DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Eerste onderhoud tusschen Croigie en
Arita brengt al moeilijkheden.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 166 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK
Japan wenscht van Engeland een
anti-Chineesche politiek.
Maandag 17 Juli 1939
Hoofdredacteur: i'j. N. ADEMA.
141e Jaargang
Een gesprek vol met
dreigementen.
Roosevelt geeft den moed
niet op.
Congres wordt desnoods opnieuw
bijeengeroepen.
De Fransche spionnage-
affaire.
Rechtzetting van den premier.
De algemeene toestand.
Organisatie van China's
militairen raad.
Zal Wang Tsjing Wei niet slagen?
ALKMAARSCHE COURANT.
Uit officieuze Japansche bron wordt door Havas vernomen, dat verschil
van inzicht aan den dag zou zün getreden vanaf het eerste onderhoud, dat
de Japansche minister van buitenlandsche zaken, Arita, Zaterdag had met
den ambassadeur van Engeland, Robert Craigie. Arita zou terstond de
algemeene kwestie te berde hebben gebracht, de houding van Engeland
ten opzichte van de „nieuwe orde" in het Verre Oosten. Hy zou erop ge
wezen hebben, dat de plaatselijke kwesties als de blokkade van Tientsin
geen moeilijkheden zouden opleveren, indien de partijen het eens werden
over een „nieuwe oriënteering" harer betrekkingen. Craigie zou geant
woord hebben, dat de tot dusver van zijn regeering ontvangen instructies
hem niet toestonden het algemeene vraagstuk der Engelsch-Japansche
betrekkingen te bespreken. Hg moest zich strict beperken tot een regeling
der kwestie van Tiensin. Hij zou hieraan hebben toegevoegd, dat een
regeling van deze kwestie niet zou nalaten de Engelsch-Japansche be
trekkingen aanzienlijk te verbeteren en het mogelijk zou maken later de
meer algemeene vraagstukken te behandelen, welke echter niet geregeld
kunnen worden, zoolang de blokkade der Britsche concessie in Tientsin
niet is opgeheven, ingevolge een minnelijke schikking over deze plaatse
lijke kwestie.
De Britsche gezant heeft na de conferen
tie Tokio verlaten om het weekeinde aan
zee door te brengen.
Na zijn onderhoud met: Craigie heeft
Arita een conferentie bijeengeroepen van
hooge ambtenaren van het ministerie van
buitenlandsche zaken, waarin hij verslag
Uitbracht over zijn bespreking met Crai
gie. Vervolgens werd de politiek bespro
ken, die ten aanzien van de conferentie te
Tokio moet worden gevolgd.
Domei meldt over de besprekingen, dat
de Britsche ambassadeur Craigie in zijn
eerste onderhoui met minister Arita dui
delijk heeft gemaakt „dat Groot-Britannië
bereid is de algemeene vraagstukken te
bespreken, welke den achtergrond vormen
van de situatie die te Tientsin is ont
staan."
De „Asjahi Sjiboen" schrijft, dat „Groot-
ïtannië apansche eischen in zeker
opzicht schijnt te hebben ingewilligd, daar
betrekening houdt met de vastberaden
heid van Japan en de anti-Britsche stem
ming en de openbare meening in Japan.
oot'Britannië schijnt de oogen te openen
voor de werkelijkheid en den nieuwen
toestand in het Verre Oosten. De Japan
sche regeering zal haar vastberadenheid
blijven toonen."
Volgens de „Hotsji Sjimboen" zal de dag
omen, dat „apan den leider der agres-
ors m het Verre Oosten zal uitdrijven en
P rechtvaardig en onpartijdig vonnis
vellen, namens de algemeene massa's,
tegenover Groot-Britannië." Volgens den
woordvoerder van het leger betreuren de
gerautoriteiten, dat overste Spear, de
sc"® militaire attaché, te Peiping aan
onderzoek werd onderworpen wegens
ijn verdacht optreden. Hij zeide te hopen,
tnf m sP€C'ale rechtbank de geheele zaak
is a aai"heid zal brengen. Deze rechtbank
ter u m.ilitaire autoriteiten ingesteld
vnit,- rming van de onschuldige be
king welke geen vijandige houding je-
«ens apan aanneemt. Spear wordt niet
diplomatiek ambtenaar beschouwd,
Hoi/ j ,z^n identiteit als zoodanig niet
end had gemaakt.
Verklaring van garnizoenscom
mandant te Tienstin.
•var"v*!1 Persgesprek heeft de commandant
verklaard garnizoen te Tlentsin
>,De Britsch-Japansche onderhan
delingen zullen terstond worden afge
broken, indien Engeland erop aan
dringt de agenda te beperken tot de
regeling van de plaatselijke kwesties.
ngeland staat thans op een kruis
punt en indien het aarzelt zyn vyan-
'ge houding te laten varen, zal het
beschouwd worden als gereed om toe
e treden tot de frontlinie van den
anti-Japanschen tegenstand in samen
werking met het regiem van Tsjang
ai Sjek, in welk geval wij zullen
conc udeeren, dat Engeland besloten
China V3n Zijn belanSen in
steden en havenen Ch' belanSr«ke
van de voorpui a er jurisdictie
§ePlaatst zullen wn?d centra.le regeering
atandigheden rnn.T v en in zulke
den moet Engeland zyn vijandige
houding prijsgeven, indien het een gunsti
ge behandeling wenscht. Japan is gereed
met alle mogelijkheden rekening te hou
den, indien de besprekingen in Tokio
mislukken."
Felle anti-Britsche actie.
„De anti-Britsche campagne, welke in
geheel Japan aan den dag treedt, maakt
den indruk," aldus schrijft het Japansche
persbureau Domei, „dat het Japansche
volk thans stellig gelooft, de expeditie in
China niet tot een succesvol einde te kun
nen brengen, zonder in botsing te geraken
met Engeland, dat sedert het begin van
het Chineesche incident elke mogelijke
hulp aan het bewind Tsjang Kai Sjek
heeft verleend."
Gelijk met de dagbladen in Tokio heb
ben 19 vooraanstaande organen in Osaka
een gemeenschappelijk manifest gepubli
ceerd, waarin Engeland wordt gelaakt
wegens zijn anti-Japansche steunverlee-
ning aan Tsjang Kai Sjek op politiek,
economisch en financieel gebied. Onder
voorwendsel der bescherming van zija
belangen in China, waarmede de opbouw
van de nieuwe orde in het Verre Oosten
wordt belemmerd." Het manifest zegt, dat
„het Japansche volk vastbesloten is zich
tegen de vijandige houding var, Engeland
te keeren en bereid is hinderpalen van
De isolationisten, onder leiding van sena
tor Borah, hebben het gezegde door het con
gres de ronde laten doen, dat er geen uit
zicht bestaat op een neutraliteitswetgeving
tijdens deze zitting en dat het congres der
halve op 5 Augustus op reces moest gaan.
De achter de regeering staande senatoren
antwoordden hierop, dat dit propaganda
voor sabotage was met de bedoeling te ver
hinderen, dat de aangelegenheid een eer
lijke kans kreeg. Senator Barkley, die plan
nen uitvoert om behandeling te krijgen van
het wetsontwerp van Roosevelt betreffende
uitgaven en leeningen, gaf te kennen, dat er
voor het oogenblik geen sprake is van op
xeces gaan.
Amerikaansche regeeringskringen op
peren het denkbeeld, dat, wanneer de
isolationisten het congres naar een ver
daging drijven, Roosevelt de neutrali-
teitskwestie voor het volk zal brengen
door middel van een radiotoespraak en
voorts, dat de president de kwestie be
handelen zal in redevoeringen tijdens
zijn ontworpen tocht naar de westkust
in de volgende maand. Zü leggen er den
nadruk op, dat de president onwrikbaar
blijft in de meening, dat de toestand in
het buitenland van dien aard is, dat het
congres thans moet handelen.
Zij verklaren, dat Roosevelt in deze
kwestie geen compromis wil sluiten. De iso
lationisten zien klaarblijkelijk ook het feit
over het hoofd, dat de president het congres
weer bijeen zou kunnen roepen, welken stap
hij niet zou aarzelen te nemen, wanneer zij
mochten weigeren den senaat toe te staan
om de neutraliteit in dezen critieken tijd ook
slechts te bespreken.* -
iederen aard te overwinnen om het doel te
bereiken, dat Japan met zijn „heiligen
I kruistocht" nastreeft. Uit bijna alle be-
langrijke plaatsen komen berichten van
anti-Britsche betoogingen en vergaderin
gen, waarin o.a. de teruggave geëischt
wordt van Britsche concessies en van alle
onwettig geïioemde Britsche belangen in
China.
Woensdag de volgende ontmoeting?
Het Japansche ministerie van buiten
landsche zaken heeft medegedeeld, dat
het onderhoud, dat minister van buiten
landsche zaken, Arita, vandaag zou hebber,
met den Britschen ambassadeur, Craigie,
tot Woensdag is uitgesteld.
Craigie heeft tot nu toe namelijk nog
geen nieuwe instructies uit Londen ont
vangen.
Het bureau van den minister-president
deelt mede: Ingevolge het onderzoek naar
de buitenlandsche propaganda in Frankrijk
en ook na de jongste arrestaties, zijn her-
haaledlijk verkeerde en gefantaseerde be
richten verschenen.
De minister-president herinnert eraan
dat het, wat de arrestatie betreft, om per
sonen gaat, die in aanraking gekomen zijn
met agenten eener buitenlandsche mogend
heid, en erkend hebben belangrijke bedra
gen ontvangen te hebben, waarmede zij de
wet overdeden van 26 Jan. 1934 en van 17
Juni 1938, betreffende spionnage en de bin-
nenlandsche veiligheid van den staat. De
minister-president behoeft niet te verzeke
ren, dat deze zuiveringsactie zonder eenige
aanzien des persoons zal worden doorge
voerd. Ook is hij besloten te verhinderen,
dat deze vervolgingen, die uitsluitend wer
den voorgeschreven door den zorg voor de
bescherming van Frankrijk, op politiek ge
bied worden uitgebuit, of aanleiding geven
tot polemieken welke op het oogenblik
hoogst ondienstig zijn. Alle Franschen moe
ten eenstemmig de handelingen afkeuren,
waartegen de regeering -thans optreedt.
Teneinde het onderzoek doeltreffend te
maken, moeten alle op fantasie berustende
mededeelingen achterwege blijven. De mi
nister-president herinnert eraan, dat elke
verspreiding van inlichtingen betreffende
het onderzoek valt onder de strafwet, wel
ke voortaan streng zal worden toegepast.
Niets mag het optreden van de Fransche
justitie bemoeilijken of tegenwerken,
want deze treedt uitsluitend op in het be
lang van het land.
De „Temps" over de arrestaties.
De „Temps" publiceert een mededeeling
volgens welke een der beide personen, die
kort geleden in verband met de ontdekte
spionnage-affaire gearresteerd zijn, werk
zaam was bij den binnenlandsche-berich-
tendienst van het blad, doch geen enkel
aandeel had in de leiding, van de admi
nistratie, den buitenlandsch-berichtendienst
of de politieke redactie. Niets in de gedra
gingen van den betrokkene deed vermoe
den. dat hij zich aan strafbare handelingen
schuldig maakte.
Ook in Engeland spionnage?
Volgens de „Daily Express" zijn te Lon
den agenten van den Franschen contra-
spionnagedienst aangekomen om met den
Britschen contro-spionnagedienst samen te
werken en hun collega's ducumenten voor
te leggen, waaruit plannen blijken voor een
uitgebreide nationaal-socialistische propa
ganda campagne door het geheele Britsche
rijk. Het blad meldt in sensationeelen vorm,
dat in Engeland verscheidene nazi-agenten
ontmaskerd zouden zijn.
Opnieuw hing Hall.
Enkele dagen geleden schreven we over
den heer Stephen King Hall, aan wien het
gelukt was, tal van brieven met anti-na-
tionaal-socialistisch propaganda-materiaai,
geadresseerd aan particulieren te versturen.
Deze brieven gaven de feiten, zooals de toe
schouwer, die óók de andere zijde hoort, ze
ziet. Dat beteekent dus: de feiten, zooals ze
werkelijk zijn, zonder van te voren „be
werkt" te zijn door den propaganda-dienst
of het semi-officieele persbureau. De heer
King Hall uitte zijn ongerustheid over de
onvolledige en onjuiste voorlichting van het
Duitsche volk en sprak over de gegevens
die erop wijzen, dat aan Hitier bepaalde
feiten worden onderhouden. Speciaal von
Ribbentrop stelt alles in het werk om te
verhinderen, dat de Führer door bepaalde
onheilspellende berichten uit het buitenland
zou aarzelen zijn plannen t.a.v. Dantzig op
de beproefde wijze te verwezenlijken. Sterk
den nadruk legde de heer King Hall op de
noodlottige vergissing, die van deze onwe
tendheid het gevolg zou kunnen zün.
Stephen King Hall voorzag dus de moge
lijkheid, dat Hitier het slachtoffer zou wor
den van diens eigen systeem, dat feiten
verzwygt of verandert indien dit noodig
geacht wordt. Om dit te voorkomen hebben
Halifax en Chamberlain den laatsten tijd
ondubbelzinnige redevoeringen afgestoken,
die voor den goeden waarnemer niet den
minsten twyfël overlieten. Veel meer kan
het buitenland nu eenmaal niet doen.
Maar van deze redevoeringen verscheen
óf niets of een kort resumé, voorzien van de
noodige hatelyke kantteekeningen, in de
Duitsche pers. Het ministerie van volks
voorlichting en propaganda werkt in zulke
gevallen buiten gewoon serieus en de me
thoden om ongewenschte redevoeringen
buiten den Duitschen deur te houden zyn
perfect,
Dat er echter nog bepaalde mogelijkheden
zyn, die den Duitschers wat zü te kort ko
men, af en toe kunnen verschaffen, btijkt
uit de methode-King Hall.
Ook nu doet de heer King Hall weer van
zich spreken. Hü heeft opnieuw een schrij
ven gezonden aan Duitsche particulieren.
En met succes, dat staat buiten twijfel. Het
D.N.B. zelf is^iet, die het ons vertelt. Na-
tuurlgk met veel verontwaardiging en een
fel commentaar. Maar ook hieruit bhjkt
weer, dat de brievenschrijver raak slaat, te
raak om zonder meer te verzwygen. Er
mocht eens het een en ander van blijven
hangen
King Hall schrgft in zyn brief, aldus het
Duitsche nieuwsbureau, over den dreigen
den wereldoorlog. Hij wijst erop, dat de
groote rede van Halifax in de Duitsche pers
niet is gepubliceerd en hy uit het vermoe
den, dat Hitier verkeerde adviezen krijgt.
Voorts betoogt hü met grooten nadruk, dat
een aanslag op Dantzig onvermijdelük oor
log beteekend.
Tevens bespreekt King Hall in deze brief
de kwestie der Zuid-Tirolers. Hü schrijft,
dat de buitenlandsche politiek van het
nat. soc. regime gewijzigd moet worden en
dat de Duitsche leiders zich werkelyk be
reid moeten toonen tot samenwerking in
vrede om een beter wereldtüdperk tot.
stand te brengen. Ten slotte wijst hij nog
op de onderdrukking van de Tsjechen en
van de Joden.
De Deutsche Dienst levert hierop een fel
commentaar, hü z"-gt o.m.: „in Duitschland
kennen wy geen angst voor oorlog", wat de
niet-publicatie van de rede van Halifax be
treft, beweert de Deutsche Dienst dat het
commentaar van Göbbels op den eerste
brief van King Hall in de Engelsche pers
niet zou zün gepubliceerd. „Wy laten ons
in ieder geval niet onder den indruk bren
gen van dreigementen met de kracht van
de Engelsche vloot en het Engelsche lucht-
wapen, maar verwyzen slechts naar onze
eigen militaire kracht. In plaats van te
spreken over verandering van de buiten
landsche nat. soc. politiek, moest King Hall
Halifax liever overhalen zyn inmenging in
dingen, die hem niet aangaan, na te laten
en zich liever te bepalen tot de pacificatie
van zü'n eigen Britsche wereldrük." Voorts
insinueert de Deutsche Dienst, dat King
Hall geld krijgt van Joodsche zyde.
Over de oppositie tegen het nat. soc. re
geering sprekende, welke King Hall in zyn
schrijven vermeld had, zegt de Deutsche
Dienst dan om te besluiten: „de Engelsche
regeering zou blü kunnen zü'n, wanneer zy
ook maar eenmaal in haar wereldrük zoo
veel vertrouwen had kunnen krygett, als
de Führer dat nu bü iedere verkiezing be
wezen heeft te krijgen."
Men zou kunnen opmerken, dat, zelfs als
het juist zou zün, (waarschünlük niet) dat
Göbbels' antwoord aan King Hall niet of
niet volledig is gepubliceerd, dat eigen fou
ten niet verontschuldigt. Waarom boven
dien Halifax' rede met zyn ernstige waar
schuwing om niet over te gaan tot onbera
den stappen verzwegen moest worden als
de D.D. toch met overtuiging verklaart, dat
Duitschland zich door niets zal laten impo-
neeren bij zün plannen is niet bepaald dui-
delük.
Dat de heer King Hall van Joodsche züde
geld zou krijgen om zijn actie te voeren.
wie had eigenlijk niet verwacht, dat zü in
Duitsche oogen de schuld van alles zü'n?
En tenslotte, we* betreft die verkiezingen:
Waarom is er in Duitschland al in twee jaar
geen volksstemming geweest? En als die
volksstemming nu eens eerlijk, zonder pres
sie van bovenaf gebeurde, met een keuze-
uit-meer-dan-één-man en meer dan één
partij, met de gelegenheid tot propaganda
voor elke. richting, zooals dat in het de
mocratische West-Europa het geval is, wat
dan?Hoeveel zouden er dan nog van de
98 „ja"-stemmen overblijven? Wellicht
niet eens de helft.En daarom juist is een
dergelijke methode te gevaarlyk. Want een
democratische regeering kan zonder gevaar
voor het democratisch staatsbestel een ne
derlaag riskeeren maar het Duitsche re
gime niet zonder dat deze zyn eigen dood
vonnis beteekent.
De organisatie van het hoogste Chinee
sche militaire orgaan, den nationalen mili
tairen raad, die volstrekte controle uit
oefent op de legers en burgers der natie, is
heden bekend geworden. De militaire raad,
waarvan Tsjang Kai Sjek voorzitter is, om
vat acht leden. Hy heeft de bevoegdheid
oorlog te verklaren, vrede te sluiten en
verdragen met buitenlandsche mogendhe
den af te sluiten. Hü is uitsluitend verant-
woordelük voor de landsverdediging van
China. Hü verricht zijn talrüke taken door
een hoofdkantoor en tien commissies.
Japansche krijgsverrichtingen bij
Swabue.
De Japansche marine heeft besloten een
nieuwe actie te ontplooien bü Swabue in het
Noord-Oostelijke deel der provincie Kwan
toen en te Hinghwa in het oostely'k deel
van Foekien. De Japansche marine-autori
teiten hebben gisteren aan de derde mo
gendheden alsmede aan het bestuur der
Chineesche zee-douane hiervan mededeeling
gedaan en hun verzocht de buitenlandsche
oorlogsschepen, vaartuigen en bewoners uit
Swabue te doen vertrekken tegen Dinsdag
morgen 8 Juli a.s. Voorts is den buitenland-
schen schepen en bewoners van Hinghwa
verzocht deze stad zoo spoedig mogelük te
verlaten, daar de Japansche marine aldaar
op Woensdagmorgen 19 Juli a.s. een nieuwe
actie gaat beginnen.
Tengevolge van mishandeling
overleden.
Onbekend gebleven personen hebben op
14 Juli in de badplaats Tsjang Hai Kwan
den Britschen soldaat J. Tomlinson mis
handeld. Het slachtoffer is den volgenden
dag overleden.
Clarence Cuass, de consul-generaal der
Ver. Staten te Sjanghai, heeft het departe
ment van Staat doen weten, dat hij stappen
heeft gedaan by den consul-generaal van
Japan, wien hü verzocht heeft disciplinaire
maatregelen te nemen tegen een Japanschen
schildwacht, die twee Amerikaanschen zen
delingen, Amerikaansche vrouwen en een
jongen te Woehoé in het gezicht had gesla
gen.
Wang Tsjing Wei's pogingen.
In Chineesche politieke kringen is
men van meening, dat Wang Tsjing Wei
er niet in zal slagen een centrale regee
ring in het door de Japanneezen bezette
deel van China te vormen.
Alle groepen der Chineesche bevolking,
zoo zegt men, hebben te veel van de Japan
sche aanvallen geleden, dan dat zy geloof
zouden schenken aan de beloften der Japan
neezen hun satellieten. Men voegt hieraan
toe dat het Chineesche volk de beteekenis
van den stryd begrüpt en vastbesloten is
liever tot het einde weerstand te bieden dan
de slaaf van Japan te worden.
Volgens welingelichte kringen te
Sjanghai is de vorming van een nieuwe
Chineesche regeering onder Wang
Tsjing Wei, hetgeen in den loop van Juli
zou geschieden, uitgesteld in verband
met de moeilü'kheden, waarop Wang
stiet, zoowel by de Japannec|:en als by
de pro-Japansche regeeringen te Nan
king en Peking.
Ernstige aanduidingen wüzen erop, dat de
conferentie, welke de vertegenwoordigers
van beide regeeringen onlangs te Tsingtau
hebben gehad, geen resultaten heeft opgele
verd. Hoewel de nieuwe regeering kan re
kenen op de passiviteit van millioenen Chi-
neezen, die tot iederen prijs vrede willen en
op den economischen steun van Japan, zien
de aanhangers van deze regeering toch de
groote moeitijkheden niet over 't hoofd en
rekenen zü er niet op, dat de nieuwe regee
ring het einde van het regiem 'van Tsjang
Kai Sjek zal beteekenen.
Chineesche berichten.
Naar het Chineesche persbureau meldt,
zyn de Chineesche troepen in het oosten van
Kwangtoeng, na versterkingen te hebben
ontvangen, overgegaan tot een offensief te
gen de Japanneezen langs den spoorweg
Tsjautsjau-Swatau. De stations Foejang en
Anpoe werden genomen en later trokken de
Chineezen Tsjautsjau binnen, waar de strijd
werd voortgezet. Een andere Chineesche co
lonne rukt op in de richting van Swatau.
Uit Tientsin wordt gemeld, dat in Noord-
China zware regens zün gevallen, waardoor
een groot gedeelte van het door de Japan
neezen bezette gebied onder water is komen
te staan. Onder meer is de spoorweg Pei-
ping-Hankau ernstig beschadigd.
Zit vervolg l.„iicuuuuj pag. 4, 2e blad.