Rugpijn Een hartelijk weerzien in Engeland. Jaarvergadering Ned. Juristenvereeniging. De vorsten terug in Buckinghampaleis. E«n blij welkom te Southampton en Londen, zonder militaire veiligheidsmaatregelen. De houding der Vereenigde Staten. Beslissende oogenblik nadert... het Kremlin nog niet voldaan. Molotow overhandigt het Russische antwoord. Stad en Omgeving Belangrijke prae-adviezen. Een giftmenger? r\c cpn ANOERE RHEUMATISCHE stoornis k** Of EEN ANDfeKt waarvan de dokteiyu zeggen zsz, zuAWt p~o«' J\ DERDE BLAD A1.KMAARSCHE COURANT VAN VRIJDAG 23 JUNI 1939. Om 3 uur 20 gistermiddag hebben de koning en de koningin, terug van hun reis naar Canada en de Vereenigde Sta ten, te Southampton waar tien duizen den ter begroeting waren saamge- stroomd, voet aan wal gezet. Hunne Majesteiten waren in gezel schap van de beide prinsesjes Elisabeth en Margareth Rose die aan boord van den flottieljeleider „Kempenfeit" van Portsmouth uit gistermorgen de „Em- press of Britain" tegemoet waren geva ren. Na een oponthoud van 25 minuten te Southampton zijn de vorstelijke perso nen naar Londen doorgereisd, waar zij om 17 uur 24 (Britschen zomertijd) arriveerden. Zoowel de koning als de koningin zagen er buitengewoon goed uit. De koning was gekleed in admiraalsuniform, de koningin droeg een blauw costuum. Te Southampton wachtten tienduizenden belangstellenden, uit alle omliggende steden en dorpen herwaarts gekomen, om het vor stenpaar te begroeten. De straten van Southampton waren voor de gelegenheid rijk met groen versierd. Op vele punten waren eerepoorten opgericht Dé schepen in de haven waren gepavoiseerd. Op de kade, waar de souvereinen aan land zouden gaan, was een weelde van bloemen samen gebracht. De begroeting, welke het vorstenpaar te Southampton te beurt viel, was zeer geest driftig en allerhartelijkst. De menigte zong het volkslied en jubelde met eindeloos ge juich haar vreugde uit over het weerzien. Koningin Mary, de hertog en de hertogin van Gloucester, de hertog en de hertogin van Kent, de princes Royal en de graaf van Harewood waren per specialen trein naar Southampton gekomen, om den koning en de koningin, bij hun aankomst op te wach ten. Het weerzien der koninklijke familie, na zoo lange afwezigheid, was ontroerend van hartelijkheid. Het had in de bedoeling gelegen, dat ook de Britsche vloot aan de begroeting zou deelnemen. Het plan was nL, dat de „Em- press of Britain" ter hoogte van de Solent door een haag van oorlogsschepen van de thuisvloot zou varen. Een dichte mist, welke hier boven de wateren hing, was oorzaak, dat men van dit gedeelte van het feest- program moest afzien. De gezagvoerder van de „Empress of Britain" was sinds Woens dagavond op de brug geweest, er stond een hooge zee, terwijl het zicht gedurende het laatste traject werd bemoeilijkt door zwaren regen, gevolgd door mist. De ontvangst te Londen. Zooals gemeld, duurde het oponthoud der Britsche souvereinen te Southampton amper 25 minuten. Daarna werd de reis voortgezet naar Londen, waar de koninklijke familie om 17 uur 24 aankwam. Grootsch en geestdriftig, blij en hartelijk vooral was ook in de rijkshoofdstad de ont vangst. Een ontelbare menigte was aan het station en langs de 'raten; van daar naar het Buekingham Palace stond bijna heel Londen in de rijen, om het vorstenpaar het welkom toe te juichen. Op het perron van Waterloo station waren ter begroeting aanwezig minister-president Chamberlain, lord Halifax, de andere leden van het kabinet en vele vertegenwoordigers van het corps diplomatique, o.a. de'Ameri- kaansche gezant, Ker.nedy. Na de begroeting door deze autoriteiten namen de vorstelijke personen plaats in een viertal landauers en werd in langzaam tempo naar Buekingham Palace gereden, te midden van een aldoor juichende menigte. Voorop ging 's konings lijfgarde, doch overigens was er van militaire bewaking niets te zien en ook langs den weg stonden geen troepen opgesteld. Buiten het parlementsgebouw hadden honderden peers en lagerhuisleden zich op gesteld, om den vorst en de vorstin hun groet te brengen. Even te voren had het hoo- gerhuis, evenals reeds het lagerhuis deed, met algemeene stemmen een welkomst boodschap voor het terugkeerend konings paar gevoteerd. Bij den koning en de koningin in den eersten landauer zaten ook de beide prinses jes. Londen was een en ad geestdrift bij dit weerzien. Het was te zien aan de stralende gezichten der compacte menschen-massa langs de wegen, het was te hooren aan het gejubel, uiting van oprechte blijheid, dat zich voortplantte langs heel het parcours, van het station naar het paleis. Londen heeft zijn vorsten verwelkomd op zijn eigen hartelijke, democratische wijze. Bij het koninklijk paleis was een ontzag lijke menigte saamgestroomd, om van den terugkeer van het vorstenpaar getuige te zijn en nog lang, nadat de koninklijke fami lie zich in het paleis had teruggetrokken, bleef het volk zingen en juichen, in de hoop dat hunne majesteiten op het balcon zouden verschijnen. Een hooggeplaatste persoonlijkheid uit de omgeving van het Witte Huis heeft officieus verklaard, dat de be trekkelijk gematigde toon der offi- cieele protesten van de -Amerikaan sche regeering en pogingen, die in het werk gesteld zijn om een vreed zame oplossing te zoeken van het con flict te Tientsin niet uitgelegd moeten worden als uitsluiting van krachtiger maatregelen om de Amerikaansche rechten te doen eerbiedigen ingeval Japan zou volharden in zijn agres sieve houding. Men is hier inderdaad eens in erken ning, dat wanneer de Japanneezen thans hun streven richten op de Britsche en Fransche concessies en de Vereenigde Sta ten schijnen te willen sparen, dit komt omdat Tokio rekent op de onmogelijk heid, waarin Groot-Britannië en Frank rijk zich bevinden om hun strijdkrachten ter zee aan Europoa te onttrekken. Bijna alle dagbladen erkennen, dat wanneer de poging tot Panaziatische overheersching door Japan en talrijke bladen wijzen in dit verband er op, dat de Japanneezen duidelijk te kennen hebben gegeven, dat zij de leer van de „open deur" niet meer zouden eerbiedigen tot staan gebracht wil worden, een samenwerking van de Vereenigde Staten onmisbaar is. In de omgeving van het staatsdepartement ver gelijkt men de Japansche methode met die, welke door Duitschland toegepast wordt en die er in bestaat de tegenstan ders te verdeelen en etappegewijs de eischen te verhoogen, daarbij rekenende op den weerzin, dien de Westersche demo- eratieëh hebben om alles in het werk te stellen tot verdediging van naar den schijn weinig gewichtige belangen. De meeste bladen en talrijke politieke persoonlijkheden echter wijzen er op, dat het oogenblik nadert, waarop het in Azië zoowel als Europa noodig zal worden te kiezen tusschen een algeheele abdicatie of een vastberaden tegenstand. Hoewel de regeering der Vereenigde Staten voor het oogenblik voorzichtig blijft optreden uit vrees om ten aanzien van Groot-Britannië en Frankrijk aan de spits te komen staan en uit vrees Japan te drijven tot een on middellijke felle actie, streven de diplo matieke kringen er naar de Japansche illusies ten opzichte van de afwezigheid van Amerikaansche belangstelling op te heffen. Het practische probleem der middelen, die zouden kunnen worden toegepast om doel tref f enden invloed uit te oefenen op Japan, wordt bestudeerd door bevoegde kringen en in de pers besproken. Terwijl de openbare meening weigert een oorlog onder de oogen te zien, schijnt zij bereid goedkeuring te hechten aan methoden van economischen druk, zooals boycot, schorsing van den handel met Japan, en zelfs blokkade. De vooringe nomenheid tegen een samenwerking der Vereenigde Staten met de Europeesche democratieën in Europa is veel minder levendig, wanneer het om het Verre Oosten gaat en de geheele orenbare meening schijnt bereid een zeer krachtige houding van den kant der regeering der Vereenig de Staten goed te keuren. Gistermiddag te vijf uur hebben de ambassadeurs van Frankrijk en Enge land te Moskou, Nagguar en Seeds, alsmede Strang, zich naar het Kremlin begeven, waar Molotow hun het offi- cieele antwoord van de Sovjet-Unie op de nieuwe Fransch-Britsche voorstellen heeft overhandigd. De bespreking duur de ongeveer een half uur. De secretaris van Seeds, Robert, is gisterochtend per vliegtuig naar Londen vertrokken om het Foreign Office rapport uit te bren gen. Molotow zou, volgess Reuter, heb ben verklaard, dat de Britsch-Fransche voorstellen nog steeds onaanvaardbaar zijn voor de Sovjet-regeering. Dat door het Kremlin nog meer wordt verlangd, was gisterochtend vroeg reeds onthuld. In niet-officieele kringen te Moskou ge looft men, dat de Sovjet-regeering staat op hechte garanties voor de Oostzeestaten en dat de nieuwe Britsch-Fransche formule in dit opzicht niet ver genoeg ging. Dit betee- kent geen afbreken der onderhandelingen, doch het besprokene wordt thans ter kennis gebracht van Londen en Parijs en waar schijnlijk zullen geen nieuwe besprekingen met Molotow worden gevoerd, alvorens nieuwe instructies zijn ontvangen. Te Londen is nog geen officieele bevesti ging ontvangen van het bericht uit Moskou, dat Molotow de jongste Britsche voorstellen heeft verworpen en eers zal thans bericht van Seeds moeten worden afgewacht, al vorens de Britsche regeer in g een nieuw initiatief kan nemen. In diplomatieke krin gen heeft men, naar de diplomatieke mede werker van Reuter verneemt, den indruk, dat de houding der Sovjet-Unie doet ver moeden, dat hierachter een diepere oorzaak schuilt dan alleen de kwestie der formule, doch het is nog te vroeg om zich een oordeel te vormen over wat hiervan de verklaring kan zijn. VERFRAAI UW BIBLIOTHEEK. Onze binderij maakt Uw oude boeken als nieuwl BINDERIJ N.V. HER.MS. COSIER ZOON. De deelnemers aan de jaarvergadering van de Ned. Juristenvereeniging, die Vrijdag en Zaterdag te Alkmaar bijeenkomen, werden op den vooravond in de sociëteit „De Unie" door den president van de Arrondisse mentsrechtbank, mr. A. M. Ledeboer, tevens voorzitter van de regelingscommissie, ver welkomd. Officieele ontvangst ten stadhuize, Om half 10 werden de talrijke deelnemers door het gemeentebestuur officieel ten stad huize ontvangen. De burgemeester, jhr. mr. F. H. van Kin schot, verzekerde, het op hoogen prijs te stellen, dat Alkmaar was uitgekozen voor het houden van deze belangrijke, jaarlijk- sche bijeenkomst. Spr. achtte het juist ge zien van de vereeniging om op den voor avond van het belangrijke congres het be stuur der gemeente de gelegenheid te geven, voor een officieele ontvangst ten stad huize. In een interessante beschouwing over de geschiedenis der rechtspraak in Alkmaar, waarbij de burgemeester herinnerde aan het privilege van den Roomsch Koning Graaf Willem II in 1254 aan Alkmaar geschon ken, en waarbij spr. deed uitkomen, dat tot 1890 in de raadszaal van het oude stadhuis de rechtspraak werd uitgeoefend, zette spr. uiteen, hoe de scheiding van stadhuis en rechtspleging door plaatsgebrek accuut was geworden en hoe tenslotte in 1893 een nieuw rechtsgebouw in Alkmaar in gebruik werd genomen. Spr. was overtuigd, dat vooral het rechts- punt: „Is het wenschelijk, de aansprakelijk heid van de ambtenaar, wegens onrechtma tige daad tegenover derden, en tegenover het publiekrechtelijk lichaam, waarbij hij in dienst is, nader te regelen", de bizon- dere aandacht trekt van de gemeentebestu ren. Spr. eindigde met den wensch, dat de be raadslagingen zullen bijdragen om den goeden naam van de Ned. Juristenvereeni ging noog te houden. De voorzitter van de Ned. Juristenver eeniging, mr. Fockema Andreae, dankte voor de hartelijke ontvangst. De groote op komst, aldus spr., was wel het bewijs, dat de juristen graag naar Alkmaar komen. Persoonlijk deed spr. dat in het bizonder, omdat hij hier zijn rechterlijke loopbaan was begonnen en zich er steeds over ver heugt, da. de stad binnen de vroegere wal len nog zooveel schoons uit de middel eeuwen heeft bewaard. Na het gebruik van ververschingen, werd het stadhuis bezichtigd, waarna men zich tot een gezellig samenzijn in de Sociëteit „De Unie" vereenigde. Vergadering in het Gerechtsgebouw. De voorzitter, mr. A. D. H. Fockema Andreae, vice-president van het Gerechts hof te Arnhem sprak bij de opening der vergadering over de toepassing van de pachtwet en gaf in breede trekken de rechtspraak bij pachtzaken aan. De ochtendzitting. De voorzitter, mr. A. D. H. Fockema An dreae, vice-president van het gerechtshof te Arnhem, tevens voorzitter van de pacht- kamer van dat gerechtshof, het college, dat in hoogste instantie recht doet in pacht zaken, heeft na de opening een korte be- In de Parijsche pers is veel sprake van een rentenier, gewezen hotelhouder in een voorstad, Sainte-Martine genaamd, die in 1926 zijn eerste vrouw met arsenicum uit den weg zou hebben geruimd om een an dere te kunnen huwen en deze al weer een tijd geleden met strychnine moet vergiftigd hebben ten einde een nieuwen echt te kun nen sluiten, ditmaal met een jeugdige dienstbode, die enkele weken geleden moe der van hem werd. Het parket had zich met alle waarborgen omringd alvorens hem in staat van beschuldiging te stellen, maar alle bezwarenden getuigenissen ten spijt ontkent de man hardnekkig. Een apothe kersbediende verschafte hem destijds arse nicum, zoogenaamd om veldmuizen te ver delgen, maar kon hem jaren later niet de toen onder een ander voorwendsel ge vraagde strychnine leveren. In de resten beider vrouwen werden sporen van de eene en de andere stof gevonden, ofschoon de geneesheeren, die de patiënten behandelden, verzekerden geen geneesmiddelen voorge schreven te hebben, die ze bevatten. Die vrouwen zelf moeten Sainte Martine be schuldigd hebben evenals de derde, maar deze heeft die aantijgingen herroepen. De getuigenissen van de buren over den man, die zich zeer schijnheilig moet hebben voorgedaan, zijn slecht. Aardverschuiving tengevolge van wolk breuken. - Door de wolkbreuken, die de laatste dagen boven Bohemen losgebarsten zijn, is het tot een aardverschuiving geko men op de helling van den Hasenburg-berg bij Laun in Noordwestbohemen. De grond is opgeschoven in golvingen tot drie meter hoogte en is vol scheuren. Het dorp Klapei, dat aan den voet van den berg ligt, verkeert in groot gevaar. Ook boven de gemeente Lutschki bij Kremnitz is een zware wolkbreuk losge barsten. Het door het dal stroomende water steeg tot een hoogte van zes tot zeven meter en sleurde vijf van de zeven bruggen, waarvan er drie van beton waren, mee. Tal rijke woonhuizen en bedrijfsgebouwen stort ten in. Twee Duitschers veroordeeld. - Te Lodz zijn twee leden der Duitsche minderheid veroordeeld tot zes maanden gevangenis straf, omdat zij in het openbaar zich belee- digend uitgelaten hadden over het Poolsche leger en de Poolsche natie. schouwing over de toepassing van de pacht wet gehouden. Hij heeft daarbij geconclu deerd, dat nog moeilijke beslissingen wach ten, èn ten aanzien van de afbakening van de grenzen van competentie tusschen den gewonen burgerlijken rechter en den bij- zonderen pachtrechter, èn ten aanzien van zuiver gemeenrechtelijke kwesties in pacht zaken, èn ten aanzien van niet juridische kwesties. Voor de laatste is de medewerking van de niet-juridische leden der pachtka- mers, wier medewerking zeer wordt gewaar deerd, van groot belang. Na zijn beschouwing over de pachtwet heette de voorzitter speciaal welkom de burgemeester mr. v. Kinschot, prof. Dievoet en mr. Jacobs, vertegenwoordigers van België, en mr. Benschot, vertegenwoordiger van de Nederlandsch-Indische vereeniging. PRAEADVTES VAN PROFESSOR Mr. P. W. KAMPHUISEN. Door prof. mr. P. W. Kamphuisen werd praeadvies uitgebracht over de volgende vraagstukken: „Is het wenschelijk de aansprakelijk heid van den ambtenaar wegens on rechtmatige daad tegenover derden en tegenover het publiekrechtelijk lichaam waarbij hij in dienst is, nader te rege len? Zoo ja, welke richtlijnen moeten daarvoor worden aanvaard? Spreker ging de aansprakelijkheid na van den materieelen dader tegenover den bena deelde en ging uitvoerig de gevallen na waarin, afwijkend van den algemeenen regel, de corporatie wel, de dader niet tot schadevergoeding verplicht is, namelijk bij aansprakelijkheid zonder schuld, bij ambte lijk bevel en bij uitdrukkelijke wetsbepa ling. Hij behandelde verder de aansprake lijkheid van den materieelen dader tegen over de corporatie en de aansprakelijkheid van de corporatie tegenover den materieelen dader. Hij achtte, behoudens een enkel punt den huidigen toestand bevredigend en kwam tot de volgende conclusies: 1. De regeling van de aansprakelijkheid van den materieelen dader in geval van on rechtmatige overheidsdaad is, civiel recht en ambtenarenrecht tezamen genomen, technische niet fraai, doch materieel niet onbevredigend. 2. Het ware te wenschen, dat de civiele rechter de leer aanvaardde, dat de dader in privé niet aansprakelijk is, indien deze aan nemelijk kan maken, dat hij te goeder trouw gemeend heeft zijn plicht te doen. 3. Wetswijziging ter bereikking van het sub 2 omschreven resultaat is niet aan te raden. Tweede adviseur over dit onderwerp was mr. F. M. Westerouwen van Meeteren. Deze ging uitvoerig in op de aansprakelijkheid van den ambtenaar tegenover derden en de aansprakelijkheid van den ambtenaar tegenover het publiekrechtelijk lichaam, sprekers wees daarbij op de wenschelijk- heid der intrekking van sommige bestaande wetsbepalingen, die incidenteel zich over den schadevergoedingsplicht van het pu bliekrechtelijk lichaam uitspreken zonder dat de aard der materie de instandhouding eener speciale uitzonderingsbepaling noodig maakt. De opvattingen van beide praeadviseurs zijn door mn van Over in meer beknopten vorm toegelicht in het Nederlandsch Juris tenblad. De kern van deze beschouwing is, dat de belangrijkste vraag van deze zeer uitvoerige praeadviezen is of de ambtenaar op stuk van zaken de schade door zijn fout aan derden toegebracht dient te vergoeden. Men is het er over eens, dat hij daartoe niet in alle omstandigheden verplicht behoort te zijn omdat in dat geval zijn risico veel te groot zou worden. Daarbij komt de vraag tegenover wie de ambtenaren aansprakelijk zullen zijn, onmiddellijk tegenover den be nadeelde, of middellijk, d.i. tegenover de overheid in welker dienst zijn zijn, en die op haar beurt gehouden is jegens den bena deelde. Een derde zal het liefst de overheid aanspreken, maar er kunnen andere geval len zijn dat men liever den ambtenaar of beiden zal aanspreken. Want men is vaak niet zeker wie er aansprakelijk is en de Staat is een taaie tegenstander. Beide advi seurs willen den ambtenaar slechts in be perkte mate voor zijn fouten aansprakelijk stellen. Prof. Kamphuisen wil de directs aansprakelijkheid van den ambtenaar jegens den benadeelde welke ons recht thans kent, behouden. Mr. van Meeteren wil daar aan een einde maken door middel van een nieuwe artikel 1403 bis, zoodat tegenover den derde alleen de overheid aansprakelijk wordt en nimmer jegens haar de ambtenaar beperkt gehouden zal zijn. Prof. Kamp huisen beschrijft het geldende recht zooals dit z.i. door den H.R. is gevormd. Hij on derzoekt de gevallen waarin de overheid wel, maar de ambtenaar niet aansprakelijk is en omgekeerd en noemt de laatste gevallen frequent. Wil het systeem sluiten, dan moeten voor den vergoedingsplicht van den ambtenaar jegens den benadeelde juist dezelfde voor waarden gesteld worden als voor zijn ge houdenheid tegenover de overheid, wat thans niet het geval is. Thans is de toestand zoo, dat wanneer de ambtenaar de onrecht matige daad te goeder trouw beging en zijn fout verschoonbaar was, er geen verbinte nis ontstaat t.o. de overheid maar wel een jegens den benadeelde. Uiteindelijk behoort hier slechts de over heid den ambtenaar de schade toch moeten ambtenaar veroordeeld wordt, zal de over- hed den ambtenaar de schade toch moeten vergoeden. De conclusie is, dat het systeem goed is mits met de verbetering, dat bij een fout te goeder trouw, de ambtenaar ook vrijuit gaat als de derde tegen hem proce deert en de rechtspraak zal daartoe moeten overgaan zonder een gevaarlijke wetswijzi- st;c,7w Kan l.ld.n to. vpeeaeiUKe PU" ,napl®M® d werken. geschiedt werking. Olt l. °0 veHI«. van energiek rugpijn, pijn Ie Je |>®eo? „en voeten, blazen 2SV."0e «gVn.'ïheumetf.ch. pijn en dufheid. Vo<Tekom der'8e,Ukev.rechljn»el«ne H^«e flacon Posten*. RugoU" N,er*" JI'.'ÏJl .Jrgoed duizenden menschen getalgen. vePSChijnsel van rugpijn nibw rnu^ Olt modern, wetentchzppeliik mldd*L krijgseer I" drie verpekkingee f ging. Dit alles houdt in, dat het vaak zal voorkomen, dat derden de schade moeten dragen van ambtenaarsfouten, ook al was de ambtenaar volkomen solvent en al zou zoowel hij alsook de rechtspersoon wier be langen hij waarneemt wèl gehouden geweest zijn indien deze geen overheidslichaam ware geweest. Het is de vraag of dit gewenscht is. De vrees bestaat, dat wanneer dit stelsel aanvaard werd, er zich gevallen zouden voordoen waarin de onrechtvaardigheid om den benadeelde de schade te laten dragen, duidelijk aan den dag zou treden. Mr. van Meeteren wil den ambtenaar die een vergeeflijke fout heeft gemaakt en dus niet tot vergoeding gehouden behoeft te zijn, prncipieel buiten schot van den bena deelde latenen zijn eventueelen vergoe dingsplicht regelen als een zaak, welke slechts de overheid en hem aangaat, dus als een vraag van ambtenarenrecht. Hij toonde aan, dat de directe actie jegens den ambte naar den benadeelde weinig voordeel brengt, daarbij in aanmerking nemende, dat de be nadeelde „veeleer slechts gebaat zal kunnen zijn door een wettelijke regeling, die de ver werkelijking van zijn schade aanspraken on afhankelijk maakt van hem niet regardee- rende discussies omtrent de vraag, wie uit eindelijk den vergoed in gslast zal hebben te dragen." Het is uiterst bezwaarlijk een regeling te vinden waardoor de ambtenaar wegens vergeeflijke fouten jegens den be- nadelede vrijuit zal gaan. Men mag den rechter niet in een pijnlijk dilemna bren gen, waaruit hij zich veelal zal redden door persoonlijke schuld te ontkennen in geval len waarin volledige vergoeding hoogst on billijk zou zijn, maar veroordeeling tot een beperkte schadeloosstelling wel degelijk op haar plaats was. Het nieuwe artikel 1403 bis, dat mr. van Meeteren wenscht, stelt den ambtenaar buiten gehoudenheid jegens den benadeelde, uitgezonderd in geval van kwade trouw, terwijl het voor den vergoe dingsplicht jegens de overheid verwijst naar bijzondere wetten en reglementen. Aan de regeling in bijzondere wetten en reglemen ten heeft mr. van Meeteren groote aandacht besteed. Hier wordt de groote vraag behan deld wanneer de ambtenaar wel en wanneer hij niet de uiteindelijke schade, die door zijn fout is aangerilht moet dragen. Bij de voorgestelde regeling is dan het uitgaans- punt, dat de ambtenaar niet voor al zijn fouten aansprakelijk mag zijn. Wetten en reglementen hebben een en ander al ge regeld, maar dit is tamelijk chaotisch en de praeadviseur wil dan ook een en ander ordenen in de ambtenarenwet. Hij wil bij de regeling over het inhouden van vergoe ding op bezoldigingen en pensioenen een aanvullende bepaling over aansprakelijk heid ook op het privé vermogen van den ambtenaar en formuleert daarvoor een nieuw art. 115 bis bestaande uit 5 leden. Daarin wordt vastgesteld, dat de ambtenaar kan worden verplicht tot geheele of gedeel telijke vergoeding. Hij moet in de gelegen heid worden gesteld om Zich te verantwoor den. Volledige vergoeding kan worden op gelegd bij kwade trouw en in andere geval len wordt rekening gehouden met den aard der dienstbetrekking, den ernst der tekort komingen en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. Geen verplichting moet er zyn bij ambtelijk bevel, ook al was het een onbevoegd bevel, mits de ambtenaar het kon beschouwen als bevoegd gegeven en de nakoming binnen den kring zijner onderge schiktheid was gelegen. Zoo bereikt men, dat de eindbeslissing omtrent den vergoe dingsplicht berust bij den ambtenarenrech ter, die zijn meening op een wetsbepaling kan gronden, welke de regeling dezer mate rie aan algemeenen maatregel van bestuur en verordenng door lagere publiekrechtelijke organen onttrekt. Ook andere bepalingen van de ambtenarenwet dienen te worden gewijzgd of aangevuld teneinde het beroep op het ambtenarengerecht nader te regelen en het overheidslichaam een executorialen titel te verschaffen. Dit gerecht kan een bevelschrift afgeven, waartegen verzet openstaat bij de arrondissementsrechtbank, dat echter niet gericht kan zijn tegen de wettigheid van het besluit. De voorstellen van beide praeadviseurs geven een tot op groote hoogte bevredigende oplossing. De discussie. Aan de discussie werd allereerst deelge nomen door prof. mr. Hoetink, die van oor deel was dat de 4e uitzondering van prof. Kamphuisen niet slaat op het geval, dat de overheid niet aansprakelijk is. Spr. vroeg voor welke groep van uitzon deringsgevallen zijn 4e voorgestelde uitzon dering geldt. Spr. achtte het ondenkbaar, dat de dader aansprakelijk is, terwijl de overheid niet aansprakelijk is. Spr. vereenigde zich met de zienswijze van den 2en prae-adviseur. Mr. J. Kruseman, oud-president van het Gerechtshof te Amsterdam, constateerde, dat beide prae-adviezen hun belang rijke beteekenis zullen behouden en schaarde zich aan de zijde van den len prae-adviseur, die de ambtenaar inzake de verantwoordelijkheid niet wil loslaten. Uitvoerig zette spr. zjjn standpunt uiteen. In een proces zal moeilijk te bewijzen zijn of een ambtenaar te kwader trouw handel de. De vraag moet zijn of hij redelijker wijze mocht denken, dat hij mocht handelen als hij deed en alleen dan mag hij vrij uit gaan. Mr. P. H. Smits, rechter te Amsterdam, ontwikkelde eenige bedenkingen tegen de prae-adviezen en vroeg hoe het staat met de indirecte aansprakelijk van een ambtenaar. Ten 2de ontwikkelde spr, nog bezwaren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 9