DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Hoogspanning in en om Dantzig.
Engelsche politici aan het woord.
No. 154 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Maandag 3 Juli 1939
141e Jaargang
Uitgebreide militaire
maatregelen.
Betuigingen van kracht en
vastberadenheid.
De algemeene toestand.
Wacht men tot 25 Augustus?
Duitsch oorlogsschip naar
Dantzig.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Hoewel men niet kan zeggen, dat er
veel verandering is gekomen in den
toestand in Dantzig, blijft de hoog
spanning nog steeds aanhouden en als
men leest, welke maatregelen de mili
tairen nemen, dan moet men op het
ergste voorbereid zijn, dan moet men
bijna tot de conclusie komen, dat het in
Oost-Europa fout dreigt te gaan.
Nog steeds zijn gedurende het week
einde ontelbare Duitsche „toeristen" naar
Dantzig vertrokken, maar in de Vrije Stad
blijft men kalm. Ook de houding der
Poolsche autoriteiten is rustig, waaruit
men mag opmaken, dat de Poolsche regee
ring niet voornemens is, zich te laten op
jagen.
Toch moeten de door Duitschland geno
men militaire maatregelen haar niet be
paald prettig aandoen. Zoo wordt op het
oogenblik op het Duitsche gebied langs den
Corridor het graan, rijp of groen, gemaaid
en overal in allerijl prikkeldraad-versper
ringen opgericht.
Zooals gezegd blijft de toestand in
Dantzig uiterlijk kalm, doch de spanning
blijkt uit de massa in de kazernes samen
gepakte mannen en het drillen van de
nieuw aangekomenen, het opstellen van
luchtdoelgeschut op den Bisschops-heuvel,
het koorstachtig bouwen aan barakken en
versterkingen en het in het geheim gedu
rende den nacht aanbrengen van munitie.
In Poolsche kringen beweert men even
wel. dat men alles weet en met vertrouwen
Af kan wachten. De nationaal-socialisten
verklaren, dat zij geen duistere bedoelingen
hebben.
Gisteravond heeft men van Zoppot de
verlichte optocht van Poolsche oorlogssche
pen, koopvaardijschepen en visschersvaar-
tuigen gadegeslagen, welke het hoogtepunt
was van het Poolsche Eucharistische con
gres, dat te Gdynia is gehouden.
Nieuwe wapenzendingen naar
Dantzig.
De Poolsche dagbladen maken melding
van nieuwe wapenzendingen naar Dantzig.
Ditmaal zou het rupsbanden en geschut-
affuiten betreffen, die uit Oost-Pruisen
over zee zijn aangevoerd naar de werven
van Schichau met oude schepen, die z.g.n.
derwaarts gezonden werden om hersteld te
worden en derhalve niet werden gecontro
leerd door de douane.
De Mustrowany Kurjer Codzienny meldt,
dat behalve tot vorming van een vrijcorps,
door den Senaat van Dantzig besloten zou
zijn tot de organisatie van compagnieën
grenswachten. Hetzelfde blad meldt, dat
fabrieken in Opper-Silezië 3100 dekens
voor het vrijwilligerscorps zouden hebben
verkocht.
Trouw aan Hitier.
De Poolsche bladen melden verder, dat
de Duitsche douane-ambtenaren in Dantzig
den eed van trouw hebben afgelegd aan de
nat soc. partij en den führer. Voorts wordt
gemeld, dat de S. A. en de S. S. hotel Eden
bezet hebben, dat tegenover het station
in Dantzig ligt.
De versterking der Dantziger
politie.
Ten aanzien van de aanvullende
militaire maatregelen, die de laatste
dagen in Dantzig zijn genomen, geeft
men naar Havas meldt in gezaghebbende
Dantzigsche kringen te kennen, dat
„de Dantzigsche politie versterkt is met
ongeveer 300 man, allen' Dantzigsche
burgers. Voor een deel betreft het
jonge lieden, die verscheidene jaren ge
leden dienst hadden genomen in de
S. S.-regimenten in Duitschland en die
thans in Dantzig teruggekeerd zijnde,
zich georganiseerd hebben tot een
Heimwehr. Anderen zijn Dantzigers,
die hun militairen dienst in Duitsch
land hebben volbracht en die opgeno
men zijn in de Dantzigsche politie". Al
deze jongelieden zijn ondergebracht in
kazerneeringen van de politie in Lang-
fuhr, in andere kazernes, die vroeger
niet gebruikt werden en in nieuwe
barakken. Men spreekt echter op de
meest categorische wijze tegen, dat er
op het oogenblik ook maar één enkele
Duitsche soldaat op het gebied der
Vrije Stad is.
Een officieuze rechtzetting verklaart te
dien aanzien: „in verband met bezuinigings
maatregelen, waartoe de autoriteiten in
Dantzig hun toevlucht hebben moeten ne
men na de devaluatie van 1935, was de po
litie aanzienlijke en voorloopig verminderd.
Reeds toen gaf men zich er rekenschap van,
dat deze vermindering niet lang zou kun
nen worden gehandhaafd om den vrede en
de veiligheid in Dantzig te verzekeren. Op
grond van de wet op den verplichten poli
tiedienst van het najaar 1938, waartegen
eenigerlei formeel bezwaar is gemaakt
werden de Dantzigers verplicht tot politie
dienst. Gezien de huidige spanning heeft
de regeering der Vrije Stad zich ge
dwongen gezien deze wet toe te passen in
den grootsten omvang. Vandaar de uitbrei
ding van politietroepen in Dantzig. De be
richten, die in de buitenlandsche pers ver
spreid zijn over een zoogenaamde militai-
risatie van Dantzig, hebben de numerieke
sterkte van de politie» in Dantzig overdre
ven".
Nationaal-socialistische kringen in Dant
zig voegen hieraan toe: „De Vrije Stad treft
voorbereidingen om gereed te zijn voor al
le eventualiteiten en in het bijzonder om
zich te kunnen verdedigen tegen een even-
tueele agressie van den kant van Polen".
De officieele spreekbuis van de nat.-soc.
partij in Dantzig de Dantziger Vorposten
verklaart: „De terugkeer van Dantzig naar
het Rijk is besloten. De Führer zal den da
tum er voor vaststellen".
Engelsche en Fransche aandacht.
In den Franschen ministerraad heeft
Bonnet, den ministers mededeeling gedaan
van de inlichtingen, die hem gegeven zijn
door den Poolschen ambassadeur te Parijs
en den Franschen ambassadeur te War
schau die op het oogenblik in Parijs ver
toeft. Uit inlichtingen die verkregen zijn na
afloop van den ministerraad, blijkt, dat men
op het oogenblik te Parijs over geen en
kele aanwijzing beschikt, die zou wijzen op
spoedig te verwachten gebeurtenissen in
Dantzig, ofschoon de toestand de grootste
aandacht eischt.
De diplomatieke redacteur van Reuter
verneemt, dat Halifax tijdens het week
einde te Londen is gebleven om de ontwik
keling van nabij te kunnen volgen. De
Britsche ambassadeur te Warschau, die
eergisteren met verlof uit Warschau is
aangekomen, is gisterochtend door Halifax
ontvangen. Hy heeft een volledig verslag
uitgebracht over de meening der Poolsche
regeering ten aanzien van de jongste ge
beurtenissen te Dantzig.
Eden heeft Zaterdagavond het woord ge
voerd over de internationale situatie. De
vooruitzichten voor de onmiddellijke toe
komst zijn ernstig, zoo verklaarde hy, ja
zelfs gevaarlijk, maar toch nog niet hope
loos. Ik voor mij acht oorlog nog niet onver
mijdelijk. Ik ben er van overtuigd dat wan
neer men in het buitenland begrijpt dat
Groot-Britannië vastberaden is, er geen
oorlog zal komen.
Het Britsche volk verkeert op het oogen
blik nog niet in een defaitistischen toestand;
het is slechts vastbesloten. Het tijdperk van
onbeantwoorde agressie is voorbij. In woor
den, die niet mis te verstaan zijn, heeft Ha
lifax Donderdag het standpunt van het En
gelsche volk uiteengezet en hij heeft gespro
ken over ons allen. Alle kringen van het
Engelsche volk onderschrijven deze waar
schuwing en juichen haar toe. Wy hebben
ons woord gegeven; er kan geen sprake zyn
van een terugkeer.
Er zal geen aarzeling zijn tegenover de
bedreigingen noch zullen er concessies zyn
jegens het geweld. Er kan geen waarachtig
internationaal begrip bestaan, wanneer voor
sommige regeeringen het geweld de eenige
beslissende factor is en wanneer alle over
eenkomsten worden miskend. De tijden ver
anderen sneller dan wij ons realiseeren. Wij
begeven ons naar een tijdvak dat geregeerd
wordt door nieuwe krachten en we kunnen
deze niet tegemoet treden met de middelen
van vervlogen jaren. Wij kunnen nietterug-
keeren naar de egoïstische lukrake wyze
Het Duitsche grondbezit in Polen.
Tijdens een jaarlyksche bijeenkomst in
tegenwoordigheid van den minister van
den minister van landbouw te Warschau
gehouden, hebben de boeren van Pomme-
ren een resolutie aangenomen, waarin o.m.
gezegd wordt: „Wy eischen snelle verkave
ling van de landgoederen, die aan Duit-
schers behooren in Pommeren, aangezien
zy een centrum voor ondermijnende en
anti-Poolsche actie zijn geworden. Wy vra
gen deze goederen uitsluitend aan Polen te
verstrekken;bovendien vragen wy, dat de
Poolsche nationaliteit ontnomen wordt aan
de Duitschers, die in 1918 voor Polen geop
teerd hebben.
van doen van vroeger. Wij moeten organi-
seeren en wij moeten financieren op een
schaal als tot dusver niet bereikt.
Maar al zijn de risico's van de toekomst
groot, haar mogelijkheden zyn onmetelijk.
Ik vertrouw dat onder een vastberaden en
krachtig leiderschap het Britsche volk deze
mogelijkheden even snel zal grijpen als te
eenigertijd in zyn lange en trotsche geschie
denis.
Felle taal van Burgin.
Ter gelegenheid van een feest in de Earls
hall te Londen ter eere van de nationale
regeering heeft de minister voor de voorra
den, Burgin, een rede gehouden, waarin hy
o.a. zeide, dat een klein handjevol menschen
van de wereldbevolking van tweeduizend
millioen in dit jaar 1939 heeft gepoogd de
geheele beschaafde wereld in hun macht te
houden. De geheele wereld heeft evenwel
afgewezen een dergelijke houding te aan
vaarden. „Dit land, dit Imperium de
grootste macht voor den vrede ter wereld
tezamen met zyn vrienden, die aan de
overzijde van den Oceaan dezelfde taal
spreken, vertegenwoordigt een groot li
chaam. Aan het imperium en de Vereenigde
Staten verbonden is de geheele macht van
kleine staten, die niets anders willen dan
met rust te worden gelaten. Wij hebben niet
zoozeer bewapend om onszelf te beschermen
Wie toch het Vereenigde Koninkrijk zou
willen aanvallen, heeft zijn eigen doodvon
nis onderteekend doch omdat de kleine
landen die mooie woorden hoorden, toch te
lijden hadden van overweldiging en werden
opgeslorpt door een bewind, dat zy veraf
schuwden. Deze kleine mogendheden heb
ben de kreet doen hooren: „Komt naar Ma.
cedonië en helpt ons". Zij zagen op naar
Engeland als de bewaker van de Westersche
beschaving om hen te helpen een vredes-
front te vormen, dat in staat zou zyn te
zeggen: „Gij moet geen ruimte voor uw
eigen volk zoeken, door de wet der wilder
nis toe te passen en deze ruimte van een
ander af te nemen".
Burgin zeide verder, dat hy niemands
vijand is, doch geen krankzinnig land moet
denken, dat het Britsche Imperium een rijpe
boomgaard is, waar men kan plukken. Bo
ven alles is de prachtige geest van het volk
een reden tot tevredenheid. Deze geest is
niet bereid zich laf te gedragen en vriende
lijk bedreigingen in ontvangst te nemen. Hy
is vast besloten den vrede te zoeken en na
te streven, doch dit gaat niet de grenzen te
buiten, wat men ook van buiten af op wil
leggen.
Donhere wolken aan
den poliliehen hemel.
Wij hebben dezer dagen in vrywel alle
Nederlandsche dagbladen artikelen gehad
over den moord in Serajewo, welke moord
de uiteindelijke aanleiding was tot het
ontbranden van den wereldoorlog 1914
191.
Vijfentwintig jaren zijn nadien verloo-
pen. Maar de algemeene wensch van 1918
„Dat nooit meer!" schijnt helaas niet in
vervulling te gaan, want en wij leven
nog wel in de verlichte eeuw! nu, een
kwart eeuw later, staan wij misschien
voor een tweeden wereldoorlog.
Te pessimistisch gezien? Maar als wij
toch de nuchtere werkelijkheid onder de
oogen durven zien, kunnen wij immers
niet anders dan pessimistisch zijn? En
moeten wij toch spreken van het steeds
naderbij komende gevaar?
Wanneer men maar even vluchtig de
rubriek „Buitenland" door neemt lezen
is zelfs niet noodig! dan ziet men al, dat
de algemeene toestand op het oogenblik
vrij kritiek is. Engelsche politieke kop
stukken hebben redevoeringen gehouden
en hebben verteld, dat Engeland gereed is
voor den strijd; Italiaansche Zondagsbla
den vertellen, dat „de actie der democra
tieën tegen den vrede in vollen gang is en
dat deze actie in de laatste 24 uur tot een
verdere verscherping van den internatio
nalen toestand heeft geleid en dat zij
noodzakelijkerwijze een wereldbrand zal
ontketenen", een officieuze Dantziger
brochure vermeldt, dat men „thans ge
komen is aan de oplossing van het twist
punt tusschen Polen en Duitschland, dat
sedert 1933 bestaat" en zoo gaat het verder.
En als men van dat alles ook maar
vluchtig kennis neemt en bovendien nog
even nota neemt van de vele militaire
voorzorgsmaatregel in alle landen, moet
men dan niet pessimistisch worden?
Wij spraken hier o.a. over de in Enge
land gehouden redevoeringen. Van een er
van mogen wij hier wel speciaal nota
nemen: van die van den Britschen minis
ter-president Chamberlain.
„Wij leven in een kritieken en gevaar
lijken tijd, aldus de premier, maar wij zyn
hoewel vredelievend bereid, zoo
ncodig ons geheele gewicht in de schaal
te leggen tegen agressie, hetzij deze tegen
ons zelf is gericht, dan wel tegen hen,
wier onafhankelijkheid wij op ons geno
men hebben te verdedigen."
Deze onmiskenbare waarschuwing, al
dus Reuter, gaf Chamberlain tijdens een
korte radio-toespraak, welke hy Zondag
avond hield naar aanleiding van den
parade van 20.000 vrijwilligers der bur
gerlijke verdediging in het Hyde Park.
„Deze parade", zoo zeide Chamberlain,
„was iets nieuws in onze geschiedenis.
Voor de eerste maal zyn onze burgerlijke
verdedigingseenheden erkend als een wel
omlijnd onderdeel van de organisatie der
verdediging van ons land. Dit is een na
tuurlijke ontwikkelingsfase, nu men be
seft, dat de moderne oorlog niet langer be
perkt is tot de gewapende machten der
volken. In onzen tijd bevindt zich ook de
burgerlijke bevolking aan de frontlijn en
het is de plicht geworden van eiken bur
ger, behulpzaam te zyn by de verdediging
van het „home front."
Dit is de reden geweest, dat men U allen
gevraagd heeft, te overwegen wat gij
kondt doen en welk aandeel gy zoudt kun
nen hebben in den nationalen dienst. Gy
hebt het antwoord gegeven: in enkele
maanden tijds hebben zich bijna l1/» mil
lioen vrijwilligers by de verschillende ver-
dedigingstakken aangemeld."
Na de toewijding deze vrijwilligers ten
zeerste te hebben geprezen vervolgde
Chamberlain:
„lederen dag zien wy nieuwe vooruit
gang op den weg naar vervolmaking onzer
verdediging. Het besef van wat gy doet,
moet in hooge mate bijdragen tot een
toeneming van ons vertrouwen, dat wij de
toekomst zelfverzekerd en rustig tegemoet
kunnen zien.
Chamberlain bracht vervolgens een
boodschap van den koning over aan het
Engelsche volk, welke aldus luidde:
„Het was een groot genoegen, zoowel
voor de koningin als voor mij, vanmiddag
het défilé gade te slaan van de vrywilli
gers van den nationalen dienst. Het was
voor ons een zeer indrukwekkende de
monstratie van den geest van dienen, welke
thans overal in het land bestaat. Deze uit
zich in de vastberadenheid om het land
paraat te maken, om het hoofd te bieden
aan iedere gebeurlijkheid, welke opoffe
ringen of ongemakken dit ook moge mee
brengen.
Onze burgerlijke verdedigingsmacht is
thans een feit. De oproep is beantwoord
en de vrijwilligers zijn reeds aan den
arbeid. Ik wil, dat zij weten, hoezeer ik
hun gemeenschapszin bewonder. Ik wensch
ook mijn waardeering te uiten voor de
vrouwen, die veel van haar huiselijk leven
opofferen om haar echtgenooten in staat
te stellen hun avonden te besteden in den
nationalen dienst. Ik ben er zeker van, dat
de vrywilligers, zoowel mannen als
vrouwen, zich beloond voelen voor de
overtuiging, dat zij meehelpen het land
sterk en veilig te houden.
Toen ik de vrywilligers zag voorbij
marcheeren, kon ik niet nalaten te denken
aan de laatste toevoeging aan onzen ver-
dedigingsdienst: de jonge mannen in- de
nieuwe militie, wier opgewekt en onmid
dellijk gehoor geven aan den oproep heeft
bewezen, dat zij de groote traditie van den
dienst, waarbij zij zich hebben gevoegd,
waardig zyn. Ik dacht ook aan de reser
visten en de manschappen van het terri
toriale leger, die uit hun werk en hun
huizen geroepen zyn, om de verdedigings
werken te bezetten. Het land is al dezen
menschen dankbaar en ook het personeel
van het staande leger en de hulpdiensten,
die hun verantwoordelijkheid krachtig
dragen.
Gij weet. dat al onze maatregelen niet
ten doel hebben, een oorlog ui* te lokken,
doch den vrede te bewaren. Wij hopen nog,
dat de landen mogen, leeren, in broeder
schap en harmonie samen te leven. Wy
zijn evenwel vastbesloten niets ongedaan
te laten om de veiligheid van het land te
handhaven. Hiertoe dragen de vrywilli
gers van den nationalen dienst bij, waar
voor zij al onze dankbaarheid verdienen."
Een rede van Sir John Simon.
In een rede te Sheffield heeft Sir John
Simon o.a. gezegd, dat de politieke toestand
zeer ernstig is, doch dat hij geen nieuwe
verklaring af kon leggen. Er is op het
oogenblik geen twijfel over het standpunt
van Engeland. Lord Halifax heeft in zyn
verklaring niet alleen gesproken namens de
regeering, doch namens het geheele Britsche
volk en voor een groot deel der menschheid
buiten het imperium. Deze verklaring was
geen provocatie, doch ze was krachtig en
duidelijk. Spreker is van meening, dat de
Britsche natie nog nooit zoo eensgezind is
geweest als thans en nooit is de bedoeling
van Engeland zoo duidelijk, door allen, die
het wenschen, begrepen. Het doel van En
geland is den vrede te dienen, want er is
geen land, dat zoo aan den vrede verknocht
is, doch ook is er geen land, dat zoo vast
besloten is indien het noodig is offers te
brengen teneinde den grondslag, waarop de
wereldvrede moet rusten te schragen of te
herstellen.
Verklaring van Stafford Cripps.
In een toespraak tot mijnwerkers te
Forestofdean in Gloucestershire heeft Staf
ford Cripps gezegd: Wij zullen niet toelaten,
dat wij door anderen overheerscht worden,
dat wij onze vrijheid verliezen en bevelen
voor onze aangelegenheden hebben af te
wachten. Indien men daartoe tracht te ko
men zijn wij bereid ons als vereenigd volk
te verdedigen. Voor dat doel zullen wy alle
bondgenooten en beschikbare hulpmiddelen
bijeenbrengen".
In Frankryk verwacht men niet,
dat het reeds in de komende dagen tot
een beslissing zal komen in Oost-
Europa. Veel eerder méént men, dat
Duitschland zich van Dantzig zal
meester maken op of na 25 Augustus.
Op dien dag zal n.1. het Duitsche oor
logsschip „Königsberg" een bezoek
aan Dantzig brengen en hoewel dit
niet wordt bevestigd met dezen
kruiser zou Hitier worden overge
bracht.
De vraag is nu, of Hitier dan de stad in
bezit zal nemen, of dat hij daarmee zal
wachten tot het einde van den zomer. Ve
len verwachten, dat Hitier zoo lang mo
gelijk geduld zal hebben en da. de spanning
van heden nog wekenlang zal duren, omdat
Hitier op die wijze wil trachten, zijn
tegenstanders moreel uit te putten. Ande
ren meenen, dat de huidige taktiek van
Duitschland is het „toedienen van een aan
tal speldcprikken", welke op zich zelf be
schouwd geen van alle kunnen worden
gezien als een aanval op de onafhanke
lijkheid van Polen, doch welke ten doel
hebben om olen uit de vrije stad weg te
werken en zoo Europa voor een voldongen
feit zetten zonder dat een oorlog hieruit
voortvloeit.
In Poolsche officieele kringen wordt
verklaard, dat Polen niet zal dulden dat
zijn rechten in de vrije stad te kort wordt
gedaan en in zooverre heeft de rede van
lord Halifax invloed gehad.
Eén woord van den Führer en
Gouwleider Förster heeft Zondag een
rede gehouden aan het einde van een
congres van de NSDAP in het district
Dantziger Werader in het stadje Tiegen-
hof.
Onder luid applaus verklaarde de spre
ker, dat „de Dantzigers terug willen tot
Duitschland en zij zullen tot Duitschland
terugkeeren. Eén woord van den Führer
legt bij de Dantzigers meer gewicht in de
schaal dan alle oorlogsgehuil en alle op
hitsende leugens ter wereld. In Dantzig be
hoeft niemand zich uit zijn evenwicht te
laten brengen, geen bedreiging van Polen
kan Dantzig schrik aanjagen.
Wanneer de Führer Dantzig de vrijheid
zal brengen, en, dan zal de Duitsche be
volking als één man staan in ijzeren trouw
aan den Führer en Duitschland en zal zij
tot ieder offer' bereid zijn, dat de Führer
van haar verlangt, offers niet alleen aan
goed, doch ook aan leven."
Nieuwe bomaanslagen in Engeland. -
Zondagochtend vroeg zijn in Engeland zeven
bomontploffingen voorgekomen. Iersche
terroristen hebben, naar men gelooft, deze
aanslagen gepleegd. De bommen zijn ont
ploft in de bagagedepots op de stations te
Leicester, Birmingham, Derby, Stafford,
Nottingham, Coventry en Leamington. Twee
spoorwegemployes werden gewond en een
groote hoeveelheid goederen werd bescha
digd. De ontploffingen hebben kleine bran
den veroorzaakt, die spoedig konden worden
gebluscht. In alle gevallen zijn de ontplof
fingen veroorzaakt door tijdbommen, die
gisteravond in koffers waren afgegeven.
Zie vervolg Buitenland pag. 4, Ze blad.