gezinsretours bij de spoorwegen.
kabinetscrises vroeger en nu.
De voorgeschiedenis der kabinetscrisis.
Onderwijs en Sociale Zaken
wilden niet opnieuw
bezuinigen.
Familiebezoek wordt
vergemakkelijkt.
Projectiel bij demonteeren
ontploft.
Monteur gedood.
Meisje tegen auto geloopen.
Kort daarop overleden.
EENS PTO'NI'ERS
EN NOG STEEDS
AAN DE SPITS
TWEEDE BLAD
Over de ontwikkeling van de moei
lijkheden in den boezem der regeering,
welke tenslotte tot het aftreden van het
kabinet hebben geleid, wordt uit
parlementairen kring gemeld, dat mi
nister-president Colijn zijn ministers had
verzocht tijdig een voorloopige begroo
ting voor 1940 op te maken, aldus het
R. Nwsbl. Het bleek toen, dat er een
tekort op de rijksbegrooting 1940 zou
zijn van 37 millioen.
Toen mr. de Wilde was afgetreden,
was de indruk, dat het zeer zeker mo
gelijk zou zijn dit geraamde tekort te
kunnen wegwerken. Ook de minister
president leek tot overeenstemming
met zijn ministers te komen.
Er zijn toen besprekingen geopend over
de financieele kwestie. Daarbij nam minister
van Dijk het standpunt in, dat de begroo
ting van Defensie, gezien het dringende
karakter der landsverdediging, eer te krap
dan te ruim was opgemaakt. Minister Slote-
maker de Bruine bleek eveneens niet ge
neigd op zijn begrooting te bezuinigen. Dus
restte als eenig „gelduitgevend" departe
ment nog Sociale Zaken.
Ten aanzien van dit departement zij eraan
herinnerd, dat na het aftreden van minister
de Wilde minister-president Colijn in de
Kamer gewaagde van nieuwe uitgaven,
waartegen minister de Wilde bezwaren zou
hebben gehad. Toen minister Romme zijn
voorloopige begrooting indiende, bleek ech
ter dat hij aan een lager eindcijfer kwam
dan in 1939. Het verschil bedroeg ongeveer
5 millioen. Dit is hieruit te verklaren, dat
ook de werkloosheid aanmerkelijk was
teruggeloopen.
Daar zoowel Defensie als Onderwijs be
zuiniging afwezen, werd op minister Romme
aar.drang uitgeoefend zijn begrooting ver
der omlaag te schroeven. In het geheel
schijnt het om een bedrag van ongeveer 15
millioen geloopen te hebben. De minister
van Sociale Zaken bleek in principe wel
geneigd, aan verdere bezuinigng gehoor te
geven en nogmaals werden de ramingen
herzien.
Over de verdere voorstellen van mi
nister Romme is het echter niet meer tot
een bespreking gekomen in het kabinet,
daar toen een andere kwestie rees,
welke het financieele ging overheer-
schen. Zonder verder op details in te
gaan, verlangde min.-president Colijn
n.1. van den minister van Sociale Zaken,
dat allerlei maatregelen niet zouden
worden doorgevoerd. We noemen o.a. de
invoering van het staat-van-dienst
boekje en de jeugdregistratie. Zoo daar
aan niet werd voldaan, moest er bezui
nigd worden op steunnormen en werk
verschaffingsuitgaven.
Minister Romme heeft hierin gezien een
aantasting van het principe, dat door het
kabinet als een der hoofdtrekken van het
regeeringsbeleid was aanvaard, n.1. het op
gelijke wijze verzorgen van de landsverde
diging en van de werkloosheid -.trijding.
Naar zijn meening voerden de eischen van
dr. Colijn tot de conclusie, dat de premier
de werkloosheidsbestrijding bij de lands
verdediging achterstelde, hetgeen een aan
tasting beteekende van het werkprogram
der regeering, Minister Romme weigerde
daaraan mee te werken en werd daarbij
door de andere katholieke ministers ge
steund.
Aldus heeft minister-president Colijn ge
constateerd, dat over de voorloopige begroo
ting geen overeenstemming viel te bereiken.
Van het oogenblik af, dat laatstbedoelde
eischen aan Sociale Zaken zijn gesteld, is
over de financieele kwestie in het kabinet
niet meer gesproken.
Met ingang van Vrijdag 7 Juli 1939
zullen gezinsretours verkrijgbaar zijn
aan de stationsloketten en bij de reis-
bureaux, die spoorkaartjes afgeven.
Zij zijn voor de tweede en derde
klasse verkrijgbaar voor 5 tot en met
9 tezamen reizende personen, dus ook
voor kleine gezelschappen, die zoowel
de heen- als de terugreis tezamen af
leggen. Zij worden op naam gesteld.
De invoering van het gezinsretour is de
derde maatregel, welke in korten tijd door
de directie der N. S. is genomen om te
komen tot een tariefsverlaging. Hiermede
wil de directie als het ware openlijk de-
monstreeren, dat hoe meer vervoer de
spoorwegen krijgt te verwerken, dit ten
goede komt aan het publiek in het alge
meen, dat gebruik maakt van dit nationale
vervoersmiddel door een verder doorge
voerde tariefsverlaging.
Deze derde maatregel zal speciaal een
tegemoetkoming beteekenen voor de groote
gezinnen, waarvan de kinderen den leeftijd
van 10 jaar reeds hebben overschreden.
Zooals bekend is, reist een kind beneden
de 4 jaar voor niets, terwijl voor een kind
beneden de 10 jaar half geld betaald dient
te worden.
Natuurlijk zal het voor velen op den duur
niet gemakkelijk zijn te bepalen op welke
wijze men het goedkoopst gebruik zal kun
nen maken van de spoorwegen. In dit op
zicht kan men volledig rekenen op de ser
vice der spoorwegen, omdat de ambtenaren
aan de loketten dit voor ieder geval afzon
derlijk met de grootste welwillendheid zul
len uitzoeken, zoodat men zich daarvover
geen kopzorgen zal behoeven te maken.
De biljetten behoeven niet tevoren te
worden besteld, doch worden op aanvraag
onmiddellijk verstrekt.
Geldigheid.
De gezinsretours hebben denzelfden
geldigheidsduur als gewone retours,
hetgeen dus zeggen wil, dat gezinsre
tours die tusschen 7 Juli en 7 Augustus
genomen worden, een maand en die op
7 Augustus en later genomen, tot en
met 5 September 1939 geldig zijn.
Met ingang van 5 September 1939
wordt de geldigheid een dag, indien
genomen op Maandag tot en met Vry-
dag en 3 resp. 2 dagen, indien genomen
op Zaterdag resp. Zondag (weekeind-
gezinsretours).
Met de gezinsretours wordt beoogd de
binnenlandsche verplaatsing van gezinnen
te vergemakkelijken, bijv. door familiebe
zoek. Zij zijn dus niet geldig in de D-trei-
nen en in enkele andere belangrijke trei
nen, die voornamelijk het internationale
verkeer bedienen.
De besparing bij het gebruik van gezins
retours komt neer bij vervoer van 5 perso
nen op 8 procent en van 9 personen op 14
procent.
De gezinsretours zijn behalve voor ge
zinnen ook voor niet in gezinsverband rei
zende groepen van 5 personen verkrijgbaar.
Zij worden gesteld op naam van den aan
vrager die het van zijn handteekening moet
voorzien. Men behoeft niet op te geven met
welke treinen gereisd zal worden. Zooals
bekend was dit wel het geval bij het ge
bruiken van gzelschapsbiljetten. De heen-
cn terugreis moeten gezamenlijk afgelegd
worden. Beide mogen binnen den geldig
heidsduur op alle stations onderbroken
worden. De op een gezinsretour reizende
personen dienen in den trein zooveel mo
gelijk bij elkaar plaats te nemen en moe
ten gezamenlijk door dezelfde uitgangscon
trole gaan.
De gezinsretours worden niet afgegeven
naar de Nederlandsch-Duitsche of Neder-
landsch-Belgische grenspunten.
Hoewel prof. Goudriaan in zijn uiteen
zetting op de laatste persconferentie van
oordeel was, dat de consument conservatief
is en het meestal maanden, soms jaren
duurt er een tariefsverlaging door het pu
bliek volkomen gerealiseerd wordt en
vrucht draagt in den vorm van een ver
meerdering van het vervoer, ligt het toch
voor de hand, dat de laatste ingevoerde ta
riefswijzigingen van dien aard zijn, dat
men gerust kan aannemen, dat reeds dit
jaar ongetwijfeld de invloed hiervan op het
vervoer merkbaar zal zijn.
Een monteur, wonende aan den Vaartweg
te Bussum, had van een zijner klanten een
projectiel, vermoedelijk een handgranaat
gekregen om te onderzoeken wat voor een
voorwerp dit was.
De sergeant-monteur Oudekeizer die
bij den monteur inwoont, onderzocht
het projectiel. Bij het demonteeren
vloog het uit elkaar. De sergeant werd
tegen den grond geworpen en bleef
zeer ernstig gewond met ingedrukte
borstkas liggen.
Hij werd naar de St. Gerardus Majella-
stichting overgebracht, waar hij kort na
aankomst overleed. De monteur kwam er
met wonden aan het gelaat af.
Gistermiddag is het achtjarig dochtertje
van de familie B. te Wassenaar bij het over
steken van den Rijksstraatweg nabij de
Maaldrift tegen een passeerende personen
auto uit Leiden geloopen. Het meisje kreeg
daarbij ernstige verwondingen en overleed
kort na het ongeluk.
DE KONINGIN OP DE „ORANJE".
Gistermiddag heeft de koningin met
haar gevolg een bezoek gebracht aan de
nieuwste aanwinst der Nederlandsche
koopvaardijvloot, het m.s. „Oranje",
liggende te Amsterdam aan de etablisse
menten der Stoomvaart Maatschappij
„Nederland" aan de Javakade.
Op de kade voor de ligplaats van het schip
werd de koningin ontvangen door den heer
J. F. van Hengel, directeur der Stoomvaart
Maatschappij „Nederland", die bij het aan
boord komen van het hooge gezelschap ka
pitein A. B. Potjer aan haar voorstelde.
In de hall der eerste klasse werden ver
volgens de heer D. Goedkoop Dzn., direc
teur der Nederlandsche Scheepsbouw Maat
schappij en A. F. Bronsing, directeur der
Stoomvaart Maatschappij „Nederland" aan
de koningin voorgesteld, waarna men een
tocht maakte door het schip.
De koningin toonde zich zeer voldaan over
het bezoek en uitte herhaalde malen haar
waardeering over het fraaie schip. Na een
bezoek van ruim een uur vertrok de konin
gin te 6.35 uur per auto naar Soestdijk.
BOUGIES
:N.V. WILLEM VAN RIJN
AMSTERDAM (C.) KEIZERSGRACHT 171'
TELEFOON 3 1.3 0 8 .(4 L U N E NJ
DE VERTEGENWOORDIGING VAN
ONS LAND TE LONDEN, BERN
EN OSLO.
Naar de Staatscourant van gister meldt,
is aan mr. J. P. Graaf van Limburg Stirum,
buitengewoon gezant en gevolmachtigd mi
nister bij het Britsche hof, op zijn verzoek
met ingang van 16 Sept. 1939 eervol ontslag
als zoodanig verleend, onder dankbetuiging
voor de door hem in den diplomatieken
dienst aan H.M. de koningin en aan den
lande bewezen zeer belangrijke en langdu
rige diensten.
Voorts wordt ons thans van bevoegde
zyde bevestigd dat graaf van Limburg Sti
rum te Londen zal worden opgevolgd door
jhr. mr. E. F. M. J. Michiels van Verduy-
nen, eertijds gezant te Praag en vervolgens
chef der afdeeling diplomatieke zaken aan
het departement van buitenlandsche zaken.
Naar wij verder vernemen kan eerlang de
benoeming worden tegemoet gezien tot ge
zant te Bern van mr. E. N. van Kleffens,
thans chef der afdeeling diplomatieke za
ken, terwijl mr. dr. G. A. Scheltus, thans
zaakgelastigde der Nederlanden te Oslo,
weldra als gezant in Noorwegen zal worden
geaccrediteerd.
WERKLOOZEN GEARRESTEERD.
Diefstal van motoronderdeelen.
Amsterdamsche rechercheurs hebben
gisteravond op de weklijksche automarkt,
welke op het Amstelveld te Amsterdam
wordt gehouden, twee Amsterdamsche werk-
loozen van ongeveer twintig jaar gear
resteerd, die er van verdacht worden zich
schuldig te hebben gemaakt aan, diefstal en
heling van motoronderdeelen. Enkele weken
geleden werd aan hetzelfde bureau aangifte
gedaan van diefstal van deze onderdeelen.
De recherche hield derhalve en zoo ge
bleken is met succes een oogje in het zeil
op de verschillende handelsplaatsen. De
eigenaar heeft de onderdeelen herkend. De
arrestanten hebben echter geen bekentenis
afgelegd.
Zij zyn voorloopig ingesloten.
BW HET OVERSTEKEN DOOF AUTO
GEGREPEN.
Gisteravond is de 62-jarige wielrijder G.
Rabe, wonende te Amsterdam, bij het over
steken van den nieuwen provincialen weg
nabij Ouderkerk aan den Amstel door een
personenauto gegrepen en tegen den weg
gesmakt. De man liep hoogst ernstige ver
wondingen op en overleed enkele oogenblik-
ken na het ongeluk. Per ziekenauto van den
geneeskundige diest werd het lichaam naar
een der hoofdstedelijke ziekenhuizen ver
voerd.
DUBBELE BOERDERIJ TÓT DEN
GROND TOE AFGEBRAND.
Gisteravond omstreeks zes uur is door on
bekende oorzaak brand ontstaan in de aan
den Oosterdijk tusschen Enkhuizen en An-
dyk staande dubbele boerderij, bewoond
door de gezinnen J. en A. Mantel. Hoewel de
motorspuit van Enkhuizen spoedig ter
plaatse was, viel aan behouden van het
brandende perceel niet meer te denken. De
bewoners en de buren slaagden er in een
groot deel van den inboedel in veiligheid
te brengen. De boerderij brandde tot den
grond toe af.
OPROEP DER LANDBOUW
ORGANISATIES EN VAN DEN N. T. B.
Het Koninklijk Ned. Landbouw-comité,
de Ned. r. k. boeren- en tuindersbond, de
Ned. chr. boeren- en tuindersbond en de
Nederlandschen tuindersbond doen een
dringend beroep op alle werkgevers in ons
Nederlandsche tuindersbond doen een
om voor zoover dat in hun vermogen
ligt in hun bedrijf maatregelen te tref
fen, waardoor wordt verkregen, dat hun
onder de wapenen geroepen arbeiders, voor
zichzelf en hun gezin, zoo weinig mogelijk
nadeel zullen ondervinden van het feit, dat
zij in het belang van de landsverdediging
uit hun werkkring en uit hun gezin zijn
geroepen.
Met voldoening hebben deze organisaties
van verschillende kanten verndmen, dat
vele werkgevers zich reeds voorgenomen
hebben om hun onder de wapenen geroe
pen arbeiders weer direct in dienst terug
te nemen indien de regeering den tijd ge
komen acht hen weer naar hun haardste
den te kunnen laten terugkeeren.
Zij doen een beroep op alle werkgevers
in het land- en tuinbouwbedrijf tot soort
gelijken maatregel te willen besluiten.
Onderlinge oneenigheid
een uitzondering.
De oorzca1' van de huidige kabinets
crisis behoort in ons staatkundig leven
tot de groote uitzonderingen. Sinds 1849,
toen in Nederland het eerste aan de
volksvertegenwooidlging verantwoorde
lijke ministerie optrad, zijn slechts twee
gevallen aan te wijzen, waarin een con
flict in den boezem van het Kabinet tot
aftreden van alle ministers tegelijk
leidde.
Men moet zeer ver in onze parlemenlaiie
geschiedenis teruggaan, wil men eeniger-
mate analoge on standigheden aantreffen.
Doch dit staat vast: financieele tegenstellin
gen in het kabinet hebben nimmer tot uit
eengaan genoopt. Zoodat hetgeen thans de
politieke gemoederen zoozeer beroert, zon
der eenigen twyf"l een unicum is.
Bestudeering van den loop onzer parle
mentaire geschiedenis doet opmerkelijke
dingen zien. Allereerst, dat in veel vroegei
jaren kabinetsmoeilijkheden veel vaker
voorkwamen dan in later tijd en dat er
juist in den loop van deze eeuw veel meer
stabiliteit kwam in de regeering. Sinds 1918
hebben wij uitgezonderd het Crisis
kabinet aanhoudend rechtsch aan het be
wind gezien, al was dat wel eens onder
„extra parlementaire" verhoudingen.
En sinds 1901, toen het ministerie-Kuyper
optrad, waren het vrijwel steeds de ver
kiezingen, welke een eind maakten aan
het regime van een kabinet. Zeker, ook
conflicten met de volksvertegenwoordiging
kwamen voor, doch maar zelden. In 1908
ging het kabinet-de Meester heen door ver
werping der Oorlogsbegrooting en in 1925
verloor dr. Colijn als leider van zijn eerste
ministerie het pk' door de aanneming der
bekende motie-Kersten. De Kamer-ontbin
ding van 1933 beteekende tenslotte meer
vervroegde verkiezingen. Jhr. Ruys de Bee-
renbrouck wist van 1918 tot 1925 als premier
aan het bewind te blijven, een record. Het
was alleen mr. Heemskerk Azn., die het als
premier langer dan vier jaren had uitgehou
den, namelijk van 1883 tot 1888.
Van de 33 kabinetten, welke ons land
sedert 1849 heeft gehad, zijn er niet heel
veel, die het vier jaren uithielden. De
meeste vielen reeds eerder, wat vroeger meer
mogelijk was vanwege de tweejaarlijksche
verkiezingen voor de Tweede Kamer. Neer-
lands kortste kabinet dateert van 1866. Pre
mier Fransen van de Putte kwam 10 Febr.
aan het bewind en trad af op 1 Juni daar
aanvolgend. Dit „record op de korte baan"
wordt benaderd door dr. Colijn, die met zijn
in 1925 gevormde eerste kabinet begin 1926
moest heengaan.
Ons land kent sedert 1849 33 kabinetten.
Als dr. Colijn slaagt, zal hij dus het 34ste
kabinet hebben gevormd. Van die 33 minis
teries zijn er 16 heengegaan vanwege con
flicten met de Kamers. Dat zijn dus eigen
lijk de „normale" conflicten! Ze liepen om
verlies van vertrouwen, verwerping van
wetsontwerpen of aanneming van moties of
amendementen, welke de regeering onaan
nemelijk achtte en dergelijke. Ongeveer tien
kabinetten zijn „in alle vriendschap" heen
gegaan, doordat de verkiezingen een ander
bewind deden optreden.
Uitzonderings-gevallen mogen genoemd
worden het heengaan van het Kabinet-
Cappeyne van de Capello in 1879, omdat de
Koning weigerde, mee te werken aan een
door den premier noodzakelijk geachte
Grondwetsherziening, Z. M. meende, dat er
eerst een vooronderzoek moest worden ge
daan. Trouwens, ook de val van het eerste
kabinet-Thorbecke, in 1853, vanwege de
Aprilbeweging, wortelde in een eigenmach
tig optreden van de Kroon, maar evenzeer
was er ongenoegen met de volksvertegen.
Wvl?d?rntrekt speciaal de aandacht het
heengaan van het ministerie-Röell, in 1879,
Ïat de nieuwe Kieswet moest worden in-
En tenslotte was „nieuw het ver-
«-Buy, onder h«
motto: ,.T«k «rttodW Mv>||eii
De twee gevallen, waarin het kwam tot
een breuk tusschen Kabinetsleden onder
ling, dateeren reeds van tientallen jaren
gd!werste maal deed zich voor bij het
heengaan van het ministerie Van Hall-Van
Heemstra, in 1861, en betrof een geschil
aangaande het voorzitterschap van den mi-
"'b? Koninklijk Besluit van 23 Februari
1860 werd de „nieuwigheid" van president
minister ingevoerd De eerste premier in ons
land werd de in onze parlementaire ge
schiedenis zoozeer bekende mr. Floris
Adriaan van Hall, de knappe financier, de
man, die eens ons land uit groot geldnood
redde door een leening-met-een-stok-achter-
de-deur. A
Echter zijn medeministers gingen op den
duur met dit soort premierschap niet ac-
coord, wat ten gevolge had, dat mr. Van
Hall ontslag vroeg en verkreeg.
Het tweede geval betrof het tweede mi-
nisterie-Thorbecke. De minister van Kolo
niën, Fransen van de Putte, wilde het In
dische Wetboek van Strafrecht by Konink
lijk Besluit invoeren, doch Thorbecke
wenschte zulks bij de wet te doen. Toen
Van de Putte toch trachtte door te zetten,
ging Thorbecke heen.
Kabinetten kwamen en gingen.
De wijze waarop in ons land een kabinets
crisis wordt opgelost, is ongetwijfeld on
derhevig geweest aan een vrij langdurig
groeiproces. Niet dadelijk, na de invoering
van de ministerieele verantwoordelijkheid,
in 1849, is er steeds rekening gehouden
met den in de Tweede Kamer tot uitdruk
king gebrachten volkswil. De klassieke
strijd tusschen Kroon en volksvertegen
woordiging van 1866—1868, toen de Tweede
Kamer bijna tot driemaal toe gestraft werd
met ontbinding, is in deze het groote voor
beeld. Voorts is er geweest het tweede mi
nisterie-Heemskerk (18741877), dat con
servatief was, hoewel de Kamer een groote
liberale meerderheid bezat.
In 1908 stelde mr. Th. Heemskerk een
rechts Kabinet samen met een linksche Ka
mer. Doch er bestond goede verwachting,
dat de snel op handen zijnde Kamerverkie
zingen een rechtsche meerderheid zouden
brengen, wat ook inderdaad geschiedde.
Doch overigens en vooral na 1877 is het
bij goede parlementaire gebruiken geble
ven. Toen in 1888 voor het eerst een rechts-
sche meerderheid in ons parlement optrad,
verscheen aanstonds Neerlands eerste
rechtsche ministerie, n.1. dat van Mackay.
En bij het omgaan in 1891 kwam aanstonds
de liberaal Van Tienhoven aan bod. In
1901 weer de rechtsche Kuyper, in 1905
de linksche De Meester, in 1909 weer een
man van rechts.
De eenige uitkomst in geval van een fei
telijk onmachtige Kamer is eigenlijk het
zaken-kabinet dat langs de gevaarlijke
principieele klippen tracht heen te reilen
en alleen die zaken behartigt, waaromtrent
een meerderheid te verwachten is. Dat xoo'n
ministerie toch wel de sympathie des volks
kan hebben, bewees het kabinet-Cort van
der Linden, 1913—1918, doch de zeer bij
zondere tijdsomstandigheden, waaronder T
moest werken, zijn daaraan niet vreemd.
Mr. Corts schepping is overigens een groo
te uitzondering gebleven, al kreeg het in-
termezzo-kabinet-De Geer, 1926—1929, ook
wat gemengde samenstelling, doch dit mi
nisterie was tenslotte eveneens een unicum.
(Rott Nw.-blad).
Voorts zijn reeds door tal van werkge
vers maatregelen getroffen om aan de ach
tergebleven gezinnen van hun onder de
wapenen geroepen arbeiders een toeslag te
verleenen op de van rijkswege toegekende
kostwinnersvergoeding.
De hierbedoelde koswinnersvergoeding
blijft in zeer vele gevallen belangrijk bene
den het loon, dat door de betrokken gezin
nen van de onder de wapenen geroepen ar
beiders moet worden gederfd, waardoor de
ze gezinnen, naast het offer van het afwe
zig zijn van gezinshoofd en kostwinner, ook
nog financieel in een ongunstiger positie
zy gekomen.
Zij sporen alle werkgevers daarom aan,
om indien eenigszins mogelijk de
achtergebleven gezinnen een toeslag op de
kostwinnersvergoeding te verstrekken,
waardoor de offers, die deze gezinnen in
het belang van de landsverdediging moe
ten brengen, althans eenigermate worden
verlicht.
Deze aansporing wordt gegeven, mede
daar bekend is, dat de minister van defen
sie heeft goedgekeurd, dat eventueele toe
slagen van werkgeverszijde op de kostwin
nersvergoeding, niet op de kostwinners
vergoeding in mindering mogen worden
gebracht.
„HIER IS DAT ONGELUK GEBEURD".
®n*uto reeds tegen boom.
Men meldt uit Sneek aan de Telg
Veertien dagen geleden reed op een
Maandagmorgen in de buurt van Deersum
een auto tegen een boom. Twee heeren W
kwamen om het leven. Thans blijkt, dat het
ongeluk, dat deze week in den nacht van
Zondag op Maandag op bijna dezelfde plaats
is gebeurd, eigenlijk een gevolg is van het
eerste.
De inizttenden spraken namelijk, toen zij
Deersum naderden, over het geval-W. On
willekeurig keek men naar den boom met
het gevolg, dat ook K. een oogenblik later
tegen een boom opbotste.
De bestuurder, die in het St. Anthonius-
ziekenhuis werd opgenomen, is ernstig aan
het hoofd gewond. Hij is nog altijd niet tot
bewustzijn gekomen.
VERKIEZING VAN GED. STATEN IN
OVERIJSSEL.
In de heden gehouden zitting van pro
vinciale Staten van Overijssel is de samen
stelling geschied van het college van Ge
deputeerde Staten.
Alle thans zitting-hebbende leden wer
den herkozen n.1. de heeren J. J. Beuken
kamp, a.r.; mr. J. C. Th. Resius, lib. staats
partij; mr. dr J. W. Schneider, r.k.; R, J. J.
M. Teilegen, r.k.; Jos. E. Vogt, s.d.a.p.; mr.
D. te Winkel, c.h. en J. Weikamp, c.h. bui
tengewoon lid.
DE VERVANGING VAN WERKENDE
DIENSTPLICHTIGEN.
Op vragen van den heer van Veasem
over vervanging van de werkende dienst
plichtigen door werkloozen, heeft de
nister van defensie o.m. geantwoord,
z.i. noch de letter, noch de geest van
23 der dienstplichtwet hier in den
staat. Het is niet juist, dat de verdediging
der grenzen in de eerste plaats aan werk
loozen wordt opgedragen. 15'7% van het
aantal opgeroepenen is werkloos. De voor
stelling als zou de oproeping van de werk*
loozer een discriminantie van de beveili
gende taak beteekenen omdat dan „elke
andere arbeid" den voorrang zou hebben
boven de militaire taak, is onuist. Dat een
soort remplaganten-stelsel zou worden inge
voerd, is niet juist omdat van een persoon
lijke vervanging geen sprake is, terwijl»
wanneer zulks noodig wordt geacht óók de
vervangen dienstplichtige weer kan wor
den opgeroepen.
JONGEMAN VERDRONKEN.
Vanochtend is te Heeg (Fr.) de M-jer»l*
G. Eier te water geraakt en verdronken*
was op weg naar zjjn werk b(j L»*'
horsts touwfabrieken te Sneek, en me*»'*
om daar te komen, gebruiken maken v»n
een bootje.
Vermoed wordt, dat de jongeman
oor geslagen is en in de modder
gestikt.
°m70„nenden hebben Seen hu.f*«*W
gehoord. E. was ongehuwd semtge
mi-
dat
art
weg