-
ing
P»r
feie
ge
laste
Mrst
d.)