DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE RAADSVERKIEZINGEN.
No. 145 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Donderdag 22 Juni 1939
141e Jaargang
Dp Katholieken en de Vrijz.-Democraten hebben elk
twee zetels veroverd, en de heer Bonsema heeft
er een voor de Onafhankelijken
in beslag genomen.
De Liberalen, de Christ.-hist., de R. S. A. P. en vooral
de S. D, A. P. hebben het gelag moeten betalen.
De raad is óm.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
iranco door bet geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: 1'j. N. ADEMA.
Men kent de oude gravure, waarop men
een slagveld ziet, bezaaid met lijken van
paarden en menschen in een chaos van
achtergelaten kanonnen en kapot geschoten
vrachtwagens.
„Na den slag", staat er onder.
Nu is ook in Alkmaar de groote strijd
gestreden en al zijn er in den waren zin des
woords dan ook geen dooden gevallen,' toch
ziet men overal nog de stille getuigen van
den onbloedigen politieken veldslag, borden
vol aanplakbiljetten in schreeuwende kleu
ren en vuilnisbakken vol verscheurde ver
kiezingspamfletten. Alle politieke groepen
heben elkaar in woord en geschrift op de
felste wijze bestreden, zij hebben in verkie
zingscourantjes, op voddige biljetjes en
zelfs op huis aan huis verspreide vloeiblaad-
jes eigen daden en eigen beginselen als de
beste ter wereld gepïezen en die van de an
dere partijen te kijk gesteld als de meest
verderfelijke waardoor men stad en bevol
king binnen den kortst ïnogelijkgn tijd -naar
den afgrond zou voSren. 1
9
Zij hebben eikaars candidaten op een
rijtje te kijk gezet en-den vplke gptoond wat
een belachelijke stumperds toch eigenlijk
alle raadsleden behalve die van de eigen
partij zijn.
De heeren, die vier.jaar lang qi den Raad
zoo gezellig bijeenkomen, die bij princi-
pieele vraagstukken wel van meening ver
schillen, maar toch altijd van onderlinge
waardeering voor elkanders beginselen ge
tuigen, de heeren die na iangdurige verga
deringen broederlijk vereend een borrel
gaan drinken, hebben in de laatste weken
plotseling ontdekt, dat zij toch eigenlijk vo
gels van geheel verschillende politieke plui
mage zijn. Zij hebben zich verdiept in de
lectuur van lang vergeten raadsverslagen
en zij hebben er alles uit verzameld wat den
volke kan overtuigen hoeveel Alkmaar in
de afgeloopen vier jaar eigenlijk aan hun
tact, aan hun beleid en aan hun inzicht heeft
te danken en hoe hopeloos verkeerd het
alles zou zijn gegaan als zij niet in den Raad
hadden gezeten.
Zij hebben elkaar__ plotseling met geheel
andere oogen bekeken en zijn tot de con
clusie gekomen, dat het tijd werd om de
burgerij eens een ernstige waarschuwing te
geven. Zij hebben met ware politieke vreug
de rond geploeterd in een Bonsema-bad, dat
zoo hoopeloos fout is gegaan, zij hebben
raadsleden ontdekt, die maar lukraak stem
men omdat de neuzen toch al geteld waren,
zij hebben elkaar verweten, dat men de stad
aan de Provincie wilde verkoopen, zij hebben
op bezuinigers gewezen, die in werkelijkheid
groote fantasten zouden zijn en zij hebben
met politieke wellust over de onderlinge
verdeeldheid in verschillende partijen ge
sproken.
Er zijn weer schemerlampjes, kinderfiets
jes en ping-pong-spelletjes op het tooneel
gesleept en men heeft zich zelfs niet ontzien
om in het openbaar de namen na te pluizen
van stadgenooten, d»e den treurigen moed
hadden gehad om diverse candidatenlijsten
te teekenen.
Dat alles zijn de_onmiskenbare teekenen
van een verkiezingsstrijd en het teekent
even onmiskenbaar het karakter der partij
politiek.
En wie dat in deze verkiezingsdagen eens
goed tot zich laat doordringen, begrijpt wel
waarom er in steeds meer gemeenten be
langstelling komt voor groepen van candi
daten, die niet rood, niet zwart en niet blauw
zijn, maar die de stedelijke vraagstukken,
van welken kant zij ook komen, alleen en
uitsluitend met het oog op het stadsbelang
willen bekijken.
De katholieken hebben dezen verkiezings
strijd rustig kunnen afwachten omdat zij
van eigen kracht volkomen overtuigd wa
ren.
Er was ditmaal geen katholiek democra
tische partij meer, die een politiek kluifje
al was het dan ofik maar een heel mager
kluifje in de wacht zou kunnen slee
pen. En er was zelfs geen n.s.b.-lijst. die het
gevaar met zich bracht, dat hier en daar een
katholiek den euvelen moed zou hebben
naar den gezamenlijken vijand over te loo-
pen.
De katholieken, dat zijn de mannen van
de groote gezinnen en hoe talrijker die ge
zinnen zijn, des te grooter zal in de toe
komst ook de politieke winst kunnen
worden.
Zij hebben in de afgeloopen vier jaar geen
beeld van verdeeldheid gegeven en als zij
het onderling niet altijd eens zijn geweest,
dan hebben zij met een kleine uitzonde
ring daarvan in den Raad weinig of niets
laten blijken. Die eendracht naar buiten
demonstreert een zekere kracht en het js
niet verwonderlijk, dat zij ditmaal op ver
meerdering van een of meer zetels hadden
gerekend.
Zij hebben er thans twee meer gekregen,
wat in deze partij natuurlijk groote voldoe
ning gewekt heeft. Heelemaal verdiend
hebben zij deze zetels eigenlijk niet. Het
percentage, dat zij, vergeleken bij de vorige
raadsverkiezing, vooruit gingen geeft eigen
lijk niet eens recht op de winst van één
zetel en zeker niet, als men daarbij ook
rekening houdt met het feit, dat er in 1935
nog een lijst van de kath. dem. partij was.
-Zij danken hun zetelwinst dan ook hoofd
zakelijk aan het feit, dat zij de grootste
partij zijn, wat bij de zetelverdeeling
waarbij met gemiddelden wordt gerekend
altijd een voorsprong geeft en bovendien
aan de omstandigheid, dat de s.d.a.p. door
groote onderlinge verdeeldheid uiteen was
gevallen.
Had deze partij haar volgelingen bij
elkaar kunnen houden, dan zou de raads-
zetel welke het laatst moest worden toege
wezen voor de s.d.a.p. en niet voor de r.k.
geweest zijn.
j
De sociaal-democraten zijn onderling aan
het krakeelen gegaan. Zij hebben elkaar
van corruptie en van allerlei andere minder
fraaie dingen beschuldigd, zij hebben zelfs
de groote broers uit het hoofdbestuur als
vrederechtere naar de afdeeling ontboden
en de grootmachtigen der partij hebben
wellicht op partijdige en in allen gevalle
onverstandige adviezen hier en daar een
raadslid geroyeerd en van zijn zetel verval
len verklaard. Het gevolg daarvan is ge
weest, dat figuren, die volgens de onge
schreven politieke wetten hun zetel hadden
moeten afstaan „ijskoud", zooals men dat in
Alkmaar zegt, zijn blijven zitten.
Dit alles is oorzaak geweest, dat party ge-
nooten, die in 1935 eendrachtig onder het
roode vaandel ten strijde trokken, elkaar
thans op de felste wijze bekampten en waar
er bij de vorige raadsverkiezing slechts één
groote partij was, daar waren er nu drie,
die tesamen verbrokkelden, wat eendrach
tig een vooruitgaande groep had kunnen
zijn. -
Zij heeft thans twee van haar zes zetels
verloren.
Wanneer de aanhangers van de Troelstra-
beweging en de getrouwen van den heer
Bonsema de roode gelederen niet hadden
verlaten, dan zou de s.d.a.p. misschien haar
zetelaantal hebben behouden. Een stemmen
winst van eenige beteekenis zou zij ook dan
niet gehad hebben en er is bij deze partij
een voo. haar bedenkelijken achteruitgang
te constateeren, waarbij niet alleen factoren
van persoonlijken aard maar ook het poli
tiek verleden van de laatste vier jaren wel
een belangrijke rol zal hebben gespeeld.
De Liberale Staatsparty, die de oude Vrij
heidsbond heeft vervangen, miste ditmaal
voor het eerst sinds een onoverzienbaar
aantal jaren den naam van den heer
Govers als lijstaanvoerder. Hij was niet de
man, die in den Raad zijn politieke inzich
ten in van kracht getuigende redevoeringen
tot uiting wist te brengen, maar hy was een
populaire figuur, die altijd zeker was van
een breede schare, die hem op het gestoelte
der eere zou houden. Hij was in den Raad
de ietwat patriarchale verschijning die zich
in zeer sterke mate voor bijzondere gemeen
tebelangen interesseerde. Hij was de groote
vraag of zij die in zijn politieke voetsporen
zijn getreden dezelfde populariteit zouden
genieten en daarnaast is in de afgeloopen
zittingsperiode zoo menigmaal tot uiting ge
komen, dat de liberale fractie, opgebouwd l
uit mannen van verschillenden stand en ge
heel verschillende mentaliteit, niet altyd den
indruk van een zoo eendrachtige groep heeft
gegeven als dat voor hun politieke propa
ganda wel gewenscht was.
Vergeleken met de onlangs hier gehouden
Statenverkiezing is de liberale groep wel
sterk vooruitgegaan, maar zij heeft er waar
schijnlijk van geprofiteerd, dat de n.s.b. by
deze raadsverkiezing niet met een eigen
lijst kwam en dat verscheidene aanhangers
van die party, die thans een andere moesten
kiezen, hun stemmen aan de liberalen heb
ben gegeven. Vergeleken bij de raadsver
kiezingen van 1935 hebben de liberale hee
ren een kleinen, maar toch bedenkelijken
achteruitgang te boeken.
Het resultaat daarvan is geweest, dat zij
een van hun drie zetels hebben verloren,
zoodat de heer Lakeman, die dezen zetel
voor een opvolger bezet hield, zijn plaats
niet aan een ander behoeft af te staan, maar
er evenmin zelf op rjiag blijven zitten.
-
De vrijzinnig-demócraten hebben het in
1935 slechts tot één raadszetel kunnen bren
gen en dé algemeene verwachting was, dat
deze partij, die zoo 6terk tot de democra
tische middengroep spreekt, thans met twee,
misschien wel met drie candidaten, in den
Raad zou verschijnen.
De heer Sietsma zou, in 1935 naar toen
verluidde slechts tijdelijk beschikbaar
zijn omdat hij als Statenlid den Raad zou
verlaten en zyn zetel dus aan zijn opvolger
zou overdragen. De vrouw die men in de
politiek van deze groep een gelijkwaardige
plaats wilde geven was toen op de can-
didatenlijst van nummero twee naar num-
mero drie verschoven en het practisch ge
volg daarvan was, dat mej. Carels, die zich
altijd een hoogst belangstellend en echt
vrouwelijk raadslid had getoond, geen kans
kreeg 'nog langer edelachtbaar te blyven.
De heer Sietsma is niet heengegaan en
zelfs mr. Prins, die K%m zou opvolgen heeft
daardoor even weinig kans op een raads
zetel gehad als dat met mej. Carels het ge
val was.
Ook nu heeft men in verkiezingsvergade
ringen weer op de liefde der vrijzinnig-
democraten overigens een vrij platoni
sche liefde voor de politieke vrouw ge
wezen, maar naast deze theorie was de
practyk wederom deze, dat men die vrouw
weer op de derde plaats had gesteld.
Daarbij kwam, dat zy moest wijken voor
een man, die in den Raad nog een ongeken
de is en die voor zoover men hem
wél kent door zijn afbrekende en altijd
verdachtmakende critiek in een gratis ad
vertentieblaadje dat thans duidelijk van
vrijzinnig-democratischen huize is geble
ken by vrijwel alle raadsleden en by een
groot deel der bevolking een allesbehalve
populaire figuur is.
Maar ziet, de vrijzinnig-democraten hier
ter stede, heben geen uitzondering gemaakt
op het algemeen verschijnsel, dat de v.d.-ers
in den lande algemeen vooruit zijn gegaan
en bij een andere keuze van candidaten zou
hun stemmen tal waarschijnlijk nog grooter
zijn geweest.
Dit blijkt het beste bij de vergelijking van
de nu op deze party uitgebrachte cijfers met
die van de onlangs gehouden Statenverkie
zing, toen men meer de partij stemde en
persoonlijke voorkeur of afkeer van de can
didaten een veel kleinere rol speelde dan by
de raadsverkiezing. Bij de stemming voor
de Prov. Staten vergeleken is het stemmen-
tal een bedenkelijk percentage achteruit ge
gaan en het opmerkelijke bij deze party is,
dat mej. Carels als nummero drie van de
lyst met 189 stemmen een veel hooger cijfer
behaalde dan nummero twee, de heer Eriks,
die er slechts 91 heeft gekregen.
Evenwel, er is bij deze partij overal een
sterke politieke vloed geconstateerd en de
heer Sietsma zal daardoor in den Raad uit
zijn isolement verlost worden en met twee
geestverwanten in de zaal der vroedschap
terugkeeren.
9
De christelijk-historischen hebben evenals
de liberalen in deze vierjarige periode hun
grooten man verloren. De heer Vogelaar, de
kalme, bezadigde figuur, de financieele spe
cialiteit van den Raad, naar wiens deskun
dig oordeel steeds met zoo groote belang
stelling werd geluisterd, is door den dood
aan deze groep ontvallen. Voor hen, die
achterbleven was hetzelfde van toepassing
wat wy bij de bespreking van de liberalen
hebben gezegd. Het zou de gToote vraag
zijn of deze candidaten naar buiten dezelfde
verkiezingskracht konden demonstreeren als
dat in 1935 het geval was, temeer omdat juist
deze politieke groep bij verschillende ver
kiezingen ih onze gemeente verrassende en
vaak onverklaarbare stemmencijfers heeft
gegeven.
Zij heeft thans één van haar beide zetels
moeten afstaan en de heer Grondsma is
daardoor de laatste der christelyk-histori-
sche Mohikanen geworden. Al slaan zy geen
slecht figuur ten opzichte van de in dit jaar
gehoüden Statenverkiezing, vergeleken met
de raadsverkiezing van 1935 zijn de christ.-
historischen een belangrijk percentage ach
teruit gegaan en het verlies van den heer
Vogelaar zal daaraan niet vreemd geweest
zijn.
De anti-revolutionnair, de man, die nooit
verschil van meening in zijn fractie had
omdat hij alleen deze geheele fractie verte
genwoordigde, had natuurlijk kans om weer
opnieuw in den Raad te verschijnen omdat
hij vrij zeker van de stemmen van zijn geest
verwanten heeft kunnen zijn.
De groep is, politiek gesproken, niet sterk
en het is vaak de groote vraag of zy den
kiesdeeler we) zal halen, maar dank zij ons
kiessstelsel keert de heer Hoijtink altijd
triomfantelijk in den Raad terug en dank
zij zijn politieke mentaliteit, neemt hij daar,
klein maar dapper, steeds weer de allures
aan van den grooten bezuiniger, die de stad
van den financieelen ondergang had kunnen
redden als men maar bijtijds naar hem had
geluisterd en naar zijn inzichten had ge
handeld. Helaas heeft de Raad daarbij me
nigmaal moeten constateeren, dat theorie en
practyk twee geheel verschillende dingen
zijn en dat alles wat op papier staat niet
altijd geschikt is om daadwerkelijk in toe
passing te worden gebracht.
De heer Hoijtink zal zijn oude plaatsje
opnieuw bezetten. Al slaat het stemmental
van zijn partij dan ook geen schitterend
figur tegenover de Statenverkiezing, hy is,
wat de vorige raadsverkiezing betreft, met
een behoorlijk percentage vooruit gegaan en
zal dus tevreden kunnen wezen.
De R.S.A.P. zou bij deze verkiezing een
bijna, hopeloozen strijd hebben te voeren.
De heer Appel, die hoe men ook over
zijn opvattingen denke moge toch altijd
een min of meer populaire figuur was en
bovepal ,een man, die herhaaldelijk getuigd
heeft, dat hij aan de gemeentelijke vraag
stukken zijn tijd en zijn aandacht besteed
had, is na enkele politieke reuzezwaaien
voor,go^d uit de raadszaal verdwenen. Ook
hij was een der velen uit deze zittings
periode, die het vertrouwen zijner kiezers
had verloren en langen tijd „ijskoud" den
zetel, der edelachtbaarheid bleef bezetten.
De plaatsvervanger van den heer Appel
moge nog zoo zijn best gedaan hebben de
eindelijk leeg gekomen zetel op waardige
wijze te bezetten, het was de groote vraag
of deze politieke figuur op de revolution-
nair getinte arbeiders een zoo grooten in
vloed zou hebben, dat zijn onberekenbare
geestverwanten thans in breede scharen
achter het politieke vaandel zouden mar-
cheeren.
De stemmencyfers hebben bewezen, dat
er, tgn ppzichte van de Statenverkiezing
wel een kleine vooruitgang geweest is, maar
dat er in vergelijking met de vorige raads
verkiezing een zoo bedenkelijke achteruit
gang. is, dat de eenige zetel, welke deze
politieke groep tot dusver bezet had, weer
voor haar verloren is gegaan.
De Troelstra-beweging, in Alkmaar
een bastaardje, dat uit politiek gekra
keel en dus onder zeer ongunstige om
standigheden is geboren, heeft in onze ge
meente bij de Statenverkiezing reeds ge
toond, dat het zich nooit tot den gezonden
boy zal ontwikkelen, die zyn geestelijke
vaders nog eens tot vreugde zal strekken.
Het eenige, wat deze groep hier kon doen
en wat zij nu ook inderdaad weer gedaan
heeft was het aftappen van sociaal demo
cratisch bloed en het daardoor verzwakken
van de groote groep, die thans de conse
quenties van haar politiek verleden heeft te
trekken. Zij heeft thans nog niet de helft
van het stemmencijfer behaald, dat zij on
langs bij de Statenverkiezing had gekregen.
Ook de communisten, die, hoewel bewust
van hun politieke onmacht om een raadzetel
te veroveren, met nieuwen moed in het
strijdperk waren getreden, hebben opnieuw
moeten constateeren, dat hun politieke
kracht hier ter stede nog ontoereikend is
om een succesvollen strijd te kunnen voe
ren, -al vertoont hun stemmental dan ook
geen bedenkelijken achteruitgang.
En dan was er ditmaal en voor het
•eerst' in Alkmaar de party der onafhan
kelijken, de partij dus van mannen, die beu
waren van het bewandelen der politieke
kronkelwegen en die daarom verkondigd
hebben, dat zij, afgescheiden van elk poli
tiek inzicht, alle gemeentelijke vraagstuk
ken uitsluitend uit het oogpunt van het
stadsbelang zouden bekijken.
Aan een dergelijke groep, zooals men die
ook in Bergen en Schagen kent, was hier
inderdaad behoefte en wanneer zy gevormd
was uit ingezetenen zonder eenig politiek
verleden, was het te verwachten, dat zy een
groot aantal stemmen zou behalen.
Maar het is wonderlijk genoeg in
Alkmaar altyd moeilijk gebleken om een
groep burgers te vinden, die bereid en in
staat waren om een dergelijke groep te
vormen. En wat zich nu als onafhankelijk
presenteerde, was een kleine combinatie van
stadgenooten, die men in vrijwel alle ver
kiezingsvergaderingen het cachet van ge
royeerde of pas bedankt hebbende sociaal
democraten heeft gegeven. Men heeft in den
breede betoogd, dat de voorman van deze
groep niet allereerst in den Raad wilde om
dat hij er zoo'n behoefte aan had nu eens
dat deel van de burgerij te vertegenwoor
digen dat beu van de politiek was gewor
den, maar dat hij een zetel wenschte om
eerherstel van geleden onrecht te krijgen
of vroegeren partijgenooten te toonen, dat
hy de hulp van de groote broers nietnoodig
had om in den Raad te kunnen verschijnen.
9
Het was moeilijk te voorspellen of de can
didaten van deze groep al of niet succes
zouden hebben, want al kon men hun neu
traliteit door hun politiek verleden en door
hun vermeende bedoelingen zeer critisch
bekijken, toch was het onderdaad te ver
wachten, dat zij vele stemmen zouden krij
gen van kiezers, die er met genoegen aan
zouden medewerken hun vroegere partij
een zoo groot mogelijk echec te bezorgen.
Men zou den man, die verantwoordelijk
werd geacht voor het royeeren uit de s.d.
a.p. van dezen lijstaanvoerder niet beter kun
nen treffen dan door zijn grooten tegen
stander uit het verleden niet in het knekel
huis der politiek gestorvenen te laten ver
dwijnen, maar hem opnieuw in den Raad te
brengen.
En daarby kwam, dat de man, die aan den
kop dezer lijst stond, een wethouder was,
die in zijn politiek verleden menige onvoor
zichtige daad kan hebben begaan, maar die
daarnaast getoond heeft, dat hij de bedrij
ven, die aan zijn zorgen waren toevertrouwd
tot in alle onderdeelen kende en dat hy
zooals zelfs zijn tegenstandersmoesten ge
tuigen met een gezond stel hersens en
met groote welsprekendheid en slagvaar
digheid, de hem toevertrouwde belangen
over het algemeen op uitstekende wijze
heeft behartigd.
Of hy er al dan niet in zou slagen, on
danks zijn isolement, zooveel medestanders
te vinden, dat hij opnieuw in den Raad zou
kunnen terugkeeren, was een Vraag naar
welker beantwoording men bij deze ver
kiezing met de grootste belangstelling
heeft uitgekeken.
De stembus heeft gesproken en zij heeft
zelfs een zeer duidelijke taal laten hooren.
De heer Bonsema heeft niet alleen den
kiesdeeler van 768 stemmen behaald, zoo
dat hij tot de direct gekozenen behoorde,
maar hy heeft dat aantal zelfs nog met een
kleine 200 stemmen overschreden. Hij heeft
meer stemmen op zich vereenigd dan menige
lijstaanvoerder van een bekende politieke
groep en hij kan dus in alle opzichten te
vreden zyn.
Hij heeft op zijn eentje hard aan zijn her
verkiezing moeten werken, maar hij heeft
ongetwijfeld den steun gehad van vele stad
genooten, die hem in het verleden nog nim
mer gestemd hebben, maar die thans even
voldaan over zijn herkiezing zyn als hij dat
zelf zal kunnen wezen.
Wij zullen thans nog eenige vergelijkende
cijfers geven.
Het aantal kiezers voor den gemeente
raad was thans 18365 en precies gelijk aan
het aantal' kiezers, dat kort geleden heeft
deel genomen aan de Statenverkiezing.
Wij kunnen, wat de vergelijking van
deze beide stemmingen betreft, de thans cn
toen uitgebrachte cijfers zonder meer naast
elkaar plaatsen en men zal daarbij consta
teeren, dat er hier en daar belangrijke ver
schillen zijn
Men mag dit verwonderlijk achten, om
dat de Statenverkiezing nog maar enkele
maanden geleden werd gehouden, men be
denke, dat bij een raadsverkiezing in ster
kere mate naar de candidaten wordt ge
keken en dat vele kiezers thans door hun
stem wilden demonstreeren of zij over het
afgeloopen vierjarig tijdvak over de hou
ding van diverse groepen al dan niet tevre
den zijn gebleken.
Gem. Prov.
Raad 1939 Staten 1939
R.K. Staatspartij 5517 5420
S.D.A.P. 3030 3608
Lib. Staatsparty 1728 1163
Chr. Hist. Unie 1048 987
Anti Rev. 923 696
R.S.A.P. 559 505
Vrijz. Dem. Bond 1893 2124
Troelstra B. N. 133 297
Communisten 336 363
Onafhankelijken 964
N.S.B. 686
Christ. Dem. Unie 189
St. Geref. Party 20
Men ziet hieruit, dat slechts de R.K.
Staatspartij, de Liberale Staatsparty, de
Christ. Hist. Unie en de R.S.A.P. eenigen
vooruitgang vertoonen, wat geenszins ver
hinderen kon, dat de laatste drie partijen
bij de raadsverkiezingen thans een zetel
hebben verloren.
Vergelijken wy nu deze raadsverkiezing
met die van 1935, een vergelijking die veel