DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Serie bomaanslagen in de
Londensche City.
Al zes weken gevechten aan de grens
van Mandsjoekwo!
Macht van verschrikking.
Paniek onder de duizenden menschen.
Moskou verbreekt het
zwijgen.
Een paar honderd vliegtuigen zouden
omlaag gehaald zijn.
Geheel Scotland Yard
gemobiliseerd.
De aigemeene toestand.
En toch geen oorlog in het
Verre Oosten!
Groeiende verontwaardiging
in Engeland.
Over behandeling door Japanners.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieyen franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij y h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: l j. N. ADEMA. 141e Jaargang
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt EL KEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
No. 148 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Maandag 26 Juni 1939
Londen heeft een nacht van ver
schrikking doorgemaakt: een serie
bomaanslagen als de Engelsche hoofd
stad nog niet gekend had, heeft het
Londensche publiek in den nacht van
Zaterdag op Zondag tot panischen
schrik gebracht en het mag een won
der genoemd worden, dat slechts 19
personen gewond werden en dat geen
enkele doode te betreuren viel.
Op het uur, dat de theaters en bioscopen
uitgingen, en duizenden zich in het hartje
van de millioenenstad op straat bevonden,
ontploften achtereenvolgens tal van tijd
bommen. Een panische schrik maakte
zich van de bevolking meestér, omdat
niemand het gevaar kende en niemand
wist, waar de bommen lagen en wanneer
ze zouden ontploffen.
Geheel Scotland-Yard werd onmiddel
lijk gemobiliseerd, alle politie-verloven
werden onmiddellijk ingetrokken, maar
de speurtochten van het leger detectives
waren tevergeefsch: geen dader was meer
te vinden
Het was ongeveer kwart voor elf
aldus de Tel., toen Zaterdagavond de
eerste explosie op het Londensche Picca-
dilly Circus werd gehoord, bijna, onmid
dellijk gevolgd door nog drie ontploffin
gen op enkele honderden meters afstand.
Talrijke ruiten werden ingedrukt en een
luid gerinkel verkondigde, dat het glas
van vele lichtreclames en -bakken het
eveneens had moeten ontgelden.
Onder de duizrnden voort'.' ers
op dit drukke uur ontston". een pa
niek. In groote verwarring trr ht'm
velen ergens een goed heenkomen te
zoeken, waarbü talrijke dames op
avondschoeisel in de glasscherven
trapten en de voeten verwondden. Zes
personen, die op een autobus wacht
ten, werden allen gekwetst.
Terwijl van alle kanten politie in taxi's
en particuliere auto's kwam aanzette., en
staande op de treeplanken, hr.ar b-relen
gaf, en terwijl buiance- en brandweer
auto's onder luid sirenegoei aanrolden,
trachtte de menigte in haar opwinding
zich meester te maken van een man, die
den indruk had gewekt schuldig te zijn
aan een der aanslagen. Onder het geroep
van: „Lynch hem! Aan de lantaarn met
hem!" zette men den man na, die ten
slotte door de politie kon worden ontzet.
Na een verhoor op het politiebureau kwam
vast te staan, dat hij niets met de I. R. A.
uitstaande had en slechts zoo hard had
geloopen om een goed heenkomen te
zoeken.
Opgesloten in restaurant.
In de vele hotels in de straten waar de
aanslagen werden gepleegd, zag men de
gasten in nachttoilet voor de ramen ver
schijnen. De Central Bank, de Midlands
Bank en Lloyds Bank werden aan de
voorzijde zwaar beschadigd; boven een
dezer gebouwen is een restaurant geves
tigd, dat de gasten niet konden verlaten,
alvorens een nachtploeg van Publieke
Werken het hoog opgestapelde puin voor
den ingang had verwijderd. Ook in het
station der ondergrondsche in Oxfoid
Street werd een bom ontdekt; deze kwam
echter niet tot ontploffing.
In het wassenbeeldenkabinet van
madame Tussaud werden omstreeks
halftwaalf drie verdachte pakketten
ontdekt; een er van ontplofte op het
oogenblik, dat men het in het water
wilde werpen. De ontstane brand
kon evenwel direct worden ge-
bluscht.
Er werden direct rigoureuze politie -
m atregelen getroffen. Vrachtauto s met
territorials en bereden politie patrouil
leerden door de straten van het West-End.
terwijl in den loop van den dag een groot
aantal huiszoekingen werd verricht. ooi
zoover bekend zijn 16 personen gear
resteerd, van wie men er evenwel eenige
na verhoor weer op vrije voeten heeft
g'-t:id.
De autoriteiten zijn van meening. dat
een aantal z.g.n. „key-men" de^ laatste
dagen uit Ierland naar Londen zijn geko
men, die speciale instructies hebben ge
kregen. De mannen, die onafhankelijk
van elkaar optreden, werden waarschijn
lijk in het West-End opgewacht door
-ouwelijke bondgenooten, die hun de
ontplofbare stoffen ter hand stelden.
Scotland Yard heeft van twee mannen
een volledige beschrijving aan de politie
van Engeland en Ierland doen toekomen.
Alle treinen, die uit Londen vertrekken,
worden extra bewaakt en aan alle politie
stations in de havens zijn instructies ge
zonden om uit te zien naar verdachte per
sonen, die het land trachten te verlaten.
Het is tegenwoordig gewoonte der I. R.
A.-terroristen om, onmiddellijk nadat zij
de opgedragen taak hebben volbracht,
naar Ierland terug te keeren.
Scotland Yard misleid?
De aanslagen van Zaterdagavond
waren voorafgegaan door een reeks
telefonische mededeelingen aan Scot
land Yard omtrent voorgenomen
aanslagen, die later onjuist bleken te
zijn. Men gelooft thans, dat dit alleen
is geschied om de politie om den tuin
te leiden.
Ook in Dublin ongeregeldheden.
Ook te Dublin kwam het Zondag
tot ongeregeldheden toen honderden
leden van het Iersch-republikeinsche
leger, gedeeltelijk met extra-treinen
uit Belfast aangevoerd, het verbod
der autoriteiten trotseerden en op
marcheerden naar Bodenstown, om
een herdenkingsplechtigheid te hou
den aan het graf van den Icrschen
nationalist Wolfetone. Zes eh twintig
personen werden gewond bij de
charges, welke de politie, die nog
versterkt was met troepen in volledi
ge velduitrusting, uitvoerden.
Redevoeringen tijdens
het weeh-end.
Het jongste week-end heeft zich niet
alleen gekenschetst door de talrijke
bomaanslagen in Londen, noch door de
gebeurtenissen in het Verre Oosten, noch
door de sensationeele onthulling van Rus
land over de luchtgevechten aan de grens
van Mandsjoekwo, maar ook door de vele
redevoeringen, welke Europeesche staats
lieden hebben gehouden.
Allereerst heeft Hitier gesproken. Het
moge dan geen „groote" rede geweest
zijn, zooals oorspronkelijk was meege
deeld, hij heeft te Münqhen, waar hy de
oud-strijders van Italië begroette, tóch
enkele interessante dingen gezegd.
„Iedere poging, de alliantie tusschen
onze beide bevriende naties te verbreken,
moet afsluiten op de onverzettelijke vast
beslotenheid der asmogendheden," ver
klaarde rijkskanselier Hitier, toen hij op
den Königsplatz te München de 500 Itali-
aansche oorlogsveteranen inspecteerde, die
op uitnoodiging van den voorzitter der
Duitsche frontstrijders, den hertog van
Coburg, naar Duitschland waren gekomen.
De Italiaansche delegatie, die onder lei
ding stond van den blinden kolonel Del-
croix, werd later op den dag door Hitier
op de thee ontvangen."
Hitler's minister van propaganda, dr.
Göbbels, heeft in Essen op een partijdag
van de nazi's zijn aanvallen op Engeland
voortgezet.
„Als het tot een crisis mocht komen,"
aldus Göbbels, „ic ons antwoord dat, wan
neer onze regeering een risico wil nemen,
wij zullen volgen. Wie niet waagt, niet
wint.
Britsche dreigementen zeggen ons niets.
Er staat geen kracht achter, hetgeen al
weer blijkt uit de gebeurtenissen in China,
waar de Japanners de Engelschen uit-
kleeden."
Göbbels bracht vervolgens de Duitsche
koloniale eischen naar voren en ver
klaarde:
„Wij wenschen geen beloften van Lon
den, maar werkelijke daden."
Wij leven in een rare wereld. Er is
nergens oorlog en toch wordt er ge
vochten. Er is vrede tusschen Enge
land en Japan en toch moet het
Britsche rijk dagelijks nieuwe verne
deringen slikken. Er is vrede tusschen
Japan en Rusland en toch schiet men
van weerszijden tientallen vliegtuigen
neer! Maar niemand praat er over
oorlog.
Juist de vorige week is van Japansche
zijde een paar keer melding gemaakt over
luchtgevechten tusschen Japansche en
Russische vliegtuigen en volgens deze be
richten zou Rusland een groot aantal
vliegtuigen verloren hebben.
Rusland zweeg de geheele week, zoodat
men moest aannemen, dat de Japansche
berichten waar waren.
Totdat Moskou Zondag het zwygen
verbroken heeft. In een communiqué
wordt n.I. gtmtt gemaakt van de
incidenten in het Verre Oosten en
daaruit blykt, dat er eigenlijk al
ongeveer zes weken gevochten wordt
door Russische en Jaystrijd
machten, zoowel te land als in de
lucht.
Volgens deze mededeelingen zou
den de vorige week aan de door
Japan gemelde luchtgevechten meer
dan 300 vliegtuigen hebben deelge
nomen en daarbij zouden volgens de
Russische lezing 56 Japansche en 14
Te Bletchley, in het graafschap Bucking-
hamshire, vergeleek de Britsche minister
van Handel, Oliver Stanley, Duitschlands
methoden met die van een spir. tegenover
een vlieg.
„Eerst volgt een uitnoodiging om in de
spreekkamer te komen," zeide hij, „daarna
wordt de vlieg in een positie gewerkt,
waaruit zij niet meer ontsnappen kan. De
eenige afwijking van deze procedure is het
communiqué-na-afloop, waarin wordt ge
zegd. met welk een dankbaarheid en toe
wijding de vlieg haar laatste rustplaats
gevonden heeft."
Stanley verklaarde, dat Engeland ten
aanzien van Duitschland geen eischen
heeft te stellen, doch dat het weigert, de
wereld te laten overheerschen door derge
lijke methoden.
Vier redevoeringen van officieele per
soonlijkheden zijn gedurende het week
end in Frankrijk aangehoord. Aan 'n ban
ket der radicaal-socialistische federatie te
Arachon voerde de Fransche minister van
buitenlandsche zaken, Bonnet, de bespre
kingen met Moskou aan. Hij wenschte zich
evenwel niet uit te laten over den stand
der besprekingen. Hy beperkte zich er toe,
te verklaren, dat hij levendig hoopte, dat
zij spoedig tot een resultaat zouden leiden
en dat geen enkele poging te dien aanzien
verwaarloosd zou worden.
Daarentegen weidde hij uitvoerig uit
over het Fransch-Turksche pact, waarom
trent hij verklaarde:
„Frankryk heeft zich niet verplicht aan
derden een deel af te staan van zijn mis
sie in Syrië en den Libanon, met welke
landen het door de nauwste vriendschaps
banden is verbonden."
Met genoegen citeerde Bonnet een uit
lating van den Turkschen premier, Say-
dam. die heeft gezegd, dat voortaan sterke
banden Turkije aan Frankryk binden. De
minister besloot met te herinneren aan de
nationale opleving, die de Fransche natie
doormaakt, zich in discipline en eendracht
scharend rond Daladier.
Op dit laatste werd ook de nadruk ge
legd door den minister van Marine, Cam-
pinchi, die te Versailles o.a. zeide:
„Achter Daladier wiens naam de ver
persoonlijking is van Frankryks defensieve
Russische machines verloren gege*»n
zyn.
Daarnaast zouden by grondgevech-
ten ongeveer 400 dooden gevallen zjjn.
Het Russische communiqué vermeldde
dan, dat op 11 Mei Mongoolsche grens
posten ten zuidoosten van het Bruinor-
meer aan de Mansjoerijsche grens plotse
ling werden aangevallen door Japansch-
mansjoerijsche troepen. De Mongolen
moesten van de grens in westelijke rich
ting terugtrekken naar de rivier Khalkin-
gol. Vanaf dien tijd dateeren de dagelijk-
sche schermutselingen.
Op 22 Mei trachtten de Japansch-
Mansjoerijsche troepen, die nieuwe ver
sterkingen hadden gekregen, de Rus-
sisch-Mongoolsche troepen aan te vallen
en dieper door te dringen op gebied van
de Mongoolsche volksrepubliek. Zij wer
den echter over de grens teruggeworpen
met aanzienlijke verliezen.
Op 28 en 29 Mei trokken de Japansch-
Mansjoerijsche troepen, die nieuwe ver
sterkingen hadden gekregen, uit Khailar,
r et tanks, pantserwagens, artillerie en
groote luchtstrijdmacht, wederom Mon-
goolsch gebied binnen. De troepen der
Mongoolsche volksrepubliek verjoegen de
aanvallers. De Mansjoerysch-Japansche
troepen lieten op het slagveld vele dooden
en gewonden, benevens een groote hoe
veelheid wapens achter en trokken naar
hun eigen gebied terug. Bij dezen slag
verloren de Japansch-Mansjoerysche
troepen ruim 400 dooden.
Er werden documenten gevonden op de
gesneuvelden, waaruit blijkt, dat de com
mandant van de 23ste Japansche divisie,
luitenant-generaal Kamatsubara op 21
Mei in Kalar bevel heeft gegeven, dat „de
divisie met alleen de eigen troepen, de
troepen van Buiten-Mongolië moet ver
nietigen in het gebied van Khalkingol".
kracht voelt de Franschman zich thuis.
Hij verlangt van niemand iets, doch
wenscht ook niet in zijn rust te worden
gestoord. Het grootste ongeluk, dat de be
schaafde wereld zou kunnen treffen, zou
zijn, dat men deze werkelijkheid niet wilde
zien: Frankrijk heeft een vastgesloten
chef, een solidaire regeering en een eens
gezinde bevolking."
Den dag te voren had minister Cam-
pinci te Angers voor de oudstryders ge
sproken en verklaard:
„Het is een vreemde opvatting, indien
men veronderstelt, dat Frankryks kracht
in een „psychischen oorlog" gebroken zou
kunnen worden, zooals men in sommige
landen beweert. Indien aan Frankryk de
oorlog mocht worden verklaard een
denkbeeld, dat wij zoo ver mogelyk ver
werpen, daar het een ontzettende ramp zou
zijn, waaruit de overwonnenen gebroken,
verbrijzeld en voor altijd geruïneerd te
voorschijn zouden komen dan kan men
er zeker van zijn, dat ons land met den
zelfden moed en dezelfde vastbeslotenheid
als in 1914 op dien opgedrongen oorlog
zou ingaan." Een daverende ovatie be
groette deze woorden van den minister.
Ter gelegenheid van den 23sten verjaar
dag van den slag by Verdun bracht de
Fransche opperbevelhebber der landmacht,
generaal Gamelin, den heldenmoed der
strijdenden in herinnering:
„De slag by Verdun," zoo zeide hy, „was
de epiloog van een meer dan duizendjari
gen strijd tusschen Frankrijk en Duitsch
land, die in het jaar 843 onder Karei den
Grooten begon en die gedeelten van Lotha
ringen tot inzet had, welke oorspronkelijk
aan het keizerrijk toebehoorden. Buiten
dit rijk vonden successievelijk andere lan
den hun onafhankelijk bestaan: Zwitser
land, Nederland, Luemburg, België en
Italië."
En hy voegde hij er aan toe: „Het Fran
sche imperium is iets anders dan een
van grondstoffen, die geëxploiteerd moeten
worden. Het is, volgens een welsprekende
uitdrukking: Een eenheid van volken, die
wij hebben weten te verzamelen rond onze
vlag en onze beschaving."
De botsingen in de lucht.
Over de luchtgevechten vermeldt het
communiqué het volgende:
Op 28 Mei schond een groep Japansche
vecht- en bombardementstoestellen de
grens en viel plotseling twee vliegvelden
van het Mongoolsche leger aan. De onver
wachts aangevallen Mongoolsch-Russi-
sche vliegers stegen met eenige vertraging
op, welke een voordeel gaf aan den vijand.
Bij dezen luchtslag verloor de Sowjet-
luchtmacht negen toestellen en de Japan
sche drie. Tenslotte moest ende Japansche
toestellen haastig terugvliegen naar hun
basis. Op 22 Juni deed een Japansch-
Mansjoerijsche luchtmacht van 120 toe
stellen een nieuwen aanval. De Mon-
goolsch-Russische luchtmacht, 95 toe
stellen, bond den strijd aan. Daarbij wer
den 31 Japansch-Mansjoerysche toestel
len en 12 Mongoolsch-Russische omlaag
geschoten. Op 24 Juni viel de Japansch-
Mansjoerijsche luchtmacht wederom aan,
ditmaal met 60 toestellen. De Mon
goolsch-Russische luchtmacht, eveneens
60 vliegtuigen, steeg op en haalde 25 Ja-
pansch-Mandsjoerijsche vliegtuigen neer,
terwijl zij zelfs slechts 2 toestellen verloor.
Op 25 Juni kwamen geen incidenten
voor. Sovjet-Mongoolsche troepen hebben
alle punten bezet aan de Mansjoerijsche
grenJ ten oosten van de rivier Khalkingol.
In de geheele periode der botsingen
hebben de Sowjet-Mongoolsche troepen
nooit de gevestigde grens geschonden,
zonder rekening te houden met enkele
afzonderlijke gevallen, waarin een vlieg
tuig bij de achtervolging van een Ja-
pansch-Mansjoerijsch toestel gedwongen
werd over mansjoerijsch gebied te vliegen.
Nieuwe luchtgevechten.
Uit Hsinking wordt aan Domei gemeld,
dat vijftien Russische vliegtuigen Zaterdag
bij het Boeir-meer neergehaald zijn. Een
Japansch vliegtuig is verdwenen. Domei
voegt hieraan toe, dat sedert 20 Mei 133
Russische vliegtuigen op deze wijze zijn
neergehaald.
De diplomatieke correspondent van
Reuter verneemt, dat men in officieele
kringen zeer onder den indruk is van de
groeiende publieke verontwaardiging
over de behandeling, die Britsche on
derdanen door de Japanners moeten
ondergaan. Men verwacht, dat deze
tendens der openbare meening zijn
invloed niet zal missen indien Japan
weigert voldoening te geven ten aanzien
van de aan de regeering te Tokio voor
gelegde voorstellen. Deze voorstellen,
aldus Reuter, bevatten een openhartige
bespreking van alle kwesties en een
onmiddellijk staken der incidenten, die
de premier, Chamberlain, in zyn rede
voor het Lagerhuis heeft aangeduid als
„onduldbaar".
Op het Japansche ministerie van Buiten
landsche Zaken, zoo meldt een Domei-
bericht uit Tokio, was Zaterdagavond nog
geen enkele inlichting binnengekomen om
trent de eischen, die lord Halifax den vori-
gen dag aan den Japanschen ambassadeur te
Londen heeft gesteld.
In welingelichte kringen te Tokio, zoo ver
volgt Domei, is men van meening, dat Japan
op de Britsche voorstellen zal antwoorden,
zoodra deze officieel Tokio hebben bereikt.
Te Tientsin hebben de Japanners de visi
tatie aan den lijve nu ook uitgebreid tot
vrouwelijke Engelsche onderdanen. De
„Daily Telegraph" meldt, dat de conciërge
van de Country Club en zijn echtgenoote
zich in het byzyn van de Japanners geheel
moesten ontkleeden, waarna men hun hun
kleeren op straat overhandigde.
De president van de Country Club moest
zich eveneens ontkleeden en werd in het
gezicht geslagen. Een Engelsch meisje, dat
naar huis terugkeerde van de voormalige
Duitsche concessie, kreeg van twee Ja
pansche schildwachten het bevel, zich van
haar kleeding te ontdoen. Zy weigerde, ten
zij de schildwachten zich zouden terug
trekken. Deze stemden toe, doch keerden
kort daarop terug.
De voedselaanvoer laat nog steeds zeer te
wenschen over als gevolg van het urenlange
oponthoud der schepen op de rivier. Met
name de patiënten van het ziekenhuis heb
ben onder het gebrek aan melk te lijden.
Na de herhaalde vertoogen van den Brit-
schen consul te Tientsin hebben de Japan
ners thans den acht dagen geleden gearres
teerden Srnith vrijgelaten. Na zijn terugkeer
verklaarde Smith aan United Press, dat men
hem vier en twintig uur zonder voedsel had
gelaten. Na hevige protesten stond men
hem toe, Chineesch en later zelfs Engelsch
voedsel te koopen. Mishandeld was hij niet.
Zie vervolg Buitenland pag. 4, 2e blad.