DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Japan bereid te onderhandelen over
de kwestie-Tientsin.
Engelands vlootpositie in het
Verre Oosten.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maaiden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
No 150 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0-25, groote
contracten rabat- Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N- V. Boek- en Handelsdruk»
kerij v b. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Woensdag 28 Juni 1939
Hoofdredacteur: !j. N. ADEMA.
141e Jaargang
De Japansche soldaten te Tientsin krijgen opdracht
geen vreemdelingen meer onwaardig
te behandelen.
Japan bereid
tot onderhandelen.
Japan bereid te onder
handelen.
Singapore pas in 1941 op volle
sterkte.
De algemeene toestand.
Keeren de Windsors terug
rAIT! \VT V A
GOURAWT
Reuter verneemt in doorgaans goed ingelichte kringen te Londen, dat de
Japansche regeering twee voorstellen heeft ingediend als basis voor onder
handelingen met de Britsche regeering. Het eerste is, dat de concessie te
Tientsin niet zal worden gebruikt voor anti-Japansche intrigues door de
Chineezen. Het tweede is, dat de concessie te Tientsin niet zal worden ge
bruikt als basis voor steunverleening aan de Chineesche valuta in Noord-
China in concurrentie met de valuta, die de Japanners trachten in te voeren.
Men meent te weten, dat de Britsche regeering onmogelijk het tweede
voorstel kan aanvaarden, doch dat niettemin, gezien de door de Japansche
regeering getoonde bereidheid hiertoe, algemeene onderhandelingen zullen
beginnen.
Reuter meent te weten, dat er goede reden is om aan te nemen, dat in de
komende 24 uur te Londen en te Tokio een mededeeling zal worden gedaan
betreffende het openen van onderhandelingen te Tokio.
De Japansche ambassade te Lon
den heeft de volgende mededeeling
ontvangen:
Overeenkomstig met de door de
Britsche regeering gedane voorstel
len heeft de Japansche regeering
besloten, te Tokio onderhandelin
gen te voeren, met het doel te ko
men tot een regeling van de ver
schillende kwesties met betrekking
tot den thans te Tientsin heerschen-
den toestand. De regeering zal de
betrokken ambtenaren uit Tientsin
ontbieden om de onderhandelingen
te vergemakkelijken.
Regeling langs diplomatieke weg.
Naar Domei te Tokio verneemt, heeft
de Britsche ambassadeur te Tokio, Sir
Robert Craigie, den Japanschen minister
van buitenlandsche zaken, Arita, in op
dracht van zijn regeering voorgesteld
het incident van Tientsin langs diploma-
tieken weg te Tokio te regelen. Arita
heeft thans overleg gepleegd met den
Japanschen minister-president en de
ministers van oorlog en marine.
De bevelhebber van het Japansche garni
zoen te Tientsin, generaal Homma, heeft
gisterochtend den Japanschen soldaten, die
de posten om de Britsche nederzetting bezet
hebben, opdacht gegeven zich te onthouden
van het „onwaardig behandelen" van vreem
delingen. Tot de vertegenwoordigers van de
pers zeide generaal Homma later: „Ik heb
mijn manschappen opdracht gegeven voor
zichtiger te zijn in hun methode." Hij voegde
hieraan toe, dat nooit opdracht is gegeven
om vreemdelingen bij het onderzoek uit te
kleeden. Hij heeft ook geen rapporten
ontvangen dat dit zou zijn geschied. Gene
raal Homma zeide tenslotte, dat de blokkade
zal voortduren tot Engeland zijn houding
ten aanzien van de gebeurtenissen in het
Verre Oosten zal hebben gewijzigd. Zelfs
Britsche représailles zullen Japan niet van
de.wijs brengen.
Chamberlain over den toestand.
In antwoord op een vraag in het Lagerhuis
over het Verre Oosten heeft de minister
president gezegd, dat hij ten aanzien van
Tientsin niets had toe te voegen aan zijn
verklaring van gisteren. Hij hoopt evenwel
binnenkort een nieuwe verklaring te kunnen
afleggen. Uit de berichten, welke van den
bevelhebber van Hongkong zijn ontvangen,
blijkt, dat de Japansche marine-autoritei
ten het voornemen te kennen hebben ge
geven de havens Foetsjou en Wentsjou te
bezetten. Nadere bizonderheden dienaan
gaande worden nog afgewacht.
Achttien Japansche oorlogsschepen
voor Foetsjou.
Achttien Japansche oorlogsschepen, waar
onder kruisers, torpedojagers en transport
schepen, zijn ter hoogte van Foetsjou gecon
centreerd. Aangezien te Foetsjou reeds
sedert eenigen tijd een aanval wordt ver
wacht, zijn alle regeeringsbureaux reeds
meer naar het binnenland verplaatst.
Te Tsjoengking is nog geen bevestiging
ontvangen, dat de Japanners Tsjautsjou heb
ben bezet, doch wel is bekend, dat er twee
Japansche colonnes naar oprukken.
Huil heeft gisteren verklaard, dat het
Amerikaansche departement van staat in
kennis was gesteld van Japans besluit om
de twee havens Fpetsjou en Wentsjou te
bezetten en van het verzoek der Japanners
aan de buitenlandsche regeeringen om hun
schepen uit deze havens terug te trekken en
hun onderdanen te evacueeren. Huil wees
er op, dat dit verzoek gelijksoortig is aan
dat, hetgeen de Japanners hebben gedaan
voordat ze hun militaire operaties tegen
andere Chineesche steden begonnen, maar
dat het departement van staat er niet ofu-
cieele kennis van was gesteld dat de Japan
ners hadden verzocht dat deze evacuatie
voor 25 Juni zou worden voltooid.
De Japanners te Tientsin blijveji
vastberaden.
De commandant van het Japansche gar
nizoen te Tientsin heeft gistermiddag ach -
tien buitenlandsche journalisten ontvangen
en hun vragen beantwoord.
Op een vraag over het fouilleeren van
buitenlanders te Tientsin zeide hij, dat deze
maatregelen niet speciaal tegen de buiten
landers genomen waren en de afzetting van
de concessies was slechts gericht tegen de
anti-Japansche en communistische elemen
ten, die het terrein van de concessies door
gaans als operatiebasis gebruiken. Al derge
lijke maatregelen waren dus uitsluitend
tegen de anti-Japansche elementen gericht.
Op een vraag naar de minimum-eischen
van de Japanners voor regeling van het in
cident, zeidè de commandant dat hij zich
hierover niet met groote nauwkeurigheid
kon uitlaten, aangezien hem geen berichten
bekend zijn omtrent het begin van diploma
tieke onderhandelingen, doch hij betreurde
het, dat het zoover was gekomen, dat de Ja
pansche autoriteiten moesten besluiten tot
hun huidige actie over te gaan. Zoowel de
Japansche 'autoriteiten als het Japansche
publiek zijn verontwaardigd over de politiek
van den Britschen commandant te Tientsin
die er op gericht is de regeering van Tsjang
Kai Sjek te bevoordeelen en hij hoopte dat
de Engelschen de talrijke pogingen van de
Japanners zouden gaan waardeeren om een
nieuwe orde in Oost-Azië op te bouwen en
dat de Britsche houding hiermede in over
eenstemming gebracht zou worden.
Dat zou beteekenen, dat de Britten niet
langer hun steun verleenen aan de Chinee
sche samenzweerders, doch loyaal zullen
samenwerken met de voorloopige Chinee
sche regeering.
Een vroeg den commandant vervolgens
wat hy dacht van een definitieve formule
om de muntkwestie in de Britsche concessie
te regelen. De commandant zeide dat deze
kwestie in onderzoek was en dat in de
Britsche concessie eveneens werd bestudeerd
in hoeverre de bankbiljetten van de Federal
reserve bank in te wisselen zouden zijn voor
buitenlandsch geld. De populariteit van de
fapi vormt een moeilijkheid bij deze
kwestie.
Met lof gewaagde de commandant vervol
gens van de houding van de Italiaansche en
Duitsche onderdanen ten opzichte van de
Japanners en de autoriteiten van de voor
loopige Chineesche regeering.
Vervolgens stelde een van de journalisten
de vraag wat Japan ióu doen indien Groot-
Britannië niet bereid was de houding te
herzien en of in dat geval de blokkade van
de concessie zal worden voortgezet tot de
een of andere principieele regeling verkra
gen zal zijn. De commandant zeide, dat, in
dien de Engelschen volharden, er geen
twijfel mag bestaan aan de vastberaden
heid van de Japanners om de Tientsin-
kwestie te regelen.
Japansche troepen in Zuid-Sjansi
op den aftocht.
De woordvoerder van het Chineesche
leger heeft gisteren verklaard, dat de Chi
neezen aan het front in Zuid-Sjansi Zater
dag een krachtigen tegenaanval hebben
ondernomen onder leiding van een hoogen
Graaf Beatty, gewezen zeeofficier en zoon
van admiraal Beatty, heeft in de Daily Tele-
graph een ingezonden stuk geschreven over
de positie van de Britsche vloot in het Verre
Oosten. Hij gaat daarbij de stellingen na in
het Westelijk deel van den Stillen Oceaan,
dat hij juist bezocht heeft.
Wanneer de actie van de Japanners te
Tientsin door de Duitschers gebruikt zou
worden om in de daardoor ontstane verwar
ring een nieuwen slag te slaan, acht hij de
situatie hoogst gevaarlijk. Hij acht het on
mogelijk dat Tokio op dit oogenblik een al-
gemeenen aanval wil doen op de rechten
van de buitenlandsche mogendheden in de
Chineesche verdragshavens Het gevaar is
grooter. De Kokoemin heeft twee dagen ge
leden nog geschreven, dat Groot-Britannië
Hongkong moet teruggeven aan China.
Onder allerlei voorwendsels heeft Japan
de laatste jaren zijn expansie in Zuidelijke
richting voortgezet. Na zich teruggetrokken
te hebben uit den Volkenbond verklaarde
het zijn mandaatgebieden als koloniën te
beschouwen en het is thans wel zeker dat
vlootbasis zijn aangelegd op eilanden van de
Palau, de Carolinen en de Marshall groepen
en vliegvelden welke Japan 3200 km dichter
bij Nieuw Guinea, Australië en de rijke
Britsche kolonie Fiji gebracht hebben.
In het begin van dit jaar werd Hainan be
zet, waar vliegvelden zijn aangelegd en een
vlootbases zijn aangelegd op eilanden van de
1300 km afstand van Singapore. Drie maan
den. geleden volgde het Spratley eiland,
waardoor Japan een steun kreeg op 480 km
afstand van Noord-Bcrneo, waar petroleum
gevonden wordt. En tenslotte is door de
Japansche actie in Zuid-China, Hongkong
geheel ingesloten.
In 1935 gaat graaf Beatty dan voort, was
de zwakheid van Engeland in de Middelland
officier, die speciaal naar dit front gezonden
was. De Japanners zijn thans na een vei'-
woed gevecht, waarin zij 5000 man verloren,
op den aftocht.
De Japanners, die op beide vleugels wer
den aangevallen, moesten zich uit Joeantsjoe,
op den noordelijken oever van de Gele
Rivier, dat zij verleden week hadden ver
overd, terugtrekken. Zy trekken thans naar
het Noorden.
Ups and downs.
Gisteravond een tydje achter de luid
spreker van ons radiotoestel zittend en luis
terend naar een of ander luchtig program
ma, hoorden we een Fransehe chanson: een
vroolijk soldatenliedje met refrein-zang.
't Was werkelijk een aardig liedje met
hyper-modernen inhoud.
Enkele dagen geleden verschillende dag
bladen doorbladerende, viel ons oog op een
liedje, gemaakt door een officier, die by een
van onze grensbataljons is ingedeeld. Een
geestig ding, vol met den bekenden solda
ten-humor.
En als we een maand verder zijn, zullen
onze chansonniers in de cabaretzalen tien
tallen nieuwe soldatenliedjes zingen en wei
dra zal op straat een nieuwe soldatendreun
gefloten worden door de fietsjongens.
Waarom wij met deze merkwaardige in
leiding beginnen? Enkel en alleen
maar, om indirect te bewijzen, dat het al
militarisme is, wat de klok slaat. En het tee
kent zoo frappant den algemeenen toestand.
In binnen- en buitenland raakt men zoo
langzamerhand gewend aan de zeer ver-
groote militaire activiteit en we zyn gelei
delijk aan vergeten, dat er in het tijdsbestek
van ruim een jaar enorm veel veranderd
is in geheel de wereld. Wij zijn er al aan
gewend, dat de huidige militaire bezettin
gen, zooals Nederland die kent, normaal
zijn!
Hoe staat het dan met de vooruitzichten
t.a.v. den vrede?
Merkwaardig genoeg heerscht er onder
het publiek overal een zeer rustige stem
ming en vrijwel niemand denkt aan werke
lijk oorlogsgvaar. Het is, of de gebeurtenis
sen in September 1938 en in dit voorjaar
oorzaak zijn geweest van een zekere gela
tenheid, onverschilligheid misschien. Een
feit is het althans, dat de gebeurtenissen na
de bange voorjaarsdagen veel minder tot
de massa gesproken hebben.
Is het oorlogsgevaar dan minder gewor
den? Is werkelijk het allergrootste gevaar
voorbij? Natuurlijk kunnen wij op deze vra
gen geen positief antwoord geven. Mogen
we daarom slechts volstaan met het volgen
de, dat de Londensche correspondent der
N.R.Crt. gisteravond meldde. Hij seinde n.L
de mededeeling van de Engelsche admirali
teit dat de normale marine ver loven dit jaar
vervroegd zullen worden om de vloot in
staat te stellen in Augustus haar manoeu-
vxes te houden. Dit feit wordt door de bla
den zonder commentaar weergegeven. „Er
zijn dan ook geen directe bewijzen voorhan
den, dat dti onverwachte besluit in verband
moet worden gebracht met den internatio
nalen toestand. Niettemin zou men de veron
derstelling kunnen opperen dat overwe
gingen van strategischen aard wel degelijk
een rol hebben gespeeld.
De keuze van de maand Augustus voor
manoeuvres is te opvallend dan dat dit ver
moeden zich geheel laat onderdrukken. Se
dert verscheidene weken heeft zich hier da
gelijks de indruk verstevigd, dat Augustus
kritieke oogenblikken zal brengen. Con
crete aanwijzingen voor deze meening zijn
schaarsch. De informaties, die men tot voor»
kort uit Duitschland en Italië ontving, wezen
er eerder op dat de storm pas in den herfst
zou losbreken. In den laatsten tijd echter
heeft zich algemeen de indruk gevestigd dat
deze hoop op nog een paar maanden uitstel
van executie te optimistisch is.
Men verwacht de crisis nu aanzienlijk
vroeger. In dit licht bezien zou het besluit
de vloot klaar te maken voor manoeuvres
in Augustus een veel diepere beteekenis
kunnen krijgen. Er mag in dit verband nog
aam worden herinnerd, dat Engeland 25 jaar
geleden eveneens begon met maatregelen,
welke zoowel de gereedheid als de veilig
heid vam de vloot moesten verzekeren, voor
eenige andere militaire maatregel werd ge
nomen.
Dat lykt dus wel zeer ernstig. En nu
wordt in 't bovenstaande nog heelemaal geen
gewag gemaakt van de gebeurtenissen m
het Verre Oosten. Toch leeft men ook daar
op een vulkaan, toch dreigt ook daar elk
oogenblik de bom te barsten.
't Léék er gister op, dat de situatie kritiek
zou worden, omdat Japan door ging met
dreigementen en omdat Engeland een zeer
positieve houding aannam. Plotseling is ech
ter de lucht weer eenigszins opgeklaard
door het bekend worden van de bereidheid
van Japan om te onderhandelen met Enge-
alnd. Eerst waren het looze geruchten, toen
werden ze positiever en kwamen „uit be
trouwbaren bron", vanmorgen werden de
berichten „officieel". En het jongste berient
uit Tokio luidt al zeer gunstig:
De woordvoerder van het Japansche mi
nisterie van buitenlandsche zaken heeft n.L
mededeeling gedaan van een communiqué
van zijn departement, waarin heropening
der Britsch-Japansche besprekingen aange
kondigd wordt.
Uit welingelichte bron verneemt men, dat
de volgende week te Tokio onderhandelin
gen voor een diplomatieke regeling van de
kwestie-Tientsin gevoerd zullen worden
door vertegenwoordigers der beide regee
ringen onder leiding van Arita en Craigie.
De Britsche en Japansche consuls-gene
raal te Tientsin zullen daar blijven. De pers
toont zich voorstandster van een regeling.
De Asahi Sjimboen zegt: „Tokio, dat een on-
noodige verscherping der Britsch-Japansche
betrekkingen vreest, wil een vreedzame
regeling der incidenten bereiken, wanneer
men aan Britsche zijde bereid is de Japan
sche verlangens in oprechtheid in te willi
gen",
l]
't Werd hoog tijd, dat Japan zijn bezin
ning terug kreeg, want in Engeland dreigde
het mis te loopen. Men leze maar eens, wat
de toch immer zoo voorzichtige Times over
de gebeurtenissen in het Verre Oosten
schreef in haar nummer van gisteravond:
„Vooral in de laatste weken heeft Japan
verkozen Engeland uit te dagen en de En
gelsche belangen in China te vernietigen.
Indien deze uitdaging voortduurt, zal zij
aanvaard worden. Meer dan de meeste an
dere landen is Japan kwetsbaar door eco-
nomischen druk. Zijn nieuwe industrieën
zijn vrijwel geheel afhankelijk van den bui-
tenlandsthen invoer en in zeer groote mate
van den invoer van de verschillende deelen
van het Britsche rijk. Zyn invoer komt vrij
wel geheel van landen, die, daar zij groote
belangen in China hebben, wellicht bereid
zouden zijn, zich aan te sluiten bij een em
bargo op den Japanschen uitvoer.
Het Japansche leger is noodig op het vas
teland en kan een langen economischen
strijd niet volhouden. Er is echter een ern
stige hoop, dat een regeling bereikt zal wor
den. doch het geduld van het Engelsche
publiek is niet onuitputtelijk".
sche Zee een van de voornaamste redenen
van den Italiaansch-Abessynschen oorlog.
Gelukkig is vandaag de toestand hier geheel
anders en op het oogenblik is de superiori
teit van de Fransehe en Britsche vloten in
deze zee een van de voornaamste redenen
van het behoud van den vrede in Europa.
Met dit feit in gedachten moeten wij nu de
situatie in het Verre Oosten en het Weste
lijk deel van den Stillen Oceaan bezien.
De grondslag van de verdediging niet
alleen van de Britsche bezittingen in
dat deel van de wereld, maar ook van
Australië en Nieuw Zeeland ligt in Sin
gapore. Men mag echter niet ontkennen
dat deze basis betrekkelijk zwak is,
zoolang er niet een eskader slagschepen
is gevestigd. Een dergelijk eskader is de
eenige beveiliging tegen een inval in
Noord-Borneo of Nieuw Guinea. Wan
neer deze thans in aanbouw zijnde vloot
reeds in het krachtig versterkte Singa
pore gestationneerd was, zou zij iederen
aanval alleen door haar aanwezigheid
kunnen voorkomen. Maar helaas de
vloot is er nog niet en wanneer thans
slagschepen naar Singapore gezonden
zouden worden dan zou de superioriteit
van de Home fleet en de Middelland-
sche Zee-vloot nog slechts heel gering
kunnen blijven.
Het is hard voor ons in Engeland, aldus
Beatty, om aan deze zijde van de wereld te
moeten bedenken dat er gevaar is voor laat
ons zeggen een inval in Australië. Het is
voor de Australiërs echter een duidelijke
vrees dat de Britsche vloot zijn positie in
den Stillen Oceaan zou verliezen. Ondanks
de krachtige poging die Australië den laat
sten tijd heeft gedaan om de defensie te ver
sterken kan men niet aannemen dat een
vloot van zeven kruisers en 10.00a soldaten
een inval van een krachtig en modern ge-
wapenden vijand zullen kunnen weerstaan.
Het Britsche rijk weet dat het in ge
val van een aanval aangewezen is op
zijn koninklijke marine. Het is misschien
minder bekend dat de Britsche regeering
de verzekering heeft gegeven dat in ge
val van moeilijkheden in het Verre
Oosten een eskader slagschepen naar
Singapore gezonden zal worden. Die be
lofte zal begin 1941 gemakkelijker te
vervullen zijn, wanneer de vijf nieuwe
slagschepen van de klasse George V
klaar zijn. De gevaarlijke periode ligt
tuschen nu en dat tijdstip.
Er hangt veel af van de houding der Ver-
eenigde Staten, maar laat ons niet vergeten,
dat al bezit Washington een goede versterk
te basis in Pearl Harbour op Honoloeloe,
deze basis bijna 4300 km van Japan af is
gelegen. Men is begonnen Guam te verster
ken dat 3200 km dichter bij Japan ligt en
dicht bij de Carolinen doch het zal nog eeni
ge maanden duren voordat deze verster
kingen voltooid zijn.
Het is niet zeer waarschijnlijk dat de Ver-
eenigde Staten gaarne een groot deel van
haar vloot naar Singapore zullen zenden,
als men den afstand tusschen San Fran-
cisco en Singapore in aanmerking neemt.
Voorts is het waarschijnlijk dat Japan
alles zal doen om de Philippijnen te ontzien
en alles in het werk zal stellen om te voor
komen dat de Staten in een conflict betrok
ken zullen worden.
Het is daarom duidelijk, dat de beteekenis
van de versterking van de Britsche vloot,
aldus graaf Beatty, thans grooter is dar.
ooit. W ant men heeft er weinig
aan sterk te zijn, zoolang men
niet sterk genoeg is.
De Evening Standard bericht op de
eerste pagina, dat de hertog en de her
togin van Windsor besloten hebben
naar Engeland terug te keeren. Zij
zullen in October aankomen. Aangezien
zy Britsche onderdanen zijn, kunnen zij
komen en gaan zooals zij wenschen.
Het blad voegt hieraan toe, dat de her
tog besloten heeft niet meer aan te
dringen op den titel van koninklijke
hoogheid voor de hertogin.
Zie vervolg Buitenland pag. 3, 2e blad.
1